Stichting Hospice Groep Zoetermeer Aangesloten bij de vereniging Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ)
Beleidsplan Hospice Zoetermeer 2015-2019 Van BijnaThuisHuis Zoetermeer
Naar Hospice Zoetermeer
Januari 2014
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Beleidsplan 2015 - 2019
2
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................................................................................4 1.Inleiding.................................................................................................................................................................5 1.1 Wat is palliatieve zorg...................................................................................................................................5 1.2 Visie op palliatieve zorg................................................................................................................................5 1.3 De vraag om euthanasie in het Hospice.........................................................................................................6 1.4 Zorgaanbod in palliatieve zorgverlening.......................................................................................................7 1.5 Wat heeft de voorkeur?..................................................................................................................................7 2. Huidige situatie Hospice Zoetermeer....................................................................................................................9 2.1 Algemene kenmerken Hospice Zoetermeer..................................................................................................9 2.2 Financiële achtergrond..................................................................................................................................9 2.3 Interne ontwikkelingen................................................................................................................................10 3. Relevante maatschappelijke ontwikkelingen......................................................................................................11 3.1 Demografische en epidemiologische ontwikkelingen.................................................................................11 3.2 Sociale ontwikkelingen................................................................................................................................12 3.3 Technologische ontwikkelingen..................................................................................................................12 3.4 Economische ontwikkelingen......................................................................................................................12 3.5 Politieke ontwikkelingen.............................................................................................................................12 3.6 Voorzieningen voor palliatieve terminale zorg...........................................................................................13 3.7 Conclusie.....................................................................................................................................................13 4. Welke hospicevoorziening hoort bij Zoetermeer?..............................................................................................15 4.1 Wat is mogelijk?..........................................................................................................................................15 4.2 Wat is haalbaar?...........................................................................................................................................16 4.3 Samenwerking in nieuwbouw en exploitatie...............................................................................................16 4.4 De zoektocht naar partners..........................................................................................................................17 4.5 Gevolgen relevante ontwikkelingen in de zorg in Zoetermeer....................................................................17 4.6 Wijziging in verhouding Stichting Buurtzorg Nederland - Holding Buurtzorg Pensions B.V...................18 5. Samenwerking met Buurtzorg Nederland...........................................................................................................19 5.1 Exploitatiebegroting....................................................................................................................................19 5.2 Conclusie.....................................................................................................................................................19 6. Conclusie en aanbevelingen................................................................................................................................21 Bijlage I...................................................................................................................................................................22 Demografie Zoetermeer.....................................................................................................................................22 Bijlage II..................................................................................................................................................................23 Begroting Hospice met 6 bedden op basis van huidige financiering................................................................23 Toelichting op de begroting:..............................................................................................................................24 Literatuurlijst...........................................................................................................................................................26
Beleidsplan 2015 - 2019
3
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Voorwoord Het Bijna Thuis Huis (Hospice) Zoetermeer is een instelling van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer. Sinds 2001 wordt er door en vanuit deze instelling zorg en ondersteuning geboden aan terminaal zieke mensen met een korte levensduur. Zij kunnen de laatste fase van hun leven in het Hospice doorbrengen wanneer dit thuis niet meer mogelijk is of palliatieve terminale zorg in de thuissituatie krijgen. Demografische en epidemiologische ontwikkelingen leiden tot een toenemende vraag naar palliatieve zorg. Het Hospice Zoetermeer biedt nu plaats aan maximaal drie personen. Door deze kleinschaligheid en de toenemende zorgvraag ontstaat er jaarlijks een wachtlijst. Dit betekent dat een uitbreiding van het aantal plaatsen noodzakelijk wordt geacht. De financiering van de exploitatie voor de langere termijn is een onzekere factor; de afhankelijkheid van donaties en incidentele bijdragen alsmede de fluctuerende bijdragen van de overheid vragen om een meer structurele oplossing voor een gezonde financiële exploitatie van het hospice. Dit beleidsplan vormt de onderbouwing van beslissingen rondom uitbreiding van het Bijna Thuis Huis en een andere wijze van financiering van de exploitatie. Hierbij zijn huisvesting, personeel en andere financieringsbronnen belangrijke aandachtspunten. Er wordt gestreefd naar een zowel sterke financiële als strategische positie om uitbreiding mogelijk te maken en de exploitatie voor een langere periode te kunnen waarborgen. In dit beleidsplan wordt het traject beschreven dat het bestuur gevolgd heeft betreffende de uitbreiding en de nieuwbouw. Vervolgens wordt een aantal varianten voor de voortzetting van de exploitatie van het Hospice in een nieuwe context geplaatst en een aantal keuzes uitgewerkt .
Het bestuur van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer Zoetermeer, januari 2014
Beleidsplan 2015 - 2019
4
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
1.Inleiding 1.1 Wat is palliatieve zorg Palliatieve terminale zorg is zorg aan mensen met ongeneeslijke aandoeningen in de laatste maanden, weken of dagen van hun leven. De World Health Organization (WHO) definieert palliatieve zorg als volgt: "een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard." Kenmerkend voor palliatieve zorg in tegenstelling tot curatieve zorg en care is dat: • • • • • •
niet de genezing van de patiënt het doel is, maar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven, waardoor het ziekteverloop mogelijk positief beïnvloed kan worden; de dood een normaal, natuurlijk proces is, dat niet vertraagd of versneld wordt; zorg wordt verleend vanuit een holistische benadering, dat wil zeggen dat: • er aandacht is voor lichamelijke en psychische klachten; • psychologische en spirituele aspecten in de zorg geïntegreerd worden; er emotionele ondersteuning is voor de patiënt en zijn naasten om zo actief mogelijk te leven; er emotionele ondersteuning is voor de naasten om te leren omgaan met de ziekte van de patiënt en met eigen rouwgevoelens; er, indien nodig, vanuit een team zorgverleners gewerkt wordt, zodat aan alle noden van patiënten en naasten tegemoet kan worden gekomen, indien nodig ook na het overlijden van de patiënt. 1
Palliatieve zorg is derhalve aan de orde als de medische mogelijkheden om een ziekte te behandelen/genezen, beperkt of zelfs uitgeput zijn. De curatieve fase van de behandeling gaat soms acuut, maar vaak ook geleidelijk, over in de fase van palliatieve zorg. Palliatieve zorg is van alle tijden en wordt in Nederland meestal in verband gebracht met mensen met een uitbehandelde vorm van kanker. Er zijn echter ook andere aandoeningen waarvoor geen genezing mogelijk is en palliatieve zorg aan het eind van het leven aan de orde is zoals bij hartfalen en longemfyseem. De afgelopen 10-15 jaar is er in toenemende mate aandacht voor palliatieve zorg vanuit beleidsmakers, zorgverleners, onderzoekers en in de media. Vergrijzing van de bevolking en toename van chronische aandoeningen (die uiteindelijk een terminaal karakter kunnen hebben) dragen hieraan bij. Palliatieve zorgverlening is hierdoor zowel inhoudelijk als organisatorisch sterk in ontwikkeling.
1.2 Visie op palliatieve zorg Wij streven ernaar te werken vanuit een holistische mensvisie. Daaronder wordt verstaan ‘aandacht voor zowel somatische, psychische, sociale en spirituele aspecten van het leven’. Daarnaast is het belangrijk, dat afspraken met patiënt en zijn naasten worden nagekomen. Daarbij wordt een maximum haalbare continuïteit van zorg nagestreefd met behulp van multidisciplinaire samenwerking en coördinatie van zorg. Aanwezigheid van vrijwilligers is een onmisbare schakel. De huisarts behoudt een centrale rol bij de medische behandeling en begeleiding en komt daarom regelmatig langs. De patiënt en zijn familie en de bij de zorgverlening betrokken hulpverleners werken met elkaar op basis van gelijkwaardigheid. 1
WHO; www.who.int/cancer/palliative/definition
Beleidsplan 2015 - 2019
5
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer Hulpmiddelen hierbij zijn een zorgvuldige rapportage, overdracht en planning. De patiënt is de norm voor de zorgverlening; zijn zorgvraag staat centraal. De hulpverleners laten de patiënt vrij in het maken van keuzen. Het Hospice staat uitdrukkelijk open voor reguliere en/of niet-reguliere zorgverlening. Respect en empathie van de hulpverlener en autonomie van de patiënt zijn waarden, die bij de zorgverlening van groot belang zijn. Tegelijkertijd wordt de kwaliteit van de geboden zorg gewaarborgd. De zorg is erop gericht om van moment tot moment de patiënt optimaal zelfstandig en zo waardig mogelijk te laten functioneren. De patiënt maakt deel uit van een sociaal netwerk. Het is daarom waardevol om ook zijn naasten te ondersteunen en ruimte te bieden voor ontmoetingen met de naasten. Hierbij wordt de persoonlijke levenssfeer zoveel mogelijk benaderd. Naasten kunnen deel uitmaken van de zorg aan de patiënt en er zijn mogelijkheden voor de naasten om, indien de patiënt of zijn gemachtigde dit wenst, continu aanwezig te zijn. De naasten kunnen ook als hulpvrager gezien worden en krijgen een eigen plek in het zorgaanbod. Goede palliatieve zorg wordt verleend als de zorg door de patiënt wordt ervaren als bevorderend voor de kwaliteit van zijn leven, en gericht is op alle aspecten van zijn mens-zijn. Goede palliatieve zorg speelt in op de vaak snel veranderende situatie van de terminale persoon. Het vraagt tijd, geduld en een actieve luisterhouding naar de patiënt en zijn naasten en geeft ruimte aan emoties, spirituele ervaringen en oprechtheid. Voor veel mensen wordt het sterven beleefd als een overgang naar een andere fase. De hulpverleners hebben respect voor ieders beleving en spelen in op de behoefte van de patiënt. Daarom vraagt dit van de hulpverleners openheid en oprechtheid. Maar ook moed om de confrontatie met de kwetsbaarheid van de patiënt (en zichzelf) aan te gaan.
1.3 De vraag om euthanasie in het Hospice Lang hebben we stilgestaan bij het vraagstuk euthanasie. Zoals uit onderzoek is gebleken, komt bij een adequate palliatieve zorg de vraag om euthanasie nauwelijks voor. Ethisch gezien is euthanasie een zeer moeilijke en gevoelige kwestie, die heftige reacties op kan roepen bij stervenden, naasten en verzorgenden. Het is ons uitdrukkelijke streven in het Hospice een zodanig goede zorg te verlenen in zo optimaal mogelijke omstandigheden, dat de behoefte aan euthanasie op een natuurlijke wijze wegvalt. Wij zullen in een dergelijke situatie trachten zoveel mogelijk bestaande problemen en angsten weg te nemen. Desondanks kan er een situatie bestaan, die bij mensen de wens tot euthanasie blijft oproepen. Wij zijn in ons mens-zijn beperkt. Het kan zijn, dat wij alles gedaan hebben wat in ons vermogen ligt en de stervende mens desondanks blijft volharden in zijn wens tot euthanasie. Wij zullen dan, in al onze machteloosheid, dit besluit respecteren en de mens hierin tot het einde blijven begeleiden. In dat geval ligt, evenals in de thuissituatie, de verantwoordelijkheid voor zowel de begeleiding van de patiënt als de te volgen procedure bij de behandelend huisarts. Voor wat dit laatste betreft, dient de huisarts in het Hospice de hiervoor geldende KNMG-richtlijnen en de lokale afspraken met de apothekers (“het euthanasieprotocol”) te volgen.
Beleidsplan 2015 - 2019
6
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
1.4 Zorgaanbod in palliatieve zorgverlening Palliatieve zorgverlening richt zich op de laatste levensfase van mensen met een terminale aandoening. Deze zorg kan zowel thuis als in een zorginstelling zoals ziekenhuis of verpleeghuis plaatsvinden. Er worden steeds vaker instellingen opgericht die zich hebben gespecialiseerd in palliatieve terminale zorgverlening. Er bestaan verschillende vormen van hospicevoorzieningen: 1. Bijna Thuis Huis (low-care hospice voorziening) In deze vorm van palliatief zorgaanbod is sprake van “thuis-verplaatste zorg”. Een Bijna Thuis Huis beschikt niet permanent over gespecialiseerde verpleegkundigen maar wordt vrijwel volledig bemand door vrijwilligers. De huisarts van de opgenomen patiënt / bewoner behoudt de medische eindverantwoordelijkheid. Verpleegkundige ondersteuning wordt veelal van buitenaf georganiseerd via thuiszorgorganisaties. Bijna-thuis-huizen bieden laag-complexe zorg. 2. High-care hospice In een High-care hospice werken naast vrijwilligers ook verpleegkundigen en andere beroepsbeoefenaren (psycholoog, arts) en wordt hoog-complexe zorg aangeboden. Deze instellingen beschikken doorgaans over meer plaatsen en bieden soms ook professionele ondersteuning en begeleiding aan in de thuissituatie. 3. Afdeling van het verpleeghuis Ook verpleeghuizen bieden palliatieve zorgverlening aan op specifiek daartoe ingerichte afdelingen (palliatieve unit). De hier aangeboden palliatieve terminale zorg is doorgaans bedoeld voor de eigen verpleeghuispatiënten. Verpleegkundigen en de verpleeghuisarts zijn doorgaans verantwoordelijk voor de zorgverlening. 4. Afdeling van het ziekenhuis Een zeer beperkt aantal (categorale) ziekenhuizen biedt specifieke palliatieve zorg. Meestal wordt in geval van palliatieve zorgverlening doorverwezen naar een palliatieve instelling; een hospice.
1.5 Wat heeft de voorkeur? Bijna driekwart van de Nederlanders kiest voor overlijden in de thuissituatie. Uit onderzoek blijkt dat men in tweede instantie de voorkeur geeft aan een Bijna Thuis Huis, jongeren iets vaker dan ouderen. Kenmerkend voor kleinschalige hospicevoorzieningen (de low-care hospices of BijnaThuis Huizen) is de centrale plaats van de patiënt en diens naasten. De keuze voor een Bijna Thuis Huis wordt mede bepaald door de meer huiselijke uitstraling en setting waarin de zorgverlening plaatsvindt. Mensen krijgen nadrukkelijk de vrijheid de eigen kamer naar behoefte in te richten met spullen van thuis en bepalen het eigen dagritme. Familie en vrienden van de patiënt kunnen doorgaans 24 uur per dag op bezoek komen. Terminale patiënten zijn van mening dat in een hospice meer ruimte is voor: - persoonlijke aandacht ( juist voor pijn, verdriet, angst etc.) - aandacht voor comfort/welzijn (thuisgevoel) - respect voor de autonomie - respect voor waardigheid.
Beleidsplan 2015 - 2019
7
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
De keuze voor een bepaalde plaats van overlijden hangt samen met de aanwezigheid van mantelzorg. Voor de plaats van overlijden is het daarnaast het meest belangrijk dat het een omgeving is waar mensen zich op hun gemak voelen en dat er voldoende privacy is. De beschikbaarheid van medische zorg en de mogelijkheid dat naasten emotionele steun kunnen geven is een derde belangrijke factor in de keuze voor de plaats van overlijden.2 Het Hospice Zoetermeer biedt precies deze kleinschalige zorg.
2
"Waar wilt u dood gaan? Keuzen en overwegingen". Onderzoeksinstituut IVA in opdracht van Vereniging Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ), mei 2005
Beleidsplan 2015 - 2019
8
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
2. Huidige situatie Hospice Zoetermeer 2.1 Algemene kenmerken Hospice Zoetermeer Het Bijna Thuis Huis Zoetermeer (Hospice Zoetermeer) is een instelling voor low-care palliatieve terminale zorg voor inwoners van Zoetermeer en omgeving en heeft nu drie bedden tot zijn beschikking. Het Hospice is gevestigd in een tweetal (aanleun)woningen van het zorgcomplex “t Seghe Waert” aan de Vaartdreef 141/167, dat is gelegen in de wijk Seghwaert van de gemeente Zoetermeer. Het Hospice Zoetermeer is een instelling onder bestuur van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer. Sinds 2001 biedt zij zorg en ondersteuning aan terminaal zieke mensen met een verwachte levensduur van ongeveer drie maanden. Bewoners kunnen de laatste fase van hun leven in het Hospice doorbrengen wanneer dit thuis niet mogelijk is. Ook als de zorg voor een zieke tijdelijk te zwaar wordt voor familie en vrienden, bestaat de mogelijkheid tot opname in het Hospice, de zogeheten respijtzorg. Tevens wordt vanuit het Hospice desgewenst palliatieve zorg thuis verleend. Onder leiding van twee coördinatoren die in loondienst zijn van de Stichting, biedt een groep van ruim 55 – 60 geschoolde vrijwilligers ondersteuning bij de dagelijkse verzorging en begeleiding van de bewoners en zijn zij beschikbaar voor een gesprek (De Stichting is lid van de Vereniging Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg VPTZ). De medische zorg (en eindverantwoordelijkheid) is in handen van de eigen huisarts van de bewoner. Verpleegkundige zorg wordt geboden door een thuiszorgorganisatie; ’s nachts en op gezette tijden overdag is een verpleegkundige aanwezig voor onder meer het verzorgen van wonden, toedienen van medicatie etc.. In 2013 hebben 31 terminaal zieke patiënten gebruik gemaakt van verzorging in het Hospice Zoetermeer in hun laatste levensfase. De afgelopen vier jaar kon ruim de helft tot tweederde van het aantal aanvragen tot opname niet worden gehonoreerd omdat er geen bed beschikbaar was.
2.2 Financiële achtergrond De zorg in een Bijna Thuis Huis of low-care hospice wordt op een aantal manieren gefinancierd. Huisartsenzorg en geneesmiddelen worden bekostigd uit de gebruikelijke vergoedingen van de zorgverzekeraars, via de Zorgverzekeringswet. De inzet van verpleegkundige zorg wordt nu nog vergoed via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Daarnaast wordt de bewoner gevraagd om een dagbijdrage te betalen. De kosten van huisvesting, verzorging en begeleiding worden gefinancierd uit donaties. Palliatieve zorg in een hospicevoorziening wordt niet vanuit de basiszorgverzekering vergoed. Sommige zorgverzekeraars bieden in aanvullende verzekeringspakketten een vergoeding van de eventuele eigen dagbijdrage die door een hospicevoorziening aan de bewoner wordt gevraagd. De inkomsten van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer bestaan voornamelijk uit subsidies van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op grond van de Regeling palliatieve terminale zorg en uit een bijdrage van de Gemeente Zoetermeer op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Hiermee worden de kosten voor de coördinatie en huishoudelijke hulp gedekt. De bijdragen vanuit de Regeling Palliatieve terminale zorg van VWS en de bijdrage van de gemeente vanuit de WMO fluctueren. 3 3
De tegemoetkoming voor de coördinatiekosten is gebaseerd op een landelijk gemiddelde. Er is landelijk een vastgesteld bedrag beschikbaar. Wanneer er meer organisaties en een beroep doen op de subsidie betekent dit dus een lager bedrag per organisatie.
Beleidsplan 2015 - 2019
9
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Aan bewoners (gasten) wordt een bijdrage gevraagd van minimaal € 30,- per dag. Vanaf 2012 wordt indien mogelijk een bijdrage gevraagd die afgestemd is op de hoogte van de dagbijdrage die de aanvullende zorgverzekering van de desbetreffende bewoner vergoedt. De grootste kostenposten voor de Stichting zijn de coördinatiekosten en de kosten voor huisvesting. Daarnaast betaalt de Stichting kosten voor de inzet en scholing van vrijwilligers. Op dit moment leunt de exploitatie van het Hospice Zoetermeer voor een substantieel deel op financiële ondersteuning uit giften. Dat betekent dat de exploitatie jaarlijks een onzekere factor is.
2.3 Interne ontwikkelingen Het Hospice Zoetermeer bestaat inmiddels ruim 10 jaar. In deze periode is de organisatie gegroeid tot een volwaardige voorziening. Het bestuur van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer, en in het bijzonder haar voorzitter mevrouw B.C. Hillen (huisarts te Zoetermeer), heeft bereikt dat samenwerkingsovereenkomsten en zorgprotocollen rond palliatieve zorgverlening zijn opgesteld en ondertekend met diverse partijen in het veld (o.a. huisartsen en medisch specialisten). Het Hospice Zoetermeer is aangesloten bij het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden. Het bestuur van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer ziet zich momenteel geconfronteerd met een aantal vraagstukken: - de huisvesting is verre van optimaal door de lokalisatie in het gebouw van het zorgcomplex (1e etage, lastig bereikbaar) en voldoet niet (meer) aan de eisen die thans gesteld moeten worden uit een oogpunt van veiligheid en comfort van de bewoners en vrijwilligers. Bovendien zal vanwege voorgenomen renovatie van de huidige huisvesting de Stichting op zoek moeten naar andere huisvesting; - de beschikbaarheid van drie bedden voldoet niet aan de huidige behoefte aan palliatieve zorg; - de financiële positie van de Stichting is verre van optimaal; elk jaar is het de vraag of de inkomsten uit vrijwillige bijdragen, sponsoring, subsidies en giften voldoende zullen zijn om de exploitatiekosten te dekken. Ontwikkelingen die het bestuur aanleiding geven na te denken over de toekomstige positie van het Hospice: - Als het Hospice op zoek moet naar nieuwe huisvesting aan welke voorwaarden zal deze dan moeten voldoen? Is het dan mogelijk om een zelfstandige locatie te kopen of te huren? - Is uitbreiding van het aantal beschikbare bedden dan mogelijk en hoe kan het "huiskamerkarakter" dan zo goed mogelijk behouden blijven? - Hoe kan een meer bestendige financiële toekomst gerealiseerd worden? - Is samenwerking met andere partijen een mogelijke oplossing? Om deze vragen te beantwoorden is onderzoek uitgevoerd. De resultaten en inzichten hiervan zijn gebruikt om de vragen rond uitbreiding, herhuisvesting en financiering te beantwoorden.
Beleidsplan 2015 - 2019
10
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
3. Relevante maatschappelijke ontwikkelingen Elke organisatie acteert in een complex veld van klanten, leveranciers, concurrenten en andere belanghebbenden. Daarnaast beïnvloeden externe ontwikkelingen en trends de manier waarop de organisatie zich in deze omgeving kan positioneren en kan groeien. In dit hoofdstuk worden demografische en epidemiologische ontwikkelingen nader geanalyseerd. Deze bepalen in hoge mate de (toekomstige) behoefte aan palliatieve terminale zorg zoals het Hospice Zoetermeer deze biedt. Politieke, sociale en economische ontwikkelingen zijn bepalend voor de mate waarin palliatieve terminale zorg beschikbaar is en bekostigd wordt.
3.1 Demografische en epidemiologische ontwikkelingen De ontwikkeling en leeftijdsopbouw van de Zoetermeerse bevolking en het voorkomen van (chronische) aandoeningen is van grote invloed op de benodigde palliatieve terminale zorg in de (nabije) toekomst. Zoetermeer telt op dit moment ruim 120.000 inwoners. De gemeente heeft een relatief grote groep mannen en vrouwen tussen de 45-70 jaar waarbij vooral de omvang van de leeftijdsgroep tussen de 55 en 65 jaar ten opzicht van het landelijk gemiddelde, opvalt. (zie Bijlage I). Dat betekent dat de gemeente Zoetermeer de komende jaren te maken krijgt met een vergrijzende bevolking. De sterkste toename is zichtbaar bij de groep inwoners van 65 t/m 74 jaar, deze groep zal met 72% toenemen. In vergelijking met heel Nederland is de mate van vergrijzing in Zoetermeer relatief hoog (zie Bijlage 1). Het percentage eenpersoonshuishoudens in Zoetermeer is 31%. Bijna de helft van de 19- tot 64-jarigen en ruim acht op de tien 65-plussers geeft aan minstens één ziekte of aandoening te hebben. De grootste ziektelast wordt gevormd door coronaire hartziekten, beroerte, angststoornissen, depressie, diabetes mellitus, COPD, artrose en longkanker. De belangrijkste doodsoorzaken zijn kanker, hart- en vaatziekten en ziekten van de ademhalingsorganen. 4 Zoals eerder aangegeven, blijkt uit onderzoek dat steeds meer mensen er de voorkeur aan geven thuis of in een vergelijkbare huiselijke omgeving, te willen sterven. Van de Nederlandse bevolking geeft 73% aan thuis te willen sterven wanneer sprake is van een ongeneeslijke ziekte. Bijna Thuis Huizen en hospicevoorzieningen komen op de 2e en 3e plaats van voorkeur. Slechts een derde tot een kwart van de mensen overlijdt ook daadwerkelijk in de eigen vertrouwde omgeving. De beschikbaarheid van mantelzorg speelt hierin een belangrijke rol. De ontwikkeling van de bevolkingsopbouw van Zoetermeer geeft aanleiding te verwachten dat toenemende behoefte ontstaat aan specifieke gezondheidszorg en naar verwachting ook naar meer palliatieve terminale zorg.
4
Gezondheid op Peil in Zoetermeer - Kernboodschappen voor lokaal beleid. GGD Zuid-Holland West, maart 2011
Beleidsplan 2015 - 2019
11
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
3.2 Sociale ontwikkelingen Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. 5 Veranderingen in het zorgstelsel leiden ertoe dat de komende jaren een toenemend beroep wordt gedaan op de inzet van informele zorg zoals mantelzorg en vrijwilligerszorg. Tegelijkertijd willen mensen het liefst zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven of in een voorziening die eenzelfde huiselijke sfeer biedt. Dit geldt zeker voor terminaal zieke patiënten. Het is de vraag of de beschikbaarheid van voldoende mantelzorg in de toekomst even vanzelfsprekend is als op dit moment. Ook de partner wordt immers ouder en heeft in veel gevallen zelf een beperking in functioneren door ziekte of gebreken. Familieleden of andere personen in omringende sociale netwerken zijn niet zonder meer beschikbaar voor mantelzorg. Afstand en de lastige combinatie van werk en zorg beïnvloeden eveneens de beschikbaarheid en draagkracht van mantelzorgers. Gebrek aan structurele mogelijkheden voor respijtzorg en onvoldoende oog voor de belastbaarheid van de mantelzorger is van invloed op de kwaliteit van de zorg die de mantelzorger kan bieden. Jaarlijks zorgen in Nederland ruim 600.000 mantelzorgers voor hun dierbare in de laatste levensfase. Zij doen dit gemiddeld 33 uur per week gedurende een periode van vijf maanden.6 Uit onderzoek blijkt dat ca 75% van de mantelzorgers chronisch overbelast is.
3.3 Technologische ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen kunnen bijdragen aan toenemende zorgvraag. ICT is steeds minder weg te denken uit de samenleving, dus ook in de zorg. Het gebruik van computersystemen bevordert de ondersteuning in organisatie en administratie van zorgverlening. Steeds meer mensen maken gebruik van internet als informatiebron. Dat betekent dat ook instellingen in de zorg bewuster gebruik moeten maken van de mogelijkheden die internet biedt om de organisatie te positioneren en mogelijke bewoners en verwijzers te informeren. Dit vergt aandacht voor de vormgeving en informatievoorziening van de website. Medisch-technische ontwikkelingen zorgen ervoor dat patiënten sneller uit het ziekenhuis worden ontslagen, waardoor opvang met extra ondersteuning thuis, meer en meer aan de orde is. Diezelfde ontwikkeling maakt het ook mogelijk dat bijvoorbeeld pijnbestrijding en sondevoeding mogelijk is buiten het ziekenhuis.
3.4 Economische ontwikkelingen De huidige economische crisis en toenemende stijging van zorgkosten leiden onder meer tot bezuinigingen in de zorg en een nieuwe oriëntatie op de organisatie van zorg in het algemeen. Versobering van de AWBZ, substitutie van zorg van tweede naar eerstelijn en organisatie van zorg dicht bij huis zijn kernelementen. De bezuinigingen maken het ook noodzakelijk om mantelzorgers en vrijwilligers structureel in te zetten om aan de zorgvraag te kunnen voldoen. Economische ontwikkelingen en bezuinigingen in de zorg leiden ook tot pakketmaatregelen (beperken van aanspraken) en meer eigen bijdragen.
3.5 Politieke ontwikkelingen Palliatieve zorgverlening staat zoals eerder aangegeven in toenemende belangstelling bij onder meer beleidsmakers. Vanaf 1998 voert het ministerie van VWS een stimuleringsbeleid voor de ontwikkeling van palliatieve zorg. Uitgangspunt van het beleid is dat palliatieve zorg niet als onderscheidend deel 5
Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) "Informele zorg", 2006
6
Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligers
Beleidsplan 2015 - 2019
12
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer van de gezondheidszorg moet worden beschouwd, maar integraal onderdeel dient uit te maken van de reguliere zorg. Planning van voorzieningen, patiëntstromen en netwerken wordt aan het veld overgelaten. De koepelorganisatie van zorgverzekeraars, Zorgverzekeraars Nederland (ZN – 2004), heeft de norm gesteld op 4-6 bedden per 100.000 inwoners. Subsidiemaatregelen zijn opgesteld of in budget verhoogd om de kosten die instellingen voor palliatieve terminale zorg maken voor de coördinatie van vrijwilligers, te dekken. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in 2007 twee miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de huisvestingskosten van hospices. Met het Plan van Aanpak Palliatieve zorg 2008-2010 is jaarlijks bijna 10 miljoen euro extra ter beschikking gesteld ten behoeve van palliatieve zorg. Om onder meer financiële houdbaarheid van de langdurige zorg zoals deze geregeld is in de AWBZ ook op lange termijn te kunnen waarborgen, wordt de langdurige zorg de komende periode drastisch hervormd. Uitgangspunt van beleid is het versterken van informele zorgnetwerken rond patiënten die langdurige zorg behoeven door de inzet van mantelzorg en vrijwilligerszorg te stimuleren en ondersteunen. Dit heeft ook gevolgen voor de bekostiging van palliatieve terminale zorg. De huidige Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft recent aangegeven de palliatief terminale zorg die extramuraal wordt gegeven onder te zullen brengen in een nieuw te definiëren aanspraak "wijkverpleging" in de Zorgverzekeringswet. Ook wordt bekeken of de Regeling Palliatief Terminale Zorg een structureel karakter kan krijgen. In afwachting van het onderzoek hiernaar wordt de huidige regeling nog voortgezet.7 In het begrotingsakkoord 2013 is het subsidieplafond voor vrijwillige palliatieve terminale zorg verhoogd met 10% en vastgesteld op € 15,5 miljoen.
3.6 Voorzieningen voor palliatieve terminale zorg Er is een zeer beperkt aantal zorgaanbieders in Zoetermeer en omgeving, die palliatief terminale zorg biedt in een vergelijkbare kleinschalige, huiselijke sfeer zoals Hospice Zoetermeer. In de regio is een aantal hospicevoorzieningen gevestigd waarvan de meeste 5 of meer plaatsen bieden op low- medium- of high-care niveau. Daarnaast bieden thuiszorgorganisaties ondersteuning bij palliatieve terminale zorg in de thuissituatie. In de verzorgingshuizen en verpleeghuizen binnen Zoetermeer is de palliatief terminale zorg gericht op de begeleiding en ondersteuning van eigen patiënten in hun laatste levensfase. ´t Lange Land Ziekenhuis biedt als algemeen basisziekenhuis geen specifieke palliatieve terminale zorg. Dat betekent dat Hospice Zoetermeer de enige voorziening is als alternatief voor palliatief terminale zorg thuis.
3.7 Conclusie Zoetermeer heeft met ruim 120.000 inwoners een nog steeds groeiende populatie waarvan de komende jaren een relatief groot deel ouder is dan 65 jaar. Een derde van de inwoners voert een eenpersoonshuishouden. Net zoals in heel Nederland het geval is, heeft ook de Zoetermeerse bevolking te maken met een toenemend aantal mensen met chronische ziekten en bijbehorende beperkingen. De belangrijkste doodsoorzaken zijn kanker, hart- en vaatziekten en ziekten van de ademhalingsorganen. Met een steeds ouder wordende bevolking, de behoefte om langer in de eigen thuissituatie te kunnen verblijven en de wens om ook thuis of in een bijna/thuis/huis te sterven, is te verwachten dat de vraag naar palliatieve terminale zorg zal toenemen. Politieke en sociale ontwikkelingen leiden tot toenemende druk op de inzet van informele zorg. De vraag is of deze in de toekomst onverminderd beschikbaar zal zijn. De verwachting is dat de vraag naar palliatief terminale zorg in een hospice als
7
Nadere uitwerking brief Hervorming Langdurige Zorg, 6 november 2013, VWS
Beleidsplan 2015 - 2019
13
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer alternatief voor zorg in de laatste levensfase thuis, zal toenemen. De afgelopen jaren is al gebleken dat het zorgaanbod in Zoetermeer met drie bedden, onvoldoende is om aan de huidige vraag te beantwoorden. Uitbreiding van het aantal beschikbare plaatsen lijkt derhalve gerechtvaardigd. Het ontbreken van enig ander vergelijkbaar zorgaanbod in Zoetermeer voor mensen in hun laatste levensfase versterkt de noodzaak tot het uitbreiden van het Hospice Zoetermeer. Deze noodzaak wordt nog eens onderstreept door het feit dat in de afgelopen jaren ca 50% tot ca 60% van de aanvragen voor opname in het Hospice niet konden worden gehonoreerd.
Jaar/Onderwerp
2013 Aantal
2012 %
Aantal
2011 %
73
Aantal
2010 %
80
Aantal
%
Aanmeldingen
85
71
Niet gehonoreerd
54
63
37
51
38
48
45
63
Opgenomen
31
37
36
49
42
52
26
37
.
Beleidsplan 2015 - 2019
14
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
4. Welke hospicevoorziening hoort bij Zoetermeer? Uit de analyse blijkt dat het Hospice Zoetermeer voorziet in de behoefte aan een voorziening voor palliatieve terminale zorg als dit in de thuissituatie niet (meer) kan. De afgelopen jaren is verzorging en begeleiding in de huidige kleinschalige voorziening niet mogelijk geweest voor een behoorlijk aantal bewoners vanwege onvoldoende bedden. De vraag is welke omvang het Hospice dient te hebben. Wetenschappelijk onderzoek naar een dergelijke behoeftestelling is niet voor handen. De zorgverzekeraars hanteren op basis van ervaringscijfers een norm van zes bedden per 100.000 inwoners. Dit betekent dat voor een gemeente als Zoetermeer met een bevolkingsomvang van ca. ruim 120.000 inwoners, een hospicevoorziening met een capaciteit van zes bedden een minimale voorziening is. Ervaringen van hospices in Nederland leert dat de organisatie van een hospice met uitsluitend vrijwilligers mogelijk is tot een omvang van ongeveer zes bedden. Verdere uitbreiding leidt tot de noodzakelijk inzet van meer zorgprofessionals waardoor ook de setting van het hospice verandert: dat wil zeggen dat de huiselijke sfeer onder druk komt te staan. De “zorgrol” van de vrijwilliger zoals die thans in het Hospice Zoetermeer wordt vervuld, wordt dan “overgenomen” door professionals. Bovendien zal het aantal vrijwilligers bij verdere toename van het aantal bedden evenredig moeten toenemen om de zorgrol van de vrijwilligers te kunnen behouden. Gelet op de ontwikkelingen in de markt van vrijwilligers in Zoetermeer is de mogelijkheid om het aantal vrijwilligers van het Hospice uit te breiden, nu en in de nabije toekomst, niet reëel te noemen. Door een steeds groter beroep dat wordt gedaan op de partner om als mantelzorger te fungeren, zal er steeds minder tijd beschikbaar zijn om als vrijwilliger te fungeren. De Stichting wil nadrukkelijk het huislijke karakter en de positie van de vrijwilliger behouden, ook bij eventuele uitbreiding. Juist deze kenmerken maken het Hospice voor bewoners en hun naasten een laagdrempelige voorziening, “ bijna zoals thuis”. Het heeft dan ook de voorkeur van het bestuur om de capaciteit van het nieuwe hospice te beperken tot zes bedden. Dit is dan ook het uitgangspunt voor de zoektocht naar nieuwe huisvesting van het Hospice.
4.1 Wat is mogelijk? Omdat uitbreiding van het Hospice in de huidige huisvesting Zorgcentrum "t Seghe Waert" niet mogelijk is gebleken, heeft het bestuur van de Stichting gezocht naar andere mogelijkheden. Voor de zoektocht naar geschikte huisvesting van het Hospice heeft het bestuur in samenwerking met een deskundige een Programma van Eisen opgesteld waarin de voorwaarden zijn geformuleerd waaraan de huisvesting dient te voldoen. Aan het pand waarin een hospice is gevestigd, worden specifieke eisen gesteld: kleinschalig, éénpersoonskamers, toegankelijkheid en huiselijkheid. De volgende drie mogelijkheden voor nieuwe huisvesting zijn nader bestudeerd: I. Huisvesting in een bestaand in Zoetermeer pand op basis van: • eigendom • huur II. Bouwen en exploiteren van een nieuw pand in eigen beheer. III. Meeliften met nieuwbouw door projectontwikkelaar en huren van ruimte.
Beleidsplan 2015 - 2019
15
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
4.2 Wat is haalbaar? Ad I: Het bestuur van de Stichting is met enkele partijen in gesprek geweest over mogelijke huisvesting, onder meer met de gemeente Zoetermeer. Een aantal beschikbare locaties bleek niet aan het Programma van Eisen te kunnen voldoen. Hetzij doordat de aangeboden locatie qua ligging niet geschikt was dan wel omdat deze onvoldoende ruimte bood voor uitbreiding tot zes bedden. Met een financieel adviseur is bekeken of de huisvestingslasten bij aankoop van een bestaand pand, duurzaam gedragen kunnen worden door de Stichting. Conclusie is dat, gelet op de financiële positie van de Stichting en de financiële risico's verbonden aan de aankoop van een gebouw en de onzekere financiële exploitatie, het in eigendom verkrijgen van een bestaand pand dat aan de eisen kan voldoen, een onbegaanbare weg is. Ad II: Het bestuur heeft om dezelfde redenen als hiervoor eveneens de conclusie getrokken dat ontwikkeling en bouw van een nieuw pand voor de hospicevoorziening niet mogelijk is in eigen beheer. Ad III: Het bestuur heeft naast zelfstandige huisvesting een derde mogelijkheid overwogen: het meeliften op een nieuwbouwproject van een projectontwikkelaar of andere zorgpartner en hierin ruimte huren.
Het bestuur heeft, gelet op het voorgaande, geconcludeerd dat deze laatste optie de meeste kans van slagen zou kunnen hebben. 4.3 Samenwerking in nieuwbouw en exploitatie Om de nieuwbouw te kunnen realiseren heeft het bestuur van de Stichting een schetsontwerp door een architect laten maken met het Programma van Eisen als uitgangspunt. Met dit ontwerp en een investeringsbegroting is het bestuur in gesprek gegaan met meerdere potentiële partijen. Immers, eerder is al geconcludeerd dat nieuwbouw door de Stichting zelf een financieel te groot risico met zich meebrengt. Onderzocht is of tegelijkertijd met de ontwikkeling van de nieuwbouw ook een meer stabiele financiële basis voor de exploitatie van het Hospice gerealiseerd kon worden. Een meer stabiele financiële exploitatie kan worden gerealiseerd indien een beroep kan worden gedaan op de vergoedingen die beschikbaar zijn voor palliatieve terminale zorg vanuit de AWBZ. Daarmee zou de Stichting minder financieel afhankelijk zijn van giften en donaties. De financiering van de exploitatie van het Hospice berust nu nog op een fundamenteel zwakke basis (2.2). De vraag is of met een andere vorm van organisatie en samenwerking een steviger financiële basis kan worden verkregen. Daarom heeft het bestuur zich de afgelopen drie jaar georiënteerd op een eventueel partnerschap met organisaties in de sector van de (thuis)zorg. De Stichting Hospice Groep Zoetermeer heeft geen toelating zoals bedoeld in de Wet Toelating zorginstellingen (WTZi). Deze toelating is nodig om zorg krachtens de AWBZ te mogen leveren. Een samenwerkingsverband met een zorginstelling die wél WTZi-toegelaten is en dus zorg krachtens de AWBZ contracteert, lijkt een kansrijk bedrijfsvoeringconcept. Het Hospice Zoetermeer kan de palliatief terminale zorg in een onderaannemerverband van de WTZi-toegelaten instelling uitvoeren. Deze instelling contracteert dan als hoofdaannemer de zorg bij het zorgkantoor krachtens de AWBZ.8 Met dit uitgangspunt heeft het bestuur gezocht naar een partner in de zorgsector om te komen tot een nieuwe huisvesting voor het hospice én het realiseren van een solide exploitatie. 8
Vissers, Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen, Palliactief 2011
Beleidsplan 2015 - 2019
16
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer Na gesprekken met (beleidsadviseurs van) de gemeente Zoetermeer is in 2010 een locatie gevonden voor de bouw van een hospice. Het betreft een kavel op de hoek van de Schoolstraat en de Schinkelweg te Zoetermeer ter grootte van 1100m² , thans eigendom van de Gemeente Zoetermeer. Deze locatie is inmiddels door het college van B&W voor dat doel gereserveerd.
4.4 De zoektocht naar partners In 2010 heeft het bestuur de in Zoetermeer opererende woningcorporaties benaderd voor de nieuwbouw. Eén woningcorporatie heeft in positieve zin daarop gereageerd. Na een aantal oriënterende besprekingen heeft de directie van die woningcorporatie aangegeven om hen moverende reden niet als bouwer voor de nieuwbouw van het Hospice te kunnen optreden. Een verschil van inzicht met het College van B&W van de gemeente Zoetermeer over de leveringsvoorwaarden van de bouwgrond heeft daaraan ter grondslag gelegen. Tegelijkertijd zijn besprekingen gevoerd met een thuiszorgorganisatie in Zoetermeer en later een zorgorganisatie in Den Haag over mogelijke samenwerking in de bouw- en exploitatie van een nieuwe hospice. Het bestuur van de Stichting is na meerdere gesprekken met betreffende partijen tot de conclusie gekomen dat een samenwerkingsverband met geen van beide organisaties haalbaar was. Het behouden van de kleinschaligheid en de centrale rol van de patiënt en diens naasten zijn hierin doorslaggevende argumenten geweest. Omdat samenwerking met eerder genoemde partijen niet mogelijk bleek, is in 2011 contact gezocht met Stichting Buurtzorg Nederland, een grote nieuwe speler in de thuiszorg in Nederland. Buurtzorg levert thuiszorg in grote delen van Nederland. Ook in Zoetermeer ontwikkelt zij nieuwe concepten in wonen, zorg en ondersteuning. Eén van deze nieuwe ontwikkelingen betreft de zogeheten "buurtzorgpensions". Een buurtzorgpension is een voorziening die voorziet in kortdurende extramurale zorg. Het gaat dan om tijdelijke zorg tussen ziekenhuisontslag en thuis wonen. Verpleegkundigen en verzorgenden leveren als team alle nodige zorg.9 Gegeven de epidemiologische ontwikkelingen in Zoetermeer en het ontbreken van een dergelijke voorziening tussen ziekenhuis en thuis enerzijds en de behoefte aan uitbreiding van het aantal bedden voor palliatieve zorg anderzijds, is de Holding Buurtzorgpensions B.V. (Buurtzorgpensions) een mogelijk interessante partner voor de Stichting Hospice Groep Zoetermeer. Huisvesting in één pand heeft voor het Hospice heeft het voordeel dat verpleegkundige zorg in de nabijheid is en voor Buurtzorgpensions kan de benodigde schaalgrootte bereikt worden om een kostenefficiënte bouw en exploitatie te realiseren. In de periode 2011-2013 zijn de bestuurders van Buurtzorgpensions en de Stichting met elkaar aan de slag gegaan om te bekijken of samenwerking in Zoetermeer te realiseren is. Na een aantal verkennende gesprekken werd op 18 november 2011 met Holding Buurtzorgpensions B.V. een intentieverklaring getekend om te komen tot een samenwerkingsovereenkomst tussen Holding Buurtzorgpensions B.V. en Stichting Hospice Groep Zoetermeer met als doel de ontwikkeling, realisering, gebruik en beheer van huisvesting voor het Hospice Zoetermeer met zes bedden en een buurtzorgpension in Zoetermeer. Deze plannen zijn in 2012 en 2013 verder uitgewerkt en ook met de gemeente Zoetermeer besproken en in de wijk gecommuniceerd.
4.5 Gevolgen relevante ontwikkelingen in de zorg in Zoetermeer Met de overname van 't Lange Land Ziekenhuis door Vierstroom B.V. (juli 2013) is recent een andere marktsituatie ontstaan. Dit is voor Holding Buurtzorg Pensions B.V. aanleiding geweest tot heroriëntatie op de oorspronkelijke plannen voor het bouwen van een voorziening voor een 9
In maart 2012 is het eerste Buurtzorgpension geopend in Zierikzee. Het buurtzorgpension heeft 24 bedden en 16 fte medewerkers, onder wie verpleegkundigen en verzorgenden. Zie ook: Medisch Contact nummer 9 - 02 maart 2012
Beleidsplan 2015 - 2019
17
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer buurtzorgpension én een hospice ineen. Het ondernemersrisico om een buurtzorgpension te exploiteren is te groot nu Vierstroom B.V. heeft aangegeven in 't Lange Land Ziekenhuis een transmurale zorgafdeling te openen. Vierstroom B.V. realiseert hiermee die kortdurende transmurale zorgvoorziening die de Holding Buurtzorg Pensions B.V. voor ogen had met de nieuwbouw van een buurtzorgpension en hospicevoorziening. De Holding Buurtzorg Pensions B.V. heeft desondanks de intentie uitgesproken om als projectontwikkelaar mee te willen werken aan en te bemiddelen bij de totstandkoming van een nieuwe hospicevoorziening voor Zoetermeer.
4.6 Wijziging in verhouding Stichting Buurtzorg Nederland - Holding Buurtzorg Pensions B.V. Inmiddels is een andere samenwerking gevormd met de moedermaatschappij van de Holding Buurtzorg Pensions B.V., te weten de Stichting Buurtzorg Nederland. Deze thuiszorgorganisatie is als WTZi- toegelaten instelling de contractpartner van onder andere de preferente zorgverzekeraar in Zoetermeer en kan de palliatieve terminale zorgverlening krachtens de AWBZ contracteren. Buurtzorg Nederland geeft de Stichting Hospice Groep Zoetermeer in onderaannemerschap de opdracht tot het aanbieden van de palliatieve terminale zorg. Met deze samenwerking kan een sluitende financiële exploitatie van het Hospice gegarandeerd worden en is zowel nieuwbouw als exploitatie van het Hospice Zoetermeer veilig gesteld.
Beleidsplan 2015 - 2019
18
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
5. Samenwerking met Buurtzorg Nederland Het bestuur van de Stichting is van oordeel dat een samenwerkingsverband met de Stichting Buurtzorg Nederland beantwoordt aan twee vraagstukken zoals geformuleerd in hoofdstuk 1, namelijk: 1. De ontwikkeling, realisatie en beheer van de nieuwe huisvesting van het Hospice; 2. Een structurele en gezonde financiering van de exploitatie van het Hospice. Ad.1 Holding Buurtzorg Pensions B.V. is als projectontwikkelaar bereid en in staat om de verlangde nieuwbouw van het Hospice te financieren en te realiseren. De Stichting Hospice Groep Zoetermeer zal de ruimten voor een hospice met een capaciteit van minimaal zes bedden met de vereiste gebruiksruimten (huiskamer, keuken, administratieruimte etc.) huren van de holding. De organisatie en uitvoering van de palliatieve terminale zorg wordt in eigen beheer van de Stichting uitgevoerd. Ad.2 Stichting Buurtzorg Nederland zal als WTZi- toegelaten instelling de rol van hoofdaannemer voor de AWBZ -contractering vervullen ten opzichte van de Stichting Hospice Groep Zoetermeer die op haar beurt als onderaannemer optreedt. Dit betekent dat Buurtzorg Nederland op basis van een door de Stichting Hospice Groep Zoetermeer opgestelde meerjarenbegroting voorziet in de vereiste budgetten voor een in financieel opzicht gezonde exploitatie van het hospice.
5.1 Exploitatiebegroting Het bestuur heeft een exploitatiebegroting voor de komende vijf jaren opgesteld (zie Bijlage 2). Deze begroting heeft als doel om het bestuur van de Stichting Buurtzorg Nederland inzicht te geven in de huidige kostenstructuur en de inkomstenbronnen van het Hospice Zoetermeer en ter ondersteuning van hun besluitvorming ten aanzien van de bouw van het Hospice. De exploitatiebegroting is opgebouwd op basis van de huidige kostenstructuur. Bij de berekeningen is de extrapolatiemethode toegepast tenzij andere inzichten en/of informatie tot andere conclusies leiden. Per onderdeel is dat nader toegelicht waarbij moet worden opgemerkt dat de inkomsten, gelet op de huidige financiële situatie in Nederland, sober zijn geraamd d.w.z. dat deze op het niveau van 2013 zijn gefixeerd. De kostenposten zijn geëxtrapoleerd naar 2015 met als basis het eindresultaat van het jaar 2013 rekening houdend met een inflatie van ca. 3% vanaf 2016. In deze exploitatiebegroting is geen rekening gehouden met de inkomsten uit de AWBZ. Duidelijk is dat dan de exploitatie van een hospicevoorziening met zes bedden financieel niet sluitend is. Het substantieel verhogen van de eigen bijdrage van een bewoner per dag is voor het bestuur van de Stichting geen optie aangezien hiermee een tweedeling in de zorg wordt gecreëerd, immers alleen meer vermogende inwoners van Zoetermeer zouden dan in staat zijn een verblijf in het Hospice Zoetermeer te betalen. Een onacceptabele situatie. Samenwerking met Buurtzorg Nederland is derhalve dé manier om tot een sluitende exploitatie van het Hospice Zoetermeer te komen.
5.2 Conclusie De begrotingsopstelling –zoals opgenomen in Bijlage 2- toont een structureel deficit indien bijdragen uit de AWBZ o.i.d. ontbreken. Dit beeld maakt overigens duidelijk dat exploitatie van een nieuw hospice op basis van deze calculatie door de Stichting Hospice Groep Zoetermeer zelf niet goed mogelijk is. In die variant zou teneinde een structureel sluitende begroting te kunnen realiseren, de dagbijdrage moeten worden vastgesteld op ca € 100,-.
Beleidsplan 2015 - 2019
19
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer Naast deze constatering kan op basis van deze calculatie nog de volgende gevolgtrekkingen worden gemaakt: •
de kostprijs voor een kamer/bed in het nieuwe hospice in Zoetermeer zal in 2015 ca. € 167,per dag bedragen(€ 293.000,- : 1752);
•
voor een sluitende exploitatie van het Hospice Zoetermeer is een structurele AWBZvergoeding nodig van ca € 100.000,- in het startjaar 2015, telkenjare verhoogd met de inflatiecorrectie.
Beleidsplan 2015 - 2019
20
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
6. Conclusie en aanbevelingen Het Hospice Zoetermeer kan met de huidige capaciteit van drie bedden aan de vraag om verplaatste palliatieve terminale zorg thuis, thans en op lange termijn, niet voldoen. Gebleken is in de afgelopen jaren dat ca 60% van de aanmeldingen moest worden geweigerd wegens gebrek aan ruimte op de daarvoor vereiste momenten. Onderzoek heeft aangetoond dat in de komende jaren de vraag naar bedden in een Hospice of een hospice zal toenemen als gevolg van demografische en epidemiologische ontwikkelingen. Daarnaast blijkt uit studies dat mensen het liefst thuis overlijden of anders in een kleinschalig hospice. Op basis van de bevolkingskenmerken van Zoetermeer kan geconcludeerd worden dat zeker behoefte is aan hospice met zes bedden. Het Hospice Zoetermeer is de enige aanbieder van palliatieve terminale zorg in Zoetermeer. De huidige locatie waarin het Hospice is gevestigd, voldoet niet langer aan de eisen die vanuit de specifieke zorg voor de bewoners gewenst en verantwoord is. Dat geldt tevens ten aanzien van de eisen die vanuit ARBO-oogpunt aan de werksituatie en –omgeving van de vrijwilligers en de coördinatoren aan de locatie moeten worden gesteld. De Stichting Hospice Groep Zoetermeer kan niet structureel beschikken over fondsen die een langdurige en verantwoorde d.w.z. sluitende exploitatie van een hospice kunnen waarborgen. Een samenwerkingsverband met een zorgorganisatie die zijn sporen in de sector van de thuiszorg in Nederland heeft verdiend en die een consistente geldstroom richting de stichting ten behoeve van de exploitatie van het hospice in Zoetermeer kan waarborgen, is voor de bedrijfsvoering de beste oplossing. Gebleken is dat de Stichting Buurtzorg Nederland voor de Stichting Hospice Groep Zoetermeer de ideale partner is die bereid is en in staat om te investeren in de nieuwbouw van het Hospice en als partner wil fungeren in de financiering van de exploitatie van het Hospice. Buurtzorg Nederland zal de nieuwbouw financieren en realiseren met Holding Buurtzorg Pensions B.V., die aan de Stichting Buurtzorg Nederland is gelieerd. Buurtzorg Nederland is in dat verband de exploitatiepartner. Aanbevolen wordt: 1. De consequenties van een samenwerkingsverband voor wat betreft de zorgverlening met de Stichting Buurtzorg Nederland B.V. nader uit te werken en te komen tot een conceptovereenkomst om het hoofd- /onderaannemerschap te regelen (zie pag. 19). 2. De intentie van Holding Buurtzorg Pensions B.V. om de bouw van een hospice in Zoetermeer te financieren nader uit te werken en om te zetten in een concreet bouwplan. 3. Stappen te ondernemen om te komen tot een verzoek om een omgevingsvergunning bij de gemeente Zoetermeer. 4. Een plan van aanpak voor het Hospice op te stellen voor de periode 2014-2015.
Beleidsplan 2015 - 2019
21
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Bijlage I Demografie Zoetermeer
Bron: website Gemeente Zoetermeer, 2013
Gezondheid op Peil in Zoetermeer - Kernboodschappen voor lokaal beleid. GGD Zuid-Holland West, maart 2011
Beleidsplan 2015 - 2019
22
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Bijlage II Begroting Hospice met 6 bedden op basis van huidige financiering
Jaar
2015
2016
2017
2018
2019
Aantal dagen per jaar
2190
2190
2190
2190
2190
1752
1752
1752
1752
1752
19000
19000
19000
19000
19000
Bezettingsgraad
80%
Inkomsten 1. Giften en donaties 2. Subsidie VWS
104000
104000
104000
104000
104000
3. Bijdrage Gemeente
6900
6900
6900
6900
6900
4. Bijdragen bewoners
70080
70080
70080
70080
70080
199980
199980
199980
199980
199980
10000
10300
10609
10927
11255
3500
3605
3713
3825
3939
Totale inkomsten Uitgaven 6. Energie: gas 7. Energie: elektra 8. Water
1000
1030
1061
1093
1126
10000
10300
10609
10927
11255
3500
3605
3713
3825
3939
11.Voeding
29000
29870
30766
31689
32640
12.Schoonmaak
15000
15450
15914
16391
16883
13.Linnengoed
1000
1030
1061
1093
1126
14.Kosten vrijwilligers
25000
25750
26523
27318
28138
15.Coördinatiekosten
100000
102000
104040
106121
108243
9. Onderhoudskosten 10.Representatiekosten
16.Huur
85000
85000
85000
85000
85000
17.Verzekeringen
3000
3090
3183
3278
3377
18.Kantoorkosten
5000
5150
5305
5464
5628
19.Gemeentelijke lasten
2000
2060
2122
2185
2251
Totale uitgaven
293000
298240
303617
309135
314798
Saldo
-93020
-98260
-103637
-109155
-114818
Beleidsplan 2015 - 2019
23
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
Toelichting op de begroting: 1.
Blijkens het Jaarverslag 2012 is een bedrag van € 126.452,- ontvangen. In dat bedrag is inbegrepen een bedrag van € 105.000,- aan geoormerkte giften d.w.z. giften ten behoeve van de investeringen voor de nieuwbouw. De reguliere giften bedroegen in 2012 ca. € 19.000,-.
2.
De subsidie van VWS op basis van de Regeling Palliatieve Terminale Zorg welke strekt tot dekking van de coördinatie- en een deel van de huisvestingskosten, fluctueert jaarlijks. Dit komt door de gehanteerde berekeningsmethodiek waarbij het aantal in de periode juli van jaar x t/m juni van het jaar x+1 in het hospice verzorgde personen de teller vormt en het aantal in die periode in alle hospices in Nederland verzorgde personen de noemer. Met die rekenregel wordt het beschikbare subsidiebedrag verdeeld. De in 2013 ontvangen subsidie is overgenomen voor de begrotingsperiode. Of en in hoeverre de capaciteitsuitbreiding zal leiden tot een toename van het subsidiebedrag is op dit moment ongewis.
3.
Op grond van de WMO verstrekt de gemeente Zoetermeer jaarlijks een bijdrage in de kosten van de huishoudelijke hulp. Gelet op de bezuinigingen in de komende jaren op de WMO zijn de inkomsten op deze titel gefixeerd op het voor 2013 ontvangen bedrag van € 6.900,-.
4.
In 2012 is besloten om de dagbijdrage die de bewoners betalen voor het verblijf in het hospice vast te stellen op een bedrag van minimaal € 30,-. In hetzelfde jaar is besloten om indien en zover mogelijk de dagbijdrage gelijk te laten zijn aan de vergoeding die de zorgverzekeraar aan de individuele gasten verstrekt op basis van de aanvullende verzekering. Uitgegaan is van een bezettingsgraad van 80%. Dit lijkt met een capaciteit van 6 bedden en gelet op de ervaringen met de wachtlijstproblematiek, haalbaar. De dagbijdrage die in rekening wordt gebracht door het hospice wordt vanaf 2016 verhoogd naar minimaal € 40,-. Op deze titel zal de totaalopbrengst op jaarbasis bij een bezetting van 80% met een capaciteit van zes bedden, ca. € 70080,- bedragen (80% van ((6 x 365 dagen)) à € 40,-).
5.
De bijdragen die via Stichting Buurtzorg Nederland aan de stichting worden gebudgetteerd zijn als volgt te berekenen. Verwacht mag worden dat per bewoner € 250,- per dag kan worden gedeclareerd bij het AWBZ Zorgkantoor. Dat betekent dat omgerekend op jaarbasis bij een bezettingsgraad van 80% een bijdrage mag worden gecalculeerd van : (80% van (6 x 365 dagen)) à maximaal € 250,- per dag = € 438.000,-.10
6.
De kosten van gas bedragen voor het huidige hospice blijkens de specificatie van de huidige servicekosten ca. € 5000,- per jaar. Bij verdubbeling van de capaciteit zal deze kostenpost even eens verdubbeld worden.
7.
De kosten van elektra bedragen voor het huidige hospice blijkens de specificatie van de huidige servicekosten op jaarbasis ca. € 1600,-. Bij uitbreiding van de capaciteit en door meerdere gebruiksruimten zal deze kostenpost oplopen naar € 3500,-.
8.
De huidige kosten waterverbruik bedragen op jaarbasis € 300,-. De uitbreiding van de capaciteit naar zes bedden zal minimaal een verdubbeling van deze kosten veroorzaken. Door een hoger waterverbruik door een groter volume wasgoed zal de waternota oplopen naar ca. € 1000,-.
9.
Aan onderhoudskosten wordt op dit moment in de servicekosten een bedrag van € 1300,- op jaarbasis in rekening gebracht. Voor het onderhoud van het gebouw met de buitenruimten zoals het “groen” is een stelpost van € 10.000,- verantwoord.
10
Naar verwachting wordt deze zorg in de toekomst bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet.
Beleidsplan 2015 - 2019
24
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer
10.
Voor de post “representatiekosten” is aansluiting gezocht bij de huidige uitgaven.
11.
Bij de huidige capaciteit en de huidige bezettingsgraad van 65,7% bedragen de uitgaven voor voeding e.d. voor de bewoners ca. € 12.000,-. Bij verdubbeling van de capaciteit en bij een verwachte bezetting van 80% zullen dergelijke kosten oplopen naar ca. € 29.000,-.
12.
De kosten voor huishoudelijke hulp bedragen thans ca. € 7.000,-. Deze kosten zijn gebaseerd op 6 uren huishoudelijke hulp per week. In de nieuwe situatie zullen deze kosten door de uitbreiding van de ruimten meer dan verdubbelen.
13.
Deze kostenpost is een stelpost. Verondersteld wordt dat door een grotere turnover de slijtage aan linnengoed zal toenemen.
14.
De vrijwilligers ontvangen thans een vergoeding van € 5,- per inzet van 4 uren. In 2012 bedroeg deze kostenpost € 15.000,- inclusief de kosten voor opleidingen en cursussen e.d. Verwacht mag worden dat in de komende jaren deze vergoeding zal worden verhoogd binnen de daarvoor gestelde fiscale grenzen. Een verdubbeling van het aantal vrijwilligers wordt niet verwacht; aangenomen mag worden dat met het huidige aantal vrijwilligers kan worden volstaan.
15.
De salarissen van de coördinatoren bevinden zich thans in de top van de voor hen geldende salarisschaal volgens de geldende CAO. Toename van deze kosten wordt weliswaar (nog) in geringe mate veroorzaakt door reguliere salarisverhogingen maar in meerdere mate door CAO-wijzigingen.
16.
De huurlasten zullen ten opzichte van de huidige situatie een substantieel deel van de totale exploitatiekosten vormen. De huurlasten zijn als volgt berekend (dit is een pessimistische benadering). Er wordt uitgegaan van een investering van € 1.130.665,- (zie 4.1). De rentelasten zullen bij een rentestand van 5% voor hypothecaire leningen ca. € 56.000,- per jaar bedragen. Rekening houdend met een economische levensduur van 40 jaren en een restwaarde van 40% van de stichtingskosten exclusief grond en een grondprijs van € 235.950,- incl BTW, kan de totale afschrijving als volgt worden berekend: ((€1.130.665,- -/- € 235.950,-) x 60 %)) = € 536.829,- De jaarlijkse afschrijving is dan: € 536.829,- : 40 = € 13.421,-. De huurlasten op jaarbasis bedragen op basis van deze berekening: € 56.000,- + € 13.421,- = € 69.421,-. Rekening houdend met een opslag van 10% van de “kale” huurprijs als vergoeding dan kan de economische huurprijs per jaar worden vastgesteld op € 76.000,- (afgerond). Daarbij komen nog lasten die worden doorberekend aan de huurder zoals opstalverzekeringen, belastingen e.d. Die kunnen worden begroot op ca. € 9.000,- zodat de uiteindelijke vermoedelijke huurlasten ca. € 85.000,- (afgerond) zullen bedragen.
17.
De verzekeringspremies voor de inboedelverzekering zullen in belangrijke mate toenemen. Op dit moment bedraagt de premie ca. € 500,-. De premie voor de bestuursverzekeringen en de verzekeringen voor de vrijwilligers zullen door de nieuwe huisvesting niet wijzigen. Een stelpost van € 3.000,- is verantwoord.
18.
De kantoorkosten betreffen de kosten die de coördinatoren maken voor de administratieve handelingen e.d. en voor de administratiekosten van het secretariaat van de stichting. Deze kosten bedroegen in 2012 ca. € 8.000,-. Er mag vanuit worden gegaan dat door vestiging van het secretariaat in de nieuwbouw enige synergie in de kosten kan worden bereikt.
Beleidsplan 2015 - 2019
25
S t i c h t i n g H o s p i c e Groep Zoetermeer 19
De post betreft de gemeentelijke belastingen. Door het in gebruik te nemen van een groot aantal m² zal deze kostenpost meer dan verdrievoudigen.
Literatuurlijst •
Agora Ondersteuningspunt palliatieve zorg - factsheet
•
Piet van den Akker, Katrien Luijkx, "Waar wilt u dood gaan? Keuzen en overwegingen", IVA, 2005
•
Berenschot, "Onderzoek naar financiële knelpunten bij palliatieve terminale zorg", augustus 2006
•
GGD Zuid-Holland West, "Gezondheid op Peil in Zoetermeer - Kernboodschappen voor lokaal beleid", maart 2011
•
Goldsteen M, Proot I, Huijer Abu-Saad H, Widdershoven G. "Goed sterven: normatieve opvattingen, attitudes en behoeften van thuis verblijvende terminale patiënten en hun mantelzorgers rond het stervensproces", Maastricht: Universiteit Maastricht, 2002.
•
Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligers, webinformatie geraadpleegd november 2013
•
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport o Investeren in palliatieve zorg, 11 december 2013 o Nadere uitwerking brief Hervorming Langdurige Zorg, 6 november 2013 o Verbeterprogramma en subsidieregeling palliatieve zorg
•
Raad voor de Volksgezondheid (RVZ), "Informele zorg", 2006
•
Stichting Hospice Groep Zoetermeer, jaarverslag 2012
•
Joost Visser, "Buurtzorgpension aan opmars bezig", Medisch Contact nummer 9 - 02 maart 2012
•
Prof. Dr. K.C.P. Vissers, "Bedrijfsvoering van High Care Hospices en Bijna Thuis Huizen", Palliactief (Nederlandse Vereniging voor professionele palliatieve zorg) 2011
•
WHO; www.who.int/cancer/palliative/definition
Beleidsplan 2015 - 2019
26