Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Toelichting op de nota straathandel
Beleidsregels voor het innemen van standplaatsen en venten in de gemeente Diemen Uitwerking van de beleidsregels
Uitwerking nota straathandel augustus 2007
1
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Inhoudsopgave 1.1 Inleiding.............................................................................................................................3 Aanleiding voor het opstellen van deze nota ......................................................................3 1.2. Straathandel .........................................................................................................3 1.3. Doel van de nota...................................................................................................4 2. Uitgangssituatie oktober 2006 standplaatsen en venters ..............................................5 3. Juridisch kader ...............................................................................................................7 3.1. Huishouding van de Gemeente ............................................................................7 3.2. Algemene plaatselijke verordening Diemen 2006 ................................................7 3.3. Weigeringsgronden...............................................................................................8 3.4. Uitzonderingen vent- en standplaatsverbod .........................................................9 3.5. Overige wetgeving ..............................................................................................10 4. Standplaatsen ...............................................................................................................13 4.1 Reikwijdte standplaatsenbeleid ................................................................................14 4.2 Concurrentieverhoudingen geen uitgangspunt standplaatsenbeleid........................15 4.3. Weigeringsgronden.............................................................................................15 5. Beleidsregels standplaatsen..........................................................................................17 5.1 Inleiding ..............................................................................................................17 5.2 Uitwerking weigeringsgronden in beleidsregels .......................................................17 5.3 Situatie vóór vaststelling van deze nota ...................................................................19 5.4 Overzicht aangewezen locaties................................................................................20 5.5 Brancheverdeling......................................................................................................21 5.6 Voorschriften ten behoeve van de beleidsregel mobiliteit ........................................21 5.7.1 Situatie na vaststelling van deze nota. ..................................................................22 5.7.2 Wachtlijst ...............................................................................................................23 5.8 Evenementen ...........................................................................................................23 6 Aanvullende voorschriften standplaatsvergunningen .............................................24 7. Eisen aan vergunninghouder en de aanvraag...............................................................27 7.1 Persoonlijk innemen standplaats en vervanging ......................................................27 7.2 Eisen aan aanvrager en aanvraag ...........................................................................29 7.3 Geldigheid vergunning..............................................................................................29 7.4 Indiening aanvraag ...................................................................................................29 8. Venten............................................................................................................................31 8.1 Reikwijdte ventbeleid ..........................................................................................31 8.2. Concurrentieverhoudingen geen uitgangspunt ventbeleid .................................31 8.3. Artikel 5.2.2. Algemene Plaatselijke Verordening...............................................32 8.4 Weigeringsgronden............................................................................................32 8.5. Beleidsregels ventvergunningen (jaarventvergunningen en seizoensventvergunningen)............................................................................................34 8.6. Voorschriften venten...........................................................................................36 9. Tijdelijke standplaats- en ventvergunningen.............................................................37 9.1 Tabel overzicht aanvullende beleidsregels tijdelijke standplaats- en ventvergunningen ...........................................................................................................37 9.2 Nadere toelichting locaties tijdelijke standplaatsvergunningen...........................40 9.3 Aanvullende overige zaken.................................................................................40 10. Vergoedingen, kosten ..................................................................................................40 11. Handhaving ...................................................................................................................41 11.1 Handhavingsinstrumenten ..................................................................................41 11.2 Sanctiebeleid APV ..............................................................................................42 12. Invoering nieuw beleid.................................................................................................45 13. Bijlagen situatietekeningen mogelijkheden in te nemen standplaatsen ..................49
Uitwerking nota straathandel augustus 2007
2
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
1.1 Inleiding Het te koop aanbieden van zaken zoals bloemen, vis, kaas, friet, ijs, loempia’s en dergelijke op straten en pleinen vanuit een verkoopwagen of kraam is niet weg te denken uit het Hollandse straatbeeld. Het verlevendigt de openbare ruimte terwijl deze activiteiten tevens, naast de reguliere weekmarkt, een aanvulling kunnen vormen op het reguliere assortiment in de supermarkt en de winkel.
In vergelijking met de detailhandel vanuit winkels, kunnen ondernemers die vanuit een standplaats verkopen op een economisch aantrekkelijkere wijze werken; zonder al te hoge investeringen en vaste lasten kunnen zij direct hun koopwaar aan de man brengen. Op deze wijze krijgen nieuwe ondernemers een kans op bestaan.
De schaduwzijde is dat er door deze lage drempel een wildgroei aan standplaatsen kan ontstaan. Dat kan leiden tot ongewenste situaties zoals parkeerproblematiek, overlast ervaren door omwonenden (parkeren, stank van bakken e.d.) en verkeersonveilige situaties. Ook kan het innemen van een standplaats het uiterlijk aanzien van de omgeving aantasten. De belangrijkste doelstelling van het standplaatsenbeleid is om duidelijkheid te scheppen over de locaties waar wel een standplaats en waar geen standplaats kan worden ingenomen.
Aanleiding voor het opstellen van deze nota Het voor de vaststelling van deze nota gehanteerde gemeentelijke standplaatsen- en ventbeleid dateert uit 1984 en is niet meer actueel, onder meer als gevolg van de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en terzake bestaande jurisprudentie. Ook regelt het bestaande beleid niet alle vormen van straathandel, terwijl uit de praktijk blijkt dat het wenselijk is om dit wel te doen.
1.2.
Straathandel
De term straathandel is een verzamelnaam voor een aantal vormen van handel. Onderscheiden worden de markten, het venten en het innemen van een standplaats. Op markten is de Marktverordening gemeente Diemen 2001 van toepassing. Dit onderwerp wordt dan ook niet in deze nota behandeld.
Uitwerking nota straathandel augustus 2007
3
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Van oorsprong was straathandel bedoeld om startende ondernemers en mensen die moeite hadden op reguliere wijze hun inkomen te verwerven een inkomen te verschaffen.
Voor een goed begrip is het noodzakelijk het onderscheid tussen venten en verkoop vanaf een standplaats te verduidelijken.
Onder venten met goederen wordt verstaan: de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden, dan wel het huisaan-huis aanbieden van goederen.
Onder het innemen van een standplaats wordt verstaan: het te koop aanbieden van goederen vanaf een zekere plaats in de openbare ruimte, al dan niet gebruikmakend van fysieke hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld een kraam.
Het onderscheid tussen venten en het innemen van een standplaats betreft het feit dat venters zich voortdurend dienen voort te bewegen bij het aanbieden van hun waren, terwijl de standplaatshouders dit vanaf een vaste plek doen.
1.3.
Doel van de nota
Voor het beleidskader, zoals dat in deze nota zal worden gecreëerd, worden de volgende doelen gesteld.
Deze nota dient: -
inzicht te verschaffen in de huidige situatie;
-
duidelijkheid te verschaffen middels beleidsregels ten aanzien van straathandel in de gemeente Diemen;
-
de huidige procedures en handelingen zowel te vereenvoudigen als zoveel mogelijk te standaardiseren, in het belang van zowel de aanvrager als de gemeente Diemen.
Uitwerking nota straathandel augustus 2007
4
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
2. Uitgangssituatie oktober 2006 standplaatsen en venters Standplaatsen In onderstaand overzicht is een indeling in typen standplaatshouders weergegeven. Nr. 1 2 3 4
omschrijving Standplaatshouders die voor 1 dag in de week een standplaats innemen Standplaatshouders die voor meerdere dagen een standplaats innemen Standplaatshouders die seizoensgebonden werken Standplaatshouders die 1 of enkele dagen een standplaats innemen
Type locatie Gebied rondom het winkelcentrum Industrie- en kantorengebied Gebied rondom het winkelcentrum Gebied rondom het winkelcentrum
Aard vergunning Jaarvergunning Jaarvergunning Vergunning voor bepaalde tijd Vergunning voor bepaalde tijd
Verder hebben wij te maken standplaatshouders die uit het verleden nog een schriftelijke toezegging voor onbepaalde tijd hebben (denk aan de wereldwinkel). Een schriftelijke toezegging heeft niet dezelfde juridische status als een vergunning. Slechts aan een vergunning kunnen voorschriften verbonden worden. Deze voorschriften zijn noodzakelijk om de veiligheid en bruikbaarheid van de openbare ruimte te kunnen garanderen.
Voorts zijn er standplaatshouders die vanuit een bouwwerk handelen, zoals bijvoorbeeld een kiosk. Zij nemen gedurende lange tijd feitelijk met of zonder standplaatsvergunning, met al dan niet een bouwvergunning een standplaats in.
Uitwerking nota straathandel augustus 2007
5
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Overzicht van alle verkoopgelegenheden die vóór vaststelling van deze nota als standplaats zijn aangemerkt (pijljaar 2006) 1 2 3
Naam Dammers Van Diermen Vos
Branche Kaas Vis Groente
Locatie Claas van Maarssenplein Claas van Maarssenplein Claas van Maarssenplein
Vergunning Ja Ja Ja
Openingstijden 08.00-13.00 u 08.00-18.00 u 08.00-13.00 u
Dagen Zaterdag Vrijdag Zaterdag
4
Huurman
Snacks
Rene Cassinlaan 3
Ja
Niet in vergunning opgenomen
5
Van Dongen
Snacks
Visseringweg
Ja
Niet in vergunning opgenomen
6
Ulu
Turkse snacks
Ja
07.00-23.00 u
7
Bircan
Turkse snacks
Bocht Nienoord/ Wildenborch (nabij hogeschool) Zilvermeeuwpad (nabij hogeschool)
Niet in vergunning opgenomen Niet in vergunning opgenomen Maandag t/m vrijdag
Ja
07-00-23.00 u
Maandag t/m zaterdag
wagen
8
Troost
Bloemen
Rene Cassinlaan
Ja
Niet in vergunning opgenomen
9 Steur 10 Mooijer 11 Roele*
Vis Vis Bloemen
Kruidenhof Gruttoplein Hartveldseweg
Ja Ja Nee
07.00-20.00 u 11.00-17.00 u
Niet in vergunning opgenomen vrijdag vrijdag Ma t/m zaterdag
12 Yvonne nagelstudio 13 Wereldwinkel
dienstverlening
Claas van Maarssenplein
Nee
Verkoop artikelen vis
Voorplein winkelcentrum
Nee
Hartveldseweg
snacks
Gruttoplein 2a
14 J. van Leijenhorst 15 Keuken van Diemen
.
Verkoopmiddel wagen wagen Marktkraam (wordt vervoerd per vrachtwagen) Kiosk
Bouwwerk Nee Nee Nee
M2 37,5 25 52
Ja
Heeft bouwvergunning
20
Kiosk
Ja
Geen bouwvergunning
25
wagen
Geen bouwvergunning
10
Geen bouwvergunning
10
Kiosk
Ja, wordt niet na sluiting verwijderd Ja, wordt niet na sluiting verwijderd Ja
Geen bouwvergunning
20
Wagen Wagen Kiosk
Nee Nee Ja
Donderdag ?
Grote bus
Nee
nb
Vrijdag & Zaterdag
Grote bus
Nee
nb
Nee
Kiosk
Ja
Nee
Kiosk
Ja
Heeft bouwvergunning
Heeft bouwvergunning Heeft bouwvergunning
24 12,5 15
18 23
* volgens dossiers geen vergunning vanaf 2003 N.B. standplaatshouders op het Claas van Maarssenplein kunnen vanaf 2007 op dit plein geen standplaats innemen i.v.m. werkzaamheden centrumplan. Dammers, Van Diermen en Vos gaan naar het voorplein winkelcentrum. De snackbar aan de René Cassinlaan zal i.v.m. het centrumplan worden verplaatst, (tijdelijk, er wordt nog naar een alternatief gezocht, mogelijk binnen het nieuwe winkelcentrum). De bloemenkiosk van mevrouw Troost zal als gevolg van het centrumplan verdwijnen.
Uitwerking nota straathandel augustus 2007
6
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Overzicht tijdelijke standplaatsen 1
Naam Bosch
Branche kerstbomen
Locatie Voorplein winkelcentrum
Openingstijden Niet opgenomen
2
Bon
kerstbomen
Gruttoplein
Niet opgenomen
3
Verwijk
oliebollen
Voorplein Winkelcentrum
Niet opgenomen
Dagen 6 december t/m 24 december 200 6 december t/m 24 december 200 Half oktober, november, december
Verkoopmiddel Betreft stalling
M2 40
Betreft stalling
40
Wagen
30
Voorts zijn er in het verleden standplaatsvergunningen verleend voor het innemen van een incidentele standplaats op willekeurige locaties, zoals de Diemer Omroep Stichting op Koninginnedag, Automark voor kentekens graveren en ruitreparatie, UPC, Van de Steege makelaars en de Scientology kerk. Deze laatste drie stonden op het voorplein van het winkelcentrum Diemerplein. Deze incidentele standplaatsen zijn allen voor 1 of enkele dagen verleend.
Ventvergunningen In Diemen zijn twee vaste ventvergunningen verleend. 1 2
Naam Pulvirenti Van den Hengel
Branche Waar ijs Heel Diemen eieren Heel Diemen
Tijden 09.00-21.00 u
Dagen Maandag t/m zaterdag
Verkoopmiddel IJskar
Niet opgenomen
Maandag, donderdag en vrijdag
Auto
3.
Juridisch kader
3.1.
Huishouding van de Gemeente
De wettelijke grondslag voor het reguleren van de standplaatsen en venters is te vinden in artikel 108 van de Gemeentewet. Het artikel erkent de autonome bevoegdheid van het gemeentebestuur tot het stellen van regels en het bestuur inzake de huishouding van de gemeente. Het reguleren van de straathandel wordt tot de huishouding van de gemeente gerekend.
3.2.
Algemene plaatselijke verordening Diemen 2006
In de Algemene plaatselijke verordening Diemen (APV) is gebruik gemaakt van de bevoegdheid op grond van de Gemeentewet regels te stellen ten aanzien van het venten en innemen van een standplaats. De artikelen 5.2.2. (venten) en 5.2.3. (standplaatsen) roepen een vergunningenstelsel in het leven. Het stelsel houdt in dat
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
7
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
het zonder vergunning van het college verboden is te venten of een standplaats in te nemen.
3.3.
Weigeringsgronden
Zoals gezegd verbieden de artikelen 5.2.2 en 5.2.3 APV het venten en innemen van een standplaats zonder vergunning. Het vergunningenstelsel heeft tot doel de venten standplaatsenhandel te reguleren met het oog op verschillende belangen. Wanneer één van deze belangen in het geding is en het verbinden van voorschriften aan de vergunning geen soelaas biedt, kan een vergunning worden geweigerd.
De volgende weigeringsgronden worden genoemd: •
in het belang van de openbare orde;
•
in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
•
in het belang van de verkeersvrijheid of –veiligheid;
•
wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;
•
vanwege strijd met het door het college gehanteerde vent- en standplaatsenbeleid.
Ten aanzien van het innemen van een standplaats gelden bovendien nog de volgende weigeringsgronden: •
in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;
•
vanwege strijd met het geldend bestemmingsplan.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
8
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
3.4.
Uitzonderingen vent- en standplaatsverbod
Op het verbod tot venten dan wel innemen van een standplaats bestaat een aantal uitzonderingen, aangegeven in de betreffende APV-artikelen. Hieronder volgt een korte uiteenzetting van de diverse uitzonderingen.
Artikel 7, eerste lid van de Grondwet Artikel 7, eerste lid van de Grondwet garandeert de vrijheid van drukpers. Dit betekent dat voor het aanbieden van of venten met gedrukte stukken geen vergunning mag worden geëist. Overigens valt het aanbieden van gedrukte stukken niet altijd onder de vrijheid van drukpers. Het verspreiden van handelsreclame wordt bijvoorbeeld niet door het grondrecht beschermd.
Afleveren van goederen Het afleveren aan de deur van elders eerder gekochte goederen valt niet onder het ventverbod. Het betreft dan niet de verkoop van goederen aan de deur maar slechts de levering van de reeds gekochte goederen.
Markten Voor het vaststellen van regels ten aanzien van markten geldt een aparte regeling in de Gemeentewet, artikel 151. Op grond van dit artikel komt de bevoegdheid tot het besluiten tot het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen toe aan de raad. De gemeenteraad van Diemen heeft gebruik gemaakt van deze bevoegdheid en een marktverordening in het leven geroepen.
Snuffelmarkten Het verbod op het innemen van een standplaats zonder vergunning geldt niet ten aanzien van het innemen van een standplaats op een door de gemeente ingestelde snuffelmarkt. Daarvoor is een afzonderlijk artikel in de APV opgenomen (art. 5.2.4.).
Evenementen Wanneer tijdens een evenement een standplaats wordt ingenomen, is op grond van artikel 2.2.2. deze gebonden aan een evenementenvergunning. De beoordeling van
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
9
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
een aanvraag voor een standplaatsvergunning bij een evenement wordt losgekoppeld van deze nota, maar behandeld in de nota evenementen.
Wet milieubeheer, Woningwet, Rijkswegenreglement Indien een hogere regeling van toepassing is op de gevallen die geregeld zijn in de APV, dan treedt de APV terug, behalve in het geval dat aan de APV een ander motief ten grondslag ligt dan in de hogere regelgeving. Dit doet zich bijvoorbeeld voor in het geval bij het beoordelen van een aanvraag om een reclamevergunning voor het plaatsen van reclame op de gevel van een bouwwerk. Hiervoor is zowel een APV vergunning als een bouwvergunning vereist. Verkeersveiligheidsaspecten spelen geen rol bij het al dan niet verlenen van een bouwvergunning, terwijl dit bij de beoordelen van een APV vergunning wel het geval is.
3.5.
Overige wetgeving
Naast de APV-bepalingen zijn op het venten en innemen van een standplaats de hierna genoemde regels van toepassing. Deze wettelijke regels stellen vanuit een ander motief eisen aan het uitoefenen van straathandel en gelden naast de regels die in de APV zijn opgenomen. Deze wettelijke bepalingen worden door andere instanties gehandhaafd (bijvoorbeeld politie en Kamer van Koophandel).
Hieronder zijn deze wettelijke regelingen op een rij gezet:
Vestigingswet bedrijven Voor enkele branches is het verplicht te beschikken over een diploma Vaktechniek en/of Bedrijfstechniek. Dit geldt onder meer voor het slagersbedrijf, het bakkersbedrijf, het poeliersbedrijf en het visverwerkingsbedrijf. Het beschikken over een standplaatsvergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de plicht om aan de eisen van deze wet te voldoen. De Fiscale Opsporingsdienst-Economische Controle Dienst (FIOD/ECD) is belast met handhaving van deze regelgeving.
Warenwet De Warenwet stelt regels met betrekking tot de hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de wet eisen aan de hygiëne en degelijkheid van producten. De Warenwet geldt ook voor het drijven van handel vanaf een standplaats, maar
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
10
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
omdat dit type handel enkele specifieke kenmerken heeft is per 1 september 2004 de Hygiënecode Ambulante Handel Eten Drinkwaren uitgebracht. Deze code schrijft voor dat er een HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Point) registratie moet worden gevoerd. Door gebruik te maken van deze hygiënecode en de registratiemiddelen, voldoet men op eenvoudige wijze aan de minimale registratieverplichting. De registratieformulieren dienen één jaar te worden bewaard en moeten bij controle door de Voedsel- en Warenautoriteit kunnen worden overlegd. De (locatie) formulieren dienen dus altijd bij de verkoop aanwezig te zijn. De exploitant is verantwoordelijk voor het invullen van de verslagformulieren. De Voedsel- en Warenautoriteit handhaaft deze wet.
Winkeltijdenwet en Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet De bepalingen uit de winkeltijdenwet gelden ook voor standplaatsen (art. 2, lid 2 Winkeltijdenwet). Op basis van de Winkeltijdenwet mag een standplaats op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06:00 tot 22:00 uur worden ingenomen. Op zondagen worden conform het koopzondagenregime de tijden bepaald (van 12:00 tot 17:00 uur). Op grond van artikel 12 van het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet wordt voor het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken een uitzondering gemaakt. Controle en handhaving van de Winkeltijdenwet vindt in eerste instantie plaats door de politie.
Zondagswet Het is verboden op Zondag zonder genoegzame reden de openbare rust door arbeid in beroep of bedrijf te verstoren.
Wet Milieubeheer In de Wet Milieubeheer is een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders. Vooral aan mobiele verkoopinrichtingen van vis en snacks worden milieueisen gesteld. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van het bakken. Het gaat dan om zaken als vetafscheiding van het afvalwater en voorkomen van stankoverlast. Dit wordt van geval tot geval beoordeeld, afhankelijk van de situatie ter plaatse. De standplaatshouder is verplicht om zelf voldoende
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
11
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
maatregelen te nemen om zwerfvuil rond de standplaats te voorkomen. Deze voorschriften worden in de door de gemeente te verlenen vergunning opgenomen, voor zover deze voorschriften niet voortvloeien uit de Wet milieubeheer.
Wet op de Ruimtelijke Ordening Omdat een standplaats in essentie een mobiel karakter heeft, zal er in beginsel geen definitieve planologische reservering plaatsvinden in de vorm van het vastleggen van een aparte bestemming op een bestemmingsplankaart.
Woningwet Op grond van artikel 40 van de Woningwet is het verboden te bouwen zonder vergunning van college. Een standplaatshouder met een mobiele wagen die elke avond zijn standplaats ontruimt, heeft geen bouwvergunning nodig. Voor een bouwwerk is wel een bouwvergunning nodig. Een bouwaanvraag dient mede te worden getoetst aan het bestemmingsplan, volgens welke detailhandel op de betreffende locatie al dan niet kan zijn toegestaan. In een dergelijk geval is sprake van gevestigde detailhandel, treedt de APV terug en is geen standplaatsvergunning nodig.
Handelsregisterwet 1996 Uit artikel 3 van deze wet blijkt dat een onderneming (standplaatshouder etc.) ingeschreven dient te zijn bij de Kamer van Koophandel. Alleen waar uitsluitend straathandel in de vorm van venten wordt uitgeoefend, geldt geen inschrijvingsplicht.
Wet op de Bedrijfsorganisatie Eén van de bedrijfslichamen, zoals genoemd in deze wet, is het Hoofdbedrijfschap Detailhandel, waarbij iedere ondernemer in de detailhandel (standplaatshouder, venter, etc.) verplicht aangesloten is en waarvoor hij een jaarlijkse heffing betaalt. De administratieve afhandeling van deze heffing wordt verzorgd door het Centraal Registratiekantoor (CRK) te Den Haag.
Colportagewet Het verkopen van goederen huis-aan-huis is, naast de APV (venten), ook geregeld in de Colportagewet. Deze wet beschermt de consument tegen onbehoorlijke of
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
12
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
agressieve praktijken van de verkoper. De gemeente heeft hiervoor geen primaire verantwoordelijkheid.
4.
Standplaatsen
Het innemen van een standplaats wordt geregeld in artikel 5.2.3. van de Algemene plaatselijke verordening Gemeente Diemen 2006:
Artikel 5.2.3 Standplaatsen 1. Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats: a. met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden dan wel diensten aan te bieden; b. anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek. 2. Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald als bedoeld in het eerste lid. 3. Het in het eerste lid, onder b, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. 4. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden dat de markt gehouden wordt, voor een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1, of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4. 5. Een vergunning kan worden geweigerd: a. in het belang van de openbare orde; b. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; c. indien de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; d. in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid; e. wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt; f. vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan. 6. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement. 7. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder b, geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. 8. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voor bouwwerken. 9. Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
13
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
aan, indien de aanvraag een activiteit betreft waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is vereist en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het vijfde lid, tot de dag waarop de beslissing over de Wetmilieubeheervergunningaanvraag is genomen. De weigeringsgronden zijn opgesomd in het zesde lid van artikel 5.2.3 APV. De in deze notitie opgenomen beleidsregels zijn vastgesteld op basis van de genoemde weigeringsgronden.
4.1 Reikwijdte standplaatsenbeleid In het beleid voor standplaatsen wordt onderscheid gemaakt tussen vaste standplaatsen die in principe elke week worden ingenomen en tijdelijke standplaatsen die incidenteel worden ingenomen (bijvoorbeeld seizoensgebonden).
Wat is een vaste standplaats? Een vaste standplaats is het commercieel aanbieden van goederen en diensten gedurende één of meer vaste tijdstippen per week, vanaf een vaste standplaats voor een jaar (met verlengingsmogelijkheid). Met andere woorden, het gaat hier om een standplaats op een vaste locatie voor een langdurige periode. Een voorbeeld hiervan is het verkopen van vis of bloemen vanaf een vaste locatie gedurende één of meer jaren.
Wat is een tijdelijke standplaats? Een tijdelijke standplaats is het commercieel aanbieden van goederen en diensten vanaf een vaste standplaats voor een beperkte periode, doch niet gedurende het hele jaar. Een voorbeeld hiervan is het verkopen van oliebollen in de periode november/december van het jaar en de kerstbomen.
Onder een tijdelijke standplaats wordt ook verstaan het al dan niet commercieel aanbieden van goederen en diensten vanaf een willekeurige standplaats voor een incidentele periode. Met andere woorden, het gaat hier om een standplaats voor een beperkte periode, waarbij de locatie niet steeds dezelfde is. Voorbeelden hiervan zijn een dagstandplaats voor een ideële organisatie of voor het graveren van auto’s.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
14
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Vorengaande houdt in dat juridisch gezien het onmogelijk is om een standplaats te verlenen in een overdekt winkelcentrum. Artikel 2.1.5.1. van de APV is in een dergelijk geval van toepassing (objectvergunning voor het plaatsen van een kraam of een tafel e.d.).
4.2 Concurrentieverhoudingen geen uitgangspunt standplaatsenbeleid Diverse malen is in de jurisprudentie uitgesproken dat de concurrentieverhoudingen tussen de verschillende ondernemers in een gemeente, geen onderwerp is dat met het vent- en standplaatsenbeleid mag worden gereguleerd. Dit betekent onder andere dat standsplaatsen niet geweerd kunnen worden om de winkeliers in een winkelcentrum tegen concurrentie te beschermen. Alleen indien het lokale voorzieningenniveau aantoonbaar in gevaar dreigt te komen zou een standplaats(en) (tijdelijk) geweerd kunnen worden. Hiervan is gelet op de terzake bestaande jurisprudentie niet gauw sprake.
4.3. Weigeringsgronden Lid 5 van artikel 5.2.3 behandelt de gronden op basis waarvan een vergunning voor het innemen van een standplaats kunnen worden geweigerd.
Openbare orde, verkeersvrijheid en -veiligheid Het innemen van een standplaats zal slechts sporadisch een gevaar opleveren voor de openbare orde. Deze weigeringsgrond wordt vaak gehanteerd in combinatie met de weigeringsgrond “belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid”. Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden, hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter of kunnen het zicht op de openbare weg belemmeren. Door deze verkeersaantrekkende werking ontstaan mogelijk ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers en ontoelaatbaar fietsverkeer in voetgangersgebieden. Ook parkerende en geparkeerde auto’s kunnen overlast veroorzaken. Uit jurisprudentie is gebleken dat beperking van een aantal standplaatsen in het belang van de verkeersveiligheid is toegestaan. Dit neemt niet weg dat iedere aanvraag op eigen omstandigheden en situatie beoordeeld moet worden (een afwijzing waarbij enkel naar “het beleid” wordt verwezen wordt door de
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
15
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
rechter niet geaccepteerd ). Met andere woorden, de eventuele afwijzing moet te allen tijde goed gemotiveerd zijn.
Voorkomen of beperken van overlast Meerdere standplaatsen op dezelfde locatie komt feitelijk neer op marktvorming en zal al gauw leiden tot overlast. Dit gegeven kan mede worden gebruikt bij het aanwijzen van de locaties waar een standplaats kan worden ingenomen. Bij veel belangstelling voor dezelfde locatie kunnen met behulp van deze weigeringsgrond de af te geven vergunningen over de week worden verspreid, zodat een concentratie van de in te nemen standplaatsen en derhalve het ontstaan van marktvorming wordt tegengegaan.
Redelijke eisen van welstand Deze weigeringsgrond is van toepassing, als een verkoopmiddel op een zodanige plaats een standplaats inneemt, dat het straatbeeld ernstig verstoord wordt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer meerdere standplaatsen naast elkaar worden ingenomen en daardoor de architectonische eenheid in het gedrang komt. Ook het aanzien van monumentale gebouwen of waardevolle stedenbouwkundige verbanden kan met deze weigeringsgrond worden gewaarborgd.
Redelijk verzorgingsniveau Ook als uit het onderzoek blijkt, dat er voldoende verkooppunten zijn, is dit op zichzelf onvoldoende reden om een vergunning te weigeren. Het bepalende element is het verzorgingsniveau van de consument en niet de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier. Wel kunnen winkeliers in een nieuw op te zetten winkelcentrum worden beschermd tegen concurrentie van een standplaatshouder. De Afdeling Rechtspraak heeft aanvaard, dat nieuwe winkeliers gedurende een bepaalde aanloopperiode beschermd mogen worden, echter alleen in het belang van het opzetten van een voldoende voorzieningenniveau voor de consument. Indien in een bestaande winkelsituatie in een bepaalde branche een winkelier gevestigd is en deze wordt bedreigd door de concurrentie van een aspirant standplaatshouder, kan het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komen en kan de vergunning worden geweigerd. De winkelier moet dan wel (bijvoorbeeld aan de hand van zijn
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
16
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
boekhouding) aantonen, dat de levensvatbaarheid van zijn bedrijf in gevaar komt. Dit laatste komt slechts in zeer uitzonderlijke situaties voor.
Strijd met bestemmingsplan Wet op de Ruimtelijke Ordening: in artikel 5.2.3 APV is aangegeven dat een vergunning voor het innemen van een standplaats geweigerd kan worden vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan. Het college kan een aanvraag voor het innemen van een standplaats aanhouden totdat een verzoek om vrijstelling van de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan is gevraagd en verkregen.
De hierboven opgesomde weigeringsgronden worden in het volgende hoofdstuk in beleidsregels uitgewerkt.
5. Beleidsregels standplaatsen 5.1
Inleiding
Doel van dit beleid is het voorzieningenniveau van de burger op een hoger niveau te brengen en te houden. Daarbij past een beleid dat voorziet in mogelijkheden voor het innemen van een standplaats. Op basis van een advies van de politie en een advies van de afdeling Ruimte & Infra van de gemeente (als bijlagen bij deze beleidsnotitie gevoegd), is een aantal voorbeeld locaties voor standplaatsen aangewezen. In dit hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan.
5.2 Uitwerking weigeringsgronden in beleidsregels Een aanvraag om een standplaatsvergunning wordt beoordeeld aan de hand van de criteria, genoemd in onderstaande checklist. Hierin zijn de verschillende weigeringsgronden in concrete beleidsregels verwerkt. Beleidsregel
Uitleg
Artikel 5.2.3 lid 5 sub
In het belang van de openbare orde
a 1
Brandveiligheid: op een afstand van minder dan vijf meter vanaf bebouwing mag geen standplaats worden ingenomen.
Dit in verband met gevaar voor overslag van brand in het geval dat brand op de standplaats ontstaat. Mogelijkheden voor uitzonderingen op deze regel worden door de brandweer beoordeeld. Hier geldt onder meer de regel dat standplaatshouders die binnen 5 meter van een gebouw staan dienen aan te tonen dat ze een WBDBO (Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag) hebben van ten minste 30 minuten.
2
De verkoop van alcoholhoudende
Dit in verband met gevaar voor de openbare orde en/of overlast. Verkoop van alcoholhoudende dranken is alleen voorbehouden aan horecainrichtingen.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
17
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Beleidsregel
Uitleg
dranken is verboden. Artikel 5.2.3 lid 5 sub
In het belang van het voorkomen of beperken van overlast
b 3
Sociale veiligheid: in het belang van de sociale veiligheid dient de openbare ruimte open en controleerbaar te zijn.
Een standplaats mag daarom niet op een zodanige locatie worden gesitueerd dat aan deze uitgangspunten afbreuk wordt gedaan.
4
Stankoverlast: er kan niet in de nabijheid van woonbebouwing of andere zogenaamde gevoelige gebouwen zoals een medisch centrum, niet gefrituurd, gebakken of gebraden worden. Artikel 5.2.3 lid 5 sub c De situering moet passen binnen het ruimtelijk (stedenbouwkundig) concept van de omgeving
Uitzondering voor winkelcentra, er dient wel een zekere afstand van eventuele (woon)bebouwing gewaarborgd te worden om de overlast zoveel mogelijk te beperken (toetsing door team Milieu).
Aan het verkoopmiddel dient regelmatig onderhoud gepleegd te worden. Artikel 5.2.3 lid 5 sub d Het beperken van overlast, verkeersvrijheid- en veiligheid, het ordelijk en veilig verloop van de verkeersbewegingen:
Verkoopmiddel dient mobiel te zijn. Door het verkoopmiddel mobiel te houden is de standplaatshouder gedwongen het nodige onderhoud aan zijn verkoopinrichting te plegen, waardoor mede een redelijk aanzien wordt gewaarborgd.
5
6
7
8
Ongehinderde doorgang van het verkeer of verkeersveiligheid
Indien de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand Geen standplaats kan ingenomen worden op groenstroken en natuurgebieden.
In het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid Geen standplaats mag worden ingenomen op de volgende locaties: langs in- en uitvalswegen; langs wegen met vrijliggende fietspaden; langs wegen die worden gebruikt door regionale en stadsbussen; binnen een afstand van 15 meter van een kruispunt; binnen een afstand van 15 meter van een voetgangersoversteekplaats; op plaatsen met een hoge parkeerdruk; op plaatsen waar het vrije uitzicht wordt belemmerd of op een andere wijze gevaar of hinder wordt veroorzaakt door het innemen van de standplaats.
Een standplaats mag worden ingenomen op: trottoirs en in voetgangersgebieden; in parkeervakken; op pleinen. Mits voldaan wordt aan de volgende criteria: • kramen, karren en stallen mogen een vlotte voetgangersdoorstroom niet beletten. • ook gehandicapten in rolstoelen, scootmobielen etc. dienen voldoende doorgang te behouden door de aanwezigheid van standplaatsen (minimaal 2,00 meter). • standplaatsen mogen nooit verkeersgevaarlijke situaties opleveren doordat zij bijvoorbeeld het zicht op naderend verkeer ontnemen. • bij de bepaling van de locaties voor standplaatsen wordt bovendien rekening gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten ingeval van calamiteiten. • kabels, leidingen, rioolputten e.d. dienen bereikbaar te zijn ten behoeve van reparatie of onderhoud.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
18
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Beleidsregel
Uitleg • •
Artikel 5.2.3 lid 5 sub e
op locaties waarvoor een herinrichting of andere wijziging van de situatie wordt voorbereid en de inname van een standplaats de voortgang van de wijzigingen zou kunnen belemmeren, wordt een aanvraag geweigerd; een aanvraag wordt aangehouden totdat herinrichting van een locatie voltooid is.
Aantasting verzorgingsniveau consumenten
9
Een situatie waarbij het verzorgingsniveau voor de consument in gevaar is, komt in de gemeente Diemen vooralsnog niet voor. Als dit zich voordoet, dient de klagende winkelier dit met schriftelijke bewijzen aan te tonen.
Artikel 5.2.3 lid 5 sub f 10 Standplaatsen moeten passen binnen geldende bestemming
Vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan
11 Verkoopmiddel mag geen bouwwerk in de zin van de Woningwet zijn*
In principe zijn alleen standplaatsen toegestaan op plaatsen waarop de bestemming detailhandel rust. Dit houdt in dat er praktisch nergens standplaatsen zijn toegestaan. Door standplaatsen toe te staan waarop de bestemming verkeersdoeleinden of gelijkwaardig rust, is dit alleszins verdedigbaar, omdat standplaatsen ook op en aan de weg ontstaan zijn en daar eigenlijk een onlosmakelijk verband mee vormen. Een standplaats heeft een mobiel karakter, daarom kan er geen sprake zijn van een vast bouwwerk. Het verkoopmiddel dient op wielen te staan om de mobiliteit te kunnen garanderen, zodat het gevaar van het ontstaan van permanente bouwwerken niet aanwezig is. Dit punt wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk is 5.6.
*In de praktijk staan er in Diemen zes kiosken die in het verleden als standplaats zijn aangemerkt. Aangezien deze nota uitgaat van verkoopmiddelen die mobiel zijn, vallen deze kiosken niet onder het begrip standplaats in de zin van de APV en zijn ook niet in het hierna volgende maximumstelsel opgenomen. In hoofdstuk 12 wordt wel nader op deze bouwwerken ingegaan, met name in welk kader deze bouwwerken in het vervolg passen.
5.3 Situatie vóór vaststelling van deze nota Om een duidelijk inzicht te geven wat de situatie van de standplaatsen was voor vaststelling van deze nota, wordt onderstaand tabel weergegeven. Hierbij gaat het om standplaatsen die niet als bouwwerk in de zin van de Woningwet aan te merken zijn. Schema overzicht ingenomen (mobiele) standplaatsen peiljaar 2006 Locatie
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag
Claas van Maarssenplein
Yvonne nagelstudio?
Vrijdag
Zaterdag
Vis
Groente Kaas
Wilhelminaplantsoen, voorplein winkelcentrum
Wereldwinkel Wereldwinkel
Gruttoplein
Vis
Kruidenhof op drie
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
Vis
19
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Locatie parkeerplaatsen Kantorengebied II
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Snacks Snacks
Snacks Snacks
Snacks Snacks
Snacks Snacks
Snacks Snacks
Snacks Snacks
5.4 Overzicht aangewezen locaties Een aantal locaties is aan de hand van de eerdergenoemde beleidsregels reeds getoetst en voldoen hieraan. Indien een aanvrager een andere locatie aanvraagt, zal deze aan de hand van de beleidsregels worden getoetst.
Een standplaats kan in ieder geval worden ingenomen op de volgende locaties (niet limitatief):
Locatie Wilhelminaplantsoen, voorplein winkelcentrum
Max. aantal standplaatsen 1
*Indeling kantorengebied SCHELPENHOEK
AKKERLAND
SNIEP
KRUIDENHOF
Winkelcentrum Gruttoplein
2
Kruidenhof op drie parkeerplaatsen Kantorengebied I* Kantorengebied II*
1
Industriegebied III*
2
Station Diemen-Zuid
1
VERRIJN STUART
POLDERLAND
III
STAMMERDIJK
OSCH BERGWIJKPARK OOST
1 2
II
BERGWIJKPARK WEST
I
Voor een gedetailleerde locatietekening wordt verwezen naar de bijlagen. Hierbij is ook de maximaal grootte van een standplaats aangegeven. De ruimte is veelal beperkt. Hier dient een aanvrager ook rekening mee te houden bij de keuze van een verkoopmiddel.
Toelichting kleurenlegenda De standplaatshouders Dammers, Van Diermen en Vos hebben jarenlang een standplaats op het Claas van Maarssenplein ingenomen. Doordat het project Centrumplan wordt uitgevoerd is het niet meer mogelijk om op dit plein een standplaats in te nemen. Deze standplaatshouders kunnen een standplaats innemen op het trottoir voor de apotheek. De wereldwinkel heeft altijd op vrijdag en zaterdag een standplaats op het voorplein van het winkelcentrum ingenomen. De wereldwinkel is niet in het bezit van een officiële vergunning.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
20
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Gezien het formaat van de wagen is het niet mogelijk om samen met de vergunninghouders Vos en Dammers op zaterdag een standplaats op het trottoir voor de apotheek in te nemen. Laatst genoemde vergunninghouders hebben meer rechten opgebouwd dan de wereldwinkel, omdat de wereldwinkel nog gelegaliseerd moet worden. Aangezien de gemeente het wenselijk vindt om de wereldwinkel in Diemen voort te laten bestaan, zal gelet op de werkzaamheden voor het centrumplan, worden bezien waar de wereldwinkelwagen het beste (gedurende een bepaalde periode i.v.m. werkzaamheden) een standplaats kan innemen. Mocht de wereldwinkel besluiten geen standplaats meer te willen innemen, zal de gemeente, gelet op de beperkte ruimte, deze vrijgekomen standplaats niet meer opvullen door een andere standplaatshouder. Station Diemen Zuid leent zich uitstekend voor een standplaats. Echter, er dient wel toestemming verkregen te worden van NS vastgoed, aangezien zij het eigendomsrecht van deze grond heeft.
5.5 Brancheverdeling In het belang van de openbare orde kan per branche een maximaal aantal vergunningen worden verleend. De bestuursrechter acht een evenwichtige verdeling tussen de verschillende branches niet onredelijk. Een dergelijke brancheverdeling heeft echter alleen zin wanneer het aantal aanvragen per branche het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft. In Diemen zijn onvoldoende vergunningen verleend. Het in het leven roepen van een maximumstelsel ten aanzien van de branches is daarom op dit moment niet zinvol. Mocht dit in de toekomst wel gebeuren, dan zal alsnog een brancheverdelingssysteem in het leven worden geroepen.
5.6 Voorschriften ten behoeve van de beleidsregel mobiliteit In hoofdstuk 5.2 is een tabel weergegeven met daarin de beleidsregels die bij het toetsen van een vergunningaanvraag worden gehanteerd. Als uitgangspunt wordt gesteld dat een verkoopmiddel niet een bouwwerk in de zin van de Woningwet mag worden. Daarom zijn onderstaande voorschriften van toepassing. Om de mobiliteit te garanderen zijn de volgende voorschriften van toepassing: •
Maximaal 1 uur voor aanvang van het tijdstip waarop, overeenkomstig het vermeldde in de vergunning, met de verkoop of verstrekking wordt aangevangen, mag de standplaats worden ingenomen.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
21
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
•
Binnen 1 uur na tijdstip, overeenkomstig het vermelde in de vergunning, dat de verkoop of verstrekking wordt beëindigd, dient de standplaats te worden ontruimd.
Dit betekent dat de standplaats iedere dag ontruimd dient te worden.
Dit voorschrift geldt niet voor tijdelijke standplaatsen. Aangezien deze standplaatsen voor een beperkte duur worden ingenomen zullen de standplaatsen niet permanent worden. Derhalve is er geen gevaar voor het ontstaan van bouwwerken.
5.7.1 Situatie na vaststelling van deze nota. In onderstaand schema wordt de situatie weergegeven na vaststelling van deze nota. Schema overzicht in te nemen standplaatsen na vaststelling van deze nota Locatie
Max. aantal Maandag Dinsdag standplaatsen Wilhelminaplantsoen, 2 (3 uitgezonderd op zaterdag voorplein uitsterfconstructie) winkelcentrum
Woensdag Donderdag Vrijdag Vis
Zaterdag Groente Kaas
Wereldwinkel Wereldwinkel Gruttoplein
1
Kruidenhof op drie parkeerplaatsen Kantorengebied I Kantorengebied II
1
Industriegebied III
2
Station Diemen-Zuid
1
1 2
Vis* Vis
Snacks** Snacks** Snacks** Snacks** Snacks** Snacks**
Snacks** Snacks**
Snacks** Snacks**
Snacks** Snacks**
*De heer Mooijer neemt geen standplaats meer in op de vrijdagen, maar op de woensdagen Niet mogelijk i.v.m. weekmarkt
** Overgangsbepaling: De twee vergunninghouders die in het kantorengebied een standplaats innemen voor de verkoop van snacks voldoen niet aan het eerder genoemde voorschrift. Aangezien de verkoopwagens niet na sluiting worden verwijderd, zijn deze als een bouwwerk in de zin van de Woningwet aan te merken en is derhalve een bouwvergunning noodzakelijk. Het bestemmingsplan laat een dergelijk bouwwerk niet toe en dient in beginsel een vrijstellingsprocedure gevolgd te worden. Dit past echter niet in het stedenbouwkundig concept van dit gebied, zodat geen medewerking wordt verleend aan een vrijstelling van het bestemmingsplan. Aangezien deze standplaatshouders al drie jaar
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
22
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
vergunninghouder zijn geweest, is het niet redelijk om direct na vaststelling van deze nota de bovengenoemde voorschriften toe te passen. Vanaf 2008 dienen de standplaatshouders rekening te houden met hun vergunningsaanvraag voor 2008 met het bovengenoemd voorschrift.
5.7.2 Wachtlijst Mocht een locatie vol zijn dan kan een aanvrager op een wachtlijst gezet worden. Hierbij geldt: wie het eerst komt wie het eerst maalt.
5.8 Evenementen In geval er een evenement wordt gehouden op een locatie waar een standplaats wordt ingenomen dient de evenementenvergunninghouder genoemde standplaats te gedogen, tenzij er in overleg een andere mogelijkheid is.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
23
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
6
Aanvullende voorschriften standplaatsvergunningen
Aan de standplaatsvergunningen voor (vaste) standplaatsen worden in ieder geval met betrekking tot de genoemde onderwerpen voorschriften verbonden. De opsomming is niet limitatief.
Schoonhouden standplaats (overlast, openbare orde) Het probleem doet zich voor dat mensen die bij de verkoopwagen iets komen nuttigen, de verpakkingsmaterialen en andere resten van bij de handelaar gekochte etenswaren zullen willen wegwerpen. Dit gebeurt niet zelden op de openbare weg. In het kader van de handhaving van de openbare orde is het van belang om de standplaatshouder verantwoordelijk te stellen voor het opruimen van weggegooide verpakkingsmaterialen en etensresten die gerelateerd zijn aan door hem verkochte goederen en voor de netheid van de standplaats bij het verlaten van deze standplaats.
In het belang van de openbare orde en ter voorkoming van overlast moeten de standplaats en de naaste omgeving binnen een straal van 10 meter in schone en ordelijke toestand worden gehouden.
Tevens dienen aan de verkoopgelegenheid waarmee de standplaats wordt ingenomen of in de onmiddellijke nabijheid daarvan, twee of meer afvalbakken te worden geplaatst. Voor het legen van deze bakken is de vergunninghouder verantwoordelijk.
Indien de standplaatshouder met de verkoop van waren onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer valt, worden voornoemde voorschriften niet in de vergunning opgenomen, maar wordt slechts naar de Wet milieubeheer verwezen.
Afmetingen verkoopwagen (verkeersveiligheid) De verkoopwagen moet voldoen aan de maximale afmetingen van wagens in het algemeen, zoals bepaald in het Voertuigreglement (artikel 3.3.6). Dit betekent onder meer dat de wagen maximaal 2.55 meter breed, 12 meter lang en 4 meter hoog mag
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
24
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
zijn. De maximale oppervlakte van een verkoopwagen is derhalve 30.6 m2. Uiteraard is de locatie van de standplaats leidend. In de bijlagen is de maximale oppervlakte voor een standplaats per locatie aangegeven.
Eisen aan de verkoopwagen in het kader van de wegenverkeerswetgeving (verkeersveiligheid) Een verkoopwagen dient te voldoen aan de vereisten die in het Voertuigreglement zijn gesteld. Dit betekent dat de wagen voorzien moet zijn van een kenteken, tevens verzekerd en APK gekeurd dient te zijn.
Regels toekenning vergunning Een standplaatsvergunning wordt in principe jaarlijks verlengd. Voor dagen waarop standplaatsen zijn vrijgekomen, komen in eerste instantie de bestaande vergunninghouders in aanmerking.
Vervolgens komen personen in aanmerking, die nog geen standplaats- of ventvergunning in de gemeente hebben. Aanvragen van deze personen worden eveneens naar volgorde van binnenkomst in behandeling genomen. Aanvragen voor specifieke locaties hebben voorrang op algemene aanvragen.
Een uitzondering op deze regels is de wens van de overblijvende echtgeno(o)t(e) om de standplaatsvergunning van de overleden vergunninghouder over te willen nemen. Wanneer een daartoe strekkend verzoek binnen acht weken na het overlijden bij het college wordt ingediend, wordt de vrijgekomen vergunning na het overlijden van de vergunninghouder aan de overblijvende echtgeno(o)t(e) verleend.
Terrassen Gelet op het beperken van overlast en de verkeersveiligheid is een terras bij een standplaats niet toegestaan. Gelet op de aard van een standplaats, het binnen een beperkte tijd aanschaffen en indien van toepassing, het nuttigen van de aangeschafte goederen, is het hebben van een terras voorbehouden aan horecagelegenheden. Maximaal twee hoge tafeltjes voor het staand nuttigen van etenswaren is toegestaan.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
25
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Uitstallingen en overige objecten Uitstalling voor bijvoorbeeld het uitstallen van groente en fruit is toegestaan, mits de ruimte van de locatie dit toelaat. Na toetsing aan de hand van de beleidsregels (openbare orde, verkeersveiligheid, uiterlijk aanzien) zal dit blijken.
Voor objecten bij standplaatsen, zoals reclameborden, windschermen en schotten wordt verwezen naar de nota uitstallingen en reclame. Een vergunning dient separaat te worden aangevraagd.
Overige zaken Verkeerstechnische zaken Inrichting standplaats De juiste plaats van de standplaats wordt door het college aangewezen. De standplaatsen zijn verkeerstechnisch ingericht, zodat bijvoorbeeld het volparkeren door andere auto’s niet mogelijk is. In sommige gevallen dient er een verkeersbesluit te worden genomen, wanneer bijvoorbeeld parkeerplaatsen gereserveerd dienen te worden om de beschikbaarheid van deze plaatsen te kunnen garanderen (Kruidenhof). In sommige gevallen is het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 87 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) noodzakelijk, omdat bij het innemen van een standplaats de verkoopwagen wellicht een weggedeelte moet betreden waar dat niet is toegestaan (bijvoorbeeld het trottoir).
Plaatsing voertuigen die als vervoermiddel dienen Indien een verkoopmiddel, bijvoorbeeld een marktkraam, in een voertuig zoals een vrachtwagen wordt vervoerd, dient dit voertuig, indien de in te nemen standplaats geen ruimte voor dit voertuig biedt, elders in een parkeervak te worden geparkeerd of op een door het college aangewezen plaats. Het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 87 van het BABW is soms dan noodzakelijk. Dit ter bepaling van het college in iedere afzonderlijke situatie.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
26
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Brandveiligheid De verkoopgelegenheid dient voorts te voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften die door de brandweer in Diemen zijn opgesteld en zijn als voorschriften in de vergunning opgenomen.
Werkzaamheden In geval van wijziging van de bestemming dan wel herinrichting van het betreffende gedeelte van de openbare weg is het college bevoegd een vervangende standplaats aan te wijzen. Indien een vervangende standplaats niet voorhanden is, kan intrekking van de vergunning volgen. Een vervangende locatie is geen nieuwe locatie en hieraan kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.
7. Eisen aan vergunninghouder en de aanvraag
7.1 Persoonlijk innemen standplaats en vervanging De vergunning is strikt persoonlijk. Een vergunning kan uitsluitend worden verleend aan een natuurlijk persoon. Dit vloeit voort uit artikel 1.5 APV. Hij is dan ook verplicht om persoonlijk standplaats in te nemen. Hieruit volgt dat per ondernemer slechts één vergunning kan worden verleend per dagdeel. Teneinde een rechtvaardige verdeling van het aantal beschikbare standplaatsen te bevorderen, dient een vergunninghouder persoonlijk ter plaatse van de bedrijfsuitoefening aanwezig te zijn. In de vergunning wordt onderhuur dan ook verboden. De Afdeling bestuursrechtspraak (10-10-1996, Gemeentestem 1997, 7055) heeft bepaald dat een dergelijke spreiding van standplaatsen over een zo groot mogelijk aantal ondernemers overeenstemt met de aard van deze vorm van straathandel die gekenmerkt wordt door een kleinschalige opzet.
De vergunninghouder dient zelf de standplaats in te nemen. Vervanging is in beginsel dus niet mogelijk. Een totaalverbod op vervanging is echter niet gewenst. Tijdens vakantie en ziekte moet de vergunninghouder de gelegenheid hebben zijn handel voort te zetten. Dit komt bovendien een hoge bezettingsgraad ten goede.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
27
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Het is van belang dat de standplaatsen en ventlocaties goed bezet zijn. Het verlevendigt de gemeente. Een slechte bezetting doet voorts potentiële vergunninghouders die graag een vergunning zouden krijgen, tekort. Een principeverplichting tot het innemen van de standplaats dan wel het venten is daarom gewenst. Dit voorkomt bovendien dat vergunning wordt aangevraagd, terwijl men eigenlijk geen interesse heeft om daadwerkelijk standplaats in te nemen of te venten.
De volgende regels gelden:
a.
Afwezigheid of vervanging moet binnen twee weken aan het college schriftelijk worden gemeld;
b.
Het college kan verzoeken de reden van afwezigheid nader (schriftelijk) te onderbouwen. Indien naar het oordeel van het college geen geldige reden bestaat voor het niet innemen van standplaats of het niet gebruik maken van de ventvergunning, wordt dit schriftelijk gemeld aan de vergunninghouder. Vakantie, sterfgevallen en ziekte zijn legitieme redenen om afwezig te zijn.
c.
Van de vergunning moet in principe ieder dagdeel waarvoor de vergunning is afgegeven, gebruik worden gemaakt. In geval van afwezigheid moet dit altijd vooraf, onder opgaaf van redenen, gemeld worden bij het college. De melding moet zo vroeg mogelijk worden gedaan. In geval van spoed, kan achteraf de mededeling worden gedaan dat men afwezig is geweest, eveneens onder opgaaf van redenen.
d.
Indien een vergunninghouder naar het oordeel van het college vier keer per vergunningsperiode zonder geldige reden of zonder opgaaf van reden afwezig is geweest, kunnen zij de vergunning intrekken.
e.
Slechts vanwege dringende redenen mag een vergunninghouder zich laten vervangen. Hiertoe dient de vergunninghouder in voorkomende gevallen ontheffing bij B&W aan te vragen. Tot dringende redenen worden in ieder geval ziekte, sterfgevallen en vakantie gerekend. B&W kunnen verzoeken de
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
28
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
opgegeven reden met bewijsmateriaal te ondersteunen. Vervangers dienen tenminste 18 jaar oud te zijn.
f.
Een vergunninghouder mag zich altijd laten bijstaan door assistenten. Voor assistenten geldt dat voldaan moet worden aan de leeftijdscriteria zoals neergelegd in regelgeving met betrekking tot degenen die deelnemen aan het arbeidsproces. Ingevolge de bepalingen van de Arbeidsomstandighedenwet mogen personen beneden de leeftijd van 18 jaar op zondag geen arbeid verrichten.
7.2 Eisen aan aanvrager en aanvraag De aanvrager moet in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit of anderszins in het bezit van een verblijfsvergunning (identiteitskaart van de Vreemdelingendienst), waarop vermeld staat dat in Nederland zelfstandig mag worden gewerkt (art 3. Wet arbeid buitenlandse werknemers). De aanvrager heeft de leeftijd van 18 jaar of ouder.
Bij een aanvraag om vergunning worden de volgende stukken worden overgelegd: •
Bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel
•
Een kopie van de geldige inschrijvingskaart bij het Centraal Registratie Kantoor Ambulante handel (Postbus 90756, 2509 LT DEN HAAG, tel. 0703385777, fax 070- 3385788). (Alleen van toepassing bij verkoop van producten)
•
Kopie legitimatiebewijs en / of een verblijfsvergunning waarop vermeld staat dat in Nederland zelfstandig mag worden gewerkt.
7.3 Geldigheid vergunning Een vergunning voor het innemen van vaste standplaats wordt jaarlijks verleend.
7.4 Indiening aanvraag Op grond van de APV dient een aanvraag minimaal drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft in te dienen. Het
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
29
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
college is echter bevoegd deze termijn te verlengen tot ten hoogste twaalf weken. In verband met een zorgvuldige afhandeling van de aanvraag voor een ventvergunning stelt het college de termijn voor indiening van een schriftelijke aanvraag op minimaal 6 weken voor de gewenste ingangsdatum. Indien een aanvraag niet binnen de bovengenoemde termijn is ingediend, wordt de vergunningsaanvraag buiten behandeling gesteld krachtens artikel 4.5 Awb.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
30
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
8.
Venten
Het venten wordt geregeld in artikel 5.2.2. van de Algemene plaatselijke verordening Gemeente Diemen 2006. Het artikel bevat een verbod zonder vergunning van het college in de uitoefening van handel op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te geven. De weigeringsgronden zijn opgesomd in het derde lid van artikel 5.2.3. De in deze notitie opgenomen beleidsregels zijn vastgesteld aan de hand van de weigeringsgronden.
8.1
Reikwijdte ventbeleid
Soorten ventvergunningen Ook binnen het venten kan onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende vergunningen:
De vaste ventvergunning De ventvergunning die voor 1 of meerdere dagen in de week voor een heel jaar wordt verleend in twee varianten: 1. de vergunning die jaarlijks wordt verleend voor op/aan de weg of het huis-aanhuis verkopen van goederen; 2. de ventvergunning voor seizoensgebonden producten. Voor het venten met ijs wordt een vergunning verleend die het gehele jaar geldig is, hoewel er slechts gedurende het seizoen gebruik van wordt gemaakt. De tijdelijke ventvergunning Zie hoofdstuk 9.
8.2.
Concurrentieverhoudingen geen uitgangspunt ventbeleid
Wat hiervoor onder standplaatsen is vermeld over concurrentieverhoudingen, geldt ook voor het ventbeleid.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
31
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
8.3.
Artikel 5.2.2. Algemene Plaatselijke Verordening
De aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt door het college getoetst aan artikel 5.2.2. van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Diemen 2006 Artikel 5.2.2. luidt als volgt: 1.
Het is verboden zonder vergunning van het college in de uitoefening van handel op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te geven dan wel diensten aan te bieden.
2.
Het verbod geldt niet:
a.
ten aanzien van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
b.
voor het aan de huizen van vaste afnemers afleveren van goederen door - of door huisgenoten of personeel van - hem die dit mede doet ter exploitatie van zijn winkel, bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet;
c.
voor het te koop aanbieden of verkopen van goederen op de plaats die is aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden waarop die markt gehouden wordt;
d.
voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op een standplaats bedoeld in artikel 5.2.3.
3.
De vergunning kan worden geweigerd:
a.
in het belang van de openbare orde;
b.
in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
c.
in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;
d.
wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt.
8.4
Weigeringsgronden
De weigeringsgronden voor een ventvergunning die worden opgesomd in artikel 5.2.2 van de APV, vormen de criteria voor het in aanmerking komen van een
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
32
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
ventvergunning. Anders dan bij standplaatsen zijn strijd met de redelijke eisen van welstand en strijd met het bestemmingsplan geen gronden om een ventvergunning te weigeren.
Openbare orde Uit de jurisprudentie blijkt, dat een beperking van het aantal te verstrekken vergunningen is toegestaan in het belang van de openbare orde: "het is in strijd met de openbare orde om onbeperkt vergunningen af te geven". Het criterium openbare orde wordt vaak gebruikt in combinatie met het beperken of voorkomen van overlast en de verkeersveiligheid.
Overlast Meerdere venters tegelijkertijd kunnen tot overlast leiden. Dit gegeven kan mede worden gebruikt bij de verdeling van vergunningen over de gemeente. Ook biedt het de mogelijkheid om vergunningen over de week te verdelen. Voorts dient er onderscheid gemaakt te worden tussen rondrijdende venter en huis-aan-huis venters. Immers huis-aan-huis venten geeft in beginsel meer overlast: zij bellen telkens aan.
Verkeersveiligheid Bij gebruikmaking van een vergunning dient de vergunninghouder ervoor zorg te dragen dat het verkeer niet wordt gehinderd, het trottoir voor voetgangers bruikbaar blijft en de bruikbaarheid en de instandhouding van de wegen gewaarborgd moet blijven;
Verzorgingsniveau Bij het verlenen van ventvergunningen dient te worden gekeken of het verzorgingsniveau van de consument (met name in de kleine kernen) in gevaar kan komen, m.a.w. is er door het verlenen van een ventvergunning een serieuze dreiging ten aanzien van het voortbestaan van de lokale ondernemer die gevolgen kan hebben voor de consument? Niet de bestaande ondernemer, maar de consument moet hierbij uitgangspunt zijn.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
33
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
8.5. Beleidsregels ventvergunningen (jaarventvergunningen en seizoensventvergunningen) Maximumstelsel en brancheverdeling Uit een oogpunt van openbare orde, ter voorkoming van overlast en in het belang van de verkeersveiligheid en –vrijheid is het van belang dat niet onbeperkt ventvergunningen worden verleend. Op basis hiervan is besloten het onderstaande beleid te voeren.
Een ventvergunning kan voor geheel Diemen worden verleend of per wijk. Het is op grond van de wegenverkeerswetgeving echter niet toegestaan te venten met behulp van een verkoopwagen in het voetgangersdomein. Voor het venten in gebieden, die niet in beheer/ in eigendom zijn bij de gemeente Diemen, is schriftelijke toestemming nodig van de desbetreffende beheerder.
Diemen wordt onderverdeeld in de wijken Diemen-Noord, Diemen-Centrum en Diemen-Zuid en het kantoren- en industriegebied.
1. Er worden in een wijk, gelet op het beperken van overlast, niet meer dan 9 ventvergunningen verleend. 2. Per wijk wordt maximaal drie vergunningen in verschillende branches voor huisaan-huis venten verleend. 3. Per wijk worden maximaal drie vergunningen in verschillende branches voor het rondrijdend venten verleend. 4. Per wijk wordt maximaal drie vergunningen in verschillende branches voor het
venten van seizoensgebonden producten (zoals ijs) verleend. Tabel overzicht mogelijkheid te verlenen ventvergunningen Categorie Max te Vergunning Branche verlenen Huis-aan huis 3 Ja 2x Eieren en zuivel/ Energiediensten Seizoensgebonden 3 Ja 1x IJs Rondrijdend
3
Locatie Heel Diemen Heel Diemen
Nee
N.a.v. het bovenstaand overzicht is er nog plaats vrij voor 3 rondrijdende venters in verschillende branches, 2 seizoensgebonden venters in verschillende branches en 1 huis-aan-huis venter in een andere branche.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
34
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Omvang ventwagen De ventwagen mag niet langer dan 6 meter en niet hoger dan 2,40 meter zijn i.v.m. het beperken van overlast en de verkeersvrijheid en -veiligheid.
Tijdstippen van venten •
Er mag ingevolge de Zondagswet gedurende de hele week gevent worden, met uitzondering van zon- en feestdagen.
•
De verkooptijden zijn uit het oogpunt van overlast beperkt van 9.00 uur tot 21.00 uur.
Geldigheid vergunning Een vergunning voor het wekelijks venten kan voor maximaal één kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december) worden verleend.
Eisen aan aanvraag en aanvrager Net als bij aanvragen om een standplaatsvergunning moet een aanvrager om een ventvergunning het volgende aanleveren: •
een kopie van een legitimatiebewijs;
•
een kopie van de geldige inschrijvingskaart bij het Centraal Registratie Kantoor Ambulante handel (Postbus 90756, 2509 LT DEN HAAG, tel. 0703385777, fax 070- 3385788);
•
de aanvrager moet voorts in bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit of anderszins in het bezit van een verblijfsvergunning (identiteitskaart van de Vreemdelingendienst), waarop vermeld staat dat in Nederland zelfstandig mag worden gewerkt (art 3. Wet arbeid buitenlandse werknemers). De aanvrager heeft de leeftijd van 18 jaar of ouder.
Indiening aanvraag Op grond van de APV dient een aanvraag minimaal drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft in te dienen. Echter het college is bevoegd deze termijn te verlengen tot ten hoogste twaalf weken. In verband met een zorgvuldige afhandeling van de aanvraag voor een ventvergunning stelt het college de termijn voor indiening van een schriftelijke aanvraag op minimaal
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
35
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
6 weken voor de gewenste ingangsdatum. Indien een aanvraag niet binnen de bovengenoemde termijn is ingediend, wordt de vergunningsaanvraag buiten behandeling gesteld krachtens artikel 4.5 Awb.
Overige Voor het overige zijn de beleidsregels die gelden voor standplaatsen omtrent het persoonlijk innemen van standplaats en vervanging, regels toekenning vergunning, alsmede de beleidsregels die zijn opgenomen onder overige bepalingen, van overeenkomstige toepassing.
8.6. Voorschriften venten Hieronder wordt puntsgewijs de voorschriften opgesomd die aan een ventvergunning worden verbonden. •
Er mogen alleen producten worden gevent waarvoor vergunning is verleend.
•
De te verkopen artikelen moeten naar het oordeel van de Voedsel- en Warenautoriteit deugdelijk van samenstelling en deugdelijk van toestand zijn.
•
De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar.
•
Men mag niet langer dan 15 minuten op één locatie blijven staan. Het langer stilstaan in afwachting van klanten is niet toegestaan.
•
Het is alleen toegestaan te venten met die producten, die daarvoor geschikt zijn (alcoholhoudende dranken zijn niet toegestaan). Met deze producten mogen tijdens het venten alleen eenvoudige handelingen worden verricht (verkoop gereed maken). “Bakken en braden” is dus tijdens het venten niet toegestaan. Worden er kostbare zaken verkocht (vanaf € 50,00), dan gelden de volgende aanvullende voorwaarden: o de aanvrager dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel; o de aanvrager is verplicht aan de klant een bewijs van aankoop met garantiebepaling af te geven; o de aanvrager dient zich tijdens het venten te kunnen legitimeren.
•
Het verkoopmiddel dient deugdelijk te zijn en in een goede staat van onderhoud te verkeren (rijtechnisch).
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
36
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
•
De venter dient een minimale afstand van 100 meter tot evenementen en dergelijke activiteiten te bewaren. Het venten op het evenemententerrein zelf is alleen toegestaan met toestemming van de organisator.
•
Het is verboden tijdens het venten anders dan met een bel en/of door middel van de niet versterkte menselijke stem de aandacht van het publiek te trekken.
•
Bij het verkoopmiddel dient een mogelijkheid aanwezig te zijn om afval in te kunnen deponeren.
Voor zover niet feitelijk onmogelijk zijn daarnaast de in hoofdstuk 6 genoemde voorschriften voor standplaatsen van overeenkomstige toepassing op het verlenen van vergunning voor het venten.
9.
Tijdelijke standplaats- en ventvergunningen
Naast de vaste standplaatsen en venters waarvoor een jaarvergunning wordt verleend, bestaan er tijdelijke vergunningen die voor een kortere periode worden aangevraagd.
Voorbeelden hiervan zijn; •
de standplaatsvergunningen voor de verkoop van kerstbomen en kerststukjes;
•
de standplaatsvergunningen voor graveren van kentekens voor een dag;
•
verkopen van koekjes door de plaatselijke honkbalvereniging langs de deuren voor een aantal dagen;
•
verkoop van telefoonabonnementen;
•
dagventvergunning voor de verkoop van suikerspinnen.
9.1 Tabel overzicht aanvullende beleidsregels tijdelijke standplaats- en ventvergunningen Op de volgende pagina is een tabel met de beleidsregels t.a.v. het verlenen van tijdelijke standplaats- en ventvergunningen weergegeven.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
37
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Tabel aanvullende beleidsregels tijdelijke standplaats- en ventvergunning Soort Standplaats voor seizoensgebonden
Maximum duur maximaal 1 2
Maximum aantal 1 tijdelijke
Indieningstermijn
Aanvullende voorwaarden
1
zes weken
standplaats
maand
tegelijkertijd per
producten
locatie Tijdelijke
2
12 dagen
1 tijdelijke
1
zes weken
een tijdelijke vergunning wordt voor maximaal vier keer per jaar aan
standplaatsen voor
standplaats
dezelfde persoon of aan personen werkzaam bij dezelfde organisatie
enkele dagen
tegelijkertijd per
verstrekt.
locatie Dagstandplaats
1 dag
1 tijdelijke
drie weken
door het college wordt het beleid gevoerd dat maximaal eenmaal per
standplaats
maand aan een en dezelfde persoon een dagvergunning wordt
tegelijkertijd per
verstrekt.
locatie Ventvergunning
2
12 dagen
één tijdelijke
voor een korte
ventvergunning per
periode
wijk voor het
1
zes weken
venten langs de huizen alsmede op of aan de openbare weg.
Ventvergunning
2
1 maand
één tijdelijke
1
zes weken
een tijdelijke vergunning wordt voor maximaal vier keer per jaar aan
voor
ventvergunning per
dezelfde persoon of aan personen werkzaam bij dezelfde organisatie
seizoensgebonden
wijk voor het
verstrekt.
producten
venten langs de huizen alsmede op of aan de
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
38
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
openbare weg.
Dagventvergunning
1 dag
één tijdelijke
drie weken
door het college wordt het beleid gevoerd dat maximaal eenmaal per
ventvergunning per
maand aan een en dezelfde persoon een dagvergunning wordt
wijk voor het
verstrekt.
venten langs de huizen alsmede op of aan de openbare weg.
1
Op grond van de APV dient een aanvraag minimaal drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft in te dienen. Echter het college
is bevoegd deze termijn te verlengen tot ten hoogste twaalf weken. In verband met een zorgvuldige afhandeling van de aanvraag voor een tijdelijke standplaatsvergunning stelt het college de termijn voor indiening van een schriftelijke aanvraag op minimaal 6 weken voor de gewenste ingangsdatum. Indien een aanvraag niet binnen de bovengenoemde termijn is ingediend, wordt de vergunningsaanvraag buiten behandeling gesteld krachtens artikel 4:5 Awb. 2
Om te voorkomen dat een tijdelijke vergunning in de praktijk uitwerkt als een vaste vergunning, wordt een maximum gesteld aan het aantal dagen waarvoor een tijdelijke
vergunning wordt verleend.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
39
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
9.2
Nadere toelichting locaties tijdelijke standplaatsvergunningen
De locaties voor een tijdelijke standplaats voor seizoensgebonden producten komen in beginsel overeen met de locaties voor de vaste standplaatsen. Overige locaties moeten voldaan aan de criteria genoemd in hoofdstuk 5.
9.3
Aanvullende overige zaken
Evenementen Een tijdelijke standplaatshouder en een venter dient een minimale afstand van 100 meter tot evenementen en dergelijke activiteiten te bewaren. Het venten en een standplaats innemen op het evenemententerrein zelf is alleen toegestaan met toestemming van de organisator.
Voor zover niet feitelijk onmogelijk zijn de in deze nota genoemde beleidsregels en voorschriften voor standplaatsen en venten van overeenkomstige toepassing op het verlenen van een tijdelijke standplaats- en ventvergunning.
10.
Vergoedingen, kosten
Leges Op grond van de Legesverordening zijn aan het afgeven van een standplaats- en ventvergunning legeskosten verbonden.
Precario Op grond van de precarioverordening van de gemeente wordt voor het innemen van een standplaats belasting geheven. De precario belasting is een bedrag per m2 per locatie voor een dag of een andere tijdseenheid. (zie verder de precarioverordening Diemen 2007).
Vergoeding gebruik elektriciteit Met de inwerkingtreding van deze nota dient iedere standplaatshouder voor een eigen stroomvoorziening, en bij gebruik van de gemeentelijke stroomkasten een
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
40
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
eigen meter, zorg te dragen. Tot 1 januari 2008 geldt hiervoor een uitsterfconstructie en zullen in het geval van een gemeentelijke stroomkast de kosten per kwartaal in rekening worden gebracht. De Controleurs Openbare Ruimte van de afdeling Vergunningen en Handhaving nemen hiertoe wekelijks de meterstanden op. 11.
Handhaving
11.1 Handhavingsinstrumenten Een beleidsnota en een vergunning kunnen nog zo goed in elkaar zitten, zonder handhaving betekenen ze niet veel. Het is daarom van belang toezichthouders in te schakelen die regelmatig controleren of aan de vergunningvoorschriften wordt voldaan, zoals bijvoorbeeld de plicht om persoonlijk standplaats in te nemen.
Met de politie worden afspraken over het toezicht gemaakt. Deze zijn overigens krachtens het Wetboek van Strafvordering automatisch opsporingsambtenaren. De gemeentelijke toezichthouder(s) controleren de op basis van deze nota verleende vergunningen op naleving van de daarin opgenomen voorschriften.
Sancties Blijkt na controle dat een standplaats is ingenomen dan wel wordt gevent in strijd met de voorschriften, dan volgen gepaste maatregelen zoals een aanschrijving bestuursdwang, last onder dwangsom of (tijdelijke) intrekking van de vergunning.
De handhavinginstrumenten kunnen onderscheiden worden in preventieve en repressieve instrumenten. Bij preventieve instrumenten kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de toetsing van aanvragen, waarbij bij beoordeling van de aanvraag reeds wordt besloten dat de standplaats- of ventvergunning niet mogelijk of gewenst is. Daarnaast kan ook gedacht worden aan de communicatie met de aanvragers van standplaats- en ventvergunningen. Hiermee wordt beoogd draagvlak te creëren. Indien sprake is van een dergelijk draagvlak, zullen handhavingproblemen afnemen. Sanctiemiddelen zijn repressieve middelen. Hierbij kunnen bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sancties worden ingezet of een combinatie van beide.
De belangrijkste middelen zijn: •
Bestuurlijke acties:
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
41
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
o opleggen dwangsom; o bestuursdwang; •
Strafrechtelijke acties: o Proces verbaal.
11.2 Sanctiebeleid APV Standplaats- en ventvergunningen worden getoetst aan de APV. Hierin staat dat een standplaats- en een ventvergunning kan worden geweigerd: a.
in het belang van de openbare orde;
b.
in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
c.
in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;
d.
in het belang van de verkeersvrijheid of –veiligheid;
e.
wanneer als gevolg van bijzonder omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;
f.
vanwege de strijd met een bestemmingsplan (alleen standplaatsvergunningen).
Daarnaast kan een standplaats- of ventvergunning op grond van artikel 1.6 van de APV ingetrokken of gewijzigd worden indien: a.
ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b.
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning vereist is;
c.
aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet worden nagekomen;
d.
geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijk termijn, binnen een redelijk termijn;
e.
de houder dit verzoekt.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
42
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Op grond van de bovenstaande bepalingen van de APV is het volgende sanctiebeleid van toepassing. Indien door de controleurs Openbare Ruimte geconstateerd wordt dat: o er een standplaats is ingenomen of gevent wordt zonder geldige vergunning; o niet wordt voldaan aan de voorschriften die aan de verleende vergunning verbonden zijn, zal bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk worden opgetreden.
Overtreder niet in het bezit van een vergunning
De controleurs Openbare Ruimte maken een proces-verbaal op (strafrechtelijk handhaven). De controleurs Openbare Ruimte sommeren de overtreder de ingenomen standplaats binnen 24 uur te ontruimen en ontruimd te houden of ingeval van venten, de verkoopactiviteiten onmiddellijk te staken en gestaakt te houden. De overtreder ontvangt van het Team Openbare Ruimte van de afdeling Vergunningen en Handhaving een aanvraagformulier voor een vergunning om te komen tot legalisatie. Dit aanvraagformulier dient binnen een termijn van twee weken na verzending van het formulier bij het Team Openbare Ruimte ontvangen te zijn.
Indien de overtreding binnen de hierboven genoemde termijnen niet wordt opgeheven of ongedaan wordt gemaakt, neemt het Team Openbare Ruimte van de afdeling Vergunningen en Handhaving bestuursrechtelijk actie. Een vooraankondiging van een last onder dwangsom wordt aan de overtreder verzonden, waarbij de overtreder nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld binnen een nader te bepalen redelijke termijn de overtreding ongedaan te maken. Hiertegen kan de overtreder een zienswijze indienen.
Indien aan de vooraankondiging geen gevolg wordt gegeven, zal de definitieve aanschrijving van een last onder dwangsom aan de overtreder worden opgelegd, mits de ingebrachte zienswijze niet tot een ander oordeel heeft geleid. Indien de hierin genoemde termijn wordt overschreden is de dwangsom ineens of per dag opgelegd, dat de overtreding voortduurt, verbeurd. Indien de overtreding nog steeds niet is beëindigd, zal nogmaals een dwangsom worden opgelegd, waarbij het bedrag twee keer zo hoog zal worden als het bedrag van de eerder opgelegde dwangsom. Immers, er moet een reële prikkel zijn om de overtreding te beëindigen. Indien ook
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
43
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
hier niet aan voldaan wordt zal bestuursdwang worden toegepast. Bij bestuursdwang zal de gemeente op kosten van de overtreder de overtredingen zelf beëindigen. In het geval van een ingenomen standplaats zal deze binnen 24 uur ontruimd worden. In het geval van venten, zullen de verkoopactiviteiten onmiddellijk worden beëindigd. De controleurs Openbare Ruimte leggen de geconstateerde overtredingen vast in een proces-verbaal van bevindingen (inclusief foto’s).
Overtreder wel in het bezit van een vergunning
Niet naleving van de vergunningsvoorschriften De controleurs Openbare Ruimte maken, indien de vergunningsvoorschriften niet correct zijn nageleefd, een proces-verbaal van bevindingen van de overtreding op. Daarnaast geven zij een mondelinge waarschuwing om de overtreding zo spoedig mogelijk, afhankelijk van de overtreding, ongedaan te maken. De mondelinge waarschuwing wordt schriftelijk bevestigd.
Als de vergunninghouder de overtreding binnen de in de schriftelijke waarschuwing genoemde termijn niet ongedaan heeft gemaakt, zullen de controleurs Openbare Ruimte een proces-verbaal opmaken (strafrechtelijk handhaven). Daarnaast wordt een vooraankondiging van een last onder dwangsom aan de overtreder verzonden, waarbij de overtreder nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld binnen een nader te bepalen redelijke termijn de overtreding ongedaan te maken. Hiertegen kan de overtreder een zienswijze indienen.
Indien aan de vooraankondiging geen gevolg wordt gegeven, zal de definitieve aanschrijving van een last onder dwangsom aan de overtreder worden opgelegd, mits de ingebrachte zienswijze niet tot een ander oordeel heeft geleid. Indien de hierin genoemde termijn wordt overschreden is de dwangsom ineens of per dag opgelegd, dat de overtreding voortduurt, verbeurd. Indien de overtreding nog steeds niet is beëindigd, zal nogmaals een dwangsom worden opgelegd, waarbij het bedrag twee keer zo hoog zal worden als het bedrag van de eerder opgelegde dwangsom. Immers, er moet een reële prikkel zijn om de overtreding te beëindigen. Indien ook hier niet aan voldaan wordt zal bestuursdwang worden toegepast. Bij bestuursdwang zal de gemeente op kosten van de overtreder de overtredingen zelf beëindigen. De
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
44
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
controleurs Openbare Ruimte leggen de geconstateerde overtredingen vast in een proces-verbaal van bevindingen (inclusief foto’s).
Herhaalde overtredingen Indien blijkt dat een vergunninghouder tot drie keer tot een overtreding heeft begaan (recidive), maar iedere keer de overtreding wel ongedaan heeft gemaakt, wordt de vergunning alsnog ingetrokken. Nadat de vergunning is ingetrokken, zal de hiervoor genoemde handhavingsprocedure worden gestart om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen
6.2.3 Handelen in strijd met de wet Indien een standplaats- of ventvergunninghouder handelt in strijd met de enige wet of regelgeving, anders dan de APV, kan de vergunning worden ingetrokken. Hierbij geldt dezelfde handhavingsprocedure als hiervoor is omschreven.
12.
Invoering nieuw beleid
Standplaatsen Voor zover de invoering van dit beleid (negatieve) consequenties heeft voor bestaande vergunninghouders wordt eventueel een overgangsregeling gehanteerd. In dat geval wordt een overgangstermijn gehanteerd, waarin de nieuwe regels nog niet gelden voor de desbetreffende vergunninghouders.
Concreet gaat het om de volgende aspecten die nadelig zouden kunnen zijn voor de huidige vergunninghouders:
1) Een standplaats wordt ingenomen door een vast bouwwerk Concreet gaat het om de volgende standplaatsen: Adres/locatie
Type bouwwerk
Bouwvergunning
Visseringweg
Kiosk
Nee
Rene Cassinlaan*
Kiosk
Ja
Rene Cassinlaan**
Blokhut
Nee
Bocht Nienoord/
Wagen
Nee
Wagen
Nee
Wildenborch Zilvermeeuwpad
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
45
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Adres/locatie
Type bouwwerk
Bouwvergunning
Hartveldseweg
Blokhut
Ja
Hartveldseweg
Kiosk
Ja
Gruttoplein
Kiosk
Ja
* Wordt verplaatst i.v.m. uitvoering werkzaamheden Centrumplan ** Verdwijnt i.v.m. uitvoering werkzaamheden Centrumplan
Gevolg van het bovenstaand overzicht: Omdat er uitgegaan wordt van mobiele verkoopmiddelen, vallen de kiosken/blokhutten buiten deze nota. Derhalve heeft deze nota alleen gevolgen voor deze kiosken/blokhutten in die zin dat ze voortaan niet meer aangemerkt wordt als een standplaats. Voor vaststelling van deze nota werd jaarlijks een vergunning afgegeven voor de kiosken aan de René Cassinlaan en de Visseringweg. In het vervolg zal hiervoor geen standplaatsvergunning worden afgegeven. Al deze kiosken zijn voortaan een RO aangelegenheid. Dit betekent dat voor dergelijke kiosken een bouwvergunning afgegeven dient te worden. Voordat een dergelijke bouwvergunning dient, indien noodzakelijk, een vrijstelling van bestemmingsplan verleend te worden.
Zoals in deze nota is weergegeven zal voor de standplaatshouders aan het Zilvermeeuwpad en Bocht Nienoord/ Wildenborch een overgangsbepaling worden gehanteerd. Voor 2007 hebben zij een vergunning voor het dagelijks innemen van een standplaats, zonder dat na sluitingstijd de standplaats wordt ontruimd. In 2008 zal voor deze standplaatshouders de beleidsregel ‘een standplaats moet dagelijks ontruimd worden’, worden gehanteerd.
2) Verkooptijden: Een standplaatshouder die geen voedsel en geen alcoholhoudende dranken verkoopt dient zich aan het gestelde in de Winkeltijdenwet te houden, te weten deze mag van 6.00 uur tot 22.00 uur zijn waren verkopen.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
46
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
3) Verkeerstechnische zaken
Plaatsing voertuigen die als vervoermiddel dienen Met name voor standplaatshouder Vos die door werkzaamheden t.b.v het Centrumplan de locatie voorplein winkelcentrum heeft toegewezen gekregen, zal voor zijn vrachtwagen, waar hij zijn marktkraam in vervoert, een locatie elders gezocht moeten worden. Dit zal spelen als het voorplein heringericht gaat worden, aangezien de beschikbare ruimte verminderd wordt.
4) Maximaal formaat verkoopmiddel Op grond van de beleidsregel die in deze nota is opgenomen, mag een verkoopgelegenheid niet breder zijn dan 2.55 meter, 12 meter lang en vier meter hoog. Voor de inwerkingtreding van deze nota werden de formaten van de verkoopmiddelen niet getoetst aan de wettelijke eisen die hiervoor ingevolge de Voertuigreglement worden gesteld. Zoals in onderstaande tabel is weergegeven voldoen alle verkoopvoertuigen aan de gestelde eisen. Naam 1 Dammers 2 3
4
5 6 7 9
Branche Kaas
Locatie Claas van Maarssenplein Van Diermen Vis Claas van Maarssenplein Ulu Turkse snacks Bocht Nienoord/ Wildenborch (nabij hogeschool) Bircan Turkse snacks Zilvermeeuwpad (nabij hogeschool) Steur Vis Kruidenhof Mooijer Vis Gruttoplein Yvonne dienstverlening Claas van nagelstudio Maarssenplein Wereldwinkel Verkoop Voorplein artikelen winkelcentrum
Vergunning Verkoopmiddel Formaat (lxbxh) ca Ja wagen 4,5 x 2,5 x 2,80 meter Ja
wagen
6,5 x 2,25 x 2,40 meter
Ja
wagen
5,50 x 2,10 x 2 meter
Ja
wagen
4,5 x 2,25 x 2,5 meter
Ja Ja Nee
Wagen Wagen Grote bus
5 x 2,20 x 2,75 meter 5 x 2,20 x 2,50 meter ?
Nee
Grote bus / oude SRV wagen
7,5 x 2,30 x 2,40 meter
Venten 1) Verkooptijden 1 2
Naam Pulvirenti Van den Hengel
Branche Waar ijs Heel Diemen eieren Heel Diemen
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
Tijden 09.00-21.00 u
Dagen Maandag t/m zaterdag
Verkoopmiddel IJskar
Niet opgenomen
Maandag, donderdag en vrijdag
auto
47
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
Er mag ingevolge de Zondagswet gevent worden van maandag tot en met zaterdag, uitgezonderd feestdagen. De verkooptijden zijn uit het oogpunt van overlast beperkt van 9.00 uur tot 21.00 uur. 2) Formaat verkoopmiddel De venters Pulvirenti en Van den Hengel rijden in voertuigen die niet groter zijn dan de gestelde formaten. Zij rijden in voertuigen ter grootte van een normale bestelauto.
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
48
Afdeling Vergunningen en Handhaving, Team Openbare Ruimte
13. Bijlagen situatietekeningen mogelijkheden in te nemen standplaatsen
Aanvullende nota straathandel augustus 2007
49