Beleid cultuurhistorisch vastgoed Rijks- en gemeentelijke monumenten in eigendom van het Hoogheemraadschap van Delfland
Maart 2014 Kenmerk: 1125989
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Proces
3.
Waardering van de monumenten
4.
Visie
5.
Objecten in eigendom houden
6.
Verkoopmethodiek
7.
Subsidies
8.
Wet- en regelgeving
Bijlage 1 Lijst met monumenten van Delfland Bijlage 2 Waardestelling gebouwde objecten met een monumentenstatus
1.
Inleiding
1.1 Introductie Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft een groot aantal gebouwde monumenten in eigendom, zoals sluizen, molens, gemalen, en dienstwoningen. Sommige daarvan hebben hun waterstaatkundige functie inmiddels verloren.. Delfland wil waarborgen dat zorgvuldig wordt omgegaan met de cultuurhistorische aspecten van zijn vastgoed, , maar streeft ook naar lagere beheerkosten. Daarom is een duidelijke visie op cultuurhistorisch vastgoed nodig en bijhorend beleid. 1.2 Waterbeheersplan 2010-2015 als aanleiding Het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP) bevat over cultuurhistorie de volgende passage: “Delfland bezit een aantal gebouwen die van cultuurhistorisch belang zijn, zoals enkele molens, oude gemalen en de gemeenlandshuizen in Delft en Maassluis. Zolang een gebouw of bouwwerk een waterstaatkundige functie heeft, zal Delfland het zeker in stand houden. Als een object echter die waterstaatkundige functie verliest, rijst de vraag wat er met dit object moet gebeuren. Dit is bijvoorbeeld het geval als er een gemaal wordt vervangen door een nieuw gemaal. Delfland zal in de lopende planperiode een inventarisatie laten uitvoeren, die vaststelt welke objecten van cultuurhistorisch belang zijn. Vervolgens kan de discussie starten of er algemene richtlijnen zijn te formuleren hoe Delfland zal omgaan met deze objecten, nadat zij hun waterstaatkundige functie hebben verloren.” Doel van deze passage was om aandacht te besteden aan het behoud van cultuurhistorisch vastgoed in eigendom van Delfland en hiervoor om algemene richtlijnen, oftewel beleid, te formuleren. Deze notitie is hiervan de uitwerking. Voorliggend beleid heeft alleen betrekking op bouwwerken met een rijks- of gemeentelijke monumentenstatus . De categorie bouwwerken van cultuurhistorische waarde, zonder monumentenstatus, is buiten beschouwing gelaten. 1.3 -
Doel Het vaststellen van de lijst van rijks- en gemeentelijke monumenten in eigendom van Delfland waarop dit beleid van toepassing is; Het erkennen en vaststellen van identiteitsdragers, de vertegenwoordigers van de (historische) identiteit van Delfland; Het vaststellen van Beleid Cultuurhistorisch Vastgoed waarin de omgang met cultuurhistorisch vastgoed voor de toekomst is vastgelegd.
2.
Proces
Delfland is zich bewust van het belang van cultuurhistorisch vastgoed, zogenaamd waterschapserfgoed. Tot voor kort was er echter geen actueel inzicht in het aantal bouwwerken in eigendom met monumentenstatus en de cultuurhistorische waarde (in relatie tot waterstaatkundige functie) van die bouwwerken. Ter voorbereiding van het op te stellen beleid is daarom is onderstaand proces doorlopen. 2.1 Inventarisatie Door middel van een inventarisatie van de rijks- en gemeentelijke monumenten in eigendom van Delfland is de lijst met monumenten geactualiseerd. De lijst is opgenomen in bijlage 1. 2.2 Waarderingsmethodiek Om keuzes te kunnen maken welke bouwwerken Delfland in eigendom wil houden of afstoten, is inzicht in de cultuurhistorische waarde nodig. Daarom is als volgende stap een waardebepaling uitgevoerd. Hiervoor is eerst onderzoek gedaan naar de waarderingscriteria die toepasbaar zijn voor Delfland. Vervolgens zijn vijf criteria bepaald aan de hand waarvan de monumenten van Delfland gewaardeerd kunnen worden. 2.3 Waardestellingen Voor elk monument is een uitgebreide waardestelling opgesteld zie bijlage 2 “Waardestellingen gebouwde objecten met een monumentenstatus”. Hierin heeft elk monument een rangorde meegekregen. 2.4 Beleid In deze notitie is aangegeven welke keuzes Delfland kan maken in de omgang met zijn cultuurhistorisch vastgoed en op basis waarvan. De waardestellingen worden gebruikt bij de afweging om een monument in eigendom te houden of te vervreemden. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden besluit op basis van aan hen verstrekt advies.
3.
Waardering van monumenten
3.1 Categoriale indeling monumenten Het type monumenten in eigendom van Delfland varieert van sluizen, molens en gemalen tot grachtenhuizen, hekpijlers en heulbruggen. Om de objecten te kunnen waarderen zijn ze onderverdeeld in categorieën. De verdeling en volgorde van categorieën is bepaald aan de hand van de ontwikkelingsgeschiedenis van de watersbeheersing in Nederland. Voor een uitgebreide omschrijving van de ontwikkelingsgeschiedenis van de waterbeheersing, specifiek voor het beheergebied van Delfland zie: paragraaf 4.2 ‘Waterschapserfgoed van Delfland’, d.d. juli 2013. Gehanteerde categorieën: 1. Sluizen 2. Molens 3. Gemalen 4. Gemeenlandshuis Delfland en omgeving 5. Overige objecten 3.2 Conclusies waardestellingen In bijlage 2 zijn alle waardestellingen opgenomen van de monumenten in eigendom van Delfland. Er zijn in totaal 35 objecten opgenomen in het waarderingsrapport. Per object zijn gegevens verzameld uit literatuur en gesprekken met cultuurhistorische verenigingen en is het object bezocht. Aan de hand van vijf waarderingscriteria is een overzicht ontstaan van de objecten en is een rangorde toegekend. Hieronder zijn de conclusies per categorie beschreven. Binnen elke categorie is een rangorde bepaald, respectievelijk rang 1, rang 2 en rang 3. De monumenten die zijn beoordeeld als rang 1 hebben de hoogste cultuurhistorische waarde volgens de toegepaste methodiek, rang 2 middenhoge cultuurhistorische waarde en rang 3 heeft respectievelijk een lagere cultuurhistorische waarde.
Categorie 1 Rang 1 Rang 2
Rang 3 Categorie 2 Rang 1
Rang 2
Rang 3
Categorie 3 Rang 1 Rang 2
Rang 3
Categorie 4 Rang 1 Rang 2
Rang 3 Categorie 5 Rang 1 Rang 2
Rang 3
Sluizen* Wateringse Sluis Sluishuis Oranjesluis Sluis Staelduinen Schutsluis Vlaardinger Driesluizen Molens Dijkmolen Groeneveldse molen Wippersmolen De Nieuwlandse molen Molenromp Oude- of Hoge Polder Schaapweimolen Molenromp Molenaarswoning Oude Liermolen (romp) Gemalen Gemaal Mr. Dr. C.P. Zaayer Gemaal Dorppolder Gemaal Oude en Nieuwe Broekpolder Gemaal/ dienstwoning Commandeurspolder Gemaal Mr. Dr. Th. F.H.A. Dolk Gemaal van de Polder van Nootdorp Gemaal van de Veen- en Binckhorstpolder Gemaal Schaapwei- en Plaspoelpolder Gemaal ‘Eensgezindheid’ Gemaal Duifpolder Gemaal Baltasar van der Polweg Dienstwoning gemaal Mr. Dr. C.P. Zaayer Gemeenlandshuis Delfland en omgeving Oude Delft 167 Oude Delft 159 A1 Oude Delft 161 Oude Delft 163 Oude Delft 165 Overige objecten Heulbrug Krimsloot Electrisch gemaal Grenspaal VI Hekpijlers Dijkmagazijn (nabij heemraadschuur) -
Aandachtspunt: de inventarisatielijst (bijlage 1) en de waardestellingen (bijlage 2) zijn geen vast gegeven, maar hebben een dynamisch karakter. Er kunnen in de loop van de tijd bouwwerken aan de lijst worden toegevoegd door aanwijzingsbesluiten, of bouwwerken van de lijst worden gehaald door verkoop. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht aanvullingen of wijzigingen mogelijk. Voor elk nieuw toe te voegen object dient de gehanteerde waarderingssystematiek te worden toegepast. * In deze opsomming ontbreekt de Monstersche Sluis te Maassluis. Van deze sluis is Delfland geen eigenaar van de sluishoofden maar slechts van een deel (circa 6m) van de sluiskolk (totaal 22 m.)
4.
Visie op cultuurhistorisch vastgoed
Op het moment dat de waterstaatskundige functie van een object met monumentenstatus vervalt, moet een keuze worden gemaakt of het vastgoed in eigendom blijft of dat het vervreemd wordt, uitgezonderd de identiteitsdragers, zie “a. Identiteitsdragers”. Het uitgangspunt is dat vervreemd wordt wat Delfland niet nodig heeft voor de taakuitoefening. De afweging, zie “b. Afweging”, wordt per object door het dagelijks bestuur gemaakt op het moment dat het object zijn waterstaatskundige taak verliest. 4.1 Identiteitsdragers Het cultuurhistorisch vastgoed van Delfland heeft een rijke geschiedenis. Dit is onlosmakelijk verbonden met het feit dat Delfland één van de oudste waterschappen van Nederland is. De gebouwde objecten zijn nauw verbonden met de landschappelijke structuren die eeuwen geleden zijn vastgelegd, en maken onderdeel uit van de geschiedenis en de ontwikkeling van het beheergebied van Delfland. Dat de rol van de objecten door de tijd heen is veranderd, is logisch gezien de ontwikkelingen in de bemalingtechniek en waterbeheersing van Nederland. Dit neemt niet weg dat sommige objecten als identiteitsdrager van Delfland kunnen worden beschouwd. Een selectie van identiteitsdragers is gemaakt omdat deze objecten belangrijk worden geacht voor de identiteit van Delfland, zodanig dat Delfland deze objecten in ieder geval in eigendom houdt. Het Gemeenlandshuis te Delft en de vijf molens in eigendom van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn identiteitsdragers. En wel om onderstaande redenen: Het gemeenlandshuis omdat dit van oudsher onze hoofdzetel is en van uitzonderlijk cultuurhistorisch belang; De molens omdat deze vanuit het oogpunt van imago een groot belang vertegenwoordigen, als nationaal icoon worden gezien, en daarnaast omdat ze nog steeds kunnen worden ingezet in het watersysteem.
Gemeenlandshuis
Schaapweimolen
Wippersmolen
Groeneveldse molen
Dijkmolen
Nieuwlandse molen
4.2 Afwegingen en beslisschema De afweging voor verkoop of het in eigendom houden van een object wordt door het dagelijks bestuur gemaakt op het moment dat het object zijn waterstaatskundige taak verliest. De afweging wordt gemaakt op basis van de volgende aspecten: 1. 2. 3. 4. 5.
Cultuurhistorische waarde; Imago; Identiteit; Vervreemdbaarheid; Financiën.
Deze aspecten zijn hieronder uitgewerkt en ook opgenomen in onderstaand beslisschema.
1.
Cultuurhistorische waarde. De cultuurhistorische waarde is uitgebreid omschreven in de waardestellingen zie bijlage 1.
2.
Imago. Over wat voor object hebben we het? Hoe wordt er door de omgeving (bijvoorbeeld door omwonenden en lokale historische verenigingen) naar gekeken? In elk geval zal aandacht moeten worden besteed aan de vraag of er betrokkenheid van bepaalde stakeholders noodzakelijk is of gewenst. Ook zal een afweging moeten worden gemaakt over de wijze van communiceren.
3.
Identiteit. (hoe wil Delfland graag bekend staan?) Hierbij kan gedacht worden aan een Delfland dat zich sec op zijn publiekrechtelijke taken richt of een Delfland dat ook het behoud van cultuurhistorisch erfgoed hoog op de agenda heeft staan. In deze visie is al een aantal identiteitsdragers aangewezen. Cultuurhistorisch vastgoed kan gebruikt worden in educatie en informatieverstrekking over de taken die Delfland uitvoert. Dit aspect heeft ook een duidelijke relatie met imago.
4.
Vervreemdbaarheid. Hierbij is de courantheid van het object erg belangrijk. Een woning kan meestal eenvoudig worden verkocht. Een sluis bijvoorbeeld, zal nauwelijks verkoopbaar zijn, maar kan mogelijk worden geschonken aan bijvoorbeeld een stichting. In het algemeen kan worden gesteld dat de mogelijkheid om een nieuwe of andere bestemming te geven aan een object de vervreemdbaarheid zal vergroten.
5.
Financiën. Hoeveel is het Delfland waard om zijn cultuurhistorisch vastgoed in eigendom te houden? Onderhoud van monumenten is vaak kostbaar. Daarom wordt van geval tot geval onderzocht wat per object of per groep objecten de subsidiemogelijkheden zijn.
Beslisschema
Is het object aangewezen als identiteitsdrager van Delfland? Ja
5c. Eigendom houden en onderhouden
Nee 2. Is het object verkoopbaar? Nee Ja
3. Wat is de waarde van het object? a) Wat is de cultuurhistorische waarde van het object? b) Wat is de bijdrage van het object aan de identiteit van Delfland? c) Wat is de betrokkenheid van stakeholders bij het object? d) Wat zijn de huidige onderhoudskosten en potentiële opbrengsten van het object?
4. Afweging door het bestuur
5a.Verkoop
5b.Verkoop onder voorwaarden
Het besluit leidt tot één van de volgende vier uitkomsten: 1. In eigendom houden en onderhouden 2. Verkoop van het object 3. Verkoop van het object onder voorwaarden 4. Schenken aan een instandhoudingorganisatie
5e. Schenking derden
5.
Objecten in eigendom houden
Een van de uitkomsten van het afwegingskader kan zijn dat het object bij Delfland in eigendom blijft en wordt onderhouden. Deze optie heeft onder meer gevolgen voor exploitatie, gebruik, functie, beheer en onderhoud en subsidies voor onderhoud Het dagelijks bestuur geeft aan hoe dit geregeld moet worden. Deze beslissing kan ook overgedragen worden aan de directie.
6.
Verkoopmethodiek
Als het dagelijks bestuur besloten heeft dat het betreffende object niet in eigendom van Delfland hoeft te blijven, kan het worden vervreemd. Vervolgens bepaalt het DB ook de methode voor vervreemding. Er kan gekozen worden uit onder meer onderstaande methodieken: 1.
2.
3.
Verkoop van het object. Deze optie betreft verkoop zonder specifieke eisen vanuit Delfland voor bijvoorbeeld de vervolgfunctie en/of het voortbestaan van het bouwwerk. De nationale en gemeentelijke wetgeving biedt in dit geval voldoende bescherming. Verkoop van het object onder voorwaarden. Deze optie betreft verkoop waarbij voorwaarden worden opgenomen met betrekking tot bijvoorbeeld de vervolgfunctie, uitstraling, gebruik en onderhoud. Dit is aanvullend op de bescherming vanuit nationale en gemeentelijke wetgeving. Schenken aan een “instandhoudingorganisatie”. Deze optie brengt de monumentale objecten om niet, of tegen een symbolisch bedrag, onder bij een instandhoudingorganisatie (bijvoorbeeld Hendrick de Keyser). De doelstellingen, taken en verantwoordelijkheden van een dergelijke organisatie bieden dan voldoende waarborg voor de toekomst, samen met de bescherming vanuit nationale en gemeentelijke wetgeving. Voorafgaand aan elk van deze vervreemdingsmethodieken dient het stappenplan te worden doorlopen dat normaliter wordt gebruikt bij de verkoop van voormalige dienstwoning zoals dat is vastgesteld bij het dienstwoningbeleid met zaaknummer 24142.
7.
Subsidies
7.1 Subsidies voor onderhoud Delfland kan voor de individuele rijksmonumenten een subsidie aanvragen voor duurzaam onderhoud. Deze rijkssubsidie, ”Subsidie beschermd rijksmonument” ook wel “Brim” genaamd, is aan te vragen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 7.2 Subsidies voor renovatie Naast de onderhoudssubsidie van het rijk is het mogelijk om een renovatiesubsidie te verkrijgen bij de provincie.
8.
Wet- en regelgeving
Voor monumenten is de volgende wet- en regelgeving van toepassing: 8.1 Rijksmonumenten De Monumentenwet (1988) beschermt monumenten tegen sloop en ingrijpende verbouwingen. Rijksmonumenten mogen dus niet zomaar gerestaureerd of verbouwd worden. Voor werkzaamheden aan een rijksmonument is vaak een omgevingsvergunning nodig. Aanvragen die betrekking hebben op wijzigingen waarbij de monumentale waarden in het geding zijn, zoals sloop, reconstructie, restauratie of functiewijziging, stuurt de gemeente voor advies door naar de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. 8.2 Gemeentelijke monumenten De bescherming van gemeentelijke monumenten is geregeld in de gemeentelijke erfgoedverordening of verordening monumentenbeleid. Van de meeste gemeentelijke monumenten zijn door de betreffende gemeente redengevende beschrijvingen opgesteld. Hierin staat welke onderdelen specifiek onder de bescherming vallen. Bij bouwwerken zijn in de regel zowel het exterieur als het interieur beschermd.