BEGROTING 2007
I. Algemeen Inleiding Voor u ligt de begroting 2007. In tegenstelling tot andere jaren wordt deze begroting later gepresenteerd. Eerst diende voor 2006 een nieuwe begroting te worden opgesteld omdat begin 2006 duidelijk werd dat de vastgestelde begroting was gebaseerd op verkeerde uitgangspunten waardoor al op voorhand sprake was van een aanzienlijk tekort in de exploitatie. Eind februari 2006 heeft het dagelijks bestuur een directeur ad-interim aangetrokken, die op basis van zijn bevindingen een plan van aanpak heeft opgesteld om de organisatie weer gezond te maken. Belangrijk thema is het moderniseren van de bedrijfsvoering. De effecten van de verschillende verbeteringen worden in de begroting 2007 en volgende jaren zichtbaar. In het kader van de wettelijke vorming van een veiligheidsregio’s zijn de drie gemeenschappelijke regelingen, Regionale Brandweer Drenthe, GHOR Drenthe en de GGD Drenthe, bezig met de voorbereiding om te komen tot één gemeenschappelijke veiligheidsregio Drenthe met één uitvoeringsorganisatie. Het is de intentie van de besturen om de nieuwe gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2007 van start te laten gaan. De basis voor de begroting voor de nieuwe gemeenschappelijke regeling wordt daarbij gevormd door de 3 afzonderlijke exploitatiebegrotingen voor 2007. De voorliggende GGD begroting 2007 gaat dan ook uit van de bestaande gemeenschappelijke regeling GGD. De begroting 2007 is gebaseerd op de herziene begroting 2006. In juli 2006 is reeds aangegeven dat de kostenstijging bij het bestaande beleid maximaal 0,5% bedraagt. In de toelichting op de begroting worden de uitgangspunten beschreven en een analyse gegeven van de verschillen met de herziene begroting 2006. Met de begroting 2007 wordt orde op zaken gesteld. Dit betekent dat het beleid dat gericht is op het verbeteren van de bedrijfsvoering hierin opgenomen is. Evenals de uitbreiding van de formatie jeugdgezondheidszorg, conform de afspraken met de inspectie gezondheidszorg, om tot een volledige uitvoering van het basistakenpakket te kunnen komen. Uit de benchmark van GGD-Nederland is bekend dat de Drentse gemeenten minder investeren in de publieke gezondheidszorg dan de referentiegemeenten. Het dagelijks bestuur is van mening dat een investering in de publieke gezondheidszorg onvermijdelijk is. De achterstand kan echter niet zonder meer vertaald worden in de meerjaren begroting. In de opgenomen meerjarenbegroting 2007 – 2010 is de te realiseren kwaliteitsverbetering dan ook niet opgenomen. Hiervoor dient eerst een bredere afweging te worden gemaakt door de gemeenten over de te verrichten activiteiten door de GGD en het hierbij behorende ambitieniveau. Zodra de “Drentse norm” is vastgesteld kan deze worden vertaald in noodzakelijke investeringen. In 2007 wordt deze afweging afgerond. De noodzakelijke uitbreidingen worden vervolgens verwerkt in de begroting 2008 en opvolgende jaren. De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) is ondergebracht in een aparte gemeenschappelijke regeling met een eigen begroting. De kosten van de GHOR maken onderdeel uit van de GGD begroting omdat het personeel in dienst is van de GGD en door de GGD de facilitaire ondersteuning wordt geboden. De directe kosten en het aandeel in de overheadkosten worden doorbelast aan de GHOR.
1
II. Beleidstoelichting Ontwikkelingen Met de herziene begroting 2006 is, niet alleen een dekking gegeven voor het gegroeide exploitatietekort, maar ook een mogelijkheid geschapen om de werkzaamheden op het terrein van de jeugdgezondheidszorg op het basisniveau te brengen. In 2006 is gestart met de voorbereiding van een groot aantal verbetertrajecten, zoals vastgelegd in het plan van aanpak van de directeur a.i.. De implementatie krijgt voor het merendeel zijn beslag in 2007. De (financiële) effecten worden in 2007 zichtbaar en voelbaar in de organisatie. Gezien het stadium van de voorbereidingen is in de begroting 2007 rekening gehouden met de aanpassingen / nieuwe beleid. De belangrijkste aanpassingen zijn: • Nieuwe huisvestingsbeleid • Overdracht WVG / SMA activiteiten • Herstructurering organisatie • Formatiebepaling op basis van productie en normering • Herziening kostprijsberekening en eventuele aanpassing tarieven • Reële begroting overheadkosten WVG / SMA Op het terrein van medische advisering en met name indicering is veel in beweging door de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Het algemene beeld is dat de gemeenten de indiceringen zoveel mogelijk zelf gaan afhandelen via standaard beslisbomen. Voor de complexe indiceringen gaat gebruik gemaakt worden van externe experts. Het ligt voor de hand dat de complexe indiceringen voor WVG en huishoudelijke verzorging en de sociaal medische advisering uitbesteed gaat worden aan één organisatie, gezien de overlap in de doelgroep en efficiëntievoordelen die daarmee te behalen zijn. Omdat gebleken is dat de GGD niet de goede schaal heeft en niet de juiste omgeving is om een dergelijke voorziening concurrerend in stand te kunnen houden, heeft het bestuur besloten de WVG / SMA activiteiten over te dragen aan een andere organisatie. Deze organisatie wordt in staat geacht, voor de Drentse gemeenten, de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening te kunnen garanderen voor een goede prijs. Met de overdracht van deze activiteiten naar een andere organisatie verdwijnt deze sector uit de GGD structuur. In principe gaan de medewerkers van deze sector en enkele ondersteunende medewerkers, in het verlengde van hun werkzaamheden, over naar de nieuwe werkgever. Bij de transactie hoort een garantie dat het activiteitenniveau de komende jaren in stand wordt gehouden en overeen komt met de formatie die wordt over gedragen. In de risicoparagraaf is deze garantie benoemd. De ontvlechting uit de organisatie betekent tevens dat de ondersteunende activiteiten (overhead) in de komende tijd dienen te worden aangepast. Jeugdgezondheidszorg De sector JGZ legt de laatste hand aan de implementatie van het uniforme deel van het landelijke basistakenpakket jeugdgezondheidszorg, zoals dat volgens de WCPV dient te worden uitgevoerd. Met de gemeenten is afgesproken dat daarnaast een zgn. “vast” maatwerkdeel voor alle gemeenten wordt uitgevoerd. Dat bestaat uit deelname aan begeleidingscommissies speciaal onderwijs, zorgbreedte commissies voortgezet onderwijs, zorgnetwerken (zoals buurtnetwerken), samenwerkingsverbanden WSNS (Weer samen naar school) en gemeentelijke werkgroepen jeugdbeleid. Overige “flexibele” maatwerkonderdelen komen in overleg met de gemeenten met een daarop afgestemde financiering tot stand. De vorming van een integrale JGZ 0-19 jaar met onze partner Icare JGZ gaat gestaag voort. Steeds meer gezamenlijke activiteiten worden opgezet zoals scholing, protocollen, een nieuwsbrief en regionaal overleg. Samen met Icare (JGZ 0-4 jaar) en andere JGZ partners buiten Drenthe is de aanschaf en implementatie van een elektronisch kind dossier (EKD) inclusief een geautomatiseerd registratieprogramma voorbereid. Dit is een belangrijke stap voor zowel de integrale JGZ 0-19 jaar als de mogelijkheden voor monitoring van de gezondheidssituatie van de jeugd in Drenthe. Deze regionale actie wordt ingebed in het landelijke traject om te komen tot een EKD. Voor 2007 is een inves2
tering noodzakelijk om voorbereiding, aanschaf en vervolgens de implementatie van het EKD te kunnen financieren. Gelijktijdig wordt met dit proces de verbetering van de efficiency binnen de afdeling JGZ aangepakt met onder andere een uniformering van de administratie JGZ en het organiseren van een centrale planning. De nieuwe Wet op de Jeugdzorg heeft tot gevolg gehad dat de Bureaus Jeugdzorg zijn gaan functioneren als een 2e lijns voorziening. Dit betekent dat de zgn. voorliggende voorzieningen, waaronder de GGD, de vrij toegankelijke zorg die eerder door de Bureaus Jeugdzorg werd geleverd, zijn gaan overnemen. Deze ontwikkeling leidt tot een steeds verdergaande samenwerking tussen de op dit terrein werkzame organisaties, mogelijk leidend tot intensieve samenwerkingsvormen. Dit alles onder regie van de gemeenten. Zorg De sector Zorg is verantwoordelijk voor de advisering van gemeenten over en uitvoering van taken voortkomend uit de WCPV deelterreinen collectieve preventie en infectieziektebestrijding. Het betreft hier de kerntaken infectieziektebestrijding, technische hygiëne zorg en medische milieukunde. Hiernaast is de sector verantwoordelijk voor de “niet WCPV’’ taken: reizigers- & beroepsvaccinaties en forensische zorg Samen met de GGD Fryslan en GGD Groningen wordt ingezet op de versterking van de infectieziektebestrijding in Noord Nederland. De niet medici die huidpenetrerende handelingen verrichten gaan in 2007 onder de Warenwet vallen en wordt een periodieke hygiëne-inspectie door de GGD verplicht. De GGD start dan ook in 2007 met de inspecties van de tattoo- en piercingshops. Communicatie & Beleid Met de herstructurering van de GGD komt in 2007 de afdeling Communicatie & Beleid te vervallen. Op dit moment is deze afdeling verantwoordelijk voor de epidemiologie, gezondheidsbevordering, vangnetfunctie en de “niet WCPV” taken huiselijk geweld en OGGZ. Het voornemen is om de taken onderdeel te laten worden van de 2 kernsectoren Algemene Gezondheidszorg en Jeugdgezondheidszorg. De staffuncties communicatie en kwaliteit en de directie- en bestuursondersteuning worden ondergebracht bij de ondersteunende functies. Vanuit de nieuwe sectoren zal de trend om meer op maat voor gemeenten te werken worden doorgezet. Ook krijgt de beleidsadviseringstaak richting gemeenten meer vorm en inhoud. Vanuit epidemiologie zal in de vierjaarlijkse onderzoekscyclus het onderzoek onder ouderen worden uitgevoerd. Hierbij zal aansluiting gezocht worden met WMO-thema’s binnen gemeenten. Het ouderenonderzoek kent een specifieke organisatie omdat mensen boven de 75 door een vrijwilliger zullen worden bezocht. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om, tegen een aanvullende vergoeding, te kiezen voor een extra grote steekproef in hun gemeente om op wijk- of kernniveau resultaten te krijgen en/of specifieke vragen mee te nemen. In 2005 begon de GGD met het uitvoeren van de coördinatietaak aanpak huiselijk geweld en de ondersteuning van de werkwijze 1e hulp bij huiselijk geweld, in 2006 is de uitvoering van het meldpunt huiselijk geweld ook bij de GGD ondergebracht. In 2007 wordt het plan van aanpak voor de toekomstige structuur en financiering opgesteld met gemeenten. De tijdelijke stimuleringsregeling gaat in 2008 over naar (centrum)gemeenten. Voor OGGZ-taken zijn uitvoeringsuren structureel gedekt. De vraag naar de uitvoering is in 2006 sterk toegenomen, ondermeer als gevolg van een actievere aanpak in de gemeenten. Het is niet meer mogelijk aan alle vraag te voldoen en het is dan ook wenselijk om de formatie voor deze werkzaamheden uit te breiden. Deze noodzakelijke uitbreiding is niet in de begroting opgenomen en onderwerp van discussie met gemeenten en bestuur. De beperkte formatie voor ondersteunings- en coördinatietaken OGGZ werden de afgelopen jaren voor een deel uit een subsidie van het zorgkantoor gefinancierd. Het is op dit moment nog niet duidelijk waar deze middelen in het kader van WMO terecht gaan komen en of gemeenten deze middelen voor deze werkzaamheden blijven aanwenden. In de begroting 2007 zijn deze activiteiten niet meer opgenomen. Als hiervoor geen separate financiering beschikbaar komt worden de desbetreffende
3
werkzaamheden afgebouwd. In 2006 voerde de GGD als proef het OGGZ-meldpunt uit voor de meeste gemeenten in Drenthe. Dit gebeurde kosteloos vanuit de functie die de GGD heeft voor het meldpunt huiselijk geweld. Gezien de toename van het aantal meldingen bij beide meldpunten en de kwetsbaarheid van de zeer beperkte formatie om de bereikbaarheid te realiseren, is het noodzakelijk dat gemeenten gaan betalen voor deze dienstverlening van de GGD. De kosten van het meldpunt OGGZ zijn onderwerp van discussie met (centrum)gemeenten en gerelateerd aan de WMO. Kwaliteit De inspectie voor de gezondheidszorg heeft in haar inspectierapport (2005) kritische kanttekeningen gemaakt bij het functioneren van de GGD en gewezen op de noodzaak om te komen tot een kwaliteitsmanagementsysteem om de kwaliteit van de zorg te borgen. Inmiddels is een start gemaakt met het opzetten van een kwaliteitsmanagementsysteem dat moet leiden tot HKZ certificering in 2008 van Jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding inclusief SOA/AIDS bestrijding, reizigersvaccinaties en technische hygiëne zorg. Het jaar 2007 staat in het teken van het beschrijven en uniformeren van de processen binnen het systeem. Middelen In 2006 is het huisvestingsbeleid herzien. Het uitgangspunt voor het nieuwe huisvestingsbeleid is lokale uitvoering van de activiteiten met een ondersteuning vanuit één centraal kantoor. Concreet betekent dit dat de vestigingen in Hoogeveen en Emmen worden afgestoten en daarvoor in de plaats spreek- / onderzoeksvoorzieningen komen in de provincie. Parallel aan het opstellen van de begroting 2007 is gestart met het leggen van een basis voor capaciteitsmanagement. Deze basis wordt gevormd door het vastleggen ofwel normeren van de benodigde formatie voor het verrichten van de te onderscheiden activiteiten. Hiermee wordt het vervolgens mogelijk om tot een reële toerekening van kosten (overhead) naar producten te komen en daarmee tot inzicht in de integrale kostprijs. Waarschijnlijk zullen door deze methodische wijziging van kostentoerekening de huidige productkosten gaan verschuiven1. Bovendien lijkt een aanpassing van tarieven of de wijze waarop activiteiten zijn georganiseerd onontkoombaar, omdat bepaalde diensten onder de kostprijs worden aangeboden. Met het realiseren van de ambities van de afdeling middelen, zoals verwoord in de beleidsnota 20052008 is in 2005 een start gemaakt. Dit zal in 2007 een vervolg en verdieping krijgen. Uitgangspunten hierbij zijn: heldere organisatiestructuur, beschreven werkprocessen, effectieve werkafspraken, goed toegeruste medewerkers en een effectief planning en control systeem. Voor 2007 is in de begroting rekening gehouden met de implementatie van een nieuw salaris- en personeelsinformatiesysteem.
1
De totaal kosten blijven daarbij echter gelijk alleen de kosten voor de te onderscheiden producten worden meer in overeenstemming gebracht met de feitelijke kosten ofwel het beslag dat gelegd wordt op de capaciteiten.
4
III. Risicoparagraaf Jeugdgezondheidszorg De formatie die nodig is voor uitvoering van het uniforme en vaste maatwerkdeel van het basistakenpakket JGZ is vastgesteld op grond van een landelijk genormeerde berekeningssystematiek. Substantiële veranderingen in leerlingenaantallen en het volume van het vaste maatwerkdeel kunnen leiden tot aanpassingen in de benodigde formatie. Het optreden van meer dan gemiddeld ziekteverzuim en afwezigheid in verband met zwangerschapsen/of ouderschapsverlof heeft direct financiële consequenties om te kunnen blijven voldoen aan de overeengekomen productieafspraken. In de begroting is een vervangingsbudget opgenomen. De aanschaf en implementatie van een Elektronisch Kind Dossier heeft belangrijke financiële consequenties. De exacte kosten zijn op dit moment nog niet duidelijk, in de begroting is rekening gehouden met een substantiële investering. Mogelijk zullen in 2007 meer gemeenten de preventieve logopedie bij de GGD onderbrengen. Bij de mogelijke overdracht van deze activiteiten worden de financiële consequenties en bijbehorende garanties uit onderhandeld. Zorg De kans op infectieziektecalamiteiten is altijd aanwezig. Het effect en de noodzakelijke inzet van personeel en materieel zijn niet op voorhand in te schatten. Bij een uitbraak van bijvoorbeeld vogelgriep of een grieppandemie kunnen de financiële consequenties aanzienlijk zijn. Communicatie en Beleid Het is van belang dat de gemeenten helderheid bieden over het takenpakket van de GGD in OGGZ. In verband met het uitbreiden of stopzetten van de dienstverlening. Ook overige beleidskeuzes van gemeenten op terrein van het jeugdbeleid en het WMO-beleid kunnen gevolgen hebben voor de activiteiten van de GGD. WVG / SMA Het voornemen is om de WVG /SMA activiteiten inclusief de desbetreffende medewerkers en een aantal ondersteunende functies per 1 januari 2007 aan een nieuwe organisatie over te dragen. Mocht deze transactie vertraging oplopen dan heeft de GGD in 2007 te maken met de bijbehorende kosten en opbrengsten. Omdat de desbetreffende medewerkers worden overgedragen is er nauwelijks sprake van frictiekosten. Het risico beperkt zicht tot de vaste activa (lagere overnamesom dan de boekwaarde). Hiernaast kan de GGD gedurende twee jaar door de nieuwe organisatie aansprakelijk worden gesteld als de Drentse gemeenten minder opdrachten verstrekken dan de opdrachtenportefeuille waarop de huidige en over te dragen formatie is afgestemd. Middelen Voor de begroting is uitgegaan van een kostenstijging van 1,8% als algemene kostenstijging. Op onderdelen, bijvoorbeeld energie, kan de kostenstijging beduidend hoger worden. De in december 2005 vastgestelde CAO-ontwikkelingen zijn in de begroting opgenomen, er is geen rekening gehouden met een verdere ontwikkeling na 1 juni 2007. Het huisvestingsbeleid is gebaseerd op een centralisering van activiteiten. Voor de vestigingen Emmen en Hoogeveen is er vanuit gegaan dat deze worden afgestoten en lokaal spreek-/onderzoeksruimten worden gehuurd. Interne- of externe ontwikkelingen zouden tot hogere kosten (max. € 119.000) kunnen leiden. Directie In de begroting is rekening gehouden met een normale invulling van de directiefunctie.
5
IV. Toelichting op de begroting 2007 Algemeen De begroting 2007 is opgesteld op basis van nieuw beleid, zoals beschreven in de paragraaf beleidsontwikkelingen. De begroting 2007 is in drie fases tot stand gekomen. 1. In juni 2006 is een indicatiebegroting 2007 afgeven aan het Algemeen Bestuur. Deze is gebaseerd op de herziene begroting met een maximale kostenstijging van 0,5% voor 2007 voor het bestaande beleid. 2. De indicatiebegroting 2007 is vervolgens uitgewerkt op regel niveau. 3. En als laatste is het nieuwe beleid aan de begroting 2007 toegevoegd. Uitgangspunten met betrekking tot de begroting 2007 Uitgangspunten voor het nieuwe beleid: a. Overdracht WVG / SMA activiteiten. b. Centrale huisvesting in Assen. Beëindigen bestaande huurcontracten locatie Emmen en Hoogeveen en het huren van spreek-/onderzoeksruimten in de provincie Drenthe. c. Herstructurering van de organisatie is budget neutraal meegenomen in de begroting 2007. d. Einde dienstverlening aan het CIZ met betrekking tot de doorberekening van de huur, ondersteunend personeel en overige exploitatiekosten. e. Aanpassing formatie ondersteunend personeel aan de nieuwe huisvesting en overgang van de SMA/WVG activiteiten. Uitgangspunten voor het bestaande beleid: f. De kostenstijging voor het bestaande beleid 2007 is herziene begroting 2006 plus een maximale kostenstijging van 0,5%. g. Te realiseren kostenbesparing van € 131 dzd als gevolg van de stopzetting van de vergoeding voor frictiekosten door de gemeenten Emmen, Borger-Odoorn en Coevorden voor het onderbrengen van RIO activiteiten bij het CIZ. h. Een te realiseren kostenbesparing als gevolg van het verlies van de arbeidsongeschiktheidskeuringen. i. Het loonpeil per 1 januari 2007 is vermeerderd met een te verwachten loonstijging van 1,8%. Dit percentage is conform de opgave van de gemeente Assen. Evenals de premiepercentages voor sociale lasten en pensioenpremie. Verder is in de begroting rekening gehouden met een stijging van de loonkosten als gevolg van de periodieke verhoging van de salarissen. j. Voor prijsstijgingen van de overige kosten is een percentage gehanteerd van 1,8%. Het betreft de kosten exclusief lonen. Voor de bijdrage aan de GGD Groningen wordt uitgegaan van de werkelijk begrote kosten. k. De structurele uitbreiding van de formatie JGZ voor het uniforme en vaste maatwerkdeel van het basistakenpakket is meegenomen in de begroting 2007 voor het gehele jaar 2007. Dit ten opzichte van 2006 waar de uitbreiding is meegenomen voor 4 maanden gerekend vanaf het begin van het nieuwe schooljaar 2006/2007. l. In de begroting 2007 is rekening gehouden met incidentele kosten (2 maal € 57 dzd) om de projecten Elektronisch Kind Dossier (EKD) en de Harmonisatie Kwaliteit Zorg (HKZ) voor te bereiden en te implementeren. m. Voor de kosten van Vorming, Training en Opleiding (VTO) is een bedrag opgenomen van 1,5% van de loonsom. n. De hoogte van de investeringsbegroting is gelijk aan de afschrijvingskosten. o. In de begroting 2007 is geen rekening gehouden met de kosten voor de vervanging van de directeur. p. Het vervangingsbudget is berekend op 3,5% van de loonsom. q. Ouderschapsverlof, zorgverlof en kinderopvang worden conform CAO verantwoord. r. Voor de berekening van de bijdrage per gemeenten wordt uitgegaan van het aantal inwoners per 1 januari 2006. s. Er is in de begroting 2007 geen rekening gehouden met de opbouw van het weerstandsvermogen.
6
De algemene reserve bedroeg per 31 december 2005 € 207.500 en zonder verdere ontwikkelingen in 2006 zal dit tevens het beginsaldo zijn voor 2007. Financieel en formatie overzicht begroting 2007 De begroting 2007 is sluitend (zie onderstaand overzicht). De begroting 2007 is niet een op een te vergelijken met de kolommen verwacht 2006, herziene begroting 2006 en de werkelijke cijfers 2005. Dit wordt vooral veroorzaakt door het nieuwe beleid, met name door de overdracht WVG / SMA activiteiten en de huisvesting. Resultatenrekening GGD Drenthe bedragen * € 1.000
Herziene Begroting Verwacht
begroting
Werkelijk
2007
2006
2006
2005
Gemeenten
6.789
6.293
6.293
5.023
Overige inkomsten
1.849
2.700
3.033
2.828
Totaal inkomsten
8.638
8.993
9.326
7.851
Inkomsten
Exploitatiekosten Personeelskosten
6.358
6.729
6.891
6.251
Huisvestingskosten
675
810
898
645
Algemene kosten
445
417
422
432
Directe productiekosten
990
918
999
847
8.467
8.874
9.210
8.175
171
119
116
-324
-171
-171
-116
-110
-250
-250
250
250
Totaal exploitatiekosten Resultaat bedrijfsvoering Incidentele baten/kosten reorganisatielasten voormalig personeel ² Kosten ad-interim directeur vergoeding ad-interim directeur Overige incidentele baten/kosten Totaal incidentele baten/kosten Totaal exploitatie resultaat
56
27
-171
-115
-116
-83
0
4
0
-407
Het aantal formatieplaatsen daalt in de begroting 2007 door het nieuwe beleid. Het totaal aantal formatieplaatsen in de begroting 2007 bedraagt 92,49 fte. Fte overzicht GGD Drenthe
Herziene Begroting Verwacht
aantal fte
begroting
Werkelijk
2007
2006
2006
2005
92,49
107,66
107,89
103,92
De daling van het aantal formatieplaatsen ten opzichte van de herziene begroting 2006 bedraagt 15,40 fte. Gespecificeerd ziet deze mutatie er als volgt uit: Af: Overgang personeel WVG / SMA activiteiten Aanpassing formatie ondersteunend personeel aan nieuwe huisvesting en overgang WVG / SMA activiteiten Vermindering aantal fte als gevolg aanpassing arbeidscontracten, het niet niet of gedeeltelijk invullen van vacatures en aansluiten van de formatie aan de project formatie Totaal af _________________________
15,93 fte 3,68 fte
_1,29 fte 20,90 fte
² De post reorganisatielasten voormalig personeel heeft grotendeels betrekking op de personele lasten als gevolg van de uitwerking van het sociaal statuut m.b.t. de fusie in 2002. Met het bereiken van de spilleeftijd van 62 jaar zal uiterlijk mei 2010 de laatste uitkering komen te vervallen. Van een andere medewerker zal uiterlijk juli 2008 de ww-uitkering komen te vervallen.
7
Bij: Structurele uitbreiding JGZ uniforme en vaste maatwerkdeel basistakenpakket Uitbreiding formatie JGZ functie applicatiebeheer voor het EKD Uitbreiding formatie GHOR Totaal bij Totale formatie afname
2,80 fte 0,50 fte 2,20 fte _5,50 fte 15,40 fte
Analyse begroting van herziene begroting 2006 naar begroting 2007 De 3 stappen van de tot standkoming van de begroting zien er als volgt uit: A. (stap3) Totaal begroting 2007 op basis van nieuw beleid B. (stap2) Totaal begroting 2007 op basis van bestaand beleid (uitwerking van de indicatie begroting 2007) C. (stap1) Totaal indicatie begroting 2007 D. Herziene begroting 2006
€ 8.638 dzd € 9.826 dzd € 9.789 dzd € 9.576 dzd
Ad a. Begroting 2007 obv nieuw beleid De exploitatiekosten begroting 2007 bedraagt € 8.467 dzd. Dit bedrag wordt verhoogd met € 171 dzd voor de reorganisatielasten aan voormalig personeel. Dit zijn kosten waar tegenover geen prestatie staat. Deze kosten zijn verantwoord onder de incidentele baten/kosten in plaats van de exploitatiekosten om zo een beter inzicht te krijgen in de kosten. Het totale kosten niveau inclusief de reorganisatielasten aan voormalig personeel bedraagt derhalve € 8.638 dzd. Specificatie van A naar B: Totaal kostenniveau begroting 2007 (A) Besparing exploitatiekosten door nieuw beleid Exploitatiebegroting 2007 op basis van bestaand beleid (B)
€ 8.638 dzd € 1.188 dzd € 9.826 dzd
Specificatie besparing exploitatiekosten: • Afstoten WVG / SMA activiteiten (exclusief toegerekende overheadkosten WVG / SMA activiteiten) • Aanpassing formatie ondersteunend personeel als gevolg van de nieuwe huisvesting, stopzetting dienstverlening aan het CIZ en het afstoten van WVG / SMA activiteiten • Nieuwe huisvestingsplan • Totale kostenbesparing nieuw beleid
€ 97 dzd € 95 dzd € 1.188 dzd
Ad b. begroting 2007 obv bestaand beleid Totaal begroting 2007 op basis van bestaand beleid (na uitwerking van indicatie begroting 2007) Totaal indicatie begroting 2007 Verschil
€ 9.826 dzd € 9.789 dzd € 37 dzd
€ 996 dzd
Specificatie van B naar C: Het verschil van € 37 dzd is als volgt te verklaren: In de uitgangspunten en de afgegeven indicatie begroting is voor 2007 een te realiseren kostenbesparing opgenomen voor de stopzetting van de vergoeding voor frictiekosten door de gemeenten Emmen, Borger-Odoorn en Coevorden met betrekking tot het onderbrengen van RIO activiteiten bij het CIZ van € 131 dzd. En een te realiseren kostenbesparing als gevolg van het verlies van de arbeidsongeschiktheidskeuringen van € 68 dzd. De totaal te realiseren kostenbesparing bedraagt € 199 dzd.
8
De kostenbesparing wordt gerealiseerd door: • Besparing op de ondersteunde formatie • Overige personeelskosten • Huisvesting, algemeen en productiekosten • Totale kostenbesparing
€ 54 dzd € 83 dzd € 113 dzd
Per saldo wordt er een hogere kostenbesparing gerealiseerd
€ 250 dzd ________ € 51 dzd
In de indicatiebegroting 2007 is geen rekening gehouden met een verhoging van de loonkosten als gevolg van de periodieke verhoging van de loonkosten van de medewerkers. De kosten voor de periodieke verhoging bedraagt Verschil
€ 86 dzd € 37 dzd
Door de extra gerealiseerde kostenbesparing van € 51 dzd wordt het verschil tussen begroting 2007 op basis van bestaand beleid ten opzichte van de geformuleerde uitgangspunten en de afgeven indicatieve begroting 2007 afgerond € 37 dzd (€ 86 dzd minus € 51 dzd). Ad c. indicatiebegroting 2007 In de uitgangspunten en in de indicatiebegroting die in juni 2006 is afgeven wordt uitgegaan van een maximale kostenstijging van een 0,5% ten opzichte van de herziene begroting 2006 voor het bestaand beleid. Dit bedrag mag worden verhoogd met de goedgekeurde formatie uitbreiding van de GHOR. Rekening houdend met deze uitgangspunten zou de exploitatiebegroting 2007 op basis van bestaand beleid € 9.789 dzd mogen bedragen ofwel: • Totaal kosten herziene begroting 2006 € 9.576 dzd • Maximale kosten stijging 2007 0,5% van € 9.576 dzd € 48 dzd • Stijging formatie GHOR met 2,2 fte € 165 dzd • Totaal indicatie begroting 2007 op basis van bestaand beleid € 9.789 dzd Specificatie van C naar D: Totaal indicatie begroting 2007 In de indicatiebegroting 2007 zijn de volgende kosten ten opzichte van de herziene begroting 2006 verwerkt: • Structurele uitbreiding van de JGZ • Voorbereiding EKD en HKZ • Cao aanpassing 1,8% • Inflatie correctie overige kosten 1,8% • Maximale kostenstijging Totaal kostenstijging ten opzichte van de herziene begroting 2006 • Stijging formatie GHOR met 2,2 fte
€ 9.789 dzd
€ 200 dzd € 89 dzd € 111 dzd € 58 dzd € 39 dzd € 497 dzd € 165 dzd € 662 dzd • In de begroting 2007 zijn er geen kosten voor de ad-interim directeur opgenomen. Dit ten opzichte van de herziene begroting 2006 € 250 dzd • Te realiseren kostenbesparing : o Stopzetting frictiekostenvergoeding RIO/CIZ € 131 dzd o Verlies arbeidsongeschiktheidskeuringen € 68 dzd Totaal kostenbesparingen en reducties € 449 dzd Totaal mutaties indicatie begroting 2007 t.o.v. herziene begroting 2006 € 213 dzd Herziene begroting 2006 € 9.576 dzd
Analyse begroting 2007 ten opzichte van begroting 2007 bestaand beleid De totaal exploitatie begroting 2007 is Op basis van de indicatiebegroting 2007 minus de overgang van de SMA/WVG activiteiten zou de exploitatie begroting 2007 bedragen Per saldo een verschil van
€ 8.638 dzd € 8.217 dzd € 421 dzd
9
De specificatie van de maximale exploitatie begroting 2007 is: Totaal indicatie begroting 2007 Minus: kosten voor de SMA/WVG activiteiten in de herziene begroting 2006 Totaal
€ 9.789 dzd € 1.572 dzd € 8.217 dzd
Het verschil tussen de exploitatie begroting 2007 en de verwachte exploitatie begroting 2007 van € 421 dzd wordt veroorzaakt door: • aandeel overheadkosten WVG / SMA activiteiten in begroting € 383 dzd • stijging als gevolg van de periodieke verhogingen € 38 dzd Totaal € 421 dzd Van het aandeel overheadkosten dat tot nu toe werd toegerekend aan de WVG / SMA activiteiten (afdeling A&I) is € 200 dzd niet reëel toe te rekenen. Dit deel is meer het gevolg van de systematiek en de GGD omgeving waarbinnen de activiteiten worden uitgevoerd. Dit is gebleken uit een speciaal hiervoor opgezette normalisatie, waarbij een financiële analyse is gemaakt van als ware het een zelfstandige onderneming. De overige € 183 dzd moet in de komende 2 jaar worden bespaard. Deze besparing wordt gevonden in: a. het in overeenstemming brengen van de tarieven met de kostprijs b. het terugbrengen van de salariskosten in de komende 6 tot 8 jaar op het niveau van een vast te stellen begrotingsnorm In de begroting 2007 is al een besparing op de kosten opgenomen van € 250 dzd. Productenbegroting Het product 2.22 Huiselijk geweld is in 2005 als project opgenomen in de cijfers van de GGD. Op basis hiervan is tot en met de herziene begroting 2006 een overheadpercentage toegerekend van 30% van de loonsom. In de begroting 2007 is uitgegaan van een reële kostentoerekening zoals deze GGDbreed op alle producten van toepassing is. Het effect hiervan is dat de zuiver toegerekende kosten op het product huiselijk geweld ten opzichte van de oorspronkelijke toerekening met een bedrag van ruim € 80 dzd zijn toegenomen. De toename van toegerekende kosten bij huiselijk geweld leiden bij de andere producten tot een evenredige verlaging van € 80 dzd.
10