Beheerboek natuurspeelplaats ASV Beheerplan, logboeken en risicoanalyse
opdrachtgever:
Amersfoortse School Vereniging .
ontwerper/begeleider:
BuitenRuimte voor Contact projectnr. BRVC2013016 doc.nr. nr. BRVC20130169 datum: 09-05-2013 www.brvc.nl
BuitenRuimte Voor Contact www.BRVC.nl © Ruurd van Donkelaar
Inhoud Inhoud 1. Adressen 2. Inleiding 3. Beheer beplantingen 3.1. Omschrijving verschillende beplantingsvakken met streefbeelden 3.2. Algemeen onderhoudsschema beplantingen: 3.3. Waterspeelplaats: 3.4. Grasvegetatie: 3.5. Levende wilgconstructies: 3.6. Onderhoudskalender: 4. Onderhoud verhardingen, halfverhardingen en speelondergronden: 5. Bouwkundige elementen 6. Speelaanleidingen en speeltoestellen 6.1. Wettelijke kaders en veiligheid rondom spelen: 6.2. Inspectie speelaangelegenheden: 6.3. Omschrijving speelaanleidingen en speeltoestellen: 6.4. Algemeen 7. Veiligheidplan en risicoanalyse Uitgangspunten en visie: 8. Logboeken
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 2 of 52
2 3 4 5 5 7 8 8 9 9 10 10 11 11 12 13 15 16 16 40
1. Adressen
opdrachtgever:
Amersfoortse schoolvereniging Johan van Oldenbarneveltlaan Amersfoort.
Proces en projectbegeleiding Ontwerper
Uitwerking ontwerp en beplantingsplan
BuitenRuimte voor Contact Ontwerp en vormgeving Marleen van Tilburg Esschestraat 33 5262 BA Vught tel. 073-6110919
[email protected] Ruurd van Donkelaar groenadvies Ruurd van Donkelaar Ruinerweg 44 7958 RD Koekange tel. 0522-451848 06-51791193
[email protected]
Rollen en taakverdeling Opdrachtgever() projectleiding BuitenRuimte voor Contact (Marleen van Tilburg) uitvoer ontwerp en inrichtingsproces project en procesbegeleiding Ruurd van Donkelaar Groenadvies uitwerking ontwerp en beplantingsplan advisering realisatie en beheer
Algemene voorbereiding Uitvoertekeningen en documenten: Schetsontwerp BRvC Definitief ontwerp BRvC Technische ontwerp BRvC Beplantingsplan BRvC Werkomschrijving Kostenraming Beheerplan met risicoanalyse Beplantingslijsten
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
projectnr. BRVC 2013016 nr. BRvC20130161 nr. BRvC20130162 nr. BRvC20130163/5 nr. BRvC20130166 nr. BRvC20130167 nr. BRvC20130168 nr. BRvC20130169 nr. BRvC201301610
Page 3 of 52
dd. 07-05-2013 dd. 07-05-2013 dd. 07-05-2013 dd. 08-05-2013 dd. 08-05-2013 dd. 09-05-2013 dd. 08-05-2013
2. Inleiding In het voorjaar van 2013 is gestart met de aanleg van de natuurspeelplaats bij Amersfoortse School Vereniging. Als basis hiervoor diende een ontwerp, gemaakt door Marleen van Tilburg van BRVC. De aanleg wordt grotendeels in eigen beheer uitgevoerd. Na de realisatie van de tuin komt het onderhoud om de hoek kijken. De beplanting gaat zich ontwikkelen en er wordt gebruik gemaakt van de tuin wat veranderingen tot gevolg heeft. De tuin gaat groeien en de tuin gaat slijten. Om dit proces verder in goede banen te leiden, de kwaliteit te behouden en de veiligheid te waarborgen is gericht en regelmatig onderhoud noodzakelijk. Hiertoe is door BRVC dit onderhoudsplan opgesteld welke tevens als logboek voor het registreren van alle ontwikkelingen dienst kan gaan doen. Het is de bedoeling dat middels dit onderhoudsplan zowel extern uitbesteed onderhoud en begeleiding als ook intern onderhoud op elkaar wordt afgestemd en controleerbaar is. Van alle ontwikkelingen in de tuin worden hierin verslag gelegd en ervaringen kunnen op deze wijze worden gedeeld. Het is daarom voor alle betrokken partijen een belangrijk groeidocument. BuitenRuimte voor Contact Ruurd van Donkelaar Datum 9 mei 2013
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 4 of 52
3. Beheer beplantingen 3.1. Omschrijving verschillende beplantingsvakken met streefbeelden Bomen Op het schoolplein stonden al een groot aantal bomen. Deze zijn gehandhaafd. Het bomenbestand is aangevuld met een dubbelstammige berkenboom en een viertal fruitbomen. Fruitbomen zoals appels en peren bieden mooie bloesem en smakelijke vruchten. We gebruiken in het plan hoogstambomen die de ruimte nodig hebben om mooi uit te groeien. De snoei van fruitbomen is specialistenwerk. Heesters In het ontwerp zijn verschillende heestergroepen opgenomen. Hiervoor hebben we hoofdzakelijk voor opgaande inheemse soorten gekozen zoals krentenboompje, hazelaar en gele kornoelje. Inheemse plantensoorten leveren de grootste bijdrage aan de biodiversiteit. In de vlindertuin zijn een tweetal soorten vlinderstruiken gepland omdat die een bijzondere nectarbron voor insecten vormen. Een groep seringen staat bij de zandspeelplaats en levert daar kleur en geur in de voorzomer. In het vogelbosjes staan opgaande inheemse heesters zoals meidoorn, lijsterbes, wilde roos en wilde pruim. Deze moet uitgroeien tot een dicht struweelbosje waarin vogels kunnen nestelen ( in de doornstruiken) en waarin ze insecten en eetbare bessen kunnen vinden. Het bosje is niet als speelbosje bedoeld. Langs het vogelbosje is ruimte voor een rand met opgaande zoomplanten die zich uit het ingezaaide bloemenmengsel zullen ontwikkelen. Om de beplanting kans te geven zich te ontwikkelen wordt deze de eerste jaren beschermd door omheiningen van gevlochten wilgentenen. Tussen de beplanting wordt zo niet gelopen en gespeeld. Op het lage plein komt aan een kant een lange takkenril. Het snoeihout wat hier wordt opgestapeld tussen palen dient tevens als bescherming voor de verschillende bomen en heesters en is een beschutte plek voor allerlei dieren zoals padden, egels en kleine vogels. Een deel van de bomen en heesters komt in verhoogde bakken op het plein. Hier wordt met gestapelde tegels een besloten plek gecreëerd met plantvakken met daarin de fruitbomen en een bak met verschillende soorten bessenstruiken als plukfruit. Klimplanten Tegen de berging en bij de wilgentunnel staan diverse klimplanten zoals bruidssluier en wilde wingerd. Wilde wingerd heeft hechtwortels en kan zich zelf vastzetten. De bruidssluier windt zich omhoog met de stengels. Tegen gladde ondergrond moet ze geholpen worden met gaas of draad. Klimplanten zijn het mooist als ze vrij uit kunnen groeien maar om praktische redenen zullen we regelmatig moeten snoeien om bijvoorbeeld raam en deur kozijnen, goten en hemelwaterafvoeren vrij te houden. De snoeiwijze is voor de verschillende klimplanten anders. Deze werkzaamheden kunnen het beste door of onder begeleiding van een vakman gebeuren. Beplanting Vlindertuin In de vlindertuin ligt de nadruk op bloeiende vaste planten die nectar en stuifmeel leveren voor vlinders en wilde bijen. De bloeiperiode is vooral in de warme zomermaanden. Op de meest zonnige plaatsen staan vooral kruidige planten die naast vlinderlokker ook geurend blad hebben. De kruidige planten houden van warme en droge standplaats. In de lichte schaduw staan rijk bloeiende zoomplanten. Deze planten vragen een voedselrijke niet te droge bodem. Naast de vaste beplanting wordt in de vlindertuin een bloemenmengsel van inheemse vlinder- en bijenplanten uitgezaaid. Tussen de vlinderplanten is ruimte voor wat vroeg bloeiende bolgewassen. De vlindertuin is een kijk en observatietuin. Tussen deze beplanting wordt niet gespeeld. De vlindertuin is omsloten door een dicht vlechtwerk van wilgenteen. De vlindertuin kan worden uitgebreid met verschillende educatieve natuurelementen zoals een bijenhotel, een egelburcht en een slakkenplek. Ook kunnen in de bomen vogelnestkastjes worden opgehangen en WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 5 of 52
een wintervoerplek voor vogels worden gemaakt. Op internet zijn heel veel voorbeelden en bouwtekeningen hiervoor te vinden. Beplanting speelheuvels Speelheuvels zijn ontworpen om op te spelen, de beplanting is daaraan ondergeschikt. Bij intensief gebruik zal een heuvel snel kaal gelopen worden. De beplanting en het gras op de speelheuvels zal zich alleen daar handhaven waar weinig speeldruk is: de randen langs verharding en langs de boomstammen en speelaanleidingen en onder de bosjes. We laten de meeste planten en het gras zich spontaan verder ontwikkelen. De beplanting mag best een ruig karakter hebben, dat is spannend en ecologisch waardevol. Slechts zeer ongewenste onkruiden zoals sterk giftige /allergene soorten moeten worden weggehaald. Er ontstaan vanzelf paden tussen de beplanting en we beheren door een paar maal per jaar met de heggenschaar of bosmaaier de vegetatie deels af te maaien. Ook laten we op een aantal plaatsen langs de bosjes en de takkenril wat beplantingsresten in de winter staan als overwinteringsbiotoop voor insecten. Brandnetels en distels mogen deels blijven (nuttig voor vlinders!). Let op! In grazige beplantingen kunnen teken aanwezig zijn. Controleer de kinderen extra hierop wanneer deze zijn waargenomen. Waterspeelplek Rond de waterspeelplek hebben we wat hele sterke moerasplanten gepland die in de luwte van stenen en stammen zich kunnen ontwikkelen. Indien gewenst kunnen deze jaarlijks een keer afgemaaid of afgeknipt worden maar meestal worden ze door de spelende kinderen binnen de perken gehouden. Op het hele benedenterrein wordt gras ingezaaid. Ook dit gras zal zich alleen op minder belopen plaatsen handhaven en er zullen allerlei wilde kruiden zoals klavers uit het bloemenmengsel tot ontwikkeling komen. Vlakke delen met voldoende grasgroei kunnen met de grasmaaier worden onderhouden, de steilere delen en langs stenen en stammen met de heggenschaar of met de bosmaaier. Boomspiegelbakken Onder de fruitbomen in de verhoogde bakken zaaien we het door ons samen met Cruydthoeck ontwikkelde kindertuinenmengsel. Dit bestaat uit een groot aantal snel ontwikkelende één / twee jarigen en vaste soorten inheemse wilde bloemen. Ook is hier ruimte om andere kweekbloemen die door de kinderen zijn gezaaid uit te planten. Leuk zijn bijvoorbeeld viooltjes, goudsbloemen en oostindische kers. Onder de bessenstruiken kunnen aardbeien worden geplant. Composthoop Op de composthoop wordt allerlei afval uit de tuin zoals afgevallen blad, bloeiresten en kleine takjes door bodemorganismen weer omgezet tot waardevolle organische mest. De composthoop is ook een leerzaam tuinelement. Je kunt zien hoe de natuurlijke kringloop functioneert en er allerlei diertje in vinden zoals wormen, kevers en pissebedden.
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 6 of 52
3.2. Algemeen onderhoudsschema beplantingen: Frequentie: half maart-half april: 1x voorjaarsbeurt april-november: 1x per maand, in natte perioden 1x per 3 weken, onderhoudsbeurt. totaal 9 maal november-december: 1x najaarsbeurt januari-februari: 1x wintersnoei bomen en heesters, eventueel te combineren met najaarsbeurt of voorjaarsbeurt Voorjaarsbeurt: half maart-half april • de afgestorven bloem- en bladrestanten van vaste planten afknippen • te veel, dat wil zeggen verstikkend, oud blad tussen de planten weghalen • snoeien van de zwakkere heesters zoals vlinderstruiken • wintergroene vaste planten terug snoeien • snoeien klimplanten en vast zetten/opbinden • onkruidvrij maken • zwerfvuilvrij maken • vuilafvoer (eventueel klein organisch afval zonder onkruidzaad naar de composthoop) • bemesting: samengestelde organische mest, 1 kg/10 m2 april-november 1x per maand, in natte perioden 1x per 3 weken, onderhoudsbeurt; totaal 9 maal april- juni • onkruidvrij maken • zwerfvuilvrij maken • vroeg bloeiende vaste planten na de bloei terugknippen om hergroei en herbloei te bevorderen • heesters met een voorjaarsbloei na de bloei snoeien • inplanten/inzaaien en selectief wieden van één- en tweejarigen • vuilafvoer halfaugustus - eind oktober • onkruidvrij maken • zwerfvuilvrij maken • correctiesnoei van de heesters en terug snoeien van uitgebloeide of te sterk uitgegroeide vaste planten. Eventueel plat gewaaide planten afknippen. • oprooien, scheuren, en herschikken vaste planten waar gecorrigeerd moet worden (augustus/september). • vuilafvoer Najaarsbeurt november-december • onkruidvrij maken • zwerfvuilvrij maken • uitsluitend waar nodig afgestorven plantendelen afknippen en verwijderen. we laten zoveel mogelijk bladmateriaal, oude bloeiwijzen en zaaddozen op de planten zitten • oud blad verspreiden ter bescherming tussen heesters en vaste planten; uitsluitend verstikkend blad op bodembedekkende planten verwijderen • bollen planten • compost aanbrengen: GFT-Compost, 5 - 10l./m2 • vuilafvoer Wintersnoei: januari - februari WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 7 of 52
• snoeien grote heesters, bomen en vruchtbomen Let op! In beplantingen kunnen teken aanwezig zijn. Controleer wanneer deze zijn waargenomen de kinderen extra hierop.
3.3. Waterspeelplaats: eind maart-eind april: 1x voorjaarsbeurt Voorzichtig handelen omdat in deze periode al eiafzetting van padden en kikkers heeft plaatsgevonden. • afgestorven bovenwaterdelen van oever-moerasplanten afknippen en verwijderen • eventueel te sterk uitgegroeide pollen die water doorstroom blokkeren oprooien en uitdunnen • stenen controleren op stabiliteit • zwerfvuilvrij maken • overtollige losse boomtakken / stenen verwijderen april-oktober: 1x per maand • draadalgen en afgestorven bladresten verwijderen, oppassen voor aanwezige kikkervisjes • groei van moerasvegetatie indien nodig intomen, • regelmatig de plas droog laten vallen om muggen en andere ongewenste organismegroei tegen te gaan november: • draadalgen en afgestorven bladresten verwijderen • stenen controleren op stabiliteit • zwerfvuilvrij maken • overtollige losse boomtakken / stenen verwijderen
3.4. Grasvegetatie: Speelgras: De vlakke delen van de speelheuvels en in het amfitheater moeten als een kort gazon frequent gemaaid worden. Zorg hier voor voldoende voeding en regelmatig besproeien in droge periodes. Het gras dient groen en koel te blijven. • verticuteren eind maart: indien nodig bezanden en bijzaaien • bemesten eind maart: samengestelde organische gazonmest, 1 kg/10 m2 + kalkmeststof/maerl 1 kg/25 m2 • maaien: vanaf half maart tot half november twee wekelijks ( gemiddeld 20 x per groeiseizoen). Kort maaisel kan blijven liggen, langer maaisel afvoeren naar composthoop • bemesten eind augustus/begin september: samengestelde organische gazonmest, 1 kg/10 m2 • kale plekken waar ongewenst in augustus/september bijzaaien • in droge periodes zoveel als gewenst nodig is besproeien met water, beter éénmaal per week veel dan dagelijks een beetje! Speelheuvels: Het grasland in op de hellingen van de speelheuvels heeft vaak flink te leiden van de speeldruk. Het streefbeeld van een mooie groene speelheuvel is zelden haalbaar en dat is ook niet het doel. De ingezaaide vegetatie zal zich vooral daar handhaven waar weinig betreding is en moet daar als extensieve ruige vegetatie worden beheerd. Het maaiwerk moet selectief gebeuren waarbij overhoekjes aanwezig blijven met opgaande dode stengels voor het insecten leven. • eind maart: waar nodig gaten opvullen, profiel herstellen en bijzaaien gras en kruiden • eind maart bemesten: samengestelde organische mest,1 kg/10 m2 + kalkmeststof/maerl 1 kg/25 m2 • maaien met een bosmaaier 2 à 3 maal in maart, juni, augustus • maaisel afvoeren naar composthoop WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 8 of 52
3.5. Levende wilgconstructies: Levende wilgenhagen/bouwwerken moeten regelmatig worden nagekeken op uitval en indien nodig in de winter weer van nieuwe levende staanders worden voorzien. • december-maart: bijsnoeien wilgentunnel , herstellen vlechtwerk en bijsteken nieuwe wilgentenen • juni-augustus: snoeien uitlopers en invlechten
3.6. Onderhoudskalender: Werkzaamheden voorjaarsbeurt beplanting onderhoudsbeurten beplantingen najaarsbeurt beplantingen wintersnoei bomen en heesters waterspeelplek speelgras speelheuvels wilgenbouwerken
WWW.BRVC.nl
jan
febr
mrt xx
apr xx x
mei
juni
juli
aug
x
x
x
x
sept
okt
nov
x
x
x xx
xxxx
xxxx
xxxx x x x
xxxx
© Ruurd van Donkelaar
dec
xx xxxx
x x x
x x x
x x x x xx
Page 9 of 52
x x x
x x x x
x x x
x x x
x x x
4. Onderhoud verhardingen, halfverhardingen en speelondergronden: De verharding bestaat uit 30 x30x betonnen stoeptegels. De halfverharding en ondergronden onder en rond speelaanleidingen bestaan uit schelpen en zand. Schoonhouden bestrating: • bij iedere onderhoudsbeurt aanvegen bestrating, let op glijgevaar bij droog zand op tegels! • controle op losliggende tegels en kantopsluitingen, direct herstellen • onkruidvrij maken d.m.v.mechanische behandeling: branden, schrapen of vegen • algenbestrijding door middel van sproeien met groene zeepoplossing en na inwerken vegen met droog zand. Schoonhouden halfverharding: • onkruidvrij houden d.m.v. mechanische behandeling: schoffelen en harken • bij iedere onderhoudsbeurt waar nodig aanharken en egaliseren Bodemmateriaal: Ook het bodemmateriaal onder en om de speelaanleidingen en speeltoestellen dient goed onderhouden te worden. Onderhoud zand en grindbodems en bodems van houtsnippers en boomschors onder en om speelaanleidingen en speeltoestellen Controle Gevaarlijke situaties Stukjes glas, blik etc. Vervuiling, honden-kattenpoep
Frequentie Dagelijks
Onderhoudsmaatregel Opruimen/herstellen
Dagelijks
Opruimen
Verspreiding buiten het vak
Wekelijks
Aanharken, bijeenvegen
Schokdempende werking, dikte, kuilen etc. Onkruidgroei
Maandelijks
Egaliseren, spitten en harken
Maandelijks
Afwatering Laagdikte, vertering materiaal
Kwartaal Jaarlijks
Handmatig verwijderen Schoffelen en harken Doorspitten, herstellen Aanvullen materiaal
5. Bouwkundige elementen Op het lage schoolplein wordt een pergolaconstructie gebouwd van Robiniahout en een vlonderbrug. Deze dienen regelmatig nagekeken te worden en waar nodig vervangen/gerepareerd. Controle dient plaats te vinden op alle constructiepunten, bouten/moeren en op algehele stabiliteit, draagkracht, veroudering en rotvorming. Waar noodzakelijk dienen palen te worden vervangen. Pergolaconstructie: • bij iedere onderhoudsbeurt pergola nakijken op eventuele beschadigingen, losse bouten, kabels etc. en op aanwezige scherpe uitsteeksels • halfjaarlijkse controle op losstaande palen, montage plaatsen van staalkabels, strakheid en algehele stabiliteit, indien nodig herstellen • robiniastaanders jaarlijks controleren op rotting en uitzakking en waar nodig delen vervangen WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 10 of 52
Vlonderbrug: • bij iedere onderhoudsbeurt vlonderbrug nakijken op eventuele beschadigingen, losse bouten en planken en op aanwezige scherpe uitsteeksels • halfjaarlijkse controle op losstaande palen, strakheid en algehele stabiliteit, indien nodig herstellen • jaarlijks controleren op rotting en doorzakking en waar nodig delen vervangen
6. Speelaanleidingen en speeltoestellen 6.1. Wettelijke kaders en veiligheid rondom spelen: Door te spelen in een natuurlijke en uitdagende buitenruimte, vormgegeven met natuurlijke materialen, ontwikkelen kinderen hun motoriek en leren ze spelenderwijs met risico’s om te gaan. Dit is belangrijk voor de gezonde ontwikkeling van elk kind. In een buitenruimte, bewust aangelegd met het oog op uitdagend spelen en ontdekken, zijn ‘ kleine ongelukjes’ niet uit te sluiten. Veiligheid en uitdaging zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Kinderen hebben het recht op het leren kennen en beheersen van hun eigen grenzen en daar hoort de afweging van mogelijk risico natuurlijk bij. Rondom speelaanleidingen en bij de inrichting van een meer natuurlijk en avontuurlijk speelterrein gelden een aantal wettelijke kaders die wij hier nader proberen toe te lichten: De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) is toezichthouder en handhaver van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). Het WAS is een wet die zegt dat speeltoestellen veilig geproduceerd en beheerd moeten worden. Deze wet is er om te voorkomen dat kinderen tijdens het spelen op/met speeltoestellen risico´s lopen die ze zelf niet kunnen inschatten, zoals snijden, vallen of klem komen zitten. Speeltoestellen en de inrichting van speelruimten moeten voldoen aan de normen zoals aangegeven in het WAS. Hiertoe berust bij de eigenaar, de beheerder of de gebruiker van het terrein de verplichting speeltoestellen en speelaanleidingen vóór ingebruikname eenmalig te laten keuren door een door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aangewezen Keuringsinstantie (AKI), waarna er bij goedkeuring een certificaat wordt verstrekt. Over de veiligheidseisen waaraan de natuurlijk ingerichte speeltoestellen/constructies in speelbossen en op natuurlijke speelterreinen moeten voldoen bestaat nog onduidelijkheid. Sommige ´speeltoestellen´ zijn door de kinderen zelf aangelegd, andere zijn door of op verzoek van de eigenaar/beheerder aangelegd. Speeltoestellen die door of in opdracht van de eigenaar/ beheerder zijn aangelegd moeten voldoen aan de eisen van het WAS. ´Speeltoestellen´ die door de kinderen zelf zijn aangelegd (bijvoorbeeld een van takken gebouwde hut); een constructie met een tijdelijk karakter, vallen niet onder het WAS. Natuurlijke speelterreinen, lijken in de regel niet, of slechts minimaal, ingericht met in het Attractiebesluit aangeduide speeltoestellen. De huidige wet en regelgeving kent echter voor elke constructie die geconstrueerd is met het doel kinderen uit te nodigen tot spel, de verplichting deze te laten keuren. Voor welke elementen van het natuurlijk ingerichte speelterrein de verplichting tot keuren geldt, wordt bepaald door het bedrijf (AKI) dat keuring en certificering uitvoert. De beheerder of eigenaar van het speelterrein heeft áltijd zorgplicht voor het gehele terrein, omdat hij een bepaalde verantwoordelijkheid heeft voor de veiligheid van kinderen. Ongeacht of de inrichting en de elementen als speeltoestellen onder het WAS vallen of niet. Speeltoestellen, speelaanleidingen, ondergronden, beplanting, bestrating enzovoorts moeten steeds nagelopen worden op mogelijke gebreken (onveiligheid). Voor speeltoestellen en attracties, maar ook voor speelaanleidingen en zelfs natuurspeelterreinen, geldt de wettelijke plicht het gebruik en de controle bij te houden in een logboek. Minimaal één keer per jaar moet de speelruimte worden geïnspecteerd. Inspectie kan en mag door de beheerder/eigenaar zelf gebeuren. Een inspectiebureau kan hierbij ondersteuning bieden. Voordeel van een externe inspectie is dat er met een ‘frisse blik’ gekeken wordt naar het terrein. Het ‘inspectierapport’ is een adviserend rapport. Alleen inspecteurs van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) zijn wettelijk bevoegd om een speeltoestel/ondergrond goed dan wel af te keuren. De inspecteurs van de VWA controleren de wet. Zij WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 11 of 52
controleren of de eigenaren/beheerders van het terrein zich aan het WAS houden. Deze inspecteurs kunnen gevraagd en ongevraagd langskomen. Uiteindelijk moet ook het ‘gezond’ verstand bepalen of er sprake is van een onveilige situatie of een aanvaardbaar risico op het terrein. Een risicoanalyse moet worden uitgevoerd waarbij inzichtelijk kan worden gemaakt welke mogelijke risico´s er kunnen ontstaan. Het kan zijn dat de eigenaar/beheerder bewust kiest voor bepaalde risico’s. Het is van belang deze risico’s in de risicoanalyse goed te onderbouwen. Tegen de aanwezigheid van ongewenste risico’s of mogelijk nog te ontwikkelen risico’s dienen maatregelen te worden genomen. De risicoanalyse wordt meegewogen in het keuringsrapport van de AKI en weegt mee in het goed dan wel afkeuren door de ambtenaar van het VWA. Kan de eigenaar, beheerder of gebruiker zich niet vinden in het keuringsrapport van de AKI, dan is het mogelijk dit voor te leggen bij het VWA. Informatie over spelen, veiligheid en keuring: www.allesoverspelen.nl, www.vwa.nl .
6.2. Inspectie speelaangelegenheden: Het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen verplicht elke beheerder van een speelgelegenheid om een logboek bij te houden waarin alle gegevens over inspectie, onderhoud en reparaties van speeltoestellen zijn bijgehouden. Voor het beheer van speelaanleidingen is een dergelijk logboek, hoewel nog niet verplicht, aan te raden. Voor de inspectie van de Voedsel en Waren Autoriteit is het logboek een hulpmiddel om te controleren of het onderhoud door de beheerder voldoet aan het Warenwetbesluit. Het logboek kan een rol spelen bij aansprakelijkheidsvraagstukken en geeft inzicht in de genomen maatregelen naar aanleiding van een eventueel ongeval. Soorten inspecties: De Europese Norm EN 1176 noemt drie soorten inspecties: 1. Visuele inspectie: Deze vindt wekelijks tot maandelijks plaats en hierbij kijkt men of er een gevaarlijke situatie is ontstaan als gevolg van het gebruik, vandalisme of weersomstandigheden. Er zijn onderdelen gebroken, afgescheurde takken, kapotte scherpe stenen of tegels, afgebroken stucwerk, scherpe scheuren in houtwerk, ontstane kuilen of drempeltjes. 2. Functionele inspectie: Deze vindt eens per maand tot eens per kwartaal plaats en controleert gedetailleerder de toestand waarin de speelaanleidingen zich bevinden. Hierbij wordt gelet op algehele stand en stabiliteit van de constructies, losse bouten en moeren, stabiliteit van metsel en stapelwerk, stabiele ligging en inbedding van grote stenen en stammen, dikte van bodemmateriaal. 3. Grote inspectie: Tenminste eenmaal per jaar wordt gekeken naar de totale conditie en veiligheid van de speelgelegenheid. Hierbij wordt gelet op verouderingsverschijnselen zoals corrosie, houtrot, slijtage etc. Soorten onderhoud: Het onderhoud is in drie taken te verdelen: 1. Inspectief onderhoud: regelmatig alle onderdelen van de speelgelegenheid controleren op gebreken. 2. Preventief onderhoud: hieronder vallen alle werkzaamheden om gebreken en slijtage tegen te gaan zoals schoonmaken en aandraaien bouten van bevestigingspunten van hout. 3. Correctief onderhoud: hierbij worden reparaties uigevoerd om aangetroffen gebreken te corrigeren. Alle frequenties van inspectie en onderhoud zijn afhankelijk van de gebruiksintensiteit. Inspectie activiteit: Controle op acute onveilige situaties Controle op rommelige situaties Controle op vervuiling Controle op beschadiging van constructie WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
dagelijks tot wekelijks dagelijks tot wekelijks maandelijks maandelijks Page 12 of 52
Controle op stabiliteit, stand en draagvermogen Controle op aantasting van de verflaag Controle op aantasting materiaal
maandelijks halfjaarlijks halfjaarlijks
Onderhoud speelaanleiding en speeltoestel: Controle Acute onveilige situaties Scherpe randen, splinters Rommelig materiaal en verspreiding buiten het speelgebied
Frequentie Dagelijks
Onderhoudsmaatregel Direct herstellen
Dagelijks
Opruimen, bijeenhalen
Vervuiling
Wekelijks
schoonmaken
Beschadiging van constructie
Maandelijks
herstellen
Stabiliteit, stand en draagvermogen Aantasting verflaag
Maandelijks
Aantasting materiaal
Halfjaarlijks
Direct maatregelen nemen tot herstel Indien noodzakelijk bijwerken om verdere slijtage tegen te gaan Indien noodzakelijk tot reparatie overgaan
Halfjaarlijks
6.3. Omschrijving speelaanleidingen en speeltoestellen: De speelaanleidingen op het plein van ASV worden waarschijnlijk allemaal in eigen beheer gemaakt van verschillende beschikbare houtsoorten. Voor constructieve toepassingen zoals vertakte klauterstammen is een duurzame houtsoort gewenst. Voor de andere toepassingen zijn ook de minder duurzame houtsoorten geschikt maar men zal sneller moeten gaan vervangen. Er worden waarschijnlijk geen vooraf gecertificeerde speelaanleidingen geplaatst zoals BRVC ontwikkeld heeft onder de naam BuitenKans Natuurrijk Spelen Na plaatsing moeten dus alle speelaanleidingen worden gekeurd en voorzien van een certificeringsplaatje en een bijbehorend certificaat moet worden opgenomen in het beheerboek. Speelheuvels: Materiaalomschrijving: De speelheuvels zijn opgebouwd van aanwezige grond en voorzien van boomstammen en stammenconstructies om over heen te klimmen. De heuvel zal gedeeltelijk met gras kunnen begroeien en deels kaal blijven door intensief gebruik. Waar nodig bij zaaien van gras en kruiden. Specifieke onderhoudsaspecten: Controle op steilte talud, waar nodig dit aanpassen/herstellen. Controle van boomstammen, stammentrappen en losse stobben op stabiliteit, constructie en verrotting; Constructieve boomstammen: Materiaalomschrijving: Op de heuvel liggen een paar vertakte klauterstammen. Bij constructieve boomstammen wordt gekozen voor duurzame houtsoorten zoals robinia en eik. Deze zijn slijt vaster en verrotten minder snel. Specifieke onderhoudsaspecten: Controle op stabiliteit en inbedding Controle op algehele conditie, verrotting, indien nodig vervangen WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 13 of 52
Niet constructieve boomstammen: Materiaalomschrijving: Niet constructieve boomstammen kunnen van een minder duurzame houtsoort zijn. Als slijtage en verrotting van deze stammen niet tot gevaarlijke speelsituaties leidt hoeven deze niet vervangen te worden. De vergankelijkheid kan belangrijke educatieve waarden hebben zoals het herbergen van allerlei insecten en andere organismen. Specifieke onderhoudsaspecten: Controle op stabiliteit en inbedding Controle op algehele conditie, verrotting, indien nodig voor veiligheid vervangen anders gecontroleerd laten vergaan. Zitbanken van gemetselde tegels: Materiaalomschrijving: De zitbanken zijn gemetseld of gelijmd van betontegels en deels van mozaïek voorzien Specifieke onderhoudsaspecten: Controle van metselwerk op losliggende tegels, kapotte voegen en scherpe kanten door beschadiging. Waar nodig herstellen. Mozaïekwerk controleren op beschadigingen, afgevroren of losgelaten tegels en voegen, indien nodig herstellen. Amfitheater: Materiaalomschrijving: Het amfitheater is gebouwd van metselwerk van betontegels. Het middendeel is opgevuld met een grasbodem Specifieke onderhoudsaspecten: Controle van metselwerk op losliggende tegels, kapotte voegen en scherpe kanten door beschadiging. Waar nodig herstellen. Duo-glijbaan: Materiaalomschrijving: De glijbanen zijn gemaakt van PE kunststof en onderhoudsvrij. De trappen worden gemaakt van rondhout Specifieke onderhoudsaspecten: Controle op stabiliteit en gladheid van de stammentrappen, indien nodig schoonmaken en herstellen. Jaarlijks controle op verrotting, indien nodig stammen vervangen. Valzone onderaan de glijbaan indien nodig aanvullen met valzand. Losse materialenspeelplek: Materiaalomschrijving: Op het benedenterrein is een bouwspeelplek ingericht. Hier is materiaal in de vorm van takken, stammen en doeken beschikbaar voor de kinderen om zelf mee aan de slag te gaan. Specifieke onderhoudsaspecten: Regelmatig verzamelen en opruimen beschikbaar materiaal. Verteerde en ongeschikte materialen verwijderen. Waterspeelplek: Materiaalomschrijving: De waterspeelplek is gemaakt van grote brokken natuursteen of puin ingebed in een cementlaag en met een overstort naar een infiltratiezone. Een bronpaal met drukknopkraan zorgt voor een bescheiden waterloop. In de infiltratiezone kan zich ook regenwater uit het terrein verzamelen. Specifieke onderhoudsaspecten: Maandelijks controle van de bronpaal en drukknopkraan, deze in de winter afsluiten en aftappen. Controle op diepte, stabiliteit en gladheid van de stenen en controle van de overloop naar de infiltratiezone. Herstellen en schoonmaken van de infiltratiezone zodat infiltratie mogelijk is. Het verdient aanbeveling om bij warm weer de waterspeelplaats enkele malen droog te laten vallen zodat ontwikkeling van schadelijke organismen beperkt wordt.
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 14 of 52
Zandspeelplek: Materiaalomschrijving: De zandspeelplek bak is een groot vak in de pleinverharding afgezet met een muurtje van tegels. Ze is 50 cm diep en gevuld met speelzand. Specifieke onderhoudsaspecten: Wekelijks speelzand controleren op vervuiling en scherpe voorwerpen. Jaarlijks het speelzand in de zandbak verversen. Wilgentunnel: Materiaalomschrijving: De wilgenbouwwerken zijn gemaakt van levend wilgenhout. Levend wilgenhout is maar ten dele duurzaam. Er vind vaak als gevolg van de niet al te gunstige omstandigheden door ziekte en verdroging afsterving plaats. Specifieke onderhoudsaspecten: Het wilgenhout moet twee jaarlijks worden gesnoeid en aangebonden. Het dient ieder kwartaal te worden gecontroleerd op losse en scherpe delen en jaarlijks kunnen slechte delen worden vervangen. Bij algeheel verval moet het wilgenbouwwerk in zijn geheel worden vervangen. Stobbenwal: Materiaalomschrijving: De takkenril is een educatief element en niet bedoeld om op te spelen. Hier kunnen in verrottend hout allerlei beestjes zich verstoppen en er kunnen paddenstoelen gaan groeien. Het is een ontdek plekje. Specifieke onderhoudsaspecten: Regelmatig controleren op onveilige situatie door veroudering van het gestapelde hout. Waar nodig herstapelen en vervangen. Aanvullen met aanwezige speeltoestellen/ speelhuis/ tafeltennistafel
6.4. Algemeen Beschouw de speeltuin als een buitenklaslokaal. Ruim regelmatig samen met de kinderen de gebruikte elementen zoals losse takken, stapelblokken etc. op, laat ze aanharken, vegen, herstellen, plantjes water geven etc. Dat vergroot hun betrokkenheid en hun verantwoordelijkheid voor hun speelplek. Goed gericht en regelmatig onderhoud is bepalend voor de duurzaamheid, de veiligheid en de uitstraling van het terrein.
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 15 of 52
7. Veiligheidplan en risicoanalyse Locatie: Amersfoortse School Vereniging Opgesteld door: Ruurd van Donkelaar Ingevuld door: Herzien door:
datum:09-05-2013 datum: datum:
Dit veiligheidsplan heeft tot doel de veiligheidssituatie van het speelterrein te omschrijven, te beoordelen en hierbij waar nodig maatregelen te benoemen die de veiligheid op en rond het speelterrein kunnen verbeteren. Dit document is door BRVC op maat opgesteld en gedeeltelijk al ingevuld maar het is nadrukkelijk de bedoeling dat ook de beheerder/toezichthouder van het terrein dit document gebruikt en verder invult en onderhoudt. Op basis van deze bevindingen kunnen noodzakelijke maatregelen en oplossingen worden genomen om de veiligheid op het terrein te waarborgen. Veiligheid is immers geen papieren kwestie. Uitgangspunten en visie: Door het spelen van kinderen in een uitdagende natuurlijke omgeving ontwikkelen kinderen hun motoriek en leren ze spelenderwijs omgaan met risico’s. Deze risico’s maken het spel van kinderen spannend en leerzaam. Ze leren zo het inschatten van gevaren en het reageren op verwachte en onverwachte situaties. Ze ontwikkelen vaardigheden zoals omgaan met materialen, constructies en gereedschappenen en doen kennis op over planten en dieren. Ze kunnen zelf hun grenzen bepalen en verleggen en bouwen zo zelfvertrouwen op. Bij het ontwerpen van onze natuurspeelterreinen gaan we bewust om met de uitdaging die dit terrein aan de kinderen biedt. Kinderen hebben het recht op het leren kennen en beheersen van hun eigen grenzen en daar hoort de afweging van mogelijk risico natuurlijk bij. Een risico wordt als aanvaardbaar beschouwd als : Het risico voor de kinderen duidelijk herkenbaar is, dus niet verborgen. De ernst van het mogelijke letsel in verhouding staat met de speel-/leerwaarde van het risico. Het mogelijke letsel mag niet ernstig zijn en niet blijvend. Er maatregelen genomen zijn, om in geval van een letsel de gevolgen daarvan te beperken (Toezicht, EHBO). In het algemeen beschouwen we veel voorkomende verwondingen of beschadigingen als acceptabel en aanvaardbaar als: De invloed op de gezondheid van korte duur is en de schade herstelbaar, bijvoorbeeld een schaafwond, een buil, een bloedneus of een kapotte broek. Een mogelijke verwonding en het genezingsproces daarna een educatieve waarde heeft, bijvoorbeeld een brandnetelbultje of een rozendoorn in de huid. Het vermijden van het risico een ingrijpende belemmering zou zijn van de speelwaarde van het object zoals natte en vieze kleding bij een waterspeelplaats. Het kennismaken met het risico alertheid en reactievermogen voor de volgende keren zal trainen zoals bij het beklimmen van een heuvel van ruwe brokken puin. Risico = Kans x Ernst Hoe schatten we risico’s in?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 16 of 52
Risico geeft de kans weer dat een gevaar zich voordoet en beschouwt de ernst daarbij. De hiervoor meestal gehanteerde berekening is: risico = kans x ernst. Het gaat dus om de kans dat er iets gebeurd in combinatie met de ernst van het voorval. Als de ernst van de situatie groot kan zijn, moeten maatregelen worden genomen om het risico te verkleinen. Als de kans dat een situatie zich voordoet groot is, kijk je of de ernst acceptabel is of dat maatregelen nodig zijn het risico te verkleinen. Na deze inschatting kunnen we het risico indelen in vier categorieën die aangeven hoe we moeten handelen. A : zeer riskant, ernstig en onmiddellijk gevaar, onmiddellijk ingrijpen vereist B : risicovol, dringend te verhelpen. C : mogelijk risico, routinematig verhelpen/aanpassen D : licht risico, aanvaardbaar In dit veiligheidsplan analyseren we de risico’s die het verblijven op het terrein, het spelen zelf en het beheer met zich meebrengen. Ook de sociale omgeving van en op het terrein wordt in deze analyse meegenomen
Omgeving van het terrein De omgeving van het terrein heeft invloed op de sociale en fysieke veiligheid van het terrein en zijn gebruikers. Omschrijving van de ligging van het terrein . Korte omschrijving ligging terrein?
Sociale omgeving terrein De sociale omgeving van het terrein bepaalt in hoge mate het gevoel van veiligheid en geborgenheid. Maar vandalisme en drugsoverlast kunnen ook de directe veiligheid op het terrein beïnvloeden door kapotte voorzieningen of rondslingerende spuiten. Is er sprake van veel vandalisme in de buurt?
Is er overlast door drugsgebruik?
Is er overlast van hangjongeren?
Is er sprake van andere ongewenste activiteiten? Welke?
Hoe staat het met de sociale controle? En met het wijktoezicht?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 17 of 52
Hebben de eventuele ongewenste activiteiten ook invloed op de veiligheid van het terrein en zijn gebruikers?
Welke maatregelen zijn er genomen om dit risico te beperken en wat zou er nog meer gedaan kunnen worden?
Risico inschatting sociale omgeving terrein Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Fysieke omgeving terrein Ook de fysieke omgeving van het terrein bepaalt het gevoel van veiligheid. In een prettige, rustige en verzorgde woonomgeving is het beter toeven dan in een verwaarloosde en dat heeft invloed op het gebruik van het terrein. Hoe staat het met de verkeersdrukte, levert dit gevaar op voor de gebruikers van het terrein bij het komen en gaan?
Hoe is de kwaliteit van de groenvoorziening in de omgeving? Wie onderhoudt dit?
Is er veel overlast van zwerfvuil, honden- en kattenpoep in de buurt? Hoe wordt dit opgeruimd?
Wat is er al gedaan om de fysieke omgeving van het terrein te verbeteren en wat kan er nog meer aan gedaan worden?
Risico inschatting fysieke omgeving Opmerkingen:
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Risico: A / B / C / D
Page 18 of 52
Het terrein Korte omschrijving terrein? Het speelterrein ligt achter de school, omsloten door tuinen en bebouwing. Het terrein bestaat uit een hoger gelegen deel rond de school en een lager deel waar het natuurlijk spelen is geconcentreerd Toegankelijkheid en gebruik Hier omschrijven we wanneer en door wie het terrein gebruikt zou moeten worden. Is het terrein openbaar en vrij toegankelijk of besloten/afgesloten?
Wanneer is het terrein toegankelijk?
Voor wie is het terrein bestemd? School, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, bso, activiteitencentrum, brede school, openbaar speelgebied voor de wijk
Wat voor activiteiten vinden er voornamelijk plaats? zoals speelterrein, voor sport en spel, verblijfsruimte en/of educatie?
Wat is de belangrijkste doelgroep en de leeftijdscategorie?
Wanneer wordt het terrein heel intensief gebruik en wanneer heel extensief?
Hoe hoog is de gebruiksintensiteit?
Hoe lang achtereen blijven de kinderen gemiddeld in de tuin?
Is er toezicht? Hoe, door wie, wanneer wel, wanneer niet?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 19 of 52
Wat voor problemen kunnen zich voordoen bij ongewenst/ ongeoorloofd gebruik? En hoe is dit te voorkomen?
Risico inschatting toegankelijkheid en gebruik Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Algemene inrichting Op deze plaats geven we een beeld van de basisinrichting/indeling van het terrein Hoe groot is het terrein? Het boventerrein is ongeveer 1200 m2 en het onderterrein 1175 m2
Is het terrein opgedeeld voor verschillende doelgroepen en zijn deze ruimtes fysiek gescheiden? Het beneden terrein met speelheuvels en speelveld is duidelijk gescheiden van het bovenplein waarvan een groot deel is verhard met tegels. Apart is een vlindertuin ingericht die voorzien is van een omheining van wilgenvlechtwerk.
Is het terrein overzichtelijk?
Waaruit bestaat de basisinrichting: verhardingen, grasvelden, niveauverschillen, bosjes, water? Bovenplein is grotendeels verhard, beneden is ingericht met grond en grasbegroeiing, het hoogteverschil is een kleine twee meter met een hellend pad naar het benedenterrein. Op het benedenterrein is op de helling een waterspeelplek ontworpen met een infiltratiezone voor overtollig regenwater. Op het benedenterrein zijn speelheuvels met klauterhout. Er zijn verschillende bosjes, een aparte hoek met bomen in verhoogde bakken op het boventerrein en een aparte vlindertuin voor NME onderwijs. Op het benedenterrein is een groot amfitheater ontworpen waar zowel buitenlesactiviteiten als ook aeoan sport en spel gedaan kan worden. De zandspeelplaats en de chillhoek bevinden zich op het boventerrein.
Hoe is de onderlinge situering van de terreinonderdelen? Er is een duidelijke structuur waarbij het benedenterrein meer gebruik zal worden voor avontuurlijk spelen en het boventerrein meer voor de kleinere kinderen en rustig spel
Risico inschatting algemene inrichting WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 20 of 52
Risico: A / B / C / D
Opmerkingen:
Bodem/Grond We gaan hier nader in op de bodemsamenstelling en bodemgesteldheid. Deze is zowel belangrijk voor de inrichting en groenvoorziening als direct voor het gebruik. Waaruit bestaat de bodem? Zand, veen, klei, zavel?
Is er ooit op of rond het terrein sprake geweest van bodemverontreiniging en sanering?
Zit er veel puin en andere ongerechtigheden zoals glas in de grond?
Hoe diep zit het grondwater? Hoe is de kwaliteit?
Is het terrein gedraineerd?
Is er sprake van waterstagnatie in de bodem?
Zou de bodemkwaliteit een gezondheidsrisico voor de gebruiker kunnen betekenen? En wat voor maatregelen zijn hiervoor genomen of beperkingen in gebruik zijn hiervoor noodzakelijk?
Risico inschatting bodem en grond Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Water Hier omschrijven we het oppervlaktewaterwater rond en op het terrein en de functies ervan. Water kan als oppervlaktewater, sloten en singels rond het terrein aanwezig zijn. Dit water is in eerste instantie bedoeld als een waterbergende en afvoerende functie en niet als plek om te spelen. Soms kan dit water zo heringericht worden dat het wel geschikt is als WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 21 of 52
speelplaats, meestal wordt speelwater apart aangelegd in de vorm van ondiepe vijvers en wadi’s (infiltratiezones waar slechts bij nat weer water in staat). Het gebruik van water als speelwater is heel uitdagend. Dit kan ook zeker goed gerealiseerd worden, maar er moet wel met een aantal specifieke veiligheideisen rekening worden gehouden. Een andere belangrijke functie van water voor kinderen is de ecologische waarde die een natuurlijke waterplas vertegenwoordigd. Met schepnetjes op kikker- en insectenjacht is een van de meest uitdagende vormen van NME onderwijs. Voor scholen leggen we vanuit BRVC vaak speciale observatievijvers aan. Deze natuurlijk ingerichte vijvers hebben geen speelfunctie maar dienen uitsluitend voor het bestuderen van het leven in en rond het water. Een heel goed artikel over speelwater en gezondheid is te vinden op: http://www.kindvannature.nl/uploads/03d4a01b8432ad6414d45f0ddad8a404.pdf Is er oppervlaktewater, zoals sloten en singels op, rond of grenzend aan het terrein? Nee
Is er water bedoeld als speelwater of speelwadi? Ja, een waterspeelplek en infiltratiezone. In beiden zal slechts een beperkte plas water blijven staan van hooguit 20 cm.
Is duidelijk welk water aangemerkt wordt als speelwater? Ja, de waterspeelplek
Wat voor voorzieningen zijn genomen om het speelwater veilig te maken voor de doelgroep? Dieptes, stabiliteit van de bodem, taluds, afzettingen, etc?
Kunnen ook kleinere kinderen dan de doelgroep gemakkelijk in het speelwater geraken? Hoe kan dat worden voorkomen?
Wat voor andere risico’s zouden kunnen optreden bij het spelen in en rond het speelwater?
Is er risico op vervuiling van het speelwater door bijv. straat- en dakwater, riooloverstort, blauwalgen of eenden/ganzenpoep? Is er doorstroming?
Wordt de waterkwaliteit getest? Door wie en hoe vaak?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 22 of 52
Zou de waterkwaliteit een gezondheidsrisico voor de gebruiker kunnen betekenen? En wat voor maatregelen zijn hiervoor genomen of welke beperkingen in gebruik zijn hiervoor noodzakelijk?
Hoe en hoe vaak wordt het water onderhouden ( uitmaaien, uitbaggeren)?
Risico inschatting water Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Structuur van het terrein Bij een uitdagend speelterrein worden door de BRVC ontwerpers vaak hoogteverschillen in de vorm van speelheuvels en hellingen gecreëerd. De hoogtes zijn sterk afhankelijk van de doelgroep. Ook steile kloven met daarover een mooie boomstam zijn uitdagende elementen op een natuurlijk speelterrein. Hoe gaan we met de veiligheid van dit soort terreinstructuren om? Zijn er hoogteverschillen aanwezig? Ja
Zijn deze van natuurlijke oorsprong of aangebracht? Deels van nature, deel ( speelheuvels) aangebracht
Hoe groot zijn de hoogteverschillen, zijn dit steilkanten met of zonder balustrade of hellingen/heuvels? Het hoogteverschil tussen boven en onder speelplaats is een kleine twee meter. De speelheuvels zijn glooiend met hoogteverschillen van hooguit 100 cm
Hoe steil zijn de hellingen van de heuvels? Maximaal 1 op 3
Hoe groot zijn de val/ struikelrisico’s bij het afdalen/ afrennen van de helllingen/heuvels? Kunnen de kinderen ergens tegen aan vallen waardoor het letsel groter wordt? Hoe worden deze risico’s beperkt? Er is struikelgevaar bij het hellende pad van boven naar benedenplein en bij afrennen van de heuvels vallen over klauterhout en losliggende materialen. De bodem bestaat uit een vrij hard graspad / speelgras. Er is een scheiding middels een WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 23 of 52
hazelaarsbosje tussen glijbaan en speelheuvel
Heeft de structuur van het terrein gevolgen voor de overzichtelijkheid? Brengt dit risico’s met zich mee?
Risico inschatting structuur terrein Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Zon / schaduw Op deze plaats geven we aan hoe het terrein gesitueerd is t.o.v. de zon. Langdurig verblijf in de zon kan risico’s voor de kinderen met zich meebrengen. Hoe ligt het terrein t.o.v. de zon gesitueerd?
Zijn er intensief bespeelde terrein delen die gedurende een groot deel van de dag zonbeschenen zijn?
Is er voldoende schaduw , in de vorm van bomen en/of schaduwvoorzieningen aanwezig?
Wat voor maatregelen worden er genomen om verbranding, oververhitting ( zonnesteek) en uitdroging van spelende kinderen te voorkomen?
Risico inschatting zon en schaduw Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Gebouwen / opstallen/ schuurtjes Op veel terreinen zijn allerlei opstallen aanwezig. Deze zijn uiteraard niet bedoeld als speelobject of klimrek maar het is natuurlijk voor veel kinderen wel een uitdaging om te kijken of dat mogelijk is. Ook de constructie van opstallen en andere voorzieningen vraagt aandacht bij het in kaart brengen van eventuele risico’s. Zijn er op het terrein gebouwtjes, zoals schuurtjes, afdakjes, dierenverblijven, fietsenstalling, pergola’s etc. aanwezig? Wat is hun functie?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 24 of 52
Hebben kinderen / gebruikers toegang tot de gebouwtjes? Zijn ze afgesloten?
Zijn er risico’s voor verkeerd gebruik van deze voorzieningen zoals opklimmen en afvallen, vandalisme? Wat is er aangedaan om dit risico te beperken?
Zijn er in de constructie van de opstallen onderdelen die een extra risico op letsel vormen? (bijv. uitstekende funderingen, laaghangende afvoerpijpen)
Zijn er voorzieningen waar elektriciteit bij is aangesloten zoals verlichting, pompen etc? Zijn deze voorzieningen hufterproof en veilig aangelegd en voldoende afgesloten zodat de gebruikers niet per ongeluk in aanraking kunnen komen met elektra?
Hoe en hoe vaak worden de opstallen onderhouden ( schoonmaken, schilderen)?
Risico inschatting opstallen Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Omheining Veel terreinen zijn afgezet door een hekwerk. Het is natuurlijk de bedoeling dat deze hekwerken kinderen binnen houden en ongewenste bezoekers buiten houden. Maar het is natuurlijk reuze spannend om te proberen over een hekwerk heen te klimmen of op een andere manier de barrière te slechten. Dit kan risico’s met zich mee brengen. Is het terrein afgezet met een omheining, wat voor soort (hekwerk, gaas, poorten)?
Hoe hoog is de omheining?
Is er een risico op beklimming, ver/afklemming of vallen bij het hekwerk en poorten? WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 25 of 52
Wat voor maatregelen kunnen er genomen worden om ongeoorloofd gebruik te voorkomen?
Hoe en hoe vaak worden de hekwerken onderhouden?
Risico inschatting omheining Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Verhardingen De meeste terreinen zijn voor een deel voorzien van verhardingen. Deze zijn deels functioneel aangelegd om te voorzien in de verschillende bewegingsroutes van de gebruiker, naar de in- en uitgang, naar de schuurtjes of fietsenstalling, ten behoeve van de vuilcontainer etc. Een deel van de verharding wordt ook gebruikt voor het recreatieve element: sport en spel, loop- en fietspaadjes. De veiligheidsrisico’s bij gebruik van verharding zijn voornamelijk struikelen en vallen met schaafwondjes of een buil tot gevolg. Stenen geven nu eenmaal niet mee. Verharding kan ook glad worden door algaangroei en bladval en natuurlijk met sneeuw en ijzel. Vooral bij sport en spel en bij bijvoorbeeld massaal verlaten van de school doen zich dit soort incidenten voor. In het algemeen beschouwen we dit als aanvaardbare risico’s die niet altijd te voorkomen zijn. BRVC maakt in zijn ontwerpen ook vaak gebruik van halfverhardingen zoals split en schelpenpaden. Dit zijn doorgaans geen primaire, functionele paden maar bedoeld als informeel wandel- of fietspad. Halfverhardingen zijn minder ‘hard’ dan echte verhardingen en daardoor is de kans op letsel bij vallen gering. Zijn er op het terrein verhardingen (bestrating, tegels, klinkers, asfalt) aanwezig, van welk materiaal en hoeveel?
Waarvoor wordt de verharding gebruikt (sport en spel, transport, lopen, fietsen, skaten, kinderfietsjes en steps)?
Zijn er sterk kruisende gebruikersstromen op bepaalde momenten van de dag, zoals bij het binnenkomen en verlaten van het schoolterrein? Hoe kan dit in goede banen geleid worden?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 26 of 52
Is het duidelijk welk deel van de verharding voor een specifiek gebruik bedoeld is ( bijv. een voetbalpleintje, een rondfietspaadje, een hobbel-de-bobbelpad)?
Is er extra risico op vallen door opstapjes, putdeksels en andere onregelmatigheden in de verharding?
Hoe en hoe vaak worden de verhardingen onderhouden (vegen, controle op losliggende materialen)?
Hoe wordt bij winterse omstandigheden omgegaan met gladheidsbestrijding?
Zijn er op het terrein halfverhardingen (split, grind, schelpen) aanwezig?
Waarvoor worden de halfverhardingen gebruikt?
Kunnen heel kleine kinderen ( baby’s en peuters) in aanraking komen met de halfverharding en daardoor steentjes of schelpen in de mond steken? Hoe wordt dit voorkomen?
Hoe en hoe vaak worden de halfverhardingen onderhouden (vegen, harken, aanvullen materiaal)?
Risico inschatting verhardingen Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Sport en spel
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 27 of 52
Een deel ven het terrein wordt vaak voor sport en spelactiviteiten gebruikt zoals voetbal, basketbal, tafeltennis etc. Het is belangrijk dat deze ‘drukke’ activiteiten zich niet vermengen met rustige activiteiten. In het ontwerp zijn deze activiteiten daarom vaak gescheiden. Wat voor soort sport en spelactiviteiten vinden er regelmatig plaats op het terrein?
Zijn hiervoor speciale voorzieningen aanwezig zoals doeltjes, tafeltennistafel?
Is het voor de gebruikers duidelijk welke delen van het terrein bestemd zijn voor deze sportactiviteiten?
Hoe groot is het risico dat sport en spelactiviteiten plaatsvinden op andere delen van het terrein die daar niet voor bestemd zijn?
Wat voor risico’s op letsel kunnen zich voordoen bij de sport- en spelactiviteiten en hoe groot is de kans hierop?
Risico inschatting sport en spel Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Speelaanleidingen en speeltoestellen Een deel van het terrein is ingericht met speelaanleidingen en speeltoestellen. Speelaanleidingen zijn doorgaand eenvoudige elementen, zoals een boomstam, een stel zwerfkeien, een zandplek of een kuil. Deze speelaanleidingen dagen kinderen uit naar eigen fantasie hiermee hun spel te spelen. Speeltoestellen zijn geconstrueerde elementen die meestal voor een bepaald gebruik of beweging zijn ontworpen zoals een klimstam, een evenwichtsbalk, een glijbaan of een schommel. Klimtoestellen horen door de fabrikant van een veiligheidscertificaat te worden voorzien. Ook verschillende van de door ons toegepaste speelaanleidingen en speelelementen hebben we laten certificeren. Deze certificaten zijn in het beheerboek opgenomen. Bij zowel speelaanleidingen als speeltoestellen is het van groot belang dat de veiligheid hiervan regelmatig wordt gecontroleerd. De verschillende elementen zijn aan vergankelijkheid en/of slijtage onderhevig waardoor de veiligheid kan verslechteren. Meer informatie over de veiligheidseisen van speelaanleidingen als speelvoorzieningen is te vinden op: www.allesoverspelen.nl en http://www.groenesleutel.be/docs/Veiligheid_speelterreinen.pdf Welke speelaanleidingen zijn op het terrein aanwezig? WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 28 of 52
Waterspeelplek met natuursteen, divers klauterhout, glijbanen
Zijn deze speelaanleidingen gekeurd? Door wie en wanneer? Zie ook logboek. Het zijn geen vooraf gekeurde speelaanleidingen en moeten na constructie wworden gekeurd
Een speelaanleiding kan aanvankelijk veilig zijn maar door slijtage op den duur onveiliger worden. Geef per speelaanleiding aan welke risico’s het spelen hiermee met zich mee brengt (schaafwonden, splinters, verknellingen, valrisico) en wat de ernst van het eventuele letsel kan zijn.
Sommige speelaanleidingen hebben ook een educatieve functie zoals een verrottende boomstam of wortelstobbe. Zijn dit soort vergankelijke speelaanleidingen aanwezig op het terrein en zijn deze zo toegepast dat het vergaan geen veiligheidsrisico met zich mee kan brengen?
Welke speeltoestellen zijn op het terrein aanwezig?
Zijn deze speeltoestellen gecertificeerd? Door wie en wanneer? Zie ook logboek.
Een speeltoestel hoort altijd veilig te zijn maar door slijtage kan het op den duur onveiliger worden. Geef per speeltoestel aan welke risico’s het spelen hiermee met zich mee brengt (schaafwonden, splinters, verknellingen, valrisico) en wat de ernst van het eventuele letsel kan zijn.
Hoe worden de speelaanleidingen onderhouden en gecontroleerd en hoe vaak? Wordt dit in een logboek bijgehouden?
Welke valondergronden zijn bij de speeltoestellen aanwezig?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 29 of 52
Hoe en hoe vaak worden de valondergronden onderhouden en gecontroleerd?
Is er speelzand bij een of meerdere speelaanleidingen of zandspeelplekken aanwezig?
Hoe vaak wordt het speelzand gecontroleerd op ongerechtigheden en hoe vaak wordt het speelzand vervangen? (zie ook logboek)
Zijn er speelaanleidingen /speeltoestellen met water (waterspeelplek)? Wat voor water wordt er gebruikt? Drinkwater/pompwater/oppervlaktewater? Ja, met een bronpaal voorzien van drukknopkraan met waterleiding aansluiting.
Blijft het speelwater voor langere tijd als waterplas aanwezig of loopt het altijd weg via afvoer of infiltratie?
Kan eventueel stagnerend water een gezondheidsrisico vormen?
Zijn er tijdelijke bouwwerken aanwezig, door kinderen al dan niet met volwassenen samengesteld, zoals hutten en wigwams? Worden deze weer opgeruimd?
Worden er bij deze aanleidingen losse materialen voor zelfbouw gebruikt zoals takken, stammen en stenen? Zijn deze in een bepaalde hoek geconcentreerd en worden deze weer opgeruimd na gebruik?
Risico inschatting speelaanleidingen en speeltoestellen Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Vuurplaats Vuurtje stoken is natuurlijk voor heel veel kinderen een spannende en uitdagende activiteit. Het is ook heel goed om kinderen te leren zelf een vuurtje aan te leggen en hiermee om te WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 30 of 52
gaan. Maar vuur brengt natuurlijk ook altijd risico’s met zich mee op brandwondjes en ernstiger letsel. Hoe wordt op dit terrein hiermee omgegaan? Is op het terrein een vuurplaats aanwezig? Is deze voorzien van een speciale vuurkorf?
Wanneer mag er op de vuurplaats een vuurtje worden aangelegd? Zijn hier altijd volwassenen bij?
Wat voor veiligheidsvoorzieningen worden er getroffen als er met kinderen een vuurtje wordt aangelegd?
Is er kans op illegaal vuurtje stoken? Hoe wordt dat voorkomen?
Risico inschatting vuurplaats Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Meubilair Op alle terreinen worden verschillende soorten meubilair toegepast zoals banken, picknick tafels, schaduwvoorzieningen, zitstammen, gemetselde zitmuurtjes en amfitheaters. Het meubilair is natuurlijk niet bedoeld om op of mee te spelen maar dat gebeurt natuurlijk toch. Hiermee moeten we dus wel degelijk rekening houden. Wat voor soort meubilair is op het terrein aanwezig? Staat dit vast of los? Is het versleepbaar/ verplaatsbaar?
Zijn er speciale terreingedeelten zoals zit- en chill-hoeken, buitenleslokaal, amfitheater waar het meubilair wordt gebruikt?
Welke risico’s zijn aanwezig bij onbedoeld gebruik van het meubilair?
Hoe en hoe vaak wordt het meubilair onderhouden? WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 31 of 52
Risico inschatting meubilair Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Beplanting Bij de inrichting van speelterreinen door BRVC spelen planten een hoofdrol. Beplanting is de basis voor een natuurrijke omgeving en vormen het biotoop, het onderdak en voedselbron voor insecten, vogels en andere fauna. Beplanting is een element dat zich ontwikkeld, het is niet statisch zoals een speeltoestel. In het beheer kunnen we die ontwikkeling sturen in de richting die we wenselijk vinden. Hierbij gaan we altijd uit van sturing via ecologische beheermethodes, we werken in lijn met natuurlijke processen en niet hiertegen in. Bij het toepassen van beplanting in kindertuinen en natuurspeelplaatsen hanteren de ontwerpers van BRVC een paar criteria: - De planten hebben een hoge belevingswaarde, kleur, geur, smaak, textuur, door het hele seizoen heen. - De planten hebben een ecologische waarde voor o.a. insecten en vogels - De beplanting heeft een meerwaarde voor NME onderwijs, zoals interessante bladvormen, bloemvormen, vruchten - De planten kunnen worden gebruikt om te oogsten, te plukken, te proeven - Het zijn sterke planten, snel herstellend, spontaan uitzaaiend, “ woekerend”, ruderaal, weinig onderhoud - Veiligheid, niet gevaarlijk stekelig, niet/nauwelijks giftig, niet/nauwelijks allergeen. Omschrijf de belangrijkste beplantingen, biotopen, doelstelling en streefbeelden Bomen en heestergroepen, kruidachtige beplanting met vaste planten en ingezaaide inheemse soorten, zie ook beheerboek
Klimbomen en speelbosjes: Boompje klimmen behoort tot de meest favoriete bezigheden van kinderen in de natuur. Op speelterreinen met bestaande oude bomen en in speelbossen zijn klim- en klautermogelijkheden vaak al aanwezig. Maar klimbomen voldoen niet aan veiligheidseisen zoals valhoogtes, balustrades, valondergronden e.d. Moeten we het spannende boomklimmen dan maar verbieden? Is het niet essentieel dat kinderen zelf die hoogtegrenzen verkennen en dan in een omgeving waar we ze nog een beetje in het oog kunnen houden? Zijn er op het terrein grote bomen en struiken aanwezig die als klimboom kunnen worden gebruikt?
Zitten er aan de boom gevaarlijke uitsteeksels, dode takken en andere risico verhogende delen?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 32 of 52
Is de ondergrond rond deze boom vrij van obstakels zoals liggende boomstobben, stenen etc.?
Heeft de toezichthouder goed zicht op de klimbomen?
Wordt er ook actief door toezichthouders / begeleiders geholpen bij boompje klimmen?
Worden op het terrein boomhutten gebouwd en getolereerd? Wordt er gespeeld met klimtouwen in de bomen? Tot welke hoogte worden boomhutten en klimtouwen geaccepteerd?
Mogen kinderen in speelbosje zelf takken verbuigen, afbreken, afsnijden om mee te spelen?
Hebben de kinderen gereedschap beschikbaar zoals messen en zagen om takken te snijden? Hoe wordt hiermee door de toezichthouders omgegaan? Welk risico op letsel wordt acceptabel gevonden?
Risico inschatting klimbomen en speelbosjes Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Bedoornde en stekelige planten: Heel veel planten hebben doorns of stekels. Dit zijn voor de plant beschermende maatregelen tegen ongewenste vraat van dieren. Vogels en veel insecten nestelen en foerageren juist heel graag in stekelstruiken en doornstruwelen hebben dan ook een hoge ecologische waarde. Ook op natuurspeelplaatsen passen de ontwerpers van BRVC bewust regelmatig stekelplanten toe en er zullen ook spontaan allerlei planten met stekels of doornen in de vegetatie opkomen. Kinderen moeten leren hiermee om te gaan. Een brandnetel is een veel voorkomende en nuttige plant, veel vlinders leggen hierop hun eieren. Een brandnetelprikkel doet pijn maar is natuurlijk niet erg. Ook distels steken en zijn in ecologisch opzicht heel nuttig en eigenlijk ongevaarlijk. Struiken met doornen of stekels kunnen wel wat meer gevaar opleveren, toch passen we ze regelmatig toe. Ze WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 33 of 52
komen overal in tuinen, in openbaar groen en in de natuur voor. In natuurtuinen en educatieve natuurspeelplaatsen hebben ze een belangrijke rol als in vogelbosjes of stekelige hagen. Dergelijke bosjes zijn voor de dieren, om te observeren maar niet om in te spelen. In speelbosjes echter passen we bewust geen stekelstruiken toe. Het risico op letsel is daar natuurlijk groter. Staan er gevaarlijk stekelige beplantingen op het terrein op plaatsen waar veel gespeeld wordt? Hoe groot is het risico dat met het spelen tussen de stekelstruiken kinderen ernstig letsel hierbij oplopen zoals oogletsel, diepe doorns in de voet e.d. In het vogelbosje en de vlindertuin staan doornige heesters zoals meidoorn en rozen. Deze beplanting is door een wilgensomheining afgescheiden van de speelpleekken.
Risico inschatting doorenige en stekelige planten Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Giftige planten: De giftigheid van planten is een lastig criterium. Overal in de leefomgeving van kinderen, in tuinen, in plantsoen, langs de straten en in de natuur komen heel veel giftige planten voor. Bijna alle wintergroene heesters zijn meer of minder giftig. Waar groeit geen klimop en in welk plantsoen staan geen laurierkersen en ligusterhagen en in welke tuin geen clematis en in ieder grasveld groeien boterbloemen. Het weren van giftige planten uit de leefomgeving (speelterrein, schoolplein) creëert daarom een schijnveiligheid. Beter is om kinderen te leren omgaan met giftigheid van planten. Leer kinderen om nooit zomaar een blad of een bes in je mond te steken als je niet zeker weet dat die eetbaar is. Voor de veiligheid is het belangrijk dat we de kans dat er een vergiftiging optreed goed inschatten en daarbij ook de ernst van de vergiftiging meenemen. Sterk giftige planten zoals monnikskap, gouden regen, aronskelk, bilzekruid en nachtschade mogen niet op een terrein voorkomen waar jonge kinderen spelen en als die er zijn verwijderen we ze onmiddellijk. Zeker soorten met aantrekkelijke bessen kunnen voor verwarring zorgen. Matig tot zwak giftige soorten die weinig aantrekkelijks hebben om te eten kunnen in veel gevallen wel gehandhaafd worden. Om nu altijd en overal alle klimop van muren en hekwerken rond kinderspeelterreinen te verwijderen gaat ons inziens veel te ver, te meer omdat klimop ecologisch een zeer waardevolle plant is. Statistisch gezien is de kans op een ernstige vergiftiging bij kinderen na het eten van een enkel blaadje of besje van zo’n plant zeer klein. Op plaatsen waar baby’s in het gras liggen moeten we wel extra voorzichtig zijn en hier mogen ook geen matig giftige planten voorkomen. Baby’s kunnen alles, blaadjes, bessen en bloemen in hun mond steken. Meer over vergiftigingen door planten en afbeeldingen van veel voorkomende soorten op: http://www.veiligheid.nl/kinderen/giftige-planten http://www.rodekruis.be/NL/_HeaderNavigatie/Hulptips/giftigeplanten/ Zijn er giftige planten, bomen en heesters op het terrein aanwezig? Welke? Welke onderdelen van de plant zijn specifiek giftig ( blad, stengel, bes)? Om welke reden worden deze gehandhaafd? Hoe worden deze beheerd?
Komen er in de beplanting ongewenste giftige onkruiden voor zoals nachtschade? Worden deze door de beheerder/toezichthouders herkend? Worden deze direct weggehaald?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 34 of 52
Wat voor kennis is bij de leidinggevenden en toezichthouders aanwezig over giftigheid van beplanting? Geven ze die kennis door aan de kinderen?
Kunnen baby’s en peuters ook in aanraking komen met matig tot zwak giftige planten en afgevallen delen daarvan?
Zijn er in de tuin planten die allergische reacties kunnen teweegbrengen of huidaandoeningen zoals reuzenberenklauw?
Is het bij de toezichthouders/ leidinggevenden bekend of er kinderen zijn met specifieke allergieklachten zoals stuifmeelallergie of hooikoorts?
Zijn er planten in de tuin die om een andere reden gevaarlijk kunnen zijn voor jonge kinderen, zoals planten met vruchten die inslikgevaar op kunnen leveren?
Andere potentieel giftige organismen in een natuurrijke omgeving zijn paddenstoelen. Slechts een beperkt aantal soorten paddenstoelen is zeer giftig en deze soorten zijn in de meeste gevallen echte bosbewoners en komen in tuinomstandigheden niet vaak voor. Soorten die we wel vaak op natuurspeelplaatsen en in tuinen aantreffen zijn verschillende houtzwammen op vergane takken en verrottende boomstammen. Ook komen heksenkringen en groepjes paddenstoelen in het gazon regelmatig voor. Verreweg de meeste hiervan zijn niet giftig en ze verdwijnen meestal weer snel. Maar net als bij mogelijk giftige planten moeten we kinderen leren dat ze een paddenstoel maar beter gewoon kunnen bekijken hoe mooi die is en beter niet aanraken, laat staan in de mond stoppen. Baby’s moeten uiteraard altijd op afstand van paddenstoelen worden gehouden. Meer informatie over giftige paddenstoelen is te vinden op: http://www.speeltuinwerkgroningen.nl/files/giftige-paddestoelen.pdf http://www.poisoncentre.be/images/pdfs/mushroom-brochure-nl.pdf Er kunnen op natuurspeelplaatsen altijd paddenstoelen voorkomen op rottend hout, op composthopen en in gazons en beplanting. De meeste soorten hiervan zijn niet giftig. Maar hoe wordt met de aanwezigheid van paddenstoelen, al of niet giftig, omgegaan?
Risico inschatting giftige planten en paddestoelen Opmerkingen:
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 35 of 52
Risico: A / B / C / D
Eetbare planten / nutstuin / kruidentuin Een nutstuin of een plek voor het zelf opkweken van planten, kruiden en groentes is een heel leerzame plek voor kinderen. Het is natuurlijk prachtig als je leert om zelf thee en soep te maken van plantjes en kruiden die je zelf hebt gekweekt en een appeltje te mogen plukken van de eigen schoolboom. Keukenkruiden hebben vaak een hele specifieke geur en het zijn vaak prima vlinder- en insectenlokkers en dus voor natuuronderwijs ook daarom van grote waarde. Is er een moes- of kweektuin aanwezig waarin de kinderen zelf werkzaamheden verrichten? nee
Zijn er vruchtheesters zoals bessen en bramen en vruchtbomen zoals appel en peren aanwezig? Ja, in aparte plantperken
Mogen kinderen zelf kruiden en vruchten plukken of alleen onder begeleiding?
Is er bij de begeleiding voldoende kennis aanwezig om de soortechtheid van eetbare planten te kunnen herkennen? Hoe wordt deze kennis op de kinderen overgebracht?
Hoe groot is het risico dat kinderen in de veronderstelling eetbare bessen te plukken toch giftige planten verzamelen en consumeren? Wat kan hieraan gedaan worden om dit risico te beperken?
Risico inschatting eetbare planten / nutstuin /kruidentuin Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Beesten in de tuin In iedere tuin komen beesten voor. Gelukkig zijn de meeste allen maar interessant om te bekijken en daarom zeer gewenst. Maar een aantal beestjes kunnen heel vervelende gezondheidsklachten veroorzaken. Ook in tuinen komen tegenwoordig vaak teken voor die besmetting met de ziekte van Lyme kunnen veroorzaken. Een ander risico is de aanwezigheid van mieren, bijen en wespen. Mieren en bijen zijn in het algemeen niet agressief maar kunnen in geval van bedreiging flink bijten / steken. Met name wespen kunnen vanaf de zomermaanden ook heel opdringerig gedrag vertonen en op etenswaren en zoetigheid gaan zitten. Het risico op een wespensteek is dan groot. Sommige kinderen vertonen heftige allergische reacties bij een bijen- of wespensteek. Direct medische hulp is dan geboden. WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 36 of 52
Zijn er in de tuin teken waargenomen? Worden kinderen hierop regelmatig gecontroleerd?
Worden de leidinggevenden en ouders geïnformeerd bij een eventuele tekenbeet zodat zij alert zijn op signalen die op een mogelijke besmetting met Lyme kunnen duiden?
Wordt kinderen geleerd hoe om te gaan met ‘gevaarlijke’ beestjes als mieren, bijen en wespen?
Worden speciale maatregelen genomen om de overlast van bijen en wespen tegen te gaan?
Is het bij de leidinggevenden bekend welke kinderen speciale allergische reacties kunnen ontwikkelen bij een bijeen of wespensteek?
Risico inschatting beestjes Opmerkingen:
Risico: A / B / C / D
Beheer en onderhoud Goed onderhoud en beheer van een natuurspeelplaats is essentieel voor het voortbestaan en de ontwikkeling van het terrein. Dit beheer kan deels worden uitbesteed aan professionele hoveniers die zorg dragen voor een goede ontwikkeling van de beplanting en elementen zoals speelaanleidingen en speeltoestellen controleren op gebreken en waarnodig deze herstellen. Een deel van het beheer kan ook worden uitgevoerd door de gebruiker, de kinderen, docenten, begeleiders en ouders. Dit is juist een van de belangrijkste insteken die BRVC ten doel heeft. De gebruikers betrekken en medeverantwoordelijk maken voor de ontwikkeling en het onderhoud van het terrein. Het zijn vaak heel erg leuke en leerzame activiteiten en ze dragen dan ook in grote mate bij tot de pedagogisch en sociale ontwikkeling van de kinderen (en begeleiders). Werken in de tuin kan echter ook veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van gereedschappen. In het beheer gaan we overigens ook altijd uit van mens en milieuvriendelijke onderhoudsmethodes. Het gebruik van chemische middelen en andere schadelijke stoffen is ongewenst. Welke beheer- en onderhoudswerkzaamheden worden aan een vakhovenier uitbesteed?
Welke werkzaamheden worden door de beheerder zelf in het onderhoud uitgevoerd?
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 37 of 52
Welke maatregelen worden genomen zodat het gebruik van machines en gereedschappen geen veiligheidsrisico voor de gebruiker kan opleveren? (bijv. tijdstip van onderhoud, plaats van de machines etc.)
Welke werkzaamheden worden door de gebruikers in samenwerking met de vakhovenier uitgevoerd?
Welke werkzaamheden worden door de gebruikers zelfstandig uitgevoerd?
Zijn hiervoor speciale gereedschappen aanwezig, hoe worden die opgeslagen en onderhouden?
Zijn er voor de gebruikers persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig zoals werkhandschoenen, veiligheidsschoeisel, gehoorbescherming? Worden deze altijd wanneer gewenst/verplicht ook daadwerkelijk gebruikt?
Is duidelijk wie verantwoordelijk is voor de veiligheid tijdens onderhoudsactiviteiten?
Wordt na afloop van een onderhoudsactiviteit al het gereedschap en de losliggende hulpmaterialen zorgvuldig opgeruimd? Wordt dit gecontroleerd?
Worden alle onderhoudswerkzaamheden bijgehouden in het beheerlogboek?
Risico inschatting beheer en onderhoud Opmerkingen:
Veiligheidsbeleid/voorzieningen WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 38 of 52
Risico: A / B / C / D
Hoe wordt door de toezichthoudende volwassenen omgegaan met de veiligheidsrisico’s. Is er informatie voor hen beschikbaar over deze risico’s en worden ze regelmatig hierover geïnformeerd? Zijn ze op de hoogte van deze risico analyse en van de logboeken?
Is er een EHBO- kist aanwezig en bereikbaar voor gebruik?
Zijn er bij de toezichthouders mensen met een EHBO of BHV diploma? Wie?
Is het terrein als geheel door een AKI ( Aangewezen Keurings Instantie) geïnspecteerd? Wanneer? Is er een inspectierapport beschikbaar?
Zijn er veranderingen in omstandigheden en fysieke inrichting die een nieuwe inspectie wenselijk maken?
Wanneer is deze risicoanalyse opnieuw bekeken en aangepast?
Is het duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het bijhouden van dit veiligheidsplan c.q. deze risicoanalyse?
Veiligheidsbeleid en voorzieningenn op orde? Opmerkingen:
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 39 of 52
Risico: A / B / C / D
8. Logboeken
Logboek Onderhoud Beplantingen Datum
WWW.BRVC.nl
Naam uitvoerder
© Ruurd van Donkelaar
Uitgevoerde werkzaamheden
Page 40 of 52
Logboek Onderhoud Waterspeelplek Datum
WWW.BRVC.nl
Naam uitvoerder
© Ruurd van Donkelaar
Uitgevoerde werkzaamheden
Page 41 of 52
Logboek Onderhoud Gazons-grasland Datum
WWW.BRVC.nl
Naam uitvoerder
© Ruurd van Donkelaar
Uitgevoerde werkzaamheden
Page 42 of 52
Logboek Onderhoud Hagen - heggen Datum
WWW.BRVC.nl
Naam uitvoerder
© Ruurd van Donkelaar
Uitgevoerde werkzaamheden
Page 43 of 52
Logboek Onderhoud Verhardingen - halfverhardingen – bodems speelaanleidingen-speeltoestellen Datum Naam uitvoerder Uitgevoerde werkzaamheden
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 44 of 52
Logboek Onderhoud Afrasteringen – omheiningen Datum
WWW.BRVC.nl
Naam uitvoerder
© Ruurd van Donkelaar
Uitgevoerde werkzaamheden
Page 45 of 52
Speelaanleiding – Speeltoestel Eigenaar/ beheerder natuurspeelplaats Naam eigenaar
Adres
Telefoon-Fax
Ingebruikname/ Overdrachtsdatum Naam beheerder
Adres
Telefoon-Fax
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 46 of 52
Ontwerper / Leverancier / Uitvoerder natuurspeelplaats Naam ontwerper
Adres
Telefoon-Fax
Naam leverancier
Adres
Telefoon-Fax
Naam uitvoerder
Adres
Telefoon-Fax
Ingebruikname/ Overdrachtsdatum
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 47 of 52
Keuringen en herkeuringen Naam keuringsinstantie
Adres
Telefoon-Fax
Keuringsrapport
Rapportdatum
Keurmeester
Relevante infomatie
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 48 of 52
Inspecties natuurspeelplaats Datum
Keuringsinstantie
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Keurmeester
Rapportnr.
Page 49 of 52
opmerkingen
Controles, gebreken en aanpassingen Speelaanleiding Datum
Omschrijving geconstateerd gebrek
Naam controleur
Maatregelen
Onderhoud Speelaanleiding Datum
WWW.BRVC.nl
Naam uitvoerder
© Ruurd van Donkelaar
Uitgevoerde werkzaamheden
Page 50 of 52
Datum Verholpen
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Page 51 of 52
Ongevallen Natuurspeelplaats Datum
Gemeld door
Beschrijving ongeval
Melding aan
Genomen maatregelen
Aantekeningen:
WWW.BRVC.nl
© Ruurd van Donkelaar
Letsel
Page 52 of 52
Leeftijd/geslacht gewonde