Beleidscommissie Internationale Ontwikkelingssamenwerking Committee for International Cooperation Activities - CICA
,--_._--------, " C:- Cc V'. L-, I r'l:~ L'I L'j T,i i
T. H. El ['j 0 He\} p.;
1..-_-------- --
J
A A R V E R S LAG 1974
Bureau Ontwikkelingssamenwerking Technische Hogeschool Eindhoven
JAARVERSLAG 1974. INHOUDSOPGAVE
pag.
1.
Inleiding
2.
Activiteiten van de CICA
2.1.
Institutionalisering
2.2.
Vacature hoofd bureau Ontwikkelingssamenwerking
2
2.3.
Dagelijks Bestuur
2
2.4.
Beleidsplan
2
2.5.
Externe betrekking
3
2.5.1.
Drie CICA overieg
3
2.5.2.
Contacten met de Kommissie Internationale Samenwerking van de Katholieke Hogeschool Tilburg
4
2.5.3.
Contacten met de Nuffic
4
2.5.4.
Contacten met andere organisaties in Nederland
6
2.5.4.
Contacten met organisaties in het buitenland
6
3.
De subcommissies
6
3.1.
Subcommissie Algemene Zaken
6
3.2.
Subcommissie Mikroprojecten
8
3.3.
Subcommissie Onderwijs en Onderzoek
9
3.4.
Subcommissie Universitaire Projecten
9
4.
Bureau Ontwikkelingssamenwerking
13
1•
SamensteIIing CICA en Bureau per ultimo 1974.
14
2.
Verklaring afkortingen.
17
Bijlagen
1. INLE ID ING Reeds vanaf het begin van het bestaan van de Technische Hogesehool Eindhoven heeft de internationale ontwikkelingssamenwerking een belangrijke plaats ingenomen binnen het patroon van activiteiten zoals die in de loop der jaren in de THE zijn gegroeid. Veelal in samenwerking met de twee zusterinstellingen Delft en Twente werd vanaf 1969 deelgenomen aan het Programma Universitaire Ontwikkelingssamenwerking, dat, uit de begroting van de minister van Ontwikkelingssamenwerking, door de Nuffie wordt gecoordineerd. In 1968 werd de Commissie voor Internationale Samenwerking/Committee for International Cooperation'!\ctivities (ClCA) opgericht. Bij gezamenlijk besluit van Hogesehoolraad en College van Bestuur van 5 november 1973 werd de CICA een beleidseommissie volgens hoofdstuk 7 van het TH-re~lement. De installatie vond plaats op 4 februari 1974. Thans funetioneren binnen het kader van de ClCA, vier subcommissies en vier werkgroepen. De subcommissies zijn: - Algemene Zaken, waaronder ressorteren de werkgroepen Suriname en Vietnam - Microprojecten - De Stuurgroep Onderwijs en Onderzoek - Universitaire Projecten, waaronder ressorteren de werkgroepen Indonesia en Zambia. Het bureau Ontwikkelingssamenwerking staat de ClCA en haar subcommissies ten dienste voor administratieve en organisatorische ondersteuning en coordinatie. Het jaar 1974 werd gekenmerkt door: - invullen van de nieuwe organisatiestruetuur van de CICA - uitbreiding enerzijds en kanalisering en consolidering anderzijds van de activiteiten op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking binnen de THE - een verdere aanzet tot de ontwikkeling naar een eigen THE-beleid ten aanzien van de ontwikkelingssamenwerking - het aanknopen en uitbouwen van nieuwe en bestaande contaeten in Nederland en daarbuiten voor mogelijke samenwerkingsactiviteiten. 2. ACTIVITEITEN VAN DE CICA
Na de installatie van de CICA als beleidscommissie op 4 februari 1974, werd tijdens het verslagjaar de verdere invulling van de CICA-structuur en de inpassing daarin van reeds bestaande organen ter hand genomen. Het ledenbestand van de CICA wijzigde enigszins in de loop van 1974 (zie bijlage 1.). De CICA kwam in de verslagperiode 9 maal bijeen.
-
1 -
Begin 1974 werd de sollicitatieprocedure in gang gezet voor de vacature Hoofd van het Bureau Ontwikkelingssamenwerking. Voor de selectie van de candidaten voor deze vacature werd een selectiecommissie uit de CICA samengesteld bestaande uit de voorzitter van de CICA en de voorzitters van de subcommissies (zie bijlage 1.). Voor benoeming werd aan het College van Bestuur voorgedragen de heer P.D.J. Goossen. Hij werd benoemd op 27 juni 1974 en ving zijn werkzaamheden op de THE op 16 september 1974.
In het najaar werd besloten, dat de voorzitter van de CICA tezamen met de voorzitters van de subcommissies het dagelijks bestuur van de CICA zouden gaan voeren. De eerste vergadering van het DB werd gehouden op 31 oktober 1974. In principe vergadert het DB om de 14 dagen. Het Hoofd van het Bureau Ontwikkelingssamenwerking neemt deel aan de vergaderingen van het DB.
Op grond van het instellingsbesluit legt de CICA elk jaar een beleidsplan voor aan het College van Bestuur, dat na advies ingewonnen te hebben van het College van Dekanen dit beleidsplan ter goedkeuring voorlegt aan de Hogeschoolraad. Eind september werd met de voorbereiding van het beleidsplan 1975 begonnen. Na ampel overleg binnen de CICA kwamen de volgende punten centraal te staan als aandachtsgebieden voor de eerstkomende jaren: - bevordering bewustwording TH-gemeenschap van de ontwikkelingsproblematiek - bevordering integratie van activiteiten op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking in de programma's van onderwijs en onderzoek van de afdelingen - bevordering interafdelingsprojecten ontwikkelingssamenwerking - strevennaar het richten van de activiteiten op meer economisch zwakke bevolkingsgroepen van ontwikkelingslanden, vooral op het platteland, onder meer door de ontwikkeling en toepassing van aangepaste technologische hulpmiddelen - consolidering en professionalisering van bestaande activiteiten bevordering samenwerking met verwante groeperingen en instellingen in Nederland en daarbuiten, met name in ontwikkelingslanden - streven naar spreiding van samenwerkingsprojecten over daarvoor in aanmerking komende ontwikkelingslanden - streven naar verbreding van deelname aan Nederlandse, buitenlandse en internationale projectenprogramma's - streven naar weloverwogen projectorganisatie, uitgaande van de reele behoeften van de desbetreffende ontwikkelingslanden en de mogelijke bijdragen van de THE op grond van de door de THE geformuleerde maatstaven - bevordering nieuwe activiteiten binnen de THE, zoals onderzoek naar nieuwe mogelijkheden voor de opwekking van energie zoals zonne-, wind-, waterenergie, methaangisting, etc.
- 2 -
- streven naar behoud voor de THE van kennis en ervaring opgedaan in ontwikkelingslanden door bevordering van uitzending van eigen vaste medewerkers - periodieke evaluatie van de werkzaamheden in de praktijk op basis van de beleidsuitgangspunten. Het be1eidsplan van de CICA werd door de Hogeschoo1raad goedgekeurd op 2 december 1974. In deze1fde vergadering nam de Hogeschoo1raad met a1gemene stemmen een motie aan, waarin de CICA verzocht werd in J975 een overzicht samen te ste11en van de lopende en voorgenomen activiteiten van de afde1ingen op het gebied van de ontwikke1ingssamenwerking ter verdere bepaling van het beleid op dit gebied. Dit overzicht zou gedetailleerd moeten zijn naar inhoud, tijdsbesteding, personele aspecten, financiering en wijze van financiering. Voorts werd in de motie bij de afdelingen erop aangedrongen, zich te bezinnen op mogelijke bijdragen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en de resultaten van deze bezinning aan de CICA kenbaar te maken. Met deze enquete werd in het eerste kwartaal van 1975 een aanvang gemaakt.
De CICA onderhoudt contacten met de andere universiteiten en hogescho1en in Nederland, met universiteiten en hogescholen in het buitenland, met name in ontwikkelingslanden. Voorts worden contacten onderhouden met (semi-) overheidsinstel1ingen, particuliere organisaties, internationale organisaties etc., die op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking werkzaam zijn. In 1974 werden door de CICA met name contacten gelegd, gecontinueerd of uitgebouwd met de volgende instellingen, instanties en organen~
De CICA-THE onderhoudt nauw contact met de CICAls van de zusterinstellingen Delft en !wente. Twee a drie maal per jaar komen de drie CICAls bijeen. In 1974 werd vergaderd op 16 januari in !wente en op 14 mei in Eindhoven. Onderwerpen van bespreking waren op 16 januari: - orientatie gezamenlijk beleid 3 CICAls - procedures indiening universitaire projecten - ter beschikking stellen van gebruikte boeken en apparatuur aan instellingen in ontwikkelingslanden - regeling uitzendvoorwaarden en rechtspositie uitgezonden medewerkers - voortgang oprichting TOOL Op 14 mei werd gesproken over: - projectorganisatie in het kader van het Programma Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (PUO) - Conceptreglement PUO - samenwerkingsgebieden 3 CICAls - voortgang oprichting TOOL. - Acquisitiebeleid
- 3 -
De eontaeten met de KIS werden onderhouden o.m. doordat de voorzitters van de KIS en de CICA vergaderingen van ieders eommissie konden bijwonen. Professor Dr. Ch.J.L. Bertholet combineerde in zijn lidmaatschap van de CICA het voorzitterschap van de KIS en het lid zijn van de THE-gemeenschap. Toen de KIS eind 1974 werd opgeheven en in Tilburg de Stuurgroep Buitenlandse Betrekkingen werd ingesteld, kwam een einde aan de deelname van de voorzitters van CICA en KIS, nu Stuurgroep Buitenlandse Betrekkingen, aan elkaars vergaderingen. Professor Bertholet bleef lid van de CICA als lid van de THEgemeensehap, terwijl met het Bureau Buitenland van de KHT werd afgesproken, dat in den vervolge de notulen van de vergaderingen van CICA en Stuurgroep uitgewisseld zouden blijven worden ter kennisneming. 2.5.3. Contaeten met de NUFFIC
-----------------------
De eontacten met de NUFFIC worden onderhouden via de volgende kanalen: 2.5.3.1. De waarnemer van het College van Bestuur in de CICAt Mr. J.R. van Eerde, is tevens vertegenwoordiger van de THE in het bestuur van de Nuffie. In de CICA-vergaderingen brengt hij verslag uit over de onderwerpen, die worden behandeld in de vergaderingen van het Nuffic-bestuur. Op verzoek van het College van Bestuur bereidde de CICA begin 1974 een advies voor inzake de herstrueturering van de Nuffie. Op 27 mei 1974 had een delegatie van het NUFFIC-bestuur een bespreking met minister Pronk over de toekomst van het PUOprogramma. De minister is voorstander van een grotere samenhang tussen de verschillende Nederlandse programma's voor ontwikkelingssamenwerking. Daarvoor zouden de universitaire projecten meer in overeenstemming moeten worden gebracht met de algemene doelstellingen van het Nederlandse beleid met betrekking tot de internationale ontwikkelingssamenwerking. In de delegatie werd de THE vertegenwoordigd door Prof.~r.ir. G. Vossers terwijl voor het Bureau Ontwikkelingssamenwerking mevrouw Mr. R. Wibaut-Schreurs de bespreking evenals vertegenwoordigers van de bureaus buitenland van andere instellingen, alstoehoorder bijwoonde. In de memorie van toelichting op de Nederlandse begroting voor internationale ontwikkelingssamenwerking van 1975 kondigde minister Pronk een nota Teehnisehe Samenwerking aan. Het bestuur van de NUFFIC heeft de minister om inspraak gevraagd bij het opstellen van de nota. 2.5.3.2. De CICA onderhoudt contact met de direetie van de NUFFIC over beleids- en procedurezaken vooral in het kader van het Programma Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (PUO). Met name tegen de toenemende bureaucratisering van de goedkeuringsprocedures van projectvoorstellen werden in CICA-verband meer en meer kritisehe geluiden gehoord. Hieraan zal in 1975 nader aandaeht worden besteed. - 4 -
Vertegenwoordigers van de NUFFIC nernen deel aan het periodieke 3 CICA-overleg. 2.5.3.3. In het kader van het PUO-programma wordt geregeld contact onderhouden tussen de projectverantwoordelijken tevens lid van de subcommissie Universitaire Projecten en de rnedewerkers van het bureau Ontwikkelingssarnenwerking enerzijds en de medewerkers van de afdeling Universitaire Contacten van de NUFF1C anderzijds (zie ook onder 3.4., de subcommissie Universitaire Projecten). 2.5.3.4. Het Hoofd van B.O.S. neemt namens de THE deel aan het overleg van de secretarissen buitenland van de universiteiten en hogescholen, dat geregeld bij de NUFFIC wordt gehouden. Dit overleg vindt over het algemeen plaats enige tijd voor de NUFFIC-bestuursvergaderingen, waarbij dan de bestuursagenda mede onderwerp is van bespreking. Zo nodig kan er dan van te voren met het NUFFIC-bestuurslid van de eigen ins telling overlegd worden, dan weI geadviseerd worden over bepaalde aan de orde zijnde onderwerpen. Op 17 juli vond een bespreking plaats van de secretarissen buitenland en de secretarissen van de werkgroepen Vietnam van de ins tellingen met minister Pronk en staatssecretaris Klein. De THE werd vertegenwoordigd door lng. A. de Wilde, terwijl P.D.J. Goossen aanwezig was als waarnemer. Hoofdpunten van deze bespreking, die het karakter had van een informatieve gedachtenwisseling over universitaire ontwikkelingssamenwerking op uitvoerend niveau, waren: - universitaire sarnenwerking met instellingen in Vietnam met de problernen daarbij rond materiaalleveranties etc. - de mogelijkheid om op de universiteitsbegroting een post universitaire ontwikkelingssarnenwerking op te nemen, vooral bedoeld als financieringsmogelijkheid voor de voorbereidingen van activiteiten ten behoeve van ontwikkelingslanden,waarvoor later voor de uitvoering van die activiteiten fonds en van derden zullen worden aangevraagd - de mogelijkheid tot toewijzing van extra formatieplaatsen aan de instellingen voor activiteiten van ontwikkelingssarnenwerking. - meer financiele mogelijkheden in het PUO-programma met name voor de bevordering van de continuiteit van de samenwerking met bepaalde instellingen in ontwikkelingslanden - bevordering van bredere samenwerkingsverbanden voor langere termijn met ontwikkelingslanden mede door het scheppen van de financiele mogelijkheden daarvoor - mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking met HBO-instellingen, KIT, SNV, DTH, medefinancieringsorganisaties etc. (zie bijlage 2 ) - integratie PUO-programma met het internationaal onderwijs •. - eigen verantwoordelijkheid van universiteiten en hogescholen voor ontwikkelingssamenwerking. De bewindslieden zouden het besprokene bij hun overwegingen met name ten aanzien van de toekomst van het PUO-programma en van het internationaal onderwijs gaan betrekken. Een en aeder zou verwerkt worden in de nota Technische Bijstand, die minister Pronk voor 1975 in het vooruitzicht stelde.
- 5 -
Meer intensieve contacten begonnen te ontstaan met o.a. DTH, KIT, medefinancieringsorganisaties, TOOL, SNV, etc., met name op het gebied van de ontwikkeling van aangepaste technologie voor ontwikkelingslanden.Via de WSO met bijdragenvan de desbetreffende afdelingen zijn twee studiereizen van studenten naar Tanzania gefi~ncierd 2.5.4. CO~!!~!~~_~~!_!~~~!~_~!B!~!~~Ei~~_!~_~~!_~~!!~~!~~_ . Contacten werden gelegd met internationale organisaties, zoals ILO en OECD en met nationale organisaties in het bui tenland, zoals ITDG,r Londen, Brace Research Institute, Montreal etc. (zie ook onder 3.2.2. subcommissie Microprojecten). 3. DE SUBCOMHISSIES
De subcommissie heeft zich in overleg met het Bureau Ontwikkelingssamenwerking bezig gehouden met het voorlichtings- en publiciteitsbeleid van de CICA. Er werd voor gezorgd dat in TH-Berichten en in de nieuwsmedia de activiteiten van ontwikkelingssamenwerking van de THE geregeld werden belicht.
In het semester 1974/1975 werden van september tot januari voordrachten gehouden door een tiental vertegenwoordigers van the Intermediate Technology Development Group (ITDG) in Londen, alsmede door enkele medewerkers van de THE. De lezingen werden bijgewoond door gemiddeld 75 deelnemers van binnen en buiten de THE. In 1975 werden de activiteiten voortgezet door twee werkgroepen op het gebied van respectievelijk chemie en energie. F.en syllabus van de voordrachten wordt uitgegeven.
Eind 1974 kwamen enkele medewerkers van de THE met de vraag, hoe naast de meer geinstitutionaliseerde plaats van de CICA in de TH-gemeenschap de individuele betrokkenheid van de TH-medewerkers bij de ontwikkelingssamenwerking gestimuleerd en tot uiting zou kunnen worden gebracht. In dezelfde periode ondervond de CICA problemen bij de opbouw van haar externe betrekkingen. Na orientatie binnen en buiten de CICA werd besloten de oprichting van een stichting in nauw overleg met de CICA, te gaan voorbereiden.
Eind 1974 werd een projectvoorstel van de NCO in voorbereiding genomen, NEDSAT geheten (zie bijlage 2).
- 6 -
De bedoeling van dit project is, om de lagere, middelbare en hogere technische scholen en eventuele andere instellingen van hoger beroepsonderwijs in de regio te betrekken bij de ontwikkeling van aangepaste technische hulpmiddelen voor ontwikkelingslanden en daarbij tevens voorlichting te geven over de sociaal-economische relevantie van deze hulpmiddelen in de omgeving waarvoor ze bestemd zijn.
De werkgroep Suriname rapporteerde voor 1974 de volgende activiteiten: in februari 1974 heeft drs. R.A. Schermel, algemeen sekretaris van de Vereniging Surinaams Bedrij fsleven te Paramaribo, via de heer S.• A. Naar aan de afdeling Bedrijfskunde van de THE het verzoek gericht om hulp bij het opzetten van een aangepaste management-opleiding voor het Surinaamse bedrijfsleven. Ter nadere beschouwing van deze vraag en ter vaststelling van de mogelijkheden voor eventuele hulp is er spontaan een werkgroepje gevormd (zie bijlage 1.). Het overleg binnen de werkgroep leverde het plan op om ter plaatse (in Suriname) een orienterend vooronderzoek te laten uitvoeren teneinde gegevens te verzamelen voor het vaststellen van een meer operationele probleemstelling. In de periode 15 augustus tot 30 september 1974 vond toen dit onderzoek plaats, dat in overleg met en met medewerking van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven werd uitgevoerd. De heer G.A. Vromen, doctoraal student aan de afdeling Bedrijfskunde, verzette een belangrijk deel van het werk tijdens dit onderzoek in het kader van een stage voor zijn ingenieursstudie. De werkgroep die intussen op 18 oktober 1974 door de CICA officieel was ingesteld, heeft daarop de gegevens uit het onderzoek besproken en uitgewerkt tot een meer operationele probleemstelling. In december 1974 verscheen het verslag van dit onderzoek.
3.1.6. ~~-~~!~S!2~E_Yi~~B~~ De werkgroep Vietnam rapporteert over 1974 het volgende: De aktiviteiten van de werkgroep hebben zich in 1974 geconcentreerd op drie hulpprojekten. Veruit de belangrijkste van deze drie was het ziekenhuisprojekt. Het ging hier om een, aan de TH Delft voor het Medisch Comite NederlandVietnam ontworpen geprefabriceerd ziekenhuis "Binh vien Ha-lan". Als specifieke Eindhovense bijdrage werd gekozen voor de financiering en inrichting van de bij het ziekenhuis behorende elektriciteits-centrale. Deskundig advies op dit gebied werd gegeven door een aantal medewerkers van de afdeling Elektrotechniek. Om althans een deel van de voor de aankoop van deze apparatuur benodigde gelden bijeen te brengen, en om de TH gemeenschap in voldoende mate over dit, en de overige hulpprojekten te informeren, organiseerde de werkgroep in de week van 14 tim 20 maart 1974 een aktieweek aande TH en in de stad Eindhoven. In een speciale editie van de TH-berichten werd hieraan aandacht besteed. Naar schatting 300 vrijwilligers binnen en buiten de TH, hebben aktief aan de aktieweek meegewerkt. - 7 -
Het financiele resultaat bedroeg f 25.000,- waarvan ongeveer f 15.000,via een accept-girokaart-aktie onder leden van de TH-gemeenschap en I 10.000,- via huis-aan-huis kollektes werd bijeengebracht. Veel moeizamer verliep de opzet van de twee andere hulpprojekten: deze behelzen wetenschappelijke en materiele steun ten behoeve van de opbouw van een laboratorium voor lage temperaturen-fysica en een voor micro-electronica. Communicatieproblemen ten gevolge van de oorlogstoestand hebben de uitwerking van deze projekten vertraagd. Bovendien is gebleken dat de inbreng van de TH Eindhoven marginaal is, aangezien de Universiteiten van Leiden en Am..sterdam en de TH !wente voorlopig in voldoende mate de gevraagde steun kunnen verlenen. De werkgroep vergaderde in 1974 ongeveer 15 maal. De personele samenstelling onderging enige wijzingen (zie bijlage 1) Dankzij de welwillende medewerking van de onderafdeling W & MW beschikte de Werkgroep gedurende twee maanden over een betaalde aktie-sekretarisl penningmeester. 3.2. ~~_~~2£2~!~~!~_~!£~2E~2j~£~!~
In 1974 werd voor het eerst een duidelijk beleid ten aanzien van de subcommissie uitgestippeld en vastgelegd in bovengenoemde beleidsnota. Het accent daarbij werd gelegd op de institutionalisering van activiteiten rond het verzorgen van microprojecten binnen de THE door de opzet van een voortgangscontrolesysteem, door meer aandacht voor de aangepaste technologie, door het stimuleren van onderzoek ten behoeve van microprojecten door vakgroepen van de THE. 3.2.2. ~!S~~~~_£2~S~£S~~ Binnen Nederland werd reeds geruime tijd samengewerkt met gelijk gerichte groepen bij andere instellingen en organisaties ,in Nederland. Meer en meer werd de behoefte gevoeld aan een centraal orgaan. Daartoe werd door een achttal samenwerkende groepen in de loop van 1974 de stichting Technische Ontwikkeling Ontwikkelin~slanden (TOOL) opgerich~. De THE stelde voorlopig voor twee jaren belangeloos huisvesting voor de stichting beschikbaar. De subcommissie verzorgde in juni zoals te doen gebruikelijk het programma voor een dag van de Agromisa-week. In het buitenland werden de kontakten met ITDG versterkt door vertegenwoordiging van twee leden van de subcommissie in respectievelijk het Building- en Chemical panel. Tijdens een reis van de voorzitter naar Canada en de Verenigde Staten werden contacten opgebouwd met het Brace Research Institute (Montreal) en de Volunteers in Technical Assistance (VITA), (Maryland, U.S.A.),e.a. Voorts werden bijeenkomsten bijgewoond in Salzburg en bij de OECD en Parij s. In de loop vanhet j aar kwamen veel bezoekers naar Eindhoven uit o.a. Canada, Engeland, India, de Verenigde Staten en veel Nederlandse missionarissen die tijdelijk in Nederland waren. 3.2.3. ~!£~2E~2i~£S!~_~~_~!~~~EE!~ In 1974 werden in totaal 103 microprojecten behandeld, terwijl werkmappen over plantaardige olie, bamboe, latrines en septic-tanks werden uitgegeven. De werkmap over de wanmolen werd in het Engels vertaald, terwijl de map over bouwen in de tropen werd herdrukt. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar het jaarverslag 1974 van de subcommissie. - 8 -
3.3.1. §~~~!i!9!2_Q2~!!~!i!_!2_Q2~!!~9!~ Eind 1974 werd de stuurgroep opgericht als wegbereider voor de instelling van de subcommissie (zie bijlage I.) Alvorens de taken van de subcommissie nader te gaan omschrijven. begon de stuurgroep met de inventarisatie van een aantal onderzoekprojecten in de THE op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking. Deze inventarisatie werd begin 1975 voortgezet.
De belangrijkste werkzaamheden betroffen in deze periode de door de NUFFIC in het Programma Universitaire Ontwikkelingssamenwerking gecoordineerde projecten.
:m!2L~L!L.6
Samenwerking met IT Surabaya op gebied van tel ecommunicatie , verkeerstechniek en distributie van electrische energie. Zie verder onder 3.4.8 •• bif werkgroep Indonesia. !!mL§L!Ll~ Samenwerking van THT en THE met de Universiteit van Zambia, ter ondersteuning van de opbouw van de afdelingen Electrotechniek en Werktuigbouw. (zie verder 3.4.9. Werkgroep Zambia). Per 1 september ging de projectverantwoordelijke Prof. Horowitz met emeritaat. Na die datum bleef hij echter als adviseur van de CICA belast met de verantwoordelijkheid voor project THO/E/T/13.
!!mL§L!L§ Samenwerking met IT Bandung op het gebied van kleine waterkrachtcentrales. Met ingang van 1 januari 1974 werd, na langdurige voorbereiding, met de uitvoering van het project gestart. Omdat het zwaartepunt van die uitvoering steeds meer bij de THE kwam te liggen, werd de formele verantwoordelijkheid door THT (Prof. Drayer) aan THE (Prof. Ir. C.W.J. van Koppen) overgedragen. Ir. A. Visser werd speciaal voor uitzending naar lTB aangetrokken en vertrok op 28 maart naar lndonesie, twee maanden later dan Ir. P. Verhaart. Prof. Soelaiman, de projectverantwoordelijke aan Indonesische zijde, kwam in juli voor een bezoek van enkele weken naar nederland. Hij steide voor in het projektonderzoek meer aandacht te geven aan elektrotechnische.aspecten bij de energieopwekking door waterturbines. Nadat de afdeling E en de werkgroep Indonesia bereid bleken de verantwoordelijkheid hiervoor op zich te nemen, werd besloten dat een van de in 1975 te verwachten fellows een elektrotechnicus zou zijn.
!!mL!U!L2 Samenwerking van THT met lTB op het gebied van management-methodes. Aan dit project wordt door de THE alleen een inbreng aan mankracht geleverd. Ir. B. van Bronckhorst was voor dit project in de periode juni tIm september in Indonesie. In januari werd op de THE een CICA-colloquium gehouden in samenwerking met projectmedewerkers van de THT waarvoor grote belangstelling bestond ook van de zijde van NUFFIC en DTH. - 9 -
3.4.2. E!2i~£~~a_!a_~22!~~!~!2!~g IHELLHl!lLl
Samenwerking met ITB in combinatie met LHW - IPB op het g~bied van selectieve landbouwmechanisatie. Begin januari keerden Prof. Horowitz en Ir. Poelma van een verkenningsreis naar Bandung terug, waar een projectvoorstel voor het technische gedeelte THE/ITB werd voorbereid. In augustus werd een agreement getekend door beide counterparts. Op aandringen van NUFFIC werd ook de beschrijving van het deelproject Wageningen - Bogor ter hand genomen door Prof. Moens en Prof. Quast van LHW. In oktober bracht Dr. F. Harahap, projectverantwoordelijke aan Indonesische zijde, een kort bezoek aan de THE. !!!~Ll Samenwerking met ITS op het gebied van kampongverbetering in relatie tot stadsontwikkeling. Om de uitvoering van de samenwerkingsplannen weer op gang te brengen ging de heer A.N. Naalden, arch. H.B.O. in juli naar Indonesie. Nog juist voor 1 september kon een projectvoorstel bij NUFFIC worden ingediend. Het NUFFIC-bestuur adviseerde echter in eerste instantie het uitvoeren van een proefproject, kleiner van opzet, uitsluitend op onderwijsgebied. Dit maakte een g~~jzigd projectvoorstel noodzakeliik.
KHT/THE/l
---------
Onderzoek effectiviteit van de Peruaanse metaalindustrie. De KHT vraagt ondersteuning van de afdeling Bedrijfskunde van de THE voor een project van samenwerking van haar economische en sociologische faculteit met de Universidad Catholica del Peru. Het project heeft alle vereiste goedkeuringen, maar nader overieg wordt gevoerd over de uitvoering en de inhoud van de bijdrage van THE-zijde.
TI!~Lg
Samenwerking met FTE/IT Surabaya op hef gebied van telecommunicatie. Aan het eind van het verslag;aar was de goedkeuringsprocedure bij de Nuffic voor dit pro;ect nog niet voltooid. !!!~L2 Samenwerking met ITS/FTE op het gebied van verwerking van weergegevens. Aan het eind van het verslagjaar was de goedkeuringsprocedure bij de Nuffic v~~r dit proj ect no'g niet vol tooid.
Tijdens het bezoek van Prof. Niesten aan Surabaya in juli 1974 is een voorstel tot samenwerking ontstaan op het gebied van medische electrotechniek tussen de THE - ITS en de Universitas Airlangga. Op 22 november besloot de CICA bij het College van Bestuur een verzoek in te dienen om de kosten van een voorbereidingsreis, te maken door Prof. Beneken, te garanderen tot een maximum van f1 3.500,-. In december werd een referentiekader ontworpen als leidraad voor de a.s. projectverantwoordelijken, waarin de voornaamste uitgangspunten van de CICA/THE en de NUFFIC-criteria en -normen voor de indiening van projectvoorste1len zijn verwerkt. - 10 -
Een eerste verzoek kwam binnen van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven om steun bij het opzetten van een opleiding voor managers van kleine en middelgrote bedrijven. Nagegaan werd of er mogelijkheden waren veer een project in het PUO. In verband met de megelijke teekomstige samenwerking werd een werkgroep Suriname opgericht.
In 1974 atartte een intensief overieg tussen de verschillende diensten op de THE en het B.O.S. over een taakverdeling bij de uitvoering van hat PUO-reglament. De CPD voerde overleg met de NUFFlC en de personeelsdiensten van THT en THD over een conceptcontract voor uit te zenden medewerkers. B.O.S. begon draaiboekjes samen te stellen voor de procedures bij uitzending van de verschillende categorieen projectmedewerkers. In overleg met de diensten werd comment4ar $egeven op de nieuwe concepten "uitvoeringsregels PUO" door Nufhc opgesteld. Binnen de CICA werden richtlijnen uitgewerkt met betrekking tot: - acquisitie nieuwe projecten - selectie projeatmedewerkers - voorbereidingsreizen. 3.4.7. ~§m!s!~!11inS_!Y2£2~i!!i! Ala eerate voorzitter trad Prof. Niesten op die zich na de instelling van de CICA onmiddellijk begon te orienteren over de samenstelling van de subcoromiasie. Alle projectverantwoordelijken werden ale lid van de subcoromial!' uitgenodigd. Op 16 december kwam de subcoromislie voor de eerate maal bij ••n. Omdat Prof. Niesten a18 voorzitter wenste terug te treden. nam mevrouw Mr. R. Wibaut-Schreurs hat voorzitterschap waar totdat een nieuwe voorzitter zou zijn gevonden (zie bijlage 1. ). De subcommissie det op haar werkterrein: "Universitaire samenwerkinsaprojecten" voorlopig de volgende taken: 1) informatie-uitwisseling onderling en naar buiten 2) begeleiding van uitvoering van projecten 3) meewerken aan beleidsvorming ten aanzien van projecten-programma's.
De werkgroep Indonesia rapporteert voor 1974 de volgende activiteiten: ~gQ:E!2i!£!_!§~L~L!:6
Dit samenwerkingsproject tussen de afdeling Electrotechniek TH Eindhoven en de Faku1tas Teknik E1ektro ITS Surabaya bestaat uit 3 deelprojecten, die alle rond het jaar 1970 een aanvang namen. De feite1ijke metingen en veldwerkzaamheden in Surabaya werden voor wat betreft het tweede deelproject (verkeersstudie) reeds in 1973, en voor wat betreft het eerste deelproject (propagatieonderzoek) en het derde deelproject (elektrische energiedistributie), ultimo 1974 afgesloten. In de loop van het tweede ha1fjaar van 1974 keerden Ir. H. van den Brink, H.J. Cuppen en Ir. J. Neessen naar Nederland terug. In het verslagjaar kon aan de burgemeester van Surabaya de twee delen eindrapport dee 1proj ect 2, getiteid "Transportation in Surabaya 1971 - ] 991", worden - 11 -
aangeboden. Deze officiele aanbieding werd bijgewoond door de Nederlandse algemeen projectverantwoordelijke Prof.Dr.Ir. J.G. Niesten, die eind juli begin augustus 1974 een werkbezoek aan Indonesie bracht. Hoofddoel van bovengenoemd werkbezoek was te onderzoeken of er mogelijkheden aanwezig waren voor het entameren van nieuwe projecten c.q. vervolgprojecten. Mede dank zij de bemoeienissen van Prof. Niesten bij het zoeken naar Indonesische instellingen die voor de z.g. Rupiahfinanciering borg zouden kunnen staan, lagen er ultimo 1974 drie plannen voor universitaire samenwerking met Indonesie in meer of minder definitieve vorm ter tafel. Allereerst een nieuw project op het gebied van "biomedical engineering" in samenwerking met de geneeskundige fakulteit van de Universitas Airlangga (pembina • feeder university) in Surabaya, waarvoor in Nederland Prof.Dr.Ir. J.E.W. Beneken (afd. E) als projectverantwoordelijke zal optreden. Voorts een weersatellietenproject met als Indonesische counterparts de eerder genoemde F.T.E. - ITS en de LAPAN, de officiele Indonesische instantie voor lucht- en ruimtevaart. En tenslotte een vervolgproject met betrekking tot het propagatieonderzoek, waarbij de afstand tussen zender en ontvanger wordt vergroot tot 150 km over zeeoppervlak (Surabaya - Situbondo).
~!2i!£~2n2!!!~!~n!n2!_!£s!Y!~!!~!n Naast het normale werk ten behoeve van de projectondersteuning alamede ten dienste van de praktica aan de eigen ITS-studenten, blijkt de rnechanische werkplaats ook nog geregeld te worden gebruikt door leerlingen van de plaatselijke MTS, afdeling Werktuigbouwkunde. Deze verrichten praktica op die machines die op hun eigen school niet beschikbaar zijn. Gezien het tekort in Indonesie aan gediplomeerden van middelbaar technische scholen doet de rnechanische werkplaats daar een goed werk mee. Het boekenbezit van de fakulteitsbibliotheek wordt in stijgende mate geraadpleegd door zowel wetenschappelijk personeel als studenten. Men kan stellen dat in het afgelopen verslagjaar de organisatie van de toegankelijkheid tot de hoeken, alsmede beheer en onderhoud daarvan, zich nu volledig in positieve zin hebben gestabiliseerd. gQ!:QE1!!~!~igg
Dit een mededeling van de Asian Development Bank (ADB Press Release, d.d. 19 september 1974) citeren we het volgende: "The Asian Development Bank today approved the provision of technical assistance to Indonesia for the preparation of an educational project East Java. The assistance will be used to prepare a detailed 10 year development programme to upgrade the Surabaya Institute of Technology (ITS) and the preparation of an initial improvement project for possible bank financing. Assistance to this institute could effectively contribute to development, by increasing the supply and quality of engineers". Met het vastleggen van dit zeer positieve geluid ten aanzien van de toekomst van het ITS als geheel, maar daarmee ook van de FTE als zijnde een van haar fakulteiten, worde deze bijdrage van de werkgroep Indonesia THE aan het jaarverslag CICA ]974 besloten.
- 12 -
De werkgroep Zambia rapporteert voor 1974 het volgende: De werkgroep had aandeel in de voorbereiding van de uitzending van de student-assistenten G. Schuller (THO) en H. Corsius (THE) en in die van Ir. J. Simon Thomas (THE). Er ward informatie verzameld o.a. over windmolens (Savonius-rotoren), een hete-luchtmotortje (Heinrich) en over verschillend gereedschap, gevolgd door bestelling en verzending: Houwen (THT) en J.G.M. Hendriks van der Weem (THE), beide student-assistent en Ir. H. Groenhuis (THE). Hendriks en Groenhuis kwamen direct de werkgroep versterken met hun ervaring en hun inzet. 4.
Bureau Ontwikkelingssamenwerking Tot de komst van het nieuwe hoofd van het bureau, de heer P.D.J. Goossen op 16 september 1974, werd de leiding van het bureau waargenomen door mevrouw Mr. R. Wibaut-Schreurs, daarbij geassisteerd door Ing. A. de Wilde. In het najaar verrichtte het bureau de voorbereidende werkzaamheden voor de samenstelling van het beleidsplan 1975. In samenwerking met de subcoromissie Algemene Zaken werd een meer gericht publiciteits- en voorlichtingsbeleid ontwikkeld met betrekking tot berichtgeving in TH-berichten en in de nieuwsmedia. Het bureau was belast met de administratie, organisatie en uitvoering van de NUFFIC-leergang Sociaal aangepaste technologie. Het hoofd van het bureau of zijn plaatsvervanger nam deel aan het periodieke overleg van de secretarissen buitenland in NUFFIC-verband. In het bureau werd een aanvang gemaakt met een herverdeling van de werkzaamheden in overeenstemming met de invulling van de subcoromissies van de CrCA.
Eindhoven, oktober 1975. - 13 -
Bijlage nr. 1 bij Jaarverslag van CICA, 1974. Samenstelling CICA en bureau per ultimo 1974. 1.
CICA Ir. B. van Bronckhorst Drs. E.E. Campbell A. de Wilde ill
•
•
•
,
•
•
I
•
•
Prof.Dr. Ch.J.L. Bertholet Dr.Ir. J.A. van der Heide Prof.Ir. C.W.J. van Koppen A.N. Naalden, arch. RBO Prof.Dr.Ir. J.G. Niesten Ir. H.W. Piepers A.T.H. van Oosterhout Mr. J.R. van Eerde F. Lambert P.D.J. Goossen J.M. van den Nieuwenhof 1.1.
voorzitter lid
lid secretaris
Werkgroep Suriname Ing. S.A. Naar Ir. B. 'van Bronckhorst Drs. E.E. Campbell Ir. J.L.C. Gruijthuijsen Ir. A.D.M. van de Ven G.· Vromen
1.1.2.
Hd
lid lid lid lid lid student waarnemer College van Bestuur waarnemer Hogeschoolraad Hoofd B.O.S. voorlopig secretaris
Subcommissie Algemene Zaken Drs. E.E. Campbell Ing. S.A. Naar Drs. B.A.G.M. Tromp P.D.J. Goossen
1.1.1.
voorzitter lid, voorzitter subcommissie Algemene Zaken lid, voorzitter subcommissie Microprojecten lid, voorzitter subcommissie Onderwijs en Onderzoek lid, voorzitter subcommissie Universitaire Projecten lid
voorzitter lid
lid lid lid
secretaris
Werkgroep Vietnam Drs. B.A.G.M. Tromp Drs. P.A.J. Bouhuijs Drs. E.E. Campbell Ir. W. de Muynck J.J.M. Verdonk Ir. L.R.G. Versfeld F. Lambert
voorzitter lid
lid lid lid lid
secretaris
- 14 -
1.2.
Subcommissie Microprojecten Ing. A. de Wilde Ir. S.P. Bertram Ir. G.J.L. van Drunen Ir. P.A.F.M. Goemans Dr.lr. J.A. van der Heide L. Heuts Ir. J.J.A. Janssen Ir. C.F. Poelma B.R. Wulff ten-Pal the Dr. C.S.I.J. Lagerberg J. Craens J.H.L. Verhoeven P.D.J. Goossen
voorzitter lid lid lid lid lid lid lid lid lid buitengewoon lid buitengewoon lid secretaris
1 .3.
.~tuursroep
1.4.
Ir. B. van Bronckhorst wnd. voorzitter Ir. S.P. Bertram lid Ir. B. Consdon lid Ir. C. Daey Ouwens lid Ir. J.J.A. Janssen lid Prof.lr. C.W.J. van Koppen lid Ir. C.F. Poelma lid Ir. P.T. Smulders lid Ing. A. de Wilde lid P.D.J. Goossen secretaris Subcommissie Universitaire Projecten
Onderwij s en Onderzoek
Mevr. Mr. R.A.M.t. Wibaut-Schreurs wnd. voorzitter a.i. Prof.Ir. C. de Beer lid Prof.Dr.lr. J.E.W. Beneken lid Ir. B. van Bronckhorst lid Prof.lr. A. Horowitz lid Prof. Ir. C. W. J. van Koppen lid A.N. Naalden, Arch. HBO lid Ing. S.A. Naar lid Prof.Dr.Ir. J.G. Niesten lid Ir. C.F. Poelma lid Ing. A. de Wilde lid P.D.J~ Goossen secretaris 1.4.1.
Werkgroep Indonesia. Prof.Dr.Ir. J.G. Niesten A. Amrein Ir. K. Breukers Ir. 1. V. Bruza Ir. J. D;i.jk Prof.lr. H.M. Goudappel Ing. D.A. Plomp Ir. J.A. Schot R. Thijssen M.G.W. Verbeeten
-
voorzitter lid lid lid lid lid lid lid lid lid
IS -
G. Verhappen A.C.A. v.d. Vorst J.G. van Wijk Ir. S. Tirtoprodjo 1.4.2.
lid Hd
lid lid, secretaris
Werkgroep Zambia voorzitter lid lid, projectverantwoordelijke lid lid student
Dr.lr. J.A.H. Ramaekers H.A. Bulten Prof.lr. A. Horowitz P.J.J. Renders J.G.M. Hendriks v.d. Weem 2.
Bureau Ontwikkelinassamenwerkina P.D.J. Goossen Mevr.Mr. R. Wibaut-Schreurs M. van der Wiele-Pelder J. Maartense-Baans L. Penninks-Tuinman
- 16 -
hoofd plv. hoofd secretarene Adm. medewerkster Adm. medewerkster
Bijlage 2 bij jaarverslag 1974. Verklarins van afkortingen ADB BOS CICA
Asian Development Bank Bureau Ontwikkelingssamenwerking THE Beleidscommissie Internationale Ontwikkelingasamenwerking/ Committee for International Cooperation Activities - THE DTH Directie Internationale Technische Hulp Van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haal. FOS Stichting Fonds Ontwikkelinlssamenwerkinl, Eindhoven ILO International Labour Office, Genlve. IPB Institut Pertanian BOlor ITB Institut Teknololi Bandunl ITDG Intermediate TechnololY Development Group, London ITS Institut Teknololi Surabaya KHT KatholiekeHoleschool Tilburg KIS Kommissie Internationale Samenwerkinl - KHT KIT Koninklijk Instituut voor de Tropan, Amsterdam LRW Landbouw HOleschool Waleninlen NED SAT Netherlinds Education in Socially Appropriate TechnololY NUFFIC Netherlands Universities Foundation for International Cooperation, Den Haal_ OECD Organisation for Economic Cooperation and Development, Parij. PUO Prolramma Universitaire Ontwikkelingssamenwerkinl SNV Stichting Nederlandse Vrijwilligers, Den Haag THD Technische Hogeschool Delft THE Technische Hogeschool Eindhoven THT Technische Hogeschool Twente TOOL Stichting Technische Ontwikkeling Ontwikkelingslanden, Eindhoven UNZA University of Zambia, Lusaka VITA Volunteers in Technical Assistance, Maryland USA VSB Vereniging SurinaamsBedrijfsleven, Paramaribo WSO Stichting Werkgroep Studiereizen naar Ontwikkelingslanden
- 17 -