BERGHERBOS, BOSRAND VAN HULZENBERGSEWEG TOT AAN DE PEESKESWEG. Inventarisatie door de Zoogdierwerkgroep van IVN De Oude IJsselstreek, 2015 Inleiding Het inventarisatiegebied omvatte de bosstrook, vlindercorridor, paden en akkers vanaf de Eltenseweg tot aan de Peeskesweg. Het bos bestaat hier vooral uit naaldbomen, langs de randen vaak vergezeld van loofbomen zoals eiken, wat berken en struiken (lijsterbes o.a.). Waar de kruinen wat minder dicht waren groeide braam. Ook op de vlinderbaan was de braamgroei in de loop van het seizoen enorm. Verder was de kruidenlaag in het bos weinig ontwikkeld. Wel was er een flink veld van adelaarsvarens in het onderzochte gebied. Op de akkers groeiden o.a. veel gerst. Een stuk grasland lag tegen een deel van het bos aan en was ruiger en soortenrijker dan de huidige Engelsraaigrasweiden. Het bleek een intensief door toeristen bezocht gebied: wandelaars met en zonder (loslopende) honden, ruiters, fietsers, racers en ATB’ers. Veel drukker dan het vorig jaar onderzocht gebied bij Klein Bekermark. Vooral de intensiteit aan bikers was enorm, op alle momenten van de dag maar zeker ook in de vroege ochtend. De bikers en fietsers komen vanuit een groot gebied hierheen, o.a. uit Velp. Ook liggen er twee campings in de zeer directe omgeving. Het inventarisatiedoel was om vooral de zoogdieren in het gebied in kaart te brengen. Daarnaast werden ook alle andere aan ons bekende dieren genoteerd.
De Zoogdierwerkgroep die bestaat uit een 15-tal leden, probeert sinds haar oprichting in 2000 zoveel mogelijk de zoogdieren in kaart te brengen in hun actiegebied: Liemers, ZW-Achterhoek, Montferland, Oude IJsselstreek tot aan Gendringen en Doesburg. We kijken verder ook naar alle dieren, paddenstoelen en flora die we kennen om mee te nemen in de rapportage.
Excursiedata in 2015: tijden zijn “ongeveer”. 22 jan. 15.00 - 16.00 u. 06 apr. 09.15 - 11.30 u. 02 mei 09.00 - 12.00 u. 04 juli 07.00 - 09.00 u. 07 aug. 21.15 - 23.00 u. 22, 25, 26 en 27 sept.: diverse tijden voor muizenvangsten en voorbereidingen daarvoor. Tussendoor zijn verschillende keren cameravallen geplaatst en verplaatst. 03 nov. 19.30 - 23.00 u en 16 dec. 19.30 – 23.00 u: ransuil braakballen pluizen. Determinatie daarna (door H. v. d. Loo).
Waarnemingen (met soortenlijst)
ZOOGDIEREN Zichtwaarnemingen, evt. op cameravallen. Vleermuizenonderzoek ondersteund door batdetector. Gewone dwergvleermuis Laatvlieger Bosspitsmuis (wsch. 2 kleurige) Haas
Konijn Vos Ree Rosse woelmuis Bosmuis In braakballen ( o.a. van ransuilen) Rosse woelmuis Veldmuis Aardmuis Bosmuis Sporen (prenten, uitwerpselen etc.) Mol (molshopen) Das (latrine, krabsporen, en neusputjes) Marter (boom/steen ?)(uitwerpselen) Eekhoorn (vraat) (andere sporen die door zichtwaarneming zijn bevestigd, heb ik hier weggelaten)
Gemist (?) : Egel Wezel Steenmarter/Boommarter. Bruine rat Woelrat
Andere waargenomen diergroepen: VOGELS (niet systematisch maar in volgorde van waarneming) Torenvalk Boomkruiper Geelgors Tjiftjaf Zwartkop Zwarte kraai Vink Gekraagde roodstaart Grote bonte specht Ransuilen(roestplaats) Goudhaan Boompieper Fitis Roodborst Merel Houtduif Buizerd Pimpelmees Gaai Zwarte mees Uil (bos- of rans-) REPTIELEN Hazelworm Zandhagedis
ONGEWERVELDEN Eitje van citroenvlinder op vuilboom
Citroenvlinder Klein geaderd witje Kleine vuurvlinder Koevinkje Bruin zandoogje Boomblauwtje Huismoeder Gamma-uil Varenspanner (rode lijst) Boterbloempje (vrij zeldzaam) 3-hoornmestkever Gewone mestkever Paarse loopkever Oogvleklieveheersbeestje Rode bosmier (kolonies) Wespen (nest half uitgegraven) Wolzwever
Boterbloempje, een bijzondere nachtvlinder (spanner)
“PADDENSTOELEN “ Eikentrilzwam Kleverig koraalzwammetje Vermiljoenhoutzwam Winterhoutzwam Eekhoorntjesbrood Krulzoom Rode zwavelkop Sombere fluweelboleet Grote parasolzwam KORSTMOSSEN Patatzak bekermos Bosschildmos
Opmerkingen bij de (waargenomen) soorten: INSECTENETERS Egel Tot ons verdriet hebben we geen enkel spoor van een egel gevonden. De poepjes zijn meestal goed te herkennen en de prenten ook wel, maar helaas. Mol
In het hele gebied worden activiteiten van mollen gezien: molshopen en ritten. Het dier is uiteraard door zijn ondergrondse levenswijze moeilijk zelf waar te nemen. Spitsmuizen Op 6 april vonden we een dode spitsmuis. Het dier had een wond zodat het dus wel als prooi
gestorven zal zijn. Van wie of wat?? Vermoedelijk gaat het hier om een tweekleurige bosspitsmuis, maar omdat determinatie eigenlijk alleen met behulp van DNA-onderzoek tot een zekere soortbepaling kan leiden, houd ik een slag om de arm. De gewone en de tweekleurige bosspitsen komen in deze streek beide voor. Vleermuizen Niet ver van ons onderzoeksgebied stonden huizen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de gebouwenbewonende gewone dwergvleermuis en laatvlieger hier langs de bosranden jaagden. Ook hoorden we een baltsend mannetje gewone dwergvleermuis in september tijdens de muizenvangactie. Het aantal dieren viel echter tegen. Ook het aantal soorten: geen grootoorvleermuis noch franjestaart werden gehoord. Daarbij moet wel echter de opmerking worden geplaatst dat we slechts een tamelijk smalle bosstrook hebben geïnventariseerd. Maar de naaldbossen herbergen meestal veel minder vleermuizen o.a. doordat er minder holtes te vinden zijn en er ook minder prooien aanwezig zijn dan in loofbossen. We hebben dit jaar niet met netten in het gebied gestaan. HAASACHTIGEN Zowel hazen als konijnen komen in het gebied voor. We zagen diverse keren hazen lopen maar konijnen speurden we vooral door hun krabsels en keutels. We vonden wel veel holen maar in
hoeverre deze bewoond werden, was een vraag want we vonden niet vaak verse sporen bij diverse holen. We vonden ook prooiresten van een vos : konijnenhaar met wat huid. Zo vonden we op ongeveer dezelfde plek een pluk hazenharen. De hazen zaten hier voornamelijk in het akkergebied, maar wel dicht bij het bos. KNAAGDIEREN Eekhoorns Dit jaar konden we de eekhoorn alleen vaststellen via knaagsporen die we op een tweetal plaatsen vonden. In hoeverre het hier om 1 of 2 individuen gaat, weten we niet. Woelmuizen We vingen dit jaar rosse woelmuizen met onze live-traps. Het waren er minimaal 3 maar niet erg veel in ieder geval. Mogelijk hadden we er meer gevangen als we meer vallen in de vlindercorridor hadden geplaatst, maar dat gebied was door bramen bijna ontoegankelijk geworden in september. Hun biotoop van wat meer begroeide jonge loofbossen of wat begroeide open terreinen was in dit naaldbosgebied dus verder weinig aanwezig. Hun territorium van ongeveer 800 m² minimaal van een mannetje, is trouwens aardig groot. We hebben niet met zekerheid molshopen van de woelrat gevonden. Toch zal die in dit gebied wel aanwezig zijn. Veldmuizen hebben we ook dit jaar weer niet gevangen. Wel vonden we al tijdens de inventarisatierondes braakballen met veldmuizen erin. Ook zagen we holen van veldmuizen waarvan er een aantal waren opengekrabd door een vos. De aardmuis zat in een ransuilbraakbal. Bij braakballen blijft het altijd moeilijk om te kunnen zeggen waar de muizen precies gevangen zijn. Dat is de reden dat live-traps, ondanks dat dat ook zeer intensief is, meer gegevens over de muizen en dus evt. ook over de jachtterreinen van roofvogels en uilen kan zeggen. Ware muizen We vingen ook dit jaar weer veel bosmuizen. Diverse keren zaten er twee tegelijk in een val. Dus ze waren talrijk aanwezig. En met de bramen erbij, naast de dennenappels en insecten, is er ook voedsel genoeg voor deze alleseters.
Resultaten van de ongeveer 100 verzamelde ransuilenbraakballen. We vonden op 2 mei een groot aantal braakballen in een bosje aan de aan de rand van het gebied onder hun roestboom of –bomen. Vermoedelijk hebben ze er in de afgelopen winter een tijd gezeten. Ondanks dat het bekend is dat ransuilen voornamelijk woel- en ware muizen eten, naast vogels, is het toch altijd interessant om zo’n ballen te pluizen: het zijn betere muizenvangers dan wij. Dus hebben we ruim 100 ballen opgeraapt en thuis uitgeplozen. Resultaat: Rosse woelmuis 7 Veldmuis 117 Aardmuis 1 Bosmuis 75 2 vogels (verschillende soorten. Alleen snavels gevonden.)
Het plaatsen van de live-traps
Duidelijk dat ransuilen en wij op verschillende plekken jaagden: de vele veldmuizen laten zien dat ze vooral open, korter begroeide gebieden zoals weilanden, bermen en greppels en andere lage vegetaties opzochten (veldmuis) maar ook de meer open maar wat dichter begroeide terreinen (rosse woelmuis en bosmuis) zoals open bos en bosranden. De ene aardmuis is bijzonder: veldmuizen en aardmuizen sluiten elkaar eigenlijk uit door hun andere biotoop eisen o.a. terreinen met graspollen zoals smele, pitrus etc. ROOFDIEREN Marterachtigen Vroeg in het jaar vonden we diverse sporen van dassen: een mooie uitgebreide latrine, krabsels en neusputjes. Maar nadat het veel drukker was geworden vonden we helemaal geen sporen meer van deze beesten. De latrine was ook verdwenen. Vermoedelijk hadden ze zich terug getrokken naar rustigere delen van het bos. De dassenburcht hebben we toen niet gecontroleerd in hoeverre deze nog werd gebruikt in deze periode. Op de camera’s stonden bijzonder weinig dieren. De vos kwam een paar keer langs en erg vaak reeën. Ook geen boom- of steenmarter, helaas. We vonden wel marteruitwerpselen maar om die met zekerheid aan een soort toe te wijzen, is niet te doen. Hondachtigen Vos
Het viel ook bij deze soort op dat het allemaal minder was: minder keutels, sporen zoals uitgekrabde muizennesten. We hebben wel een zichtwaarneming van een vos en er stond ook een vos op een foto en een keer een mooi filmpje van een jagende vos. Het betreft waarschijnlijk maar een individu. Hoewel we op twee plekken een vossenhol vonden. Altijd moeilijk om in zo weinig inventarisatierondes van enkele uren alle plekken intensief te bekijken en weer te controleren. Het is mogelijk dat door het kappen van bos zowel vos als konijnen hun beschutting zijn kwijtgeraakt en hun woonplekken in de steek hebben moeten laten. Dat zou de oude onbewoonde holen kunnen verklaren in de vlindercorridor. Zo ook met de das en de marter? EVENHOEVIGEN Herten In Nederland zijn de reeën bijna kind aan huis: we struikelden ook dit jaar weer over hen. We hoefden hun legers, keutels en haren niet te zoeken want ze waren zelf manifest aanwezig. Bij het muizenvangen telden we er 6 die voor onze auto het pad overstaken. Op de camera’s zag ik reebok en reegeit met kalfje.
Overige dieren Alle dieren die we toevallig tegenkwamen hebben we ook meegenomen in onze aantekeningen. We hebben er niet speciaal naar gezocht. Vogels De vogelwerkgroep van de IVN De oude IJsselstreek inventariseert hier al, dus vermoedelijk voegen we niets toe. Vermeldenswaard is de ransuilenroestplaats die we op 2 mei vonden. Bij de vleermuizenronde vloog een uil vlak over ons heen. Het moet hier om een rans- of een bosuil gaan. Reptielen De vlindercorridor is al zeer nuttig gebleken voor reptielen: we zagen diverse malen juveniele zandhagedissen in dit gebied. Verder werd een hazelworm gespot in de rand van een klein bosje (zie kaart). Insecten Dit jaar was het boterbloempje een mooie waarneming. Het is een nachtvlinder die beslist niet algemeen is (zie kaart. Hier staat onze waarneming ook bij). Verder was voor ons een mooie waarneming de ei-afzetting van een citroenvlinder op een zeer jong vuilboompje. Ook de varenspanner is geen gewone nachtvlinder: deze vlinder staat als kwetsbaar op de rode lijst. Behalve de te verwachten mestkevers (de gewone en de driedoorn) kwamen we de paarse loopkever tegen.
Met dank aan de volgende ZWGers: Ans Ensink, Arie Welgraven, Barry Schoneveld , Hanneke de Haan, Marion Lagaaij, Marleen Hofman, Riet van Dijk voor de inventarisatie, muizenvangactie en het pluizen van braakballen Foto’s van Jeltje Berendsen, Wilber Thus en Henriette van der Loo Doetinchem 25 november 2015 Henriette van der Loo Zoogdierwerkgroep IVN De Oude IJsselstreek.
ZOOGDIERINVENTARISATIE BERGHERBOS RAND BOVEN STOKKUM 2015 aangevuld met insecten, vogels etc. door de Zoogdierwerkgroep IVN De Oude IJsselstreek