BELEIDSNOTITIE EN STIMULERINGSPROGRAMMA WARMTE- EN KOUDEOPSLAGSYSTEMEN (WKO’S) IN FRYSLÂN
2
Inhoud Pag. Leeswijzer
5
Warmte- en koudeopslag
7
Randvoorwaarden voor gebruik
7
3
Landelijke aanpak
8
4.
Samenwerkingsprogramma wko (SWKO)
8
5.
Toepassingen van wko’s in Fryslân
9
6.
Beleid en ambities van de provincie Fryslân t.a.v. wko’s
10
6.1
Friese acties
10
1. 2.
6.1.1 Opsporen illegale open wko’s en inventarisatie gesloten wko’s
11
6.1.2 Flankerend beleid en ordening wko’s
11
6.1.3 Informatie- en kennisoverdracht
12
6.1.4 Aanpassen regelgeving
12
6.1.5 Uniformering vergunningvoorschriften
12
6.1.6 Deelname aan landelijk samenwerkingsprogramma (SWKO)
12
6.2
Inzet provinciale middelen
13
6.3
Communicatie
13
Bijlagen Bijlage 1
Verschillende typen bodemenergiesystemen
Bijlage 2
Overzicht kosten van goederen en diensten, plus inzet menskracht van de provincie
3
4
Leeswijzer Deze notitie gaat over warmte- en koudeopslagsystemen. Wat zijn dit voor systemen, welke rol spelen zij binnen het duurzaamheidsbeleid van de provincie, wat gaat er mis als ze ondeskundig of ongestructureerd worden aangelegd. In hoofdstuk 1 en 2 wordt hier op ingegaan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven dat alle provincies tegen de zelfde problemen aanlopen. Daarom wordt er landelijk nauw samengewerkt. Hoofdstuk 4 gaat over het SWKO, het samenwerkingsverband warmte- en koudeopslag. Hier wordt gewerkt aan een totaalpakket van maatregelen om de systemen te stimuleren en reguleren. Na in hoofdstuk 5 een beschrijving te hebben gegeven van de actuele situatie in Fryslân op het gebied van warmteen koudeopslagsystemen eindigt deze notitie met in hoofdstuk 6 een beschrijving van het beleid en de aanvullende acties van de provincie Fryslân. Hierin wordt direct ook een actieprogramma beschreven, met een overzicht van de kosten en benodigde mensuren. Het hoofdstuk eindigt met een communicatieparagraaf.
5
6
1. Warmte- en koudeopslag De seizoensmatige, ondergrondse opslag van warmte en koude is in Nederland sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw enorm in opkomst. Er zijn inmiddels vele systemen ontwikkeld om de temperatuur van de bodem en het grondwater te benutten om huizen, kantoren en kassen te verwarmen en koelen. In bijlage 1 van deze notitie staan enkele van de meest gebruikte typen systemen beschreven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen open en gesloten warmte- en koudeopslagsystemen (hierna: “wko’s”). Bij open wko’s wordt in de zomer koud grondwater uit de koudwaterbron of -bel onttrokken voor koeling en na opwarming door de warme omgeving bovengronds terug in de bodem gebracht in de warmwaterbron (of -bel). In de winter wordt warm grondwater uit de warmwaterbron onttrokken voor verwarming en na afkoeling door de koude omgeving bovengronds in de bodem teruggebracht in de koudwaterbron. Bij open systemen is sprake van verplaatsing van grondwater. Hierin onderscheiden zij zich van gesloten systemen waarbij dat niet het geval is. Bij gesloten wko’s wordt een vloeistof in buizen door de bodem geleid zonder dat het in direct contact met het grondwater komt. Naast de open en gesloten wko’s is er nog een derde vorm van natuurlijke energie uit de bodem; geothermie. Geothermie verschilt sterk van deze systemen. Hier wordt energie diep uit de bodem (van enkele kilometers diepte) opgepompt en gebruikt voor verwarming. Omdat de problematiek en regelgeving volledig anders is dan bij wko’s wordt geothermie niet meegenomen in deze notitie. Wko’s bieden grote maatschappelijke voordelen. Zij dringen het verbruik van de fossiele brandstoffen terug waardoor zij de CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde aanzienlijk verkleinen en waardoor de eindige voorraad fossiele brandstoffen wordt gespaard. Hiermee past deze techniek naadloos in het duurzaamheidbeleid van het rijk en de provincies. Fryslân heeft dit beleid vastgelegd in de notitie ‘Fryslân Duurzaam’ en ‘Fryslân geeft energie’ van gedeputeerde staten van Fryslân van 10 maart 2009. Daarnaast heeft Fryslân met het rijk en de overige noordelijke provincies het energieakkoord afgesloten. Daarmee stelt de provincie zich o.a. ten doel om de CO2-uitstoot vóór 2020 met 30% terug te dringen t.o.v. 1990. Wko’s kunnen daar een substantieel aandeel in realiseren. Voor de gebruikers komt daar nog bij dat de systemen een goedkope energiebron zijn. Aan de aanschaf ligt in de praktijk veelal een financieel motief ten grondslag. 2. Randvoorwaarden voor gebruik Er kleven ook risico’s aan de plotselinge populariteit van de systemen. Het belangrijkste risico is wel het doorboren van waterscheidende lagen in de bodem. Wanneer natuurlijke aardlagen worden doorboord en niet goed worden afgewerkt kan grondwater van sterk verschillende kwaliteiten en chemische eigenschappen vermengd raken. En kan relatief sterk belast water van de oppervlakte tot diep in de bodem dringen of kan brak of zout water naar de oppervlakte stromen. Dit kan voor veel belangen in de bodem, in het grondwater en aan de oppervlakte negatieve consequenties opleveren. Een kwalitatief goede afwerking van de bron kan dit risico beperken. Gesloten systemen gebruiken veelal antivriesmiddel zoals glycol. Dit betekent kans op lekkage van deze stoffen in de bodem. Systemen met lekdetectie of met afbreekbare, minder schadelijke glycolen of zonder antivriesmiddel beperken dit risico. Open systemen beïnvloeden vaak de grondwaterstanden, wat effect kan hebben op aanwezige natuurwaarden, landbouwgronden of kwetsbare bebouwing en infrastructuur. Alle systemen beïnvloeden de temperatuur van de bodem en het grondwater. Met name als de temperatuur hoog oploopt kunnen effecten optreden. Daarom is het van belang dat de temperatuur gemiddeld in balans is en niet boven de 25-30 graden komt. Dit kan via voorschriften die aan de systemen worden gesteld. Tenslotte kunnen individuele systemen redelijk worden beheerst maar indien een gebied een grote dichtheid aan systemen kent kunnen de systemen gezamenlijk het gebied nadelig beinvloeden. En ze kunnen elkaar beïnvloeden (de zogenaamde interferentie), waardoor de effectiviteit van de systemen afneemt. 7
Door in plaats van allemaal kleine systemen een groot gezamenlijk systeem aan te leggen of door een effectieve ruimtelijke planning van de systemen kan dit worden voorkomen. Het is dus van belang dat de open en gesloten systemen niet alleen worden gestimuleerd maar ook worden gereguleerd. Probleem is dat veel systemen op dit moment nog zonder enige vorm van controle worden aangelegd. Open systemen zijn vergunningplichtig op grond van de Waterwet maar door onbekendheid met deze regelgeving wordt veelvuldig geen vergunning aangevraagd. Voor gesloten systemen is geen regelgeving van kracht waardoor ze zonder enige vorm van toezicht worden geplaatst. 3. Landelijke aanpak Tijdens de Bestuurdersconferentie Bodem op 21 mei 2008 heeft minister Cramer van VROM besloten om de zogenaamde Taskforce WKO in het leven te roepen. Deze moet adviseren over de kansen die er zijn om wko’s te stimuleren, op een zodanige wijze dat de kwaliteit van de ondergrond en de andere belangen wordt geborgd. De Taskforce heeft op 23 maart 2009 haar advies uitgebracht, met de titel “Groen licht voor bodemenergie”. Het advies kan als volgt worden samengevat. Volgens de Taskforce kan de groei van wko’s toenemen als vergunningprocedures worden vereenvoudigd, de bekendheid bij marktpartijen toeneemt en kosten en baten goed worden verdeeld. De toenemende drukte in de ondergrond vraagt om regie door de overheid en door middel van nader onderzoek met betrekking tot milieueffecten moeten de randen van het speelveld in kaart worden gebracht. Vervolgens heeft de Taskforce een aantal concrete acties voorgesteld. Het advies en de acties zijn uitgewerkt in een programma, het samenwerkingsprogramma wko (SWKO). Alle belanghebbenden van wko’s zijn in het SWKO bij elkaar gebracht en werken mee aan onderdelen van het programma. Het betreft de volgende partijen: de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu, IPO, VNG, UvW, NVOE, VEWIN, SKB, SIKB-ISSO, Senter Novem (thans Agentschap NL) en het programma “Kas als energiebron”. 4. Samenwerkingsprogramma wko (SWKO) Hoofddoel van het samenwerkingsprogramma is het uitvoeren van activiteiten die ervoor zorgen dat wko’s op korte en lange termijn substantieel kunnen bijdragen aan duurzame energieopwekking en -besparing in heel Nederland. De inzet is gericht op versnelde groei door het benutten van kansen en het wegnemen van belemmeringen. Daarbij gelden de volgende randvoorwaarden: *De kwaliteit van de ondergrond dient gewaarborgd te blijven. *Een goede afweging tussen verschillende belangen dient mogelijk te blijven. *Een optimale opbrengst van wko’s dient te worden nagestreefd. Er wordt een viersporenbeleid gevolgd, dat uitmondt in een samenhangend pakket van maatregelen. De vier sporen zijn: 1. Regelgeving wko’s. Opstellen AmvB bodemenergiesystemen, aanpassen regelgeving voor bodemkwaliteit, efficiënt en transparant inrichten van het vergunningproces en uniformeren van de huidige vergunningenprocedures door provincies 2. Informatie- en kennisoverdracht. Ontwikkeling kwo-tool, check registratie, kennis van pilotstudies verspreiden, workshops, papers etc. 3. Kwaliteitsborging. Opstellen van ontwerprichtlijnen, certificeringssysteem, opleidingentraject, handreikingen, standaard onderhoud- en beheerscontracten, buitengebruikstelling van installaties, toezicht en handhaving en faciliteren van vergunningverlener. 4. Flankerend beleid. Het leveren voor input voor andere beleidsvelden, workshops, formuleren randvoorwaarden vanuit andere beleidsvelden. Momenteel werkt een zevental werkgroepen deze sporen uit. Een van de belangrijkste producten van het SWKO is de AmvB bodemenergiesystemen. Deze regeling gaat met name over de open en gesloten wko’s en is cruciaal in het hele proces. In mei 2011 is een versie ter inzage gelegd. Daarin wordt een verkorting van de procedures voor open systemen en invoering van regelgeving voor gesloten systemen geregeld. 8
Op dit moment verklaart de Waterwet de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht van kracht, met een looptijd van gemiddeld 6 maanden. Omdat vaak op het laatste moment van een bouwplan wordt nagedacht over de energievoorziening leidt dit gegeven er in de praktijk vaak toe dat wordt afgezien van een wko. Of er wordt gekozen voor een gesloten systeem waarvoor geen regelgeving geldt. Met name omdat de Nederlandse bodem het meest geschikt is voor grote open systemen en omdat het milieurendement van open systemen hoger ligt dan van gesloten systemen is dat een ongewenste ontwikkeling. Voor de open systemen wordt een verkorting van de vergunningprocedure geregeld door de normale procedure van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing te verklaren. Deze procedure duurt 2 maanden. In de AmvB wordt verder een meldplicht en vergunningplicht geïntroduceerd voor gesloten systemen en de gemeenten worden aangewezen als bevoegd gezag voor de gesloten systemen. Hiermee zijn de open en gesloten systemen in regelgeving gelijkgeschakeld. Samen met de verkorting van de proceduretijd van de open systemen schakelt deze wetswijziging het speelveld van open en gesloten systemen gelijk. De AmvB heeft tevens als doel een afwegingskader te scheppen voor de ordening van wko’s in de bodem. Er worden zogenaamde interferentiegebieden geïntroduceerd, gebieden waarbinnen de kans bestaat dat de thermische invloedsgebieden van systemen elkaar overlappen en de energierendementen teruglopen. In de regelgeving voor de bodemkwaliteit wordt de certificering van de bedrijven die wko’s plaatsen geregeld, waardoor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de systemen wordt verbeterd. Verder is er inmiddels een protocol van kracht voor het uitvoeren van boringen. Op deze wijze wordt getracht om de kwaliteit van de plaatsing van de systemen te verbeteren. Een laatste punt is het uniformeren van de voorschriften die aan wko’s worden gesteld. De bedrijven die de systemen plaatsen werken vaak door het hele land. Voor hen is het lastig als iedere provincie zijn eigen eisen stelt. Daarom zijn uniforme voorschriften geformuleerd voor alle systemen, of ze nu wel of niet vergunningplichtig zijn. Deze hebben betrekking op de energiebalans, retourtemperatuur, interferentie, circulatievloeistof, buitengebruikstelling en monitoring. Maatwerk is, voor zover in de voorschriften aangegeven, mogelijk. 5. Toepassingen van wko’s in Fryslân De afgelopen tijd heeft de provincie voor ruim 130 open systemen een vergunning verleend. Het vermoeden bestaat dat er nog minstens enkele tientallen open systemen zijn aangelegd zonder vergunning. Dit vermoeden is gebaseerd op signalen uit het veld en informatie van internet (bedrijven adverteren met open systemen die niet bekend zijn bij de provincie). Het aantal gesloten systemen in Fryslân is onbekend omdat hiervoor tot nu toe geen regelgeving was. Vermoedelijk zitten er enkele honderden systemen in de bodem. De huidige situatie is dat de potentiële gebruikers van de open systemen, onafhankelijk van elkaar, een vergunning aanvragen bij de provincie. Het komt regelmatig voor dat meerdere perceeleigenaren van een nieuw bedrijfsterrein of woonwijk onafhankelijk van elkaar een vergunning aanvragen. Meestal weten deze toekomstige buren van elkaar niet eens dat ze beiden een bodemenergiesysteem gaan aanleggen. Dit heeft zich recentelijk voorgedaan aan de Tesselschadestraat in Leeuwarden en nabij de Crystalic-piramide, eveneens in Leeuwarden. In beide gevallen heeft de provincie de toekomstige eigenaren tijdig kunnen inlichten en konden de plannen op het laatste moment nog op elkaar worden afgestemd. Sinds 2009 is het aantal vergunningaanvragen wat teruggelopen. Dit komt enerzijds door de economische recessie, waardoor minder burgers en bedrijven geneigd zijn grote investeringen te doen. Anderzijds is in deze periode de energieprijs aanzienlijk gedaald, waardoor de terugverdientijd van wko’s langer werd en de economische winstgevendheid afnam. We nemen aan dat de economie spoedig weer aan zal trekken en de energieprijzen, zeker op de lange termijn, weer gaan stijgen. De vraag naar wko’s zal ongetwijfeld weer toenemen. Naarmate er meer systemen op een beperkte oppervlakte zijn aangelegd neemt de kans op interferentie toe. Momenteel liggen er bijvoorbeeld in Leeuwarden ruim 20 open systemen in de bodem. Vermoedelijk zal dit aantal oplopen tot circa 50 in 2020. 9
Naast de individuele systemen zijn er in Fryslân ook collectieve systemen te vinden, waar meerdere gebruikers gezamenlijk een systeem aanleggen. In de glastuinbouw kennen we in Berlikum een voorbeeld van een collectieve activiteit. Hier heeft een zestal glastuinbouwbedrijven een gezamenlijk masterplan opgesteld waarin de installaties op elkaar zijn afgestemd. Hierdoor kunnen de warme en koude putten op een zodanige wijze worden gelokaliseerd dat de onderlinge beïnvloeding positief uitvalt. Van negatieve interferentie is geen sprake. Ook in de utiliteitsbouw en bedrijfsruimtebranche is een voorbeeld te noemen. In Sportstad Heerenveen en de aangrenzende bedrijfspanden worden al enkele jaren op grote schaal gezamenlijke wko’s geëxploiteerd. Collectieve of onderling afgestemde systemen zijn een aantrekkelijke optie voor de gebruikers en voor de regulering. 6. Beleid en ambities van de provincie Fryslân t.a.v. wko’s In het voorgaande is uitgelegd dat het beleid voor wko’s 2 elementen heeft; stimuleren en reguleren. Stimuleren dat er zoveel mogelijk systemen worden geplaatst en reguleren, zodat de bodem met al haar belangen optimaal wordt beschermd en de aanwezige energie efficient wordt aangewend. Het beleid en de ambities van de provincie Fryslân ten aanzien van wko’s in het licht van duurzame energie zijn vastgelegd in enkele beleidstukken die in hoofdstuk 1 al werden genoemd. Vanuit het beleidsveld water is tot nu toe het volgende beleid ontwikkeld. Gedeputeerde staten van Fryslân hebben in 2005 beleid geformuleerd dat er specifiek op is gericht om wko’s zoveel mogelijk te stimuleren en knelpunten weg te nemen. De monitoringverplichting voor kleine systemen (< 10 m3/uur) is komen te vervallen en die van grote systemen (> 10 m3/uur) sterk ingeperkt. Verder is de MER-verplichting van de systemen op de Waddeneilanden komen te vervallen en zijn de legeskosten geminimaliseerd. In het 3de Waterhuishoudingsplan Fryslân 2010-2015 zijn de volgende gewenste resultaten gedefinieerd: *Alle wko’s zijn op elkaar afgestemd en beïnvloeden elkaar niet zodanig dat de werking van de systemen in gevaar komt. *In enkele grote nieuwbouwwijken en nieuwe industrieterreinen zijn gecombineerde wko’s aangelegd. Voor realisatie van deze beleidsuitspraken is een bedrag van € 250.000 beschikbaar gesteld. Verder is aangekondigd dat alle wko-vergunningen zullen worden geëvalueerd. 6.1 Friese acties Uit de in hoofdstuk 3 en 4 beschreven landelijke activiteiten wordt duidelijk dat er op het gebied van wko’s momenteel veel belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden in Nederland. Er wordt zeer voortvarend gewerkt aan wet- en regelgeving door alle betrokken partijen. Op alle noodzakelijke onderdelen wordt gewerkt aan stimulering en het wegnemen van belemmeringen. Fryslân werkt al enige tijd actief mee aan het landelijke samenwerkingsprogramma. Een eigen Friese aanpak ligt hier niet voor de hand, met name omdat de landelijke aanpak goed aansluit bij het provinciale beleid zoals geformuleerd in het waterhuishoudingsplan. Wel dient op regionaal niveau een invulling van het landelijke programma plaats te vinden. In het navolgende worden de landelijke acties beschreven en wordt per actie aangegeven of specifieke Friese acties nodig zijn. Samenvattend dienen de volgende stappen te worden doorlopen: Stap 1 In samenwerking met de Friese gemeenten de aanwezige wko-systemen in beeld brengen. Hierbij worden zowel de open als gesloten systemen geïnventariseerd. Als regisseur neemt de provincie Fryslân hierin het voortouw. Er wordt daarbij een samenwerkingsverband aangegaan met de betrokken gemeenten. Stap 2 Het stoplichtmodel invoeren en interferentiegebieden aanwijzen in samenwerking met gemeenten. Stap 3 Kennis en informatie uitwisselen. Stap 4 Regelgeving aanpassen. 10
Stap 1 6.1.1 Opsporen illegale open wko’s en inventarisatie gesloten wko’s Momenteel hebben circa 130 open wko’s een vergunning van de provincie. Er bestaat een sterk vermoeden dat er zeker enkele tientallen systemen zijn geplaatst zonder vergunning. De indruk bestaat dat dit grotendeels komt door onbekendheid met de regelgeving. Het is van belang dat deze systemen alsnog in kaart worden gebracht en worden vergund. Anders zullen er in de toekomst ongewenste gevallen van interferentie optreden. Een deel van de installatiebedrijven die de open wko’s plaatst heeft voor alle systemen een vergunning aangevraagd. Met een gerichte actie richting de overige actieve installatiebedrijven, boorbedrijven en adviseurs zal een legaliseringsslag worden gemaakt [actie 1]. Bij één installateur heeft deze aanpak al gewerkt; hier leidde de vondst van een illegaal systeem tot een vergunningaanvraag van ruim 20 eerder geplaatste systemen. De gemeenten zijn bevoegd gezag geworden van de gesloten wko’s. Zij zullen een inventarisatie voor de inmiddels bestaande gesloten systemen moeten uitvoeren. Bekeken zal worden of genoemde legaliseringsslag en inventarisatie kunnen worden gecombineerd [actie 2]. Alle open wko’s worden bijgehouden in een landelijk register en in het verlengde daarvan op een digitale kaart. Voor de gesloten systemen dient iets vergelijkbaars te worden georganiseerd zodat er een overzicht van alle wko’s beschikbaar is [actie 3]. Stap 2 6.1.2 Flankerend beleid en ordening van de wko’s Voor een aantal onderdelen is de SWKO afhankelijk van andere beleidsvelden. Deze onderdelen zullen daar worden ingebracht. Het belangrijkste onderdeel is de ordening van de systemen en de afstemming met andere activiteiten in de bodem. Een belangrijk instrument is de invoering van het zogenaamde stoplichtmodel. Ofwel het definiëren van gebieden waar de aanleg van wko’s niet is toegestaan (rood), waar de aanleg is toegestaan onder voorwaarden (oranje) en waar de aanleg zonder restricties kan plaatsvinden (groen). Voor Fryslân zal ook een dergelijk model moeten worden uitgewerkt [actie 4]. Verder dienen gebieden waarbinnen de kans bestaat dat de thermische invloedsgebieden elkaar overlappen en de energierendementen teruglopen te worden aangewezen als interferentiegebieden. Zowel de gemeenten als gedeputeerde staten kunnen, als bevoegd gezag van respectievelijk gesloten en open wko’s, deze gebieden aanwijzen. Onderzocht zal worden welke gebieden in Fryslân voor een dergelijke status in aanmerking komen [actie 5]. Onze inschatting is dat er in Fryslân niet veel van deze gebieden zullen worden aangewezen. Wko’s zijn over het algemeen alleen rendabel bij nieuwbouw. Interferentie wordt hoofdzakelijk verwacht bij nieuwe woningbouw, nieuwe industrieterreinen en utiliteitsbouw in de grotere Friese steden. Indien een gebied wordt aangewezen als interferentiegebied wordt voor dit gebied een zogenaamd masterplan opgesteld. In een masterplan wordt uitgewerkt hoe de open en gesloten wko’s het beste kunnen worden aangelegd. Op welke plaatsen in het gebied kan de energie het beste worden gewonnen, waar moeten de warme en koude bronnen worden gesitueerd, vanaf welke diepte moet het grondwater worden gewonnen, welke andere waarden zitten lokaal in de bodem etc. Op deze wijze wordt het maximale (energie)rendement uit het gebied gehaald, worden de systemen optimaal op elkaar afgestemd en wordt goed rekening gehouden met de andere belangen en waarden in de bodem. De provincie zal het opstellen van deze masterplannen stimuleren (actie 6) en zal ten behoeve van de plannen in de interferentiegebieden, samen met de gemeenten, informatie over de lokale bodemopbouw in beeld brengen [actie 7]. De gemeente Leeuwarden heeft inmiddels een masterplan voor het gebied De Zuidlanden in Leeuwarden gemaakt, in samenwerking met de provincie. Gedeputeerde staten hebben de inhoud van dit plan als beleidsregel vastgelegd. Hierdoor wordt het plan door gemeente en provincie ingezet als sturingsinstrument in het gebied De Zuidlanden. Het is de bedoeling dat de resultaten van deze aanpak ook in de rest van Fryslân worden toegepast. Momenteel wordt ook gewerkt aan Handreiking Masterplannen. 11
Stap 3 6.1.3 Informatie- en kennisoverdracht Het is van belang dat alle kennis van open en gesloten wko’s die beschikbaar is en komt wordt doorgegeven aan de overheden, initiatiefnemers en producenten, zowel landelijk als op regionaal niveau. Het gaat hierbij om de informatie over de systemen, over de veranderde regelgeving (o.a. de wetgeving en certificering), over de informatie van de Friese ondergrond etc. Voorlopig is structureel overleg nodig met alle betrokkenen van wko’s. Op landelijk niveau gebeurt dit via de SWKO. Provinciaal zal dit ook moeten worden georganiseerd. Gedacht wordt aan informatiebijeenkomsten, een gestructureerd overleg met direct betrokkenen en informatie via internet [actie 8]. Stap 4 6.1.4 Aanpassen regelgeving In de loop van 2012 treedt de AmvB bodemenergiesystemen in werking voor de open en gesloten wko’s. Hierin wordt de verkorte procedure voor open systemen en de meldplicht en vergunningplicht voor gesloten systemen geïntroduceerd. Verder worden de gemeenten in principe aangewezen als bevoegd gezag voor de gesloten systemen. Hiermee is de hindernis van de lange procedure voor open systemen opgeheven en is de regelgeving van open en gesloten systemen gelijkgeschakeld. Dit laatste heeft tot gevolg dat de procedure geen motief meer voor initiatiefnemers is om in plaats van voor open voor gesloten systemen te kiezen en zorgt er voor dat de gemeenten sturend kunnen gaan optreden bij het plaatsen van de gesloten systemen. Voor de open systemen heeft de wetswijziging als consequentie dat de vergunningprocedure van 6 naar 2 maanden gaat. Voor de gesloten systemen zal beleid moeten worden geformuleerd door de provincie en de gemeenten. Wat zijn de toepassingsmogelijkheden en -restricties, in welke watervoerende pakketten zijn de systemen toegestaan, hoe diep moeten ze worden aangelegd etc. Hierbij zal tevens het huidige beleid voor de open systemen worden aangepast [actie 9]. 6.1.5 Uniformering vergunningvoorschriften Vanuit het samenwerkingsprogramma zijn uniforme vergunningvoorschriften opgesteld, zodat bedrijven die systemen plaatsen niet per provincie met verschillende voorschriften worden geconfronteerd. Er zijn uniforme voorschriften geformuleerd en in de AmvB vastgelegd voor alle systemen, of ze nu wel of niet vergunningplichtig zijn. Deze hebben betrekking op de energiebalans, retourtemperatuur, interferentie, circulatievloeistof, buitengebruikstelling en monitoring. Wat betreft de monitoring is een monitoringinspanning vastgelegd die een soort grootste gemene deler is van wat de diverse provincies thans raadzaam achten. Echter, Fryslân is geen grootste gemene deler van de Nederlandse situatie. De problematiek van interferentie, en de mede daaraan gerelateerde behoefte aan monitoring, is in Fryslân van een totaal andere orde van grootte dan bijvoorbeeld in de overvolle Randstad. Vanuit de gedachte van deregulering en het voorkomen van onnodig belasten van de systemen met voorschriften zal nagegaan moeten worden in hoeverre de landelijke voorschriften voor de Friese situatie kunnen worden versoepeld [actie 10]. 6.1.6 Deelname aan landelijk samenwerkingsprogramma wko (SWKO) Omdat er nog allerlei activiteiten binnen het SWKO lopen is het van belang mee te draaien in de activiteiten en financiering van het programma [actie 11].
12
6.2 Inzet provinciale middelen Bij het waterhuishoudingsplan is € 250.000,- vrijgemaakt voor verwezenlijking van het beleid. Oorspronkelijk is er even aan gedacht een stimuleringsfonds in te stellen voor regulering van wko’s en voor gecombineerde aanleg. Binnen alle recente ontwikkelingen wordt evenwel al op een andere wijze invulling gegeven aan deze doelen, waardoor een financiële stimulans niet langer noodzakelijk is. Om de provinciale aanpak op volwaardige wijze uit te voeren (zie de 11 acties) is wel geld nodig. Voorgesteld wordt het geld aan deze acties te besteden. In bijlage 2 staat een overzicht van de acties, met de planning, een raming van de bedragen die nodig zijn en de mandagen die de provincie er aan zal besteden. 6.3 Communicatie Om de wko’s onder de aandacht te brengen, volgen er verschillende communicatieactiviteiten. Deze activiteiten worden hieronder beschreven. In de notitie komen twee sporen aan bod: enerzijds het reguleren van de wko’s, anderzijds het stimuleren van de wko’s. Dit dubbele spoor heeft consequenties voor de communicatie. In de communicatie moet duidelijk worden dat beide sporen niet in strijd met elkaar zijn, maar dat ze elkaar nodig hebben. Immers: om als provincie de wko’s te stimuleren moet men eerst weten welke regelgeving nodig is. Deze regelgeving volgt naar aanleiding van de gegevens over de huidige situatie. Hoe ‘vol’ is het in de grond en in hoeverre zijn de wko’s juist aangelegd? Doel Reguleren en stimuleren van de wko’s. Onder reguleren wordt verstaan zorgen dat de bodem met al haar belangen optimaal wordt beschermd en de aanwezige energie efficiënt wordt aangewend. Daarbij hoort het in kaart brengen van huidige wko’s, met de vraag in hoeverre deze deskundig of gestructureerd zijn aangelegd. En wat is het aantal wko’s in de grond? Deze gegevens worden vervolgens gebruikt als cement voor het vastleggen van regels. Onder stimuleren wordt verstaan: het bevorderen van het gebruik van wko’s (passend binnen het provinciale duurzaamheidbeleid). Doelgroepen - Gemeenten: Om de wko’s te reguleren moeten gemeenten meewerken bij het in kaart brengen van de huidige wko’s (met name de gesloten systemen). - Installateurs: De installateurs spelen een belangrijke rol bij het in kaart brengen van de wko’s, omdat de systemen door hen worden aangelegd. - Eigenaren huidige wko’s: Deze spelen ook een rol bij het in kaart brengen van de wko’s. - Pers: De pers speelt een belangrijke rol bij het naar buiten van de wko-notitie en de daaropvolgende acties. - Bedrijven: Bij het spoor ‘stimuleren’ vormen bedrijven een belangrijke doelgroep. De wko’s zijn met name aantrekkelijk voor bedrijfsgebouwen. Kernboodschap Zoals eerder beschreven lijken de twee sporen ‘reguleren’ en ‘stimuleren’ in de eerste instantie tweeledig. Om deze gedachte tegen te gaan is de kernboodschap: om de wko’s te stimuleren moet men eerst weten hoeveel wko’s er momenteel in de grond zitten en in hoeverre deze deskundig en gestructureerd zijn aangelegd. Deze gegevens worden vervolgens vertaald in regelgeving die de provincie (bij open systemen) en gemeenten (bij gesloten systemen) gebruiken bij vergunningverlening. Activiteiten Naar aanleiding van de vier beschreven stappen in paragraaf 6.1 komen de volgende activiteiten aan bod: 13
1. Vaststelling wko-notitie door GS. Hierna wordt een persbericht verstuurd waarin de essentie van de notitie staat. Ook wordt hierin het symposium aangekondigd (zie 2). 2.Organisatie symposium. Dagvoorzitter of welkom/afsluiting door gedeputeerde Schokker. Ochtendprogramma voor gemeenten, met als doel hen bij te praten over de wko’s en hen over te halen om samen met de provincie alle systemen in Fryslân in beeld te krijgen en de aanleg van systemen te stimuleren en reguleren. Middagprogramma voor installateurs, met als doel hen bij te praten over de wko’s en hen over te halen alle systemen die zij hebben aangelegd (open en gesloten) te melden bij provincie en gemeenten. 3. De week na het symposium: een column over de wko-notitie (en indien mogelijk de uitkomsten van het symposium vermelden) in de zaterdagadvertentie. Suggestie: gedeputeerde Schokker krijgt hierin de hoofdrol. Dit kan na de zomer herhaald worden. 4.Lancering website (voorstel is koppeling website aan provinciesite) over de wko’s in Fryslân. Deze site bevat informatie over: stand van zaken, overzichtskaart met systemen, contactadressen provincie en gemeenten, vergunningformulieren, voorbeeldprojecten e.d. Mogelijk ook digitale nieuwsbrief naar alle betrokkenen. 5. Gerichte brieven naar installateurs en mogelijke eigenaren wko’s met verwijzing naar uitkomsten symposium en herhaling oproep om systemen te melden bij provincie en gemeenten. Ook met verwijzing naar de juridische gevolgen van het niet melden. Deze activiteiten vertalen zich in de volgende communicatiekalender: Datum Boodschap Doelgroep Middelen Laatste Melden dat de - Pers Persbericht week april wko-notitie is - Eigenaren huidige 2012 vastgesteld door wko’s GS en wat dit - Bedrijven verder voor de - Gemeenten toekomst bete- Installateurs kent Eind juni/ Informeren over - Installateurs Symposium begin juli wko’s. Wat bete- Gemeenten kent het reguleren en stimuleren van de wko’s voor gemeenten en installateurs?
Begin juli (na het symposium) Juli
14
Gedeputeerde Schokker vertelt over de wko’s en meldt de resultaten van het symposium Stand van zaken wko’s, overzichtskaart met systemen, contactadressen provincie en gemeenten, vergunningformulieren en voorbeeldprojecten
- Eigenaren huidige wko’s - Bedrijven - Gemeenten - Installateurs
Zaterdagadvertentie van de provincie in LC en Friesch Dagblad
- Gemeenten Website - Bedrijven - Eigenaren huidige wko’s
Actie/betrokkenen Beleidsambtenaar geeft input voor een persbericht. Afdeling Communicatie werkt dit uit en zorgt dat het bericht bij de pers terecht komt Beleidsambtenaren organiseren met behulp van afdeling communicatie een symposium in het midden van Fryslân. Dagvoorzitter of welkom/sluiting door gedeputeerde Schokker Gedeputeerde Schokker. Verdere betrokkenen: beleidsambtenaar, afdeling communicatie Beleidsambtenaren en afdeling communicatie
Vanaf juli
Juli
15
Actuele informatie rondom reguleren, stimuleren wko’s. Verwijzing uitkomsten symposium, oproep om systemen te melden bij gemeenten en provincie
- Gemeenten - Bedrijven - Eigenaren wko’s - Installateurs - Installateurs wko’s - Eigenaren wko’s
Digitale nieuwsbrief
Beleidsambtenaren en afdeling communicatie
Gerichte brieven
Beleidsambtenaren en afdeling communicatie
Bijlage 1: verschillende typen bodemenergiesystemen (bron: Handleiding BOEG: Bodemenergie en Grondwaterverontreiniging).
Figuur 1: open bodemenergiesysteem (boven) en gesloten bodemenergiesysteem (onder)
Figuur 2: horizontale- en verticale bodemwarmtewisselaar (gesloten systeem)
16
Bij een gesloten systeem wordt een vloeistof door een circuit van slangen geleid, welke in de ondergrond is aangebracht. Hierdoor vindt door middel van geleiding warmte-uitwisseling plaats tussen het grondwater en de vloeistof in de slang. Het systeem kan zowel horizontaal als vertikaal worden aangelegd. Zie figuur 2.
Figuur 3: doublet Toelichting bij afbeelding: In het stookseizoen wordt het warme grondwater rechts benut voor verwarming met vervolgens links infiltratie van het afgekoelde water. In het koelseizoen wordt het koude grondwater links gebruikt voor koeling waarna rechts infiltratie van het opgewarmde water plaatsvindt. Door deze systematiek consequent toe te passen ontstaan na enkele jaren een koude en een warme bel.
Figuur 4: recirculatiesysteem Toelichting bij afbeelding: Grondwater met een constante temperatuur van ca. 12°C wordt gedurende het hele jaar opgepompt (rechts), benut voor verwarming (in de winter) of koeling (in de zomer), waarna het weer wordt geïnfiltreerd (links). Het ’s zomers geïnjecteerde warme water compenseert het ’s winters geïnjecteerde koude water, waardoor er niet echt sprake is van een warme of koude grondwaterbel. 17
Bijlage 2: Planning, kosten van goederen en diensten, plus inzet mankracht van de provincie. De volgende globale bedragen kunnen voor de genoemde acties gereserveerd worden: Actie
Planning
Goederen en Diensten
mandagen provincie
Stap 1 Opsporen illegale open wko’s en inventarisatie gesloten wko’s Actie 1 Handhavingsactie richting illegale open wko’s Actie 2 Inventarisatie gesloten wko’s Actie 3 Registratiesysteem opzetten voor gesloten wko’s
juni 2012 ,, ,,
€ 30.000 € 20.000 -
30 30 5
Stap 2 Flankerend beleid en ordening wko’s Actie 4 Opzetten stoplichtmodel Actie 5 Aanwijzing interferentiegebieden Actie 6 Stimuleren masterplannen Actie 7 Informatie over bodemopbouw in beeld brengen
juli 2012 juli 2012 2012/13 juli 2012
€ 20.000 € 10.000 € 60.000 10
10 5 5
20
Stap 3 Actie 8
Informatie- en kennisoverdracht Informatiebijeenkomst organiseren, structureel overleg met betrokkenen en informatie via internet
juni 2012
€ 20.000
Stap 4 Actie 9 Actie 10 Actie 11
Aanpassen regelgeving Beleid formuleren voor gesloten en open wko’s Landelijke vergunningvoorschriften omzetten in Friese Meedraaien in landelijke SWKO en nadere acties SWKO
juli 2012 juni 2012 2012/13
20 € 40.000 ------------€ 200.000
Totaal
18
20 20 ----175