Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland
Beleidsnotitie 2013
1. Inleiding Op 14 maart 2012 hielden we in Conferentiecentrum Mennorode in Elspeet een bezinningsdag over de toekomst van de Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland ‐ Duitsland. Het was een inspirerende dag en we kwamen gezamenlijk tot de conclusie dat we het komend jaar tijdens onze reguliere vergaderingen de uitwerking van de ideeën die werden ingebracht hoog op de agenda zouden plaatsen. Onze uiteindelijke doel was te komen tot een korte beleidsnotitie die zou kunnen dienen als basis voor het werkplan van de komende jaren. De notitie zoals die nu voor ons ligt is de vrucht van de bezinningsdag plus de discussies daarover in de periode april 2012 tot en met juni 2013. Op basis hiervan zullen we aan het begin van het vergaderseizoen 2013 / 2014 een werkplan voor de komende jaren opstellen. Dit werkplan zullen we jaarlijks actualiseren.
2. Enkele uitgangspunten Het is een beetje het intrappen van een open deur, maar het lijkt ons toch goed dat we in onze plannen en activiteiten steeds weer vooropstellen, dat we ons bestaansrecht ontlenen aan het werk van de plaatselijke werkgroepen. Dus bij alles wat we doen zullen we ons de vraag moeten stellen: wat hebben plaatselijke werkgroepen hieraan? De gemeentecontacten zijn ontstaan in de tijd van de Koude Oorlog om over harde grenzen (het IJzeren Gordijn) heen contacten te onderhouden met broeders en zusters die leefden onder totaal andere politieke en maatschappelijke omstandigheden. De omstandigheden zijn sindsdien ingrijpend veranderd, maar een belangrijke vraag uit die tijd blijft actueel: o Hoe kunnen we kerk zijn, hoe kunnen we christen zijn in een wereld waarin dat christen‐zijn, dat kerk‐zijn steeds minder (maatschappelijk en politiek) relevant lijkt te worden? Een bron van (nieuw) elan kan gevonden worden in de oecumene. Hoe krijgen de thema’s van de grote, de wereldwijde oecumene hun weerklank in de plaatselijke gemeenten? Tijdens het ordenen van het archief van de LWG vonden we een discussiestuk van de hand van Herman Korteweg (geschreven ongeveer 1979/1980), waarin hij onder meer schreef: o Contacten op het grondvlak tussen gemeenten en gemeenteleden zijn van grote betekenis voor de kerk en de oecumenische verbondenheid. Ze zijn een aanvulling op en een noodzakelijk vervolg op de oecumenische contacten van kerkleiders en deskundigen. Een eerste poging om nieuw elan te brengen in de plaatselijke gemeentecontacten was de publicatie van onze tweetalige brochure Ziel geven aan Europa / Europa beseelen. aanpassing nov. 2014
Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland
3. Eerste inventarisatie (16 april 2012) Tijdens een eerste inventarisatieronde in april 2013 kwamen de volgende aandachtspunten naar voren. We vermelden ze in een min of meer willekeurige volgorde: We delen de ervaring dat we wel veel willen, maar we zien vaak dat gemeenten weinig of niets (kunnen) doen met onze suggesties. We moeten er alles aan doen om ons enthousiasme, onze bezieling over te brengen naar de werkgroepen. Als we binnen de plaatselijke werkgroepen dat gevoel dat wij aan het einde van de bezinningsdag hadden zouden kunnen overdragen, dan zijn we al een heel eind. Het werk van de gemeentecontacten blijft de moeite waard. We worden nogal gemakkelijk in de hoek van de hobbyclubjes geplaatst. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kerkenraden de verantwoordelijkheid nemen voor de gemeentecontacten. We moeten de plaatselijke gemeenten er meer bij betrekken. Heeft het zin een brief aan de kerkenraden te schrijven? Wij, plaatselijk en landelijk, zijn clubs van opa’s en oma’s geworden. Hoe betrekken we de jeugd erbij? Is het bijvoorbeeld mogelijk over en weer te bemiddelen bij het verkrijgen van stageplaatsen? Er zijn diverse plaatsen waar het aangaan van een gezamenlijke relatie met een gemeente in een derde land stimulerend gewerkt heeft op het bestaande contact. Kiezen we voor consolidatie, het vasthouden van de bestaande contacten of voor uitbreiding. Hoe zou je nieuwe contacten kunnen initiëren, bijvoorbeeld in andere delen van Duitsland? Als nieuwe contacten niet mogelijk zijn, dan zou dat kunnen betekenen dat het concept gemeentecontacten zijn tijd gehad heeft. Ziel geven aan Europa kan niet beperkt blijven tot het gemeentecontact. Het moet een breder draagvlak krijgen in de plaatselijke gemeente. We zouden moeten kijken of verder gaande samenwerking met de andere landelijke werkgroepen mogelijk en nuttig is. Het model van de kerk als cirkel (zie bijlage) kan heel verhelderend werken. Andere kerkelijke werkgroepen kunnen we op die manier betrekken bij het gemeentecontact als steun voor hun eigen specifieke taak.
4. Relatie met de plaatselijke werkgroepen gemeentecontacten Aspecten van de relatie tot de plaatselijke werkgroepen:
Er wordt in de werkgroep (LWG) verschillend gedacht over de toekomst van de gemeentecontacten, van (gematigd) optimistisme tot een zeker pessimisme. De LWG wil zich blijven inzetten om een band te houden met christenen uit andere landen en culturen. Daarvoor mag de fysieke afstand niet te groot zijn. Persoonlijke ontmoeting is essentieel. In dat opzicht zijn de Nederlands‐Duitse contacten praktisch goed realiseerbaar. aanpassing nov. 2014
Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland
In diverse gemeentecontacten is er nauwelijks of geen ruimte meer voor het groepsgewijze bespreken van inhoudelijke onderwerpen. In onze zienswijze is een programma van gezamenlijke excursies plus individuele gesprekken wel wat mager. Hoe dagen we plaatselijke werkgroepen uit hun relatie te verdiepen? Een negatief aspect van gemeentecontacten is de leeftijd. In de eigen Landelijke Werkgroep en in veel plaatselijke werkgroepen is de gemiddelde leeftijd hoog. De vraag mag gesteld worden hoe de werkgroepen er over tien jaar uit zullen zien. Wat kunnen we doen om de plaatselijke contacten te ondersteunen? Voegen we als LWG nog wel iets toe aan het werk van de plaatselijke gemeenten? De LWG heeft ook een klankbordfunctie voor de plaatselijke werkgroepen. Kunnen we iets met het model van de cirkel (bijlage) om vanuit gemeentecontacten ander kerkelijk werk te ondersteunen? Het gaat er dan vooral om hoe we van elkaar leren kunnen. Hoe gaan we verder met onze brochure Ziel geven aan Europa / Europa beseelen? Een niet onbelangrijke vraag is: waar ligt getalsmatig onze ondergrens. In 1990 hadden we iets meer dan vierhonderd plaatselijke werkgroep. Het aantal is nu teruggelopen tot minder dan honderdvijftig. Wanneer houdt het bestaansrecht van de Landelijke Werkgroep op?
Deze aspecten zullen ons ook de komende tijd bezig houden.
5. Relatie met de overige landelijke werkgroepen Twee maal per jaar hebben we overleg met delegaties uit de andere groepen (Polen/Tsjechië, Hongarije, Roemenië) in het PKN Dienstencentrum onder voorzitterschap van een functionaris van KiA. Met enige regelmaat organiseren we een gezamenlijke ontmoetingsdag (1x per 3 jaar). Is het nuttig of wenselijk de samenwerking te intensiveren? Wat willen we daarmee bereiken?
6. Relatie met de landelijke kerken in Nederland Ons contact met de kerken loopt via Kerk in Actie, een organisatie die deel uitmaakt van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. In het werk van Kerk in Actie participeren nog negen andere kerken:
Algemene Doopsgezinde Sociëteit Bond van Vrije Evangelische Gemeenten Genootschap der Vrienden (Quakers) Oud Katholieke Kerk Remonstrantse Broederschap Unie van Baptistengemeenten Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB YMCA Nederland Zevende Dags Adventisten Leger des Heils
Via Kerk in Actie ontvangen we ook het grootste deel van onze inkomsten. aanpassing nov. 2014
Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland Tot nog toe beperkt onze band met Kerk in Actie zich tot de jaarlijkse subsidie en een coördinerende rol van KiA bij onze contacten met de andere landelijke werkgroepen. Hebben we meer nodig? Via het KiA contact bereiken we de deelnemende kerken niet.
7. Relatie met de Oecumene in Nederland We hebben geen lijn naar de Raad van Kerken in Nederland. Ook hier is de vraag hoe relevant zo’n contact direct of indirect is voor de plaatselijke gemeentecontacten. Vanuit de gedachte dat we de thema’s van de grote oecumene dichter bij de plaatselijke kerken zouden willen brengen, is het wel nodig dat we weten wat er in de internationale oecumene gebeurt. We hebben afgesproken dat er secretaris en voorzitter contact zullen opnemen met de Raad van Kerken om te overleggen op welke wijze we kunnen samenwerken.
8. Relatie met de Landeskirchen in Oost‐Duitsland We zijn aarzelend begonnen met het uitbouwen van onze contacten met de Oost‐Duitse Landeskirchen. De contacten zoals die onderhouden worden met de Sächsische Landeskirche (Sachsentreffen!!!) staat hierbij min of meer model. Hierbij zien we twee belangrijke aspecten die we moeten meenemen in verdere ontwikkelingen:
De financiële middelen; we komen daarop nog nader terug bij hoofdstuk 9. In ieder geval moeten we constateren dat de financiële situatie zodanig is, dat we voor het onderhouden van contacten met de Landeskirchen slechts beperkte financiële ruimte hebben. Onze status; we hebben geen officiële kerkelijke status en geen kerkelijke opdracht. Het werk van de LWG is een voorbeeld van ‘ehrenamtlich’ functioneren zoals dat in de Lutherse kerken in het algemeen en in de Oost‐Duitse kerken in het bijzonder niet normaal is. In dat opzicht was het bezoek van Leny en Eef aan de Nordkirche heel interessant.
9. Beschikbare middelen Als we na een intensieve discussie zicht hebben op het wat en hoe bij het toekomstig functioneren van de LWG, dan komt de vraag aan de orde welke middelen we daarvoor nodig hebben. Minstens zo belangrijk is de vraag hoe we aan die middelen komen. a. Mensen Door het afscheid van Hein en Ab krimpt de werkgroep tot een omvang van acht leden. Gezien de leeftijdsopbouw van de werkgroep moeten we rekenen op een verdere krimp in de komende vijf jaar. We worden voor de volgende vragen gesteld:
Hoe ziet ons werkplan eruit voor de komende jaren? Welke mensen hebben we nodig om onze activiteiten voort te zetten? Zijn die mensen er? Hoe komen we aan de benodigde nieuwe leden? aanpassing nov. 2014
Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland Momenteel is onze organisatie nog gebaseerd op een regionale indeling. De taak van de regiovertegenwoordiger was:
organiseren en stimuleren van regiobijeenkomsten; persoonlijke contacten met plaatselijke groepen (belrondes e.d.); contactpersoon resp. aanspreekpunt zijn voor de plaatselijke groepen; doorsturen van Rondzendbrief, Vermischtes en andere digitale post van de LWG.
Regiobijeenkomsten worden er nauwelijks meer gehouden. Alleen De Achterhoek, (Friesland?) en Den Haag kennen nog geregelde bijeenkomsten. In De Achterhoek en Den Haag zijn daarbij geen leden van de Landelijke Werkgroep betrokken. Voor een betrekkelijk groot aantal regio’s is momenteel geen regiovertegenwoordiger aangewezen. Rika en Gerben zijn voor deze regio’s (passief) aanspreekpunt en verzorgen ook de toezending van de digitale post. De persoonlijke contacten nemen in betekenis af. Dit blijkt onder meer uit de ‘oogst’ van het vaste agendapunt ‘berichten uit de regio’s’. Inmiddels hebben we ons gericht op intensivering van de contacten met de Landeskirchen. Ook de Nederlandse partners van de gemeentecontacten moeten we daarbij betrekken. Te denken valt aan een herverdeling van de taken binnen de LWG langs de lijn van de vier Landeskirchen. Anhalt, slechts enkele contacten, zou dan onder Mitteldeutschland kunnen vallen. De contactpersonen van de Landeskirchen worden dan ook het aanspreekpunt voor de tot die Landeskirche behorende gemeentecontacten. Zij zorgen er tevens voor dat de digitale post wordt doorgestuurd, eventueel aangevuld met nuttige informatie uit de desbetreffende Landeskirche. Uitnodigingen voor bijzondere activiteiten van plaatselijke werkgroepen worden pragmatisch verdeeld. In principe gaat het LWG‐lid die het dichtst bij woont. De secretaris blijft natuurlijk de centrale contactpersoon. Op deze manier krijgen we tien taken / aandachtsgebieden in de Landelijke Werkgroep:
secretaris / penningmeester voorzitter vaste notulist (?) iemand die zorgt voor de technische ondersteuning van de webmaster; n.b.: de inhoud van de website is de verantwoordelijkheid van de secretaris vier contactpersonen voor de Landeskirchen één contactpersoon voor de Europäische Bibeldialoge één persoon die zich vooral specialiseert in informatie vanuit de Duitse kerken (Bericht zur Lage, Vermischtes)
Daarbij lijkt het ons gewenst om per Landeskirche een plv. contactpersoon te benoemen. Dit leidt tot een Landelijke Werkgroep die uit ongeveer acht personen bestaat. Een aantal taken kan worden gecombineerd. aanpassing nov. 2014
Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland b. Financiën We kunnen na onze financiële actie globaal uitgaan van de volgende exploitatierekening: Ontvangsten € 5000,00 Uitgaven € 5400,00 Jaarlijks tekort € 400,00 In de uitgaven is rekening gehouden met een post van € 1000,‐‐ voor contacten met de Landeskirchen in Oost‐Duitsland. Concreet betekent dat € 250,‐‐ per jaar per Landeskirche. Dit moet gezien worden als een taakstellend budget. Elke afwijking naar boven moet tijdig vooraf worden overlegd met de secretaris‐penningmeester en de voorzitter. Met dit financiële kader teren we jaarlijks met € 400,‐‐ in. Dit is verantwoord, maar gezien onzekerheid over de toekomstige financiering geldt het ook als maximum. We kunnen niet zonder meer erop rekenen dat de subsidie van KiA op het huidige niveau blijft gehandhaafd. c. Communicatie persoonlijke contacten rondzendbrief plus landelijke ontmoetingsdagen regionale ontmoetingsdagen website Wat kunnen we verbeteren in de communicatie? Met name de verbetering van de website moet een hoge prioriteit krijgen.
oktober 2013 Rika Manschot Gerben Dijkstra
aanpassing nov. 2014
Beleidsnotitie 2013 – Landelijke Werkgroep Gemeentecontacten Nederland‐ Duitsland
Bijlage 1
model van zomaar een kerkgemeente werkgroep vorming en toerusting kindernevendiensten cantorij
Kerkenraad: catechese
Pastoraat Diaconaat
bezoekdienst
gespreks‐ groepen
Beheer
jeugdwerk werkgroep liturgie werkgroep gemeentecontacten bloemenfonds
commissie ZWO
van elkaar leren elkaar versterken vertaal je deskundigheid naar de eigenheid van je gemeente haal die deskundigheid uit je partnergemeente dat wekt nieuwsgierigheid op dat creëert draagvlak vertel je verhaal in de context van de (werk)groep / commissie waarmee je contact hebt blijf vooral dicht bij wat je bent; maak jezelf dienstbaar aan het geheel aanpassing nov. 2014