Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting
Samenvatting van het beheerplan 2012-2017
een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000
Het beheerplan is opgesteld door de Provincie Zuid-Holland en in 2012 vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
Het volledige beheerplan voor het gebied Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein kunt u vinden op de site www.zuid-holland.nl/landschap/groen.
Foto voorkant: Buiten-Beeld / Natalia Paklina
BELEVEN, GEBRUIKEN EN BESCHERMEN Nederland beschermt al meer dan honderd jaar natuurgebieden. Dat gebeurt door particulieren, door organisaties als Vereniging Natuurmonumenten, door de provinciale Landschappen of door de overheid zelf, bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. De lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben een aantal jaren geleden besloten om de natuurbescherming gezamenlijk te doen. Logisch, omdat planten en dieren zich nu eenmaal niet aan landsgrenzen houden. Denk maar aan trekvogels, die hier in de lente broeden en in het najaar weer vertrekken. Gezamenlijk beschermen is veel effectiever dan ieder land voor zich. 166 bijzondere gebieden De vraag was vervolgens: wát gaan we dan gezamenlijk beschermen? In EU-verband zijn afspraken gemaakt welke gebieden we gaan beschermen. Daarvoor heeft de EU een lijst van planten- en diersoorten opgesteld die zo zeldzaam zijn geworden dat ze extra bescherming nodig hebben. Soms zijn gebieden zo speciaal dat ze zelf extra bescherming moeten krijgen. In Nederland heeft het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (EL&I) 166 van dergelijke gebieden aangewezen, 23 daarvan liggen in Zuid-Holland. Soms zijn het heel grote gebieden, zoals de Waddenzee, maar vaak zijn het kleine bosgebieden of heideveldjes met bijzondere en zeldzame planten- en diersoorten. Alle andere EU-landen hebben hetzelfde gedaan. Al deze natuurgebieden samen heten het Natura 2000-netwerk van de EU. Dit vormt een internationaal netwerk van natuurgebieden met een rijke diversiteit aan planten, dieren, waarin de mens kan recreeren en soms wonen en werken, zij het met respect voor het noodzakelijke natuurlijke evenwicht. Het levert een bijdrage aan de kwaliteit van leven in deze provincie.
Het aanwijzen van een Nederlands Natura 2000-gebied gebeurt met een aanwijzingsbesluit door de minister van EL&I. In dit aanwijzingsbesluit staat de begrenzing van het Natura 2000-gebied en de planten- en diersoorten die in dit gebied beschermd moeten worden. Voor Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein zijn dat de kleine zwaan, smient, krakeend en slobeend. Ook staat erin vermeld welke aantallen er van deze soorten minimaal in het gebied aanwezig moeten zijn. Wat is een Natura 2000-beheerplan? Voor elk Natura 2000-gebied in Nederland maakt de overheid (het ministerie of de provincie) een beheerplan. De overheid betrekt daarbij altijd de eigenaren en gebruikers van het gebied en de lokale of regionale natuur- en belangenorganisaties. Ook burgers kunnen in veel gevallen meepraten en inspreken op het beheerplan. In een beheerplan staat waarom dat gebied beschermd moet worden, of het goed gaat met de natuur, welk natuurbeheer er moet worden uitgevoerd, wie dat doet en wat de kosten zijn. En ook staat er in wat er wel en wat er niet mag in dat gebied.
Wat mag wel en wat mag niet? De 166 gebieden zijn in de meeste gevallen nu ook al beschermd. Maakt het veel uit dat er nu Natura 2000-beheerplannen komen? Ja, in sommige gevallen verandert er wel degelijk iets. En soms zijn die gevolgen ook best groot voor betrokkenen. Volgens de EU-regels moeten de zeldzame planten- en diersoorten en leefgebieden in Natura 2000-gebieden beschermd worden tegen negatieve invloeden van menselijke activiteiten. Dat geldt ook voor menselijke activiteiten die buiten het natuurgebied plaatsvinden. In het beheerplan komt dan ook te staan voor welke activiteiten maatregelen moeten worden genomen om die negatieve invloed in het natuurgebied te voorkomen. Omgekeerd geldt hetzelfde: misschien hebben sommige activiteiten helemaal niet zo’n invloed op de planten en dieren in het betreffende gebied. Een mountainbikeroute of wandeltocht hoeft niet altijd schadelijk te zijn voor beschermde planten, als er maar goede afspraken zijn over de paden en routes. Er wordt dus goed gekeken wat er wel en wat er niet schadelijk is voor de kwetsbare en beschermde natuur. Doel van het beheerplan is dat natuurbescherming en bedrijvigheid goed samen te laten gaan. Wat kenmerkt het natuurgebied Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein is circa 696 hectare groot en ligt in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in de provincie Zuid-Holland. Broekvelden/Vettenbroek is een diepe zandwinplas die onderdeel uitmaakt van de Reeuwijkse Plassen. De zandwinplas wordt in de zomer gebruikt door recreanten. In de winter rusten en foerageren er grote aantallen watervogels. Polder Stein bestaat uit verscheidene graslandpolders. Kenmerkend voor dat gebied zijn de smalle percelen.
Kavelstructuur Polder Stein-noord
Welke natuurwaarden worden beschermd? Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein is aangewezen als Natura 2000-gebied, omdat het gebied van groot belang is voor overwinterende kleine zwanen, krakeenden, slobeenden en smienten. De soorten worden via de Natuurbeschermingswet beschermd en dat betekent dat er ook moet worden gezorgd voor gebieden waar deze soorten kunnen overwinteren.
Kleine zwaan
Smient
(Foto Buiten Beeld/ Luc Hoogenstein)
(Foto Gerard de Jong)
Krakeend
Slobeend
(Foto Buiten-Beeld / Natalia Paklina)
(Foto Nuno Barreto)
Kleine zwaan De kleine zwaan broedt in Siberië en overwintert voor een groot deel in ons land. Ten opzichte van de knobbelzwaan, die in Nederland algemeen voorkomt, is deze soort relatief klein met een korte hals. Het Natura 2000-gebied en omgeving wordt door deze soort steeds minder vaak als foerageergebied gebruikt. Met het verbeteren van de waterkwaliteit in de randmeren van Flevoland nemen de foerageermogelijkheden op fonteinkruiden hier toe; de kleine zwaan heeft een voorkeur voor deze waterplanten boven gras. De plas Broekvelden/Vettenbroek en andere natte delen van het beschermde gebied worden periodiek nog wel gebruikt als slaapplaats door enige tientallen dieren. Het Natura 2000gebied moet plaats bieden aan 40 kleine zwanen (seizoensgemiddelde).
Smient De smient is een opvallend gekleurde eend met een kastanjerode kop en gele streep en grijze en zalmkleurige onderdelen. Groepen op de plas zijn van verre al herkenbaar door hun voortdurende gefluit. De soort broedt in het hoge noorden en overwintert onder meer in Nederland (van oktober tot april). Smienten rusten overdag voornamelijk op het water en foerageren ’s nachts op graslanden. De plas Broekvelden/Vettenbroek is een van de belangrijkste rustplaatsen voor deze soort in Zuid-Holland, waarbij het aantal kan oplopen tot vele tienduizenden exemplaren. Het Natura 2000-gebied moet plaats bieden aan ten minste 7.500 smienten (seizoensgemiddelde). Krakeend De krakeend is een opvallend gekleurde grijsbruine eend met een witte vleugelspiegel. Het aantal krakeenden in Nederland is de laatste decennia langzaam maar zeker toegenomen. Momenteel verblijven er in de winterperiode regelmatig enkele honderden vogels. Tijdens vorstperioden kan het aantal oplopen tot enkele duizenden exemplaren. Het Natura 2000gebied moet plaats bieden aan 70 krakeenden (seizoensgemiddelde). Slobeend De slobeend is een opvallend gekleurde eend met een opvallende lange spatelvormige snavel. De eend zoekt voedsel in plas-drasgebieden en rust in waterrijke gebieden, zoals de plas Broekvelden/Vettenbroek. Het aantal aanwezige dieren kan sterk wisselen onder invloed van winterse omstandigheden (vorst en sneeuw). De slobeend reageert hier onmiddellijk op door weg te trekken of juist in aantal toe te nemen vanuit noordelijke gebieden of de omliggende graslandgebieden. Het Natura 2000-gebied moet plaats bieden aan ten minste 50 slobeenden (seizoensgemiddelde).
De plas Broekvelden/Vettenbroek
Wat gaan we doen om deze natuurwaarden te beschermen? Bij het opstellen van het beheerplan is bekeken welke natuurwaarden er in dit gebied moeten worden beschermd en wat er moet gebeuren om deze vogels een gezonde leefomgeving te geven. Onderzoek heeft uitgewezen dat het leefgebied voor de gewenste aantallen kleine zwanen, smienten, krakeenden en slobeenden op peil is. Het doel van het beheerplan in dit gebied is het behoud van de huidige aantallen en van de specifieke leefgebiedeisen. Hoewel de aantallen van de kleine zwaan lager zijn dan het doel, zijn er geen specifieke maatregelen nodig. Dit heeft te maken met het feit dat de kleine zwanen in heel Nederland steeds minder in graslandgebieden voorkomen, en steeds meer naar watergebieden trekken. Door een betere waterkwaliteit zijn hier steeds meer waterplanten aanwezig waarop de kleine zwaan graag foerageert. Er zijn geen aanvullende (beheer)maatregelen nodig.
Wie gaan zich inzetten om deze natuurwaarden te beschermen? De plas is in eigendom van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Het beheer van de plas de oevers vindt plaats door Groenservice Zuid-Holland in opdracht van het NatuurRecreatieschap Reeuwijkse Plassen. De graslandpolders zijn voor een groot deel eigendom van Staatsbosbeheer. Een aantal percelen is in eigendom van particulieren wordt (extensief) agrarisch gebruikt.
Het Natura 2000-gebied Broekvelden, Vettenbroek en Polder Stein
en en in en