België & Luxemburg. Trustbox Handleiding WebUI oktober The global language of business

België & Luxemburg

Trustbox Handleiding WebUI oktober 2014

www.gs1belu.org The global language of business

Handleiding WebUI Trustbox

Inhoud 1 De juiste productinformatie voor levensmiddelen die online worden verkocht ................ 4 1.1 Trustbox: de oplossing van Belgilux om te voldoen aan EU-verordening 1169/2011............................................................................................................... 4 2 Opties WebUI ....................................................................................................... 6 3 Gegevens invoeren via de WebUI ............................................................................ 7 Tabblad gegevens ................................................................................................... 7 3.1

Etikettekst (verplicht) ...................................................................................... 7

3.2

Barcode/GTIN (verplicht) ................................................................................. 7

3.3

GLN (verplicht) ............................................................................................... 7

3.4

Land doelmarkt (verplicht) ............................................................................... 8

3.5

GPC ............................................................................................................... 8

3.6

Ingangsdatum ................................................................................................ 8

3.7

Status............................................................................................................ 9

3.8

Identificatie variabele maat .............................................................................. 9

3.9

Identificatie vervangen handelsproduct .............................................................. 9

3.10 Wettelijke benaming (verplicht) ....................................................................... 10 3.11 Netto-inhoud (verplicht) .................................................................................. 10 3.12 Omschrijving formaat ..................................................................................... 10 3.13 Uitlekgewicht ................................................................................................. 11 3.14 Merknaam ..................................................................................................... 11 3.15 Naam van de merkeigenaar ............................................................................. 11 3.16 Naam van de fabrikant ................................................................................... 11 3.17 Exploitant van het levensmiddelenbedrijf (verplicht) ........................................... 12 3.18 Contact GLN .................................................................................................. 12 3.19 Bedrijfsadres (verplicht) .................................................................................. 12 3.20 Oorsprongsverklaring ..................................................................................... 12 3.21 Gebruiksaanwijzing ........................................................................................ 13 3.22 Bijzondere opslagvoorwaarden ......................................................................... 13 3.23 Product-URL .................................................................................................. 13 3.24 Alcoholvolumegehalte ..................................................................................... 13 3.25 Aanvullende bijzonderheden ............................................................................ 14 3.26 Beschrijving productievariant en ingangsdatum.................................................. 14 januari 2014

Volledige inhoud copyright © GS1 België & Luxemburg

pagina 2 van 22


3.27 Een afbeelding van het product toevoegen ........................................................ 14 Tabblad voedingsinformatie .................................................................................... 15 3.28 Porties per verpakking .................................................................................... 15 3.29 Dagelijkse referentie-inname ........................................................................... 15 3.30 Bereidingsstatus ............................................................................................ 15 3.31 Portiegrootte (100 g of 100 ml) ....................................................................... 16 3.32 Grootte gezinsportie ....................................................................................... 16 3.33 Hoeveelheid per 100 g/ml (voor elke nutriënt) [KOLOM1] ................................... 16 3.34 % dag. ref. inname per 100 g/ml (voor elke nutriënt) [KOLOM2] ......................... 17 3.35 Hoeveelheid per gezinsportie (voor elke nutriënt) [KOLOM3] ............................... 17 3.36 % dag. ref. inname per gezinsportie (voor elke nutriënt) [KOLOM4] ..................... 17 3.37 De ‘spiegelfunctie’ gebruiken ........................................................................... 17 Tabblad ingrediënten ............................................................................................. 18 3.38 Ingrediëntenlijst............................................................................................. 18 3.39 Allergenenlijst ................................................................................................ 19 Tabblad allergenen ................................................................................................ 19 3.40 Allergenen ..................................................................................................... 19 Tabblad etiketten................................................................................................... 20 3.41 Etiketten ....................................................................................................... 20 Tabblad claims ...................................................................................................... 20 3.42 Claims .......................................................................................................... 20 Tabblad berichten .................................................................................................. 20 3.43 Berichten ...................................................................................................... 20 Tab valideren ........................................................................................................ 21 3.44 Valideren ...................................................................................................... 21 4 Contact ............................................................................................................... 21

januari 2014


pagina 3 van 22


1 De juiste productinformatie voor levensmiddelen die online worden verkocht In november 2011 publiceerde de Europese Unie (EU) een nieuwe verordening over voedselinformatie die op 13 december 2014 in werking treedt. De verordening wil ervoor zorgen dat de consument een doordachte aankoopbeslissing kan nemen en daartoe toegang heeft tot informatie over het product, zoals de voedingswaarde, de ingrediënten, de gebruiksaanwijzing enz. De verordening vermeldt ook bepaalde etiketteringvoorschriften inzake kleuren, afdrukkwaliteit en lettergrootte, en stipuleert dat de elementaire productinformatie ook beschikbaar moet zijn voor de consument die online voorverpakte levensmiddelen koopt (= verkoop op afstand). Een korte samenvatting van het hoofdstuk over verkoop op afstand: De Europese verordening betreffende de verstrekking van voedselinformatie (1169/2011) vereist dat een aanzienlijke hoeveelheid voedselinformatie beschikbaar is voor de consument voordat de aankoop van de voorverpakte levensmiddelen via een website, app of andere verkoopmethode op afstand plaatsvindt. Deze verplichte informatie moet beschikbaar zijn op of via de website of een ander elektronisch kanaal. Als de informatie niet beschikbaar is voordat de aankoop plaatsvindt, mogen de voorverpakte levensmiddelen niet worden verkocht. Indien de merkeigenaar de relevante informatie niet in een elektronisch formaat beschikbaar stelt aan de handelaar, zal deze laatste het moeilijk hebben om de voedingswaren via zijn website te verkopen. Er moet een systematische samenwerking bestaan tussen de merkeigenaar en de handelaar om ervoor te zorgen dat de juiste, volledige en verplichte voedselinformatie beschikbaar is voor de consument voordat de aankoop plaatsvindt. Deze verordening legt een duidelijke verantwoordelijkheid bij de toevoerketen om ervoor te zorgen dat de informatie op de verpakking ook beschikbaar is voor de consument wanneer die online levensmiddelen aankoopt.

1.1 Trustbox: de oplossing van Belgilux om te voldoen aan EUverordening 1169/2011 Aangezien een groot deel van de Belgilux levensmiddelen- en geneesmiddelensector momenteel nog geen gebruikmaakt van de Central Data Bank (datapool voor de uitwisseling van productinformatie; onderdeel van GDSN (Global Data Synchronisation Network), een wereldwijd netwerk van meer dan 30 erkende datapools) of een andere GDSN-datapool voor de uitwisseling van productinformatie, besloot GS1 België & Luxemburg om een andere oplossing (trustbox) te voorzien en zo tijdig aan verordening 1169/2011 te voldoen. Trustbox is een submerk van GS1 België & Luxemburg en werd ontwikkeld volgens de internationale GS1-standaard voor gegevensbronnen. In dit document vindt u meer informatie over hoe u productinformatie handmatig invoert via de WebUI om te voldoen aan de verordening: welke gegevens invoeren, hoe, waar enz. De verordening zelf wordt niet in detail toegelicht in de handleiding, maar er wordt verwezen naar januari 2014


pagina 4 van 22


specifieke delen ervan. Houd er rekening mee dat de gegevens op het fysieke etiket de basis zijn voor de informatie die u invoert (althans voor een groot deel van de attributen). De procedures om productinformatie te verstrekken via de Excel-upload en GDSN-verbinding staan beschreven in afzonderlijke handleidingen.

januari 2014


pagina 5 van 22


2 Opties WebUI Trustbox is toegankelijk via de volgende URL: http://trust-box.be/. Gebruikers kunnen zich bij trustbox aanmelden met hun persoonlijke e-mailadres, GLN en wachtwoord (verstrekt door GS1 België & Luxemburg).1 Zodra ze zijn ingelogd, krijgen gebruikers het volgende dashboard te zien in trustbox:

Dashboard ‘Productbeheer’: het aantal producten in een bepaalde status o Geladen: Een gebruiker met bewerkingsrechten heeft het product ingevoerd en de gegevens opgeslagen. Deze producten zijn niet zichtbaar voor de ontvangers van de data. o Geverifieerd: Een gebruiker met controlerechten heeft vastgesteld dat de productgegevens juist waren. Deze producten zijn niet zichtbaar voor de ontvangers van de data. o Herzien: Een gebruiker met controlerechten heeft vastgesteld dat de productgegevens fout waren (status ‘Fout’). Deze producten zijn niet zichtbaar voor de ontvangers van de data. o Gevalideerd: Een gebruiker met valideringrechten heeft de status gewijzigd naar ‘Gevalideerd’. Daardoor is het product zichtbaar geworden voor alle ontvangers van data die aangesloten zijn op trustbox.  Productoverzicht: bekijk de beschikbare producten in uw trustboxaccount  Product toevoegen: voeg een volledig nieuw product toe



1

Bedrijven die zich nog niet inschreven voor trustbox, kunnen http://gs1belu.org/nl/projecten/trustbox/stappenplan een wachtwoord aanvragen. januari 2014


pagina 6 van 22

via


 Product zoeken: zoek een product op basis van de beschikbare criteria  Gebruikersinstellingen: klik op het e-mailadres bovenaan (waar nu staat ‘[email protected]’ – gebruikersinstellingen) om de taal van de interface te wijzigen

3 Gegevens invoeren via de WebUI In dit hoofdstuk lichten we de verschillende velden in trustbox toe die aan bod komen wanneer u een nieuw product aanmaakt.

Tabblad gegevens 3.1 Etikettekst (verplicht) Definitie:

De etikettekst, een letterlijke weergave van de tekst vermeld op het productetiket, in dezelfde woordvolgorde als op de verpakking. Dit is NIET de wettelijke benaming. Instructie: Deze benaming is de belangrijkste identificatie van een product op een website. De gebruikers moeten dit attribuut invullen om aan de eindgebruikers duidelijk te maken over welk product het gaat. De merknaam en netto-inhoud maken vaak deel uit van de etikettekst. Dit is een verplicht veld voor trustbox. In de WebUI is het mogelijk om het attribuut in verschillende talen in te vullen. Gebruik dezelfde talen als op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: << vanilledrank 200 ml >>, <> GDSN-attribu(u)t(en): LabelDescription (AVP-attribuut)

3.2 Barcode/GTIN (verplicht) Definitie:

Global Trade Item Number, een numerieke waarde voor de unieke identificatie van een handelsproduct op internationaal niveau. Een GTIN begint altijd met het internationale bedrijfsprefix van de merkeigenaar. Instructie: Gebruik dit veld voor de unieke identificatie van het product op internationaal niveau. Gebruik altijd 14 cijfers wanneer u de barcode/GTIN invoert. Telt uw barcode geen 14 cijfers? Voer dan voor het nummer nullen in tot dat wel het geval is. Voorbeeld: 05410000999993 GDSN-attribu(u)t(en): globalTradeItemNumber

3.3 GLN (verplicht) Definitie:

januari 2014

Het GLN en bijkomende identificatiegegevens van de partij die de informatie over het handelsproduct verstrekt.


pagina 7 van 22


Instructie:

Als de gebruiker toegang heeft tot slechts 1 GLN, wordt het 13-cijferige nummer automatisch ingevuld. Indien de gebruiker meerdere (sub)GLN heeft, kies dan het juiste GLN in het uitrolmenu. Voorbeeld: 5449000000002 GDSN-attribu(u)t(en): informationProviderOfTradeItem

3.4 Land doelmarkt (verplicht) Definitie: Instructie:

Informatie over de doelmarkt van het handelsproduct. Voer de markt in waarin het product zal worden gecommercialiseerd. Aangezien trustbox momenteel nog een Belgilux oplossing is, zijn België en Luxemburg de enige geldige opties. Als hetzelfde product wordt verkocht in België en Luxemburg, gebruik dan België als doelmarkt. Doelmarkt Luxemburg mag alleen worden gebruikt voor producten die uitsluitend in Luxemburg worden verkocht. Voorbeeld: België GDSN-attribu(u)t(en): targetMarketCountryCode (met gebruik van een codelijst)

3.5 GPC Definitie:

Global Product Classification Code: een code die een categorie in de GPCproductclassificatie identificeert (‘brick’). Instructie: Dit veld is optioneel in trustbox. Gebruikers van de WebUI kunnen een GPCcode invoeren met behulp van een brickcode uit de GPC browser. Bedrijven die GDSN gebruiken als gegevensbron, moeten deze code invoeren in hun GDSN-datapool. De code die werd gebruikt in GDSN wordt daarna overgebracht naar trustbox. Voorbeeld: 10000160 (koekjes (bederfelijk)) GDSN-attribu(u)t(en): classificationCategoryCode

3.6 Ingangsdatum Definitie:

De datum waarop de informatie van de stamgegevens actief wordt. De ingangsdatum kan worden gebruikt bij het aanmaken van een nieuw handelsproduct of om aan te duiden dat de informatie over een bestaand handelsproduct is gewijzigd. De datum geeft dan aan wanneer de verandering actief wordt. Instructie: Dit veld is optioneel in trustbox. Op dit moment hoeven gebruikers van de WebUI deze gegevens niet in te vullen. Bedrijven die GDSN gebruiken als gegevensbron, moeten deze datum invoeren in hun GDSN-datapool. De datum die werd gebruikt in GDSN wordt daarna overgebracht naar trustbox. Voorbeeld: 15-10-2014 GDSN-attribu(u)t(en): effectiveDate

januari 2014


pagina 8 van 22


3.7 Status Definitie: Instructie:

De status van het product (‘geladen’, ‘geverifieerd’, ‘herzien’, ‘gevalideerd’). De status van het product wordt automatisch ingevuld, maar kan wijzigen door bepaalde handelingen van de gebruikers. Voorbeeld: Gevalideerd GDSN-attribu(u)t(en): Niet van toepassing: Als een product wordt gepubliceerd vanuit GDSN, krijgt het automatisch de status ‘GEVALIDEERD’ in trustbox. Wanneer er vanuit GDSN een bericht ‘Publicatie ongedaan maken’ wordt gestuurd, wijzigt de status opnieuw naar ‘GELADEN’.

3.8 Identificatie variabele maat Definitie:

Nationale code gebruikt voor handelsproducten met variabele hoeveelheden (prefixen 295, 296 en 28). Instructie: Dit veld is voorbehouden voor producten met een variabele hoeveelheid (prijs of gewicht) die niet worden geïdentificeerd met een standaard-GTIN maar met een nationale code die begint met het prefix 295, 296 of 28. Op het etiket van deze producten wordt vaak het gewicht of de prijs van het afzonderlijke product aangegeven. Aangezien er bij deze producten geen standaard-GTIN wordt afgedrukt op de verpakking, moet de leverancier het product een ‘administratief GTIN’ toekennen en dit invoeren in het veld ‘Barcode/GTIN’. Het nationaal nummer (met prefix 295, 296 of 28) dat op het product is afgedrukt, moet in het veld ‘Identificatie variabele maat’ worden vermeld. De posities voor de variabele prijs/het variabele gewicht worden daarbij opgevuld met nullen. Voorbeeld: Op de verpakking van een stuk vlees staat de volgende barcode: 2951234503509. Deze barcode geeft aan dat het product een variabel gewicht heeft en dat de prijs voor dit afzonderlijke product 3,50 euro bedraagt. De leverancier moet in trustbox een administratief GTIN aanmaken (op basis van zijn eigen bedrijfsprefix) om het product te kunnen aanmaken (bijv. barcode/GTIN = 05410000222223). In het veld ‘Identificatie variabele maat’ moet de leverancier de nationale identificatie van het product vermelden (maar zonder de werkelijke prijs, aangezien deze waarde voor elk product verschillend is) = 2951234500003. GDSN-attribu(u)t(en): additionalTradeItemIdentificationValue + additionalTradeItemIdentification Type

3.9 Identificatie vervangen handelsproduct Definitie: Instructie:

januari 2014

Geeft de identificatie van een handelsproduct weer dat definitief is vervangen door een ander handelsproduct. Als een product wordt vervangen door een ander product, kan de gebruiker in dit veld de barcode/GTIN vermelden van het product dat wordt vervangen.


pagina 9 van 22


Gebruik altijd 14 cijfers om de barcode/GTIN van het vervangen product aan te duiden. Voorbeeld: Product B vervangt product A. Op het productblad van product B kan de leverancier de barcode/GTIN van Product A vermelden (bijv. 05410000222223). GDSN-attribu(u)t(en): replacedTradeItemIdentification

3.10 Wettelijke benaming (verplicht) Definitie:

De voorgeschreven, gereguleerde (wettelijke) of generische productnaam of benaming die de aard van het levensmiddel beschrijft en voldoende nauwkeurig is om het te onderscheiden van andere levensmiddelen, overeenkomstig de landspecifieke richtlijnen. Instructie: Voer de wettelijke benaming in zoals vermeld op het etiket. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. In de WebUI is het mogelijk om het attribuut in verschillende talen in te vullen. Voorbeeld: <> GDSN-attribu(u)t(en): regulatedProductName (AVP-attribuut)

3.11 Netto-inhoud (verplicht) Definitie:

De hoeveelheid handelsproduct in een verpakking, meestal zoals vermeld op het etiket. Instructie: Voer de netto-inhoud van de verpakking (= excl. verpakking enz.) in. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Voorbeeld: 500 ml GDSN-attribu(u)t(en): netContent + unitOfMeasure

3.12 Omschrijving formaat Definitie:

Een alfanumeriek formaat dat de merkeigenaar aan de consument wil meedelen. Instructie: Aanvullende informatie over de samenstelling van het product die naast de netto-inhoud op de verpakking is afgedrukt. U kunt deze informatie in meerdere talen invullen in dit veld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: Een verpakking met de vermelding 100 g (5 x 20 g): 100 g wordt ingevoerd als netto-inhoud en 5 x 20 g als omschrijving formaat. GDSN-attribu(u)t(en): descriptiveSize +language

januari 2014

Volledige inhoud copyright © GS1 België & Luxemburg pagina 10 van 22


3.13 Uitlekgewicht Definitie: Instructie:

Het gewicht van het handelsproduct nadat de vloeistof is uitgelekt. Voer het gewicht in van het handelsproduct nadat de vloeistof is uitgelekt. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving (indien van toepassing). Voorbeeld: 225 g GDSN-attribu(u)t(en): drainedWeight + unitOfMeasure

3.14 Merknaam Definitie:

De naam die een merkeigenaar gebruikt voor de unieke identificatie van een reeks handelsproducten of diensten. Deze naam is herkenbaar voor de consument. Instructie: Voer de merknaam van het product in. In de WebUI is het mogelijk om het attribuut in verschillende talen in te vullen. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: Coca-Cola GDSN-attribu(u)t(en): brandName

3.15 Naam van de merkeigenaar Definitie: Instructie:

Naam van de partij die eigenaar is van het merk van het handelsproduct. Voer de naam van de merkeigenaar in. Dit veld is niet verplicht om te voldoen aan de FIC-regelgeving indien het veld ‘Exploitant van het levensmiddelenbedrijf’ is ingevuld. ‘Exploitant van het levensmiddelenbedrijf’ is een verplicht veld om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Voorbeeld: The Coca-Cola Company GDSN-attribu(u)t(en): nameOfBrandOwner

3.16 Naam van de fabrikant Definitie: Instructie:

Beschrijvende naam van de fabrikant van het handelsproduct. Voer de naam van de fabrikant van het handelsproduct in. Dit veld is niet verplicht om te voldoen aan de FIC-regelgeving indien ‘Exploitant van het levensmiddelenbedrijf’ is ingevuld. ‘Exploitant van het levensmiddelenbedrijf’ is een verplicht veld om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Voorbeeld: Coca-Cola Enterprises Belgium bvba GDSN-attribu(u)t(en): manufacturerOfTradeItem

januari 2014



3.17 Exploitant van het levensmiddelenbedrijf (verplicht) Definitie:

De naam van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf (belangrijk: kan dezelfde zijn als die van de eigenaar van het merk en/of de fabrikant, maar kan ook de naam zijn van de partij die het recht heeft op de distributie/invoer van het handelsproduct). Instructie: Voer de naam van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf van het handelsproduct in. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FICregelgeving. Voorbeeld: Coca-Cola Enterprises Belgium bvba GDSN-attribu(u)t(en): contactName (AVP-attribuut)

3.18 Contact GLN Definitie:

Het nationale/lokale GLN van een groot bedrijf/holding. Gebruikt voor interne datarouting. Instructie: Dit optionele veld mag alleen worden gebruikt als het GLN van de gegevensleverancier (zie 3.3) niet gelijk is aan het GLN van de lokale contactpersoon. In dit geval kan het lokale 13-cijferige GLN worden vermeld, zodat de handelaars weten met wie ze lokaal contact moeten opnemen. Voorbeeld: 541000099993 GDSN-attribu(u)t(en): contactGLN

3.19 Bedrijfsadres (verplicht) Definitie:

Het postadres van het bedrijf dat verbonden is aan het contacttype, zoals vermeld op het etiket. Instructie: Voer het adres in van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf op het etiket. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. In de WebUI is het mogelijk om het attribuut in verschillende talen in te vullen. Vermeld alle gegevens in doorlopende tekst. Maak geen gebruik van de entertoets om de tekst op te maken! Voorbeeld: BP/PB 400, 1070 Brussel GDSN-attribu(u)t(en): communicationAddress (AVP-attribuut)

3.20 Oorsprongsverklaring Definitie: Instructie:

januari 2014

Een beschrijving van het geografische gebied waar het product mogelijk is ontstaan of verwerkt. Vermeld de oorsprong, indien (en zoals) vermeld op het etiket. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Als er op het etiket geen oorsprong vermeld staat, laat dit veld dan leeg. Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking.



Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: Nederland, Noordzee enz. GDSN-attribu(u)t(en): countryOfOriginStatement (AVP-attribuut)

3.21 Gebruiksaanwijzing Definitie: Instructie:

Aanwijzingen over hoe het product moet worden bereid voor het opdienen. Voer de aanwijzingen voor de bereiding van het product zoals vermeld op het etiket in. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving (indien relevant). Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: << Verhit de pan en bak het vlees 4 tot 6 minuten>> GDSN-attribu(u)t(en): UnspecifiedPreparationTypePreparationInstructions (AVP-attribuut)

3.22 Bijzondere opslagvoorwaarden Definitie:

Legt uit hoe de consument het product moet bewaren en gebruiken. Tekst die normaal op het etiket staat of bij het product wordt gevoegd. Instructie: Voer alle opmerkingen in die verwijzen naar het gebruik of de bewaring van het product zoals vermeld op het etiket. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving (indien van toepassing). Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: << koel bewaren>>, <> GDSN-attribu(u)t(en): consumerUsageStorageInstruction

3.23 Product-URL Definitie: Instructie:

Link naar de website van de eigenaar van het product of merk. Voer een link in naar het handelsproduct op een website (indien beschikbaar). Dit is geen verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Voorbeeld: https://www.cocacolabelgium.be GDSN-attribu(u)t(en): Externe informatie handelsproduct: typeOfInformation (web-URL)+ fileName

3.24 Alcoholvolumegehalte Definitie:

januari 2014

Het alcoholvolumegehalte in een drank.



Instructie:

Voer het volumepercentage alcohol in een drank in (verplicht om te voldoen aan de FIC-regelgeving indien van toepassing en > 1,2 % vol). Vermeld alleen de waarde en niet het symbool ‘%’. Voorbeeld: 5 GDSN-attribu(u)t(en): percentageOfAlcoholByVolume

3.25 Aanvullende bijzonderheden Definitie:

Een beschrijving van om het even welke etiketinformatie op het product die verplicht is voor de toonbank. Info uit bijlagen III en VI van de verordening. Instructie: Verplicht om te voldoen aan de FIC-regelgeving (verkoop op afstand) indien vermeld op het etiket. Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: <> GDSN-attribu(u)t(en): compulsoryAdditivesLabelInformation + language

3.26 Beschrijving productievariant en ingangsdatum Definitie:

Vrije tekst die door de fabrikant is toegewezen om de productievariant te beschrijven (bijv. verpakking serie ‘X’, verpakking serie ‘Y’ enz.) en de startdatum ervan te vermelden. De variant is van toepassing op producten waarbij op de verpakking een datum staat (“ten minste houdbaar tot” of “vervaldatum”) die op of na de ingangsdatum valt. Instructie: Deze velden worden momenteel niet gebruikt door de Belgilux gegevensontvangers en mogen leeg blijven. Neem voor meer informatie over het gebruik van productvarianten contact op met GS1 België & Luxemburg. Voorbeeld: Nieuw recept X, 15-10-2014 GDSN-attribu(u)t(en): productionVariantDescription + productionVariantEffectiveDate

3.27 Een afbeelding van het product toevoegen Definitie:

Instructie:

januari 2014

Op het tabblad ‘Gegevens’ kunt u twee foto’s van het product toevoegen. De foto’s zijn zichtbaar voor de eindgebruiker. De bovenste foto (URL van de productafbeelding) is de afbeelding die normaal wordt getoond. De onderste foto (URL van de miniatuurweergave) is de afbeelding die wordt gebruikt voor kleinere weergaven van het product (thumbnails, bijv. bij zoekresultaten). Houd er rekening mee dat de foto’s op webpagina’s en smartphones worden geladen. Zorg ervoor dat de foto’s niet te groot zijn, want consumenten willen niet wachten tot een afbeelding geladen is. Op dit moment zijn er geen specifieke regels voor het formaat van de afbeeldingen.



Voorbeeld:

GDSN-attribu(u)t(en):

Externe informatie handelsproduct.

Tabblad voedingsinformatie 3.28 Porties per verpakking Definitie: Het totale aantal porties in de verpakking. Instructie: Verplicht om te voldoen aan de FIC-regelgeving indien vermeld op het etiket. Voorbeeld: 2 GDSN-attribu(u)t(en): NumberofServingsPerPackage

3.29 Dagelijkse referentie-inname Definitie:

Vrij tekstveld voor de basis waarop de dagelijkse referentie-inname per nutriënt is berekend. Instructie: Verwijs naar de dagelijkse referentie-inname, zoals vermeld op het etiket. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Voorbeeld: << gebaseerd op een dieet van 2000 kilocalorieën >> GDSN-attribu(u)t(en): DailyValueIntakeReference

3.30 Bereidingsstatus Definitie: Instructie:

januari 2014

Code die aangeeft of de voedingsinformatie van toepassing is op het bereide of niet-bereide product. Selecteer BEREID of NIET BEREID en voer de voedingsinformatie in voor de bereidingsstatus in kwestie. BEREID betekent dat de voedingswaarden van Volledige inhoud copyright © GS1 België & Luxemburg pagina 15 van 22


toepassing zijn wanneer de consument het product bereidt (bijv. na toevoeging van melk of water, na bakken enz.). Voorbeeld: NIET BEREID GDSN-attribu(u)t(en): preparationState

3.31 Portiegrootte (100 g of 100 ml) Definitie:

Hoeveelheid waarmee de voedingsinformatie in de eerste twee kolommen van de voedingswaardetabel is aangegeven. Instructie: Geef aan of de voedingsinformatie in de eerste twee kolommen is berekend op basis van een hoeveelheid van 100 g of 100 ml. Volgens de FICregelgeving is het verplicht om de voedingsinformatie op zijn minst per 100 g of 100 ml te verstrekken. Voorbeeld: 100 g of 100 ml GDSN-attribu(u)t(en): servingSize

3.32 Grootte gezinsportie Definitie:

Vrij tekstveld voor de grootte van de gezinsportie waarmee de voedingsinformatie in de laatste twee kolommen van de voedingswaardetabel is aangegeven. Instructie: Vermeld de standaardgrootte van een gezinsportie voor het handelsproduct. Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: een glas van 250 ml, een koekje van 30 g GDSN-attribu(u)t(en): HouseholdServingSize

3.33 Hoeveelheid per 100 g/ml (voor elke nutriënt) [KOLOM1] Definitie:

Meetwaarde die de hoeveelheid van een nutriënt in het product aanduidt per 100 g/ml. Instructie: Vermeld de hoeveelheid nutriënt per 100 g/ml. Dit is een verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving voor de verplichte nutriënten (energiewaarde, vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, eiwitten, zout). Voorbeeld: 35 GDSN-attribu(u)t(en): QuantityContained (+ UoM, NutrientTypeCode, MeasurementPrecision, preparationState)

januari 2014



3.34 % dag. ref. inname per 100 g/ml (voor elke nutriënt) [KOLOM2] Definitie:

Het percentage (%) dagelijkse referentie-inname van een nutriënt zoals aanbevolen door de overheden van de doelmarkt. Wordt uitgedrukt in verhouding tot 100 g/ml en de dagelijkse referentie-inname. Instructie: Dit is geen verplicht veld om te voldoen aan de FIC-regelgeving, behalve voor vitaminen en mineralen (een percentage per 100 g/ml in combinatie met de absolute hoeveelheid per 100 g/ml is verplicht). Voorbeeld: 6 GDSN-attribu(u)t(en): percentageOfDailyValueIntake (+UoM, nutrientTypeCode, measurementPrecision, preparationState)

3.35 Hoeveelheid per gezinsportie (voor elke nutriënt) [KOLOM3] Definitie:

Meetwaarde die de hoeveelheid van een nutriënt in het product aanduidt per gezinsportie (‘per portie’, zie 3.32). Instructie: Dit is een optioneel attribuut en niet verplicht om te voldoen aan de FICregelgeving. Voorbeeld: 10 GDSN-attribu(u)t(en): QuantityContained (+ UoM, NutrientTypeCode, MeasurementPrecision, preparationState)

3.36 % dag. ref. inname per gezinsportie (voor elke nutriënt) [KOLOM4] Definitie:

Het percentage (%) dagelijkse referentie-inname van een nutriënt zoals aanbevolen door de overheden van de doelmarkt. Wordt uitgedrukt in verhouding tot de gezinsportie (‘per portie’, zie 3.32) en de dagelijkse referentie-inname. Instructie: Dit is een optioneel veld en niet verplicht om te voldoen aan de FICregelgeving. Voorbeeld: 6 GDSN-attribu(u)t(en): percentageOfDailyValueIntake (+UoM, nutrientTypeCode, measurementPrecision, preparationState)

3.37 De ‘spiegelfunctie’ gebruiken Definitie:

januari 2014

Op het tabblad ‘Voedingsinformatie en ingrediënten’ is het mogelijk om foto’s toe te voegen van de voedingsinformatie of de ingrediëntenlijst op de verpakking. De WebUI heeft een functie om in te zoomen op deze foto van de voedingsinformatie of de ingrediëntenlijst. Zo kan de gebruiker de gegevens op de verpakking en in trustbox b2c naast elkaar leggen om ze te valideren of gemakkelijker te kunnen invoeren. BELANGRIJK: deze afbeelding wordt niet



Instructie:

naar de gegevensontvangers gestuurd en is uitsluitend bestemd voor intern gebruik. Klik op de rode knop om deze functie te gebruiken. Blader naar de afbeelding van de voedingsinformatie of de ingrediëntenlijst die u wilt gebruiken ter vergelijking of om de gegevens in te voeren. Beweeg met het vierkant over de eerste afbeelding om de inhoud ervan te vergroten.

Voorbeeld:

Tabblad ingrediënten 3.38 Ingrediëntenlijst Definitie: Instructie:

januari 2014

Informatie over de wezenlijke ingrediënten waaruit het product bestaat, in doorlopende tekst. Exacte kopie van de ingrediëntenlijst op de verpakking. Exacte kopie van de ingrediëntenlijst op de verpakking. Moet in alle relevante talen (op de fysieke verpakking) worden ingevoerd. Het veld moet altijd beginnen met het woord “Ingrediënten:” in de betreffende taal. Maak geen gebruik van de entertoets om de tekst op te maken. Vermeld alle gegevens in doorlopende tekst. Indien het etiket informatie vermeldt over de visserijzone of vismethode, kunt u deze gegevens zoals op het etiket invoeren na de ingrediëntenlijst. Voetnoten maken ook deel uit van de ingrediëntenlijst. U kunt ook percentages en categorieën opnemen in deze lijst. Vette, cursieve of onderstreepte tekst kunt u niet uploaden in de datapool. Het is daarom aanbevolen om allergenen of ingrediënten die allergenen bevatten in te voeren in HOOFDLETTERS, zodat de gegevensontvanger (en de consument) ze duidelijker ziet in de ingrediëntenlijst. Daarnaast moet u allergenen afzonderlijk invoeren op het tabblad ‘Allergenen’ (zie hieronder). Volledige inhoud copyright © GS1 België & Luxemburg pagina 18 van 22


Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: Ingrediënten: tomaten (20 %), water, MELK, zout. GDSN-attribu(u)t(en): ingredientStatement

3.39 Allergenenlijst Definitie:

Beschrijving in doorlopende tekst van de aan- of afwezigheid van allergenen, zoals bepaald door lokale regels en voorschriften. Instructie: Voer hier de ingrediënten of hulpstoffen in (vermeld in bijlage II van de EUverordening 1169 of afgeleid van stoffen of producten uit die bijlage) die allergieën of intoleranties veroorzaken, en die zijn gebruikt bij de vervaardiging of bereiding van een levensmiddel en in het eindproduct aanwezig zijn, zelfs in een andere vorm dan aangegeven in de ingrediëntenlijst. Scheid de allergenen van elkaar met een ‘,’. Het is de bedoeling om een exacte kopie te maken van de ingrediënten die allergenen bevatten of van de eigenlijke allergenen die in vet, cursief of hoofdletters in de ingrediëntenlijst worden vermeld. Hierdoor kunnen handelaars de ingrediëntenlijst afstemmen op de informatie over allergenen en deze informatie markeren in de ingrediëntenlijst op hun website (bij voorkeur in vet). Het gebruik van de allergenenlijst is optioneel! Dit veld kan in meerdere talen worden ingevuld. Gebruik dezelfde talen als vermeld op de verpakking. Voor België en Luxemburg raden we aan om ten minste Nederlands en Frans te gebruiken. Voorbeeld: Melk, selderij GDSN-attribu(u)t(en): allergenstatement

Tabblad allergenen 3.40 Allergenen Definitie: Instructie:

januari 2014

Aanduiding van de aanwezige allergenen, zoals vermeld op het etiket. Als het product stoffen/ingrediënten bevat die tot een van de soorten allergenen behoren (vermeld in de FIC-regelgeving), specificeer dan de aanwezigheid van het aangegeven allergeen (etiket links): ‘bevat’ = het product bevat een stof/ingrediënt die/dat behoort tot dit type allergeen. ‘kan bevatten’ = het product kan een stof/ingrediënt bevatten die/dat behoort tot dit type allergeen. ‘bevat niet’ = op het etiket staat duidelijk vermeld dat het product een bepaalde stof/ingrediënt die/dat behoort tot dit type allergeen niet bevat. Volledige inhoud copyright © GS1 België & Luxemburg pagina 19 van 22


‘onbekend’ = als er op het etiket geen melding wordt gemaakt van de aan- of afwezigheid van het allergeen. Voorbeeld: bevat (vakje in deze kolom aangevinkt) GDSN-attribu(u)t(en): AllergenTypeCode + LevelOfContainment (+ AllergenSpecificationAgency, AllergenSpecificationName)

Tabblad etiketten 3.41 Etiketten Definitie:

Attributen die het mogelijk maken om bepaalde kenmerken te identificeren waaraan het handelsproduct voldoet. Instructie: Vink het vakje voor het kenmerk aan als het handelsproduct eraan voldoet. Dit is geen verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving. Voorbeeld: << Koosjer>>, <>, <> GDSN-attribu(u)t(en): n.v.t.

Tabblad claims 3.42 Claims Definitie:

Vrij tekstveld dat kan worden gebruikt voor gezondheids-, voedings- of marketingclaims (geselecteerd uit een goedgekeurde EU-lijst). Instructie: Voer de gepaste claims in (op het vlak van gezondheid, voeding of marketing). In de WebUI is het mogelijk om de claims in verschillende talen in te vullen. Dit is een verplicht veld om te voldoen aan de FIC-regelgeving indien vermeld op het etiket. In de WebUI is het mogelijk om dit attribuut in verschillende talen in te vullen. Voorbeeld: << helpt cholesterol te verlagen >> GDSN-attribu(u)t(en): healthClaim, NutritionalClaim and/or TradeItemMarketingMessage

Tabblad berichten 3.43 Berichten Definitie: Instructie:

Rechtstreeks/persoonlijk bericht (afbeelding, bon ...). Kies een van de voorgestelde berichten of laad een aangepast bericht voor de gebruiker (afbeeldingen moeten 282 x 47 of kleiner zijn). Dit is GEEN verplicht attribuut om te voldoen aan de FIC-regelgeving, maar het is verplicht om een van de aangeboden berichten te kiezen (of een nieuw te uploaden) wanneer u de WebUI gebruikt. Voorbeeld: << trustbox logo >> GDSN-attribu(u)t(en): /

januari 2014



Tab valideren 3.44 Valideren Definitie: Instructie:

Voorbeeld:

Functie om het handelsproduct te valideren. Wanneer alle nodige gegevens zijn ingevuld, vink dan het vakje om te valideren aan en klik op ‘Wijzigingen opslaan’. Gevalideerde producten zijn beschikbaar voor de gegevensontvangers van trustbox. Dit is het geval zolang het product de status ‘gevalideerd’ heeft. Om wijzigingen aan te brengen aan het product, wijzigt u de status van het product van ‘gevalideerd’ naar ‘geladen’. Breng vervolgens de wijzigingen aan en valideer het product opnieuw. Valideren (vakje is aangevinkt) + wijzigingen opslaan

BELANGRIJK:

Negeer het bericht over het scannen van de barcode. Deze functie bestaat niet meer in trustbox. GDSN-attribu(u)t(en): /

4 Contact Hoewel we alle mogelijke inspanningen hebben geleverd om ervoor te zorgen dat de inhoud van dit document juist is, wijst GS1 België & Luxemburg elke aansprakelijkheid voor mogelijke fouten of weglatingen in deze publicatie af. Vragen over de inhoud van deze publicatie? Neem contact op met de trustbox helpdesk van GS1 België & Luxemburg via +32 (0)2 229 18 97 of [email protected].

januari 2014



januari 2014

GS1 België & Luxemburg Koningsstraat 76 b1 BE – 1000 Brussel T +32 (0) 2 229 18 80 F +32 (0) 2 217 43 47 Volledige inhoud copyright © GS1 België & Luxemburg pagina 22 van 22 E [email protected] www.gs1belu.org GS1 is een geregistreerd handelsmerk van GS1 AISBL

België & Luxemburg. Trustbox Handleiding WebUI oktober The global language of business

Recommend Documents