M 201204
Belangstelling MKB voor duurzame energie
Coen Bertens Johan Snoei Zoetermeer, april 2012
Inleiding Flinke interesse bij MKB-bedrijven om te investeren in duurzame energie De vakbladen en aanbieders wijzen er al een tijd op dat het keerpunt voor duurzame energie nabij is. Sommigen zeggen zelfs dat dit keerpunt met enige hulp van de overheid flink zou kunnen worden vervroegd. Uit recent onderzoek van Panteia/EIM blijkt duidelijk dat er in het MKB veel interesse bestaat om te investeren in duurzame energie en in het bijzonder in zonneenergie. Een derde van het MKB geeft namelijk aan de komende tijd te willen investeren in duurzame energie. Driekwart daarvan wil dat (vooral) doen in zonnecollectoren. In de laatste meting van het MKB Beleidspanel zijn die vragen gesteld aan 911 MKB-bedrijven. Hieruit blijkt dat een vijfde van het MKB zegt de laatste drie jaar te hebben geïnvesteerd in duurzame energie. In de praktijk blijkt dat het daarbij vooral ging om het overstappen naar leveranciers van groene energie en het investeren in energiebesparing. Op basis daarvan wordt geconcludeerd dat niet meer dan 5% van de bedrijven in het MKB de afgelopen drie jaar in duurzame energie heeft geïnvesteerd. De interesse om de komende tijd te investeren in duurzame energie, hangt vooral samen met de milieubijdrage en de verwachte kostenvoordelen. Daarnaast worden een positief effect op het bedrijfsimago en een zekere onafhankelijkheid van energieleveranciers genoemd. Duurzaam ondernemen, en in het bijzonder energie-inkoop of duurzame energie, wordt de laatste jaren in toenemende mate vanuit de lokale omgeving of regio gestimuleerd. Het betreft dan veelal een burgerinitiatief of projecten die zijn geïnitieerd door ondernemende burgers of betrokken ondernemers. Er ontstaan steeds meer van dergelijke spontane samenwerkingsverbanden. Niet meer dan 5% van het MKB kent dergelijke samenwerkingsverbanden en maakt daar gebruik van. Ruim een kwart van de bedrijven die dergelijke samenwerkingsverbanden niet kennen, geeft aan daar belangstelling voor te hebben. Hun belangstelling gaat daarbij vooral uit naar energiebesparing en duurzame energie.
F os si e l e ve rs us du u rza m e e ne r gi e In onze samenleving wordt nog hoofdzakelijk gebruikgemaakt van energie die gewonnen wordt uit fossiele brandstoffen: aardolie, aardgas en steenkolen. De productie en consumptie daarvan zorgt voor uitstoot van CO2 . Voor fossiele brandstoffen bestaan alternatieven, zoals kernenergie en duurzame energie. De elektriciteit die wordt gewonnen door kernenergie, is in principe schoon, maar het radioactieve afval dat kerncentrales produceren, zorgt voor moeilijk oplosbare problemen met betrekking tot de opslag. Duurzame energie wordt geput uit hernieuwbare, 'onuitputtelijke' bronnen zoals zon en wind. We onderscheiden twee vormen van duurzame energie. Allereerst zijn er bronnen van duurzame energie, die elektriciteit opwekken (windenergie, (fotovoltaische) zonne-energie, waterkracht en bio-energie). Daarnaast zijn er bronnen van duurzame energie, die warmte produceren (aardwarmte, (thermische) zonne-energie en warmtepompen (omgevingsenergie)).
2
V o o r- e n na d e le n Een keuze voor duurzame energie heeft voor ondernemers zowel voordelen als nadelen. Een nadeel is dat duurzame energie vaak nog iets duurder is dan fossiele energie, hoewel de terugverdientijden wel steeds aantrekkelijker worden, zeker met de sterk stijgende prijzen van fossiele brandstoffen. Ook gaat het om nieuwe technologie die vaak nog onbekend en sterk in ontwikkeling is. Verder is het ook de vraag in hoeverre ondernemers zelf kunnen beslissen om te investeren in duurzame energie. Men is daarbij veelal afhankelijk van verhuurders/eigenaars van de bedrijfspanden die men gebruikt of van vergunningverleners. Zo zijn veel lagere overheden terughoudend bij het toekennen van bouwvergunningen. Dat geldt vooral voor windenergieparken, omdat die de horizon vervuilen. Op korte termijn is er echter ook een belangrijk aantal voordelen. Als de terugverdientijden nog aantrekkelijker worden, is er eenvoudigweg sprake van kostenbesparing en dat is belangrijk in tijden van economische crisis. De vakbladen en aanbieders wijzen er in dit verband al een tijd op dat het keerpunt voor duurzame energie nabij is. Verder maakt duurzame energie bedrijven minder afhankelijk van energieleveranciers en kan het gebruik ervan een positief effect hebben op het bedrijfsimago (duurzaam ondernemen). Investeren in duurzame energie zorgt verder voor meer innovatie en nieuwe werkgelegenheid. Duitsland is daarvan op het gebied van zonne-energie een fraai voorbeeld. Ook zou kennis over duurzame energie in de toekomst een belangrijk exportartikel kunnen worden. De Chinese overheid verwachtte in 2010 al dat de mondiale markt voor zonnepanelen zou groeien met 25%. Van de totale productie op dat moment, exporteerde China 98%.
B e la n gst e l l in g vo or d uur za m e en er g i e wo rd t ges t im ul e e rd Wereldwijd zijn er momenteel talloze initiatieven die de transformatie mogelijk moeten maken van fossiele naar duurzame energie. Desertec (www.desertec.org) bijvoorbeeld gaat vanaf 2019 energie leveren vanuit zonnekrachtcentrales in de Sahara. In 2050 haalt Europa hier 15% van haar energie vandaan. Windmolenparken verschijnen overal ter wereld. Het lijkt wel een wedloop wie daarin wereldmarktleider is. Momenteel wordt grofweg drie procent van de Nederlandse energievoorraad gewonnen uit duurzame bronnen. De Nederlandse overheid streeft ernaar om dit percentage in 2020 te laten oplopen tot 20%. Minister Verhagen heeft onlangs de stimuleringsregeling duurzame energie (SDE+) aangepast. Deze regeling overbrugt het verschil tussen de geldende energieprijzen en de garantieprijs voor duurzame energie. Op deze manier wordt volgens Verhagen 'per euro belastinggeld meer groene energie opgewekt'. Medio 2011 zijn er bijna 600 aanvragen voor subsidie voor duurzame energie gedaan. Dat meldde het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), dat in 2012 1,7 miljard euro aan subsidiegeld beschikbaar stelde. De regeling SDE+ zorgt ervoor dat er, door middel van subsidie, concurrentie ontstaat tussen alle verschillende manieren van opwekken van schone energie. In Nederland zijn er veel geluiden dat duurzame energie onvoldoende wordt gestimuleerd door de Nederlandse overheid. Er is immers al veel mogelijk, maar de belangen liggen gevoelig en er wordt gesteld dat er te weinig middelen voor worden vrijgemaakt. Op lokaal niveau zijn er mede daarom steeds meer particuliere partijen die zelf plannen maken om van gebouwen
3
en wijken energiecentrales maken. Daarbij wordt zo veel mogelijk gebruikgemaakt van lokale ondernemers en van subsidiemogelijkheden die door gemeenten worden aangeboden in het kader van 'klimaatneutrale gemeenten'.1 In Nederland is een groeiend aantal gemeenten geïnteresseerd in de vraag hoe zij klimaatneutraal dan wel duurzaam kunnen opereren.2
E rva a r t h et M KB duu r za m e e ne r gi e o ok a ls ee n k a ns? Uit de recent gepubliceerde Energie- en klimaatmonitor Agrosectoren 2011 blijkt dat de Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven inmiddels meer elektriciteit produceren dan zelf verbruiken. De totale bijdrage van deze sectoren aan de in Nederland gebruikte duurzame energie is 44 procent. Ruim de helft van het energieverbruik van de land- en tuinbouwbedrijven zelf (uitgezonderd de glastuinbouw) is afkomstig uit hernieuwbare bronnen. Hoe staat het MKB hierin? Is het keerpunt rond duurzame energie ook zichtbaar in het gedrag of de houding van het MKB ten aanzien van duurzame energie? Deze minirapportage betreft een beschrijving van reacties van 911 MKB-bedrijven op vragen naar het investeringsgedrag en de interesse in duurzame energie. Verder is gevraagd naar hun bekendheid met en interesse in informele, lokale samenwerkingsverbanden die behulpzaam kunnen zijn bij het invullen van duurzaam ondernemen en het investeren in duurzame energie.
1
Investeringen in duurzame energie
E en v i jf d e va n h e t M KB z eg t in d uu r za m e en e rg i e t e h e bb en g e ïn v es t ee r d… Eind 2011 is aan de bedrijven in het MKB Beleidspanel gevraagd of men in de afgelopen 3 jaar heeft geïnvesteerd in maatregelen rond duurzame energie(bronnen). Een vijfde van de bedrijven geeft aan dit te hebben gedaan. Onder de bedrijven tussen 10 en 50 werkzame personen bleek een derde aan te geven hierin te hebben geïnvesteerd. Onder bedrijven tussen 50 en 250 werkzame personen was dat bijna de helft.
… ma a r b i jna d e h el ft da a rva n b li jk t 's l ec hts ' ov e rg es ta pt na a r d uu r za m e l ev e ra n ci e rs… Aan de groep ondernemers die aangeeft te hebben geïnvesteerd in duurzame energie, zijn verschillende investeringsvormen van duurzame energie voorgelegd (de in tabel 1 genoemde percentages tellen hierdoor niet op tot 100%). Van de groep MKB-ondernemers die aangeeft te hebben geïnves-
4
1
In de gemeente Dalfsen kunnen ondernemers subsidie aanvragen voor het installeren van zonnepanelen op hun bedrijfspand. Er is een subsidiebudget van een miljoen euro. De gemeente wil dat ondernemers samenwerken bij de inkoop om zo samen minimaal 500.000 Wattpiek aan zonnepanelen te realiseren.
2
Klimaatneutrale gemeenten hebben doorgaans drie doelen: 1) het treffen van energiebesparende maatregelen, 2) het opwekken van duurzame energie (op eigen grondgebied) en 3) compensatie van uitstoot die toch wordt veroorzaakt.
teerd in duurzame energie (tabel 1), ziet blijkbaar bijna de helft 'overstappen naar duurzame leveranciers' als een investering in die richting. Figuur 1
Percentage MKB-bedrijven dat aangeeft te hebben geïnvesteerd in duurzame energie, naar maatregel en grootteklasse
plaatsing/gebruik van (eigen) zonnecollectoren
plaatsing/gebruik van een zonneboiler
plaatsing/gebruik van een warmtepomp
plaatsing/gebruik van een windturbine etc.
gebruik van warmte-koude opslag
0%
2% Microbedrijf
4% Kleinbedrijf
6%
8%
Middenbedrijf
10%
12%
14%
Totaal MKB
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
Verder blijkt uit figuur 1 dat in zonnecollectoren, zonneboilers en warmtepompen relatief het vaakst is geïnvesteerd. Warmte-koude opslag (WKO) wordt vooral door het grotere MKB genoemd. Het gaat daarbij om een duurzame techniek waarmee uit warmte die van nature aanwezig is in de bodem en in het grondwater, energie kan worden gewonnen. In windenergie is door het MKB niet of nauwelijks geïnvesteerd. Een verklaring hiervoor ligt in het feit dat de land- en tuinbouw niet in het MKB Beleidspanel is opgenomen. Vooral agrarische bedrijven investeren in windenergie. Voor sommige bedrijven geldt zelfs, dat daarmee meer wordt verdiend dan met de reguliere bedrijfsvoering. In tabel 1 is een verdeling gemaakt naar sectoren. Het overstappen naar duurzame leveranciers wordt het vaakst genoemd door MKB-ondernemers in de horeca, de financiële dienstverleners en de verhuur/zakelijke dienstverleners. De bouw en de industrie zijn de sectoren die vaker concrete investeringen noemen. Verder blijkt duidelijk dat het vooral de sectoren bouw en industrie zijn, die de afgelopen drie jaar hebben geïnvesteerd in duurzame energie. Zonneenergie blijkt vooral in de bouw, de industrie en de transportsector het vaakst te worden toegepast. WKO is duidelijk vooral in de industrie het populairst. Warmtepompen blijken het vaakst in de industrie, de horeca en de verhuur/zakelijke dienstverlening te worden toegepast.
5
Tabel 1
Percentage MKB-bedrijven dat aangeeft te hebben geïnvesteerd in duurzame energie, naar maatregel en sector
Logies
InduMaatregelen
strie
Bouw
Zake-
Overi-
Finan-
lijke
ge
Handel
en
ciële
dienst-
dienst-
en re-
maal-
Ver-
instel-
verle-
verle-
Totaal
paratie
tijden
voer
lingen
ning
ning
MKB
overstap naar duurzame energieleverancier
45%
40%
43%
69%
43%
63%
73%
43%
55%
12%
24%
5%
1%
12%
0%
7%
8%
8%
5%
21%
7%
0%
0%
0%
3%
6%
6%
11%
2%
2%
13%
0%
2%
7%
5%
6%
1%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
7%
1%
0%
1%
2%
1%
0%
0%
1%
te weten: …
30%
37%
41%
21%
39%
30%
52%
44%
41%
weet niet/geen antwoord
15%
2%
9%
18%
18%
10%
2%
6%
8%
plaatsing/gebruik van (eigen) zonnecollectoren plaatsing/gebruik van een zonneboiler plaatsing/gebruik van een warmtepomp plaatsing/gebruik van een windturbine etc. gebruik van warmte-koude opslag (WKO) (nog) andere maatregelen,
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
… en ve e l k l e in e (r e ) b ed r i j ve n n oe m en en e rg i eb e spa r in gs ma a t r eg e l en a ls vo or b ee l d en va n hu n in ve st e r in ge n in du ur za me e ne r g ie Verder geven de bedrijven aan dat men ook 'andere maatregelen' rond duurzame energie heeft getroffen (zie tabel 1). Nadere analyse hierop laat zien dat de bedrijven daarbij vooral energiezuinige verlichting, schonere voertuigen en isolatiemaatregelen noemen. Dat zijn geen investeringen in duurzame energie maar in energiebesparing.
P e r s a l d o: n i et m ee r da n 5 % va n h et M KB h ee ft in d e a fg e lo p en 3 j a a r ge ï nv est e e rd in duu r za m e en e rg i e Uitgaande van de in tabel 1 genoemde percentages en het feit dat grote groepen ondernemers 'investeren in duurzame energie' hebben geïnterpreteerd als 'overstappen op duurzame energieleverancier' of als investeringen in vormen van energiebesparing, heeft in de praktijk maximaal 5% van het totale MKB geïnvesteerd in duurzame energie.
6
2
Belangstelling voor duurzame energie
E en d e rd e va n h et M KB z eg t in t er es se t e he b be n om t e i nv est e r en i n d uu rza m e en er g i e… In de enquête is aan de bedrijven eerst gevraagd naar hun daadwerkelijke investeringsgedrag (vorige paragraaf). Vervolgens is aan de bedrijven gevraagd of men interesse heeft om in de komende drie jaar te investeren in maatregelen rond duurzame energie(bronnen). Vanzelfsprekend is die vraag gesteld aan zowel bedrijven die tijdens de afgelopen drie jaar al investeringen hebben gedaan als bedrijven die dat nog niet hebben gedaan. Meer dan de helft van het middenbedrijf en bijna de helft van de kleine bedrijven geeft aan hierin interesse te hebben. De belangstelling voor investeren in duurzame energie is duidelijk hoger dan het feitelijke investeringsgedrag van de afgelopen 3 jaar. Daarmee kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een aanzienlijke potentiële doelgroep van duurzame energiegebruikers.
… en da t b e tr ef t vo ora l i n zo nn ec ol l e cto r en Opnieuw zijn aan de bedrijven met interesse in duurzame energie, verschillende investeringsvormen van duurzame energie voorgelegd. Uit figuur 2 blijkt duidelijk dat de belangstelling vooral uitgaat naar zonnecollectoren. Ruim twee derde van het MKB heeft hierin interesse. Die belangstelling sluit aan bij de doorgaans sterk overtekende subsidies voor zonne-energie. Van het MKB met interesse in duurzame energie noemt 30% van het MKB nog dat men wil 'overstappen naar een duurzame energieleverancier'. Daarnaast geeft 20-25% van het MKB aan belangstelling te hebben voor WKO of warmtepompen. Uitgaande van de daadwerkelijke investeringen gedurende de afgelopen drie jaar (figuur 1) is er thans sprake van een beduidend hogere ambitie. Daarentegen is de belangstelling voor windenergie in het MKB vrij beperkt. Verder worden in de categorie 'andere maatregelen' diverse investeringsmogelijkheden genoemd. Houtkachels en houtgestookte centrale verwarmingsinstallaties worden het vaakst genoemd. Daarnaast worden er ook nog enkele energiebesparingsmaatregelen genoemd.
7
Figuur 2
Percentage MKB-bedrijven dat aangeeft interesse te hebben om te investeren in duurzame energie, naar maatregel en grootteklasse
overstap naar duurzame energieleverancier plaatsing/gebruik van (eigen) zonnecollectoren plaatsing/gebruik van een zonneboiler plaatsing/gebruik van een warmtepomp plaatsing/gebruik van een windturbine etc.
gebruik van warmte-koude opslag
0%
10%
20% Microbedrijf
30% Kleinbedrijf
40%
50% Middenbedrijf
60%
70%
80%
Totaal MKB
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
B ouw h ee ft m e est e i nt er e ss e i n duu r za m e en e rg i e In tabel 2 wordt de interesse in duurzame energie weergegeven naar sector. Daaruit valt af te lezen dat de bouw de meeste interesse toont, gevolgd door de financiële instellingen, de industrie en daarna de horeca en de verhuur/zakelijke dienstverlening.
8
Tabel 2
Percentage MKB-bedrijven dat aangeeft interesse te hebben om te investeren in duurzame energie, naar maatregel en sector
InduMaatregelen
strie
Bouw
Handel
Logies
en re-
en
para-
maal-
Ver-
tie
tijden
voer
Zake-
Overi-
Finan-
lijke
ge
ciële
dienst
dienst
instel-
verle-
verle-
Totaal
lingen
ning
ning
MKB
overstap naar duurzame energieleverancier
22%
27%
35%
37%
39%
33%
29%
29%
30%
64%
75%
56%
61%
49%
79%
70%
70%
66%
27%
41%
19%
29%
10%
29%
23%
23%
26%
30%
40%
18%
29%
11%
30%
27%
27%
26%
17%
26%
12%
6%
7%
10%
5%
5%
10%
30%
17%
19%
20%
7%
27%
23%
23%
21%
3%
14%
7%
17%
5%
9%
14%
14%
10%
14%
0%
9%
1%
24%
1%
3%
3%
7%
plaatsing/gebruik van (eigen) zonnecollectoren plaatsing/gebruik van een zonneboiler plaatsing/gebruik van een warmtepomp plaatsing/gebruik van een windturbine etc. gebruik van warmtekoude opslag (WKO) (nog) andere maatregelen, te weten: … weet niet/geen antwoord
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
R u im d r i ek wa r t M KB met int e r ess e i n du ur za m e en e rg ie z i et k o st en vo o rd e le n Aan de bedrijven met interesse om (verder) in duurzame energie te investeren, is gevraagd naar de achtergrond van die interesse. Uit figuur 3 valt af te lezen dat de meeste van de MKB-bedrijven weten dat duurzame energie goed is voor het milieu, dat het bijdraagt aan minder vervuiling/emissies. Tevens blijkt dat ruim driekwart van die bedrijven verwacht dat men daarmee kosten kan besparen. Deze verwachting geeft duidelijk aan dat het keerpunt nabij is. Verder ziet ongeveer twee derde van de bedrijven investeren in duurzame energie als iets dat goed is voor het bedrijfsimago en een vergelijkbare groep vindt dat investeren in duurzame energie het bedrijf onafhankelijker maakt van energieleveranciers. De almaar stijgende energieprijzen en het risico van storingen rond energieleveringen maken het immers aantrekkelijker om 'selfsupporting' te zijn als ondernemer. Een relatief kleine groep MKB-bedrijven geeft als motivatie aan door de aanschaf te willen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van duurzame energie. Dat is ook niet zo vreemd. Bedrijven verwachten immers dat duurzame energie kosten bespaart.
9
Figuur 3
Motivatie van MKB-bedrijven die aangeven interesse te hebben om te investeren in duurzame energie
We willen bijdragen aan minder vervuiling/ emissies
We verwachten hiermee kosten te besparen
We willen onafhankelijker worden van energieleveranciers
Het is goed voor ons imago
Wij willen door de aanschaf bijdragen aan de verdere ontwikkeling ervan 0%
zeer mee eens
20%
mee eens
40%
neutraal/geen mening
60%
mee oneens
80%
zeer mee oneens
100%
weet niet
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
M KB i n in du st r ie e n tra n sp o rt k a n he t me es t ze l f b es l is s en ov e r d uu r za m e en e rg i e Aan de bedrijven met interesse om te investeren in duurzame energie is verder nog gevraagd in welke mate men zelf in staat is om daarin te investeren of dat men daarbij afhankelijk is van een verhuurder/eigenaar van het bedrijfspand waarin men werkt. Het industriële MKB is het meest zelfstandig in het beslissen over duurzame energie, gevolgd door de transportbedrijven. Het minst zelfstandig is de horeca, gevolgd door de handel en de financiële instellingen.
3
Bekendheid met informele, lokale samenwerkingsverbanden
Duurzaam ondernemen, en dus ook duurzame energie, wordt de laatste jaren in toenemende mate vanuit de lokale omgeving of regio gestimuleerd. Dergelijke samenwerkingsverbanden worden georganiseerd tussen burgers, bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen en zijn erop gericht om investeringen in duurzaam ondernemen en duurzame energie te kunnen ontwikkelen en realiseren. In de publicatie 'Blik op MVO' van MVO Nederland wordt lokale samenwerking als een van de belangrijkere trends gezien om tot duurzame innovaties en duurzaam ondernemen te komen (trend 10: coalities voor duurzaamheid). Hierin wordt gesteld dat er in Nederland steeds meer duurzaamheidscoalities ontstaan met verrassende samenwerkingspartners. Duidelijk is dat het onderwerp lokale energiebedrijven leeft. Lokaal betekent veelal een burgerinitiatief of projecten die zijn geïnitieerd door ondernemende burgers of betrokken ondernemers. Een voorbeeld daarvan is DOM-
10
contact1, een samenwerkingsverband rond duurzaam ondernemen rond Utrecht. Een ander voorbeeld betreft 'De Groene Reus' in Almere, die kansen met zonnepanelen en windmolens verkent, waarin concrete businesscases centraal staan.2 Bedrijven en een burgerinitiatief kunnen elkaar hierbij helpen door actief de samenwerking op te zoeken.
G e r in ge b ek en dh e id M KB m et l ok a l e, i nfo r me l e sa m en we rk i ngs v e rba nd en ron d du ur za a m o nd e rn em en … Binnen de Nederlandse samenleving vinden bedrijven en burgers elkaar steeds meer als het gaat om het streven naar duurzaamheid. Het gaat daarbij om initiatieven op het gebied van gezamenlijke inkoop van duurzame energie, gezamenlijk gebruik van duurzame energiebronnen, overleg over mogelijkheden om duurzaam te ondernemen, et cetera. Behalve individueel investeren in duurzame energie kunnen ondernemers ook deel uitmaken van investeringen in duurzame energie, die in collectief verband plaatsvinden. Op die manier kunnen terugverdientijden immers aantrekkelijker worden en kunnen ook grotere projecten worden aangepakt. Aan alle deelnemers van het Beleidspanel is gevraagd of men bekend is met een of meer informele samenwerkingsverbanden rond duurzaam ondernemen in de regio. Slechts 17% van het totale MKB geeft aan dergelijke samenwerkingsverbanden te kennen. Naarmate de bedrijven groter zijn, neemt de bekendheid daarmee wel toe (20-30%). De resultaten die in figuur 4 worden gepresenteerd, wekken de indruk dat MKB-bedrijven in de bouw en het transport er het minst mee bekend zijn (minder dan 10%). Figuur 4
Percentage van MKB-bedrijven dat zegt bekend te zijn met informele, lokale of regionale samenwerkingsverbanden rond duurzaam ondernemen
Industrie Bouwnijverheid Handel en reparatie consumentenartikelen Logies en maaltijden Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verhuur en zakelijke dienstverlening Overige dienstverlening Totaal MKB 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
1
Zie bijvoorbeeld: http://www.dom-contact.nl.
2
Participatiemodellen voor de realisatie van windenergie op land: een handreiking voor bewoners, lokale ondernemers, gemeenten en investeerders. Agentschap NL, november 2011.
11
… ma a r z e ook m et na a m n oe me n , b l i jk t e r g mo e i l i jk Als in het onderzoek wordt gevraagd naar de namen van die samenwerkingsverbanden, dan wordt het akelig stil. Minder dan de helft van de bedrijven die hebben aangegeven informele samenwerkingsverbanden te kennen, kunnen namen noemen. Een flink deel daarvan betreft brancheorganisaties, energiebedrijven, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en winkeliersverenigingen. Verder worden vooral diverse organisaties rond parkmanagement genoemd en ook diverse organisaties die collectieve energieinkoop verzorgen. In tabel 3 worden enkele voorbeelden genoemd van samenwerkingsverbanden die (op het eerste oog) lijken te voldoen aan de beschrijving 'informele, lokale en regionale samenwerkingsverbanden'. Tabel 3
Informele, lokale of regionale samenwerkingsverbanden rond duurzaam ondernemen, die zijn genoemd door MKB-bedrijven
Genoemde informele, lokale of regionale samenwerkingsverbanden rond duurzaam ondernemen Energy ValleyTexel energie Duurzaamheidscafe Dordrechtstichting wij willen zon H2O Samenwerkingsverband Noord Veluwe Duurzaam Peel en Maas BZW Duurzaam ondernemen gemeente Breda MindTheirBusiness Duurzaam Oosterhout Educohof Emmen Dom-contact
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
N i e t m e e r da n 5 % va n h et t ota l e M KB ma a k t ge b ru ik va n de r ge l i j k e sa m en we rk in gs ve r ba n d en Minder dan 30% van de MKB bedrijven die bekend zijn met informele, lokale of regionale samenwerkingsverbanden rond duurzaam ondernemen, geven aan daar in de praktijk gebruik van te maken. Dat is ook niet zo verwonderlijk als we hebben geconstateerd dat een flink deel van de bedrijven die zeggen bekend te zijn met dergelijke samenwerkingsverbanden, namen noemen die daar op het eerste gezicht niet echt bij aansluiten. Voor het totale MKB betekent dit dat naar schatting niet meer dan 5% gebruik maakt van dergelijke samenwerkingsverbanden.
12
4
Interesse in informele, lokale samenwerkingsverbanden
R u im ee n k wa r t v a n he t M KB da t ge en sa me nwe r k i ng sv er ba nd k en t, he ef t da a rvo o r we l be la ng st e l l ing Aan de bedrijven die geen samenwerkingsverband wisten te noemen, is gevraagd of men daar wel interesse in heeft. Van deze groep bedrijven gaf ruim een kwart aan daar belangstelling voor te hebben. Uit figuur 5 valt af te lezen dat de belangstelling hiervoor het grootst is bij de horeca en verhuur/zakelijke dienstverlening. De belangstelling bij financiële instellingen lijkt het geringst. Figuur 5
Percentage van MKB-bedrijven dat nog geen informele, lokale samenwerkingsverbanden kent, maar daar wel interesse in heeft
Industrie Bouwnijverheid Handel en reparatie consumentenartikelen Logies en maaltijden Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Verhuur en zakelijke dienstverlening Overige dienstverlening Totaal MKB 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
B e la n gst e l l in g ga a t vo or a l u i t na a r e ne r g ie b esp a r i ng e n duu r za m e e n er g i e Aan zowel bedrijven die deelnemen aan informele, lokale samenwerkingsverbanden als bedrijven die daarin geïnteresseerd zijn, is gevraagd waarnaar hun belangstelling daarbij dan vooral uitgaat. Uit figuur 6 valt af te lezen dat de belangstelling van MKB-bedrijven vooral uitgaat naar energiebesparing en duurzame energie. Gezien het onderwerp van dit onderzoek is dat ook niet zo verwonderlijk. Ook uit eerdere studies rond MVO in het MKB1 bleek al dat energiebesparing de meeste aandacht krijgt. Ten slotte is nog nagegaan of er in termen van informatiebehoefte verschillen zijn tussen bedrijven die reeds deelnemen aan informele, lokale samenwerkingsverbanden en bedrijven die er nog geen kennen maar er wel in geinteresseerd zijn. Het enige verschil is dat bedrijven die reeds deelnemen aan informele, lokale samenwerkingsverbanden, relatief meer interesse hebben in 'communiceren over duurzaam ondernemen'.
1
MVO-ambities in het MKB, 2011, EIM, Zoetermeer.
13
Figuur 6
Belangstelling voor duurzaamheidsonderwerpen van MKB-bedrijven die actief zijn of interesse hebben in informele, lokale samenwerkingsverbanden rond duurzaam ondernemen
energiebesparingmogelijkheden mogelijkheden van duurzame energie maatregelen om de milieubelasting te verminderen ontwikkelen van duurzame producten en diensten communiceren over duurzaam ondernemen (nog) anders, te weten:
weet niet/geen antwoord 0%
5%
10%
Bron: Panteia/EIM MKB Beleidspanel, 2012.
14
15%
20%
25%
30%
35%