Vergadering:
20 november 2007
Agendanummer: Status: Behandelend ambtenaar E-mail:
10 hamerstuk E.J. Maring-van der Ploeg, 0595-447716
[email protected] (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)
Aan de gemeenteraad,
Onderwerp: Voorstel tot tweede wijziging verordening voorzieningen raads- en commissieleden 2003 Voorgestelde besluit: Vaststellen gewijzigde verordening. Inhoud: De tweede wijziging van de voorbeeld verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden is tot stand gekomen naar aanleiding van gebruikersopmerkingen uit de gemeenten en van wijzigingen van diverse vormen van rijksregelgeving.Tijdens de voorbereiding van deze wijzigingen is overleg gevoerd met zowel het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als het ministerie van Financiën, directoraat-generaal Belastingen.
Achtergronden van de wijzigingen. wijzigingen als gevolg van veranderde rijksregelgeving, waaronder wijzigingen van de Gemeentewet, de respectievelijke rechtspositiebesluiten en regelgeving met betrekking tot belastingen, de zogenaamde paarse krokodil; wijzigingen aangereikt door gebruikers. De aanpassingen van de voorbeeldverordening die in de tweede wijziging zijn opgenomen betreffen: De levensloop (art. 11). Indien men een arbeidsverhouding ingevolge artikel 4 aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
1
Hetzelfde geldt indien men een arbeidsverhouding als bovenstaand genoemd heeft, en men wil deelnemen aan de fietsregeling (art. 11a). Omtrent voorzieningen(art. 12) bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte is een en ander geregeld. Bij arbeidsongeschiktheid kan op verzoek van een raadslid de vergoeding van werkzaamheden worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Voor cursus, congres, seminar of symposium (art. 7) geldt als een raadslid hieraan wil deelnemen en dat niet door de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient een gemotiveerde aanvraag hierbij ingediend te worden. De aanvraag moet vergezeld gaan van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. Standpunt commissie BMW: De commissie is van mening dat ook aan, door de raad benoemd niet zijnde raadsleden, een presentiegeld verstrekt dient te worden. Verder stelt de commissie voor om artikel 12 te schrappen omdat de artikel 12 beschreven situatie in onze gemeente niet voorkomt. Het standpunt in de commissie is in het voorstel verwerkt. Wij stellen u voor de gewijzigde verordening in haar geheel opnieuw vast te stellen.
Bijlagen: Verordening voorzieningen raads- en commissieleden Achterliggende documenten: Kopie VNG ledenbrief Burgemeester en wethouders van Winsum, mw. mr. Y.P. van Mastrigt, burgemeester drs. R.J. Bolt, secretaris a.i.
Bijlagen: 1
2
Agendanummer: 8 Vergadering: 20 november 2007 De raad van de gemeente Winsum; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet :
besluit:
vast te stellen de volgende VERORDENING VOORZIENINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2007 Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a commissie:een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet, met uitzondering van commissies zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet; b Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244; c Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144; d Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56; e Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424.
3
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Artikel 3 Onkostenvergoeding 1 Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2 Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen 1 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet. 2 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet. 3 De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald. Artikel 5 Reiskosten 1 De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed. 2 De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
4
b bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland. Artikel 6 Verblijfkosten De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland. Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. Artikel 8 Computer en laptop Dit artikel is komen te vervallen Artikel 9 Internetaansluiting via ADSL of kabel of via de gewone telefoonlijn. 1 Onder het begrip “internetabonnement” wordt in deze verordening verstaan iedere overeenkomst tussen een Internet Service Provider (ISP) en een raadslid, waarbij de ISP tegen een vaste periodieke vergoeding toegang tot internet aanbiedt. 2 De vaste periodieke vergoeding ter zake van een aansluiting op internet, voortvloeiend uit het afgesloten internetabonnement ten behoeve van de uitoefening van het raadswerk wordt maandelijks aan het raadslid vergoed. De vergoeding is aan een maximum gebonden. 3 De raad stelt jaarlijks in december de maximale maandelijkse vergoeding vast voor het daaropvolgende kalenderjaar. 4 Het raadslid is verplicht aan te tonen dat er een internetabonnement is afgesloten. 5
5
6
Het raadslid is verplicht direct aan de gemeente alle wijzigingen door te geven waarvan hij weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat deze van invloed zijn of kunnen zijn op de hoogte, duur of het recht op vergoeding zoals bedoeld in lid 2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden eindigen de vergoedingen bedoeld in de lid 3 op de eerste dag van de maand volgend op de dag zoals bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, dan wel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde van de Kieswet.
Artikel 10 Compensatie korting werkloosheidsuitkering 1. In het geval een lid van de raad een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering tengevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. 2. In het geval dat een lid van de raad een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat Besluit ontstane korting op deze uitkering tengevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de vergoeding voor de werkzaamheden die dit lid van de raad ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting. Artikel 11 Spaarloonregeling/levensloop 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling. 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964. 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling. 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11a Fietsregeling Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking
6
wordt aangemerkt, kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 12 Ziektekostenvoorziening 1. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 2. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen. Artikel 12a Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte 1. De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 2. De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, artikel 12 van de verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling en ziekte. Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden Artikel 13 Buitenlandse excursie of reis 1 De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden. 2 De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd. 3 De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. Hoofdstuk IV De procedure van declaratie Artikel 14 Betaling van kosten 1 Betaling van kosten op grond van deze verordening, met uitzondering van de vergoeding zoals bedoeld in artikel 2 en artikel 9, vindt plaats door a betaling uit eigen middelen of
7
2
b rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente. De vergoedingen zoals bedoeld in artikel 2 en artikel 9 worden maandelijks door de gemeente uitbetaald.
Artikel 15 Declaratie van vooruit betaalde kosten 1 Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5 en 6 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2 Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. Artikel 16 Rechtstreekse facturering bij de gemeente 1 De vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 7 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2 Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar.
8
Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 17 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening voorzieningen raadsen commissieleden 2007. Artikel 18 Inwerkingtreding 1 Deze verordening treedt in werking op 21 november 2007. 2 De gelijknamige verordening zoals deze is vastgesteld op 18 november 2003 wordt op deze datum ingetrokken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van 20 november 2007 De raad voornoemd,
voorzitter,
plv.griffier,
9