Inleiding Het project Kunstructeur is bedoeld om leerlingen van de basisschool en onderbouw voortgezet onderwijs, kennis te laten maken met kunst en techniek binnen het onderwijs. Beleving, verbeelding en verwondering als basis voor talentontwikkeling staan hierbij centraal. Hieraan liggen kerndoelen ten grondslag op het gebied van Oriëntatie op jezelf en de wereld, Natuur en techniek en Kunstzinnige oriëntatie. Maar ook van Nederlands en Rekenen. Een logboek met een stappenplan is als hulpmiddel bedoeld om de leerlingen stapsgewijs door het project leiden en daarnaast meteen als verslaggevingsportfolio dienst doen.
Op basis van deze ervaring en verslaggeving kunnen reflectiegesprekken plaatsvinden.
Per stap of fase zijn voorbeelden van kern- en leerdoelen (in het primair onderwijs) aangegeven . Naast deze handleiding is meer hulpmateriaal te vinden via de site Kunstructeur.nl.
Kunstructeur Elk jaar kent het project Kunstructeur een andere werktitel. Een actuele tentoonstelling op het gebied van hedendaagse kunst en/of vormgeving in het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch wordt daarbij als inspiratie gebruikt.
De technische nadruk kan liggen op - processen: wat voor veranderingsprocessen zijn er mogelijk binnen het materiaal, onder welke verschillende fasen en welke handelingen kunnen veranderingen beïnvloeden? - constructies: hoe maak je stevige verbindingen? - bewegingen: welke bewegingstechnieken kun je inzetten om bijvoorbeeld iets te laten knikken, draaien, open of dicht te laten gaan? - krachten: werk je met magnetisme, licht, elektriciteit, wind, water, geluid? De kunstzinnige nadruk ligt natuurlijk op de vormgeving: welk gevoel, boodschap of verhaal wil je overbrengen?
Voorbeelden van opdracht toelichtingen Bij Dansende Beelden (2009) was het de bedoeling een beeld te maken met minimaal één beweging. Bij het project Illusierator (2010) werden de leerlingen uitgedaagd om een onvoorstelbare illusierator te ontwerpen en te maken, een generator van illusies, een fantasiemachine. In het project Transformeters (2011) werden de leerlingen uitgedaagd om machines te bedenken en te maken die redden wat er volgens hen gered moet worden. Of ze nu de padden tijdens de paddentrek of de spin die op het toilet woont willen redden, hun favoriete spijkerbroek voor slijtage willen behoeden of zich bekommeren om de haaruitval van hun vader, want elke reddingspoging in dit project is op te lossen met een heldhaftige technische creatie! Bij Transformeters (2012) ging het om het maken van grappige installaties waar je graag naar kijkt , luistert, voelt of mee bezig bent. Kun je met gebruik van geluid, elektriciteit, magnetisme of temperatuur iets omvormen naar zo’n kunstig werk? In Processors (2013) stond de vormverandering van een materiaal centraal. Iets vloeibaars wordt iets kneedbaars of iets kneedbaars wordt hard. Processors: het beïnvloeden van stofeigenschappen, zoals bij scheikundige processen, maar ook bij het bereiden van recepten. Vorm en eigenschappen kunnen veranderen door scheikundige processen, maar ook door natuurkundige zoals druk, temperatuur of beweging. Handelingen daarbij kunnen zijn: gieten, mengen, kneden, blazen, bakken. Bij Body-Bouwers (2014) is de opdracht om een spannend pantser te ontwerpen, een vreemd bouwsel of een fantastisch nieuw wezen te bedenken en vorm te geven:. Opdracht: maak een Body-Bouwsel met een buitenkant én een binnenkant. Laat je inspireren door kunst, de natuur en de dingen om je heen. Haal een bestaand object uit elkaar, keer het binnenstebuiten en bouw het om tot een nieuwe vorm.” Misschien ga jij nog een stapje verder en zet je het Body-Bouwsel in beweging?”
Kernbegrippen
Kernvaardigheden
Fase 1 Inspiratie en Verkenning In de eerste fase wordt kennis gemaakt met de opdracht en wordt deze verkend om er een beeld en gevoel bij te krijgen. Je kunt hier verschillende didactische werkvormen voor gebruiken, zoals een kringgesprek of rollenspel. Gebruik hierbij ook de inspiratiebeelden via Kunstructeur.nl. Dit is vooral de fase van eerste oriënterende vragen zoals: - wat weten we zelf al van het onderwerp?(waar denk je aan?) - waarom gaan we iets maken? (is het een oplossing voor iets?) - wat is er al? (kunnen we zelf voorbeelden vinden of bedenken die er mee te maken hebben?) Bij een klassikale aanpak kunnen in deze fase aan de hand van bovenstaande vragen gesprekken met leerlingen op gang gebracht worden om er een eerste gevoel bij te krijgen. Ook kan een verhaal dat er mee lijkt te maken te hebben als inleiding gebruikt worden. In deze fase kun je een museumbezoek plannen of een workshop in de klas door een kunstenaar als extra impuls om geïnspireerd te raken. Deze fase sluit aan bij de volgende kerndoelen. Kerndoel 55 De leerlingen leren op werk van anderen te reflecteren. Kerndoel 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Fase 2 Ideevorming en Onderzoek In deze fase mogen de leerlingen helemaal ‘los gaan’ en de meest fantastische dingen bedenken over hoe het eindresultaat eruit moeten komen te zien. Om de leerlingen op gang te helpen kan ter oriëntatie ook de schoolomgeving betrokken en onderzocht worden. Het is vooral de fase waarop de leerlingen geprikkeld kunnen worden om ‘out of the box’ te denken en veel te associëren. Om te komen tot een hoofdidee kun je gaan werken met een ‘woordweb’ (of ‘mindmap’) om alle inbreng terug te brengen naar een hoofdzaak om daar op te kunnen gaan richten. Het is de bedoeling dat de leerlingen aan het einde van deze fase vanuit die hoofdzaak een idee krijgen om vorm te geven en met de eerste onderzoeksvragen aan de gang kunnen als: wat wordt het en wat willen we bereiken? hoe gaan we dat doen? (met wie, wanneer en waar?) Ze leggen dit vast in teksten of visueel (tekeningen, afbeeldingen, filmpjes). Er kunnen redactiegroepjes gemaakt worden. Deze fase sluit aan bij de volgende kerndoelen. Kerndoel 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. Kerndoel 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten
Fase 3 Plan van aanpak Om de ideeën om te zetten in een concreet plan gaan de leerlingen beslissen wat ze gaan doen en hoe ze dit gaan aanpakken. Het is de bedoeling dat de leerlingen (in groepjes) op basis van hun idee gaan kiezen voor materialen en middelen, een tijdsplanning maken en de rollen onderling gaan verdelen. Bij het Wat kunnen de leerlingen zich af gaan vragen welke materialen ze willen gaan gebruiken en hoe ze aan de materialen gaan komen ( via school, thuis, elders vragen). En verdere vragen als: - wat ze daarbij willen inzetten: water, lucht, licht, geluid, elektriciteit, kracht of magnetisme? - en met welke vormen en kleuren ze gaan werken?
Bij het Hoe kunnen ze tot een rolverdeling komen zoals: ontwerper, schetser, bouwer, vormgever, afwerker, verslaggever, verteller, filmer, persvoorlichter, enzovoort. Deze fase sluit aan bij het volgende kerndoel. Kerndoel 45 De leerlingen leren oplossingen voor (technische) problemen te ontwerpen.
Fase 4 Ontwerpen en experimenteren In deze fase gaan de leerlingen experimenteren met de materialen om te ontdekken hoe er verbindingen en bewegingstechnieken mee gemaakt kunnen worden. Daarnaast proberen ze uit wat ze moeten doen om de gewenste kleuren en vormen te krijgen. In deze fase kunnen schetsen, bouwtekeningen, collages, maquettes als ontwerp worden gemaakt, zodat voor ieder duidelijk wordt wat er gemaakt moet gaan worden. Vooral deze fase kan veel concreet materiaal opleveren om verslag van te doen in het logboek. Deze fase sluit aan bij de volgende kerndoelen. Kerndoel 42 De leerlingen leren onderzoek te doen naar materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals: licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. Kerndoel 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen. Kerndoel 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Kerndoel 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Fase 5 Uitvoeren en testen In deze fase gaan de leerlingen het werkstuk vormgeven. Er wordt gebouwd en getest. Op basis van de testen worden zo nodig verbeteringen aangebracht. Hierbij kunnen (ook door de leerlingen) ‘experts’ in de klas worden uitgenodigd om te helpen. Maak de leerlingen nog een keer bewust van de eis dat zowel aan de techniek als de vormgeving moet worden gedacht. Hierbij wordt de rolverdeling steeds nadrukkelijker (wie doet wat). Omdat er nu ook vooral foto’s en filmpjes kunnen worden gemaakt tijdens het werken.
Deze fase sluit aan bij de volgende kerndoelen. Kerndoel 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren Kerndoel 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Fase 6 Evaluatie Je praat samen met de leerlingen over het werkproces en wat ze van het project vonden. Hoe is er gewerkt? Wat hebben ze er van geleerd? Wat vonden ze leuk en minder leuk? Hoe verliep de samenwerking. Welke knelpunten kwamen ze tegen? Wat zouden ze de volgende keer anders doen? Bespreek klassikaal ook de verschillende werkstukken. Zijn de plannen gelukt? Werkt het zoals bedoeld? Ziet het er mooi uit? Is het netjes afgewerkt? Kun je zien of er met plezier aan gewerkt is? Zit er een verhaal achter dat de moeite waard is? Bespreek ook individueel de opgedane ervaringen van en met de leerling. Daarbij kan het Einstein4All-kernvaardighedenprofiel gebruikt worden. Deze fase sluit aan bij de kerndoelen. Kerndoel 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. Kerndoel 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Fase 7 Presenteren en exposeren Maak hiervan je eigen feestje op school. Geef leerlingen in deze fase een podium zodat ze met trots hun werkstuk kunnen tonen en hun ervaringen kunnen delen. Organiseer een expositie op uw school en laat de leerlingen er over vertellen en aan de hand van hun verzameld materiaal een digitaal of papieren logboek presenteren. Uit deze schoolexpositie worden werken gekozen voor de museumexpositie.
En dan zijn we terug bij ons uitgangspunt: beleving, verbeelding en verwondering als basis voor talentontwikkeling.
Deze fase sluit aan bij de volgende kerndoelen. Kerndoel 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.
Aantekeningen
Aantekeningen
Contact
www.sm-s.nl
073 6273680
[email protected]
www.techxperience.nl
073 624 99 57
[email protected]
www.kunstructeur.nl
[email protected]