.„...-
..
^
-
_,
BELGISCHE J-rft ß~f\ UITGAVE
rOfcs^r©
f
1
H3QT EERSTE VERORÏET TEKST VAN BEPPÏE SCHOEMAKEIR
® ^^^ ^=S
P
J«
n^a öpd»i«*h.^chendHrft böM-..»v*n, Een
^
raad van je Ät Jers i'e..k^h.e.lijkl^kt,
i ^ £ j=pfe=4=4 ^^^
Je jewa<J ie.d'r« vreemd'jtoetver. .trou..vven, Komt ddn in je Ie. ven je
i
j^1-^^1 . —
i iK-, —<=r
je inden wen^hje be. .drc>...^en
^-'r^Jr ^
^
ÉÉ
^^
f^—rTJEU^J' IJ J J' r r JS L^-,
t^-i
= "—'
"^7
Sun tnoßt er jemoe.dtr.een we..ten.aiebhk.
ITT
.hbH-^i
^
^
■—' ^
»'
^
^
eer. ^te verdriet,
»eb
^rf
»^-V—M
#—'Y- t il
^ W
In ie.-ven^de vraa^whdar Är....den: WaAf..tm ziinie
j??Vt rrr.jJ cir
s
äP
^^^ff^ff^^^F-^F^fJlg-'^lP Vh' rrlp rfl'l^^g^ <w.-_ aenmet tra_-Men^e..vu.ld, TViar.^m
i>Je -fiart
zoo be..dreefd.
Ji nu
jea«..W
inden »rien^ch dlde.^duHit, Heeft ±
tie
l
©
®
L
i/enje rm
®
^
^
1
dèn-kennogm^i,
I
^
^.
^•^j 1 ^T:
l
MUZIEK VAN CORN. v. DOMBURO
Wa-n.-tie^r je nog jw^bent,je
\m
1
neeHsbe..pra«fd
Kum tri..nennM, wea,
Wanneer je nog jong bent, je denken nog mooi. Je nog op de menschen durft bouwen, Een raad van je ouders belachelijk lijkt, Je jeugd iedere vreemd doet vertrouwen. Komt dan in je leven je eerste verdriet. Heb je in den mensch je bedrogen. Dan troost er je moeder, een wetende blik. En tevens de vraag in haar oogen: REFREIN.
een vrw..]ijkae..zicht,
Zn leer
t
■ <
itiaiit Ie..ven, Na dön..kerd4idt licht.
En later, wanneer je het leven dan kent, Het bittere leed leerde dragen, En cynisch je medemenschen beschouwt. Geen raad meer aan anderen zal vragen. Dan kijkt op een dag je eigen lief kind Met oogen vol weemoed je aan. En denkende aan jouw eerste verdriet, Troost je, met in d'oogen een traan: REFREIN.
i
O
p
I
^ï® ï^-.-^l© *=3Sa©
•j»--'j .A"-Ji-fe ■V!^-i
-»m
M
MA XTH EATER
y
\J.KJKJ
■
^^fr.
^
5!^
lüff
miwm.mm^^.m
REVUE EN OPERETTE-STERREN ■
Ons kleine landje is groot in 't bezit van talrijke kunstenaars van de bovenste plank. Heusch, op elk gebied, al zijn er tal van Nederlanders, die meenen, dat men druk moet loopen naar buitenlandsche kunstenaars, en dikwijls nooit naar een Hollandsch artist omzien. En toch kunnen die buitenlanders veelal niet worden vergeleken met onze eigen kunstenaars.We behooren nog altijd tot die naties, die hun eigen kunstenaars niet eeren of ten minste onvoldoende. Uitzonderingen bevestigen den regel en enkelen zijn er die niet te klagen hebben over geringe waardeering, van wie men overtuigd is, dat ze niet overtroffen worden. Laten we hier b.v. eens onze gedachten laten gaan over revue en daarmee verwante kleinkunst. We zijn 't er allen over eens, dat we met sterren als Buziau en Louis Davids niet onder doen voor welk land ook. En naast deze beiden zouden we ook nog kunnen noemen Henriette Davids. Vooral als komische kracht beschikt Henriette Davids over onmiskenbaar talent. Als zij op de planken komt, verliest het publiek zijn kalmte, begint 't gegrinnik.
dat al heel gauw in een hartelijk gelach overgaat. Het is de groote kunst der revue-sterren om steeds weer met iets anders te komen, steeds iets nieuws te bieden. Meer dan eenig andere is dit iets, waarbij de optredende zelf alles moet geven. De rol heeft weinig te beteekenen, alleen in zooverre, dat deze den artist gelegenheid biedt om naar voren te komen. Als dit het geval is, dan moet de kunstenaar zelf de rest doen. Een revue-artist improviseert dus uit den aard der zaak veel meer dan wie ook. De groote lijn blijft dezelfde, de kleine dingetjes, die 't juist zoo goed doen, varieeren steeds. Op dat terrein ligt van de drie sterren die we hiervoor noemden de groote kracht. De losse invallen bezorgen hun het grootste succes. We geven hier een der nieuwste foto's van Henriette Davids van onzen fotograaf Godfried de Groot waarop men ze ziet met haar kunstzuster Serah van der Heim, die ook reeds in revue en operette menig goede creatie mag boeken. Op deze pagina geven we verder nog een foto van Karin Rohda, die triomfen viert in het Amsterdamsche Flora Theater.
'
,
. I.
©DE MiDSJiS! alles aan het 1 eve meisje bekennen, dat nooit I Liever deelt hij haar mede dat alles, wat hij omtrent het boek vertelde, gefingeerd was, dat hij alles maar zeide om te zien hoe ver de lichtgeloovigheid der vrouwen kon gaan. Gepikeerd door deze woorden, geeft de bakvisch hem de bons en besluit onmiddellijk gevolg te geven aan een huwelijksaanzoek van een barer andere bewonderaars. En de trouwplannen worden tot verwezenlijking gebracht. De dag der plechtigheid is gekomen, daar verschijnt Harold, zweetend en hijgend, doch met een triomflach om de lippen: onze vriend Harold, die luidkeels verkondigt, dat zijn roem wel bestaat, en een uitgever hem getelegrafeerd heeft, dat hij in een van de grootste nieuwsbladen zal verschijnen. Bij het
OAROLD is een schuwe, in zichzelf gekeerde kleermakersleerling, en dol op meisjes, hoewel het minste bakvischje hem al aan het blozen en stotteren brengt. Niet van smaak en talent ontbloot, heeft hij het aangedurfd een boek te componeeren, handelend over ai wat hij denkt over het eeuwig raadselachtige vraagstuk „De Vrouw". Hij wil het zelfs laten verschijnen en begeeft zich met dit doel naar de stad. I n den trein komt hij naast een allerbekoorlijkst meisje te zitten, waarop hij op het eerste gezicht reeds verliefd wordt. Haar hondje is het aanknoopingspunt van het gesprek en weldra is de conversatie in vollen gang. Harold gaat er zelfs toe over zijn plannen aan zijn medereizigster mede te deelen, hij spreekt van het boek, dat het daglicht moet zien en waarmee hij voorzeker rijkdom en roem zal behalen. Het uur van scheiden breekt echter aan en Harold gaat op zoek naar een uitgever. Hij oogst echter niet veel succes, iedere dag bezorgt hem nieuwe ontgoochelingen. Dit
vernemen van dit nieuws heeft hij geen seconde verloren, gebruikte diverse vervoermiddelen om 't meisje, zijn meisje op den rand van den afgrond, tegen te houden. En voor de blikken der verbaasde getuigen en genoodigden, en van den predikant, die eerst de lettergrepen van de sacramenteele huwelijksformule had uitgesproken, schaakt Harold zijn aanstaande echtgenoote weg... Of die het nu met eikaar verder zullen vinden, daar behoeven we ons niet ongerust over te maken. Wel een kleine schaduw, bij zulk een blijdschap en iicht; de uitgever heeft besloten Harold's roman uit te geven, niet onder zijn oorspronkelijke titel, doch onder dien van ,,Gedenkschriften van 'n dwaas". Och, wat hindert dat: Harold heeft immers bewezen, dat hij zoo heel dwaas niet handelt, als zijn geluk en liefde er mede gemoeid waren. — Weer een onvergetelijke Harold Lloydfilm, uitgebracht door het filmverhuurkantoor L. C. B. Filmproductions te 's Gravenhage. t-oto's Godfried de Groot
iMïiPViP^W
I VAM AROBMTINgfe TOT RUSiLANO K succes had. Na talrijke engagementen in Nice, Monte Carlo, San Remo, Cannes enz. zijn zij op tournee in ons land, waar zij in Utrecht, Haarlem en Den Haag optraden. Dan is Scandinavië aan de beurt en vervolgens gaan de vier — want hun trouwe hond Flipo, hun mascotte vergezelt hen overal — naar Rusland, waar zij ongetwijfeld nieuwe lauweren zullen oogsten. tyto.s P. v. Maarsereen, den Haag
H LOS ÖOS AROBNTÏNOS Y ANITA Hebt gij wel eens de zang van een Argentijnsche viool gehoord? Ja? Dan zult gij de zoet trillende toon van dit instrument, dat zich bij uitstek leent tot het spelen van serenades en tango's niet licht vergeten. De Argentine's bespelen de Argentijnsche viool met guitaarbegeleiding, zij spelen een tango Argentin en la serenata Anita, composities van'den violist, romantisch en sentimenteel. Ook geven zij Spaansche danswijzen op twee banjo's en Hawaiian guitaarnummers. Een dezer nummers danst Anita, met losse haren en een stroorokje. Heel eenvoudig zijn haar bewegingen, maar het vloeiende rythme golft door heel haar teere lichaampje, zoodat men niet moe wordt naar haar dansen te kijken. Het is geen wonder, dat dit uitstekende ensemble in de Florida dancing in Den Haag gedurende de beide weken, dat het er optrad een bijzonder groot
3LBS SOBURS ÏSSABFB
THE BOOMCARD3BNS In Hotel Central in Den Haag treedt op het oogenblik een rolschaatsenduet op, wier nummers' werkelijk verdienen „kunst" genoemd te worden. The Boomgardens zijn niet slechts schaatsenrijders, zij zijn dansers op hun rolschaatsen, die beRalve het traditioneele walspasje tal van danspassen uitvoeren en dat met een vlugheid en zekerheid, die eiken toeschouwer in bewondering weet te brengen. Het is een alleraardigst gezicht het elegante paar over het parket te zien glijden en wervelen. Geen wonder dat het publiek na elk nummer door luiden bijval zijn instemming te kennen geeft.
In het City Theater in Den Haag en in de Tuchinsky theaters dansten de soeurs Issaëff hun beroemde Russische nationaaldansen. Het terrein van den Russischen dans is bijzonder uitgebreid. Deze beide danseresjes doen hem ons van zijn meest teugellooze en ongebreidelden kant zien. Het is bijna onmogelijk al die kwieke beweginkjes, die met zooveel élan en temperament gemaakt worden, te volgen. Maar men wordt betooverd en meegesleept door het wilde rythme en den dans, die één juichende extazeis.zoo chaotisch ingewikkeld en tevens zoo regelloos en eenvoudig. Ik weet niet, wat ik meerbe wonderen moet, den Kozakkendans in lange witte mantels met wijde flapmouwen, of den Kaukasischen, die bekender aandoet en meer techniek demonstreert. Van beide dansen hebben de twee charmante danseresjes iets aparts weten te maken en iets dat de aandacht ten volle waard is A. HERFRED.
G>^D
mvijwjmmM'mwvmwf ■
>
W.WW-IL
i—
—
»■■■■^aiBBB
-
■
■
w^—mmmm :
is direct voor het gebruik gereed en maakt water overbodig, waardoor het schuimslaan geheel vervalt. is volkomen Alkali vrij en antiseptisch, maakt de huid blank en elastisch, terwijl zelfs bij het ruwste weder, het gelaat na het scheren zacht en gaaf blijft. wordt liefst met de vingers ingewreven, waardoor zelfs t geringste cream-verlies vermeden wordt.
Een groote pot bevattend EEN Kg. kost franco door het geheele land f3.— Bij alle Coiffeurs verkrijgbaar of direct na toezending van postwissel
Haagsche Zeepziederij Een dunne laag, met de vingers op de baard gebracht, maakt het
„DE OOIEVAAR" Z. B1NNENSINGEL 211, DEN HAAG POSTCHEOUE No. 63197
haar zoo .zacht, dat het scheren geen pijn veroorzaakt
.
<^^F
-
Een moeilijk maar waardevol fabrikaat. Afwisseling van spijs doet eten, dat is het motief, dat mij de leiding geeft bij de keuze der onderwerpen voor m'n weekp raatjes. Het lijkt mij begrijpelijk, dat onze lezeressen en lezers ook gaarne iets hoeren van de technische samenstelling en de daaraan verbonden moeilijkheden, der verschillende stoffen, waarmee ze geregeld in aanraking komen, zonder nog precies te weten, waar ze vandaan komen. * * * leder mensch gebruikt carton. Het wordt op verschillende manieren gemaakt. Carton kan zijn dik papier, dus evenals het dunnere soort ineens op de machine gemaakt. Doch het kan ook bestaan uit verschillende machinaal op elkaar geplakte lagen. Zoo bestaat er ook carton, dat slap en ondoorzichtig is, ander dat hard en glad aanvoelt. Tot deze soorten behoort het z.g. ivoorcarton.
op een hygiënische en vlugge wijze van inzeepen, gebruik dan
vermijdt Ieder pijnlijk gevoel en is dus geschikt voor een delicate huid.
'■
BËÜIBI
fr I ndien gij prijs stelt
spaart door zijn volkomen zuivere alkali-vrije samenstelling het scheermes of apparaat en houdt dit veel langer scherp dan bij gebruik van de bijtende scheerzeep.
-
y rv ^A ^
.-^
* Het ivoorcarton behoort tot die soorten, waaraan" zeer hooge eischen gesteld worden. Het doorzicht moet zuiver helder zijn en de tint ivoorkleurig, dat is dus crême-wit. Er mogen zich geen onzuiverheden in de stof voordoen en de oppervlakte van het carton moet uiterst fijn gesatineerd zijn. Het is zeker geen gemakkelijke zaak om. een fabrikaat ivoorcarton te maken, dat aan al deze eischen ten volle voldoet. Van bijzondere beteekenis is de keuze der grondstoffen, die men voor de fabricage van het ivoorcarton noodig heeft. Tot het einde der vorige eeuw werd als grondstof voor de betere soorten ivoorcarton uitsluitend de fijnste katoenen en linnen lompen genomen. Om goedkooper uit te komen ging men er geleidelijk toe over, om hierbij eenige goed gebleekte celstof te verwerken. De lompen moeten tevoren zorgvuldig onderzocht worden en in soorten worden gerangschikt. Aan dit sorteeren is zeer veel gelegen, daar hierdoor ook later de kwaliteit van het ivoorcarton bepaald wordt. De verpakking der lompen moet in heldere stofvrije zakken geschieden. Bij den inkoop wordt verder geconditionncerd, dat de lompen absoluut droog moeten zijn. •** v Bij het sorteeren der lompen, die grootendeels van allerlei katoenen of linnen kleeding-
i
i
"
,.'
'
^^^^^^PW)PPW
'-
OÏT HANOBL. EN ÏNÖOSTRÏB EEN
KIJKJE
IN
EEN
PAPIERFABRIEK
irmy '
..A--
\, «ilü*-
.
•
,
> ij*pK ï
C*'*'^ w^
ï'
v sJl
4
^%
/
IL
^if~
,
JÊ
, 4: j,
sK
(ft De schilder Heyenbrock. die het meesterschap bezit om van schijnbaar .nuchtere" onderwerpen, ais een pakhuis vol papier, een wedergave te scheppen, tintelend van leven, heelt in de fabriek der N.V. Esveha te 's Gravenhage bovenstaande taekening gemaakt. Men ziet het papier in de gekleurde verpakking hoog opgestaoeld, de rollen „rotatieoapier", voor het drukken van couranten en tijdschriften, ontbreken evenmin. Deze teekeniiig heeft gediend voor een kalender van genoemde firma.
stukken afkomstig zijn, moet men vooral opletten of de zich hieraan bevindende knoopen wel- te voren verwijderd zijn. Vooral de ijzeren knoopen, die met stof overtrokken zijn, leveren een groot gevaar voor de zuiverheid der grondstof op. Worden deze metalen knoopen, n.1. in den „Hollander" tot kleine deeltjes vermalen, dan bestaat er veel kans, dat zij onopgemerkt met de papierstof op de papiermachine geraken. Nadat het carton geplakt is, vertoonen zich dan zeer kleine roestvlekjes, die de geheele partij het aanzien van een minderwaardig fabrikaat geven. * Voorts moeten de naden der lompen, die eveneens als verzamelplaatsen van stof en allerlei onreinheden dienst doen, bij het sorteeren verwijderd worden. Men bewaart de lompen voor de verdere bewerking dikwijls in houten kisten en men moet er dan speciaal op letten, dat het hout goed geschaafd is en niet afsplintert. Indien er ongemerkt eenige groote splinters met de lompen onder den lompensnijder komen en hierna in den „Hollander" terecht
komen, dan kunnen er heel wat onaangenaamheden voor de arbeiders ontstaan en is het verlies, dat de fabrikant hierdoor te lijden heeft, zeer groot. Een betrouwbare chef van de lompensorteerderij, die zijn werk nauwkeurig, verricht, is voor iedere fabriek, die prima cartonsoorten vervaardigt, absoluut onmisbaar. De lompen, die dikwijls van gestreken linnengoed afkomstig zijn, bevatten meestal veel stijfsel. Om deze stijfsel te verwijderen, laat men de lompen in een draaibaren ketel, welke te voren zeer goed gereinigd is, ongeveer een uur met water, waaraan circa i o/o goede witte kernzeep toegevoegd is, koken. « * Bij het koken moet men er vooral zorg voor dragen, dat er steeds voldoende water in den ketel overblijft, da^ir anders de onreinheden inplaats van uit de lompen er in gekookt worden. Is het koken geschied, dan worden de lompen opnieuw gesorteerd en alle onreinheden, er uit verwijderd. *** De volgende bewerking is
het tot vezels, malen van de lompenstof. Dit wordt zoo gelijkmatig mogelijk gedaan in een apparaat, dat den typischen naam van „Hollander" draagt. Vermoedelijk is deze naam te danken aan het feit, dat de hollan'dsche papierfabrieken dit apparaat invoerden. * Ook bij de verdere bewerking op de papiermachine moet alles vermeden worden, waardoor onreinheden in de papierstof kunnen geraken. * Het satineeren van het ivoorcarton vereischt ook nog zeer veel zorg. De walsen, waardoor het carton gesatineerd wordt, moeten te voren goed gewasschen worden en is het dan nog aan te bevelen, dat men eerst een partij goedkooper papier er door laat loopen. Hierdoor vermijdt men de lichte strepen op het carton, welke door zeer geringe afwijkingen van de papierwalsen worden veroorzaakt. ♦
De arbeiders, die het carton van de papiermaahine afnemen, moeten er voor zorgen, dat de handen geheel rein zijn, zoodat er geen vuil of vlekken op het carton kunnen komen. Het is n.1, zeer moeilijk om vlekken uit ivoorcarton te verwijderen. De verpakking van 't ivoorcarton geschiedt per 100 of 50 vel, liefst in zwaar blauw pakpapier, dat met een weinig waterhoudende boekbinderslijm wordt vastgeplakt. Teneinde 't doordringen van vocht te voorkomen, wordt onder de plaatsen waar het pakpapier geplakt wordt, nog een strook sterk pakpapier aangebracht. * ♦ * Voorts wordt bij ieder pak een briefje gevoegd, waarop de naam van den pakker vermeld staat. Voor de pakkers werkt deze maatregel preventief. Het is hun voldoende bekend, dat een klacht over slechte verpakking ten strengste gestraft wordt. Het ivoorcarton, dat met zooveel zorg door den papierfabrikant gemaakt werd, zal hierdoor ook in den besten staat aan den verbruiker ter hand gesteld worden. *** Het publiek heeft uit den aard met deze verpakking weinig te maken. Het krijgt het ivoorcarton bedrukt of onbedrukt, doch altijd in kleine formaten. Ik heb al deze bijzonderheden alleen maar gegeven om aan te toonen, hoeveel zorg er aan dit soort papier moet worden besteed. M_E_R/CURIUS.
SCHOENCREAM „GLIM" vervangt met succes elk ander merk, ook het duurste buitenlandsche
*mm^^^
^^^^^^^^^^^
mm EEN TOCHTJE IN DEN OMTREK VAN BREDA Het voetbalseizoen is nu vrijwel ten einde. Wel wacht ons nog een internationale wedstrijd op 13 Juni a.s. tegen de Denen, maar deze wordt te Kopenhagen gespeeld en wekt dus minder belangstelling dan een wedstrijd in ons kmusse stadion. De zomersporten, als tennis, cricket, atlethiek en wielrennen gaan hun aandacht vragen en waar het de gewoonte van den schrijver dezer artikelen steeds was, elk wat wils, te geven, zullen de reeks van voetbal-artikelen, met dit nummer te beginnen, onderbroken worden door een serie artikelen betreffende de zomersport. Ook de verleden jaar met zooveel succes gegeven reeks „Van personen, die ik gekend heb", zal gedurende de zomermaanden worden voortgezet. Verleden jaar vingen we zoo omstreeks Pinksteren onze zomersportartikelen aan met een beschrijving van 'n fietstocht over de Veluwe en een grooteren tocht door de belgische ardennen. Thans richten we ons naar het ruiden des lands, naar Breda. We kozen Breda, omdat deze plaats, evenals Arnhem, ons uitgangspunt van verleden jaar, uitmunt door een gunstige ligging wat betreft natuurschoon en verbinding met het overige deel des lands. Een voldoende aantal snelverbindingen onderhoudt de gemeenschap, zoowel met de noordelijke, als met de oostelijke streken van ons land. Met de noordelijke provinciën wordt hier bedoeld Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Ome lezers uit Groningen, Friesland en Drente zullen er uit den aard der zaak niet zoo licht toe overgaan een uitstapje van eenige dagen naar brabantsch schoone dreven te maken. Met het oog op de beperkte ruimte, kunnen we natuurlijk niet anders, dan een beknopt overzicht geven, van hetgeen er te Breda en. omgeving te genieten valt. Mochten er lezers zijn, die uitvoeriger inlichtingen wenschen, dan zullen zij Veteraan te allen tijde bereid vinden, die te verstrekken. Breda ligt aan de samenvloeiing van twee kleine brabantsehe riviertjes, de Mark en de Aa, en is uit de geschiedenie van ons vaderland natuurlijk bij alle lezers bekend. Het bekende turfschip van Adriaan van Berghen, dat in 1590 bij de inneming van Breda door prins Maurits, zoo'n belangrijke rol speelde en de vrede van Breda, die in 1667 een einde maakte aan den tweeden engeischen oorlog, liggen ons uit ome kinderjaren nog- versch in het ge"heugen.
Breda - Groote Markt
over voldoenden tijd beschikt, verzuime niet deze kerk te gaan be7ichtigen. Men vindt er een muurschildering van groote waarde en verscheidene prachtige grafmonumenten, waarvan er helaas enkele tijdens den beeldenstorm (1566) geducht hebben geleden. Even voorbij de Markt is het , Kasteelplein, dat toegang geeft tot de Kon. Mil. Academie, het vroegere kasteel. In de St. Catharinastraat vindt men het gebouw, waarin de bovengenoemde vrede van Breda werd gesloten. De voornaamste winkelstraat is de Brugstraat, die ons 't meest doet denken aan b.v. de Kruisstraat in Haarlem, of, hoewel ze veel smaUer is, aan de Breedstraat in Leiden.
Dr. M. W. Woerdeman
De heer 3. ter Haar 3r.
is benoemd tot gewoon hoog leeraar aan de Universiteit te Groningen in de faculteit der geneeskunde, voor het onderwijs in de ontleedkunde.
wethouder van publieke werken te Amsterdam zal de volgende maand zijn zilv-eren jubileum als raadslid herdenken.
Dr. G. A. M. v. Wayenburs f
de beken de medicus, verbon den aan het osychotechnisch laboratorium van den geneeskundige en gezonoheidsaienst te Amsterdam, is 63 jaar oud, aldaar overleden.
Dr. H. P. Bosscha f directeur van het stads- en academisch ziekenaan de Catherijnesingei te Utrecht, is 65jaren ouo, m het Diaconessenhuis aldaar overleden.
Nu overgaande tot eene beschrijving van eventueel te maken wandelingen in de omgeving der stad, willen we aanvangen met eenige mededeelingen over de drie bosschen, wier aanwezigheid Breda gemaakt hebben tot een waar lustoord.
Mastbosch bij Breda
Glnneken Door de aanwezigheid van een drietal bosschen in de onmiddellijke omgeving, waarover straks meer, is- Breda, wat natuurschoon betreft, een der mooiste plaatsen van ons land. We kunnen een bezoek van korten of langen duur onzen lezers zeer aanbevelen. Reeds de stad zelf is een bezoek overwaard. Het zeer fraai aangelegde stadspark het Valkenberg, brengt den vreemde-
• Duivelsbrug ling van het station stadwaarts. Het gemeentebestuur besteedt aan dit park veel zorg, zoodat hot steeds een groot aantrekkingspunt voor den bezoeker is. Een tweede park, het Wilhelmina-park ligt aan den Gdnnekenweg. De mooie waterpartijen leveren er schitterende gezichten op; Op de markt verheft zich de prachtige oude kerk, die, jammer genoeg, blijkbaar zeer slecht wordt onderhouden. Wie
Hei Mastbosch. De naam duidt het al aan, bestaat bijna geheel uit naaldhout. Het is 600 H.A. groot en werd in het begin der 16e eeuw door graaf Hendrik van Nassau, Heer van Breda, geplant. Tal van groote lanen en dreven doorkruisen het bosch in alle richtingen en geven gelegenheid de wandelingen op velerlei wijzen tevarieeren. Een drietal groote en uitstekende hotels. Duivelsbrug, JDennenoord en hotel Mastbosch bieden gelegenheid tot uitrusten en versterking van den inwendigen mensch. Bovendien is de oude boschwachterswoning omgezet in eene uitspanning, waar men, midden in het bosch, heerlijk kan verpoozen. De lommerijke Huisdreef brengt ons in vijf minuten er heen. ,Van Breda uit is het Mas/tbosch per tram te bereiken via den Boulevard en via Ginneken. Gaat men over Ginneken, dan begint de wandeling bij hotel Duivelsbrug. We volgen dan eerst de Meerselsche baan tot kasteel Bouvigne, dat helaas niet te bezichtigen' is. We slaan nu rechtsom en gaan door de Bouvignedreef het bosch in. Bij de Duellaan gaan we het Eeuwige laantje in en komen via de Stoutdreef aan de boschwachterswoning. Na daar gerust te hebben, gaan we de Stoutdreef weer terug en langs het Schietterrein, om na een halfuurtje wandelen te komen aan den rand van het bosch op de Galdersche hei. Deze heide is een geheel andere heide dan de Geldersche. De verraderlijke vennen maken, dat we voortdurend moeten uitkijken . Toch mist
Een nieuw paviljoen te Groningen In het stadspark te Groningen werd een nieuw paviljoen geopend. Wij geven hier een foto van dit fraaie gebouw.
Intern, socialistisch jeugdfeest te Amsterdam In de Watergraafsmeer werd door de Arbeiders Jeugd Centrale een reusachtig kamp ingericht, bestaande uil 700 tenten. Den geheelen dag werd er onvermoeid doorgewerkt en verrees op die wijze de eene kampstraat na de andere.
■
1
TTWäÄ'1
HT*^^ -
iW-j«%M3bJf^r*äj
s* «& \
- é^«^^
1 ytóR:^? ■ * 1 "l* ft
*7-
Het huwelijk van den Gouverneur-seneraai van Nederl.-lndlë Te Buitenzorg werd het.in Den Haag voltrokken huwelijk van den beeren mevrouw Fock, kerkelijk ingezegend.
Een nieuw biuschmiddel voor branden in tanks Te Amsterdam werd door de Mij. Iffa, in tegenwoordigheid van den burgemeester, een aantal brandweerdeskundigen en belangstellenden, een nieuw middel tot het blusschen van branden in tanks enz. gedemonstreerd. Een teerveld. waar 100O K G. teer op asphalt was gegoten en 100 liter benzine, werd in brand gestoken. Deze kolossale brand werd in één minuut gebluscht.
Een nieuw paviljoen te Groningen
■i
Foto van de opening, waarbij verschillende autoriteiten aanwezig waren.
1 05/ v sffltfifl \ ' Ä
^■.
T
Km
^r
*
jK ■■
r ~
t
«MUM Vorstellik bezoek aan Groningen De Prins van Djokjakarte bracht met gevolg een bezoek aan Groningen. Wij fotografeerden Z.K.H, in het hotel „De Doelen" en men ziet op onze foto v.l.n.r. R. M. Prawirowiworo, B. R. M. Soengangoes Samsi, P. A. Soerjodiningrat, G. J. Oudemans, R. M. Soekamto, en R. T. Poerbowinoto.
«la
■' ■
• .-Sf-v - . S
■■—'..- ;.-4. —-.^
HRKSSS ^t'-'^^ sps^^i^n^^^f^^i^g^ 45-iarlg huwelijksfeest De heer M. Westra en mej. A. Helmes, die te Niezijl (Groningen) hun 45-jaria huwelijksfeest mochten herdenken. Wij geven hier een foto van het echtpaar te midden van hun tien kinderen.
■
ook deze heide haar eigeniaardig &choon niet. Via de Verlengde Lange dreef, de Lange dreef en de Torendreef tippelen we terug en verlaten bij het z.g. Boschhek (Café) 't Mastbosch. Natuurlijk kunnen er ook tal van andere wandelingen gemaakt worden. Met behulp van een wandelkaart, in Breda in lederen boekwinkel te bekomen, zijn een groot aantal combinaties te maken. Net Ulvenhoutsche Bosch. Dit is kleiner dan het Mastbosch en 500 H.A. -groot. Van Ginneken uit is het per tram te bereiken. Ook hier weder een groot aantal schitterende dreven, die gecombineerd den wandelaar in staat stellen meerdere flinke uitstapjes te maken. In tegenstelling met het Mastbosch bestaat het Ulvenhout-
sche bosch bijna geheel uit loofhout. Verandering van spijs doet eten, niet waar? Ook hier dus een overeenkomst met ons uitgangspunt van verleden jaar, Arnhem, waar ook bosschen van zeer verschillend geboomte, afgewisseld met heide, ons het Pinksterfeest dubbel deden genieten. Het zou ons nu te ver voeren een uitvoeriger beschrijving van dit boseh te geven. Mochten er lezers zijn, die er belang in stellen, dan vinden ze ons gaarne bereid eens 'n afzonderlijk artikel over 't Ulvenhoutsche bosch te schrijven. Het Liesbosch. Dit ligt verder uit den koers. We hebben boven vermeld, dat we het Mastbosch konden verlaten bij hotel Boschhek. Vervolgen we
—^—^^^—^^^t^^mm
dien weg dan passeeren we een monument, een hooge vierpaar honderd meter verder de zijdige pyramide met inscripAa. De steenweg brengt ons ties, opgericht ter gelegenheid verder langs laosch en bouw- der troonbestijging van onze land, voorbij de hoeve „In 't koningin. Staande met den rug hout" naar de herberg „de Ros- naar het stadhuis, "dan is rechts kam." Voor wie niet tegen een de weg naar Breda (een dik zandweg op ziet, is er een mooie half uur) en links die naar wandeling te maken langs den 't Liesbosch. Van hier uit kunweg, die aan 't einde vanden nen we weder tal van wanBoulevard, daar waar de steen- delingen beginnen, als we maar weg ombuigt, recht doorloopt een stel goede beenen medeen langs enkele eenzame brengen. Het Liesbosch is het boerenhoeven ook over de Aa, kleinste der drie bosschen. Het voorbij de bekende uitspanning is 200 H.A. groot. „de Oranjeboom" ons ook brengt aan „de Roskam". Tegenover „de Roskam" begint Behalve in die drie bosschen, een heerlijke weg, een gedeel- kunnen er van Breda uit tal te van de bekende „route van wandelingen worden geNapoleon", die naar Anitwer- maakt in de omgeving Galdepen leidt. We gaan rechtdoor ren, Strijbeek, Chaam en tal en komen weldra in Prinsen- van nog kleinere gehuchten hage, een groot, welvaren dorp. nooden den VTeemdeling tot een Midden op de markt staat het bezoek. VETERAAN.
i^^i Het is nu een prachtige maand voor de natuurliefhebbers. De trekvogels zijn alle teruggekeerd en overal hoort men hun liedjes. De boomen en heesters staan in blad en bieden hun schuilplaats om hun nest te bouwen. Bloemen bloeien er vele. Hommels, bijen en allerlei mugjes zijn druk bezig met de bestuiving. Ook vlinders bieden een . behulpzame hand. Zeer moeilijk is dit te fotografeeren. De foto hier afgebeeld, gelukte bij toeval. Het doel was n.1. de bloemen te fotografeeren, toen plotseling het koolwitje neerstreek en knip: op de gevoelige plaat stond. Even daarna was hij weer verdwenen. Ik heb een stille hoop^ zoo ook nog eens andere insecten te kieken, bezig honing te snoepen en meteen een bestuiving te bewerken. Het waterdrieblad (Menyanthes trifoliat) is een moerasplant, die men kan vinden aan den slootkant, in veenplasjes e. d. Het bloeit momenteel volop, heeft lichtrose bloemen met breede haren, net franje (op de foto goed te zien) en is een van onze fraaiste wilde bloemen. De bladeren zijn klaverblaadjes in het groot (trifoliata = driebladig), men gebruikt ze wel in de geneeskunde o.a. tegen koorts. In de bosschen bloeien de welriekende Lelietjes der Dalen (convallaria majalis) echte Meibloemen. In streken waar ze veel voorkomen b.v. te Norg (in Drente) worden ze door de politie in den bloeitijd beschermd tqgen pluklüstigen. Lelietjes heeft men ook wel als tuinplant in een schaduwrijk hoekje. Zij moeten daar in een luchtigen, humusrijken bodem geplant zijn, net zooals zij dat in 't wild hebben. Zij
Een zeldzame foto
E«n koolwilje bestuift de rose bloemen Tan het waterdrieblad.
Lelietjes der dalen
met hun sierlijke bloempjes en fijn gesneden blad.
De vruchten van den Aronskelk staande onder kamperfoeiiestruik.
planten zich voort met een korten wortelstok. Iedereen kent de Aronskelk, een mooie kamersierplant met een sneeuwwitte bloeischeede. In die bloeischeede zit dan de geelachtige bruine bloeikolf: „net een dominee in een preekstoel", heb ik eens een jongetje tot zijn makkers hooren zeggen. Deze plant, die den heelen zomer wel in bloei is te zien, is hier geïmporteerd uit ZuidAf rika. Het is de witte Aronskelk (Richardia aethiopica). Minder bekend zal het wellicht zijn, dat bij ons ook aronskelken in het wild voorkomen en nog wel 2 soorten n.1. de Italiaansche, afkomstig uit Zuid-Europa en in ons land hier en daar verwilderd en de Gevlekte Aronskelk (Arum maculatunt) die inderdaad in deze streken thuis hoort. Vooral op de Zuid-Limburgsche boschhellingen staan er duizenden, maar ook verder in 't noorden o.a. in de omgeving van Assen zijn ze wel te ontdekken. Zij worden niet zoo groot als de witte aronskelk, maar geven het idee „dominee in een preekstoel" nog iets beter weer. De plant is heelemaal vergiftig. Maar in sommige streken eet men de knollen toch wel, daar het gift door koken verdwijnt. De bladeren zijn pijlvormig, kunnen zoowel gevlekt als ongevlekt zijn. De vrucht is een bes, rood van kleur, waarvan er vele bijeen zitten. Deze vindt men natuurlijk wat later, n.1. zoo omstreeks Augustus. Hoe dicht de plant onder het struikgewas zit, toont de foto al heel duidelijk. Het onderste deel der bloeischeede heet ketel, hierin treft men vaak kleine mugjes aan, die de bloem bezoeken en erin verdwalen.
^^^^^^^^^^^^" „Luister Shane. Ik ben een oud man en spoedig zal dit leven, dat door u gered werd uit de handen van de zeeroovers, eindigen. De Radjah zal weggaan naar het Onbekende en dan zult gij moeten werken met Kario ...." Bezorgd keken de nog glanzende oogen van den ouden Radjah naar het jonge intelligente gezicht van den zeeofficier, die tegenover hem stond. Een lach twinkelde in de overmoedige blauwe oogen en de hand van den Radjah tusschen de zijnen nemend, zei •hij geruststellend: „De oude Radjah gaat nog niet doodl Morgen zeil ik uit voor een reis van drie maanden en als ik terug kom bent u nog net zoo frisch als nu. Wat moet ik voor mijn besten vriend meebrengen uit Bangkok ?" In het gezicht van den Radjah trok een smartelijke rimpel. „Zou ik mijn vriend na zoo'n lange reis wel terugzien ? Ik voel mijn krachten dagelijks minder worden." Peinzend stond hij in de deuropening en keek voor zich uit. Vragend zag Shane hem aan. Langzaam zei de Radjah: „Breng me wat knoopen mee voor mijn uniform." Zijn handen gleden liefkoozend over het vuile halfvergane laken der uniform, waarvan de kleur, door ouderdom niet meer te herkennen was. Ontroerd beloofde Shane het hem. Hij kende de gehechtheid van den ouden man voor het kleedingstuk, dat hem eens door een hollandschen consul geschonken was, toen de Radjah zich zeer verdienstelijk gemaakt had, door een bende zeeschuimers te verslaan. Bij alle mogelijke gelegenheden had hij de uniform gedragen en nu ze tot op den draad versleten was, wilde hij er toch geen afstand van doen. „Saina, ik ga een verre reis maken en jij wordt nu al zoo groot, misschien trouw je wel in dien tijd. Hier is iets om je te troosten als ik weg ben." AI sprekende haalde Shane een étui uit zijn zak en er een snoer van de kostbaarste robijnen uitnemend, hing hij het Saina om den hals. Schielijk deed het meisje ze at en legde ze weer in het étui. „Neen, ik wil niet tro-uwen, houd ze", zei ze bruusk. „Waarom gaat u zoo ver weg en laat mij zoo lang alleen ?" Shane keek lichtelijk verbaasd naar zijn pleegdochter, hij was toch wel meer op reis geweest en heel gewillig was Saina achter gebleven bij zijn vrienden. Waarom deed ze nu ineens zoo vreemd ? Zou er iets zijn met Kario ? Vanaf haar tiende jaar woonde Saina bij Shane. Haar inland-
sehe moeder was. bij Saina's geboorte gestorven en haar blanke vader tien jaar later. Altijd waren Shane en Saina's vader vrienden geweest en zoo was het vanzelfsprekend dat het kleine ouderlooze meisje bij hem kwam. Hij hield van het kind met haar ernstige zwarte oogen en haar lieve aanhankelijke maniertjes en het was voor hem een uitgemaakte zaak, dat zij zou trouwen met Kario, des Radjah's jongsten zoon. Saina had hem liefgehad alsof hij haar vader was, maar de laatste maanden waren haar gevoelens veranderd. Zij had Shane liefgekregen met de
liefde, die een vrouw voelt voor den uitverkorene haars harten. Shane echter voelde hiervan niets, hij zag in haar niets anders dan zijn pleegdochter. Statig wiegelde de Majestic op de zacht kabbelende golven in de haven van Bangkok. Alles was klaar voor de afreis, toen Shane bemerkte, daf twee leden der bemanning, Peg La Farge, een franschman, en Higgins, een engelschman, afwezig waren. Hij werd woedend over dit oponthoud, zeker liepen zij dronken door de straten en kon hij met zijn gansche schip op" hen wachten.
OÏT ONS MOOÏB 3LANO
1
Op de sroote Musschenbers Een aardig kiekje in het heuvelachtige land,genomen van af een zandweg, op zijde van den Oriënteertafel, dicht bij Nijmegen.
Maar hij zou ze wel krijgen, geen kwartier wachtte hij meer, dan moesten ze maar zien hoe ze hier vandaan kwamen. Plotseling hep hij snel naar de voorplecht, waar zijn aandacht getrokken werd door een vreemd gerucht. Zich over de verschansing buigend, zag hij een aantal kleine bootjes met Chineezen bemand, die onder het uitstooten van wraakzucht tige kreten, om het schip heen voeren. Verwonderd keek Shane rond. Wat kon de oorzaak zijn van hun woede ? Daar naderden voetstappen en La Farge met Higgins, slipten langs hem heen, hem door de duisternis niet ziende, terwijl zij een vrouw, een meisje nog, met zich voerden. „Halt!" bulderde Shane. Zijn stem sloeg over van woede. „Wat beteekent dit? Wat is dat voor een schepsel ?" Verschrikt klemde het meisje, dat er zeer angstig en ontdaan uitzag, zich vast aan La Farge. In zeer rad fransch. telkens struikelend over zijn woorden, vertelde deze, dat ze op weg naar de boot, in een van de nauwe havenstraatjes hulpgeroep hoorden en toen ze na eenige aarzeling toesnelden, vonden ze het meisje, overvallen door een troep chifleezen. La Farge's sterke vuist velde ei eenigen neer en de overigen waren zoo verschrikt, dat Higgins met het meisje de straat al uit was, eer ze van den schrik bekomen waren. Haastig sprongen ze in een boot en met de woedende chineezen op hun hielen, hadden ze gelukkig het schip bereikt. Met over elkaar geslagen armen luisterde Shane, nog niet geheel overtuigd, naar het verhaal, toen het meisje met zachte sympathieke stem begon te spreken: „Sir, ik ben de dochter van Stephan Deering, een- kunstverzamelaar, die echter zes weken geleden, hier in Bangkok gestorven is. Hij deed zaken met Kwong Li, een rijken kunsthandelaar en vanavond kwam deze bij mij, terwijl ik alleen thuis was en dwong mij geld af, dat mijn
'
:
——^^~^—
vader hem "aog schuldig' was, naar hij beweerde. Ik was alleen en wist niets af van die geldzaken., ik twijfelde en vroeg om uitstel. Hij kwam naar mij toe, greep mijn polsen vast met zijn leelijke gele vingers; ik rukte mij los, nam een mes om mij te verweren; toen rende ik de straat op, maar hij haalde mij in en zou mij met zijn handlangers vermoord hebben, als deze brave mannen niet gekomen waren." Zij rilde en barstte in tranen uit. Onbeholpen keek Shane naar de fijne blanke handen, die den ruwen gespierden arm van La Farge omklemden. Eindelijk zei hij zachtjes: Er zijn al heel wat dames, die graag hun .kroeskooje'' zouden willen ruilen voor eer mooie lange haardos. Om ze daarbij te heloen, biedt de handige straatventer een aoparaatie Natuurlijk kunt u hier op mijn aan, waarmee het mogelijk is het korte haar zoo op te maken, dat het er uit ziet als lang. schip blijven. Men lette op het kapsel, dat hij naast zich heelt staan. Dankbaar zag ze naar hem hield stil voor het huis van wil miss eens met mij gaan op en- liet langzaam den arm den Radjah waar Shane zich kijken ? van La Farge los. ook juist bevond. Nona stemde toe. Ze wa,s „Is miss Deering hier?" blij, , dat het kind haar vijanEiken dag dat Shane vervroeg hij gejaagd. wacht kon worden, stond de dige houding liet varen en in ..Miss Deering ? Neen, die is een opwelling van teederheid, kleine bruine Saina aan de landingsplaats en keek uit over ongeveer eeh kwartier geleden sloeg ze haar arm om het weggegaan met Saina." het stille water. bruine halsje en kuste het „Ga dan, wat ik u bidden smalle donkere gezichtje. Toen de boot eindelijk in 't zicht kwam, liep ze opgewon- mag, onmiddellijk met mij mee. Groote verwondering kwam Ik vrees dat haar een onheil in de 'oogen van Saina en even den terug naar den, kampong, om den RadjaJh,, die ondanks overkomen is". bleet ze aarzelend staan. Maar Sha,ne slingerde zich op een een blik op het mooie blonde zijn sombere voorgevoelens nog in het land der levenden was, paard en snelde achter den meisje naast haar, deed haar zendeling aan,, die zonder op- snel voortloopen. van haar komst te verwittigen. of omzien, doorreed in de richStatig stond de Radjah, steuEen klein roeibootje lag aan nend op de sterke schouders ting van de rivier. den oever, Saina. sprong er in, Een oogenblik bleef de geyolgd door Nona. Als een van Saina, temidden der inlanders en wachtte met een Radjah besluiteloos staan. Toen vogel schoot de boot, door het trok hij met bevende handen water en in minder dan geen onbewogen gezicht op de nadede uniform aan, maakte de tijd was het eilandje bereikt. ring der boot. Nona volgde haar kleine Het schip landde. De weinige tallooze glinsterende knoopen vast, riep zijn bedienden en gids, die met verrassende passagiers, meest handeldrijzekerheid door het kreupelvende inboorlingen, hadden 't allen met korte sabels gewapend, gingen achter den bosch gleed. schip spoedig verlaten en Radjah aan, Er heerschte een doodsche leeds werd de lange gestalte strompelenden naar den rivierkant toe. stilte en langzaam maakte zich van Shane zichtbaar, toen een onbestemd angstgevoel van Saina's van vreugde bonzend Verwonderd keek Nona naar Nona meester. Zij keek om. hartje plotseling als door een Saina, die druk babbelend Heel in de verte zag ze nog hevige pijn ineenkromp. naast haar liep. Was dit het de glinstering van de zonbeZe zag Shane met een vervreemde stille meisje, dat haar schenen rivier, doch naast zich heugd gezicht naar hen toetot nu toe steeds was ontloopen en voor haar uit lag het donkomen, maar.... hij was niet en haar aanzag met oogen, kere bosch, vol geheimzinnige alleen. Op zijn arm leunde een waarin bittere* haat te lezen geluiden. in 't wit eekleede gestalte, een stond ? Zij herkende haar niet. Plotseling hoorde ze een vrouw, een heel mooie blonde „Heeft de miss het eilandje snellen voetstap achter zich en vrouw, zooaJs Saina met scherin de rivier al eens gezien? voor ze om kon zien, voelde pen blik opmerkte. Mr. Shane vindt het zoo mooi: ze zich vastgrijpen door twee De Radjah schudde Shane's handen en wendde zich met vorstelijke gratie tot het blonde vrouwtje. Shane nam Saina in zijn armen en wilde haar een kus geven, maar ruw maakte ze zich los uit zijn omhelzing en vluchtte weg met oogen vol tranen. Ongeduldig fronste Shane zijn wenkbrauwen. Wat kreeg dat kind een malle kuren. Vragend zag hij den Radjah aan, maar deze haalde zijn schouders op, ten teeken dat hij er ook niets van begreep.
DE ALTIJD WISSELENDE MODE
HET EUVEL DER TOLLEN
Eenige dagen na de terugkomst van' Shane, kwam de zendeling, bij wien Nona. Deering haar intrek had genomen., in groote haast aanrijden en
De tol op den weg Rllswiilc-Delft Een plaatje van deze bekende tol, waarover veel gesproken en geschreven werd. Zij bevindt zich even voorbij de Hoornbrug en behoort aan ae gemeente Delft. Volgens een verkeerstelling is de opbrengst van deze tol in 24 uur f 360.—, dus per jaar I 131.000.— Het is te begrijpen, dat van de zijde der belanghebbenden, autobezitters en eigenaren van andere voertuigen, telkens gepoogd wordt deze en dergelijke tollen opgeheven te krijgen en zoo dit niet gaat, te komen tot een billijker tarief.
kleine sterke handen. Opkijkend zag ze in het gele grijnzende gelaat van Kwi Long. Een vreeselijke angst benam haai den adem. Ze wilde schreeuwen, maar het was haar onmogelijk, geluid uit te brengen. Ze hoorde de triomfantelijke kreten; woest pakte hij haar op en droeg haar weg. Toen verloor ze het bewustzijn. Saina had op eenigen afstand, bevend van leedvermaak, het gansche tooneel gadegeslagen. Ze zag het mooie, blanke gezichtje door angst vertrokken, de blozende wa,ngen al bleeker worden. Eensklaps veranderde haar genoegen in ontzetting, toen ze zag dat het blanke meisje slap neerviel en de blauwe oogen zich sloten. Ze dacht dat Nona dood was en haar bijgelobvige vrees voor dooden, deed haar omkeeren en schielijk wegsnellen. Ze kreeg nu berouw over wat ze gedaan had. ze meende dat de geest van het blonde meisje achter haar aan kwam en als een achtervolgd stuk wild vloog ze het bosch door. Toen ze den rivierkant bereikte, bonsde ze tegen (een man op en tot haar verwondering zag ze, dat het Shane was. „Ze is dood", hijgde ze, worstelend om uit zijn greep los te komen, Shane trok haar voor op zijn paard en dwong haar, hem den weg te wijzen. Na vijf minuten gereden tp hebben kwa^nen ze aan een open ruimte waar eenige hutten stonden, waaruit een afschuwelijk gehuil weerklonk. In minder dan geen tijd was Shane binnen, waar hij den Radjah met zijn vrienden bezig vond|, Nona, bij te brengen. De Radjah, die door zijn betere bekendheid met het eiland; ondanks zijn langzame manier van voortbewegen;, het eerste op het eiland aankwam, was juist getuige geweest van de overrompeling. Onmiddellijk hadden zij KwiLong neergesabeld en de overige chineezen door een krijgslist in een hut gelokt, waar ze nu gevangen zaten. Ontroerd drukte Shane zijn ouden vriend de hand. • „Nu ben ik uw schuldenaar", zei hij zachtjes. „Eens redde ik uw leven, maar nu hebt gij mij meer dan mijn leven gered." Drie weken later vertrok Shane met zijn jonge vrouw naar Engeland. De Radjah deea hen uitgeleide en beloofde ernstig, te zullen blijven leven, tot zij terugwaren. Toen de boot uit het gezicht was, klonk er een luide plons,, het zeewater spatte hoog tegen de rotsen en de plaats waar Saina de uitvaart had gadegeslagen, was leeg.
Het woord feria beleekent eigenlijk ..markt". Doch de feria van Sevilla is meer en anders dan een jaarmarkt alleen. Het is een echt volksfeest, waaraan oud en jong, rijk en arm deelneemt. Zelfs het spaansche koningspaar bezocht de feria. Men kan zich een voorstelling geven van de levendige pracht, die men in de straten te zien krijgt, wanneer men een blik slaat op onze eerste foto. De drie spaansche vrouwen in haar flatteerende Andaloesische dracht, rijden in het nog altijd gezochte, voor ons ietwat ouderwetsche voertuig, de open victoria. Zij kijken en
worden gezien. Ook de heeren en dames uit de voorname klassen, anders gekleed, doch ook met een meer zuidelijke zwier en grandessa geven het straatbe'eld een bijzondere bekoring. En dan de jaarmarkt, de kermis. Van alles vindt men er. Van alles wordt er verhandeld. Natuurlijk ontbreekt de zang. de muziek niet. De Spanjaard is van nature muzikaal en het is een genot om de mooie minneen heldenzangen te hooren voordragen door een zangeres in nationaal costuum, begeleid door de guitaar, die meestal op meesterlijke wijze wordt bespeeld.
;
! De beste twaaljj Voo/- tweeërlei uitlegging vatbaar. Bij het weggaan wil de vrouw des huizes den vertrekkenden gast helpen om z'n jas aan te doen. Beleefd zegt deze: Maar mevrouwtje, u moogt u toch werkelijk niet vermoeien om mij met m'n jas te helpen. 't Is heelemaal geen moeite m'nheer. Het is mij een genoegen! Een „verouderd" geval. Och lieve juffrouw, geef een kleinigheid aan een man, die geen werk heeft Arme man. Hoe lang ben je al zonder ? Eventjes narekenen. Ik ben 64 dus sinds '62. De moeite waard. Vrouwtje schei toch uit met dat vele bonbons eten. Je maakt je nog ziek.... 't Kan zijn, schat, maar 't is tenminste 'n aangename manier om iets te gaan mahkeeren Een vraag, die te laat kwam. Marie had afgeruimd en nam het vaatwerk mee naar beneden. Een heftig geraas werd gehoord. Mevrouw vliegt de eetkamer uit en roept van boven de trap: Marie, Marie, wat gebeurt er ? De brave dienstbode staat met een verslagen gezicht bij de treurige overblijfselen van wat eens het „goeie servies" was en roept: D'r gebeurt op het oogenblik niets mevrouw, 't is al gebeurd. _ , , Economisch. Het reisgezelschap bestond uit 'n kleine dertig deelnemers. Ze zouden het beroemde oude kasteel bezoeken. Veel tijd was er niet. Daarom stelde de begeleider voor: Dames en heeren, om onzen tijd zoo nuttig mogelijk te gebruiken, zullen we het gezelschap in twee deelen splitsen. De eene helft gaat onder mijn geleide en bezichtigt het kasteel van buiten. Mijn assistent zal de andere helft van het gezelschap het binnenste van het kasteel laten zien. Zoo heeft het gezelschap in een minimum van tijd het geheel bezichtigt, zooals u in ons programma werd beloofd! Een geluk bij een ongeluk. Mietje bracht de borden van de eetkamer naar de keuken. Plotseling een slag, alles ligt op den grond. Mietje van d'r schrik bekomen, zegt met een zucht, die uit het diepst van haar ziel komt: Gelukkig dat ik ze nog niet had afgewasschen. Het andere was beter geweest. De dorpsdokter was op punt om den patiënt te verlaten. Kijk ereis Petersen, zei hij.
:
TT——
MEIDROOM Niet ver van den zoom der rumoeriße stad Staat eröens een buitencafétie, Omfieven door öroen en met tafeltjes, knus Bedekt door een bontöekleurd kleedje Men doet er niet deftig, men kent er geen fooi De waard, die bedient, draagt een geur mee van hooi. Je drinkt er de melk zoo direct van de koe En krijgt voor je geld nog een babbeltje toe. Het is er een plek om te droomen In wonderzoet lentegelij; Daar onder die statige boomen Met 't kleurig gewaad van de Mei. Wanneer zich de tuin, na het dalen der zon Steeds meer en meer hult in het duister, Dan worden de rozenprieeltjes bevolkt Door paartjes, in teeder gefluister. De minzame waard met zijn guitig gezicht Bedient ze en doet er een oogje bij dichtny kan ook — wanneer het gefluister verkwijnt — Wel zien. dat in 't water het zonnetje schijnt. Hij laat ze maar stilletjes droomen En neuriet een liedje er bij. De nachtegaal zingt in de boomen Zijn lofzang, gewijd aan de Mei. Ook nu prijkt die tuin in zijn mooiste kleedij Nu hoort men er vogels weer fluiten ■ Weer wenkt ons en roept ons de vrije natuur • Naar buiten, gaat op nu naar buiten t En daarom, de sombere straten ontvlucht 1 Qaat nu waar de zon Is, de diepblauwe lucht De bloeiende boomen, de kleurrijke pracht I Naar buiten, naar builen, de toovertuin wacht 1 Kom, liefste, laat ons daar ook gaan droomen Een toekomstdroom, heerlijk en blij 1 Kom, laten wij onder die boomen Qenieten de wondere Meil Eens komt er een tijd, dat wij oud zijn en moe Dat bloemen of zwellende knoppen, De lachende lente, de stralende zon Ons hart niet van vreugd meer doen kloppen Maar, dan op een Meidag gebeurt het misschien Dat wij voor het laatst nog den tuin willen zien ' Waar van ons gelukshuls de grond werd gelegd En mogelijk, dat er dan een van ons zegt: Kom. laat ons nog eenmaal daar droomen Van 't geen, dat voorbij is . . . voorbij, Qaan mijmeren onder die boomen Van altijd vervlogene Mei. DIRK DE BOER.
Tegenover de buren
Rechtvaardig protest
.Wat, durf Jis van mij te verklaren, dat ik geen kleur beken .. .?!'•
Zelfkennis
.Wat, kan je dat niet lezen? Dat kan de grootste ezel. Geef maar hier dan zal ik het ie voorlezen."
John. daar komen onze buren aan, die opsnijerige Smitsen. Als ze dicht genoeg bij ons zijn dan roep je hard: .Och Lies geef me de kouwe kip ereis aan."
Een leeperd
Wat het schilderij voorstelt? Maar man. ik If at het aan de critici over, om dat te bepalen.
ppgpiip^llPHIipiipqiqppiipjpppippinp ik heb hier een drankje meegebracht, dat moet je gebruiken na eiken maaltijd. Zou je 't niet anders kunnen doen dokter, vroeg Petersen, en mij de maaltijden kunnen geven, die ik voor ieder drankje moet verorberen. Indirect gevolg. Zoo Van Bummelen, ik heb gehoord, dat jului zaterdagavond zoo'n reuze fuif hebt gehad. Is het feest je goed bekomen ? Bekomen? Mij best. Maar m'n vrouw is heelemaal heesch. M'n neef Janssen is, zooals u nu wel zoo langzamerhand weet, een „buitengewoon" beleefd en voorkomend man. Vorige week werd hij door zijn vrouw midden in den nacht gewekt. . Man, man, fluisterde m'n nicht, word wakker, ik hoor beneden in de achterkamer geluid, d'r is zeker iemand ... Waarop hij antwoordde: Waarom ga je niet zelf? Je weet hoe ik het land heb met nieuwe menschen kennis te maken Onverwacht antwoord. Vier jongelui reden in hun Citroen-wagen een afgelegen dorp binnen en hielden stil voor de landelijke uitspanning. Ze werden bediend door een genoegelijke oude juffrouw. De gasten stelden zich erg aan en deden buitengewoon „breed". Zoo plaagde een van de automobilisten de waardin en zei: — Nou juffrouw, dat zul je niet eiken dag zien, wat wij daar voor je vertoonen? — Zeker m'nheer, dat is iets zeldzaams. Zoolang ik hier ben, heb ik nog nooit vier zulke groote kwasten uit een Citroen kunnen halen. Een wel simpele raad. Patient: Professor, ik kom ten einde raad bij u. U moet weten, dat ik vreeselijk aan rheumatiek lijd. Geen dokter heeft mij er tot nu af kunnen helpen. Ik woon in een nieuw gebouwd huis, dat tamelijk vochtig is. Wat raadt urne aan? Professor: Verhuizen.... verhuizen, m'nheer! Een practische juffrouw. Waarzegster: Uw kaarten liggen mooi juffrouw. U zult heel veel geluk in de liefde hebben... Bezoekster: En is tie ook rijk?
MobR M ET
LOOD /J tu IZSKé Mt Ti ■ /¥„
■
HISTORISCHE PORTRETTEN: DE BEELDHOUWER RODIN Een beroemd tooneelschilder heeft Rodin bij Rembrandt vergeleken. Evenals bij den amsterdamschen meester zijn zijn kleuren van een bijzondere schoonheid; ook zijn liefde voor de natuur en zijn gave 'om een eenvoudig gegeven in een wonder van kunst om te tooveren, heeft hij met Rembrandt gemeen. Rodin werd 18 November 1840 te Parijs geboren. Zijn grootvader was een normandisch vrachtrijder; zijn vader was inspecteur van politie; zijn moeder een Lothanngsche. Als kind verruimde hij vaak de school; hij had een afkeer van rekenen en voelde zich veel meer aangetrokken tot de groene boomen en de heerlijke velden en bosschen. Reeds vroeg openbaarde zich zijn liffde voor de kunst. Op de zakjes, waarin de kruidenier de inkoopen van zijne moeder verpakte, stonden vaak aardige plaatjes. Als kostbare schatten maakte het kind er zich meester van en ging deze nateekenen. Dat was de eerste stap in zijn kunstenaarsloopbaan; zijn vader wilde echter niets hooren ^an een artistieke roeping. „ArtistenI" zeide hij, „zijn nietsdoeners, die nergens voor deugen". Het kind bleef koppig en bezocht de kostelooze teekensehool in de rue de l'Ecole-de-Médecine. Deze school was in de 18e eeuw gesticht door den grooten landschapsschilder BacKelier, die later directeur van de fabriek te Sèvres geworden is. Ontroering greep den jongen Rodin aan, toen hij daar op school voor de eerste maal klei zag om te boetseeren. „Het was, alsof ik den hemel zag," heeft hij later verklaard. „Ik maakte losse voorwerpen: handen, armen, hoofden.... Ik deed het toen met evenveel gemak als ik het nu zou doen." '■ Later bezocht hij de teekenlessen in den plantentuin, waar hij onderricht werd door Barye, den beroemden beeldhouwer van panters en leeuwen. In de kelders van den plantentuin bewaarden de beeldhouwers hun kunstwerken en Rodin en zijn jonge vrienden zochten daar allerlei voorwerpen, zooals stukken van dieren, leeuwenklauwen, enz. en trachtten deze na te bootsen. De groote Barye kwam de leerlingen hierbij helpen. „Hij was", zoo vertelde Rodin ons, „een heel eenvoudig man. Zijn afgedragen kleeren gaven hem den aanblik van een arm repetitor aan een der colleges. Nimmer heb ik zulk een droevig en tegelijk krachtig mensch ontmoet. Hij gaf zijn werken zelf uit en verkocht ze met veel moeite voor .weinig geld. Hoe treurig, dat zulk een genie in zoo een ongunstig tijdperk leefde 1" Vaak bezocht Rodin de paardenmarkt en teekende daar naar hartelust. Men liep hem omver, duwde hem op zij; doch onverstoord werkte hij door. Tot aan het eind van zijn leven, heeft het Rodin gespeten, dat men hem nimmer heeft opgedragen, een ruiterstandbeeld te maken. Tevergeefs trachtte Rodin tot de kunstacademie te worden toegelaten. Men weigerde hem een eerste maal, een tweede maal, een derde maal!... Hij, dien men heden ten dage den grootsten beeldhouwer noemt, kon toen zelfs niet als leerling de academie bezoeken I Op drie en twintigjarigen leeftijd werkte hij aan de decoratie van het theater des Gobelins en daar ontmoette hij het meisje,
dat zijn levensgezellin zou worden: een lieftallige midinette uit Champagne. Zij heette Rose. Een innige liefde hield hen vier en vijftig jaar verbonden. Trouw had het meisje den eersten zak bonbons en de zes mooie boheemsche glazen bewaard, die zij van hem als eerste geschenk ontvangen had. Op hun gouden huwelijksfeest vertelde zij haar geheim. „Het zijn mijn reliquieën..." „Toe, Rose, laat ze mij eens zien," vroeg de groote kunstenaar. „Ik weet nog, dat het mijn laatste geld was, dat ik ervoor besteedde." Toen zijn vrouw met de glazen verscheen, nam Rodin ze voorzichtig in zijn handen en bekeek ze ontroerd. „Wat ligt dat alles ver achter onsl" Daarna nam hij het hoofd van zijn vrouw tusschen zijn beide handen, die- nog vol boetseerklei waren, en omhelsde haar innig....
DANSENDE VROUW
■
-
f Wanneer men deze studie van Rodin op den eersten oogenopslag bekijkt, maakt zij een vreemden Indruk, doch wie er bij bedenkt, dai deze teekening niet door een schilder doch door een beeldhouwer Is gemaakt, die begrijpt de bedoeling beter. De meester heeft gestreeft de spieren en ledematen te karakteriseeren in hun bewegingen en houding en daarom is dit beeld zoo intressant.
Zooals de meeste groote artisten, behield Rodin zijn geheele leven de ziel van een kind. Dit werd tegelijk zijn kracht en zijn zwakheid. Het gaf kleur aan zijn dagelijksch werk; maar droeg ook bij tot het soms ongeregeld en slordig kunstenaarsleven, dat hij leidde. Een aardig voorval getuigt van zijn kinderlijke onschuld en naïviteit. Omstreeks 1898 werd hem door den Kring van Letterkundigen opgedragen een borstbeeld van Balzac te vervaardigen. Groot was de ontsteltenis, toen het model in gips tentoongesteld werd. Men wilde er niet het beeld van den grooten schrijver in zien. Jean Aicard, voorzitter van het Comité van letterkundigen, trok partij voor Rodin en toen hij zijn opinie niet voldoende kon verdedigen, nam hij zijn ontslag. De beeldhouwer vroeg zich at, hoe hij het best den dichter zijn dankbaarheid kon betuigen en tenslotte vond hij de volgende oplossing: Hij hield kippen; en vele maanden lang ging nu Rodin elke week naar Aicard, een mandje aan den arm en bracht hem zelf de versehe eieren van zijn kippen. Inderdaad een aardig ietsl De beroemde Rodin, later groot-officier van het Legioen van eer, met een mandje aan den arm, die elke week de eieren brengt aan Aicard, het toekomstig lid der academie 1 Laat ons nu weer terugkeeren tot het werk van den grooten meester. Men had hem niet willen aannemen op de kunstacademie; en het eerste werk, dat hij inzond naar den „Salon" in 1864 werd ook geweigerd, terwijl het een meesterstuk was. Ook een tweede inzending onderging hetzelfde lot. Beide hadden hem met roem moeten overladen; „l'Homme au nez cassé" en „l'Age d'airain" zijn ware meesterstukken. Zij behooren tot de mooiste werken, die ooit geschapen zijn en afbeeldingen in gips of in brons hebben in alle groote musea der wereld een eereplaats gevonden. Eindelijk in 1880 heeft hij met een zijner werken een medaille verworven een derden prijs 1 Het had beter geweest, indien de jury hem weer had afgewezen. Gedurende zijn lang bestaan, schiep Rodin steeds meer kunststukken; doch hij heeft zichzelf niet meer overtroffen. Zijn eerste werken zijn even volmaakt, even verheven als alle andere, die hij daarna heeft gewrocht. In 1893 werd hij benoemd tot president van de afdeeling beeldhouwkunst bij de „Société nationale des Beaux-Arts"; in 1903 weid hij commandeur en in 1911 groot-officier van het Legioen van eer. Men vertelt hiervan de volgende anecdote: „Rodin was benoemd tot groot-officier en ontving talrijke brieven met gelukwenschen. Hij keek er verrukt naar zonder ze te openen. Den volgenden dag zou hij zich naar een receptie op het Elysée begeven. Hij stond op het punt te vertrekken, toen men hem toeriep: „Maar meester, gij hebt uwe ridderorde vergeten." Hij trok uit een lade de ster van grootofficier: „Hoe moet ik dat dragen?" vroeg hij. Men wist het niet. Juist kwam de oppasser van het museum van Versailles binnen en hèm vroeg Rodin om raad. Toen bevestigde de man de ster van groot-officier op den buik van den artist.
j^i^^^p^f^iapf. T" r „Zoo behoort het, mijnheer Rodin; ik heb het meermalen bij koningen in ministers te Versailles zoo gezien." Rodin bekeek zich iti den spiegel, doch hij was niet voldaan; hij deed de versierselen bij elkaar en stopte het pak in zijn broekzak: „Ik zal het wel door den ambtenaar in de vestiaire van het Elysée laten in orde maken."
Veel smart ondervond Rodin, toen in 1914 de oorlog uitbrak en zooveel mooie kerken door de duitschers vernield zijn geworden. Zijn geheele collectie kunstwerken heeft hij aan zijn geliefd Frankrijk nagelaten en deze zijn bijeengebracht in het museum Rodin, rue de Varenne. Hij stierf op zijn landgoed te Mendon
den i7en November 1917, bijkans 77 jaar. Op het plateau. du Val Fleury, naast Rose, zijn trouwe gezellin gedurende een lang leven van arbeid en roem, rust de fransche Michel Angelo, bewaakt door een zijner meesterwerken „de Penseur", wiens blik zich uitstrekt over het mooie Seinedal, dat een vruchtbare bron voor zijn inspiraties geweest is.
mm* VAN OVERAL EN ALLES WAT Tijdens de algemeene werkstaking in Engeland, konden de bioscopen op normale wijze hun voorstellingen geven. Vooral in de voorsteden van Londen waren deze goed bezocht. De regeering beloofde al het mogelijke te zuMen doen dat deze ongestoord zouden kunnen plaats hebben. De theaters brachten bulletins over den stand van de staking
■
^^^^^"
antwoord te krijgen: Hoogstwaarschijnlijk houdt het beschilderde doek de vocht van den muur tegen en daardoor omitstaat schimmel, terwijl het onbeschilderde transparant is, waardoor de vocht gelegenheid heeft te ontsnappen. Als dit werkelijk zoo is en de muur dus vochtig, zal gedurig afschuieren het eenige zijn, tenzij men den muux met vochtwerende pleisters bestrijken kon — onder het linnen. Een onzer lezers vraagt of er ook een middel is voor zwakke oogen, die het scherpe zonlicht niet kunnen verdragen, waaruit blozen voorkomt ? Onze medische medewerker schrijft ons het volgende antwoord: Wanneer het alleen gevoeligheid voor scherp licht betreft, kan een gekleurde bril voldoende zijn. Het is echter mogelijk, dat de oogen behoefte hebben aan een bril. Daarom is oogheelkundig onderzoek veiligheidshalve gewenscht. Wend u daarom tot een oogen-arts ter plaatse.
BLOEMEN EN PLANTEN
Puccini, de beroemde italiaanschc componist, heeft een onvoltooide opera, „Turandot" getiteld, nagelaten. Deze werd in Milaan opgevoerd. De uitvoering had in het Scala-theater plaats en had blijkbaar groot succes. Onze foto geeft de scène weer, waar prinses Turandot op de trappen van het koninklijke paleis staat. Het. is nu meer dan ooit tijd om de vliegen- en insectenplaag, welke in den zomer zoo hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid kan zijn, te voorkomen, door den strijd aan te binden tegen de eieren en larven. Vooral in stallen, donkere en verborgen plaatsen make men nu eens goed schoon met nafta, petroleum of door het gebruik van desinlecteerende stoffen, als creoline, carbol, enz. In de buurt der Amazone-rivier leeft een vogel met vier pooten, welke door de inlanders met den naam van Cigana wordt aangeduid. Bij de jongere vogels vooral zijn deze zeer duidelijk merkbaar. Zij bedienen er zich van om vlug de boomen mee op te kruipen. In Nieuw Zuid Wales, waar, zooals men weet, groote schapenfarms bestaan, hebben de boeren met een eigenaardige schapenplaag te kampen. Onder het voedsel, dat deze dieren bij voorkeur eten, is een grassoort met korrels, die lange weerhaken dragen. Bij het eten raken de korrels verward in de haren, welke de bekken der dieren omgeven. Zij zetten zich zoo vast, dat de arme beesten den mond niet meer open kunnen maken en het komt voor, dat schapen daardoor verhongeren.
VRAAG EN ANTWOORD Th. W. B., Groningen vraagt: Ik heb een zaal, waarvan de wanden bekleed zijn met z.g. geprepareerd linnen. Dit geprepareerd linnen is gedeeltelijk beschilderd. Nu doet zich het eigenaardige geval voor, dat op sommige partijen van het beschilderde gedeelte zich een lichte schimmel vertoont. Hoe is deze schimmel er af te krijgen en hoe kan men het eventueel voorkomen ? Antwoord. Na eenige moeite lukte het ons van een vakman het volgende
Ab. C. B., Amsterdam vraagt: Zoudt u mij onderstaande vraag in dit weekblad kunnen beantwoorden ? Wij hebben een azalea, waaraan zich onder aan den stam een stek bevindt, welke ongeveer 4 c.M. groot is, zou ik die met succes kunnen stekken en hoe moet die dan behandeld worden? Antwoord. Het zijscheutje van uw azalea kunt u zeker stekken. De tijd daarvoor — Febr.—Maart — is eigenlijk wel voorbij, doch u kunt het nog probeeren. Met een scherp mes snijdt u het scheutje vlak bij den stam af. Daarna moet het in een klein stekpotje opgepot worden. Voor grond kunt u nemen: twee derde turfmolm, een derde scherp zand plus een weinig grond uit den pot, waar de oude plant in staat. Dit mengsel moet vóór het gebruik gezeefd worden. In Juni kan het plantje buiten in de schaduw worden uitgeplant, in hetzelfde grondmengsel, doch dit behoeft nu niet gezeefd te worden. Begin Oct. weer binnen halen.
^^
deze verwonding zullen zich nieuwe jonge bollen vormen. Nadat deze geoogst zijn, dus in het voorjaar, volgende op het najaar waarin men ze heeft geplant, worden de nieuwelingen er afgenomen en juist behandeld als de oude bollen. Drie- a vierjarige bollen kunnen bloemen leveren. Bollen, die op glazen gestaan hebben, kan men daar niet weer voor gebruiken. Zulke zijn wel goed om in den tuin onder boomen of tusschen heesters uit te planten. Hebben ze eenige jaren vast gestaan, dan kunnen ze wel weer geforceerd worden. A. GEERTSMA.
FILM-ENTHOUSIASTEN D. K- te Velp. Laat u toch niet verleiden door directies van z.g. filmscholen. We moeten u uitdrukkelijk daarvoor waarschuwen. Wel probeeren telkens weer een o'f meerdere gelukzoekers om nieuwe slachtoffers te vinden door opening van éen „filmschool", doch steeds zijn het menschen die van de film en van filmspel niets af weten, doch alleen zoo ruim van geweten zijn, dat ze zich niet ontzien om den goedgeloovigen enthousiasten geld uit den zak te kloppen. We meenden zoo langzamerhand, dat de ambitie voor „filmscholen" in Nederland wel geheel zou zijn verdwenen, gelet op de vele bekende oplichtcrijtjes. Maar nog eens, een heusche filmschool is er nimmer in ons land geweest en is er ook nu niet. H. A. M., Amsterdam. Een foto van Xenia Desni hebben wij in een der vorige nos. gebracht. Aan andere door u gevraagde bijzonderheden kunnen wij u niet helpen.
BOEKBEOORDEEL1NG
jJCVTTIIM'Hïilij f | ' W Z«E Wt'TtUKt \C0R5Olluf TEN VAN Allf»14N0e Ä4H0 BENEVENS t
• BRIEFSTELLER
Pi
>^^ .VfcN BOICVEN. ^^X ! tl JCVCRDE MttST1,^: 'J
Behandeling »»n hyacinten.
Door een van de lezers is de volgende vraag gedaan: „Hoe moet men hyacinten behandelen in den tuin, om ze het volgende jaar weer mooi te laten bloeien, en om vele bollen ervan te krijgen ?" Op verzoek van de redactie, zal ik deze vraag in een artikel weergeven. Nadat de hyacinten zijn uitgebloeid, neemt men de resten van de bloemen weg. Verder laat men de uitgebloeide bollen rustig afsterven. Moeten ze plaats maken voor andere planten (zomerbloemen), dan rooit men ze voorzichtig met blad en al en stopt ze op een beschaduwd plekje schuin in den grond. Men kan ze dan wel dicht naast elkaar planten. Zijn de bollen volkomen in rust, dan worden ze opgenomen, gedroogd, koel en frisch opgeborgen. De planttijd is Sept.-Oct. De jonge bollen die zich rondom de oude hebben gevormd, worden er voorzichtig afgenomen en dicht opéén geplant op b.v. 5 c.M. ouderlingen afstand. De oude bollen 1 5 — 20 c.M.
Indien men veel jonge bollen wil hebben, kan men de oude bollen tot grooter productie dwingen. Voor dat men de bollen uitplant, geeft men er een kruissnede in over den voet of snijdt men er een dun reepje in den vorm van een kruis uit. Op
••GOUDAGBV4N GOOR ZONEN
Èiitil'm^'mm'WilWirm-i,-^ujidi Geerlings Vraagbaak, voor Iedereen, uitgave G. B. v. Goor Zonen, Gouda. 41 5 pagina's is dit nasla-boek dik. Een groot gedeelte van het boek is gevuld met modellen van brieven. Ontwerpen van allerlei aard zijn aangegeven. Het lijken mij modellen, welke met de noodige wijzigingen, al naar het geval zich voordoet, uitstekend als handleiding kunnen dienen. Naast de brieven komen de modellen voor requestcn. Ook deze afdeeling zal zeker velen van nut kunnen zijn. Verder geeft deze vraagbaak inlichtingen op allerlei gebied, over wissels, assdgnatiën, over boekhouding, over de waarde van vreemde munten, rentetafels, gebruikelijke afkortingen en nog zeer vele andere dingen meer komen er in voor. Voor f 1.35 ingenaaid, f 1.75 gebonden, is dit boek spotgoedkoop. De uitvoering is welverzorgd, de druk en het papier zijn goed. C.
■
HET MEISJE UIT HET SLOP
?
i oen Dr. Burding, de (onge medicus, die zich zoo zeer voor sociale kwesties interesseert, 's avonds de woning van zijn vriend verliet, besloot hij naar huis te wandelen. Het gesprek had een onderwerp geraakt, dat hem zeer na aan het hart lag. Onderweg redt hij een meisje dat zich wilde verdrinken. Hij neemt haar mee naar huis en verpleegt haar. Zijn huisjutfrouw. een typisch stijve oude dame, is niet erg ingenomen met de nieuwe logee en begrijpt de bedoeling van den jongen dokter niet. Burding belooft het meisje dat hij haar niet naar haar ouders zal terug zenden indien zij hem helpt door ijverig te leeren. Een vriend van Burding. Johnny Stevenson, komt hem bezoeken en Dr. burding vertelt van zijn plannen. Hierdoor komt ook Burdings moeder op de hoogte en leest hem de les. Juifrouw Border, de hulshoudster, zegt haar betrekking op. Alleen thuis zijnde, krijgt Elsie bezoek van Maud Harlington. die haar tracht te bewegen het huis van Dr. Burding te verlaten en bij haar in betrekking te komen Na eenige aarzeling zegt ze toe. te zullen komen. Als zij op 't punt staat gekleed en wel te vertrekken, komt Dr. Burding thul». welke haar de reden van haar vertrek vraagt. Zij zegt niet als proef te willen dienen. Doch Burding weet alles in orde te brengen zoodat Elsie, dol gelukkig, blijft en zich dapper aan huishouding en studie wijdt. Zij schiet heel goed op. En als Johnny Stevenson. Dr. Burdings jonge vriend, haar onverwachts bezoekt, vindt hij haar druk bezig in de keuken. Ook mevr. Stevenson komt op bezoek. Zij wil Elsie leeren kennen en vreest, dat zij een Indrlngster is. Doch spoedig leert zij het meisje waardeeren en biedt zij Dr. Burding aan hem bij de opvoeding te helpen. Mevrouw Stevenson en haar dochters helpen Elsie nieuwe kleeren koopen. niet altijd zijn zij het over de kleur eens. Elsie wil kleurrijke dingen, de andere dames meer sobere uitvoering. Al» de nieuwe kleeren komen wil Elsie deze direct aan Dr. Burding toonen. doch deze toont er heel weinig belangstelling voor. Dit is een diepe ontgoocheling voor het meisje. Johnny maakt Burding hierover een standje. De dokter gaat daardoor inzien, dat hij het meisje meer vrijheid moet geven en stelt mevr. Stevenson voor haar mee naar bulten te nemen, Elsie gelooft eehter, dat hij dit alleen doet om aan de menschen te toonen hoezeer zijn „proef" ts geslaagd. Op het feest van mevrouw Stevenson blijkt, dat niettegenstaande de vooringenomenheid van het gezelschap. Elsie iedereen voor zich inneemt. Al wandelend ontdekt zij Maud en Burding vertrouwelijk bij elkaar. Dit wekt haar jaloezie op. zij wist nu dat zij Burding lief had. Johnny maakt haar het bof. Weer thuis gekomen wordt Elsie verrast met een speciaal voor haar ingericht boudoir. Burding twijfelt met het oog op Johnny's plannen of zij nog lang bij hem zal blijven. Elsie gelooft dat Maud haar plaats zal Innemen. Elsie maakt met Dick Laurens een autotocht waarover Johnny zijn misnoegen te kennen geeft, en van welke gelegenheid hij gebruik maakt haar zijn liefde te verklaren, waaraan Elsle niet kan beantwoorden, daar zij Burding den voorrang geeft. Johnny mijdt Burdings huis. Op een avond dat Elsie met Burding was uitgegaan ontmoetten zij in een restaurant Johnny In gezelschap van lichte vrouwen en sterk onder Invloed van den wijn. Elsie besluit Johnny op zijn slecht gedrag te wijzen, waartoe zij weldra gelegenheid vindt in den tuin bij de Stevensons. Johnny is diep getroffen en belooft beterschap, hij hervat zijn bezoeken bij Burding en vertelt een werkkring te hebben gevonden.
„Zet dat idee uit je hoofd; liet is verkeerd. Inplaats van een droomsiter en een geleerde, zooals ik gedacht had, ben jij iets van oneindig meer waarde en nut geworden — oen echte huisvrouw. En nu ga je je eigen nestje bouwen en geluk brengen aan anderen. „Maar hier is mijn thuis 1" zei Elsie zacht. „Nee, ik bedoel, een huis voor je zelf en een man, die voor je zorgt," glimlachte Burding. „Ik denk niet, dat je op een van beiden lang zult moeten wachten." Nog steeds glimlachend verliet hij de kamer. i Elsie ging zitten en keek naar de deur, „Hij verlangt erg, dat ik een thuis voor een ander zal scheppen. Maar waar dient dat voor? Hem zou ik een thuis willen bereiden, maar het schijnt hem totaal onverschillig te zijn, of hij er een heeft of niet."
^
■
wusteloozen toestand naar het naastbijzijnd ziekenhuis gebracht. Na veel moeite werden de slachtoffers herkend als> Ann en William Browning." „Mijn vader en moeder!" riep Elsie uit en verviel toen in diep stilzwijgen. Burding, die haar gaarne helpen wilde, wist niet, wat te doen. Hij begreep, dat hij haar niet behoefde te condoleeren met het verlies van een vader, die haar in den dood had gedreven. „Wat moet ik doen ?" klaagde Elsie, hem verdrietig aankijkend. „Wat zou je willen doen?" Elsie rilde. „Zou dat iets in de schaal leggen? Denkt u, dat ik thans alles vergeten heb, wat u mij geleerd heeft ? Ik zal doen, wat mijn plicht gebiedt; maar, o, als zij weer in mijn leven terug moet komen — hoe kan hetl Hoe kän ik?" „Het heeft je diep geschokt, mijn kind; denk er maar eerst eens kalm over na. Je geeonid verstand en je gevoel zullen
Uit de „Hofkapper." Magde van Donk en Jean Jansen.
_
mm^^p^fp
briek verdiende. Op andere dagen sloegen en beten zij me, kan het u nu nog verwonderen, dat het mij verdriet, na twee gelukkige jaren te ontwaken — te ontwaken en te bemerken, dat ik naar dat hatelijk leven terug moet ?" „Ik begrijp niet, wat je bedoelt, lieve", zei mevrouw Stevenson medelijdend. „Gedurende de twee laatste jaren was ik te gelukkig om te denken aan mijn vroeger leven en aan mijn vroegere kennissen. Maar sinds ik vanmorgen dat bericht las, is er ietsi, dat mij dwingt, naar haar toe te gaan en haar te helpen, nu zij alleen ziek ligt. Ik kan niet langer in weelde leven, als ik weet, dat zij in zorg verkeert; toch verlang ik niet terug te keeren — o, ik kan het niet!" Elsie vloog plotseling van haar stoel en wierp zich snikkend in de armen van mevrouw Stevenson. Deze drukte het arme meisje innig aan haar hart, terwijl zij zelf tranen in de oogen kreeg. „Maar lieve, ik denk, dat je je noodeloos overstuur maakt. Ér zijn nog andere manieren om je moeder te helpen, zander dat je terug behoeft te gaan om bij haar te blijven," sprak ze. „Zoudt u dat weikelijk denken ?" vroeg Elsie, haar hoopvol aanziend. „Zeker, maar vertel me nog eens iets meer over je moeder, zoodat ik beter kan oordeelen," antwoordde mevr. Stevenson. „Er valt niet veel te vertellen, behalve dat ik haar altiji haatte om haar wreedheid. Daarom liep ik weg en wilde me verdrinken. Ik zou het nu niet meer durven doen," voegde zij er met een flauw glimlachje aan toe. ■ „Wat durven?" „Mezelf verdrinken. Dr. Burding heeft mij geleerd, dat het laf is, het verdriet te ontloopen. Daarom wilde ik ook weten, wat ik nu het best kan doen en kwam ik hiertoe uw hulp inroepen." „Nu, ik ben er zeker van, dat je niet terug behoeft te gaan. Je bent zoo heel anders geworden in je nieuwe omgeving, dat het je moeder maar hinderen zou, als je bij haar kwam. Je kunt haar veel beter steunen door te blijven, waar je bent; en ik vind, dat je verplichtingen niet verder gaan." Dankbaar en merkbaar verlicht zag Elsie haar moederlijke vriendin aan. „Ik zou de laatste zijn, om zoo tot je te spreken, indien de omstandigheden anders waren; maar ouders hebben evengoed plichten te vervullen jegens hun kinderen, ais kinderen jegens hun ouders. Dikwijls wordt dit vergeten, zooals jij zelf hebt ondervonden. Was je moeder een werkelijke moeder voor je geweest, dan zou de zaak anders staan. Bovendien vind ik, dat Edward ook wel wat overweging verdient, voor alles, wat hij voor je gedaan heeft. Je kan hem niet plotseling in den steek laten." Elsie antwoordde niet. Dankbaar glimlachte ze tegen mevrouw Stevenson en, opstaand, nam zij haar handen en kuste ze hartstochtelijk. „Ik wou, dat u mijn moeder was," zei ze zacht. „Je moet maar steeds bij me komen, als je in moeilijkheden bent en ik zal m'n best doen je te helpen, alsof je m'n eigen kind was." „Dank u, nu ga ik heen. Ik zal trachten te weten te komen, waar miijn moeder is en haar vragen of zij me terug verlangt. Ik zal toch geen vrede hebben, als ik dat niet doe. Mocht zij het niet willen, nu dan zal ik haar op een andere manier helpen. O, ik hoop maar, dat zij het niet
je den rechten weg wijzen. Ik ga nu heen en ben er zeker van, dat je goed handelen zult; ik vertrouw je ten volle." Toch kon Elsie er niet toekomen, alléén een besluit te namen. Toen zij met het dienstmeisje de huiselijke aangelegenheden voor dien dag besproken-had, kleedde zij zich vlug aan en ging op weg naar mevrouw Stevenson. Gelukkig trof zij haar thuis en vond haar aan haar schrijfbureau zitten. „Wat is er, kind?" vroeg mevrouw Stevenson, terwijl zij een stoel voor Elsie bijschoof. Elsie toonde haar het krantenbericht. „Het zijn mijn vader en moeder," legde zij uit. „Ik ben bij u gekomen, omdat ik met u kan praten, alsof u werkelijk mijn moeder was. Zij was het nooit. Ik gevoel mij, alsof ik al dien tijd een moeien HOOFDSTUK XIII. droom gedroomd heb. Toen ik vanmorgen Op zekeren morgen, toen Elsie en de het bericht las, voelde ik geen verdriet. dokter aan het ontbijt gezeten waren, schrok Ik dacht alleen, dat, als mijn moeder ook zij van. een kort bericht in de ochtend- gestorven was, ik dan nooit uit mijn droom courant. behoefde te ontwaken; maar nu —" vol „Lees eens", zei zij en wees hem het smart brak haar stem. artikeltje. -„Elsiel" Burding gehoorzaamde en las: „Luister!" ging zij voort. ,,Ü moet me „Vrijdagmorgen heeft in Marystreet een wel verafschuwen, nu ik zoo spreek. U treurig ongeval plaats gehad. Een man houdt van uwe kinderen en u bent goed en vrouw, die de straat overstaken, werden voor hen; daarom houden zij ook van u. plotseling aangereden door een vrachtauto, Maar u weet niet, wat voor thuis ik gedie zij niet hadden zien aankomen. Toen had heb. Een thuis!" herhaalde zij bitter. zij hem zagen, was het reeds te laat, beiden „Ik heb zoo iets nooit gekend. Ik was werden gegrepen en meegesleurd. De man hun alleen tot last, behalve als zij mijn stierf dadelijk en de vrouw werd in be- geld ko.nden afnemen, dat ik op de fa- verlangt".
(Wordt vervolgd.)
-I^^^^^^^B
^^^—^^—
^^^
•flfl AT^TSAP DOOR Mr. P. A. 3. VAN LIMBURG BROUWER DD»♦SUMIMlMMHasMaiaHM Op 't laatst der 16de eeuw trok Slddfaa Rama, door den eerwaarde Koelloeka en 2 dienaren vergezeld door het Hlmatayagebergte ten einde keizer Akbar belangrijke brieven te brengen. Zij komen bij den kluizenaar Gaurapada. die hen hartelijk ontvangt. Bij het afscheid belooft Siddha Rama zich tot1 Gourapada te wenden als er in zijn leven moeilijkheden mochten voorkomen. Op den verderen tocht deelt Koellaka aan Siddha in 't geheim mede dat de kluizenaar niemand minder is dan de vroegere koning van zijn land Nandigoepta. Na een stevigen rit bereiken zij ■ de woonplaats van Siddha's oom, Salhana. alwaar eerstgenoemde zijn verloofde Iravati begroet. Salhana waarschuwt Siddha te waken tegen de beerschzuchtlge plannen van den grooten Akbar waarin een gevaar ligt voor zijn eigen land. Zij worden gestdbrd door de komst van den priester Gorakh. de Yqgi een invloedrijk man aan wien Siddha wordt voorgesteld. Salhana verwijdert zich met den priester, terwijl Siddha naar een nabijgelegen vijver snelt, waar hij Iravati ontdekt had. Aan hun samenzijn wordt een eind gemaakt door een verzoek van Salhana. aan Siddha. om met hem en Koelloeka het avondmaal te gebruiken. Iravati gaat naar hare vertrekken.
Maar de rechte vroolijkheid ontbrak aan het deftig feest, en geen vertrouwelijkheid was denkbaar; alles bleef er vormelijk, statig, stijf; en de gesprekken, even onbeteekenendals hoffelijk, werden blijkbaar slechts tusschen de drie mannen gevoerd, omdat stilzwijgen onbeleefd zou zijn geweest. — Hoe anders, — kon Siddha niet nalaten te denken, — hoe anders toch dat eenvoudige maal bij den kluizenaar in het gebergte! — En 't was of Koelloeka ongeveer hetzelfde dacht toen zijn jonge vriend hem even aanzag; althans de blik dien hij toen juist in 't ronde wierp en zijn nauw zichtbare, door Salhana niet opgemerkte glimlach bewezen wel dat er ook iets dergelijks omging in zijne gedachten. Ten laatste i/imiddels liep de lang gerekte maaltijd, waarbij in alle deftigheid ook nog al vrij wat wijn was gedronken, ten einde. Maar ook het overige gedeelte van den dag leverde voor Siddha geen verder genoegen meer op. Vroegtijdig met het krieken van den dag moest den volgenden morgen de reis worden voortgezet, om onder behoorlijke middagrust de hitte van den dag te kunnen ontwijken, en vroeg dus begaven de reizigers zich naar hunne vertrekken. Doch zoo noodigde rust hem ook ware, de jongste der beiden kon ze zoo terstond maar niet vinden. Niet enkel Iravati's beeld echter was het wat op dit oogenblik hem bezig hield. Ook de staatkundige gesprekken met zijn oom en de zonderiinge ontmoeting met den geheimzinnigen priester rezen weer op voor zijn geest. Dat deze door een of anderen kunstgreep achter het voorval met den tijger was gekomen, begreep hij wel, al kon hij niet ontdekken hoe; maar waartoe moest dat alles dienen, en wat wilde die man eigenlijk? En Salhana, de Gouverneur? Viel er vertrouwen te stellen in diens karakter, moesten zijn aanduidingen gevolgd en werkelijk VOóT Koelloeka verzwegen worden wat er dien morgen verhandeld was ? Of ware 't niet noodig hem daarover te raadplegen ? Eene onverwachte verschijning op den eersten ringmuur, waarvan de lage borstwering scherp uitstak tegen de wel reeds nachtelijke, maar toch heldere lucht, deed Siddha een oogenblik het onderwerp zijner overpeinzingen vergeten om spoedig zijne gedachten nogmaals daarop terug te brengen. Boven de borstwering namelijk vertoonden zich eensklaps halverwege twee gestalten zonder dat hij begreep hoe zij, terwijl hij toch juist op den muur gestaard had, er zoq in eens waren gekomen; en spoedig heiikende hij aan hunne gedaanten, schoon hij de gelaatstrekken niet onderscheiden kon, zijn oom, den Gouverneur, en Gorakh, den Doerga-priester. Al
ONZE LETTERKUNDIGEN
Marie Catherine Konlns. werd aanvankelijk opgeleid voor pianiste en genoot te Rotterdam de leiding van George Rijken, doch dichtte al vroeg verzen. In 1902 verscheen haar eerste boek „Van 't Viooltje dat weten wilde." Daarna zagen nog verschillende romans, vele tooneelwerken. schetsen en andere werken in tijdschriften van deze schrijfster het licht.
weer die twee te zamen en dit late uur! Doch het wonderlijkste van de verschijning was misschien nog de gansch veranderde houding van beiden. Geen zweem meer van hunne vroegere stijfheid en statigheid. De een gesticuleerde al harder dan de andere bij het blijkbaar zeer levendig gesprek, terwijl zij nu eens naar het kasteel, dan weer naar het gebergte aan de overzijde wezen. Het onderhoud bleef in vollen gang tot het eensklaps gestoord w^rd door de verschijning van wederom nieuwe figuren, die één voor één achter elkaar langs den ringmuur zich voortbewogen. Dunne, magere gestalten allen, en bijkans geheel naakt, met uitzondering van een wit, om den hals gewonden koord, dat ook in de schemering nog door het verschil met hunne donkere huidskleur zichtbaar bleef. Aanstonds bij hunne komst was Salhana, waarschijnlijk langs een uit het paleis onzichtbare trap, even snel verdwenen als hij straks gekomen was. De priester had onmiddellijk al zijne statigheid weer aangenomen, en met de rechterhand na^r een dejr hoogste bergen wijzend, stelde hij zich aan het hoofd van den stoet, en daalde met dezen langs den muur naar het aan den voet der rots gelegen donkere woud omlaag. Een lange reeks van gedaanten, alle nagenoeg volkomen op de eerste gelijkend, volgde hem, en Siddha had lang opgehouden te tellen toen hij de laatste in de duisternis van het bosch verdwijnen zag. Een lichte huivering had zijns ondanks hem bevangen toen hij die zonderlinge gestalten daar voorbij zag trekken en hun uitweijdig voorkomen met den naam der godin in verband bracht, aan wier dienst zich Gorakh heette gewijd te hebben, en wier tempel op gindschen berg zij thans waarschijnlijk met hem gingen bezoeken. Kon het dan waar zijn, dat die sekte nog bestond, waarvan hij zoo menigmaal gehoord had, maar die hij lang uitgeroeid en uitgestorven waande, dat geheimzinnig verbond van daemonen in menschengedaante, dat zoo lang de plaag en de schrik van Hindositan was geweest, het vreeselijkst
voortbrengsel wellicht, dat ooit godsdienstig fanatisme had uitgebroed ? En met een aanvoerder van dergelijke bende zou zijn oom, de dienaar des Keizers in verstandhouding zijn? 't Was inderdaad niet te gelooven, en lachend om zijn eigen dwaze voorstellingen, verliet Siddha het venster, en wierp zich, haastig ontkleed, op zijne legerstede. Vermocht hij ook nu nog niet sjjoedig den slaap te vatten, en dwaalden nog lang de tegenstrijdige beelden van Iravati en Salhana en Gorakh met diens naakte bruine volgelingen hem door het hoofd, tot één vast besluit was hij toch gekomen eer hij insdiep: met Koelloeka iou hij niet spreken over hetgeen hij dien dag gehoord en gezien had. Dat zijn oom in geheimen was gewikkeld, bleek hem duidelijk genoeg, maar voor een staatsman was dat zoo onnatuurlijk niet, en niets bewees hem dat zij iets misdadigs hadden, terwijl toch de ontdekking allicht van nadeelige gevolgen voor Salhana en misschien ook voor diens naaste betrekkingen kon zijn. Was dan hij, Siddha, nu gerechtigd het een of ander uit te brengen, aan wien dan ook, wat een vertrouwelijk gesprek ot een louter toeval hem daaromtrent had bekend gemaakt ? Koelloeka zelf zou ongetwijfeld de eerste zijn om dergelijke handelwijze af te keuren. DERDE HOOFDSTUK.
Agra. Vroolijk trompetgeschal 'wekte Siddha uit zijne Lichte morgensluimering. Haastig opspringend, zag hij uit het venster het groote plein van den burcht met een menigte ruiters overdekt, sommigen hunne paarden afzadelend, anderen bezig met op te stijgen en zich in gelid te stellen. Voor de eene helft der ruiters, die uit Allahabad naar Agra stonden te vertrekken en met wie onze reizigers den tocht derwaarts zouden ondernemen, voor de andere de krijgsdieden, die eerstgenoemden kwamen vervangen. Reeds zag de jonge edelman zijn dienaar met den schimmel op hem wachten en vlug maakte hij zich tot het voortzetten der reize gereed. Weinig tijds later zat hij te paard, terwijl ook eenige oogenblikken daarna Koelloeka met den Gouverneur verscheen. Een eind wegs begeleidde nog Salhana, mede te paard zijne gasten en de vertrekkende ruiters. Daarop nam hij afscheid, zijn neef nog mededeelend dat hij spoedig hem te Agra hoopte terug te zien, vermits hij zelf eenige dagen later zich derwaarts dacht te begeven; en in gezelschap van den bevelvoerenden officier der afdeeling, met wiên zij intusschen kennis hadden gemaakt, trokken onze reizigers verder. Meer dan één dag nog duurde de tocht. Eindelijk werd de keizerstad bereikt, Halvemaansgewijze, langs den tegenovergestelden oever der rivier, lag tusschen tuinen en vestingwerken van allerlei vorm de breede rij van paleizen en moskeeën. In het midden ongeveer en uitblinkend boven alle verrees het paleis van den Keizer zelf, door de keurige voeging zijner roode en glad gepolijste zandsteenen dat als uit één in het zonlicht glanzend granietblok scheen gehouwen. En daaromheen de paleizen en lusthoven der hofgrootenen der rijke en aanzienlijke stadbewoners en de moskeeën met hare koepels en minaretten, en hier
--':.-'-
en daar ook nog enkele pagoden, overblijfsels en laatste getuigen van een vroegeren in deze streken althans, overwonnen beschavingstoestand. Eén eenig mensch, machtig veroveraar en diep ingrijpend hervormer bovendien, was dan voor 't grootste deel de stichter van dat alles, dat in eene voormaals nog weinig aanzienlijke plaats als eensklaps door eene tooverroede te voorschijn was geroepen uit den barren grond ? Wat geweldig, wat veel beteekenend man dat niet zijn moest! En een gevoel van beklemdheid greep Siddha aan, toen hij zich voorstelde, misschien binnen kort vóór dien man te zullen verschijnen en wellicht zelfs eenige woorden, zij 't ook slechts vormelijke, met hem te moeten wisselen. Weldra intusschen begaf men zich verder en, aan de overzijde der rivier ge-
Het lied van den toren Nu we weer naar den zomer gaan en het leven zich meer naar buiten verplaatst, is ook de tijd weer aangebroken om te zien, maar ook om te hooren. Te zien: al het schoons dat de natuur ons biedt, in het bosch. op het veld, aan het water; te hooren: de heerlijke klanken der gevederde zangers, het ruischen der bladeren in de lommerrijke dreven, het klotsen der golven tegen den ruigen rand der blanke duinen ... Voor den stedeling is het wel eens - moeilijk weg te komen en te genieten van dat leven buiten; de afstand is soms wat groot, de streek is niet geschikt om wandelingen te maken, de arbeid is soms te zwaar, om 's avonds aan genoegens, althans dergelijke genoegens te denken. Toch kan de s-tedeling op eigen terrein veel genieten, maar dan moet er een wil zijn tot zien, tot hooren ... Een der vele genoegens van de stad is wel: het luisteren naar het lied van den toren. U weet, het luiden der klokken is een zeer oud gebruik. Wanneer echter de eerste klokken werden gemaakt is niet met zekerheid te zeggen. Geleerden beweren, dat de chineezen ze reeds in de vroegste tijden gebruikten en dat zal wel zoo zijn, want de chineezen staan bekend als pientere jongens. Hebben zij niet het buskruit uitgevonden en de boekdrukkunst ? En waren zij niet reeds lang vóór ons bekend met het kompas ? Hoe het zij, bekend is, dat de eerste christenen bronzen en zilveren bellen gebruikten, die men gevonden heeft in de graven der catacomben bij Rome. Toen de bellen gaandeweg vergroot werden, zijn daaruit de klokken ontstaan, dat is te begrijpen, doch in het begin der 7de eeuw waren ze echter nog zeldzaam. De eerste klokken dienden oorspronkelijk om de booze geesiten af te weren, zoo lezen
■
:
komen, namen Koelloeka en Siddha afscheid van hun reisgenoot, den officier, en begaven zich met hunne dienaren naar de woning door een van Koelloeka's vrienden voor hen gehuurd. Een half uur .later waren beiden tot het voorgenomen bezoek op weg; Siddha in een tot de knieën reikend en op de met een parelsnoer behangen borst een weinig geopend goudjakensch kleed, en gedekt door een niet te grooten, met een veder gesierden tulband, waarin hij Iravati's afscheidsteeken had gevlochten; Koelloeka eveneens in ietwat sierlijker, min streng eenvoudig gewaad dan hij tot dusver gedragen had. Sabel en dolk meer tot tooi nu, dan tot voorkomend gebruik, strekten tot wapentuig. (Wßrdt vervolgd.)
■
—^-^—^^-^——^^^
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON"
m^-rn^
Verkeerd begrepen
^^
\?00R EN o
\?AN ONZE 9RIENDJE5 EN 9RIENDINNETJE5
o
9
door F. MONIOOMEKY
o
Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
we in de oude geschriften. Dat is langzamerhand of trapsVoorts deden ze dienst om den gewijze — of hoe men dat noebliksem te verdrijven of te doen men wil — gebeurd. Wèl moophouden. Ook was het een gen we aannemen, dat het klokmiddel om den vijand schrik kenspel, zooals we dat hier te aan te jagen. Zoo liet Lupus, lande aantreffen, een vinding is bisschop van Sens in Frank- van eigen bodem. Dat Nederland een der lanrijk, tijdens het beleg in 615, de klokken luiden, waarop de den is, waar de klokkenspellen belegeraars van schrik de vlucht het meest en misschien ook wel het eerst werden gebouwd, is namen. Het doel der klokken werd wel haast zeker. Ook België is ook langzamerhand gewijzigd, het land van de klokkenspellen. wat we kunnen nagaan door Een onderzoek heeft aan het de verschillende opschriften, licht gebracht, dat Nederland die, meestal in het latijn, op 11 5, België 97 klokkenspellen de klokken werden vermeld, heeft. Als een der beste klokkeno.a.: Ik roep bijeen, ik kondig aan, ik spreek toe, ik maak gieters in het laatst der 15de bekend, enz. Van „afweren" eeuw hier te lande staat bewerd het dus „aankondigen", kend Geert van Wou. Wij lezen „oproepen", wat op iets anders dat hij in 1484 drie klokken duidt. moesit gieten voor de Lieve De invoering der klokken Vrouwenkerk te Zwolle, en wel heeft een belangrijken invloed in de tonen sol, fa en "mi; sol gehad op het bouwen der moest 929 pond wegen, fa 1311 christelijke kerken. Aanvanke- en mi 1731 pond. lijk werden de klokken naast De meest bekende klokkende kerk of op het dak ge- gieters van Nederland in de plaatst. In Italië bouwde men 17de eeuw waren de gebroeders al vroeg torens, waarin men Frangois en Pierre Hemony. klokken hing. Zoo liet paus Aanvankelijk woonden zij in Stephanus III (768—772) bij Lotharingen, doch kwamen, de basiliek van St. Pieter te door den oorlog in die landen, Rome een toren bouwen, waar- naar hier en vestigden zich te in drie klokken werden gehan- Zutphen in het klooster „Inden gen. De steden wedijverden na Isendoom op die Neye Stadt", dien tijd met elkander in het Meer dan 15 jaren hebben zij bouwen van torens met groote onvermoeid hun krachten aan en zware klokken. den zwaren arbeid gegeven in Een der grootste klokken van dat oude klooster. Duitschland is die van den Het eerste klokkenspel der Keulschen dom en heeft een ge- gebroeders Hemony werd gewicht van 526 centenaars (1 maakt voor den Wijnhuistoren centenaar = 50 K.G.). De te Zutphen in het jaar 1644. grootste klok van Frankrijk is De stad Deventer ging er spoedie van de kerk van het dig toe over een klokkenspel bij H. Hart te Parijs en heeft een de Hemony's te bestellen. Toen gewicht van 26.215 K.G. men in Arnhem vernam, welke Reeds in de 13de eeuw gold voortreffelijke klokkengieters als regel, dat een goede klok de gebroeders Hemony waren, drie tonen moest weergeven: bestelde de magistraat 25 klokde hoofdtoon werd verkregen ken en was zóó tevreden over aan den slagrand, de twee de aflevering van dat werk, dat neventonen in het midden en de vrouw van een der gebroein den hoed. En die wetenschap ders 'n zilveren eerebeker werd schijnt de aanleiding te zijn ge- aangeboden, ter waarde van 50 weest tot het maken van klok- daalders, wat voor- die dagen ken met verschillenden klank, al heel wat was. die gezamenlijk een zekere In 1655 noodigden burgemelodie konden ten gehoore meesteren van Amsterdam de brengen. Hemony's uit, zich aldaar te Van een eigenlijke „uitvin- komen vestigen, om klokken te ding" js natuurlijk geen sprake. gieten voor den Oudekerks-
.
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 . WITTE DE WITHSTRAAT 88
toren en „andere plaetsen binnen deser Stede", welke uitnoodiging zij aanvaardden. Vóór zij echter naar Amsterdam vertrokken, goten zij nog een paar klokken voor de St. Walburgskerk en zij deden dat heel goedkoop, wat dan ook aanleiding was, dat de kerkmeesters de vrouw van Hemony met een zilveren zoutvat vereerden. Amsterdam werd de stad der Hemony's. Een gebouw „aen de Stadt Bermte tusschen 't Schermschool en 't Verlaat" werd kosteloos ter beschikking gesteld en tot gieterij ingericht. In 1663 werd deze inrichting vergroot, waarvoor alle omliggende huizen werden aangekocht. Toen in Amsterdam de nieuwe carrillons htm tonen over de stad lieten hooren, was de bevolking opgetogen en die opgetogenheid was zóó aanstekelijk, dat zelfs de dichter Joost van den Vondel de gebroeders Hemony in'een lied bezong als „D'eeuwige eer van Loteringen". De bekendheid van. deze klokkengieters breidde zich zóó snel over den lande, dat zij van alle zijden aanvragen kregen klpkken te gieten. De productie tusschen de jaren 1658 en 1664 was dan ook zeer groot. Na de gebroeders Hemony kunnen als klokkengieters worden vermeld: Mamertus Fremy, Melchior de Haze, Claas Noorden, Albertius de Grave en — heden ten dage — de Petits. Het zal u, na deze kleine uiteenzetting wellicht duidelijk zijn, wat wij bedoelen met „Het Lied van den Toren". Welnu, stedeling en ook gij, die buiten woont, ga dat lied hooren, daar is gelegenheid genoeg voor! Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem, Utrecht, Arnhem, Nijmegen, Groningen — bijna elke plaats van beteekenis heeft haar klokkenspel en zijn bespelers. Ga luisteren, ééns, meermalen — u zal er van gaan houden. „Het Lied van den Toren", gezongen door zangers van de beste soort, met heerlijk schoone klanken — dit lied te hooren is een rein genot I THEOPHILE MALLISSE.
Baron Everard verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun franschc kinderjuffrouw heet Virginie. De baron is lid van het Parlement en daarom dikwijls van huis Hij moet dus de opvoeding van de kinderen wel aan de vreemde vrouw overlaten, die de knaapjes niet begrijpt. Vooral Humphrey is een vreemde natuur. Uiterlijk ongevoelig en altijd voor kattenkwaad te vinden, is dit knaapje au fond een zeer gevoelig kind die z'n lieve, te vroeg gestorven moeder, heel erg mist. Alfred is een zwak kereltje, naar lichaam en naar karakter. Hij wordt door zijn ouder broertje heelemaal bcheerscht. Zoo heeft hij zich laten meetroonen op een uitstapje waarvan de jongens op den terugweg verdwaald raken. Alfred is door dit avontuur ziek geworden en heeft weer longontsteking. Humphrey wil zijn broertje wat radijsjes brengen en wordt door Virginie erg beknord. Weet hij dan niet hoe vreeselijkziek Alfred was. Virginie heeft geen idee boe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwetst. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naamlooze verlatenheid kwam over Humphry. Doch zoodra is Alfred niet hersteld of Humphry lijkt weer de ..oude." Humphrey krijgt een . duchtig standje van zijn vader. Den volgenden dag neemt de baron zijn zoontjes mee naar een oogstfeest. Aangezien hij naar de stad terug moet, laat bij hen op 't veld achter en zegt hun op Virginie te moeten wachten, Humphry tracht z'n broertje over te halen om naar den koelen vijver te gaan. om daar een overhangenden tak te beklimmen, hetgeen de baron hun streng verboden heeft. Een tijdlang amuseeren zich de kinderen met het vreemde spel en in deze aparte omgeving. Zij merken niet hoe het weer veranderd en nu 'hebben zij het ongeluk van den tak in het water te vallen. Baron Everard wordt telegrafisch geroepen. Hij vreest natuurlijk dat Alfred weer ziek zal worden. Over Humphrey is hij heelemaal niet bngerust. Dien kan een nat pak niet schaden dacht hij. doch als hij thuiskomt, ervaart de vader het ergste. Alfred is ongedeerd gebleven, doch Humphrey Is zwaar gewond, de arts heeft om twee der bekwaamste doktoren getelegrafeerd. Aan het bed van zijn wildzang begrijpt de baron eerst wat de aard van zijn oudsten zoontje was. Als Humphrey weer tot bewustzijn komt is z'n eerste gedachte bij Alfred, daarna spreekt hij pas over zich zelf en vraagt of hij erg ziek Is en spreekt van het oogstfeest. Alfred vraagt wanneer Humphrey komt spelen, en als hij den volgenden morgen In de ziekenkamer wordt toegelaten zegt hij dat Humprey niet ziek mag zijn. Alfred had in verband met Humphrey's ziekte het woord boiteuz gehoord en vraagt dezen de beteekenis hiervan. Humphrey vraagt den baron of hij werkelijk boiteux is. en deze is niet bij machte het antwoord te geven. Het kind valt in onmacht. Bijgekomen verschaft een blik op zijn moeder's portret hem berusting, hij verlangt te sterven om met zijn moeder vereenigd te worden, en verlangd niet door een dokter beter gemaakt- te worden. Bij het onderzoek biedt Humphrey geen verderen tegenstand; en de doktoren verklaren den baron dat het kind moet sterven. Velerlei overwegingen verontrusten den baron, na deze mededeellng. en de gedachte van een beter leven hiernamaals kan hem slechts ten deele troosten.
Had de vader deze woorden in overdrachtelijken zin opge nomen, dan kon hij troost hebben geput uit deze gedachte in plaats van droefheid; want zou het kind niet eenmaal den dood, dien afgezant der rouwe, danken, die door hem weg te rukken van de groene bloeiende aarde, hem overplantte in den vruchtbaren bodem van Gods paradijs, waar hij in den zonneschijn van zijns Scheppers tegenwoordigheid rijpen zou tot eene volkomenheid, die door de kinderen der menschen hier beneden niet kan worden bereikt ? Want de karakters als dat van Humphrey zijn niet geschikt voor deze ruwe wereld. Zulk een vatbaarheid voor smart is hier ondragelijk, en met zulk een vatbaarheid voor vreugde kan men zich alleen gelukkig gevoelen in dat volmaakte genot, dat aan Gods rechterhand voor eeuwig ge-
o
,00
o
,,Laat me nou in hemelsnaam met rust."
smaakt wordt. Gedurende de dagen die volgden was Humphrey zelden bij kennis. Hij lag meestal in zwaren slaap, of, wakker zijnde, sprak hij slechts in woorden zonder samenhang. Soms sprak hij fluisterend tegen het portret zijner moeder, soms tegen Alfred, en soms in zich zelf. Wanneer hij bewustheid had van zijns vaders tegenwoordigheid, dan klaagde hij over een wonderlijk geluid in zijn hoofd en vroeg, wat dat ruischen en zingen in zijn ooren beteekende; maar voor hij het antwoord vernam, praatte hij weder door, zonder te letten op hetgeen rondom hem gebeurde. Als de baron zoo uren achtereen bij zijn bed zat, dacht hij menigmaal aan de zinspelingen van den knaap op zijns moeders beeltenis, en aan den blik waarmede Humphrey zijne vraag, hoe hij wist dat
dit haar voorstelde, beantwoord had. Verscheidene woorden, die nu en dan door den knaap werden uitgesproken, brachten hem in verlegenheid, en dikwijls verlangde hij het kind eenige vragen over dit onderwerp te doen. Op zekeren avond eenig teeken van bewustheid in de donkere oogen ontdekkende, kwam hij dichter bij den knaap, om zijne aandacht tot zich te trekken, en vroeg: „Waarover denkt gij, Humphrey" ? „Wanneer", antwoordde hij „zal moeder mij komen halen ?" Maar alvorens er tijd was tot antwoorden, had zijne gewone dofheid hem weder overvallen en de kans was voor den baron verkeken. Wat hem het meest in verwarring bracht, was de wijze waarop het kind had gesmeekt te mogen sterven. Den baron, met zijne eenzijdige kennis van den knaap.
/
Een pakkende reklame Bij het station te Hoogeveen vindt men een pakkende reclame voor baby-artikelen, namelijk een groote oojevaar. Vanuit den trein heeft msn hierop een aardig gezicht.
kwam dit als een raadsel voor. Een kind, dat altijd zoo opging in de genoegens van het tegenwoordige, dat het verleden en de toekomst daarbij vergeten werden — een kind op hetwelk droefheid en gemis geen blijvenden indruk konden maken, en die hem slechts voorbijgingen, zoo het scheen, om hem vroolijker en onnadenkender dan ooit te maken. Blijvende indruk! Wel, zoover de baron het zich kon herinneren, hadden droefheid en gemis in het geheel geen indruk op hem gemaakt. Vijf dagen na den dood zijner moeder had hij hem spelende en dartelende gezien als altijd, en van dien dag tot op heden was haar naam nimmer over zijn lippen gekomen! En nu sprak hij over haar, alsof haar nagedachtenis levendig en frisch voor hem was, en zag hij den dood in het aangezicht, alsof hij dien zijn leven lang had verwacht. Van waar dit alles? Wanneer had hij aan deze dingen gedacht ? Hoe kon het zijn dat hij, die de genoegens van zijn jeugdig bestaan zoo ten volle genoot, op eenmaal gereed was daarvan afstand te doen? De baron stond verbaasd, terwijl hij zich zelf al deze dingen herhaaldelijk afvroeg. Was het dan zoo moeilijk te begrijpen? Een schrijver heeft ergens gezegd: „kinderen worden gezegend en vermogen veel, hunne wereld ligt ten deele aan hunnen voet en ten deele verre van hen verwijderd." Zie hier het antwoord op de vraag. Zonder twijfel leeft ^en kind in hetgeen hem omringt, hij werpt zich met hart en ziel in de genoegens of verdrietelijkheden van het oogenblik, en heeft alleen oogen voor den weg die onmiddellijk" voor hem ligt. Maar dit is niet alles. Spreek slechts een oogenblik met een kind en let op, of niet in de beschrijving van zijne hoop en verwachtingen woorden als deze voorkomen: „Als ik gioot ben", „als ik een man word", „als ik ouder ben". Hij ziet uit naar ietsanders, hij wil komen tot een toestand dien hij nog niet kent, maar die hem wenschelijker schijnt dan de tegenwoordige. Schoone melodieën worden op een afstand nog schooner. Er is iets dat hem nog wacht — onbekende werelden — ongekende heerlijkheden. Waarin de bekoorlijkheid van dat alles zal bestaan, weet hij nog niet, maar het onzekere is mogelijk en het onbekende heerlijk. Zoo is het land aan de overzijde hem misschien minder vreemd dan op lateien leeftijd en het schijnt hem niet raadselachtiger dan ecf^g ander gedeelte der voor hem liggende toekomst. (Wordi vervolgd.)
^^^■■■■^^■^■■■^v
VOOR ON^B
No. 75044
Allerliefst zomerjaponnetje voor geruite of effen stof. Indien geruite of effen stof gebruikt wordt komt de das. de ceintuur, de rand onder aan de rok, en de biezen iangs den hais en de mouwen van effen stof. Benoodigd van 95 cM. breede stof 3 M. Van 85 cM. breede effen stof 1.60 M. Verkrijgbaar in bustematen 90, 95. 100 en 110 cM. Van deze afbeelding, die met toestemming der firma Weldon Ltd. te Londen, is gereproduceerd, zijn fr. p. pos; geknipte oatronen verkrijgb., tegen toezenaing van f 0.75 en vermelding van het no. aan mevr. Milly Simons, 2e Scnuytstr.261. Den Haag.
* #
RECEPTEN VAN LUCULLUS
Macaronisoep. 50 gram boter; 50 gram tarwebloem; a1/, L. bouillon; 100 gram macaroni; 1 d.L. room; ■2 dooiers; zout, peper, foelie. Bereiding. De macaroni gaar koken en afgieten. Boter laten smelten, de bloem er doorroeren en langzaam, al roerende den bouillon toevoegen; even laten koken en op smaak brengen met zout, peper en foelie. Daarna de macaroni, in kleine stukjes gesneden erin en — desverkiezend — wat schijfjes champignon. Even vóór het opdienen de dooiers in een pan netje apart kloppen en w-at room er bijvoegen en dan, al roerende, de soep. Even heet maken — vooral niet koken — en opdienen. De room kan desnoods door melk worden vervangen. Macaroniheignets. 100 gram macaroni; 50gram maizena; 150 gram witte suiker; 2 eieren; wat citroenrasp; 4 d.L. melk. Bereiding. De macaroni met
1
OVER MOTTEN EN VLIEGEN Het voorjaarsleven is in vollen gang, we luisteren naar het jubelend vogelkoor, we zien om ons heen den heerlijken bloementooi, waartusschen -de bijen zoemen en overal dringt luwe warmte door, de zomer nadert. Maar met de zomergenoegens komen ook de zomerplagen, reeds nu verneemt men klachten, dat er zooveel motten rondvliegen en het ergste is, dat ze hier en daar hun eitjes neerleggen. "Wanneer die eitjes niet zorgvuldig verwijderd worden, door uitkloppen en uitschuieren van de stoffen, het uitvegen van laden en kasten met schoone doeken, zullen die eitjes spoedig hun vernielingswerk beginnen en ons goed door motgaatjes bederven. Dus zorgvuldig alles nazien en goederen, die langen tijd opgeborgen worden, goed in versehe kranten wikkelen, omdat de motten de lucht van drukinkt niet verdragen. Hier en daar een propje katoen ot Vatten in carbol gedrenkt tusschengestoken, vooral tusschen stoelen divanbekleedingen, zal de motten tegenhouden, daar haar eieren te leggen. Onder de plintreten van een vertrek kan men een carboloplossing spuiten en vloerkleeden schuiert men met een carboloplossing. Wanneer er al eitjes gelegd zijn, zullen al die middelen weinig meer helpen, omdat de motten zich ondanks alles toch ontwikkelen, het zijn dus voorbehoedmiddelen, die men echter zeer goed kan aanwenden tegen de
motten die rondvliegen. Reepen krantenpapier onder het vloerkleed gelegd, zijn een goed middel tegen mot. Behalve de mot is de vlieg een plaag, die het ons niet alleen lastig maakt, door ons op handen en gezicht te kriebelen, maar ze is beslist gevaarlijk. Gelukkig beseffen we langzamerhand, dat de vlieg geen onschuldig diertje is. Ze houdt er vieze gewoonten op na en is een eerste overbrengster van besmetting. Des nachts doet ze haar slaapje liefst in den stal temidden van paardenafval en overdag gaat ze te gast op allerlei "eetwaren, suiker, brood, jam, melk, gebak, niets is veilig voor haar. Zij brengt daar de kiemen van ziekten, vooral typhus, dysenterie en cholera. Geen middel mogen we dus onbeproefd laten om vliegen te dooden of weg ite vangen. Goed is, alles tegen elkaar' openzetten, zoodat het flink tocht, we zwaaien zelf nog naar de vliegen met doek ot tak met bladeren en daar deze insecten allesbehalve gesteld zijn op wind en tocht, is in een minimum van tijd de kamer vliegenvrij. Vliegenvlekken op vergulde lijsten verwijdert men met een penseeltje, gedoopt in stijfgeklopt eiwit en zout, van spiegels, met een doek gedoopt in paraffine, waarna men met een drogen doek nawrijft en van brons met een oplossing van één deel eiwit, een deel petroleum en een mespunt zout. Insectenvuil aan een electiische gloeilamp verwijdert men het best met spiritus.
wat zout laten gaar koken, aan zeer kleine stukjes snijden, dun uitspreiden op een haren zeef en wat laten opdrogen. De eieren met de suiker goed roeren, de maizena cu rasp toevoegen en, al roerende, de kokende melk. Alles even laten koken, de marconi erin doen en ook deze. zéér voorzichtig roerend, een oogenblik meekoken. Direct op een schotel overdoen en koud laten worden. Schep met 'n lepel kleine bolletjes van den room in beschuit of broodkruim. Modelleer zeals croquetten, haal ze door geklopt ei en rol ze opnieuw door het kruim. Druk ze nu een weinig plat, rol ze weer in het ei en vervolgens in het kruim, laat ze wat opstijven en bak ze in heete slaolie. Serveer ze op een servet.
drogen. Klop eieren, boter, maizena, suiker en rasp goed dooreen, vervolgens de melk en daarna rozijnen, krenten en macaroni. Smeer een warmen puddingvorm — pijpvorm — met boter, bestrooi dezen met beschuitkruim en vul dien met het mengsel. Plaats den vorm in een pan met water en laat alles circa één uur zachtjes koken. Keer den inhoud om op een schotel en dien dezen met een of andere saus. Koude macaronipudding. 3 dooiers; 5 d.L. melk; 175 gram witte suiker; 100 gram macaroni; 1 stokje vanille; 35 gram gelatine; ll2 Liter slag- , room; 3^4 bitte'rkoekjes. Bereiding. Kook de macaroni gaar in water en laat ze goed opdrogen op een haren zeef. Roer dooiers en suiker dooreen, voeg de melk erbij en breng 't even aan de kook. Half afgekoeld lijnde het zaad uit 't vanillestokje en de gelatin^ er in doen en. even blijven roeren tot alles geheel gesmolten is. Doe de maraconi aan kleine stukjes eiin, evenzoo de bitterkoekjes, sla den room stijf, vermeng dezen luchtig met de in-
Warme macaroitipndding. 150 gram macaroni; 150 gr. witte sifiker; 50 gram boter; 3 eieren; 20 gram maizena; 5 d.L. melk; 50 gram krenten; 50 gram rozijnen; sinaasappelrasp. Bereiding. De macaroni gaar koken, aan kleine stukjes snijden en op een zeef laten op-
—
'
•
^^^^^^^^^^^^■■—■—
.
-11,1,
.
»
HET WASSCHEN VAN FIJN GOED
UBJOTRESSEN
] pw
\*J/
*
^A /*
*
f>
ÄM
k\' /\ ,N $1^ \y| ?-.
S^ÄS
v T * y /» ^ .
\—
'
\ \
ï
Eenvoudige woorjaarsjapon van crépe de chine, uiistekenc geschikt «oor slanke figuren.
en prettige hoed voor wandelirj en strand, gemaakt van ruw stroo en fluweelen lint kan in allerlei kleurcombinaties gedragen worden.
tusschen afgekoelde vla en doe alles over in den vorm. Koud laten worden en op een schotel storten. Het lossen der gelatinepudding gaat het beste, door den vorm even in warm water te houden, dezen vlug af te drogen, den schotel erop te leggen en dan met ééne hand onder den schotel, en met de andere hand den vorm precies in 't midden daarvan houdend, het geheel vlug om te keeren. Houd den vorm vooral niet te lang in het warme water, daar dan de smeltende massa een onoogelijk aanzien krijgt. Practisch is, om den schotel iets te bevochtigen. Komt de pudding dan eventueel niet precies midden in te staan, dan is hij gemakkelijk te verschuiven door den schotel wat scheef te houden. Bij de macaronigerechten waarin kaas wordt voorgeschreven zij men uiterst spaarzaam met zout. 't Is spoedig teveel. LUCULLUS. Bevalt ons blad u, zegt het uw vrien~ den. Maak hen tot abonné's. Wij geven u uit dankbaarheid voor elk van hen een fraai boekdeel
/JÊÊM
/JSÊSÊM
i^Sw VS
\
\f L
\ \
■
//^
f
^^bj
\&
mm Bffl
/\
r *J
/ *i
''^éÊÊÊÊÊm
l&J lp
Wm w_ w 1
BJ
'1J;\
H 1 liü aüi^lumbkmiüiÉfeüii
De vele fraaie dingen die bij de kleeding van een dame behooren, doen hare persoonlijkheid het best uitkomen door de goede smaak en de zorg die zij besteedt bij het kiezen van deze onderdeelen van haar toilet. Kant, kraagjes, manchetten, sjaals en zakdoeken - al die elegante kleinigheden - kunnen prachtig mooi gehouden worden met Lux. In een heerlijk Luxsopje, dat niet te heet moet zijn, behouden al deze fijne artikelen hun oorspronkelijk elegant voorkomen, zonder dat de fijne weefsels er onder lijden.
v
^-^
Nooit werd een wagen met meer enthousiasme ontvangen. Nooit was het publiek zoo eenparig in lofuitingen. De verkoop in enkele weken is boven iedere verwachting vermenigvoudigd. Meer dan 100 voordeden boven iedere wagen in zijn prijsklasse.
AJAX SIX CNASH BUII_T5
^^^mwwfrm^m^mmfmmmi^m
NVZAADHANDEL pSÉf|EN ZAADTEELT V
/HA.H0BBEL
OOLTGENSPLAAT Levering UB landbouwers en (uinbezilters Men vragc prijaconraot Op bijna alle plaatsen vertegrawoordigd
Mij ijnhardt's .axeertabletten
1
^^^^^^^^^^^^^^^^ •■'.
-
li^NliNC;iEN IDIEII^ IßlEPNIBÄAN
Per Doos 60 cent Bij Apoth en Drogisten
ELKE WEEK * AFLEVERING van
een
beleerend, doch
groote wedrennen, de Derby, in aantocht. „Golden Girl" zal voor het eerst in de race uitkomen en heeft het geluk den wedstrijd met een neuslengte te winnen en zoodoende Beaumont ruimschoots het geld terug te geven, dat hij op „Dolly's toekomst" had verloren. Donovan en zijn zoon Mike, dealen in de eer der overwinning, terwijl „Dolly's Toekomst" een gelukkigen, ouden dag zal hebben. Einde goed, alles goed I Een interessante Fox-film, uit gebracht door de Netherlands Fox Film Corporation te Am sterdam; een werk dat vooral paardenliefhebbers veel te genieten geeft.
meesteres geeft bevel het kreupele veulen dood te schieten. Donovan moet die opdracht ten uitvoer brengen doch kan het niet over zijn hart verkrijgen. Hij verkoopt „Dolly's Toekomst" aan een veearts, die haar als fokmerrie gebruikt en al spoedig wordt er een nieuw veulen „Golden Girl" i geboren, dat eens de verloren eer van haar moeder zal herwinnen. Na veel omzwervingen komt „Dolly's Toekomst" eindelijk bij een voddenkoopman terecht van wien zij weinig voer en veel slaag krijgt en waar zij door toeval door haar ouden trainer wordt ontdekt. Intusschen zijn de
werken, bij , onregel matigen „ stoelgang zonderm kramp of pijn.
vooral -niet
geleerd tijdschrift voor- slechts Torpedo, 5 plaatsen f 3575.— Sedan. 5 plaatsen, 4 deuren ... f 4200.—
2.75
PER HALF JAAR
In het brandpunt der publieke belangstelling staat:
AJAX SIX
ZULK EEN TIJDSCHRIFT IS
N.V. H. ENGLEBERT & Co's AUTO-HANDEL
de vraagbaak voor den Radio-amateur.
CNASH BUIL.T5
DEN HAAG
OPGERICHT
issa
WELTEVREDEN
jLiCTSgQjIAPIO GEEFT U ALS ABONNÉ OP bij de Adm. van ELECTRO-RADIO. Hofwlickstraat 9, Den Haas
MAISON
STRASTERS KAPPER
CH DE BOURBONSTRAAT 2 TEL. 7120S
SPECIALITEIT IN:
BOBBED EN SINGLED HAIR KNIPPEN GENRE 1926
VerbrandeÄ huid door de zon Ien siukloopen van huid en voeten.geneest men met
PUROL
DE Godfried de Groot yrmstellaan 64, Amsterdam - Telef. 28474 CAMERA HET IDEALE TDDSCHRIFT VOOR AMATEURFOTOGRAFEN
24 nummers 9 per jaar B f 1.50 per kwartaal
""IL
Specialiteit in TAodeme en artistieke foto's T^en sie de vele reproducties van ons werk in „Het Weekblad" Cinema ^Theater HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuytstraat 65 - Den Haag Telefoon 36644
ZOMER
SPROETEN verdwijnen spoedig dooreen pot |
Belastzicli mei het SAMENSTELLEN TU Cabaret-pragmna's en kei organiseereD van Feeilavonden. Coocerlea. Drawiagroooi-Eatertaianieala.Sair^eaparticaliires Kindervoorsietlingen. etc etc.
SPRUT0L
VOILE STOFFEN VEREISCHEN DE UITERSTE ZORG BU HET WASSCHEN. ZU BLUVEN PRACHTIG INDIEN GEWÄSSCHEN IN
-*&*-
DE LEVERS ZEEP MAATSCHAPPU, VLAARDINGEN US?
6iJ Alle Drogisten
Beaumont is de eigenaar van een prachtig rasveulentje. Hij is een groot paardenkenner en beroemd om zijn goedhartige gastvrijheid. Het mooie diertje noemt hij naar zijn zevenjarig dochtertje uit zijn eerste huwelijk „Dolly's Toekomst". Beaumont boft evenwel niet, hij dobbelt gaarne aan de pokertafel en verliest op een avond zooveel, dat hij gedwongen wordt het grootste deel van zijn renstal te verkoopen. Het veulen behoudt hij echter. Het groeit prachtig op, maar heeft bij de eerste race. die het meemaakt het ongeluk te struikelen, waardoor het nooit meer een race kan meemaken. „Dolly's Toekomst" is dus kreupel en dit beduidt de finantieele ondergang voor Beaumont. Hij verlaat zijn huis, brengt zijn dochtertje in het gezin van zijn trouwen trainer Donovan en geeft zijn huis en de paarden, die hij nog bezit aan zijn tweede vrouw. Alles zal verkocht worden en de nieuwe
M
Bi
^^m^^p
_^^Ë'Wi£^F*&%Sjk
IQP
■■K
^^ÉES^S^^HÉW
mukÉÉ
ïf'y%
.
3^* ^
w«
XESt'^^t,
^BhÄ^"'
Ï«^»
^ :
»■ IL "" ^
^3 ^" ■C-iN
■
•
■
•
■
;-.-
^.
•■■'
oo
O o
■'
■
^ o /-so-^^s©
'..M^
'Wll»-l",m
,
.
,
,
.
...
J
,
,,
J ,.
,
,1
TiAaiïe vïvux.
^w-e.ne'W vp'ï
J
3
*
v-eld-iwvoicfien/ hei.
ps t f
o o
S i r r J Lana.zaawizie Ie- ■aXi-fó*
®
o o
M
Ahde Sï&.nie.faiwee&acuiH/Siód.ew AfaAe
rit
^
r r ir r^nrr
®
'jetwewffiOM/-ffaei.ew Afoi z
awh^A&ien}&ïnfat Xcmd/.
De natuur gaat weer ontwaken. Want de winter is voorbij, Langzaam zie je alles groenen Op t veld. in bosch en hei.
0 M
^^
drukking van een van hen. In beiden ontwaakt een liefde, een liefde, die hun beider dood zal veroorzaken. De uitverkorene, Matho, wekt den naijver op van Narr Havas. Matho kan de geliefde niet vergeten als hij weer vertrokken is met de huurtroepen, hij weet terug te gaan en binnen het paleis te komen. Daar gaat hij er toe over den wónderdoenden sluier van de godin Tanit te stelen in de hoop haar te kunnen veroveren. Het is echter op straffe des doods verboden dezen sluier, .die uit den hemel is gevallen, aan te raken. Salammbo schrikt dan ook zóó hevig als zij Matho zoo bespeurt, dat zij om hulp roept en hij moet ontvluchten. Matho wordt een der aanvoerders van de hulptroepen en zijn oude vijand Narr Havas heeft zich in schijn met hem verzoend en zich bij hem aangesloten. Hij zal hem echter aan Carthago verraden ... Als door het huurleger aanvankelijk groote successen worden behaald, wijten de Carthagers dit aan het verlies van den heiligen sluier. De sluwe Moloch, opperpriester, jaleersch op de door hem vermoedde liefde van Salammbo en Matho wil hun beider ondergang bewerken en geeft Salammbo in, den sluier in de tent van den vijandigen generaal te gaan halen. Salammbo ontmoet Matho, maar herinnert zich
WOORDEN EN MUZIEK VAN JAN KIEVITS
JJe-vux/- tuu^^uttweerant.wa/.kenWMiide ww/.i&zió'Vooz.fa.
oo
^_—^—^-^—^—^^^^^^^^—^
H
M-^f
^
oo
mil
-»■O/^-^O-w
O Q
M
.
o o
M
H 0 H
■
1,
ftjBW
to*J>
voor voor voor . voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
00
Als de bloemetjes weer gaan bloeien, Als de blaadjes weer gaan groeien, Als t zonnetj al heerlijk brandt, Dan komt de lente in het land. Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME. i Vso
-ä—
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ
■
DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
r^ o
;©;
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 .... WITTE DE W1THSTRAAT 88
M Xo© oo
0 o *-
Naar het meesterwerk van Gustave Flaubert „Salammbo" is door de WiltonMetro-Goldwyn Distr. Corp. een film in omloop gebracht, die Salammbo's liefdes-drama op tragedische wijze voor oogen toovert. Salammbo, de dochter van den Carthaagschen admiraal Hamilcar Barca, ver van de wereld opgevoed, is 'opgesloten in haar vader's paleis. Tot haar ooren klinkt evenwel het rumoer op van de feestende en zwelgende huurtroepen in haar vader's tuinen, 't Was aan het einde van den eersten Tunischen oorlog (264—241) vóór Christus. Langs de eindelooze trappen van het paleis daalt zij af en bevindt zich plotseling vlak bij de tafel, waar de aanvoerders zitten. Zij spreekt hen toe en wenscht een beker wijn ten dronk te reiken aan een der bevelhebbers. Plotseling wordt zij getroffen door de mannelijke en toch zachte gelaat suit-
■/
•
TJI^^T
''
^BB
'TST^ EB,
\ 'S
• >
'm.--'
• ^spw 1
.?•>■'■
'/Vi
/
{
O
>
■•■
■ 4Ê0^
r
j >
-
^^~——
haar plicht en vlucht met den sluier. Hamilcar teruggekeerd, laat zich ten slotte overhalen het opperbevel te aanvaarden over het Carthaagsche leger en eindelijk, vooral ten gevolge van het verraad van Narr Havas, worden de huurtroepen vernietigd. Matho, die men levend vangen wil, wordt als prooi gegeven aan de wraaklust en aan de bioeddorst ' van het gepeupel, dat hem een langzamen dood doet sterven, zóó gruwelijk en wreed als men slechts in de oudheid uitdenken kon. De afschuwelijke foltering, voltrokken aan den man, dien zij bemint, grijpt Salammbo zóó aan. dat haar 't hart breekt . . . Zoo stierf de dochter van Hamilcar, daar zij den sluier van Tanit had aangeraakt . . . Het W.B.-Theater te Rotterdam vertoont deze artistieke Fransche film, die met zooveel zorg in elkaar is gezet.
■...;-
■
■--■■■.
rH9122
PRIJS 15 CU
(Sinema&
WEEKBLAD;
<:
^Fieöil:ep
■'■/.■: ■•■/■:•-,.,.,-.;..;: 'r.X'-:.-^:>:-'• :'-i-' - ïï^i-ft
N2123