Belastinggids
GELDGIDS 2014 NR 1 €20
ONAFHANKELIJK EN ADVERTENTIEVRIJ
2014 Praktisch naslagwerk voor het hele jaar
Aangifte Inkomstenbelasting 2013 • Met gratis online-aangiftehulp • Wat is nieuw in de aangifte?
Uw lidmaatschap biedt meer dan u denkt! • • • • • • •
Minigids
1
•
januari 2014
•
DIEET
• •
Afvallen
U ontvangt de Consumentengids of een van onze andere gidsen. Al onze uitgaven zijn 100% onafhankelijk en advertentievrij. U heeft 24 uur per dag toegang tot onze betrouwbare, onlinetestinformatie over meer dan 2000 producten en diensten. U kunt tot honderden euro’s besparen op uw energierekening en zorgverzekering. U ontvangt 20-30% korting op boeken en e-books van de Consumentenbond. U ontvangt van onze afdeling Service & Advies gratis advies over aankoop, service, garantie en — heel handig — uw rechten. U weet altijd wat de Beste Koop is en kunt gratis gebruikmaken van de Beste Koop-App. U ontvangt gratis de Consumentengids Auto, Minigidsen en de handige CB Kiosk App. U ontvangt wekelijks onze gratis nieuwsbrief. U kunt deelnemen aan testpanels. De Consumentenbond stelt samen met vele branches algemene voorwaarden op, waarbij rechten en plichten tweezijdig eerlijk worden vastgelegd.
Feiten & fabels
Echte dikmakers: verborgen suikers De nieuwste trends MEER INFO: WWW.CONSUMENTENBOND.NL/SLIMETEN
minigids 1 2014 dieetb .indd 1
02-12-13 16:17
Een compleet en actueel overzicht van uw lidmaatschap vindt u op www.consumentenbond.nl/voordeel
Contact Service & Advies: (070) 445 45 45 Internet: www.consumentenbond.nl Contactformulier: www.consumentenbond.nl/contact
Voorwaarden lidmaatschap en abonnement Kijk op www.consumentenbond.nl/algemenevoorwaarden
Volg ons ook op www.facebook.com/consumentenbond www.youtube.com/consumentenbond www.twitter.com/consumentenbond Beste Koop-app
Inhoud Introductie Nieuw in de aangifte Hulp bij uw aangifte 2013 Onze online-aangiftehulp
1
De aangifte
Uw persoonlijke gegevens Box 1: werk en woning Box 1: andere inkomsten Box 1: uitgaven lijfrenten e.d. Box 2: aanmerkelijk belang Box 3: sparen en beleggen Aftrekposten Vrijstellingen en verminderingen Bijzondere situaties Te verrekenen bedragen Heffingskortingen Verdeling Zorgverzekeringswet
2
Uw persoonlijke situatie
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Inleiding Van geboorte tot 18 jaar 18 worden Studeren Huren of kopen van een woning Samenwonen Trouwen 2.7a Gevolgen voor vermogen 2.7b Fiscaal partnerschap Fiscaal partnerschap 2.8a Deel van het jaar partnerschap 2.8b Meer partners 2.8c Het einde van het partnerschap Gevolgen fiscaal partnerschap 2.9a Verdelen van inkomsten en vermogen 2.9b Slechts één eigen woning 2.9c Invloed op drempels 2.9d Vrijstelling in box 3 voor oude kapitaalverzekeringen 2.9e Teruggave heffingskortingen bij onvoldoende inkomen 2.9f Alleenstaande-ouderkorting Minderjarige (stief-/pleeg)kinderen 2.10a Inkomenstoerekening 2.10b Overige fiscale gevolgen minderjarige kinderen Echtscheiding 2.11a Overzicht gevolgen 2.11b Einde fiscaal partnerschap 2.11c Geen inkomenstoerekening meer 2.11d Heffingskortingen 2.11e Partneralimentatie 2.11f Onderhoudsverplichting jegens kinderen 2.11g De echtelijke woning 2.11h Verdeling van het huwelijksvermogen 2.11i Pensioenen
2.8
2.9
2.10
2.11
7 9 12
2.12 2.13 2.14
13 14 15 22 26 26 28 32 37 39 40 41 41 41
42 42 42 42 42 42 43 43 43 43 44 44 44 44 45 45 45 45
2.15
2.16
3
Loon en pensioen
3.1 3.2
Inleiding Loon uit dienstbetrekking 3.2a Wat behoort tot uw loon? 3.2b Bijzonder loon Fiscaal voordelige beloningsvormen 3.3a Werkkostenregeling 3.3b Vergoedingen en verstrekkingen 3.3c Aandelenopties 3.3d Renteloze of laagrentende leningen 3.3e Spaarloonregeling 3.3f Aanspraken 3.3g Levensloopregeling Afvloeiing en ontslag 3.4a Schadeloosstellingen 3.4b Smartegeld 3.4c Beëindigingsverhogingen en boetes Complicaties bij loon uit dienstbetrekking 3.5a Uw arbeid blijkt achteraf in dienstbetrekking te zijn verricht 3.5b Fictieve dienstbetrekkingen 3.5c Loonheffing wel ingehouden, maar niet afgedragen Reiskosten woning-werk 3.6a De forfaitaire aftrek voor werknemers 3.6b De forfaitaire vergoeding 3.6c Carpool 3.6d Parkeren Fietsaftrek De auto 3.8a Auto van de zaak 3.8b Zakelijk gebruik privéauto 3.8c Privégebruik motorfiets Uitkeringen en pensioenen 3.9a Uitkeringen onder inhouding van loonheffing 3.9b Pensioenen
3.3
3.4
3.5
3.6
45 45 45 45 45 46 46 46 46 47 47 47 47 47 48 48
2.11j Aftrekbare kosten Eenoudergezinnen 2.12a Co-ouders Ontbinding niet-huwelijks samenlevingsverband Overdragen van vermogen 2.14a Vrijstellingen en tarieven 2.14b Schuldigerkenning uit vrijgevigheid (schenken op papier) AOW-gerechtigde leeftijd bereiken 2.15a Het hele jaar de AOW-leeftijd 2.15b In 2013 AOW-leeftijd bereikt Overlijden 2.16a Wie doet aangifte over welke inkomsten? 2.16b Fiscaal partnerschap in jaar van overlijden
3.7 3.8
3.9
4
De eigen woning
4.1
De eigenwoningregeling 4.1a De eigen woning in box 1 4.1b De bijtelling van de huurwaarde 4.1c Andere voordelen uit eigen woning
Consumentenbond Belastinggids 2014
49 49 49 49 49 49 52 52 52 53 54 54 54
55 55 55 55 55 56 56 58 59 59 59 59 59 61 61 61 61 62 62 62 62 63 63 64 64 64 64 64 64 67 67 67 67 68
69 69 69 71 72
3
Inhoud
4.1d 4.1e
4.2
4.3
4.4
4.5 4.6 4.7 4.8
4.9 4.10 4.11
Kostenaftrek voor de eigen woning 73 Niet alleen renteaftrek bij hypothecaire geldlening 73 4.1f Renteaftrek alleen voor leningen voor de eigen woning 74 4.1g Beperkingen kostenaftrek 76 4.1h De bijleenregeling 79 4.1i Overgangsrecht voor leningen gesloten ná 1 januari 2013 82 4.1j Leningen gesloten ná 1 januari 2013 84 4.1k Depotrente (nieuwbouwdepot) 90 4.1l Aftrek bij geen of geringe eigenwoningschuld 90 Kapitaalverzekering eigen woning 91 4.2a Voorwaarden kapitaalverzekering eigen woning 91 4.2b Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning 92 4.2c Vrijstelling en schuld eigen woning 92 4.2d Gehuwden en andere fiscale partners 93 4.2e Vrijstellingen oud-regimekapitaalverzekering 93 4.2f Vrijstelling eenmaal per leven 93 4.2g Uitkeringen bij overlijden 93 4.2h Samenloop vrijstellingen met spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning 93 4.2i Fictieve uitkeringen 93 4.2j Verkoop eigen woning 94 4.2k Koppelen ná 2001 94 4.2l Overgangsregeling voor kapitaalverzekeringen ná 1 januari 2013 94 Banksparen 95 4.3a Spaarrekening eigen woning 95 4.3b Beleggingsrecht eigen woning 98 4.3c Omzetten spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en kapitaalverzekering eigen woning 98 4.3d Overgangsrecht voor spaar-/beleggingsrekeningen ná 1 januari 2013 98 Verhuur van de eigen woning 98 4.4a Tijdelijke verhuur 98 4.4b Duurzame verhuur 98 4.4c Verhuur van een deel van de eigen woning 99 4.4d Verhuur aan ex-echtgenoot tijdens eerste twee jaar na scheiding 99 Gratis ter beschikking stellen 99 Meer eigenaren/ongehuwd samenwonenden 99 Eén eigenaar, meer gebruikers 99 De tweede woning 99 4.8a Woning in aanbouw 100 4.8b Twee woningen bij verhuizing 100 4.8c Leegstaande woning na echtscheiding 100 4.8d Woning voor uw ouders of kinderen 101 4.8e Tweede woning in het buitenland 101 Kamerverhuur 101 Overheidsbijdragen eigen woning 101 Werkruimte in de eigen woning 101 4.11a Woning behoort tot privévermogen 102 4.11b Woning staat op de resultaatbalans 102 4.11c Woning is gesplitst 102
5
Andere inkomsten
5.1 5.2
Inleiding 103 Ontvangen alimentatie en afkoopsommen 103 5.2a Alimentatie in de vorm van woongenot woning 103
4
Consumentenbond Belastinggids 2014
103
5.3
5.4
5.5 5.6
5.7
5.2b Aftrekbare kosten Periodieke uitkeringen en afkoopsommen 5.3a Lijfrente-uitkeringen en afkoopsommen 5.3b Aftrekbare kosten 5.3c Overheidsbijdragen eigen woning Resultaat uit overige werkzaamheden 5.4a Soorten inkomsten 5.4b Bijzondere soorten resultaat uit overige werkzaamheden 5.4c Resultaatbepaling Ter beschikking stellen vermogensbestanddelen 5.5a Bepaling van het resultaat Overige inkomsten 5.6a Rente en huur van vóór 1 januari 2001 5.6b Belast deel van uitkering uit kapitaalverzekering Terugontvangen bedrag of vergoeding voor een bedrag dat u eerder heeft afgetrokken
6
Aftrek premies lijfrente
6.1 6.2
Lijfrentes Toegestane lijfrentevormen 6.2a Algemene voorwaarden 6.2b Toegestane lijfrentes 6.2c Combinaties van lijfrentes 6.2d Omzetten lijfrente Aftrek van premies 6.3a Jaarruimte 6.3b Reserveringsruimte 6.3c Advieskosten U heeft te veel premies betaald Tijdstip van aftrek 6.5a Verzuimde premieaftrek Oude lijfrentepolissen Lijfrentesparen of -beleggen Toegestane uitkeringen lijfrentesparen of -beleggen 6.8a Oudedagsuitkeringen 6.8b Nabestaandenuitkering 6.8c Tijdelijke oudedagsuitkering Aftrek van de inleg Omzetting van lijfrentevormen
6.3
6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
6.9 6.10
7
Sparen en beleggen
7.1 7.2
Inleiding Wat behoort tot uw vermogen? 7.2a Bezittingen 7.2b Schulden 7.2c Verkrijgingen krachtens erfrecht 7.2d Fiscale partners Heffingvrij vermogen 7.3a Hoogte heffingvrij vermogen 7.3b Ouderentoeslag Vrijstellingen 7.4a Bos- en natuurterreinen en landgoederen 7.4b Voorwerpen van kunst en wetenschap 7.4c Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 7.4d Bepaalde rechten 7.4e Contant geld en dergelijke Spaarloonregeling/levensloopregeling 7.4f 7.4g Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 7.4h Groene beleggingen
7.3
7.4
103 104 104 106 107 107 107 107 109 112 112 112 112 113 113
114 114 114 114 115 115 115 116 116 116 116 116 116 116 117 117 117 117 117 118 118 118
119 119 119 120 121 121 122 123 123 123 123 123 123 123 124 124 124 124 124
Inhoud
7.5
7.6 7.7
7.8
7.4i Sociaal-ethische beleggingen 7.4j Beleggingen in durfkapitaal Waardering bezittingen en schulden 7.5a Woningen anders dan de eigen woning/ hoofdverblijf 7.5b Overige onroerende zaken 7.5c Huurrechten 7.5d Effecten 7.5e Vorderingen 7.5f Spaarbewijzen 7.5g Periodieke uitkeringen 7.5h Genotsrechten/blooteigendom Boxhoppen Overgangsmaatregelen 7.7a Lopende en gerijpte termijnen van huren, pachten en rente 7.7b Participatiemaatschappijen Kapitaalverzekeringen 7.8a Hoofdlijnen 7.8b Kapitaalverzekering in box 3 7.8c Overgangsregelingen 7.8d Samenloopbepalingen
8
Aftrekposten
8.1
Inleiding 8.1a Hoe wordt er afgetrokken? Betaalde alimentatie 8.2a Partneralimentatie 8.2b De eigen woning Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen 8.3a Voorwaarden 8.3b Aftrekbedrag 8.3c Mate van onderhouden 8.3d Aftrek levensonderhoud en fiscaal partnerschap Uitgaven voor specifieke zorgkosten 8.4a Toerekening en samenvoeging specifieke zorgkosten 8.4b Niet-aftrekbare drempel 8.4c Kring van verwanten 8.4d Welke kosten mogen worden afgetrokken? 8.4e Bevalling 8.4f Verhoging bepaalde ziektekosten 8.4g Verzilveringsregeling (TSZ) Weekenduitgaven gehandicapten Scholingsuitgaven 8.6a Wat zijn scholingsuitgaven? 8.6b Toerekening partners 8.6c Vergoedingen voor studiekosten 8.6d Vooruitbetaalde studiekosten 8.6e Welke studiekosten zijn aftrekbaar? 8.6f Welke studiekosten zijn niet aftrekbaar? 8.6g Niet-aftrekbare drempel en maximum 8.6h Studiefinanciering 8.6i Overgangsregeling 8.6j Voorbeelden aftrek studiekosten 8.6k Lening voor studiekosten Aftrekbare giften 8.7a Giften en partnerschap 8.7b Losse giften 8.7c Periodieke giften
8.2
8.3
8.4
8.5 8.6
8.7
125 125 125 125 126 126 126 126 127 127 128 129 130
8.8
8.9 8.10 8.11
150 150 150
Verdelen
9.1 9.2
Inleiding 151 Wie kunnen verdelen? 151 9.2a Hele jaar fiscaal partner 151 9.2b Gedeelte van het jaar fiscaal partner 151 Wat valt er te verdelen? 151 De gevolgen van verdelen 152 9.4a Tariefvoordeel 152 9.4b Ouderenkorting 152 9.4c Ouderentoeslag box 3 152 9.4d Aanslaggrens 152 9.4e Schuiven met persoonsgebonden aftrekposten153 9.4f Toeslagen 153 Na het einde van het partnerschap 153
9.3 9.4
133
9.5
151
10
Tarieven en heffingskortingen
10.1 10.2
Inleiding Tarieven 10.2a Tarief in box 1 10.2b Tarief in box 2 10.2c Tarief in box 3 Heffingskortingen 10.3a Algemene heffingskorting 10.3b Arbeidskorting 10.3c Werkbonus voor lage inkomens 10.3d Inkomensafhankelijke combinatiekorting 10.3e Ouderschapsverlofkorting 10.3f Alleenstaande-ouderkorting 10.3g Jonggehandicaptenkorting 10.3h Ouderenkorting 10.3i Alleenstaande-ouderenkorting 10.3j Levensloopverlofkorting 10.3k Extra heffingskorting groene beleggingen 10.3l Tijdelijke heffingskorting voor vroeggepensioneerden 10.3m Wijze van uitbetaling Middeling Hardheidsclausule Rekenvoorbeeld
10.3
136 136 136 137 137 137 142 142 142 143 144 144 144 144 144 144 145 145 145 145 146 147 147 147 147 148
149 149 149 150
9
130 130 131 131 131 131 131
133 133 133 133 134 134 135 136 136
8.7d Giften in de vorm van renteloze leningen Monumentenwoning 8.8a Aftrek onderhoudskosten 8.8b Overgangsregeling Kwijtgescholden durfkapitaal van u en uw fiscale partner Restant persoonsgebonden aftrekposten voorafgaande jaren Negatieve persoonsgebonden aftrekposten
10.4 10.5 10.6
11
Na de aangifte
11.1 11.2
Inleiding Correctie op de aangifte 11.2a U corrigeert uw aangifte zelf 11.2b Fiscus corrigeert uw aangifte Teruggave vóór 1 juli 2014 Voorlopige teruggave 11.4a Aftrekposten 11.4b Heffingskortingen 11.4c Aanvraag De aanslaggrens
11.3 11.4
11.5
154 154 154 154 154 154 155 155 155 156 156 156 157 157 157 157 157 157 158 158 159 160 160
161
Consumentenbond Belastinggids 2014
161 161 161 161 161 161 161 162 162 162
5
Inhoud
11.6
11.7
11.8
Soorten aanslagen 11.6a Voorlopige aanslag 11.6b Definitieve aanslag 11.6c Navorderingsaanslag 11.6d Conserverende aanslag Bezwaar, beroep en cassatie 11.7a Bezwaar 11.7b Vergoeding kosten bezwaarfase 11.7c Beroep bij de rechtbank 11.7d Hoger beroep bij gerechtshof 11.7e Cassatie 11.7f Vergoeding proceskosten Betaling van aanslagen, heffings- of belastingrente en invorderingsrente 11.8a Betaling van aanslagen 11.8b Belastingrente 11.8c Heffingsrente 11.8d Invorderingsrente
12
Toeslagen
12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8
Inleiding Toeslagpartner Zorgtoeslag Kindgebonden budget Huurtoeslag Kinderopvangtoeslag Voorschot en afrekening Bezwaar en beroep
162 162 163 163 165 165 165 166 166 167 167 167 167 167 168 170 170
171 171 171 171 172 172 172 173 174
13
Cijfers en wijzigingen voor 2014 175
13.1 13.2
Inleiding Verhoging AOW-leeftijd
175 175
13.3
Box 1: werk en woning 13.3a Tarief inkomsten uit werk en woning 13.3b Loon 13.3c Eigen woning 13.3d Lijfrentepremies 13.3e Uitgaven voor specifieke zorgkosten 13.3f Giften 13.3g Scholingsuitgaven 13.3h Aftrek levensonderhoud voor kinderen 13.3i Weekenduitgaven gehandicapten 13.3j Aftrek uitgaven monumentenpanden 13.4 Box 2: aanmerkelijk belang 13.4a Tarief in box 2 13.5 Box 3: sparen en beleggen 13.5a Heffingvrij vermogen 13.5b Ouderentoeslag 13.5c Schuldendrempel 13.5d Vrijstelling groene beleggingen 13.5e Kleine overlijdensverzekering 13.5f Vrijstelling contant geld 13.5g Waarde verhuurde woningen in box 3 13.6 Heffingskortingen 13.6a Wijzigingen in de heffingskortingen 13.7 Aanslaggrens 13.8 Schenkingsrecht 13.9 Toeslagen 13.10 Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 13.10a Maximale bijdrage-inkomen 13.10b Percentage inkomensafhankelijke bijdrage
Register
Colofon Vormgeving en prepress PUUR Publishers/ Nanette van Mourik, Ray Heinsius Marketing Rina Sanders Druk Senefelder Misset, Doetinchem ISBN 978 90 5951 2573
De Belastinggids 2014 is een speciale uitgave van de Geldgids van de Consumentenbond, nr. 1 januari 2014 Auteur Mr. Marjan Langbroek Uitgever Dieneke Hengeveld Redactie Reinout van der Heijden (hoofdredacteur), Vantilt Producties, Nijmegen (eindredactie) Verder werkte mee Mr. Peter Constandse, Nelleke Rookmaaker Illustraties Ad Oskam
Copyright © 2014 Consumentenbond, Den Haag Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Consumentenbond Belastinggids 2014
180
Let op
De Geldgids is een publicatie van de Consumentenbond, Enthovenplein 1, Postbus 1000, 2500 BA Den Haag, telefoon (070) 445 45 45, fax (070) 445 44 93, www.consumentenbond.nl
6
175 175 175 176 177 177 177 177 177 177 177 177 177 178 178 178 178 178 178 178 178 178 178 179 179 179 179 179 179
Deze Belastinggids behandelt algemene informatie, voortvloeiend uit vragen in de aangifte inkomstenbelasting. Het is helaas niet mogelijk u via onze ledenservice met persoonlijke adviezen van dienst te zijn. Wel kunt u als u lid bent via de website (www.consumentenbond.nl/belastingaangifte, ‘Vraag de expert’) een vraag stellen aan de auteur van deze Belastinggids. Bovendien kunt u op deze website voor een antwoord op overige vragen rondom de aangifte te rade gaan. De Belastinggids 2014 is met de grootste zorg tot stand gekomen. De Consumentenbond kan echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor fouten en/of onvolledigheden met betrekking tot de inhoud van deze gids.
Introductie
Nieuw in de aangifte Door Marjan Langbroek
bereiken van de AOW-leeftijd. Wij noemen het tarief voor 65-plussers/AOW’ers, de (alleenstaande-)ouderenkorting, de ouderentoeslag, de verhoging van de specifieke zorgkosten, de ingangsdatum van lijfrente-uitkeringen en de aftrek van lijfrentepremies. In deze gids is duidelijk aangegeven wanneer bepaalde regelingen ingaan.
EENMALIGE SCHENKING VAN €100.000 Ouders mochten aan kinderen tussen 18 en 40 jaar eenmalig een grote schenking doen van een kleine €25.000 zonder dat schenkbelasting verschuldigd was. Dit bedrag wordt verhoogd met ruim €26.000, als dat gebruikt wordt voor de eigen woning van het kind. Van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 mag u €100.000 schenken aan eenieder, zonder dat u daar schenkbelasting over verschuldigd bent. Deze schenking is niet beperkt tot de familiekring, maar voorwaarde is wel dat het geschonken bedrag wordt gebruikt voor de eigen woning. U kunt dit allemaal nalezen in par. 2.14.
Een overzicht van de zaken die in de aangifte inkomstenbelasting zijn gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.
RENTEAFTREK EIGEN WONING De opvallendste wijziging is de beperking van de renteaftrek voor de eigenwoningschuld. Het is bijzonder gecompliceerd gemaakt, maar gelukkig hebben (nog) niet veel mensen ermee te maken. Er is een ruime overgangsregeling. Voor leningen die na 1 januari 2013 zijn gesloten en die niet onder de overgangsregeling vallen (dat zijn mensen die voor het eerst een eigen huis kopen), geldt dat de rente alleen aftrekbaar is als de lening ten minste annuïtair in ten hoogste 360 maanden wordt afgelost. De leenovereenkomst moet dit bepalen, maar er moet ook echt aan worden voldaan. Annuïtair wil zeggen dat u ieder jaar zoveel aflost op de lening, dat de aflossing en de rente samen een vast bedrag vormen. Op de website van de Belastingdienst staat een handige rekenmodule die u kan helpen bij het bepalen van de vereiste aflossing. Minder aflossen mag niet, meer aflossen mag wel. Om de minimaal vereiste aflossing te controleren, is een ingewikkeld systeem van toetsmomenten bedacht. 31 december 2013 is het eerste toetsmoment. Op die
datum moest uw lening voldoen aan de aflossingseis van ten minste annuïtaire aflossing in maximaal 360 maanden. Maar omdat u een jaar de tijd heeft om een eventuele achterstand in te lopen, zal niemand in 2013 de renteaftrek missen wegens een te lage aflossing. U kunt in hoofdstuk 4 alles lezen wat hiermee te maken heeft. Ook over de afschaffing van de voordelen van de kapitaalverzekering eigen woning vindt u informatie in hoofdstuk 4. U hoeft zich geen zorgen te maken als u op 1 januari 2013 al een kapitaalverzekering had, de voordelen daarvan blijven bestaan. Het sluiten van een nieuwe verzekering met dezelfde vrijstellingen is echter niet meer mogelijk.
VERHOGEN AOW-LEEFTIJD Sinds 2013 wordt de AOW-leeftijd in jaarlijkse stappen verhoogd naar 67 jaar. In 2013 is de AOW-leeftijd precies één maand na uw 65e verjaardag. Veel fiscale regelingen waren afhankelijk van het 65 jaar worden en zijn dat vanaf 2013 van het
AFTREK SCHOLINGSUITGAVEN Menig student zal hebben geworsteld met de aftrek van scholingsuitgaven. De regeling was zeer ingewikkeld. Gelukkig heeft de wetgever dat ingezien en, afgezien van het overgangsjaar 2013, is de regeling een stuk eenvoudiger geworden. De problemen voor het jaar 2013 staan uitgebreid, met duidelijke voorbeelden, beschreven in par. 8.6i en 8.6j. De werkelijk betaalde studiekosten min het bedrag van de basisbeurs zijn nu aftrekbaar. Er is wel een drempel aangebracht in de kosten die aftrekbaar zijn. Dat geldt niet alleen voor studenten met een studiebeurs, maar voor iedereen die scholingsuitgaven kan aftrekken. Bij de scholingsuitgaven is de drempel verlaagd van €500 naar €250. U vindt een overzicht in par. 8.6e.
AFTREK SPECIFIEKE ZORGKOSTEN De aftrek van specifieke zorgkosten wordt steeds verder uitgehold. In 2013 zijn niet
Consumentenbond Belastinggids 2014
7
Introductie
meer aftrekbaar: de kosten die onder een verplicht of vrijwillig eigen risico vallen, bepaalde ivf-behandelingen (in-vitrofertilistatie) en bepaalde hulpmiddelen voor de mobiliteit, zoals een rollator, krukken en dergelijke.
TIJDELIJKE HEFFINGSKORTING VOOR VROEGGEPENSIONEERDEN Als u geboren bent na 30 november 1948 en u geniet een uitkering uit een pensi-
8
Consumentenbond Belastinggids 2014
oenregeling waarop de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet is ingehouden, ontvangt u heffingskorting. Het gaat dan bijvoorbeeld om een vutuitkering, een vroegpensioen, een prepensioen of een tijdelijk overbruggingspensioen. De korting bedraagt 1% van deze uitkering, met een maximum van €182.
RESTSCHULD EIGEN WONING Hoewel deze wijziging al in 2012 is ingegaan, willen wij hem hier toch vermelden,
omdat dat pas laat in het jaar gebeurde. Heeft u ná 28 oktober 2012 uw woning verkocht en bent u met een schuld blijven zitten omdat de opbrengst van het huis lager was dan de hypotheek, dan mag u de rente op deze schuld nog 10 jaar lang blijven aftrekken in box 1 bij de eigen woning. U mag deze schuld dan natuurlijk niet ook nog eens in box 3 in aftrek brengen.
Introductie
Hulp bij uw aangifte 2013
niet (zie ook par. 10.3). Deze bedragen worden direct in mindering gebracht op de te betalen belasting, afhankelijk van uw persoonlijke situatie. U krijgt niet alle kortingen automatisch, sommige moet u aanvinken.
Door Reinout van der Heijden
Een algemene introductie en wat handige tips voordat u de jaarlijkse aangifte stap voor stap te lijf gaat.
Ons belastingsysteem onderscheidt drie vormen van inkomsten waarvoor aparte tarieven gelden: het boxenstelsel. In box 1 vallen uw inkomen uit werk, pensioen of uitkering. De inkomsten worden belast met een progressief tarief: hoe hoger uw inkomen, des te hoger het belastingpercentage (van 37% tot 52%, bij AOW’ers van 15,20% tot 52%). Inkomsten uit uw eigen woning horen hier ook bij. Dat houdt in dat u het eigenwoningforfait in mindering moet brengen op de aftrekpost ‘eigen woning’ voor de betaalde hypotheekrente. Aftrekposten voor betaalde alimentatie, uitgaven voor een monumentenwoning, scholingsuitgaven, ziektekosten en giften vallen ook in deze box. In box 2 vallen de inkomsten uit aandelen als u een aanmerkelijk belang (ten minste 5% van de aandelen) in een nv of bv heeft. Het tarief is 25%. In box 3 vallen uw inkomsten uit ver-
mogen, zoals spaargeld, vorderingen en beleggingen. De waarde van uw eigen woning telt in deze box niet mee. U moet over deze bezittingen minus de schulden een fictief rendement van 4% aangeven en daarover heft de fiscus 30% belasting. U betaalt deze 1,2% vermogensrendementsheffing ook als u die 4% rendement niet haalt of zelfs verlies lijdt. De fiscus houdt dus geen rekening met de reële inkomsten uit uw vermogen. Het uitgangspunt is het vermogen per 1 januari van het jaar van aangifte. Het vermogen aan het einde van het jaar telt niet mee. Iedere belastingplichtige heeft recht op €21.139 heffingvrij vermogen. Er geldt geen extra heffingvrij vermogen meer voor minderjarige kinderen. Als u de aangifte heeft ingevuld, berekent het programma automatisch de verschuldigde belasting in elke box. Vergeet de heffingskorting(en) waarop u recht heeft
Praktische tips • Als u klaar bent, maak dan een print van de aangifte voordat u deze doorstuurt. • Het is altijd goed de aangifte nog eens door te lezen en te vergelijken met die van vorig jaar. • Zorg dat u een kopie van uw vorige aangifte bij de hand heeft. Wellicht staat de aangifte nog opgeslagen op uw computer of heeft u een print. • Als u vragen heeft, kunt u de gratis BelastingTelefoon (0800-0543) bellen, ook voor vragen over toeslagen. Bedenk wel dat de medewerkers het standpunt van de Belastingdienst vertegenwoordigen. • Bijlagen meesturen kan niet. U moet de bewijsstukken wel bewaren; denk aan rekeningen, overschrijvingen en jaaropgaven. De fiscus kan er later naar vragen. • Als u de aangifte indient vóór 1 april wordt hij het snelst behandeld. Dat is vooral handig als u geld terugverwacht, want de fiscus belooft dat u dan vóór 1 juli (eventueel voorlopig) uw geld terugkrijgt. Bovendien krijgt u dan geen heffingsrente voor uw kiezen als u moet bijbetalen. • Kunt u de aangifte niet op tijd inleveren, vraag dan uitstel aan (zie par. 1.1b). • Beperk u niet tot de aangifte. Check ook de toeslagen via mijn.toeslagen.nl om te controleren of er nog aanpassingen nodig zijn voor 2013 of 2014. Als u te veel terug krijgt, moet u dat later, inclusief rente, terugbetalen. Hulp bij het invullen Wie er zelf niet uitkomt, kan hulp krijgen. In de aangifteperiode bieden vakbonden, ouderenbonden en ook enkele patiëntenverenigingen en gehandicaptenorganisaties hun leden een invulservice. Ook kunt u persoonlijke hulp krijgen in bepaalde wijkcentra of op het belastingkantoor bij u in de buurt. De service van de Belastingdienst is vooral bedoeld voor ouderen en mensen met een laag inkomen.
Consumentenbond Belastinggids 2014
9
Introductie
In studentensteden kunt u wellicht een belastingwinkel vinden waar studenten u helpen met de aangifte. Informeer eventueel bij de gemeente. Misschien schakelt u liever een belastingadviseur in. Bedenk dat iedereen zich belastingadviseur kan noemen. Kies daarom bij voorkeur iemand die is aangesloten bij een organisatie van belastingadviseurs die aan bepaalde opleidings- en kwaliteitseisen voldoen. Dit zijn bijvoorbeeld de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), (020) 514 18 80, www.nob.net, en het Register Belastingadviseurs (RB), (0345) 54 70 00, www.rb.nl. Spreek van tevoren duidelijk af wat de adviseur voor u gaat doen en tegen welke (uur)prijs.
BESPAARTIPS EN AANDACHTSPUNTEN Gehuwden en geregistreerde partners Door het fiscaal partnerschap kunt u kiezen hoe u sommige inkomsten en aftrekposten (zie hoofdstuk 8) verdeelt. Dat kan voordeel opleveren. Stel, u heeft samen met uw partner in 2013 €14.000 aan kosten en rente op een hypotheeklening betaald. U moet €2000 bijtellen voor uw eigen woning, zodat uw aftrekpost €12.000 is. De helft van de woning is van u, dus u neemt €6000 in aftrek. U verdient niet zo veel en valt in box 1 in de eerste schijf van 33%. Als u de €6000 aftrekpost zou opgeven, krijgt u €1980 terug. Stel dat uw partner veel meer verdient en in de 52%-schijf valt, dan krijgt uw partner €3120 terug. U krijgt dan samen €5100 terug. Door de volledige €12.000 aan uw partner toe te delen en bij diens aangifte op te geven, krijgt u samen €6240 terug. Dat is ruim €1000 meer. Samenwonenden Wie samenwoont, is soms tegen wil en dank fiscaal partner. Wie eenmaal fiscaal partner is, komt daar niet zo gemakkelijk van af. Zelfs ongehuwd samenwonenden moeten apart gaan wonen als zij niet langer fiscaal partner willen zijn. Als er sprake is van een samengesteld gezin, is ook moeilijk te ontkomen aan fiscaal partnerschap. Nog twee aandachtspunten met het oog
10
Consumentenbond Belastinggids 2014
op de erfbelasting: als ongehuwde partners van elkaar willen erven, is een testament altijd noodzakelijk. Sinds 2011 geldt de extra voorwaarde om als partner te worden aangemerkt voor de erfbelasting dat er een notarieel samenlevingscontract moet zijn met wederzijdse zorgverplichting. Als u voorafgaand aan het overlijden vijf jaar op hetzelfde adres stond ingeschreven, is een notarieel samenlevingscontract niet vereist. Daarnaast moet je in de gemeentelijke basisadministratie op één adres staan ingeschreven. Bij een overlijden moet je als samenwoners minimaal zes maanden op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven hebben gestaan. Als je aan deze voorwaarden voldoet, word je als partner aangemerkt voor de erfbelasting en kom je voor de hogere vrijstelling in aanmerking. AOW’ers Stel, u bent AOW’er en uw partner niet. U heeft pensioeninkomen in box 1 en uw partner heeft alleen inkomen in box 3 (spaargeld). U heeft samen aan niet-vergoede ziektekosten €10.000 uitgegeven. Als u fiscale partners bent, mag u kiezen aan wie u die ‘uitgaven voor specifieke ziektekosten’ toedeelt. Als u ze toedeelt aan uw partner, belanden ze in box 3 en krijgt uw partner maximaal 30% terug ofwel €3000. Als u de kosten toedeelt aan uzelf, vallen die in box 1. Valt u in de 42%-schijf, dan krijgt u €4200 terug, dat is €1200 méér. Heeft u weinig inkomen in box 1 en valt u in de laagste schijven in deze box (19,10% of 24,10%), dan is het voordeliger de aftrekpost aan uw partner toe te delen. Alleenstaanden Voor een alleenstaande is het veel moeilijker om met slimme trucjes bij de aangifte nog belasting te besparen. Het is vooral zaak al tijdens het lopende belastingjaar de inkomensgrenzen in de gaten te houden, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een toeslag of een aftrekpost. Mensen met kinderen Als minderjarige kinderen (tot 18 jaar) inkomsten uit werk of een uitkering hebben, moeten ze daarvan zelf aangifte doen. Hun vermogen wordt verrekend via de
aangifte van hun ouders. Meerderjarige kinderen moeten zelfstandig aangifte doen van al hun inkomsten. Overlijden Na het overlijden moet vaak nog aangifte inkomstenbelasting voor de overledene worden gedaan. Dat moet gebeuren vóór het indienen van de aangifte erfbelasting. Nog te betalen inkomstenbelasting is namelijk een schuld waarmee rekening moet worden gehouden bij de aangifte erfbelasting. De aangifte inkomstenbelasting voor een overledene wordt gedaan met behulp van een F-biljet. U kunt het elektronische aangifteprogramma gebruiken om berekeningen en de optimale verdeling te maken, maar u mag de aangifte van de overledene niet ondertekenen en insturen. U moet de gegevens overnemen op het papieren F-biljet. U doet de aangifte samen met de vertegenwoordiger van de erfgenamen. In veel gevallen bent u dat zelf. Zie par. 2.16b. Als u als erfgenaam bij uw eigen aangifte te maken heeft met een erfenis die nog niet is afgehandeld (we spreken dan van een onverdeelde boedel), moet u het deel waar u recht op heeft al opgeven als vermogen in box 3. U geeft de waarde op bij de verschillende vermogensbestanddelen in box 3. Als er een woning in uw deel zit, geeft u dit op bij ‘tweede woning’; saldi op bankrekeningen geeft u op bij ‘bankrekening’. Op dat moment moet u dus al vermogensrendementsheffing in box 3 betalen over gelden die u nog niet heeft ontvangen. U mag de schulden natuurlijk ook aangeven in box 3. Er geldt een uitzondering als het gaat om de situatie dat de langstlevende ouder alle goederen of het vruchtgebruik erft. Zie par. 7.2c. Voorlopige teruggave Als u aftrekposten heeft, zoals betaalde hypotheekrente voor het eigen huis, of als u recht heeft op een of meer heffingskortingen, zou u daar ruim een jaar op moeten wachten, omdat u pas volgend jaar aangifte kunt doen. Dat is niet nodig. U kunt voor dit jaar al een voorlopige teruggave vragen. Vraag niet te veel, anders moet u het teveel later, eventueel verhoogd met heffingsrente, terugbetalen. In het verleden kon het interessant zijn om geen voorlopige teruggave aan te
Introductie
vragen en het terug te ontvangen belastingbedrag in één keer te ontvangen nadat er aangifte was gedaan. Er werd dan door de Belastingdienst rente vergoed. Dit was ook wel bekend onder ‘sparen bij de fiscus’. Sinds 2012 is dit veranderd. U krijgt dan over het bedrag dat u in één keer terug ontvangt, in de regel dus vóór 1 juli na afloop van het belastingjaar, geen rente meer vergoed. Aftrekpost vergeten Als u bij uw belastingaangifte een aftrekpost over het hoofd ziet, kunt u daarop terugkomen. Zolang de inspecteur u nog geen aanslag heeft opgelegd, kunt u gewoon een aanvullende brief op uw aangifte sturen waarin u verzoekt met de vergeten aftrekpost rekening te houden. U kunt de aangifte ook eenvoudigweg opnieuw indienen. De Belastingdienst gaat uit van de laatst ingeleverde aangifte. Controleer wel of de goede aangifte is gebruikt, want ook bij de Belastingdienst wordt er weleens iets over het hoofd gezien. Is de aanslag al binnen, maar de bezwaartermijn nog niet verlopen, dan kunt u daartegen bezwaar maken en verzoeken de aftrekpost alsnog mee te nemen.
Staat uw aanslag al definitief vast, stuur dan toch een brief naar de inspecteur met het verzoek om alsnog rekening te houden met de vergeten aftrekpost. Dan gelden de regels voor een ‘verzoek tot ambtshalve vermindering’. Als duidelijk is dat het meenemen van de vergeten aftrekpost tot een andere aanslag zou hebben geleid, moet de inspecteur aan uw verzoek tegemoetkomen. U kunt uw verzoek indienen tot vijf jaar na het einde van het jaar van de aanslag. In bijzondere gevallen kunnen andere termijnen gelden. Kijk hiervoor op www.belastingdienst.nl. Nieuwe jurisprudentie of nieuw beleid is overigens geen reden voor vermindering of teruggave van belasting als de aanslag al definitief vaststaat. Klagen Als u de aangifte heeft ingediend, zal het een tijdje duren voordat de fiscus reageert met het opleggen van de definitieve aanslag. Binnen drie maanden nadat de Belastingdienst uw aangifte heeft ontvangen, zal deze wel een voorlopige aanslag of teruggave opleggen. Als uw aangifte niet klopt, kan het zijn dat u dit bedrag later moet terugbetalen.
Bent u het niet eens met de aanslag, dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Wordt uw bezwaar afgewezen, dan kunt u naar de rechter stappen (zie ook par. 11.7). Blijft een reactie van de fiscus uit binnen de wettelijke termijn, dat is zes weken na afloop van de bezwaartermijn (deze termijn mag met nog eens zes weken worden verlengd door de fiscus), dan kunt u de Belastingdienst in gebreke stellen. Deze krijgt dan nog twee weken de tijd om een beslissing te nemen. Indien de Belastingdienst dan nog niet reageert, heeft u recht op een dwangsom. Als u een klacht heeft over het gedrag van een belastingambtenaar kunt u daarvoor, nadat u bij de fiscus zelf heeft geklaagd, terecht bij de Nationale Ombudsman in Den Haag. Kijk op www.nationaleombudsman.nl.
Uitleg symbolen Tip Pas op Aandachtspunt
Consumentenbond Belastinggids 2014
11
Introductie
Onze online-aangiftehulp
Ook dit jaar helpt de Consumentenbond u via de website op weg met de aangifte. Op www.consumentenbond.nl/ belastingaangifte vindt u een uitgebreid dossier met aangifte-informatie, tips en hulp.
CHECKLISTS AANGIFTE 2013 Om uw aangifte goed en volledig te kunnen invullen, heeft u een aantal gegevens nodig. De checklists in het dossier helpen u op weg.
CONTROLETHEMA 2013 Jaarlijks kiest de Belastingdienst één thema waarop extra gelet wordt. Eerdere thema’s waren bijvoorbeeld het ingevulde loon, het op tijd indienen van de aangifte of uitgaven voor kinderen jonger dan 30 jaar. Vorig jaar pakte de Belastingdienst het anders aan. Toen waren er meerdere controlethema’s. Wie in 2012 een hypotheek verhoogde, lijfrentepremies of zorgkosten aftrok of ‘Duitse rente’ opnam in de aangifte, kreeg vooraf extra informatie hierover en werd achteraf extra gecontroleerd.
12
Consumentenbond Belastinggids 2014
Hoe het dit jaar gaat is nog niet bekend. Check hiervoor vanaf begin maart www.consumentenbond.nl/controlethema.
KENNISQUIZ Test in het dossier hoe groot úw kennis is over inkomstenbelasting en belastingheffing in Nederland! Komt u erachter dat u nog veel niet weet, dan vindt u in de rest van het dossier meer informatie.
STEL UW VRAAG AAN ONZE BELASTINGEXPERT Lezers van de Belastinggids bieden we tot 31 maart 2014 de mogelijkheid vragen te stellen aan onze belastingexpert. Dit kan via www.geldgids.nu. Uw vragen worden binnen vijf werkdagen beantwoord door Marjan Langbroek, de auteur
van deze gids. Zij studeerde fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam en geeft al ruim 20 jaar belastingadvies aan particulieren. Geldgids-abonnees kunnen het hele jaar door via www.geldgids.nu vragen stellen over belastingen.
WOORDENLIJST Overbedelingsschuld, fiscaal partnerschap en Duitse Rente, wat houdt dat ook alweer precies in? U kunt het nazoeken in de woordenlijst van het onlinebelastingdossier.
CORRECTIES EN WIJZIGINGEN De Belastinggids wordt soms ingehaald door de tijd. Eventuele errata vindt u in het onlinebelastingdossier.