Beleidskader Werklocaties gemeente Coevorden 2011 – 2020
Coevorden, maart 2011
1
Samenvatting De gemeente Coevorden heeft haar bedrijventerreinen tegen het licht gehouden. Zijn ze up to date? Voldoen ze aan de vraag? Welke problemen c.q. kansen liggen er? Moet er uitbreiding komen? Wat vinden de ondernemers? Adviesbureau Trans4 heeft er onderzoek naar gedaan. Het bureau heeft niet alleen gekeken naar de bedrijventerreinen maar ook naar andere ‘werklocaties’ waar ondernemers actief zijn, zoals winkelconcentraties en toeristische centra. Tevens zijn invloedsfactoren als de (beroeps)bevolkingskrimp en de economische samenwerking in de Drentse Zuidas meegewogen in de aanbevelingen. De onderzoekers zijn begeleid door een ambtelijke werkgroep. Zij hebben conclusies en aanbevelingen uitgebracht aan de stuurgroep, onder leiding van de portefeuillehouder Economische Zaken. Op advies van de stuurgroep heeft het college van B&W de meeste aanbevelingen van Trans4 overgenomen. Bij een aantal aanbevelingen zijn kanttekeningen en aanvullingen geplaatst en met één is niet ingestemd. Vervolgens zijn, voor de uitvoering, een reeks actiepunten vastgesteld. Deze notitie is op voorstel van het college van B&W door de gemeenteraad vastgesteld. Het geeft een samenvatting van het onderzoeksrapport en een opsomming van de adviezen en actiepunten. Kort samengevat luidt de conclusie dat Coevorden vooralsnog voldoende ruimteaanbod voor bedrijven heeft, maar dat de kwaliteit van het aanbod verbetering danwel herontwikkeling behoeft. De Holwert heeft hierin de hoogste prioriteit. Het gemeentebestuur wil de bedrijventerreinen een meer herkenbaar, specifiek profiel geven; dit vraagt om planologische maatregelen, maar ook om een duidelijke rol voor parkmanagement. De twee jongste terreinen van Coevorden, Leeuwerikenveld II en het Europark, bieden voor de komende jaren voldoende vestings- en groeimogelijkheden aan bedrijven. Het college staat daarom op het standpunt dat er, mede met het oog op de toenemende krimp van de beroepsbevolking, geen nieuwe terreinen ontwikkeld moeten worden. Mocht er een grote ruimtevraag van een of meer bedrijven komen, dan zal dit in regionaal verband binnen de Drentse Zuidas opgepakt moeten worden. (De provinciale Omgevingsverordening vereist ook een regionale visie als gemeenten willen uitbreiden/herontwikkelen met bedrijventerreinen.) Binnen de Drentse Zuidas wordt momenteel gewerkt aan een gezamenlijke marktanalyse van alle (boven)regionale bedrijventerreinen; deze analyse kan de basis zijn voor een gezamenlijke bedrijventerreinenvisie. Economische groei wordt in Coevorden vooral in de logistieke branche verwacht. De trimodale Euroterminal Coevorden en het Europark zijn hiervoor belangrijke troeven. De zeehavens verwachten namelijk een grote groei van de goederenstromen en zullen, om oplossingen te verkijgen voor hun ruimtegebrek en het enorme probleem van de verkeerscongestie, logistieke activiteiten naar het achterland gaan verplaatsen. Van cruciaal belang hiervoor zijn goede railverbindingen. Ook in de Drentse Zuidas is de logistieke sector aangewezen als een verder te ontwikkelen economisch speerpunt. Ook de toeristische sector van Coevorden heeft groeimogelijkheden. Het voornemen is vier regio’s in het buitengebied aan te wijzen voor verdere intensivering van het reeds aanwezige toeristische aanbod: Plopsa/Huttenheugte, omgeving Schoonoord, Aelderholt en Ermerstrand. Verder zijn er economische kansen in vrijkomende agrarische gebouwen. Hier liggen wellicht mogelijkheden voor dienstverlenende en toeristisch-recreatieve bedrijvigheid.
2
1. Inleiding Voor u ligt het beleidskader van de gemeente Coevorden op het gebied werklocaties (waaronder bedrijventerreinen) in de gemeente Coevorden, zowel in de stad als in de dorpen en op het platteland, voor de komende tien jaren. Deze notitie is de beleidsreactie op het onderzoeksrapport ‘Visie werklocaties Coevorden 2010-2020’, opgeleverd door adviesbureau Trans4. Dit rapport geeft een SWOT-analyse van de werklocaties in de gemeente Coevorden en aanbevelingen voor verbeteringen c.q. het benutten van kansen voor economische ontwikkeling. De onderzoekers van Trans4 hebben niet alleen gekeken naar bedrijventerreinen in traditionele zin, maar ook naar andere locaties die vanuit oogpunt van ondernemen en werkgelegenheid interessant zijn, zoals vrijkomende agrarische gebouwen en gebieden die zich goed lenen voor intensivering van toeristisch-recreatieve bedrijvigheid.
Waarom een visie op werklocaties? De gemeente Coevorden heeft in verhouding tot de eigen bevolking een lage werkgelegenheidsfunctie; bovendien staat deze onder druk. Stimulering van bedrijvigheid en het creëren van werkgelegenheid is daarom een beleidspeerpunt in het bestuursprogramma “Coevorden Werkt”. De realisering ervan vraagt onder andere om voldoende aanbod van kwalitatief goede bedrijventerreinen c.q. werklocaties, mede omdat bovengemiddeld veel Coevordenaren op bedrijventerreinen (en in industriële bedrijven) werken, zo is uit het onderzoek van Trans4 gebleken. Bovendien moeten de bestemmingsplannen van verschillende bedrijventerreinen vanuit juridisch oogpunt geactualiseerd worden. Met een visie op de werklocaties wil de gemeente Coevorden richting geven aan de te nemen maatregelen om werklocaties klaar te maken voor de toekomst.
3
Werklocaties in de gemeente Coevorden
4
2. Vraagstelling en onderzoek De gemeente heeft opdracht gegeven aan het bureau Trans4 om een visie op de bedrijventerreinen c.q. werklocaties van de gemeente Coevorden in de komende tien jaar te ontwikkelen. De centrale vraagstelling hiervoor was: “Welk beleid kan de gemeente Coevorden de komende jaren het beste voeren in het aanbieden van bedrijfsvestigingsmogelijkheden, ten einde een optimaal effect te verkrijgen op de werkgelegenheid, economische stabiliteit, ruimtelijke ordening, duurzaamheid en kansen voor het platteland?” Ter precisiering zijn hierbij zijn enkele subvragen gesteld, zoals: - Welke nieuwe bedrijfsmatige mogelijkheden biedt het buitengebied, bijvoorbeeld in vrijkomende agrarische gebouwen? En waar zou dit wenselijk zijn? - Behalve voor horeca en middenstand biedt de binnenstad wellicht ook voor andere ondernemers mogelijkheden. Welke, waar en hoe? - Hoe en waar is flexibiliteit in bestemmingsplannen in te bouwen om vlot te kunnen inspelen op nieuwe economische ontwikkelingen c.q. ambities? - Als bedrijven willen uitbreiden of een nieuwe koers gaan varen, wordt verplaatsing overwogen. Welke alternatieven zou Coevorden deze moeten kunnen bieden?
Proces Trans4 heeft voor de ontwikkeling van de visie een interactief communicatieproces met regionale en lokale partijen gevolgd. Naast een nauwe samenwerking met ambtenaren en bestuurders zijn tientallen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en intermediaire organisaties geraadpleegd. Na een analyse van het datamateriaal en beleidsmatige informatie zijn de bevindingen via interviews en een workshop voor lokale ondernemers en belangenbehartigers getoetst. In januari 2010 heeft Trans4 de “Visie Werklocaties Coevorden 2010-2020” opgeleverd. De stuurgroep heeft besloten de besluitvorming omtrent het document uit te stellen tot na de gemeenteraadsverkiezingen en in afwachting van ontwikkelingen in andere projecten die relevant zijn voor de werklocaties in Coevorden, zoals het RSP-project, het centrumplan Coevorden (initiatieven van Domesta in de Sallandsestraat), de Drentse Zuidas en het Provinciaal HerstructureringsProgramma voor bedrijventerreinen (voortgekomen uit het landelijke convenant en het regionale overleg in de Drentse Zuidas). Deze ontwikkelingen hebben mede richting gegeven aan dit beleidskader voor de werklocaties.
5
3. Uitgangspunten De volgende uitgangspunten hebben richting gegeven aan de visie op de werklocaties. 1. De werkgelegenheid in Coevorden staat onder druk, mede vanwege het feit dat de grootste werkgever de conjunctuurgevoelige industrie is. Dit vraagt om extra aandacht voor het gevestigde bedrijfsleven. 2. Om de kwaliteit op langere termijn te waarborgen dienen de bestaande werklocaties een duidelijk(er) profiel te krijgen, toegesneden op specifieke doelgroepen. Hierbij geldt in principe dat er geen nieuwe woningen en kantoren op bedrijventerreinen worden toegelaten en dat voor de detailhandel op de bedrijventerreinen nieuwe locaties (clusters) worden gevonden. 3. De grenzen van de groei zijn bereikt. In veel regio’s in Nederland krimpt de bevolking; in Zuidoost-Drenthe zelfs bovengemiddeld. Voor de gemeente Coevorden wordt de komende tien jaar een krimp van 2 % verwacht. Door de eveneens bovengemiddelde vergrijzing werkt deze ontwikkeling versneld en omvangrijker door op de beroepsbevoking. Mede hierom is uitbreiding van bedrijventerreinen niet gewenst. Als echter uit de markt toch vraag naar grotere bedrijventerreinen ontstaat, zal dit binnen de Drentse Zuidas opgelost moeten worden. 4. De (beroeps)bevolkingskrimp zal zich vooral in de dorpen en op het platteland manifesteren. De werkgelegenheid en daardoor ook de leefbaarheid komt er extra onder druk te staan, hetgeen ook gevolgen voor het woon-werkverkeer zal hebben. Voor het buitengebied is daarom een nieuwe economische en sociale dynamiek gewenst. De meeste verwachtingen heeft men op dit punt van de sectoren toerisme en recreatie, zorg en wellness. 5. Kwaliteitsverbetering van de werkgebieden vraagt om een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven, onder ander op het gebied van parkmanagement, en om duurzame concepten.
6
4. Beleidskader In dit hoofdstuk staat het beleidskader voor de werklocaties in de komende tien jaar beschreven, opgedeeld in acht verschillende speerpunten. De eerste vier zijn ruimtelijk, de overige vier thematisch van aard. Bij elk speerpunt is zowel de aanbeveling van onderzoeksbureau Trans4 als de gemeentelijke beleidsreactie hierop weergegeven.
Ruimtelijke speerpunten: 1. Ontwikkel een bedrijvig stadscentrum Coevorden. Aanbevelingen Trans4: 1.1. De verouderde werklocaties De Holwert en Sallandsestraat maken deel uit van het oude stadscentrum en zullen met voorrang en integraal herontwikkeld moeten worden. 1.2. Voor De Holwert-zuid zijn reeds plannen in gang gezet voor de bouw van supermarkten, woningen en kleine ruimtes voor bedrijven/detailhandel. Dit zal verschuiving van bezoekersstromen uit de binnenstad (Ganzenhof) met zich brengen. De Holwert-zuid wordt de plek voor boodschappen doen en de binnenstad is voor het ‘kijken-en-vergelijken-winkelen’ in combinatie met horeca. Om ervoor te zorgen dat beide gebieden complementair aan elkaar worden is herinvulling van de Sallandsestraat als tussenliggende schakel van groot belang. 1.3. Herontwikkeling van De Holwert-midden heeft hoge prioriteit. De nieuwe invullingen zullen moeten aansluiten bij functies en vormen in de binnenstad. Gedacht wordt aan kleinschalige bedrijvigheid, leisure, zorg, sport- en uitgaansvoorzieningen.
Beleidsreactie college: Wij stemmen in met de aanbevelingen 1.1., 1.2. en 1.3, met de volgende aanvullingen. - De herinvulling van de Sallandsestraat zal afgewogen worden in de actualisering van het Wensbeeld Centrum Coevorden. Het streven is deze actualisering eind 2011 gereed te hebben. - De herontwikkeling van de Holwert-midden dient in nauwe samenhang met de overige projecten in de omgeving (RSP, De Holwert-Zuid en delen van Holwert-Noord) en in afstemming met de gevestigde bedrijven tot stand te komen. Richtinggevend voor de (her)invulling van het gebied zijn de schetsen die voortgekomen zijn uit de tweedaagse workshop (maart 2010) in het kader van het RSP-project: een groene werklocatie, verbonden aan de binnenstad, verrijkt met de oude grachtenstructuur en ingevuld met gebouwen voor o.a. zorg, leisure en kleinschalige bedrijvigheid. In het Provinciale Herstructureringprogramma is De Holwert, bij GS-besluit van 19 mei 2010, aangewezen als één van de vijf prioritaire herontwikkelingen in Drenthe, waarvoor rijk en provincie € 9,2 miljoen subsidie beschikbaar hebben gesteld. - De Holwert dient tevens ruimte te bieden voor uitbreidingswensen van het eigen MKB in de grootschalige en perifere detailhandel. Hierdoor kan ‘uitschuiving’ van ongewenste detailhandel op andere terreinen plaatsvinden, waardoor tevens mogelijkheden ontstaan voor de gewenste herprofilering van deze terreinen. De vestiging van grootschalige detailhandel vraagt vanwege de relatief grote bezoekersstromen nadrukkelijk aandacht voor de verkeersontsluiting.
7
2. Ontwikkel ruimte en kwaliteit op de bedrijventerreinen. Aanbevelingen van Trans4: 2.1. De verschillende bedrijventerreinen dienen meer een eigen gezicht te krijgen. Dit kan gerealiseerd worden door te segmenteren op bedrijfstypes en ruimtelijke kwaliteitseisen te stellen. Wonen en detailhandel moeten zoveel mogelijk worden geweerd, teneinde ongewenste functievermengingen tegen te gaan en concurrentie met de binnenstad te voorkomen. 2.2. Voor nieuwe industriële en logistieke bedrijfsvestigingen bieden het Europark en Leeuwerikenveld II nog ruimte: ca. 35 ha. (Dit is excl. de ca. 90 ha. die op het Duitse deel van het Europark nog beschikbaar is.) Zodra deze terreinen vol zijn, zal in regionaal verband (Drentse Zuidas) oplossingen gevonden moeten worden voor nieuwe bedrijfsvestigingen. 2.3. De trent van schaalvergroting binnen het MKB zal zich naar verwachting voortzetten. Dit zal zich vooral voordoen in het segment van de grootschalige en perifere detailhandel. Voor een aantal bedrijven zal verhuizing naar een ruimere locatie onontkoombaar zijn. Om hieraan tegemoet te kunnen komen is een gebied gewenst waar deze bedrijven terecht kunnen. De Watering is hiervoor een geschikte locatie. Gedacht wordt aan een p.d.v.-locatie gespecialiseerd in wonen en leisure. De Watering heeft hiervoor het voordeel van de goede ontsluitingsmogelijkheden. Beleidsreactie college: Wij stemmen in met de aanbeveling 2.1. De meer nadrukkelijke profilering van de bedrijventerreinen zal vertaald moeten worden in de bestemmingsplannen. Dit zal gelijktijdig met de wettelijk vereiste actualisering van de bestemmingsplannen worden meegenomen. Hiermee is reeds een begin gemaakt. Het uitgangspunt is voor de bedrijventerreinen in de stad Coevorden – m.u.v. De Holwert (zie advies 1) - één bestemmingsplan op te stellen. Een gelijke aanpak is voor de bedrijventerreinen in de dorpen gedacht. Wij nemen aanbeveling 2.3. niet over. De gewenste uitbreidingsmogelijkheden voor het eigen MKB dienen in de herontwikkelingplannen voor De Holwert meegenomen te worden. Voor de Watering wordt momenteel een verkennende studie naar verschillende bestemmingsmogelijkheden gedaan. Het streven is dat hierover medio 2011 vervolgkeuzes worden gemaakt.
3. Draag bij aan een vitaal platteland. Aanbevelingen van Trans 4: 3.1. Toerisme en recreatie bieden kansrijke economische perspectieven voor Coevorden. Vier gebieden lenen zich goed voor verdere ontwikkeling en concentratie van specifieke toeristisch recreatieve bedrijvigheid: a. omgeving Center Parcs en Plopsaland, b. omgeving Landall Aelderholt, c. omgeving Schoonoord, d. Ermerstrand. 3.2.Vrijkomende agrarische gebouwen krijgen doorgaans een woonfunctie. Echter, door er ook passende, niet hinderlijke, dienstverlenende bedrijvigheid c.q. toeristisch-recreatieve bedrijven toe te laten, kan nieuwe economische en sociale dynamiek ontstaan. Hiervoor dient een actief beleid ontwikkeld te worden.
8
3.3. De bedrijventerreinen bij de dorpen worden niet verder uitgebreid. Indien hiervoor toch vraag uit de locale markt komt en bedrijfsverplaatsing geen alternatief is, dient de zogenaamde SERladder te worden toegepast. Dit houdt in: eerst ruimte zoeken binnen de mogelijkheden van herstructurering en intensivering. Indien dit geen antwoord biedt, zou in incidentele gevallen uitbreiding overwogen kunnen worden. Beleidsreactie van het college: Wij stemmen in met de aanbevelingen 3.1., 3.2. en 3.3.
4. Verdere uitbouw van Coevorden als multimodaal knooppunt. Aanbevelingen van Trans 4: De ambitie van zowel Coevorden als de Drentse Zuidas is industriële en logistieke bedrijvigheid aan te trekken. Samen met Emmen wil Coevorden zich ook als ‘dryport’ van de zeehavens profileren. Het Europark (met z’n trimodale terminal) en het Leeuwerikenveld II bieden ruimte voor dergelijke bedrijvigheid. Aanbevolen wordt dit beleid te continueren. Dit vereist tevens verbetering van de bereikbaarheid van beide terreinen over weg, water en spoor. Beleidsreactie van het college: Wij stemmen in met aanbeveling 4. De bereikbaarheid van het Europark en de Euroterminal over spoor is één van de hoofdthema’s van het RSP-project. De bereikbaarheid van Coevorden over water is onderwerp van bestuurlijk overleg met de eigenaar van het kanaal Coevorden-Almelo, de provincie Overijssel, en de desbetreffende landelijke diensten. Het streven is Coevorden voor grotere (rendabelere) schepen bereikbaar te maken. Voor een verbeterde bereikbaarheid van Leeuwerikenveld II over de weg wordt een studie naar de haalbaarheid van een directe aansluiting op de N34 uitgevoerd. De capaciteit van de N34 tussen Coevorden en de A37 is een punt van aandacht in het bestuurlijk overleg met de wegbeheerder. Indien de verkeersgroei doorzet, wat gezien de logistieke ambities van Coevorden te verwachten is, zal capaciteitsvergroting nodig zijn.
Thematische speerpunten: 5. Versterk het parkmanagement en het centrummanagement. Aanbeveling van Trans4: Parkmanagement Coevorden (PMC) en het centrummanagement hebben zich in de afgelopen jaren bewezen als waardevolle dienstverleners. Ze stimuleren de ontwikkeling van het bedrijfsleven c.q. winkelbestand, dragen bij tot kwaliteitsverbetering van de werklocaties en versterken het vestigingsklimaat. Beleidsreactie van het college: Wij stemmen in met aanbeveling 5. Ter aanvulling: Ongeveer 90 bedrijven uit de gemeente Coevorden zijn lid van Parkmanagement Coevorden (PMC), betalen hiervoor contributie en nemen collectieve diensten af. Naast deze inkomstenbron
9
heeft PMC inkomsten uit prestatieafspraken met de gemeente. Onder andere in de vorm van een sociaal contract waarin afspraken zijn gemaakt over het creëren van arbeidsplaatsen door middel van collectieve projecten van PMC, waaraan de gemeente uit werkgelegenheidsmiddelen bijdraagt. Daarnaast roept de gemeente de diensten van PMC in voor het maken van energiescans bij bedrijven. Hiervoor worden middelen uit het klimaatcontact tussen de gemeente en de provincie ingezet. Het doel van dit project is CO2 te besparen d.m.v. energiebesparing en verduurzaming van de energiehuishouding bij de bedrijven. Hiermee wordt tevens een eerste stap gezet op weg naar een lokaal duurzaam energiebureau. Ook coördineert PMC het project Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). De bedrijventerreinen in Coevorden hebben dit keurmerk in 2009 gekregen. Behoud van het keurmerk vereist een structureel overleg en samenwerking tussen politie, gemeente, brandweer en de bedrijven. Over de voortgang van het centrummanagement zijn afspraken gemaakt met de binnenstadondernemers; hier worden de opbrengsten van de (nieuwe) reclameheffing ingezet.
6. Versterk het accountmanagement. Aanbeveling van Trans4: De gemeente onderhoudt op verschillende manieren de contacten met het bedrijfsleven.Van belang is dit verder te formaliseren en uit te bouwen. Beleidsreactie van het college: Wij stemmen in met aanbeveling 6. Het relatiebeheer bestaat uit onder andere 50 bedrijfsbezoeken per jaar, deelname aan de social hours van de IVC, gezamenlijke marketingactiviteiten, themagerichte besprekingen (o.m. in Drentse Zuidas-verband) en doelgroep- en themagerichte bijeenkomsten in de skybox bij de BVO Emmen. Verdere versterking wordt onder meer gezocht in het structureren van doelgroepgericht overleg met ondernemers. In het economisch beleidsplan voor de komende jaren zullen wij hierop nader ingaan.
7. Vergroot de duurzaamheid van de bedrijventerreinen. Aanbeveling van Trans4: De gemeente heeft de ambitie om duurzaamheid op bedrijventerreinen te stimuleren. Op het Europark is in samenwerking met Rendo en Energy Valley een lokaal energie/warmtenet in voorbereiding. Doelstelling is om samen met bedrijven en (semi)overheden nieuwe duurzame mogelijkheden te verkennen op het gebied van energie, vervoer en water. Het parkmanagement kan hierbij een belangrijke rol spelen. Beleidsreactie van het college: Wij stemmen in met aanbeveling 7. Voor een nader te formuleren duurzaamheidsbeleid voor bedrijventerreinen vinden wij ‘de levenscyclus’ van de verschillende terreinen een belangrijk uitgangspunt, want na verloop van tijd zullen aanpassingen en herontonwikkelingen gewenst zijn. Met diverse maatregelen willen wij bedrijventerreinen duurza(a)m(er) maken. Dit begint met het kwalitatief en duurzaam inrichten van de openbare ruimtes en het stellen van eisen aan de 10
gebouwen. In de inmiddels in gang gezette actualisering van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen willen we hieraan aandacht geven. Verder willen we waar mogelijk planologisch ruimte bieden voor duurzame en/of decentrale energievoorzieningen, zoals (bio-)warmtekrachtcentrales, windturbines, geothermie-installaties e.d. Voorbeelden van duurzame energievoorzieningen zijn o.a. de windturbine van IAMS en het warmtenet dat op het Europark in ontwikkeling is. Daarnaast draagt het maken van energiescans in bedrijven (zie aanbeveling 5) bij aan de verduurzamingdoelstellingen. Ook door ketenvorming – d.w.z. acquireren op de bedrijven die onderling kunnen samenwerken en hieruit synergie-effecten verkrijgen, o.a. op het gebied van logistiek en hergebruik van reststoffen en restwarmte - kunnen forse duurzaamheidsambities worden gerealiseerd. Binnen de regionale economische samenwerking van de Drentse Zuidas wordt overwogen een gezamenlijk duurzaamheidsbeleid voor bedrijventerreinen te ontwikkelen, samen met partijen als de NOM, Energy Valley en het Drents Energiebureau. Dit zal onderdeel zijn van een gezamenlijke visie op de bedrijventerreinen in de Zuidas. (De Provincie Omgevingsverordening vereist zo’n regionale visie.) Met het opstellen van deze visie wordt naar verwachting in het najaar van 2011 begonnen, nadat een martkanalyse is gemaakt van alle bedrijventerreinen in de Zuidas. De NOM heeft in dit kader reeds laten weten een duurzaamheidsfonds voor bedrijventerreinen te willen instellen. Voor het bevorderen van sociaal-maatschappelijke duurzaamheid valt te denken aan bijvoorbeeld collectief veiligheidsbeleid – het Keurmerk Veilig Ondernemen (zie aanbeveling 5) draagt hierin belangrijk bij – en samenwerking tussen bedrijven op het gebied van personeel- en opleidingsbeleid. Een goed functionerend parkmanagement is hiervoor essentieel. De gemeente heeft hierin, vanuit haar bestuurlijke taak op het gebied van werkgelegenheid en onderwijs, een ondersteunende rol.
8. Intensiveer de regionale economische samenwerking. Aanbeveling Trans4: De ontwikkeling van de Drentse Zuidas als industriële en logistieke as biedt goede kansen op regionale economische groei en vraagt om een verdere afstemming met de andere deelnemende gemeenten, Emmen, Hoogeveen, De Wolden en Meppel. Een van de speerpunten binnen de Drentse Zuidas is samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen. In dit kader is het onder meer aan te bevelen de mogelijkheden van een gezamenlijke waarderingsystematiek voor de grondprijzen te onderzoeken. Verder biedt de samenwerking met de gemeente Emmen in het het project Dryport EmmenCoevorden goede vooruitzichten op economische groei. Samen met de Samtgemeinde Emlichheim zal ingezet moeten worden op verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein Europark en de groei van het goederenvervoer via de Euroterminal. Beleidsreactie van het college: Wij stemmen in te stemmen met aanbeveling 8. Wij hechten waarde aan de voortzetting van de economische samenwerking binnen de Drentse Zuidas. Dit heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een goed platform waarin ruimtelijk-economische vraagstukken aan de orde kunnen worden gesteld. De intentie van de samenwerking is onnodige concurrentie te voorkomen en synergie te halen uit gezamenlijke projecten, met name op het gebied van bedrijventerreinen, transport en logistiek en arbeidsmarkt. Verdere ontwikkeling van de logistieke sector is een van de speerpunten van de Drentse Zuidas.
11
Met name voor Coevorden liggen hier kansen op economische groei. Met de projecten RSP (waarin onder meer een directe spooraansluiting van de terminal gedacht is) en Dryport EmmenCoevorden verwachten wij een belangrijke impuls aan de logistieke sector te kunnen geven. Het door Interreg IVb gesubsidieerde dryport-project, dat gericht is op het verplaatsen van logistieke bedrijvigheid uit de met ruimtegebrek en verkeerscongestie kampende zeehavens Rotterdam en Amsterdam naar de regio Emmen-Coevorden, is inmiddels fase 2 ingegaan. Dat wil zeggen: er is een ‘kwartiermaker’ aangesteld die de opdracht heeft samenwerkingovereenkomsten met relevante partijen in de zeehavens tot stand te brengen, bedrijven te acquireren en te lobbyen voor verbetering van de verbindingen over spoor en water.
12
4. Uitvoeringsprogramma Hoe bovenstaande keuzes gerealiseerd worden staat beschreven in een apart uitvoeringsprogramma; zie bijlage 1. Dit uitvoeringsprogramma bevat een reeks van maatregelen en projecten, die gefaseerd zullen worden aangepakt en op basis van urgentie, beschikbare middelen en capaciteit geprioriteerd zullen worden. Een groot aantal maatregelen kan worden meegenomen in lopende projecten, zoals het RSP-project, de actualisering van bestemmingsplannen en de evaluatie en actualisering van het Wensbeeld voor de binnenstad. Het uitvoeringsprogramma heeft een richtinggevend karakter. Over de afzonderlijke maatregelen en projecten zullen afzonderlijke voorstellen worden gedaan. Prioriteit krijgen de volgende projecten: - de herontwikkeling van De Holwert. Dit terrein is een van de drie bedrijventerreinen in de Drentse Zuidas die met voorrang zijn aangewezen voor subsidie uit het Provinciaal HerstructureringProgramma (PHP). De herontwikkeling van De Holwert zal deel gaan uitmaken van het RSP-project; - de actualisering van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen. Hierbij zullen onder andere de mogelijkheden voor meer profilering van de bedrijventerreinen worden onderzocht. Voor de actualisering is reeds budget beschikbaar gesteld. - de bereikbaarheid van Leeuwerikenveld II. Hiervoor zullen afzonderlijke voorstellen worden gedaan. Promotie en acquisitie Coevorden heeft nog ca. 48 ha aan bedrijvengrond uit te geven. Dit betreft grond op de bovenregionale bedrijventerreinen Europark (Nederlandse zijde) en Leeuwerikenveld II. Voor de verkoopbevorderende activiteiten en versterking van het accountmanagement (zie aanbeveling 6) is een jaarlijks budget van € 92.000 beschikbaar. Ook de gezamenlijk projecten en activiteiten in het economische samenwerkingsverband van de Drentse Zuidas worden uit dit budget betaald. De verwachting is dat de agenda van de Drentse Zuidas de komende jaren groter zal worden.
13
14
Bijlage 1 Bij “Beleidskader werklocaties 2011-2020”
Uitvoeringsprogramma Dit uitvoeringsprogramma is een bijlage van de beleidsnotitie “Beleidskader werklocaties 2011-2020” en bevat een samenvattend overzicht van de maatregelen die de gemeente Coevorden de komende jaren aan haar bedrijventerreinen c.q. werklocaties wil uitvoeren. De maatregelen zullen gefaseerd worden aangepakt en op basis van urgentie, beschikbare middelen en capaciteit geprioriteerd worden.
DEFINIËRING ONTWIKKELINGSSTRATEGIEËN Voor elk van de werklocaties is in onderstaand overzicht een ontwikkelingsstrategie en een toekomstig profiel bepaald (in linker kolom). Voor de omschrijving van deze ontwikkelingsstrategieën is aangesloten bij de terminologie van het landelijke Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020. Er zijn 7 verschillende ontwikkelingsstrategieën: • Ontwikkelen: aanleg c.q. uitbreiden van bestaande bedrijventerreinen volgens de SER-ladder. • Behouden: verder ontwikkelen en behouden van de functie van het terrein voor het gevestigde en beoogde bedrijfsleven, zonder dat er sprake is van een herstructureringsopgave. • Facelift: de lichtste vorm van herstructureren, een grote opknapbeurt van het terrein die wordt toegepast als er sprake is van fysieke veroudering van de openbare ruimte en gebouwen. • Revitalisering: een ingrijpende vorm van herstructureren, bedoeld om de kwaliteiten van de locatie, te verbeteren. Te denken valt aan het veranderen van de infrastructuur en een nieuwe beeldkwaliteit van de openbare en private ruimtes. Dit is aan de orde als er sprake is van (dreigende) structurele leegstand en ernstige achteruitgang van het terrein. • Herprofilering: een zware vorm van revitalisering, die leidt tot een (gedeeltelijke) nieuwe werkfunctie op het bedrijventerrein zoals kantorenlocatie of detailhandel, die veelal vraagt om (gedeeltelijke) sloop van panden en een aanpassing van de infrastructuur. • Transformatie: een totale herinrichting van het terrein waarbij het wordt onttrokken aan de voorraad bedrijventerreinen. De functie van het terrein verandert naar een niet-economische functie.
1
Ruimtelijke projecten Speerpunt 1: Ontwikkeling bedrijvig centrum Locaties
Maatregelen
Holwertmidden herprofileren
•
• •
Stadcentrum revitaliseren
• •
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
Stedenbouwkundige studie uitvoeren, in samenhang met de projecten Holwert-zuid, Masterplan Stadscentrum Coevorden en RSP en in samenwerking met het gevestigde bedrijfsleven. Verkeers- en vervoersstudie uitvoeren voor het hele gebied van De Holwert. Opstellen bestemmingsplan.
Aan de bijdrage uit het PHP is de voorwaarde gesteld dat het plan uiterlijk 31.12.2011 gereed dient te zijn
Programmagroep RSP
Binnen budget RSP
Herontwikkelen Sallandsestraat, te overwegen als startschot voor opwaardering van het winkelhart. Kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar de ontwikkelingsmogelijkheden detailhandel in het centrum.
Prioritering binnen uitvoering Centrumplan
,, ,,
,, Budget bestemmingsplannen Programmagroep RSP/ Stuurgroep Centrum
Financiering particuliere partijen
,,
Speerpunt 2: Ruimte en kwaliteit op bedrijventerreinen Locaties
Maatregelen
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
Algemeen
Actualisering bestemmingsplannen bedrijventerreinen. Voor Leeuwerikenveld I en II en De Hare één bestemmingsplan. Eveneens één bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen in/bij de dorpen.
De betreffende bestemmingsplannen zijn verouderd en dienen, naar wettelijk vereiste, geactualiseerd te worden. Hiermee is reeds een begin gemaakt.
Projectteam
Budget Actualisatie bestemmingplannen:
De Hare face lift
•
In overleg met betrokkenen.
Team Economie Team Ruimte
Door belanghebbende ondernemers
Herontwikkeling langdurig leegstaande panden, in samenwerking met gevestigde ondernemers en belanghebbende particuliere partijen.
2
L’veld I revitalisering
•
Inventarisatie van de potentiële verplaatsers naar Holwert-midden.
Najaar 2011
Team Economie
•
Opstellen revitaliseringplan met aandacht voor de openbare ruimte, verkeersontsluiting en parkeren, voorzieningen als truckstop en/of facilitypoint en ontwikkelen van een aantrekkelijke entree.
Eerste oriëntatie i.o.m betrokkenen in ontw.proces nieuw bestemmingsplan
Team Economie en afd. B&R i.s.m. parkmanagement en betrokken ondernemers en grondeigenaren.
•
Ruimtelijke kwaliteit op het terrein verbeteren door o.a. aanpak van de buitenopslag, leegstand en intensiever ruimtegebruik.
Eerste oriëntatie i.o.m. betrokkenen in ontw.proces nieuw bestemmingsplan.
,,
•
Inventarisatie van de potentiële verplaatsers naar Holwert-midden.
Najaar 2011
Team Economie
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
2011-2012
Projectteam Structuurvisie
n.v.t.
Investering door betrokken ondernemers. Opwaardering openbare ruimte uit onderhoudsbudgetten.
Investering door betrokken eigenaren
Speerpunt 3: Bijdragen aan vitaal platteland Locaties
Maatregelen
Buitengebied ontwikkelen
•
•
•
Formuleren van beleid t.a.v. vrijkomende agrarische bedrijven (VAB’s), waarin ruimtelijk economische en milieutechnische randvoorwaarden staan benoemd. Formuleren van het gemeentelijk standpunt over de gewenste ontwikkelingen van landgoederen, in relatie tot zorg, toerisme en wellness. Aanwijzen van ontwikkellocaties toerisme en recreatie en vastleggen in de nieuwe structuurvisie.
,,
,,
,,
,,
,,
,,
,,
,,
3
Speerpunt 4: Versterken multimodaal knooppunt Locaties
Maatregelen
L’veld II behouden
•
Europark behouden
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
Haalbaarheidstudie aanleg zuidelijke ontsluitingsweg
2011-2012
Programma RSP
Doelfinancieringen van provincie/rijk i.k.v. stedelijke bereikbaarheid
•
Verkennen van duurzaamheidopties
In ontw.proces nieuw bestemmingsplan
Door belanghebbende partijen
•
Verdere versterking duurzame logistiek, over spoor en kanaal.
De kwartiermaker Dryport Emmen-Coevorden zet lobby naar betrokken partijen op: 2011-2012.
Teams Economie en Ruimte i.s.m. stakeholders, waterschap en adviesorganisaties als Energy Valley en Rendo Europark GmbH, projectt. Dryport, ETC/BE, havenbedrijf, provincies
•
Verkennende studie naar de mogelijkheden van een aantakking (door het Europark heen) op de zuidelijke ontsluitingsweg van Leeuwerikenveld II.
2013-2014 (als de haalbaarheid van de zuidelijke ontsluitingsweg Leeuwerikenveld II is gebleken).
Programma RSP
Provincie/rijk & Duitse overheid
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
Team Economie i.s.m. PMC en Centrummanager ,,
Bestaande budgetten
Door belanghebbende partijen en eigenaren
Thematische projecten Speerpunt 5: Versterken park- en centrummanagement Maatregel
•
Verkenning van verbreding van het dienstenaanbod van PMC en Centrummanagement.
In periodiek overleg met PMC en Centrummanager.
•
Stimulering van de deelname van bedrijven aan parkmanagement en centrummanagement.
In periodiek overleg met PMC en Centrummanager.
4
,,
Speerpunt 6: Versterken accountmanagement Maatregel • • • •
•
Wekelijks bedrijfsbezoeken. (Tevens werkbezoeken college aan bedrijven, 8 á 10 per jaar.) Structureel overleg met IVC, PMC, centrummanagement en makelaars bedrijvenvastgoed. Intensiever relatiebeheer (o.a. meetings bij sportevenementen). Een klantvolgsysteem opzetten met informatie van bedrijven, vergunningen, verslagen bedrijfsbezoeken, uitgifte bedrijventerreinen e.d.
Planningsindicatie
Actoren
Financieel Uit reguliere budgetten
,, ,,
Team Economie / portefeuillehouder EZ/ college B&W ,, ,,
,,
,,
Wordt reeds uitgevoerd ,,
,, ,, ,,
Open communicatiehouding naar ondernemers over gemeentelijke plannen.
Speerpunt 7: Vergroting duurzaamheid bedrijventerreinen Maatregel
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
•
Ontwikkeling van een duurzaam warmtenet op het Europark, met uitbreiding naar aangrenzende gebieden, w.o. Leeuwerikenveld I en II en het stadscentrum
In voorbereiding.
Rendo Duurzaam ontwikkelt en beheert het warmtenet. PMC ondersteunt. TNO, Energiebureau ZODrenthe en Energy Valley adviseren
Door Rendo en samenwerkende partijen.
•
Energiescans bij bedrijven uitvoeren, gericht op energiebesparing en verduurzaming van de energiehuishouding.
Uitvoering in 2011 gepland
PMC voert uit (contract met gemeente)
Uit budget Klimaatbeleidsplan.
•
Binnen de Drentse Zuidas een gezamenlijk duurzaamheidsbeleid voor bedrijventerreinen ontwikkelen.
Start najaar 2011
Drentse Zuidas, NOM, Energy Valley, Drents Energiebureau
Samenwerkende partijen. NOM overweegt investeringsfonds in te stellen
•
Verkenning van de haalbaarheid van verschillende duurzaamheidopties, zoals het vasthouden van regenwater op de terreinen, duurzaam terreinbeheer (w.o. milieuvriendelijke onkruidbestrijding), energiezuinige buitenverlichting en het de toepassing van (collectieve)
Komt in regulier overleg met IVC en PMC en in ontw.proces nieuwe bestemmings-
Priotering bij PMC en IVC
PMC en deelnemende bedrijven
5
aardwarmte/geothermie.
plannen aan de orde
Speerpunt 8: Regionale samenwerking Maatregel
Planningsindicatie
Actoren
Financieel
De ‘programmateams’ en de Stuurgroep van de Drentse Zuidas
Uit reguliere budgetten
Het project wordt gesubsidieerd uit Interreg IVb. De bijdrage van Coevorden is voor de periode 2010 tot en met 2012 per jaar € 10.000. Hiervoor is dekking in gereserveerd budget. Uit bestaande budgetten
•
Verdere ontwikkeling van de economische samenwerking in de Drentse Zuidas, gericht op groei en innovatie in de industrie en logistiek. De beleidsterreinen waarop de samenwerking verder gestalte dient te krijgen, zijn: arbeidsmarkt, bedrijventerreinen en transport en logistiek.
Voortzetting van de in 2009 gestarte samenwerking
•
Uitvoering van fase 2 van het project “Dryport Emmen-Coevorden”, een samenwerking van beide gemeenten en de provincie Drenthe. Het projectdoel is verplaatsing van logistieke bedrijvigheid en functies uit de met ruimtegebrek en verkeerscongestie kampende zeehavens Rotterdam en Amsterdam naar de regio Emmen-Coevorden. Dit vereist goede verbindingen over spoor en water. Fase 2 betreft het aanstellen van een ‘kwartiermaker’. Deze heeft de opdracht samenwerkingovereenkomsten met relevante partijen in de zeehavens tot stand te brengen, bedrijven te acquireren en te lobbyen voor verbetering van de verbindingen over spoor en water.
Voortzetting van het in 2008 gestarte project.
Projectteam Dryport Emmen-Coevorden. (Emmen is leadpartner.) Samenwerking met de Euroterminal Coevorden, Bentheimer Eisenbahn en Prorail
•
Voortgang van de samenwerking met de Samtgemeinde Emlichheim in het project Europark en de hiermee samenhangende ontwikkeling van de goederenstromen via de Euroterminal.
Voortzetting van het project
•
Informatieuitwisseling met buurgemeente Hardenberg over elkaars bedrijventerreinenbeleid.
Reeds in gang gezet
•
Binnen de Drentse Zuidas een regionale visie op bedrijventerreinen ontwikkelen. (De Provincie Omgevingsverordening vereist een regionale visie bij uitbreidingen en herontwikkelingen.) Hierin onder meer de mogelijkheden van gezamenlijk marktconform grondprijsbeleid meenemen.
Start najaar 2011, op basis van een gezamenlijke marktanalyse van de bedrijventerreinen
Europark CoevordenEmlichheim GmbH, i.s.m. particuliere partijen als de Bentheimer Eisenbahn en de Euroterminal Coevorden Via de werkgroep Bedrijventerreinen Drentse Zuidas Werkgroep Bedrijventerreinen Drentse Zuidas
6
n.v.t.
Verwachting: hogere grondprijzen