Samenvatting van het BAT Seminar 2012 in Nederland Lianne van Heek, student Helicon dier & gedrag
Behavior Adjustment Training BAT in het kort BAT wordt gebruikt om honden zelfverzekerder en socialer te maken. De eigenaar leert de hond te “lezen” en in te springen op de signalen die de hond afgeeft. Omdat er naar de hond geluisterd wordt zal een angstige hond meer zelfvertrouwen krijgen omdat hij weet wat hij moet doen om weg te mogen bij de prikkel. Een zelfverzekerde maar gefrustreerde begroeter zal leren dat hij dichter bij de prikkel mag komen als hij zich beheerst en sociaal gedraagt. Dus bijvoorbeeld: je hebt een vreemde hond(de prikkel) waarvoor de trainingshond bang is. Je loopt met de trainingshond naar de prikkel toe, de trainingshond kijkt naar de prikkel. Je wacht dan tot je een signaal ziet van de trainingshond dat hij niet meer verder wil lopen. Dit kan wegkijken zijn, snuffelen, lichaam omdraaien, zichzelf krabben, uitschudden, tongelen of gapen. Wanneer de hond zo’n signaal laat zien roep je een markeerwoord/click en draai je direct om met de trainingshond en loop of ren je weg van de prikkel. Bij een gefrustreerde begroeter is het juist andersom, wanneer die rustig is of een signaal laat zien ga je juist een paar stappen richting de prikkel. Situaties en beloningen Er zijn 2 soorten situaties waarbij BAT gebruikt worden: - In scene gezette situaties - Situaties in het echte leven Bij de situaties die in scene gezet zijn worden er geen snoepjes gebruikt voor de trainingshond, de hulphond mag wel beloond worden met lekkers. Dit omdat de trainingshond anders te gefocust is op het voer en daardoor over zijn eigen grenzen kan gaan voor het lekkers. Ook heb je het risico dat het een trucje wordt om dichterbij de prikkel te gaan terwijl we willen dat het een gewoonte wordt om (ontspannen) dichterbij de prikkel te komen. Bij situaties in het echte leven heb je het niet in de hand wat de prikkel gaat doen. Het is daarom goed om een extra hulpje te hebben: snoepjes of speelgoed. Deze kan je inzetten wanneer je geen mogelijkheid hebt om de situatie volgens BAT op te lossen om de hond af te leiden van de prikkel. Het geven van lekkers of het spelen met de hond noemen we bonus beloningen, die komen altijd na de functionele beloning. De functionele beloning zet je altijd in als eerste beloning. Bijvoorbeeld: de hond is bang van iets en geeft een signaal, dan lopen we direct weg van de prikkel. Het weglopen is op dat moment al een beloning omdat het een opluchting voor de hond is dat die weg mag bij de enge prikkel. Belangrijk is dat je bij angstige honden dan ook ver weg loopt van de prikkel en ongeveer 10 tot 15 secondes wegblijft in “het veilige gebied”. Een functionele beloning kan ook zijn dat de prikkel weggaat nadat de trainingshond een signaal heeft gegeven. Wil de hond juist heel graag naar iets toe dan werkt het andersom, laat de hond gewenst gedrag zien dan mag hij juist naar de prikkel toe, het naderen van iets heel leuks is ook een beloning. En zou je dan 10 tot 15 seconden wachten tot je weer verder loopt zou de hond weer gefrustreerder kunnen raken, dus bij de gefrustreerde begroeters moet je bij gewenst gedrag direct dichterbij gaan.
1
Samenvatting van het BAT Seminar 2012 in Nederland Lianne van Heek, student Helicon dier & gedrag
Keuzes maken Je clickt voor het signaal omdat de hond op dat moment de juiste keuze maakt. Wegkijken, snuffelen, lichaam omdraaien, zichzelf krabben, uitschudden, tongelen, gapen, zachte ogen/knipperen, oren naar neutraal en een speelboog zijn goede keuzes. En daarbij zorg je dat de hond altijd voor succes kan gaan. Wanneer de hond toch negatief reageert omdat die te dicht bij de prikkel is moet je een stap terug doen en de volgende keer meer afstand houden van de prikkel. Honden hebben een bepaalde drempel, kom je boven die drempel dan raken ze te gestrest en dat is juist niet de bedoeling. Haren overeind, bevriezen, stijve kwispel, het sluiten van de bek bij het zien van de prikkel, zichzelf groot/hoog maken, rimpels in het gezicht trekken, fixeren, piepen en grommen zijn tekenen dat je op de rand van de drempel bent en de hond ieder moment kan uitvallen. Als je dat ziet gebeuren is het beter een stap achteruit te gaan om het voor de hond makkelijker te maken. sessies Je hebt 4 punten die iedere sessie meerdere malen terug komen: Het opmerken van een prikkel, wachten op goed gedrag, markeren van goed gedrag en het geven van een functionele beloning. Dan heb je ook nog 3 fases, deze fases hoeven niet in die volgorde te gaan, iedere situatie heeft een andere fase. De fases voor angst/angstagressie: Fase 1 - Click voor kijken naar trigger o Weglopen Lekkers Fase 2 - Wachten o Click voor een signaal Weglopen • Lekkers Fase 3(deze wordt gebruikt bij de scenes) - Wacht o Verbaal het signaal markeren Weglopen De eerste sessie is wanneer mogelijk met een nep/knuffel hond. Het is wetenschappelijk bewezen dat honden (op afstand) het verschil met een echte en een knuffel hond niet zien. Dus om te testen hoe de hond reageert, gebruiken we een knuffel hond, zo zijn we voorbereid voor de hulphond en heeft de trainingshond een keer een ervaring gehad dat de enge hond helemaal niks voorstelde.
2
Samenvatting van het BAT Seminar 2012 in Nederland Lianne van Heek, student Helicon dier & gedrag
In een sessie kan je verschillende dingen trainen: De nabijheid, beweging, geluiden en tijdsduur. Bij de nabijheid wordt de afstand tussen de prikkel en de trainingshond bedoeld maar dit zou ook de afstand tussen traininghond en begeleider/steun kunnen zijn. Bij beweging zijn heel veel variaties te trainen: De snelheid van de prikkel of de trainingshond, wie er in beweging is( alleen prikkel/alleen trainingshond of prikkel én trainingshond). Een onregelmatige beweging kan ook moeilijker zijn net zoals een toe naderende/wegtrekkende beweging. En als je beweging gaat trainen is het heel belangrijk de “gewone” bewegingen te trainen zoals het hand uitsteken om te aaien, armen omhoog, bukken of een spelboog bij honden. Als je met verschillende geluiden gaat trainen kan je de prikkel geluid laten maken, door bijv. te praten, piepen, blaffen of het rammelen van de riem. Het kan verschil uitmaken dat de begeleider/steun tegen de prikkel praat. Andere geluiden in de omgeving en volume/toon van geluiden zijn ook dingen die allemaal getraind kunnen worden. En dan hebben we nog tijdsduur die wel een beetje voor zich spreekt. Hoe lang een sessie duurt, hoe vaak er pauzes worden gehouden, hoe lang de hond gedrag moet uitvoeren voor de beloning en hoe lang er tussen de sessies zit zijn dingen die bij tijdsduur oefenen horen. Tot slot hebben we nog een paar losse triggers die in sommige gevallen ook belangrijk zijn om te oefenen: - Objecten zoals hoeden en paraplu’s - Geuren zoals rook en alcohol - Oogcontact - Los en aan de riem - Verschillende formaten, leeftijden, rassen, kleuren en vachtsoorten van de hulphonden - Verschillende karakters hulphonden - Verschillende geslachten en gecastreerd/intacte hulphonden - Verassing prikkels(komen bijv. ineens om de hoek) Je traint in het begin nooit al die onderwerpen tegelijkertijd omdat dat te veel is voor de hond. Dus als je de nabijheid traint zorg je voor korte sessies waarbij geen/weinig beweging is op een rustige plek. Train je beweging dan zorg je dat je op afstand blijft op een rustige plek met korte sessies. Pas als de hond alle onderwerpen apart helemaal geweldig kan ga je 2 tegelijkertijd oefenen. Dus dan neem je bijv. geluiden en beweging samen of nabijheid en tijdsduur. Zo kan je het heel langzaam uitbouwen zonder dat de hond overprikkeld raakt. Gemiddeld heeft een hond 10 tot 20 scene trainingen nodig om zich aan te passen. Het hangt van de hond en de grote van de angst af hoeveel keer er scenes gezet moeten worden. Naast de scenes wordt er in het dagelijks leven ook met BAT gewerkt bij stressvolle situaties.
3
Samenvatting van het BAT Seminar 2012 in Nederland Lianne van Heek, student Helicon dier & gedrag
Wanneer omkeren of doorlopen Wanneer de hond een signaal geeft keren we om en nemen afstand. Het kan echter zo zijn dat de hond op dat moment nog niet weg wil, dit is prima mits hij niet uitvalt. Als je de hond dan meeneemt is het geen beloning meer want hij wou daar snuffelen. Bij andere trainingen lopen we nooit door wanneer de riem strak naar voren is, bij de BAT training maakt het niet uit of de hond trekt of niet. Dus: -
-
Als een angstige hond een signaal afgeeft gaan we terug Als een angstige hond een signaal afgeeft maar direct daarna gaat snuffelen, wachten we tot hij klaar is om mee te gaan. Als een (angst)agressieve hond uitvalt, gaan we een paar passen terug i.p.v. een heel eind, zo is het makkelijker voor de hond om de goede keuze te maken en hebben we het uitval gedrag toch niet helemaal beloond. Als een angstige hond wil blijven kijken is hij nog informatie aan het verzamelen = functionele beloning(niet verwarren met fixeren) Als een gefrustreerde hond stil is lopen we door(bij het begin van de trainingen) Als een gefrustreerde hond een kalmeringssignaal laat zien lopen we door(wanneer de hond al bij meerdere trainingen heeft laten zien stil naar de prikkel toe te kunnen lopen)
Manieren om dichterbij te komen en contact te maken met de prikkel Je kan frontaal naderen waarbij de prikkel recht van voren benaderd wordt waarbij dezelfde route terug gelopen wordt, dit is het meest gebruikelijke voor de scenes maar ook het meest confronterende manier. Iets minder moeilijk is schuin naderen en lateraal terug trekken, dit is minder confronterend. Een variatie op het lateraal terug trekken is een u bocht maken, deze loopt wat vloeiender door. Voor honden is het makkelijker naar elkaar te kijken als ze in beweging zijn, dat vloeit de spanning vaak iets weg. Daarvoor kan je gaan volgen en parallel lopen. Bij het volgen begint de hulphond te lopen en de trainingshond loopt erachteraan, zo kan die rustig naar de hulphond kijken. Als de trainingshond verder is kan het ook omgedraaid worden, de hulphond loopt dan achter de trainingshond aan. Dan heb je nog het parallel lopen waarbij het makkelijkste is als de mensen in het midden lopen, de honden aan de buitenkant en de combinaties dezelfde richting in lopen. Moeilijker is andersom met de honden aan de binnenkant en de mensen aan de buitenkant dezelfde richting op. En heel onnatuurlijk voor een hond maar wat bijna dagelijks op straat gebeurt en dus geoefend moet worden is het tegen elkaar inlopen. Om het makkelijker te maken begin je altijd met de mensen in het midden en de honden aan de buitenkant als je tegen elkaar in loopt, later kunnen ook de honden in het midden tegen elkaar in lopen. Monster in het midden is ook een manier om de hulphond te naderen maar voor de hulphond wel het moeilijkst omdat die omcirkeld wordt. De trainingshond loopt in een grote cirkel om de hulphond
4
Samenvatting van het BAT Seminar 2012 in Nederland Lianne van Heek, student Helicon dier & gedrag
heen en komt soms iets dichterbij om even te kijken, als de hond een signaal geeft nemen ze weer ruimte en lopen ze verder op de cirkel. Het dichterbij komen en even kijken wordt meerdere keren per rondje gedaan en langzamerhand wordt de cirkel verkleint. Cirkelend monster is het omgekeerde van monster in het midden, dit keer staat de trainingshond in het midden en loopt de hulphond in een cirkel eromheen. Ook de hulphond komt meerdere keren per rondje iets naar binnen maar wacht vervolgens op een signaal van de trainingshond tot hij weer afstand neemt en verder gaat met lopen. Zowel monster in het midden als cirkelend monster mogen maar hele korte sessies gedaan worden omdat het erg moeilijke trainingen zijn. Stres verminderende oefeningen Het is nooit alleen de hond die gespannen raakt van bepaalde prikkels, de begeleider kan ook gespannen raken door de situatie en kenmerkend is het inhouden van de ademhaling of het heel hoog ademhalen. Daarom is het voor de begeleider goed om ademhaling oefeningen te doen. Doe je duimen en wijsvingers tegen elkaar en spreid deze uit zodat je een soort bladvorm hebt. Doe nu hetzelfde maar dan met je handen tegen je rug. Als je nu goed door je buik ademt zal je voelen dat bij iedere inademing je duimen en wijsvingers elkaar niet meer aanraken. Je kan de hond trainen om op commando te ontspannen. Iedere keer als de hond lekker gaat liggen bijv. na het eten kan je steeds een woord zoals “ontspan” zeggen. Als je dit heel erg vaak gedaan hebt zal de hond het gedrag/gemoedsstand koppelen aan het woord. Wanneer de hond in een ontspannen situatie reageert op het woord ontspan kan je het ook gaan gebruiken in gespannen situaties. Belangrijk is dat je dit wel blijft herhalen in ontspannen situaties anders wordt het woord gekoppeld aan gespannen situaties en verliest het zijn effect. TTouch is een manier van aanraken die ontspannend en genezend werkt. Door de speciale manier van aanraken worden er zenuwtjes in de huid geactiveerd die de hersenen activeren om te ontspannen en genezen. Bijvoorbeeld op de uiteindes van de oren zitten zenuwpunten die daar samenkomen, die zenuwknopen zitten dicht bij de huid dus als je een draaiende beweging maakt met je vingertoppen op de oor puntjes heeft dat een sterk ontspannende werking(mits de hond niet bang is voor aanrakingen). Ook heeft Linda Tellington Jones een heleboel oefeningen ontwikkeld die de hond stimuleren zijn hele lichaam te gebruiken en daardoor bewust te worden van zijn lichaam. Doordat de hond bewust wordt van zijn lichaam is die zelfverzekerder en kan daardoor beter met prikkels omgaan. En iets simpels als een langere lijn gebruiken kan helpen om de stres te verminderen. Door korte lijnen te gebruiken wordt de hond beperkt in zijn bewegingen en mogelijk beïnvloed door de begeleider. Met een lange lijn heeft de hond veel bewegingsruimte en kan die zijn lichaamstaal kwijt waardoor de situatie minder stressvol is. Verschillende vormen van BAT Je hebt de BAT trainingen zoals hierboven allemaal beschreven staan maar je hebt ook nog de stealth BAT en de lazy bones BAT.
5
Samenvatting van het BAT Seminar 2012 in Nederland Lianne van Heek, student Helicon dier & gedrag
De stealth BAT wordt gebruikt in noodsituaties waarbij je geen kant op kan en de prikkel al erg dichtbij is maar de hond hem nog niet gezien heeft. Je gaat dan met lekkers strooien om de hond af te leiden of je gaat met hem spelen zodat de prikkel ongezien langs kan komen. De hond leert hier niks van maar heeft zo ook geen (onvermijdelijke) slechte keuze hoeven maken. De lazy bones BAT is een passieve training die wordt gebruikt om het blaffen naar voorbijgangers van het huis tegen te gaan. De hond krijgt buiten op een afstandje van het hek een kong of voerpuzzel aangeboden. Op deze manier ziet of hoort de hond de mensen langslopen maar is er een grotere concurrerende prikkel(voerpuzzel) aanwezig waardoor de hond niet zal gaan blaffen. Hierdoor sterft het gedrag uit(extinctie) en went de hond eraan dat de mensen ook zonder blaffen gewoon weggaan (habituatie). Er wordt ook gebruikt gemaakt van LAT in de eerste trainingsfases om het honden makkelijker te maken. LAT staat voor Look At That en daarbij wordt er geclickt wanneer de hond kijkt naar de prikkel, verder hoeft de hond niks te doen. Vrijwel altijd draait een hond naar de begeleider als er geclickt wordt om de beloning te halen. Hierdoor wordt het wegkijken gestimuleerd en kan er achteruit gelopen worden en kan de beloning gegeven worden. Het is dus eerst kijken, dan click, dan achteruit lopen en dan de bonus beloning. Als dit regelmatig gedaan wordt zal je zien dat de hond sneller wegkijkt van de prikkel, er moet alleen wel op tijd veranderd worden van LAT naar BAT anders wordt het een kunstje en verliest de hond te veel contact met de prikkel om er nog van te leren. Extra trainingen en truckjes Remote Petting is een manier om een angstige hond te leren dat geaaid worden door een vreemde niet eng is. De begeleider/steun gaat naast/achter de hond zitten, zo dat de hond de arm van de begeleider niet kan zien bewegen. De vreemde gaat op een grote afstand staan en maakt een aaibeweging over de kop. Tegelijkertijd aait de begeleider de hond over de kop. Wanneer de hond blijft zitten clickt de vreemde en loopt weg. Zo leert de hond de beweging aan het gevoel te koppelen en beloond de vreemde de hond door te clicken en weg te lopen. Het kan gebeuren dat je in het bos een loslopende hond tegenkomt die recht op je af komt lopen en je kan niet wegkomen. Dan gebruik je een U bocht met lekkers, je neemt 2 handen met lekkers en loopt richting de hond die aan komt rennen, je houdt een hand met lekkers bij je eigen hond en de andere hand lekkers gooi je een eind richting de vreemde hond. Die hond zal stoppen en naar het lekkers gaan zoeken, op dat moment kan jij met je hond wegrennen naar een veiligere plaats. Dit moet je alleen niet doen wanneer het altijd dezelfde hond is die aan komt rennen want anders zal die gaan leren dat jij lekkers strooit en vervolgens nog sneller aan komen rennen. Het is altijd handig om een noodcommando te hebben die ervoor zorgt dat de hond altijd terug komt: snoepjes feestje. Als je 3 maanden lang 3x per dag een voor een snoepjes op de grond gooit en bij ieder snoepje “feestje” of een ander woord roept zal de hond binnen no time voor je neus staan als je dat een keer in nood roept. Wel is het belangrijk dat je “feestje” in verschillende tonen roept want in een echte noodsituatie is de kans groot dat je gestrest feestje roept en dat klinkt totaal anders dan je vrolijke feestje.
6