Beleidsregels beoordeling aanvraag vergunning Speelautomatenhal Inleiding De raad heeft op 27 januari 2014 de Speelautomatenhalverordening Tilburg vastgesteld. Daarbij zijn ook de uitgangspunten voor de door de burgemeester vast te stellen beleidsregels voor het verlenen van vergunningen vastgesteld. Op grond van de Speelautomatenhalverordening Tilburg (verder te noemen Verordening) kan de burgemeester voor maximaal twee nieuwe speelautomatenhallen vergunning verlenen. In de beleidsregels wordt eerst de vergunningsprocedure omschreven. Vervolgens wordt toegelicht welke informatie moet worden ingediend, hoe deze moet worden aangeleverd en tenslotte wordt toegelicht hoe aanvragen beoordeeld worden. Een vergelijkende toets maakt deel van uit van de beoordeling en moet uitwijzen welke twee aanvragen het meest bijdragen aan de doelstelling om het aanbod in de vrijetijdssector te versterken, aandacht hebben voor preventie van gokverslaving en de mogelijke impact op de omgeving .
Beschrijving vergunningprocedure Speelautomatenhalverordening In de Verordening is geregeld dat als het aantal aanvragen het aantal beschikbare vergunningen overtreft, de besluitvorming op de aanvragen plaatsvindt op basis van de door de burgemeester vastgestelde beleidsregels. De procedure start met het openstellen van de mogelijkheid voor belangstellenden om een vergunningaanvraag in te dienen. De burgemeester zal via de gemeentesite de periode openbaar maken waarin geïnteresseerden een aanvraag kunnen indienen. Na bekendmaking wordt de branchevereniging schriftelijk ingelicht en ontvangen ook de ondernemers waarvan bekend is dat ze geïnteresseerd zijn een brief. Na ontvangst van de voorstellen, wordt beoordeeld of de aanvragen voldoen aan de indieningsvereisten. Aanvragen die hier niet aan voldoen worden niet behandeld. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan de uitsluitingscriteria. Voldoen zij hier niet aan, dan ontvangt de aanvrager een negatieve beschikking, waartegen bezwaar openstaat en vervolgens beroep bij de bestuursrechter. Deze uitsluitingscriteria fungeren ook als minimumeisen voor de aanvragers om te mogen deelnemen aan de volgende fase van de vergunningsprocedure: de inhoudelijke toets. In tegenstelling tot andere vergunningstrajecten is hier geen mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen na het verstrijken van de indieningstermijn. Vooraf is bekend waaraan aanvragen moeten voldoen. Wordt voldaan aan de indieningsvereisten en uitsluitingscriteria, dan wordt de aanvraag beoordeeld door een beoordelingscommissie waarin verschillende relevante (vak)disciplines zijn vertegenwoordigd. De aanvragen worden met elkaar vergeleken en vervolgens gerangschikt. Dit geschiedt aan de hand van de beoordelingscriteria. De beoordelingscommissie is als volgt samengesteld: Commissielid Directeur Vestigingsklimaat (voorzitter commissie) Afdelingshoofd E&A Teammanager Sociaal 1
Teammanager Handhaving
Een aanbestedingsjurist adviseert de commissie ten aanzien van de procedure. Indien nodig, worden ook andere deskundigen uitgenodigd om te adviseren over specifieke onderdelen. Deze adviseurs hebben geen rol bij het toekennen van punten. Na beoordeling door de commissie (de toelichting op de beoordelingscriteria volgt later in dit document) wordt bepaald welke 2 aanvragen worden getoetst op de Wet Bibob. Hiervoor wordt gekeken naar de volgende criteria:
Nabijheid locaties: Als de twee locaties van de door de commissie als beste beoordeelde aanvragen minder dan 1000m van elkaar liggen (of als het om dezelfde locatie gaat) wordt de hoogst scorende aanvraag beoordeeld op grond van de wet Bibob. Vervolgens wordt de hoogst scorende aanvraag op een afstand van minimaal 1000 meter van de als beste beoordeelde aanvraag getoetst aan Bibob. Gelijkscorende aanvragen: Als meerdere aanvragen gelijk scoren en met het verlenen van deze vergunningen het maximale aantal vergunningen zou worden overschreden geeft het cijfer voor het concept de doorslag. Indien dit geen uitsluitsel geeft wordt door loting worden bepaald welke aanvraag zal worden getoetst aan de wet Bibob .
Alle indieners worden geïnformeerd over de uitkomst van de toetsing op de Wet Bibob. Indieners kunnen hier binnen twee weken op reageren. De eventuele reacties worden besproken in de beoordelingscommissie. Dit kan leiden tot een aanpassing van het advies aan de burgemeester. Op basis van de genoemde adviezen zal de burgemeester uiteindelijk een besluit nemen. Tegen dit besluit staat bezwaar en beroep open. Er kan pas gebruik worden gemaakt van de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal als (indien noodzakelijk) een omgevingsvergunning wordt verkregen voor de speelautomatenhal en de overige te realiseren functies. Dit kan tot gevolg hebben dat de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal niet gebruikt kan worden omdat de ruimtelijke procedure of aanvraag voor een omgevingsvergunning niet leidt tot een aanpassing van het bestemmingsplan of omgevingsvergunning. In dat geval zal de procedure voor het verlenen van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal opnieuw worden gestart. Dit betekent dat eerder afgewezen vergunningaanvragen niet automatisch aanspraak kunnen maken op deze vrijgekomen vergunning.
Beoordeling van de aanvragen Aanvragen voor een vergunning voor exploitatie van een speelautomatenhal moeten aan verschillende criteria voldoen. Elke aanvraag moet voldoen aan de indieningsvereisten, dat wil zeggen dat de aanvraag compleet moet zijn bij indiening om in aanmerking te kunnen komen voor een vergunning. Op basis van deze aanvraag vindt, indien deze compleet is, een inhoudelijke beoordeling plaats. Elke aanvraag wordt eerst beoordeeld aan de uitsluitingscriteria, deze zijn opgenomen in de verordening. Daarna worden de aanvragen die voldoen aan de uitsluitingscriteria beoordeeld op het concept, het plan van aanpak openbare orde en veiligheid en het plan voor preventie van gokverslaving. Ook worden de 2 aanvragen die het hoogst scoren getoetst aan de wet Bibob. Dit kan een opschortende werking van de aanvraag hebben. De indieningsvereisten, de uitsluitingscriteria en de eisen aan de documenten op grond waarvan de inhoudelijke beoordeling van de aanvragen plaatsvindt worden hieronder toegelicht.
2
Indieningsvereisten In onderstaande lijst zijn de indieningsvereisten benoemd. De aanvrager dient de volgende gegevens te verstrekken: Personalia van aanvrager / rechtspersoon; Inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel; Adres- en/of kadastrale gegevens van de beoogde locatie (inclusief bewijs of verklaring dat aanvrager kan beschikken over de voorgenomen locatie); Het bezit van DEKRA-certificering of de bereidheid deze te behalen; Indien de aanvraag als een van de 'winnaars' wordt aangewezen de gegevens voor toetsing aan de Wet BIBOB Document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal'. Document 'Plan preventie gokverslaving'; Document 'Plan openbare orde en veiligheid'; Aanvragen kunnen worden ingediend in een nader te bepalen periode van één week, minimaal 2 maanden na het bekendmaken van de beleidsregels. Hiervoor komt een aanvraagformulier beschikbaar.
Uitsluitingscriteria In de Speelautomatenhalverordening zijn voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal. Als hier niet aan kan worden voldaan, kan geen vergunning worden verleend. De eisen uit de verordening bestaan uit de volgende voorwaarden: De burgemeester kan geen vergunning verlenen voor een speelautomatenhal die gelegen is of zal zijn op een bedrijventerrein of op een locatie die is gelegen in een woongebied. De burgemeester kan geen vergunning verlenen voor een speelautomatenhal binnen de bebouwde kom van de kernen Berkel-Enschot of Udenhout, zoals weergegeven op de bij de verordening behorende kaarten. De burgemeester kan geen vergunning verlenen voor een speelautomatenhal buiten de binnenstad, die binnen een afstand van één kilometer is gelegen van de binnenstad, zoals weergegeven op de bij de verordening behorende kaarten. De burgemeester kan alleen een vergunning verlenen voor een speelautomatenhal voor zover deze is gelegen in de binnenstad of indien deze is gelegen buiten de binnenstad als deze onderdeel uitmaakt van een groter complex, waar minimaal drie andere recreatieve functies zijn of worden ondergebracht of in een zelfstandig gebouw waarbinnen zich in een straal van 100 m tenminste drie andere recreatieve functies bevinden. Voor de binnenstad geldt een maximum van 250 automaten. Voor de het gebied buiten de binnenstad een minimum van 75 en een maximum van 125 automaten. de beheerder(s) moeten een minimale leeftijd van 25 jaar hebben bereikt de exploitant of de beheerder(s) mogen niet onder curatele staan. de exploitant of de beheerder(s) mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.
Beoordelingscriteria De inhoudelijke beoordeling van de aanvragen vindt plaats aan de hand het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal', het document 'Plan preventie gokverslaving' en het document 'Plan openbare orde en veiligheid'.
Conceptomschrijving Speelautomatenhal 3
De gemeente hecht aan een (haalbaar) concept waarin het accent ligt op recreatief spelen en versterking van het toeristisch recreatief profiel van Tilburg en staat open voor nieuwe en creatieve ideeën daartoe. Daarbij wordt een divers spelaanbod, mede gericht op samen spelen gewaardeerd. Het gelijktijdig realiseren van (en in mindere mate het opwaarderen van reeds bestaande) recreatieve functies is voor de gemeente belangrijk. Voor de gemeente is het het meest wenselijk dat de speelautomatenhal in combinatie met de (gelijktijdige te realiseren) overige toeristisch-recreatieve functies bijdraagt aan het aantrekken van nieuwe doelgroepen. De doelgroepen van deze functies dienen een zo groot mogelijke overlap te hebben. Eisen aan het concept Speelautomatenhal In het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal 'moet worden omschreven op welke wijze de speelautomatenhal in samenhang met de nabije andere recreatieve voorzieningen bijdraagt aan het versterken van het toeristisch en recreatief aanbod in de gemeente Tilburg. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten: een nauwkeurige omschrijving van het gehele concept, de omvang van de totale inrichting, blijkend uit een voorlopig ontwerp en een beschrijving van het aanbod van voorzieningen (recreatieve functies) in het complex waarin de speelautomatenhal wordt gerealiseerd danwel een overzicht van de binnen een straal van 100m gevestigde toeristisch-recreatieve functies. In deze omschrijving moet ook de toegevoegde waarde van het concept en de samenhang met de gekozen locatie worden toegelicht. Indien het gaat om vestiging van een speelautomatenhal bij een reeds bestaande toeristisch-recreatieve voorziening ook aangeven welke functies nieuw zijn en welke eventueel vervallen; een opstellings- en inrichtingsplan van de speelautomatenhal, ter toetsing van de productdifferentiatie, waarin de plaats, het aantal en de samenstelling van de speelautomaten nauwkeurig worden vermeld; Hierbij kan de commissie vragen stellen om het concept te verduidelijken. De beoordeling van deze aspecten zal worden uitgedrukt in een rapportcijfer. Dit cijfer telt voor 50% mee in de eindbeoordeling. Een inrichting waarbij bij de keuze voor het soort automaten het accent wordt gelegd op recreatief spelen (bijvoorbeeld door meer meerspelers te plaatsen) zullen hoger worden gewaardeerd. Bij combinatie van een speelautomatenhal met toeristische en recreatieve functies waar regelmatig jongeren onder 18 jaar komen (zoals een bowlingbaan of kartbaan) is de manier waarop de functies gescheiden worden van belang voor de beoordeling. Uitgangspunt is dat jongeren zo min mogelijk geconfronteerd worden met de speelautomatenhal. Belangrijke doelstelling voor Tilburg is het versterken van het toeristisch-recreatief aanbod. Concepten die een bijdrage leveren aan het aantrekken van nieuwe doelgroepen zullen hoger worden gewaardeerd. Tevens zal worden gelet op de samenhang in het voorstel, onder meer ten aanzien van de doelgroepen van de verschillende onderdelen in het concept. Daarnaast zal de inrichting van de locatie worden beoordeeld op stedenbouwkundige aspecten, waaronder bereikbaarheid, toegankelijkheid en de inpassing in de omgeving. Nieuw te realiseren voorzieningen zullen hoger worden gewaardeerd dan reeds bestaande functies.
Plan preventie gokverslaving De gemeente hecht waarde aan een open, weinig ingrijpende toegangscontrole, zonder dat dat betekent dat minderjarigen worden toegelaten in de hal. In het kader van preventie wil de gemeente dat de exploitant zelf verantwoordelijkheid neemt voor het voorkomen van kansspelverslaving, door het personeel goed op te leiden en zorg te dragen voor een goede samenwerking met de bevoegde 4
instanties. Ook het op peil houden van de benodigde vaardigheden van het personeel is voor de gemeente belangrijk. Eisen aan het plan preventie gokverslaving In het document 'Plan preventie gokverslaving' moet worden omschreven op welke wijze de exploitant zorgt voor preventie en bestrijding van gokverslaving. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten: de organisatie van de toegangscontrole (leeftijdscontrole en bezoekers met een al dan niet vrijwillige ontzegging); de wijze waarop het personeel wordt getraind in: o het bij personen signaleren van het ontwikkelen van gokverslaving; o het ontwikkelen van communicatievaardigheden tbv de omgang van mensen met beginnende verschijnselen van gokverslaving; de wijze waarop bezoekers voorlichtingsmateriaal over gokverslaving in de speelautomatenhal kunnen verkrijgen; Periodieke afstemming met instellingen op gebied van preventie (Novadic Kentron en/of GGDHvB. De beoordeling van het bovengenoemde zal worden uitgedrukt in een rapportcijfer en telt mee voor 25%. Hoe groter het deel van het personeel dat contact heeft met klanten, dat een bepaald niveau van opleiding heeft hoe beter de beoordeling. Daarbij wordt ook gekeken naar de rol die het personeel binnen het bedrijf heeft. Ook het niveau van de opleidingen van het personeel zal mee worden gewogen. De bereidheid tot het tekenen van het bijgevoegde conceptconvenant zal worden meegewogen in de beoordeling voor het plan voor de preventie van gokverslaving.
Plan van aanpak openbare orde De gemeente hecht aan de vestiging van een speelautomatenhal met een zo gering mogelijke impact op de omgeving. De manier van samenwerking met deze omgeving en de informatievoorziening aan de omgeving, vooraf, maar ook bij of na incidenten zal worden beoordeeld. Eisen aan het Plan van aanpak openbare orde In het 'plan van aanpak openbare orde' moet worden aangegeven hoe de exploitantzorg draagt voor leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de eventuele speelautomatenhal, daaronder wordt ook het voorkomen van parkeeroverlast verstaan. De ondernemer dient een risico analyse op te nemen waaruit de risico's voor de directe omgeving van de onderneming blijken en welke maatregelen de ondernemer neemt om de gevolgen hiervan te beperken. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de aard van het bedrijf en de spanning waaraan het woon- en leefmilieu ter plaatse kan worden blootgesteld door de exploitatie van de onderneming. In ieder geval is er aandacht voor:
welke gedrag- en huisregels gelden er voor komende en gaande bezoekers; hoe de naleving van deze gedrag- en huisregels wordt bewaakt; hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid; hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid; welke openingstijden gelden en hoe deze zijn gerelateerd aan de andere faciliteiten binnen de onderneming; de wijze waarop de ondernemer wil omgaan/samenwerken met eigenaren en gebruikers van nabij gelegen percelen / bebouwing (straal van 200 meter). 5
De beoordeling van het bovengenoemde zal worden uitgedrukt in een rapportcijfer en telt mee voor 15 %. Hoe completer de risico analyse hoe hoger de beoordeling zal zijn. Een hogere mate van concreetheid van voorgestelde maatregelen en procedures zal een hogere score opleveren. Verder worden plannen waarin sprake is van aandacht voor de omgeving zonder onrust te creëren in die omgeving hoger gewaardeerd. In zowel de voorgestelde maatregelen, procedures als omgang met de omgeving moet voldoende aandacht zijn voor de wijze van omgang met de bevoegde instanties. Indien door maatregelen of inzet van de exploitant bij de gemeente kosten voor inzet van handhaving worden voorkomen leidt dit tot een hogere waardering.
Planevenwicht De bovenstaande criteria zijn de beoordelingsmaatstaven op basis waarvan de ingediende aanvragen worden getoetst. Het gaat evenwel ook om de evenwichtigheid van de aanvragen als geheel: Aanvragers dienen het concept toe te lichten in een presentatie voor de beoordelingscommissie. Dat geeft de gelegenheid om alle aspecten in onderling verband te wegen. Deze presentatie wordt meegenomen bij het bepalen van planevenwicht. Het rapportcijfer voor dit onderdeel telt voor 10% mee.
6