u p l e g e G ers
n s o d w n a i t an
S v y g l n i e n L e
n e id eild
m e D
‘Bekendheid en imago gemeenteraad 2009’ In december 2009 hebben 1.246 leden van het LelyStadsPanel een vragenlijst ingevuld over de Lelystadse gemeenteraad. Het onderzoek had als doel vast te stellen in hoeverre men bekend is met het werk van de gemeenteraad, wat hun mening is over het functioneren ervan en wat het imago diezelfde raad is. Uit het onderzoek komt naar voren dat men niet erg bekend is met de raad en wat die allemaal doet. Verder zijn de inwoners van Lelystad van mening dat hun belangen niet altijd even goed worden behartigd door de raad, terwijl ze dat wel de belangrijkste taak vinden. Het idee heerst dat partijbelangen of stadsbelang voorrang krijgen boven individuele belangen. Zo is men om diverse redenen erg negatief over de raadsbehandeling van het Groene Carré en de hele discussie over de coffeeshop. Positiever is men over hoe de uitbreiding van het vliegveld is aangepakt en het toelaten van de ‘grote grazers’ in de Hollandse Hout. Als eindoordeel geeft men de huidige raad een 5,8 als rapportcijfer. Wel overheerst de verwachting dat de gemeenteraad de komende jaren beter zal gaan functioneren.
Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320 - 278574 E-mail:
[email protected] www.lelystadspanel.nl
Nummer 7 |11 - 05 - 2010
Raadsvergadering
Colofon Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek en Statistiek Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij: Gemeente Lelystad Onderzoek en Statistiek Postbus 91 8200 AB Lelystad T 0320 27 85 74 F 0320 27 82 45 e-mail:
[email protected] Voor feiten en cijfers en overige onderzoeksrapportages kunt u terecht op onze website: www.os.lelystad.nl Lelystad, februari 2010
Politieke betrokkenheid Als eerste wordt bekeken in welke mate de Lelystedelingen zichzelf „politiek betrokken‟ achten. Dat wil zeggen: gaan ze stemmen als er verkiezingen zijn, hoe bekend zijn ze met de Lelystadse politiek, gaat men wel eens naar een raadsvergadering en dergelijke. Stemgedrag Aan de panelleden is gevraagd of ze bij de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 hebben gestemd. Grafiek 1 laat zien dat het grootste deel (ruim 80%) van de respondenten inderdaad heeft gestemd. Bij een vergelijkbaar onderzoek in 2007 was dit aandeel groter (88%). Bovendien was het aandeel dat op een coalitiepartij stemde toen duidelijk groter dan nu (48% tegen 39%). Grafiek 1. Stemgedrag gemeenteraadsverkiezingen maart 2006
Ja, maar weet niet meer wat gestemd 9%
35
31
30 25
30 29
12 13
15 10 Een van de coalitie partijen 39%
5
2
3
0
Heel bekend
Bekend
Niet bekend / niet onbekend 2007
Een van de andere partijen 33%
Er is hierbij een verband te zien naar enkele kenmerken van de panelleden. Zo melden ouderen duidelijk vaker dan jongeren dat ze wel hebben gestemd. Van de groep onder de dertig jaar zegt ruim een kwart “nee” op deze vraag tegen 10% van de 55plussers. Eenzelfde soort verband zien we naar opleidingsniveau: van de lager opgeleiden geeft 24% aan niet te hebben gestemd, van de hoger opgeleiden 11%. Minder dan een tiende deel van de panelleden is lid van een politieke partij; een vergelijkbaar aandeel als in 2007.
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
29
26
20
7%
Mocht niet stemmen 1%
Grafiek 2. Mate van bekendheid met activiteiten gemeenteraad
25
Vul ik liever Wilde niet niet in 3% stemmen Niet in de gelegenheid 8%
Affiniteit met de Lelystadse politiek Iets minder dan een kwart van de panelleden geeft aan weinig tot geen belangstelling te hebben voor ontwikkelingen in de Lelystadse politiek. Dit is een even groot aandeel als twee jaar eerder. Ook hier bestaat het verschil naar leeftijdsgroep: waar bij de ouderen minder dan een vijfde niet veel belangstelling zegt te hebben, is die voor de jongeren bijna een derde. In grafiek 2 is te zien in hoeverre men zich bekend acht met de activiteiten van de Lelystadse gemeenteraad. Er worden slechts geringe verschillen geconstateerd tussen 2007 en 2009. Ruim 40% zegt er weinig of niets vanaf te weten, minder dan 30% vindt zichzelf er juist (heel) bekend mee.
Niet zo bekend
Helemaal niet bekend
2009
Naast de activiteiten van de raad is ook gevraagd hoe bekend men is met de raad zelf. Om te beginnen moest antwoord worden gegeven op de vraag wie er nou eigenlijk deel uitmaken van de gemeenteraad. Daarbij was een (meervoudige) keus te maken uit „de burgemeester‟, „de wethouders‟, „de raadsleden‟, „de griffier‟ en „de gemeentesecretaris‟. Het juiste antwoord (alleen de raadsleden) werd gegeven door meer dan 40% van de respondenten. De verdeling van de ingevulde combinaties is in grafiek 3 weergegeven. Door een op de vijf mensen wordt gedacht dat ook burgemeester en wethouders tot de gemeenteraad behoren, wat sinds de invoering van het duale stelsel in 2002 niet meer het geval is. In de grafiek is verder te zien dat ongeveer een op de zes mensen van mening is dat de raadsleden juist niet in de raad zitten,
1
maar wel diverse combinaties van de andere. Meestal werd in die gevallen gekozen voor de combinatie burgemeester plus wethouders.
Grafiek 4. Relatie tussen belangstelling voor politiek en aantal raadsleden dat men kent
Geen raadsleden, wel anderen 16%
Overig 5%
Uitsluitend raadsleden 44%
Raadsleden + b&w + griffier en/of gem.secr. 8%
% dat de raadsleden kent vanuit belangstelling voor politiek
90
Grafiek 3. Wie maakt deel uit van de gemeenteraad?
80 70 60
50 40 30 20
10 0 1 raadslid
Raadsleden + burgem. 3%
Ook kon men zelf een zesde categorie invullen, wat slechts sporadisch gebeurde. Enkelen vulden in dat het om vertegenwoordigers van politieke partijen of volksvertegenwoordigers gaat. Een respondent, die blijkbaar niet erg tevreden is met de huidige raad, antwoordde op deze vraag alleen maar: “domme domme domme mensen”. Iets minder dan de helft (45%) van de mensen kent geen enkel raadslid bij naam. Als men wel de naam van raadsleden zou kunnen noemen, zijn dat er in tweederde van de gevallen enkelen: twee tot vijf. Aan de andere kant geeft een op de vijftien panelleden aan meer dan tien raadsleden bij naam te kennen. Van diegenen die een of meer namen kunnen noemen, kent men die in meer dan de helft van de gevallen uit de media. Voor een derde komt het (ook) door hun belangstelling voor de politiek, waardoor ze de raad min of meer volgen. Er is een duidelijk verband tussen de mate van belangstelling voor de politiek en het aantal raadsleden dat men kent. Naarmate men meer raadsleden bij naam kent, geeft men vaker aan dat men deze kent vanwege “mijn belangstelling voor politiek”. In grafiek 4 is dit verband af te lezen.
2
3-5 raads- 6-10 raads- 11 of meer leden leden raadsleden
Aantal raadsleden waarvan men zegt deze bij naam te kennen
Raadsleden + weth. 4%
Raadsleden + burg.&weth. 20%
2 raadsleden
Verder bestaat er een verband tussen het aantal raadsleden dat men bij naam kent en het opleidingsniveau. Hoger opgeleiden kennen duidelijk meer raadsleden, zoals grafiek 5 laat zien. Grafiek 5. Aantal raadsleden dat men bij naam kent, naar opleidingsniveau
Geen
Lager opgeleid
1 raadslid
Middelbaar opgeleid 2-5 raadsleden
Hoog opgeleid
6 of meer raadsleden
0%
20%
40%
60%
Eenzelfde beeld geeft de onderverdeling in leeftijdscategorieën: jongeren kennen minder raadsleden bij naam dan ouderen. Grafiek 5 maakt dit inzichtelijk met behulp van vier trendlijnen, die staan voor het aantal raadsleden dat men al dan niet zegt te kennen. Duidelijk is te zien dat de jongeren vaak geen raadsleden kennen en dat de panelleden rond de pensioenleeftijd de meeste kennis hebben op dit punt.
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
Grafiek 5. Bekendheid met aantal raadsleden, naar leeftijd; trendlijnen
% 100
80
geen raadslid
60
1 raadslid
40
2-5 raadsleden
20
6 of meer raadsleden
0 18
26
34
42
50
58
66
74
84
leeftijd in jaren
Taken van de gemeenteraad In de enquête is vervolgens in twee vragen geprobeerd te peilen wat volgens de inwoners de belangrijkste taken voor de gemeenteraad zijn en wat de belangrijkste taken zouden moeten zijn. In tabel 1 zijn de beide uitkomsten naast elkaar gezet. Daaruit blijkt dat de gewenste situatie voor twee van de genoemde taken afwijkt van de situatie zoals men die nu ervaart. Het behartigen van de belangen van de Lelystedelingen zouden meer mensen willen dan dit nu ervaren. Het omgekeerde is het geval met het – op hoofdlijnen – vaststellen van het gemeentelijk beleid: dat is volgens een deel van de bewoners eigenlijk geen taak, terwijl de raad dit wel doet. Tabel 1. Belangrijkste taken van de gemeenteraad huidig
gewenst
% Belangen behartigen van inwoners van de stad
73
82
Toezien op uitvoering van gewenst beleid
73
70
Op hoofdlijnen vaststellen van gemeentelijk beleid
64
54
Geld/uitgaven van de gemeente beheren
45
43
Nieuw beleid voor de stad bedenken
38
35
Imago van Lelystad regionaal en nationaal verbeteren
28
31
Anders
Bij de categorie “Anders” kon men een eigen antwoord invullen. Hier werden als huidige taken van de raad vooral enkele, vrij negatieve uitspraken gedaan, zoals: “Geld verkwisten”, “Op het pluche zitten” of “Het verzinnen van nieuwe belastingen voor haar inwoners”. Bij de gewenste taken werd vaker serieus gereageerd, met verscheidene keren de volgende strekking: “Informeren wat de bewoners graag willen”, “In contact treden met de burgers en verschillende beroepsgroepen” of alleen maar “Luisteren”. Verder werden er opmerkingen gemaakt als: “Zich niet als partij of persoon individueel profileren, maar samen als gehele raad opkomen voor de belangen van de stad”, “Strijdbijlen begraven” en “Toegankelijker zijn en gemakkelijker te benaderen”. Naast de vragen over wat de taken van de raad (zouden moeten) zijn, is het ook belangrijk om te weten hoe men oordeelt over de manier waarop de raad zijn taken uitvoert. Ongeveer een derde van de panelleden heeft hierover geen mening. Bij de overigen is een kwart van mening dat de taakuitvoering matig of slecht is. Ruim de helft kwalificeert het als voldoende. Zeer goed wordt door vrijwel niemand als antwoord gegeven: slechts 3 van de 1.200 respondenten. In grafiek 6 is de tevredenheid zichtbaar gemaakt met een onderverdeling naar het stemgedrag bij de laatste raadsverkiezingen. Duidelijk is te zien dat de stemmers op een van de partijen die de latere coalitie vormden tevredener zijn. De stemmers op
Grafiek 6. Oordeel over taakuitvoering door de raad, naar stemgedrag bij laatste raadsverkiezingen (7 maart 2006) gestemd op een van de coalitie partijen*
29
56
15
gestemd op een van de andere partijen
18
52
30
gestemd, maar weet niet meer waarop
21
47
32
mocht/kon/wilde niet stemmen
21
44
35
Vult dit liever niet in
10
totaal
23
52
38 53
25
0%
2
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
3
(zeer) goed
100% voldoende
matig/slecht
*CDA, PvdA, VVD of ChristenUnie
3
andere partijen of de niet-stemmers geven tweemaal zo vaak het oordeel matig of slecht. Hierbij zijn geen belangrijke verschillen geconstateerd tussen mannen en vrouwen of tussen verschillende leeftijdsgroepen. Wel is een licht verschil te zien naar opleidingsniveau: lager opgeleiden scoren vaker in de antwoorden goed of matig, hoger opgeleiden vaker in de middencategorie voldoende.
Grafiek 7. Invloed laatst bijgewoonde raadsvergadering op het vertrouwen in de gemeentelijke politiek % 80
73 67
60
40 26
Raadsvergaderingen Tweemaal per maand vergadert de gemeenteraad. Het staat alle inwoners van Lelystad vrij deze bij te wonen, maar van deze gelegenheid wordt maar door weinigen gebruik gemaakt. Over de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek zegt 70% geen raadsvergaderingen te hebben bijgewoond. Een op de negen heeft dit wel in het verleden gedaan maar niet in het afgelopen jaar. Dan resteert bijna 20% die wel een raadsvergadering heeft gevolgd, waarvan een kwart dat deed via internet. De gevonden percentages wijken niet veel af van de situatie in 2007. Er zijn in 2009 iets minder mensen die “Nee, nooit” antwoorden en iets meer mensen zeggen “Ja, een enkele keer”. Het aantal mensen dat dit regelmatig doet is constant gebleven op 2%. Mannen zijn vaker bezoekers van de raadsvergaderingen dan vrouwen: een bijna tweemaal zo groot aandeel deed dit „live‟ of via internet. Verder zijn ouderen iets frequentere bezoekers dan jongeren. Onderverdeeld naar opleidingsniveau zien we dat met name de lager opgeleiden het laten afweten: 12% volgt wel eens een raadsvergadering tegen circa 20% van de middelbaar en hoger opgeleiden.
20
18 9
0 vertrouwen is (sterk) vertrouwen is niet vertrouwen is (sterk) verminderd verminderd, niet vergroot vergroot 2007
4
2009
Opvallend is dat geen enkele respondent de kwalificatie sterk vergroot gebruikte, hooguit vergroot. Aan de andere kant werd sterk verminderd wel geregeld ingevuld. Grafiek 8 toont aan dat de politieke voorkeur een duidelijke relatie vertoont met de invloed van de raadsvergaderingen op het vertrouwen in de politiek. Bewoners die niet op een van de coalitiepartijen stemden of die helemaal niet hebben gestemd hebben bijna tweemaal zo vaak een negatief beeld over de vergadering dan stemmers op een coalitiepartij.
Grafiek 8. Invloed laatst bijgewoonde raadsvergadering op het vertrouwen in de gemeentelijke politiek, naar stemgedrag % 100 77
80
Van belang voor het opnieuw bijwonen van een raadsvergadering is de indruk die men heeft gekregen tijdens de bijeenkomst. Daarom is de vraag gesteld of de laatst bijgewoonde raadsvergadering invloed heeft gehad op het vertrouwen in de Lelystadse gemeentelijke politiek. In grafiek 7 is zichtbaar dat voor tweederde het vertrouwen niet is gewijzigd. Voor een klein deel werd dit vergroot, maar ruim een kwart gaf aan dat de vergadering een negatieve invloed had. Deze percentages zijn duidelijk negatiever dan in 2007 het geval was, zoals in de grafiek zichtbaar is.
7
60
60 32
40 20
17 6
7
0 vertrouwen is (sterk) verminderd
vertrouwen is niet vertrouwen is (sterk) verminderd, niet vergroot vergroot
Gestemd op een van de coalitie partijen
Anders of niet gestemd
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
Diegenen van wie het vertrouwen was verminderd, konden aangeven waardoor dit kwam. Uit grafiek 9 blijken twee redenen er bovenuit te springen, welke beide door meer dan de helft van deze groep werden aangekruist. Men vindt dat de raadsleden blijkbaar al voorafgaand aan de vergadering een standpunt heeft ingenomen en daar niet of te weinig van af wil wijken. Verder is men vaak teleurgesteld in de inhoudelijke kennis van de raadsleden. Meerdere antwoorden waren hierbij mogelijk, zodat het totaal optelt tot boven 100%. Grafiek 9. Oorzaken voor verminderd vertrouwen in gemeentelijke politiek n.a.v. laatst gevolgde raadvergadering Iedereen had zijn standpunt voor de discussie al ingenomen
55
Raadsleden waren inhoudelijk onvoldoende op de hoogte
52
Onderwerpen werden te oppervlakkig behandeld
35
Het duurde (veel) langer dan nodig was
26
Raadsleden namen elkaar niet serieus
23
Ik kon niet goed volgen waar de raadsleden het over hadden
14
Het was niet concreet genoeg
13
Anders
20 0
20
40
60 %
De respondenten hadden de gelegenheid een nadere toelichting of andere reden te geven voor wat (mede) de oorzaak was van het verminderde vertrouwen. Hiervan werd circa tachtig keer gebruik gemaakt. Vaak wordt genoemd dat men de ervaring heeft dat de partijbelangen prevaleren boven Lelystadse belangen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende citaten: “Bespreking NJN bijgewoond: geen der partijen slaagt erin het belang van Lelystad centraal te stellen. Vooral het elkaar vliegen afvangen lijkt tot kunst te zijn verheven”; “Het gaat m.i. te veel over partijpolitiek dan over de belangen van de burgers”; “Te veel partijpolitiek gepraat, veel te weinig daadkracht en slagvaardigheid”; “Populisme voert veelal de boventoon. Ook bij coalitiepartijen! Gaat vaak meer om het tevreden
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
stellen van individuen of enkele groepen, dan het belang van de stad”. Een andere categorie antwoorden behelst het „spelen van politieke spelletjes‟: “Ik kreeg de mening van gekonkel, als jij hierin meegaat help ik jou met jouw voorstel”; “Raadsleden zijn ergens tegen en stemmen toch maar voor”; “Het nemen van besluiten is het bespelen van elkaar waarbij de winst van tevoren bepaald is”; “Alle partijen lijken wel vijanden van elkaar, maar tegelijkertijd ook weer vrienden. Dat varieert naar believen”. Verder vinden ook diverse mensen dat de raadsleden te veraf staan van de „gewone‟ burger: “Raadsleden weten niet echt wat er leeft onder de bevolking. Ik heb wel eens het idee dat de raadsleden er voor zichzelf zitten”; “Wordt niet geluisterd naar de individuele burger, eigen belang (en partijbelang) speelt groter issue, politieke agenda is gericht op slechts aantal jaren en niet op meerjaren beleid”; “Arrogant en wereldvreemd + egotrippers”. Een vierde categorie met antwoorden die door meerdere mensen worden genoemd heeft te maken met de inhoudelijke sterkte van de raadsleden: “Deze gemeenteraad is kwalitatief te zwak en te amateuristisch”; “Laag nivo, de grootste mond krijgt de meeste aandacht”; “Enkele raadsleden van de verschillende partijen lijken het algemeen belang na te streven maar de rest is niet geschikt, niet professioneel, niet betrokken, gericht op eigenbelang, kortzichtig, one issue”.
Afstand tussen gemeenteraad en inwoners Informeren of meebeslissen De gemeenteraad is een gekozen volksvertegenwoordiging. Daarmee zou deze raad, gedurende de raadsperiode, in theorie kunnen doen en laten wat ze willen. Immers: ze hebben in feite een mandaat om, als democratisch gekozen vertegenwoordigers van de inwoners, te „regeren‟ en dus te doen wat hen goeddunkt. In de praktijk gaat dit niet zo. De raadsleden hebben contacten met hun eigen achterban en met andere inwoners wanneer ze „de wijk in gaan‟. Er is wel een
5
verschil in de mate waarin ze zich laten beïnvloeden in het te voeren beleid door deze individuele of groepen medebewoners van de stad. In een vraag is getracht te peilen hoever de invloed van de burger op de politiek reikt. Grafiek 10 laat de resultaten zien, waarbij opvalt dat men op alle vier punten vindt dat de gemeenteraad dat in onvoldoende mate doet. Maar vooral het raadplegen van de inwoners en het laten meebeslissen vindt men duidelijk onder de maat: driekwart is van mening dat de gemeenteraad dit te weinig doet.
trokken in het hele informatie- en besluitvormingsproces. Gerelateerd aan het eerste item is de panelleden ook gevraagd hoe ze vinden dat informatie uit de gemeenteraad de inwoners bereikt. Uit tabel 2 blijkt dat iets minder dan de helft (45%) dit matig of onvoldoende vindt. Een op de zeven vindt het goed tot zeer goed. Tabel 2. Hoe goed vindt u dat informatie uit de gemeenteraad inwoners bereikt? Zeer goed
Grafiek 10. Mate waarin de gemeenteraad de inwoners ...
Goed
55
… raadpleegt
25
57
… mee laat beslissen
41
74
0%
20% Te weinig
40%
23
60%
Precies goed
80%
100%
Te veel
Als wat dieper wordt gekeken welke categorieën inwoners dit sterker ervaren dan andere, dan blijken er duidelijke patronen zichtbaar. Voor alle vier graden van participatie geldt dat vrouwen en jongeren vaker aangeven hier geen antwoord op te hebben dan respectievelijk mannen en ouderen. Van degenen die het wel weten vinden jongeren vaker dan ouderen dat de inwoners te weinig worden geïnformeerd; op de andere drie antwoordcategorieen wijken de verschillende leeftijdsgroepen niet noemenswaardig van elkaar af. Verder vinden hoger opgeleiden vaker dan middelbaar en vooral lager opgeleiden dat het precies goed is zoals de raad de bevolking erbij betrekt. Niet geheel onverwacht vinden stemmers op een van de coalitiepartijen vaker dat het goed is dan stemmers op een van de andere partijen en de inwoners die niet hebben gestemd zijn nog vaker van mening dat men te weinig door de gemeenteraad wordt be-
6
Onvoldoende
14
40
31
14
45
74
… laat meepraten
Matig
% 1
… informeert
Voldoende
Stadsbelang of individueel belang Hierboven zijn, in het deel over de raadsvergaderingen, al redenen van ontevredenheid over deze vergaderingen genoemd. Een van de redenen is dat wordt ervaren dat partijbelangen lijken te gaan boven stadsbelangen. In een afzonderlijke vraag is iets vergelijkbaars aan de orde geweest. Hierbij ging het erom of men de verhouding tussen het stadsbelang en het belang van individuele inwoners voldoende in evenwicht vindt binnen het gemeentelijke beleid. Ruim 40% van de respondenten heeft hierover geen mening. De mening van de overigen is verwoord in grafiek 11. Bijna de helft vindt het wel in evenwicht met elkaar. Een bijna even groot gedeelte vindt het stadsbelang te veel prevaleren.
Grafiek 11. Mate waarin algemeen (stads)belang en individuele behoefte in evenwicht zijn Teveel nadruk op individuele behoefte 13%
Teveel nadruk op algemeen (stads)belang 42%
In evenwicht 45%
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
De respondenten konden hun keuze in een open antwoord nader toelichten. Bij de groep die vindt dat de nadruk teveel op de individuele behoefte van inwoners ligt komen enkele categorieën antwoorden naar voren, waarvan de volgende citaten als voorbeeld dienen: “De hardst schreeuwende actie groep of groep van kiezers krijgt gegarandeerd aandacht c.q. veel te veel aandacht. Er wordt dan kennelijk meer aan individueel scoren gedacht door de raadsleden dan de belangen van de gehele stad en bevolking”; “Groepsgrootte en/of mate van lawaai van actiegroepen is kennelijk belangrijker dan feitelijkheden”; “Bijv. de snelheid op de 4-baansdreven naar 50 km/h, omdat een paar bewoners van huizen aan zo'n dreef zich storen aan "herrie" van autobanden”; “Plaatsing van een geluidswal werd uitgesteld, omdat één Lelystedeling uit een andere wijk zich achtergesteld voelde”; “Voorbeeld: inwoners kopen een woning langs de dreef en gaan vervolgens klagen over geluid. Raad en college mogen best eens de rug recht houden”. Degenen die de beide factoren voldoende in evenwicht vinden gaven, zoals wel verwacht, minder vaak een toelichting. De teneur die hieruit naar voren komt wordt geïllustreerd met de volgende citaten: “Over het algemeen vind ik dat de gemeente de inwoners van Lelystad steeds meer betrekt bij haar beslissingen en dat het evenwicht bijna is gevonden. Doorslaan zou ook niet goed zijn, anders kunnen we wel zelf alles gaan beslissen”; “Er wordt geluisterd naar de individuele behoefte en waar mogelijk een oplossing gezocht, niet altijd naar wens van de individu maar toch voor de helft”; “Het algemeen belang is opgebouwd uit de individuele behoeften”; “Ik denk dat het soms wel uitmaakt of bepaalde mensen goed weten te lobbyen. Zij krijgen eerder hun zin zoals b.v. het gemopper van mensen op het Stadseiland”. De laatste groep zijn de mensen die van mening zijn dat het stadsbelang het te vaak wint. Deze hebben verreweg het vaakst hun keuze toegelicht. Een deel
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
doet dat vrij algemeen, zoals: “Volgens mij wordt de mening van de inwoners niet echt serieus genomen”. Het grootste deel geeft echter een of meer voorbeelden, waarbij bepaalde thema‟s vaak terugkeren: het verkeer (met name in het centrum), het vliegveld, bouwactiviteiten in de stad. Voor wat betreft het verkeer zijn de volgende citaten illustratief: “De ontwikkeling van en het zwalkende beleid als het om het verkeer gaat laat duidelijk zien dat er geen evenwicht is tussen wat de burgers willen en wat planologen bedenken”; “Het ego van b.v. het zeer gevaarlijke stadsverkrachtende Groene Carré”; “Soms staat uitvoering van beleid haaks op behoefte van inwoners (niet zozeer individuele). Bijvoorbeeld: verkeersbeleid tav versmalling dreven, fietspadennet”; “Om op het Groene Carré terug te komen: dat wordt gewoon doorgezet. Aan de verkeerspuinhoop gaat men voorbij. Alleen omdat een wethouder zijn naam daaraan wil verbinden. Op het gebied van het vliegveld zijn de opmerkingen vrij uniform, zoals: “Bijv. de komst van de vluchten van Schiphol is in belang van de economie maar op geen enkele manier is daarmee het individuele belang gediend”; “Ik irriteer me mateloos aan de discussie omtrent Lelystad Airport. Dit gaat een groep bewoners een hoop overlast veroorzaken (geluid en milieu). Toch wordt dit doorgezet in het belang van werkgelegenheid”. Op het gebied van de uitbreiding van de stad wordt onder meer het volgende opgemerkt: “Bij nieuwbouw bv. wordt teveel gebouwd terwijl er veel huizen te koop staan. Hierdoor ontstaat druk op de verkoopprijzen dat nadelig is voor de inwoners”; “Er wordt teveel aan stadsvernieuwing (centrum) gedaan, en er is te weinig oog om het goede te behouden”; “Door de keuze voor een volgebouwd centrum hebben we nu verkeersopstoppingen in Lelystad . Dat was niet nodig in zo’n ruim opgezette stad”. Ook geeft een deel aan zich als burger gewoonweg aan de kant gezet te worden: “Als er iets door gedrukt moet worden dan doen ze dat”; “Ik heb het idee dat er wel eens te veel aan het "Imago" van Lelystad wordt gewerkt. Dat het gaat om hoe Lelystad naar buiten toe overkomt en dat
7
er dan wordt vergeten dat het een fijne stad voor de bewoners moet zijn”; “Inspraakrondes voor bewoners op plannen als deze al vastliggen geeft aan dat nadruk op stadsbelang ligt”; “Bijvoorbeeld inbreiden/bouwen in het groen, het werkeiland en de psychiatrische buurt in Lelystad-Haven, lagen de plannen al helemaal klaar voor de buurt kon reageren”.
Grafiek 12. Gevoelsmatige afstand tussen Lelystedelingen en de lokale politiek 100 80 60 40 20
De lokale politiek op afstand In het onderzoek is een vraag opgenomen waarmee is geprobeerd visueel te maken hoe „ver-van-mijn-bed‟ men de Lelystadse politiek ervaart. Daarvoor kon men op een lijn (precies 100 millimeter lang) een stip zetten. Aan het begin van deze lijn stond een poppetje, wat de respondent symboliseerde. De afstand van het poppetje tot de stip verbeeldde de afstand die men voelt tot de gemeentelijke politiek. In het volgende plaatje is het gemiddelde van alle respondenten zichtbaar gemaakt met een rode streep.
Er blijken ook hierbij duidelijke verschillen te bestaan tussen verschillende groepen binnen de bevolking. In het volgende plaatje is te zien dat vrouwen zich verder af achten van de politiek dan mannen.
Naar leeftijd bekeken zijn er ook verschillen te zien. De jongvolwassen en de oudere senioren ervaren de grootste afstand tot de lokale politiek. Dit is zichtbaar gemaakt in grafiek 12. De licht gebogen rode lijn in de grafiek is de trendlijn. Deze laat zien dat men de minste afstand tot de gemeentelijke politiek voelt zo net voor de pensioengerechtigde leeftijd. Jongeren voelen de grootste afstand tot de lokale politiek en naarmate men langer met pensioen is, neemt de afstand ook weer wat toe.
8
0 18
26
34
42
50
58
66
74
84
leeftijd in jaren Gevoelsmatige afstand
Trendlijn
Het is ook interessant te bekijken in hoeverre het stemgedrag en de gevoelde afstand tot de politiek met elkaar verband houden. In het volgende plaatje zien we dat de stemmers op een coalitiepartij (bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen) zichzelf het minst ver af voelen van de lokale politiek.
Tot slot is gekeken in hoeverre het bijwonen van raadsvergaderingen een relatie heeft met de afstand die men voelt tot de politiek. In het volgende plaatje is het duidelijke verschil te zien tussen de respondenten die al dan niet in het afgelopen jaar een raadsvergadering hebben bijgewoond.
Dit is natuurlijk in zekere zin een „kip-ei-verhaal‟. Men voelt een bepaalde afstand tot de politiek en daardoor gaat men al dan niet naar raadsvergaderingen. Of men heeft wel raadsvergaderingen bezocht en door wat men daar heeft gehoord voelt men een grotere of kleinere afstand tot de politiek in Lelystad. Daarom is in het laatste plaatje te zien in welke mate de afstand die men heeft aangegeven in verband staat met de mate waarin het vertrouwen in de politiek was verminderd of vergroot naar aanleiding van
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
de laatst bezochte raadsvergadering. Het moge duidelijk zijn: er is een sterk verband tussen deze beide factoren.
Grafiek 13. Groene Carré: oordeel over behandeling daarvan door gemeenteraad Positief 8% Enigszins positief 15% Negatief 40%
Beleidsmatige onderwerpen Er zijn in de afgelopen jaren in Lelystad enkele onderwerpen geweest die de gemoederen danig hebben bezig gehouden. Deze zijn diverse keren in raadsvergaderingen behandeld en hierover werd geregeld in de lokale pers geschreven. Voor elk van de onderwerpen konden de panelleden aangeven hoe ze vinden dat de gemeenteraad deze zaak behandelt (of behandeld heeft). Daarbij kon men een aanvullende toelichting geven, waarvan bij alle vijf onderwerpen vooral gebruik is gemaakt door respondenten die als antwoord „negatief‟ aankruisten.
Groene Carré Een belangrijk onderwerp op verkeerskundig gebied is het zogeheten „Groene Carré‟, een onderdeel van het in 2001 vastgestelde Masterplan Stadshart. De belangrijkste ambitie daarvan is de kwaliteit van het stadshart te verbeteren. Het nieuwe stadshart wordt omzoomd door een geheel van lanen met lindes: het Groene Carré, dat in 2005 en 2006 is aangelegd met rijks- en Europese subsidies. Sindsdien zijn er echter diverse aanpassingen gedaan aan de oorspronkelijke situatie, vooral vanwege problemen met de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Uit grafiek 13 valt af te leiden dat minder dan een kwart een oordeel heeft dat aan de positieve kant is. Een op de vijf mensen is enigszins negatief, twee op de vijf zelfs negatief. De veelvuldig gegeven toelichtingen hebben als belangrijkste strekking dat men vindt dat er telkens opnieuw aanpassingen zijn verricht (waardoor het duurder is uitgevallen) en dat de verkeerssituatie desondanks onveilig is. Men verwijt de gemeenteraad en/of het college verder dat het hierbij onvoldoende slagvaardig of consistent heeft gehandeld.
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
Neutraal 17%
Enigszins negatief 20%
Een en ander wordt weerspiegeld in de volgende, vaak scherp geformuleerde citaten: “Bij het goedkeuren van de plannen voor het Groene carré heeft de gemeenteraad of geslapen of de leden zijn incompetent”; “Zoek bij het groene carré nu eens uit wat men precies wil, ipv telkens halfslachtige en slecht doordachte maatregelen te nemen”; “De Groene Carré is echt ontworpen achter de tekentafel. Schop die ambtenaren eens een paar dagen naar buiten voordat ze weer met zo'n klus beginnen. De praktijk is anders dan de tekentafel”; “De historie van de Groene Carré volgend, vind ik dat de gemeenteraad te laat wakker geworden is en vervolgens te ad hoc heeft gereageerd. Heeft geleid tot 'rommelige' besluiten en forse meerkosten”; “De raad moest zich schamen (waarom doen ze dat eigenlijk niet eens?)”; “Ik hoop dat de ambtenaren die dit bedacht hebben inmiddels zijn ontslagen”; “Groene Carré: er moeten eerst doden vallen voordat er geluisterd wordt naar de inwoners”; “Voor de Groene Carré zou de politiek zijn excuses aan moeten bieden en vertellen hoeveel of deze miskleun de inwoners extra heeft gekost”; “Fietsers en wandelaars zijn echt de klos nu. Centrum wordt onbereikbaar (wel mooi maar je kunt er niet meer veilig komen als fietser of wandelaar)” en “Groene Carré, zwalkbeleid, gevaarlijk voor de fietser!!”;
9
“Het Groene Carré lijkt mij een prestigekwestie van de wethouder(s). Heel onhandig, en zeker voor fietsers geen vooruitgang”. Iets anders wat meerdere keren terugkomt is dat het verkeer in het centrum niet meer doorstroomt: “Situatie Groene Carré is dramatisch. Nooit was er file in Lelystad nu sta ik bijna elke avond te wachten in het Groene Carré”; “Wordt gebruikt als doorgaande route. Rotondes, verkeerslichten, garantie voor files tijdens de spits”; “Men heeft een enorme bottleneck gecreëerd daar waar in het verleden totaal geen problemen waren”. Verder zijn er diverse mensen die in meer algemene zin hun ongenoegen hierover uiten, bijvoorbeeld: “Het Groene Carré is een drama, een blamage, niemand heeft er profijt van. Het is zo onLelystads, ik schaam me dood”; “De Groene Carré.......praat me er niet van!!!! Eén en al ergernis!”; “Het Groene Carré... Waar moet ik beginnen?!”; “Sorry, wat een oenen”.
Discussie omtrent coffeeshop Vanaf 2002 kent Lelystad een „coffeeshopbeleid‟. Dit heeft tot doel “het reguleren van het gebruik van en de handel in softdrugs”. In Lelystad is daarbij niet gekozen voor de nuloptie, maar voor vestiging van maximaal één coffeeshop. De belangrijkste reden hiervoor was, dat, indien er geen coffeeshop toegestaan wordt, het zicht op de illegale handel in softdrugs niet goed mogelijk is. Acht jaar later is er in Lelystad echter nog altijd geen coffeeshop. Veelvuldig is erover gediscussieerd, waarbij het met name ging over de plek waar deze zou kunnen komen. In grafiek 14 is zichtbaar dat men over de raadsbehandelingen van dit onderwerp duidelijk minder negatief is dan bij de Groene Carré. Desondanks slaat de balans door in negatieve richting, met ongeveer een vijfde met een positief oordeel en meer dan tweemaal zoveel met een negatief oordeel. Veel van de toelichtingen die op dit onderwerp zijn gegeven gaan over de tijd die de besluitvorming heeft gekost: “De discussie over de coffeeshop duurt en duurt maar voort”;
10
Grafiek 14. Coffeeshop: oordeel over behandeling daarvan door gemeenteraad Positief 6% Negatief 25%
Enigszins negatief 17%
Enigszins positief 13%
Neutraal 39%
“Coffeeshop: onbegrijpelijk dat een genomen besluit niet wordt uitgevoerd”; “Het duurt te lang, waar blijft die coffeeshop!”; “Discussie coffeeshop is een lachertje (besluitloos)”. Anderen zijn tegen de komst van een coffeeshop: “Waarom moet er überhaupt een coffeeshop in Lelystad komen? Zodat er nog meer overlast van drugsgebruikers en jongeren krijgen. Ik ben zelf 26, en ik gebruik géén drugs, dus waarom zouden we het nog eens stimuleren? Stelletje idioten”; “Geen koffieshops toestaan: drukt de jeugd met de neus in de (soft)drugs. (alle drugsverslaafden zijn begonnen met softdrugs)”; “Lelystad had een coffeeshop geheel en meteen moeten VERBIEDEN ipv zo'n procedure te doorlopen. Het is af en toe wel eens goed om gewoon NEE te zeggen”. Weer een ander deel van de reacties bestrijden de noodzaak van de komst van een coffeeshop in Lelystad, omdat men het gewenste „spul‟ toch al wel kan kopen: “Er word al jaren over die coffeeshop (koffiesjop) gesproken maar de blowende jeugd heeft al in de jaren 90 al koeriers (rijdende apotheken) in het leven geroepen. Je hoeft niet eens meer de deur uit om aan alle verdovende middelen te komen die er zijn”; “Coffeeshop: er zij al genoeg dealers in LLS gezien de kruidige weedgeuren in het centrum”.
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
Geluidswallen langs dreven Vanwege toegenomen verkeersintensiteit werd het langs bepaalde dreven in de stad van belang gevonden maatregelen te nemen die geluidsoverlast door het verkeer zouden tegengaan. Dit om te voldoen aan de in de „Wet geluidshinder‟ gestelde normen. Daarbij is in bepaalde gevallen gekozen voor geluidswallen. Net als bij de coffeeshop is hier de opinie meer negatief dan positief, hoewel het verschil minder groot is. In grafiek 15 zien we dat ruim een kwart positief gestemd is, waar 40% hierover een negatief oordeel heeft. Grafiek 15. Geluidswallen langs de dreven: oordeel over behandeling daarvan door gemeenteraad Negatief 19%
Positief 8%
Enigszins positief 19%
Enigszins negatief 21%
Neutraal 33%
Hier zijn ook weer een aantal vormen van kritiek geuit. Zo zijn er panelleden die de geluidswallen afbreuk vinden doen aan de stad: “Die geluidswallen vind ik zonde van het fraaie uitzicht, alles wordt zo saai”; “Geluidswallen verpesten het algehele aanzicht in een stad”; “Geluidswal stadseiland is ronduit afschuwelijk, het haalt het groene imago van de stad weg. Wie dat bedacht heeft ???? verderop zijn prachtige groenwallen gemaakt, waarom dan niet op zo"n zichtbare plek??? EEN DIKKE NUL”. Anderen vinden dat bij dit onderwerp teveel naar individuele burgers wordt geluisterd: “Gemeente bouwt/plaatst te snel geluidswallen. Bewoners die aan de dreven wonen wisten bij aankoop of huur dat er geluidsoverlast te verwachten was”;
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
“Geluidswallen is typisch een NIMBY verhaal, de stad gaat er niet uitzien omwille van individuele burgers”; “Geluidswallen langs de dreven lijkt ook meer op ad hoc beleid dan structureel beleid. Hebben hier enkele inwoners niet een sterke invloed op besluitvorming gehad?”. Verder staan diverse inwoners op het standpunt „eigen-schuld-dikke-bult‟: “Mensen die langs een dreef wonen hebben daarvoor gekozen en moeten nu niet mopperen”; “Op het moment dat je langs een 70km weg gaat wonen, weet je dat er geluid gaat komen. Zelf nadenken!”; “Geluidswallen overdreven kostenpost. Niemand was verplicht om er te gaan wonen”. Een deel van de respondenten antwoordt meer in de sfeer van „gelijke-monniken-gelijke-kappen‟: “Geef niet de ene wijk wel een geluidswal en de andere niet, omdat dit niet binnen het beleid valt”; “Geluidswallen langs dreven moeten eerlijker sommige dreven worden geen geplaatst terwijl er veel lawaai is”; “Geluidswallen langs de dreven vind ik prima, maar dan wel op alle plaatsen waar bewoners om vragen”. Ook zijn er mensen die de geluidswallen eigenlijk wel prima vinden, maar dan wel aanpassing van de maximumsnelheid op de dreven willen: “Komt dan wel weer de max. snelheid van 70 km/h terug?”; “Beter om hogere geluidswallen te plaatsen dan de toegestane snelheid naar beneden te halen”; “Geluidswallen zijn oké. Maar snelheidslimiet mag best naar 70 km”.
Uitbreiding vliegveld Er zijn plannen om Lelystad Airport, zoals het vliegveld sinds enkele jaren heet, uit te breiden. De Schiphol Group heeft hierom verzocht. Om de uitbreiding te verwezenlijken is het nodig de start/landingsbaan te verlengen omdat er grotere (passagiers)vliegtuigen gebruik van zullen gaan maken. Deze uitbreiding zal naar verwachting een positief effect hebben op de economie, met name in de vorm van extra werkgelegenheid. Een negatief effect zou kunnen zijn dat de inwoners van Lelystad meer ge-
11
luidshinder gaan ervaren door meer en grotere vliegtuigen. Grafiek 16 toont dat bij dit onderwerp de mensen met een positief oordeel in de meerderheid zijn, in tegenstelling tot de hiervoor besproken drie onderwerpen. Een op de drie mensen is negatief over de behandeling hiervan in de raad, maar 40% is positief. Grafiek 16. Uitbreiding vliegveld: oordeel over behandeling daarvan door gemeenteraad Positief 16%
Negatief 19%
Enigszins negatief 14%
Enigszins positief 24%
Neutraal 27%
De toelichting die de negatief gestemden geven gaan deels over het feit dat men twijfelt aan de economische voordelen die het vliegveld Lelystad zou opleveren: “Dat wordt een ontzettende kat in de zak. Hoeveelheid werkgelegenheid die geprognosticeerd is wordt nimmer gehaald, terwijl de hoeveelheid last (verkeer- en lawaaidrukte) op de stad en de bereikbaarheid ervan gaan drukken”; “Dat er wat meer werk komt is zeker maar de hoeveelheid is nog een vraagteken omdat er al veel Lelystedelingen op Schiphol werken en waarschijnlijk een gedeelte hier komt werken”; “Niet zo'n banenschepper als wordt voorgesteld”. Een groter deel ziet sowieso de komst van het vliegveld niet zitten, vanwege de nadelige kanten die daaraan naar hun mening kleven: “Het brengt alleen maar vervuiling en overlast en dat weegt niet op tegen die paar banen die erbij komen”; “Er is weinig dat we in Lelystad hebben, maar rust, ruimte en schone lucht is hier een groot goed en misschien wel de belangrijkste reden om hier te wonen. Als dat door een commercieel be-
12
lang als een vliegveld om zeep wordt geholpen, ben ik geen inwoner van Lelystad meer”; “Dag schone lucht, rust en ruimte. Dat was toch de slogan?”; “Welke inwoner zit te wachten op de herrie van vliegtuigen? Vergeten hoe de reakties waren op het verleggen van de aanvliegroutes naar Schiphol? Toch weer koste wat kost doorgedrukt. Weer een statussymbool van de gemeente”. Het besluitvormingsproces is waar een ander deel van de panelleden ontevreden over is: “De gemeente had al veel beslist over het vliegveld voor dat de burger ook maar iets wist. Er is weinig of geen voorlichting gegeven om geen slapende honden wakker te maken. De burger is niet echt aan het woord gelaten totdat het te laat was. De gemeente heeft zich laten ompraten zonder kennis van zaken en de tegenstanders genegeerd”; “Het wordt ons weer door de strot geduwd. De hoge heren beslissen”; “Is door Den Haag opgedrongen en de gemeente is als een mak schaap gevolgd”; “De uitbreiding van het vliegveld; daar zou een referendum over gehouden moeten worden”. Bij dit onderwerp hebben ook de positief gestemden een aantal keer een toelichting gegeven: “Met het vliegveld vind ik dat er juist wel daadkrachtig gewerkt wordt. Geen eindeloze discussie en rapporten en tegenrapporten maar duidelijke taal”; “Uitbreiding vliegveld is denk ik een goede stap en gemeente durft ook verder te denken dan meteen te buigen voor het eerste protest”; “Alleen het vliegveld heeft een goede discussie gekend....”; “Klasse dat ze zich niet omver hebben laten werken en door zijn blijven gaan om het toch tot een succes te maken”. Toch zijn er ook enkelen die voor uitbreiding van het vliegveld zijn en juist vinden dat het allemaal niet snel genoeg gaat: “Uitbreiding vliegveld is te langslepend, de wereld en vraag verandert snel en mogelijk vissen we dan achter het net”; “Uitbreiding van het vliegveld duurt veel te lang”.
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
Grote grazers in Hollandse Hout De discussie bij dit onderwerp gaat erover of het natuurgebied Hollandse Hout (deels) opengesteld zou moeten worden voor heckrunderen, konikpaarden en edelherten. Daarmee zou het leefgebied van deze dieren in de naastgelegen Oostvaardersplassen worden uitgebreid. Dit kan in eerste instantie in tijden van voedselschaarste in de Oostvaardersplassen, maar er kan worden bekeken of het goed zou zijn hieraan een permanent karakter te geven. Over dit onderwerp is men het meest positief van de vijf, zoals in grafiek 17 is te zien. Eén op de acht inwoners is negatief of enigszins negatief, terwijl meer dan 40% (enigszins) positief is. Hierbij is wel een relatief grote groep die als oordeel “neutraal” geeft. Grafiek 17. Grote grazers in Hollandse Hout: oordeel over behandeling daarvan door gemeenteraad Enigszins negatief 7%
Negatief 6%
Positief 17%
Enigszins positief 25% Neutraal 45%
De tegenstanders zijn vooral bang voor aantasting van het huidige landschap in de Hollandse Hout: “De grazers gaan het beeld van het Hollands Hout compleet veranderen. Het bos zal verdwijnen en veranderen in de vlakte zoals de Oostvaardersplassen. Dit allemaal vanwege een dunne theorie over het welzijn van de grazers (dat ze dan wel genoeg voedsel hebben in de winter)”; “Het verlies van de HH voor algemene recreatie bijv. ouders met kleine kinderen etc. is niet acceptabel. De gemeente laat zich door SBB chanteren om het probleem van overbegrazing in OVP op te lossen en doet alsof met de HH iets anders zal gaan gebeuren dan met de verwoestijning van de OVP”;
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
“Dat gaat nu ten koste van de Hollandse Hout, waar ook de oorspronkelijke begroeiing met langzaamgroeiers, die planmatig zijn aangepland om nu tot een mooi bos te leiden, wordt opgeofferd. Zie voor het slechte voorbeeld de Oostvaardersplassen, waar alle bomen verdwijnen door de voedselschaarste van de grote grazers. De Oostvaardersplassen waar bijv. de vlierbes vrijwel is verdwenen, dus ook de prachtige spreeuwenzwermen in voor de najaarstrek”; Maar ook wordt het door een deel van de respondenten gezien als doorgeschoten „natuurhobbyisme‟: “Ik vind dat college van B&W zich heeft laten inpakken door SBB door grote grazers toe te laten in dit wandelgebied. Grote grazers is een doorgeschoten hobby van (…) SBB”; “Die grote grazers in de Hollandse hout? Dat is toch dat speeltje van natuurmonumenten? Geef de mensen rust en ruimte en stop die koeien maar in een hok!”; “De polder is aangelegd om de mens te dienen. Vervolgens slaan we door om het een breed natuurgebied te maken”; De voorstanders zouden het op zich een goede stap vinden, alhoewel voor sommigen de besluitvorming erover te traag gaat: “Een mooi voorbeeld van hoe een redelijk monotoon bos kan gaan wijzigen in een afwisselend bos waar meer te doen is... raad zit daar nog niet echt vooruitstrevend in”; “Uitbreiding van het 'groene' karakter van de stad en het aantrekken van grootschalige toeristische attracties zal onze positie in Flevoland ook versterken”; “Grote grazers in hollandse hout vind ik geweldig ik vind het goed om dieren in de natuur te hebben”; “Alweer een feel good onderwerp; wie kan er nou tegen grote grazers zijn! Laten we er jaren over vergaderen!”.
Oordeel over de raad Met behulp van een aantal vragen is een oordeel gevraagd over de raad en de toekomstverwachting over het functioneren. In de eerste plaats is een negental stellingen voorgelegd, waarmee men het al dan niet eens kon zijn. Verder is met een aantal steekwoorden geprobeerd te achterhalen welke ka-
13
rakteristieken men, qua imago, aan de raad toedicht. Verder heeft men een soort „overall-rapportcijfer‟ gegeven aan de huidige gemeenteraad en tot slot kon men een verwachting uitspreken over het toekomstig functioneren. Stellingen over het functioneren Van de negen stellingen waren er zeven „positief geformuleerd‟ en twee negatief. Deze laatste twee staan bovenaan in grafiek 18, waar de uitkomsten samengevat zijn weergegeven. Grafiek 18. Mate van instemming met stellingen over de gemeenteraad De gemeenteraad is besluiteloos
18
De gemeenteraad bespreekt onderwerpen langer dan noodzakelijk
Als inwoner heb ik invloed op wat er in de raadsvergadering gebeurt
Tabel 3. Mate van instemming met de stelling ‘De partij waar ik me het meest mee verwant voel, maakt zijn beloften waar’
48
35
40
50
Gestemd op een coalitiepartij
10
Gestemd op een andere partij
Niet gestemd
% 11
Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad
37
18
Ik heb vertrouwen in de besluiten van de gemeenteraad
23
53
42
40
47
27
De gemeente vervult zijn controlerende taak goed
27
53
20
De partij waar ik me het meest mee verwant voel, maakt zijn beloften waar
29
52
19
De gemeenteraad geeft belangrijke onderwerpen voorrang
31
48
(zeer) eens
25
56
0%
14
100% neutraal
(zeer) eens
37
29
10
neutraal
48
51
69
(zeer) oneens
15
20
20
30
Ik heb een positief beeld van de gemeenteraad
(zeer) oneens
Die eerste twee stellingen laten zien dat men de raad in meerderheid niet besluiteloos vindt, maar dat men wel van mening is dat ze er (te) lang over doen alvorens de besluiten te nemen. De overige zeven stellingen staan van boven naar beneden gesorteerd naarmate men het er meer mee eens en minder mee oneens is. Een absolute meerderheid van de inwoners vindt dat ze geen invloed op de raadsvergaderingen hebben. Opvallend hierbij is dat het aandeel dat dit vindt, groter is bij de groep die wel eens een raadsvergadering heeft bezocht of via internet gevolgd dan bij de mensen die dit niet hebben gedaan (61% tegen 50%).
14
Verder is men in behoorlijke mate negatief over of men zich vertegenwoordigd voelt door de gemeenteraad. Bij de „coalitiestemmers‟ houden degenen die het daar mee eens en mee oneens zijn elkaar ongeveer in evenwicht, maar bij de stemmers op andere partijen is 45% het met de stelling oneens en bij de niet-stemmers zelfs 56%. Van een andere stelling die opvalt is een nadere uitsplitsing weergegeven in tabel 3. Blijkbaar zijn de coalitiepartijen, in de ogen van hun achterban, meer hun verkiezingsbeloften nagekomen dan de andere partijen.
Het meest positief is men over de prioriteitstelling van de gemeenteraad: een op de zeven vindt dat niet goed (genoeg) de overigen zijn hierover positief (bijna een derde) of neutraal. Imago Om te kunnen peilen welk imago de gemeenteraad heeft bij de inwoners, is in de enquête gevraagd een of meer woorden aan te kruisen die het best de uitstraling omschrijven die de gemeenteraad heeft. Er kon uit twee series van zeven woorden worden gekozen die in zekere zin elkaars tegenpool zijn. Ook kon men er zelf andere woorden aan toevoegen. De top 3 van de gekozen kwalificaties zijn “onopvallend” (door 38% aangekruist), statisch (26%) en “amateuristisch”(20%). Op de 4e en 5e plaats komen we de eerste positieve keuzes tegen: “vooruitstrevend” (16%) en “professioneel” (15%). In grafiek 19 zijn de tegenpolen tegen elkaar afgezet. Daarbij zien we dat bij de duo‟s innovatieftegenwerkend en vooruitstrevend-conservatief het positieve woord net iets vaker is gekozen dan het negatieve. Dat de raad geen al te jeugdig imago heeft, toont de onderste staaf.
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
Grafiek19. Uitstraling van de gemeenteraad in kernwoorden* Modern
9
Innovatief
10
Dynamisch
8
Professioneel
13 2
Tegenwerkend
Statisch
26 20
16
Duidelijk aanwezig
Jong
9
15
Vooruitstrevend
Ouderwets
14
14
38 13
Amateuristisch
Conservatief
Onopvallend
Oud
* De getallen in de staven zijn de percentages van de respondenten die dit woord hebben gekozen
In de woorden die men zelf kon toevoegen, kwam een grote variëteit naar voren. Een aantal keer schreef men dat de woorden uitersten waren en dat de Lelystadse raad er meer tussenin zit. Verder werden enkele positieve woorden benoemd, zoals “aanwezig”, “bereikbaar”, “goedwillend” en “integer”, maar het merendeel had een negatieve lading, zoals “degelijk maar kleurloos”, “verdeeld”, “eigenwijs”, “chaotisch”, “ondoordacht”, “geldverspillend”, “jojo”, “ingeslapen”, “hijgerig” en “traag”. Ook gaven diverse mensen een wat langere omschrijving, de een positief en de ander negatief, bijvoorbeeld: “waarschijnlijk goede bedoelingen”, “Ze gaan vooruit denken”, “Met ouderwets bedoel ik ouderwetse degelijkheid”, “Als ik zeg innovatief is dat positief, maar een aantal innovaties zijn ondoordacht”, “Het verschil tussen dynamisch en chaotisch is in Lelystad wel erg klein...”, “Voorspelbaar: coalitiepartijen volgen en de (kleinere) oppositiepartijen zijn tegen” en “Het lijken wel allemaal oud onderwijzers te zijn”. Tot slot een citaat van iemand die de goede bedoelingen wel ziet, maar tevens oog heeft voor de moeilijke positie waarin de raad zich blijkbaar bevindt: “Zoekend naar verbinding met de burger, daarbij gekneveld door de protocollaire voorschriften en politiek gewin”.
gen kwam het cijfer gemiddeld uit op een 5,8. In peilingen uit 2001, 2003 en 2005 was het gemiddelde cijfer achtereenvolgens een 6,0, 6,1 en 6,3, al moet hierbij worden vermeld dat toen werd gevraagd naar een cijfer voor “het gemeentebestuur”, wat een afwijkende invulling kan hebben gegeven. De verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen hoger en lager opgeleiden zijn gering. In tabel 4 is zichtbaar dat het stemgedrag wel invloed heeft op de hoogte van het cijfer: de hoogste score wordt verkregen bij de stemmers op een van de coalitiepartijen. Tabel 4. Gemiddeld rapportcijfer voor huidige gemeenteraad Stemgedrag gestemd op een van de coalitie partijen*
6,1
gestemd op een van de andere partijen
5,6
gestemd, maar weet niet meer waarop
5,5
mocht/kon/wilde niet stemmen
5,5
Vult dit liever niet in
5,0
totaal
5,8
* (CDA, PvdA, VVD of ChristenUnie)
Uit grafiek 20 is af te lezen dat ook de leeftijd er toe doet als het gaat om de hoogte van het gegeven cijfer. Per leeftijd in jaren is een vrij wisselend beeld zichtbaar in de gemiddelde rapportcijfers. Door middel van de trendlijn zien we echter een duidelijk oplopend cijfer naarmate men ouder wordt: van ongeveer 5,3 bij de jongeren tot 6,5 bij de ouderen. Grafiek 20. Gemiddeld rapportcijfer per leeftijd 10
8
6
4
2
0
Rapportcijfer Met een rapportcijfer kon men een soort totaaloordeel geven over de huidige gemeenteraad. Een op de zes mensen wilde of kon dit niet geven. Van de overi-
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
18
26
34
42 Rapportcijfer
50
58
66
74
Trendlijn
15
84
Toekomstverwachting Er kan, zoals in de voorgaande gedeelten van deze rapportage is gebleken, op allerlei manieren worden gemopperd over het functioneren van de raad, belangrijk is ook om naar de toekomst te kijken. Wat verwachten de inwoners van de stad voor de komende jaren? Grafiek 21 geeft hierop het antwoord.
Grafiek 22. Relatie tussen huidig beeld van de gemeenteraad en toekomstverwachting 100%
6 19
80% 65
60%
Achteruit gaan
70 70
Grafiek 21. Verwachting hoe de gemeenteraad in de komende jaren zal functioneren Achteruit gaan 11%
4
40%
Verbeteren
20% Verbeteren 21%
Gelijk blijven
31
24
0% (zeer) eens
neutraal
12 (zeer) oneens
Instemming met stelling "Ik heb een positief beeld van de gemeenteraad"
Conclusies
Gelijk blijven 68%
Ongeveer tweederde denkt dat er geen verandering zal zijn in het functioneren. Een op de negen is negatief en denkt dat de raad het de komende tijd slechter zal gaan doen, maar de balans slaat naar de positieve kant door omdat ruim een vijfde van de mensen verwacht dat het zal verbeteren. Dit lijkt mooi, maar wanneer het tweederde dat denkt dat het gelijk zal blijven, slecht te spreken is over de huidige gang van zaken, zou het natuurlijk alsnog niet goed zijn. Daarom is in grafiek 22 een verband gelegd tussen de toekomstverwachting en het eerder gegeven antwoord op de stelling “Ik heb een positief beeld van de gemeenteraad”. Hoe positiever men is over deze stelling, hoe eerder men optimistisch is over de toekomst. Het omgekeerde geldt ook: hoe negatiever over de stelling, hoe vaker men de verwachting heeft dat het in de komende jaren (nog) slechter zal worden.
Onbekend maakt onbemind? Veel mensen zijn niet erg bekend met de gemeenteraad. Bijna de helft van de mensen kent bijvoorbeeld geen enkel raadslid bij naam; onder jongeren tot circa 25 jaar is dat zelfs driekwart. Ook weet men vaak niet welke activiteiten de raad uitvoert. Als belangrijkste taken ziet men het behartigen van de belangen van de inwoners en het toezien op de uitvoering van het gewenste beleid. Terwijl volgens de raad zelf het eerste niet tot een van de hoofdtaken behoort1. Over hoe de gemeenteraad zijn taken uitvoert zijn de meningen verdeeld. Een derde heeft daarover geen mening. Van de overigen vindt ruim de helft het voldoende, een kwart goed, maar ook een kwart matig of slecht. Bekend maakt ook onbemind Een klein deel van de Lelystedelingen bezoekt wel eens een raadsvergadering en voor een aanzienlijk deel van hen (een kwart) daalt het vertrouwen in de gemeentelijke politiek door het bijwonen van die vergaderingen. Dat wordt vooral veroorzaakt doordat men het gevoel heeft dat iedereen al voor de discussie over de onderwerpen zijn standpunt had ingenomen. Ook is een meerderheid van mening dat de raadsleden inhoudelijk onvoldoende op de hoogte 1
16
www.lelystad.nl/raad/raad-algemeen.htm
Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek
waren. Men vindt dat de partijbelangen vaak boven het stadsbelang gaan.
positief, alhoewel een deel bang is voor aantasting van het natuurlandschap door (over)begrazing.
Vertegenwoordigt de raad het volk? De gemeenteraad is weliswaar een volksvertegenwoordiging, maar driekwart van de inwoners is van mening dat de raad hen te weinig raadpleegt en laat meebeslissen. Meer mensen vinden de nadruk teveel op het stadsbelang liggen dan mensen die vinden dat het teveel op het individueel belang ligt. Als we dit combineren met de laatste zin uit de vorige alinea, dan komen we tot het volgende beeld in de ogen van de inwoners: het partijbelang gaat (te vaak) boven het stadsbelang en dat gaat weer (teveel) boven het individueel belang. Men ervaart een behoorlijk afstand tussen zichzelf en de politiek. Voor vrouwen geldt dit sterker dan voor mannen. Ook hebben jongeren en ouderen dit sterker dan mensen van middelbare leeftijd.
Imago en eindoordeel Het algemene imago van de gemeenteraad dat inwoners hebben is niet erg positief. Men omschrijft de raad het vaakst als onopvallend, statisch en amateuristisch. Verder wordt de raad niet zozeer door heel veel mensen als besluiteloos gekarakteriseerd, maar wel vindt men dat er te lang over de onderwerpen wordt gepraat voor de besluiten worden genomen. Minder dan een vijfde van de mensen zegt zich vertegenwoordigd te voelen door de gemeenteraad, meer dan tweemaal zoveel ervaren dat juist niet zo.
Wisselend oordeel over het gevoerd beleid Qua inhoudelijke onderwerpen zijn de Lelystedelingen behoorlijk negatief over hoe de raad het Groene Carré heeft behandeld. Men heeft vooral moeite met de vele aanpassingen die telkens moesten worden gedaan en die veel geld hebben gekost. Ook de gevoerde discussie over coffeeshop krijgt de handen niet erg op elkaar. Hierbij is vooral kritiek op het gebrek aan slagvaardigheid of vindt men dat er sowieso geen coffeeshop zou moeten komen. De geluidswallen langs de dreven leveren wat minder kritiek op, hoewel toch ook hier meer mensen negatief dan positief oordelen over de behandeling daarvan in de raad. Men vindt de geluidswallen afbreuk doen aan het uiterlijk van de stad. Ook zijn veel mensen van mening dat de bewoners die last van het geluid hebben er zelf voor hebben gekozen daar te gaan wonen; met andere woorden: de raad laat hier zijn hoofd teveel hangen naar de wensen van individuele burgers. Het eerste onderwerp waar meer positieve dan negatieve oordelen werden geveld is de uitbreiding van het vliegveld. De raad is hierbij behoorlijk slagvaardig te werk gegaan, is de mening. Wel bestaat de angst dat er veel overlast zal ontstaan en dat het, economisch gezien, minder zal opleveren dan wordt voorspeld. De raadsbehandeling over de grote grazers die eventueel in de Hollandse Hout zullen worden toegelaten krijgt de meeste bijval. Veel bewoners zijn hierover
Bekendheid en imago gemeenteraad, 2009
Als rapportcijfer voor de gemeenteraad komt er een magere voldoende uit: 5,8, waarbij jongeren duidelijk lagere cijfers geven dan ouderen. Als men naar de toekomst kijkt verwacht ruim een vijfde dat de gemeenteraad de komende jaren beter zal gaan functioneren dan nu, ruim een tiende vreest dat het (nog) slechter zal worden. Kortom: het beeld dat men heeft is al met al niet erg positief, maar men is – gematigd - hoopvol over de toekomst.
Beknopte onderzoeksverantwoording Het onderzoek met als titel ‘De raad laat (niet) naar zich raden’ is uitgevoerd in december 2009. Hiervoor zijn de 1.661 leden van het LelyStadsPanel (LSP) benaderd. Er is gebruik gemaakt van een schriftelijke vragenlijst voor ruim een kwart van het panel. De overige panelleden hebben digitaal een enquête via Internet ingevuld. De respons was 75%. Om de onderzoeksresultaten representatief te maken voor de inwoners van de gehele stad is gewogen op de kenmerken geslacht, leeftijd, en gemiddelde WOZ-waarde van het postcodegebied. De meer uitgebreide onderzoeksverantwoording, met daarin de antwoordfrequenties, is te vinden in andere rapportages uit de reeks ´LelyStadsGeluiden´ (zie http://os.lelystad.nl).
17