Concept
Begroting 2013
Wedeka Bedrijven Electronicaweg 29 9503 GA Stadskanaal Postbus 194 9500 AD Stadskanaal Telefoon Fax E-mail Internet
0599-692000 0599-696242
[email protected] www.wedeka.nl
2
BEGROTING EN MEERJARENRAMING 2013 Inhoud
blz.
Hoofdstuk 1 Bericht van het Dagelijks Bestuur
5
Hoofdstuk 2 Programmaplan
7
Hoofdstuk 3 Verplichte paragrafen
9
3.1 Weerstandsvermogen
9
3.2 Onderhoud kapitaalgoederen
10
3.3 Financiering
10
3.4 Verbonden partijen
12
3.5 Bedrijfsvoering (inclusief investeringsoverzicht)
13
Hoofdstuk 4 Begroting en meerjarenraming
17
4.1 Financiële positie
17
4.2 Programmabegroting
19
4.3 Toelichting op de programmabegroting
20
4.4 Overige gegevens (bezettingsoverzicht)
27
4.5 Risicoparagraaf
28
4.6 Meerjarenraming
32
4.7 Gemeentelijke bijdragen
33
4.8 Vaststelling
35
3
4
HOOFDSTUK 1 BERICHT VAN HET DAGELIJKS BESTUUR Evenals in voorgaande jaren is bij het Provinciaal Bestuur uitstel gevraagd voor de vaststelling van de begroting; in tegenstelling tot eerder is het uitstel wel verleend, maar slechts tot 15 oktober. Gezien de duur van de bijbehorende besluitvormingsperiode en de daarin vallende vakanties, is de concept begroting al in juni opgesteld, waarbij nog meer dan in voorgaande jaren geldt dat onzekerheid troef is …. Om over de betrouwbaarheid van de meerjarenraming maar niet te spreken. Immers naast de “normale” onzekerheden zoals de werkelijke omzetontwikkeling in een nog steeds stagnerende economie, ontwikkeling van werkgeverspremies etc., hebben we nu – door het intrekken van de Wet werken naar vermogen (Wwnv), de drooglegging van het Transitiefonds en het - vooralsnog - vervallen van de aangekondigde kortingen op de rijkssubsidie – te maken met een zeer onduidelijk beleidskader en tegelijkertijd met aangekondigde, maar financieel niet uitgewerkte bezuinigingen als gevolg van het Lenteakkoord. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat de voorliggende begroting en meerjarenraming eind 2012 of begin 2013 in meer of mindere mate gewijzigd zal moeten worden. Het jaar 2012 stond volledig in het teken van de invoering van de Wet werken naar vermogen per 1 januari 2013 en de effecten van de verdere doorvoering van de kortingen op de rijkssubsidie. Samen met de betrokken gemeenten is alle energie besteed aan de vormgeving van de komende herstructurering, hetgeen geresulteerd heeft in het gezamenlijke Transitieplan, dat eind april bij het ministerie is ingediend en als zodanig voorlopig in de la is terechtgekomen. Tegelijkertijd is een forse - en ons inziens succesvolle lobby ontwikkeld om de uitzonderlijke positie van Oost-Groningen voor het voetlicht te brengen en aandacht te vragen voor de ingrijpende en vrijwel onoplosbare gevolgen van de combinatie van inhoudelijke veranderingen en draconische kortingen op de rijkssubsidie. Wezenlijk onderdeel van het Transitieplan vormde ook de begroting 2013 en een meerjarenraming tot en met 2018 ….. de actualiteitswaarde daarvan is in de maand mei drastisch veranderd! ….. en heeft geleid tot de nodige aanpassingen in de voorliggende begroting en een, gezien alle onzekerheden, summiere meerjarenraming. Het moge zonder meer duidelijk zijn dat het niet invoeren van de Wwnv per 1 januari aanstaande, de vervallen mogelijkheid om middelen te onttrekken aan het herstructureringsfonds en het niet doorgaan van de voorgenomen kortingen op de rijkssubsidie, gevolgen heeft voor het beleidsmatige en financiële ambitieniveau; daarbij moet wel gerealiseerd worden dat een en ander nog zeer vers is en – zeker ook gezien alle verdere onzekerheden – in dit stadium moeizaam valt te vertalen. Voor de begroting 2013 betekent dit vooralsnog dat de ingezette koers weliswaar wordt voortgezet en de beweging van binnen naar buiten krachtig zal worden gestimuleerd, maar dan wel zonder de daarvoor bedoelde middelen uit het herstructureringsfonds en daardoor in een gematigder tempo. Om die reden is het aantal extra detacheringen dan ook aangepast; bij trajecten zijn kosten die uit het fonds gefinancierd zouden worden weer opgenomen in de exploitatie en de rijkssubsidie is weer op het niveau van 2012 gebracht. Een grote en zeer vervelende onbekende is het volume sw dat voor volgend jaar zal worden vastgesteld en als gevolg van de invoering van de Wwnv fors zou krimpen…. En het is vrijwel zeker dat hierover pas eind van het jaar de noodzakelijke duidelijkheid zal komen. Dit laatste mede in relatie tot het ingezette beleid om tijdelijke contracten niet meer om te zetten in vaste dienstverbanden en de mogelijkheid tot instroom.
5
Kende de begroting 2013 behorend bij het Transitieplan en de oorspronkelijke meerjarenraming een tekort van € 3,8 miljoen, de voorliggende begroting eindigt met een tekort van € 2,5 miljoen, maar kent tegelijkertijd een risicoparagraaf die ongekend is en minder vrolijk stemt. Het spreekt voor zich dat de bijgevoegde meerjarenraming op dit moment slechts richtinggevend is. Al met al een meerslachtig beeld: vreugde vanwege de mogelijkheid om ietwat te temporiseren en het vervallen van de voorgenomen kortingen, anderzijds onmatig veel onzekerheid (volume, wetgeving, gevolgen overige bezuinigingen en het wegvallen van extra middelen om de herstructurering, die toch echt door moet gaan, vorm te geven. Wordt vervolgd!
J.W. van de Kolk Voorzitter 1 juli 2012
6
HOOFDSTUK 2 PROGRAMMAPLAN Toen we nog maar ruim twee maanden geleden het Transitieplan afrondden met daarbij een begroting voor 2013 met een tekort van € 3,8 miljoen, konden we niet voorzien dat deze op zo’n korte termijn alweer achterhaald zou zijn …. De voorliggende begroting komt uit op een tekort van € 2,5 miljoen, maar wel vergezeld van een groot aantal financiële en inhoudelijke onzekerheden ….. en dat geldt eens te meer voor de jaren na 2013! Het is dan ook meer dan waarschijnlijk dat de voorliggende begroting een beperkte houdbaarheidsdatum zal hebben en eind 2012 of begin 2013 al weer meer of minder ingrijpend gewijzigd zal moeten worden. Alhoewel het zonder meer in de bedoeling ligt het in het Transitieplan voorgenomen beleid de komende jaren ten uitvoer te brengen, moet wel vastgesteld worden dat door het ontbreken van de middelen uit het herstructureringsfonds, teruggeschakeld moet worden naar een lagere versnelling; dit zonder de koers te verliezen, maar wel met aangepaste snelheid. Voor de begroting 2013 betekent dit – o.a. door het niet in kunnen stellen van de Task Force Detacheringen en de bijbehorende extra inspanningen - met name dat de geraamde toename van het aantal detacheringen behoorlijk naar beneden is aangepast en personele kosten voor Trajecten, die uit het fonds zouden worden onttrokken, weer ten laste van de exploitatie zijn gebracht. Tegelijkertijd blijft de begroting een voortzetting en, waar nog mogelijk, intensivering van het beleid om de kosten te beheersen/verlagen zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Aangezien zoals gebruikelijk de begroting van een uitvoerige toelichting is voorzien (waarbij de toelichting bij de risicoparagraaf, gezien de toegenomen onzekerheid en complexiteit, flink is uitgebreid), zal deze hierna slechts in hoofdlijnen worden toegelicht. De totale netto-opbrengsten laten ten opzichte van de begroting 2012 een daling zien van € 343.000,- ; de daling wordt vooral veroorzaakt door de teruglopende omzet van de groenbedrijven, waar gemeentelijke bezuinigingen een belangrijke rol in spelen. Inmiddels is een werkgroep, bestaande uit ambtenaren van de betrokken gemeenten en de directie van Wedeka, ingesteld met als opdracht om voor de komende jaren zoveel mogelijk werk (direct of indirect en in welke passende vorm ook) voor ons bedrijf te genereren. De geraamde opbrengsten voor Industrie zijn enigszins gedaald; hetgeen, behalve door de recessie, mede wordt veroorzaakt door de ambitie om nog 15 medewerkers uit de industriële vestigingen te gaan detacheren. Gezien de opbrengsten over het eerste halfjaar, staat er dan nog een forse taakstelling. De verwachte opbrengsten van de Divisie Trajecten zijn in z’n totaliteit vergelijkbaar met de begroting 2012 en zijn er op gebaseerd dat de gemeenten op dit gebied niet zullen gaan bezuinigen. De ambtelijke kosten dalen – ondanks de meegenomen CAO-verhoging van 2% - door krimp van de formatie met 3 fte’s en daling van de weglopende FPU-kosten, met ruim € 200.000,-. De rentekosten daarentegen stijgen met € 100.000,-, als gevolg van de noodzaak tot financiering van het verlies uit de reserve. Al met al ligt er een begroting, die enerzijds getemporiseerd voortbouwt op de voorgenomen veranderingen in het Transitieplan en anderzijds vooral gekenmerkt wordt door vooronderstellingen en een forse mate van onzekerheid …… de gezien de omstandigheden zeer beknopte meerjarenraming heeft meer symbolische dan werkelijk voorspellende waarde!
7
Positief is dat met de huidige begroting de opgebouwde reserve nog net voldoende is om het tekort op te vangen en er nog geen beroep hoeft te worden gedaan op de gemeenten en dat het financieel perspectief voor de komende jaren met de huidige kennis aanmerkelijk minder dramatisch is dan tot voor kort werd verondersteld. Alhoewel de toekomst in grote mate in nevelen gehuld is, staat voor ons als een paal boven water dat de met het Transitieplan ingeslagen weg met alle mogelijke inspanningen vervolgd moet worden en dat afwachten geen keuze is.
8
HOOFDSTUK 3 VERPLICHTE PARAGRAFEN 3.1 WEERSTANDSVERMOGEN Het Algemeen Bestuur van Wedeka heeft de jaarrekening van 2011 vastgesteld. Het negatieve resultaat van € 1.104.000,- is conform de Gemeenschappelijke Regeling ten laste geboekt van de algemene reserve van Wedeka. Daarmee komt de algemene reserve op € 4.936.000,-. De gewijzigde begroting over 2012 sluit met een verlies van € 2.421.000,-. Met de aangesloten gemeenten is de afspraak gemaakt dat de verliezen, zolang de algemene reserve dit toelaat, ten laste van het eigen vermogen zullen komen. Indien de algemene reserve onvoldoende is om het verlies te dekken, zullen de gemeenten de tekorten weer moeten aanvullen. Voor 2013 is een exploitatieverlies geraamd van € 2.513.000,-. Dit verlies kan nog net volledig uit de algemene reserve worden gefinancierd, waardoor de aangesloten gemeenten voor 2013 geen gemeentelijke bijdrage hoeven te betalen. Door alle onzekerheid als gevolg van de val van het kabinet en de ontstane politieke constellatie, zijn veel voorgenomen beleidsbeslissingen, waaronder de Wet werken naar vermogen, niet of slechts gedeeltelijk actueel. Deze voorgenomen wetgeving en de aangekondigde kortingen op de rijkssubsidie vormden de uitgangspunten voor de in te zetten herstructurering van de SW-sector en de basis voor het Transitieplan, dat de gezamenlijke bij Wedeka betrokken gemeenten eind april bij het ministerie hebben ingediend. Tegelijkertijd zijn in het Lenteakkoord diverse zaken opgenomen, die nog maar beperkt zijn uitgewerkt en daarmee moeilijk, zo niet onmogelijk, financieel zijn te vertalen; dit nog los van de beperkte toekomstige waarde als gevolg van het uiteindelijke resultaat van de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. Het voorgaande maakt dat het vrijwel onmogelijk is om een enigszins betrouwbare meerjarenraming te presenteren en dat ervoor gekozen is vooralsnog 2013 als richtinggevend te zien voor de jaren daarop. Wat wel glashelder is, is dat de algemene reserve na 2013 niet meer toereikend is om het exploitatietekort te dekken, waardoor de betrokken gemeenten vanaf dit boekjaar middels een gemeentelijke bijdrage het verlies, hoe dat er ook uit zal gaan zien, moeten gaan aanvullen.
9
3.2 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Het onderhoud aan de kapitaalgoederen van Wedeka Bedrijven wordt door de onderhoudsdienst deels in eigen beheer uitgevoerd en deels uitbesteed aan externe bedrijven of specialisten. Het onderhoud kan worden uitgesplitst naar diverse vormen: werktuigbouwkundig onderhoud; elektrotechnisch onderhoud; bouwkundig onderhoud. Voor registratie en herkenning van productiemiddelen wordt een middelenbeheerssysteem gehanteerd. Middels dit systeem worden onder meer onderhoudsfrequenties, wettelijke keuringen, inspecties en machinegegevens geregistreerd.
3.3 FINANCIERING Algemene ontwikkelingen Via de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is de treasury van gemeenten en overheidslichamen geregeld. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Ingevolge de wet heeft Wedeka een treasurystatuut opgesteld en is in de begroting en jaarrekening een financieringsparagraaf opgenomen, waarin verantwoording over het treasurybeleid wordt afgelegd. Treasurybeheer Wedeka heeft een laag risicoprofiel, doordat de rentepercentages van de langlopende leningen voor langere tijd vastliggen, geen gebruik wordt gemaakt van derivaten en de gelduitzettingen gering zijn. In deze begroting zijn opgenomen: a. een toetsing van de wettelijk toegestane kasgeldlimiet aan de netto vlottende schuld; b. toetsing van de vastgestelde renterisiconorm aan de renterisico’s van de vaste schuld; c. een weergave van de kredietrisico’s; d. een financieringsoverzicht van de opgenomen geldleningen en de rentegevoeligheid hiervan. Ad a. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een (vastgesteld) percentage van het totaal van de jaarbegroting van Wedeka. Deze wordt getoetst aan de netto vlottende schuld. De netto vlottende schuld per kwartaal is het gemiddelde van de netto vlottende schuld op de eerste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. In het volgende overzicht wordt de omvang van de vlottende schuld getoetst aan de wettelijke norm.
10
Omschrijving
bedragen per kwartaal (x € 1.000,-) 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw
Omvang van de begroting per 1 januari (= grondslag)
68.657
68.657
68.657
68.657
8,20% 5.629
8,20% 5.629
8,20% 5.629
8,20% 5.629
-
-
-
-
10 2.569 -
10 2.569 -
10 2.569 -
10 2.569 -
- 2.579 5.629 8.208
- 2.579 5.629 8.208
- 2.579 5.629 8.208
- 2.579 5.629 8.208
1.
2.
3.
4.
Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag - in een bedrag Omvang vlottende korte schuld Opgenomen gelden korter dan 1 jaar Schuld in rekening-courant Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld Vlottende middelen Contante gelden in kas Tegoeden in rekening-courant Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
(2-3) (1) (1-4)
Ad b. Renterisiconorm Het overzicht hierna brengt de renterisico’s voor de vaste schuld in relatie tot de renterisiconorm in beeld. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van Wedeka bij aanvang van het jaar. Deze wordt getoetst aan de verwachte vaste schuldpositie bij Wedeka, waarbij telkens de situatie aan het begin van het jaar wordt genomen. Omschrijving Basisgegevens 1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a. Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b. Nieuwe verstrekte lange leningen 4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5. Betaalde aflossingen 6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7. Renterisico op vaste schuld (2+6)
bedragen per kwartaal (x € 1.000,-) 2013 2014 2015 2016 4.000 4.000 1.926 1.926 1.926
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
900 900 900 900 900
11
Omschrijving
bedragen per kwartaal (x € 1.000,-) 2013 2014 2015 2016
Renterisiconorm 8. Stand van de vaste schuld per 1 januari 9. Het bij Min. regeling vastgestelde % 10. Renterisiconorm (8x9) Toets renterisiconorm 11. Ruimte (+) c.q. overschrijding (-)
(10-7)
6.168 20,0% 1.234
8.242 20,0% 1.648
8.242 20,0% 1.648
8.242 20,0% 1.648
- 692
748
748
748
Ad c. Kredietrisico Wedeka kent geen risico’s, die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichting van de tegenpartij als gevolg van solvabiliteit of deficit. Ad d. Financiering Door middel van onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen lening. Omschrijving
Stand per 1 januari Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Rente-aanpassing (oud percentage) Rente-aanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december
bedragen per kwartaal (x € 1.000,-) bedrag gemidd. Invoed op rente gem.rente 6.168 4,08% 4.000 1.926 8.242 4,52%
3.4 VERBONDEN PARTIJEN Wedeka Bedrijven is enig aandeelhouder van Wedeka BV. In deze BV wordt in het kader van het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid ten behoeve van de gemeenten, inwoners met een WWB-uitkering een ‘maatschappelijke baan’ respectievelijk een leer-werktraject aangeboden bij diverse organisaties in de regio. De vennootschap fungeert als doorgeefluik ten behoeve van de gemeenten; de betaalde lonen worden door de gemeenten vergoed, deze vergoeding wordt verhoogd met een bedrag voor de door de BV uitgevoerde werkzaamheden. Aangezien Wedeka Bedrijven daadwerkelijk de werkzaamheden voor de BV uitvoert, stuurt deze vervolgens weer een factuur aan de BV. Wedeka Bedrijven verantwoordt deze opbrengst onder diverse baten en lasten. Wedeka BV is tevens enig aandeelhouder van de besloten vennootschappen Combo Rotterdam, Combo Utrecht en Combo ’s-Hertogenbosch. In geen van deze BV’s vinden op dit moment activiteiten plaats.
12
De directie en het Dagelijks Bestuur van Wedeka vormen ook de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van Stichting Baanderij. De Stichting Baanderij heeft echter een eigen begroting en jaarrekening. De kosten en opbrengsten worden 1 op 1 doorberekend aan Wedeka Bedrijven en zijn hier opgenomen in de exploitatie. De begroting van Baanderij sluit hierdoor met een exploitatiesaldo van nihil.
3.5 BEDRIJFSVOERING Investeringsbeleid In deze begroting wordt het resterende investeringsprogramma 2012 niet weer vermeld, maar de effecten van deze investeringen zijn wel meegenomen bij de afschrijvingskosten. Op dit moment worden er plannen uitgewerkt om een nieuwe Kringloopwinkel te bouwen in Stadskanaal. De verwachting is dat deze nieuwbouw gereed zal zijn in december 2012. Het investeringsbedrag kan volledig gefinancierd worden uit de algemene reserve van Stichting Baanderij. Het investeringsbedrag is voor 2013, in vergelijking met 2012, buiten de nieuwbouw van de Kringloopwinkel, op hetzelfde niveau begroot. Activa
levensduur in jaren
investeringsbedrag
Divisie Industrie Gebouwen Machines Installaties Inventarissen Vervoermiddelen
15 jaar 10 jaar 15 jaar 10 jaar 8 jaar
€
Kringloop en Milieu Gebouwen Machines Installaties Inventarissen Vervoermiddelen
15 jaar 8 jaar 15 jaar 10 jaar 8 jaar
€
50.000 210.000 57.500 95.000 45.000 € 457.500
€ Divisie Groen en Infra Gebouwen Machines Installaties Inventarissen Vervoermiddelen
15 jaar 8 jaar 15 jaar 10 jaar 8 jaar
€
Divisie Trajecten Machines Inventarissen Vervoermiddelen
10 jaar 10 jaar 8 jaar
€
25.000 10.000 5.000 25.000 20.000 85.000
22.500 170.000 5.000 55.000 140.000 € 392.500
€
10.000 10.000 20.000
13
Activa Staf Computerapparatuur Vervoermiddelen
Totaal
levensduur in jaren 5 jaar 8 jaar
investeringsbedrag € 100.000 € 100.000 € 1.055.000
Informatisering en automatisering De informatievoorziening binnen Wedeka is met name gericht op het ondersteunen van de bedrijfsprocessen. Hiervoor is hard- en software aanwezig voor de informatiesystemen ten behoeve van logistiek, financieel en personeel. De informatievoorziening kenmerkt zich door degelijkheid en bedrijfszekerheid. Om de continuïteit van al deze systemen te waarborgen zullen aanpassingen en investeringen worden uitgevoerd in zowel hard- als software. Op langere termijn moet er worden bezien of de aanwezige software voor logistiek moet worden vervangen. Dit is mede afhankelijk van de benodigde logistieke informatie en de in de toekomst gevoerde productieprocessen bij Wedeka. Ook moet er rekening worden gehouden met de continuïteit en onderhoudsmogelijkheden van de aanwezige logistieke software.
14
Organisatiestructuur Algemeen Bestuur
Dagelijks Bestuur Raad van Advies
Directie
Ondernemingsraad
Personeelsmanagement
Financiën & Control
Bedrijfskundige Zaken
Inkoop
Technische Dienst
Commercie
Divisie Industrie
Divisie Groen & Infra
Divisie Trajecten
WI Oosterkade
GI Stadskanaal
Trajectbegeleiding
WI Electronicaweg
GI Ter Apel
Detacheringen
WI Ter Apel
GI Veendam
WI Veendam
Kringloop & Milieu
15
16
HOOFDSTUK 4 BEGROTING EN MEERJARENRAMING 4.1 FINANCIELE POSITIE Balans Activa
1-1-2013
31-12-2013
Vaste Activa Immateriële activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Passiva
111 9.983 239 10.333
79 9.570 339 9.988
Vlottende activa
Totaal
31-12-2013
Eigen Vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve
Vaste schulden Lening O/G
Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa
1-1-2013
2.515 1.140 3.655
2 1.090 1.092
6.168
8.242
1.408 3.586 500 5.494
1.408 3.586 500 5.494
15.317
14.828
Kortlopende schulden 850 3.475 359 300 4.984
800 3.000 740 300 4.840
15.317
14.828
Crediteuren Overige schulden Overlopende passiva
Werkkapitaal va-vp Mutatie werkkapitaal Solvabiliteit
-510 -144 131,3%
-654 107,9%
17
Kasstroomoverzicht (x € 1.000,-) Herkomst van middelen Afschrijving vaste activa Aflossing lening fietsproject Opname lening Bijdragen gemeenten in tekort
€ 1.500 150 4.000 0 € 5.650
Besteding van middelen Investeringen Verstrekkingen leningen fietsproject Vrijval bestemmingsreserve Resultaat 2012 Aflossing leningen
1.055 250 50 2.513 1.926 5.794
Mutatie financieringsoverschot (- = afname) Voorraden Uitzettingen Liquide middelen Overlopende activa Crediteuren Overige schulden Overlopende passiva
- 144 - 50 - 475 381 0
- 144
0 0 0 0
Mutatie werkkapitaal
18
- 144
4.2
PROGRAMMABEGROTING (x € 1.000,-)
Omschrijving
Begroting 2013
Omzet Voorraadmutaties Bruto bedrijfsopbrengsten Kosten grondstoffen c.a. Totaal netto opbrengsten
20.424 20.424 - 3.200
Overige kosten Wsw Salariskosten c.a. ambt.pers. Afschrijvingskosten activa Dienstverlening derden Overige bedrijfskosten Diverse lasten Rentelasten Diverse baten Buitengewone lasten Bedrijfs- en financieringslasten
911 6.977 1.500 377 5.146 15 430 - 95 52
Rijksbijdragen
Jaarrekening 2011
20.817 20.817 - 3.250 17.224
Bedrijfsresultaat
Loonkosten Wsw-personeel Begeleid Werken Totaal loonkosten Wsw
Begroting 2012
21.025 72 20.953 - 3.308 17.567
938 7.188 1.547 361 5.063 15 325 45 51
17.645 1.118 7.164 1.451 144 4.708 102 162 - 186 49
15.313
15.443
14.712
1.911
2.124
2.933
45.720
46.751
46.914
49.889 255
50.996 300
50.792 159
50.144
51.296
50.951
Subsidieresultaat
- 4.424
- 4.545
- 4.037
Totaal exploitatieresultaat Onttrekking algemene reserve Gemeentelijke bijdrage
- 2.513 2.513 -
- 2.421 2.421 -
- 1.104 1.104 -
-
-
-
Resultaat na bestemming
19
4.3 TOELICHTING OP DE PROGRAMMABEGROTING (x € 1.000,-) BEDRIJFSRESULTAAT Begroting 2013
Begroting 2012
4.941 948 6.800 4.535 17.224
4.994 948 7.100 4.525 17.567
4.778 1.013 7.135 4.719 17.645
1.701
1.739
1.757
10.126
10.102
10.043
Netto-opbrengsten Divisie Industrie: Industriële vestigingen Kringloop en Milieu Divisie Groen en Infra Divisie Trajecten Totaal
Jaarrekening 2011
Opbrengsten per fte (excl. Begeleid Werken) Aantal fte’s Opbrengsten per fte (in euro’s)
De netto-opbrengsten laten ten opzichte van de begroting 2012 een daling zien van € 343.000,- ofwel 1,95%. Ten opzichte van de jaarrekening 2011 is er een daling van € 421.000,-. Per fte (= fulltime arbeidsplaats) is er een toename ten opzichte van de begroting 2012 van 0,2%. In tegenstelling tot voorgaande jaren hebben we van de Provincie Groningen geen uitstel gekregen tot 1 december, maar slechts tot 15 oktober. Hierdoor moet de begroting aanzienlijk eerder in het jaar worden opgesteld, waardoor er nog meer onzekerheden zijn dan in voorgaande jaren. De ontstane politieke situatie maakt het bovendien lastig in te schatten welke beleidsvoornemens zullen worden gerealiseerd en hoe een en ander te vertalen naar onze begroting en de begroting van de bij Wedeka aangesloten gemeenten. Daarnaast bestaat nog steeds veel onzekerheid over de economische ontwikkeling en het herstel van de economie, waardoor het moeilijk in te schatten is hoe de opbrengsten zich de rest van 2012 en in 2013 zullen ontwikkelen. Alhoewel de Wet werken naar vermogen (en de bijbehorende krimp van de bestaande doelgroep) niet per 1 januari 2013 van kracht wordt, is het nog volkomen onduidelijk wat er met het sw volume gaat gebeuren. Mocht dit wel substantieel lager worden vastgesteld, dan blijft het essentieel, zoals ook in Transitieplan opgenomen, dat er aanvulling plaats vindt door mensen met een WWB-uitkering. Dit omdat anders, zeker in de jaren na 2013, het werk niet allemaal uitgevoerd kan worden met de bijbehorende financiële consequenties van dien. De geraamde opbrengsten van de industriële vestigingen zijn ten opzichte van de begroting 2012 afgenomen. Dit wordt mede veroorzaakt door de extra taakstelling van 15 fte’s die bij detachering is gelegd om meer werknemers buiten het bedrijf te plaatsten.
20
Deze medewerkers zullen voornamelijk geworven worden uit het personeel van de industriële vestigingen, waardoor er hier minder beschikbaar zijn. Het totaal aantal SW-fte’s daalt met 14 ten opzichte van de begroting 2012. Daarnaast is er op dit moment weinig eenvoudig werk in de markt en is de vraag naar werk hoog. Hierdoor dalen de prijzen, omdat de bedrijven die dit werk willen hebben, het werk tegen lagere prijzen aannemen. De verwachte opbrengsten voor de industriële vestigingen zijn voor 2013 geraamd op ruim € 4,9 miljoen. Op basis van het 1e kwartaal 2012 zullen de opbrengsten voor dit jaar naar verwachting uitkomen op € 4,5 miljoen. Indien de markt enigszins aantrekt, is het verschil van € 0,4 miljoen te overbruggen, aangezien er meer werk zal worden aangeboden waarbij dan minder leegloop zal ontstaan en de prijzen weer enigszins zullen stijgen. De opbrengsten van de afdeling Kringloop en Milieu zijn voor 2013 begroot op hetzelfde niveau als in 2012. Door steeds teruglopende opbrengsten in de afgelopen jaren zijn de opbrengsten voor de Divisie Groen en Infra in 2013 € 300.000,- lager begroot dan in 2012. De oorzaak is dat een aantal grote opdrachtgevers minder werk aan Wedeka heeft uitbesteed; dit omdat deze opdrachtgevers door de economische recessie minder geld beschikbaar hebben, waardoor ook op de groenwerkzaamheden moet worden bezuinigd. Het Algemeen Bestuur heeft bij het vaststellen van de oorspronkelijke begroting 2012 aangegeven dat in 2014 het exploitatieresultaat met € 1 miljoen en in 2015 met € 2 miljoen moet worden verbeterd. Dit kan vrijwel alleen door de opbrengsten te verhogen. Elementaire voorwaarde hiervoor is dat er meer werk van of via de gemeenten bij Wedeka terecht zal moeten komen om deze opbrengstverhoging te kunnen realiseren. Daarnaast zullen de gemeenten ook de “handjes“ uit de WWB moeten leveren om dit extra werk uit te kunnen voeren. Dit beleid zal in 2013 al moeten worden ingezet om in 2014 niet direct met een achterstand te hoeven beginnen. De directie van Wedeka is met afvaardigingen van de aangesloten gemeenten in overleg welke werkzaamheden in de (nabije) toekomst door Wedeka kunnen worden uitgevoerd. In de bijbehorende beknopte meerjarenraming is geen rekening gehouden met de eventuele extra opbrengsten, die hieruit voort kunnen komen. Ook in de groenvoorziening staan de prijzen onder druk, omdat collega-bedrijven (SW en niet-SW) uit dezelfde krimpende markt vissen. Om de medewerkers aan het werk te houden is men bereid om onder de kostprijs het werk uit te voeren. Wedeka moet met deze prijsverlaging meegaan om het werk te kunnen behouden, waardoor de opbrengsten ook dalen. De netto opbrengsten in de Divisie Trajecten zijn voor 2013 geraamd op een bedrag van € 4.535.000,-; dit is € 10.000,- hoger dan in de begroting van 2012. De opbrengsten van deze divisie bestaan enerzijds uit opbrengsten uit het detacheren van personeel en schoonmaakactiviteiten en anderzijds uit de opbrengsten van reïntegratie van mensen met een uitkering. De opbrengstverhoging wordt met name veroorzaakt door 16 fte’s meer te detacheren dan in de begroting 2012 was opgenomen. De begrote detacheringsopbrengsten komen hierdoor € 135.000,- hoger uit dan begroot in 2012. De begrote opbrengsten uit trajecten komen voor 2013 echter € 125.000,- lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door minder eenmalige trajectopbrengsten van gemeenten en het UWV.
21
Begroting 2013 Overige personeelskosten Wsw
911
Begroting 2012 938
Jaarrekening 2011 1.118
Hieronder vallen o.a. de reiskosten woon-werkverkeer (€ 334.000,-), bedrijfsgeneeskundige zorg (€ 140.000,-), opleidingskosten (€ 150.000,-), kosten voor werkkleding (€ 216.000,-), kosten voor kerstpakketten (€ 84.000,-), vakbondsbijdrage (€ 40.000,-) en kosten voor jubilea (€ 91.000,-). Hiertegenover staat een opbrengst voor de Afdracht Vermindering Onderwijs (€ 210.000.-). Deze laatste post werd in 2011 nog verantwoord onder de loonkosten Wsw, waardoor de kosten in dat jaar hoger uitkwamen. Salariskosten c.a. ambtelijk personeel Salariskosten ambtelijk personeel Overige personele kosten ambt. personeel Totaal salariskosten ambt. personeel Aantal fte’s Gedet.ambt./directievoering EMCO-groep
Salariskosten per fte (in euro’s)
6.825 152 6.977
6.973 215 7.188
6.949 215 7.164
107,9 -/- 6,5 101,4
110,9 -/- 6,5 104,4
112,5 -/- 5,7 106,8
67.308
66.791
65.065
Door met name 3 ambtelijke formatieplaatsen minder te begroten zijn de salariskosten € 211.000,- lager dan de begroting van 2012. De huidige CAO voor gemeenteambtenaren liep af op 1 juni 2011. Recent is tussen de vakbonden en de VNG overeenstemming bereikt om de salarissen per 1 januari 2012 met 1% en per 1 april 2012 met 1% te verhogen. In deze begroting is wel rekening gehouden met de voorgestelde verhoging. Het voorstel is om een CAO af te sluiten tot 31 december 2012. In verband met het voorgenomen kabinetsbeleid om de ambtelijke loonkosten op de nullijn te houden, is er geen rekening mee gehouden dat de lonen in 2013 ten opzichte van 2012 nog eens zullen stijgen. Afschrijvingskosten
1.500
1.547
1.451
De afschrijvingskosten zijn gebaseerd op de huidige staat van afschrijvingen, het resterende investeringsprogramma 2012 en het investeringsplan 2013 (zie paragraaf 3.5). De begrote afschrijvingskosten voor 2013 dalen ten opzichte van de begroting 2012 met € 47.000,-. Ten opzichte van 2011 zullen de afschrijvingskosten stijgen. Dit wordt met name veroorzaakt door de afschrijvingskosten van de nieuwbouw van een Kringloopwinkel in Stadskanaal.
22
Begroting 2013 Kosten dienstverlening derden
377
Begroting 2012
Jaarrekening 2011
361
144
In de begroting 2013, is net als in de begroting 2012, rekening gehouden met extra ondersteuning die moet worden ingehuurd voor de vele trajecten die binnen ons bedrijf worden uitgevoerd. Daarnaast wordt er personeel ingehuurd ter ondersteuning van onze Technische Dienst voor het onderhoud van het machinepark. In de Kringloopwinkels wordt gewerkt door een aantal medewerkers uit andere subsidieregelingen, waarvoor een (beperkte) inleenvergoeding wordt betaald. Naast de kosten van externe ondersteuning worden onder dienstverlening derden onder andere begrepen de kosten van uitbesteding salarisadministratie, juridische expertise en de kosten welke samenhangen met ISO, VCA etc. Wedeka voert daarnaast ook veel administratieve werkzaamheden uit die voortvloeien uit het aannemen van mensen vooruitlopend op een dienstverband bij Wedeka. De opbrengsten die hiermee gemoeid zijn, ten bedrage van € 147.000,- worden in mindering gebracht op de post kosten dienstverlening derden. Salderend moet deze kostenpost ten opzichte van 2012 € 16.000,- hoger worden begroot. Overige bedrijfskosten Huur- en leasekosten Onderhoudskosten Energiekosten Belastingen en verzekeringen Indirecte productiekosten Algemene kosten Totaal overige bedrijfskosten
396 1.545 1.431 357 484 933 5.146
445 1.545 1.301 357 507 908 5.063
404 1.449 1.310 313 431 801 4.708
De overige bedrijfskosten zijn begroot op basis van het werkelijk verwachte niveau over 2012, met daarbij een indexering voor prijsverhogingen. Ten opzichte van de begroting 2012 stijgen de kosten totaal met € 83.000,-. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere energiekosten in verband met stijgende brandstofprijzen. De huur- en leasekosten zijn lager begroot, doordat de huur van de Kringloopwinkel is komen te vervallen in verband met de nieuwbouw van een winkel die naar verwachting in december 2012 zal worden opgeleverd. Diverse lasten
15
15
102
In deze post worden de incidentele lasten, zoals onder andere voorraadverschillen, afboekingen op debiteuren en schades verantwoord.
23
Begroting 2013 Rentelasten
430
Begroting 2012 325
Jaarrekening 2011 162
De begrote rentelasten zijn voor 2013 gebaseerd op de lasten van de vaste geldleningen van Wedeka en een gering bedrag voor rentekosten, verbandhoudend met rekeningcourantkrediet. Wedeka moet het verlies over 2013 zelf financieren uit de algemene reserve, waardoor er een extra lening van € 2.000.000,- aangetrokken moet worden. Met de rentekosten van deze lening is in de begroting rekening gehouden. Diverse baten
95
45
186
In deze post worden de incidentele baten zoals o.a. voordelige herwaarderingsverschillen van voorraden, schade-uitkeringen, ziekengelden van Wedeka BV en boekwinsten bij verkoop van activa verantwoord. Ten opzichte van de begroting 2012 is deze post verhoogd met een bedrag van € 50.000,-. Dit wordt veroorzaakt door de vrijval van de bestemmingsreserve van de Kringloopwinkel. Wedeka heeft bij de overname van Baanderij de algemene reserve meegekregen. Een deel van deze reserve, een bedrag van € 1.140.788,- moet volgens afspraak gebruikt worden voor nieuwe huisvesting, waardoor het op de balans als bestemmingsreserve zal worden opgenomen. In 2012 zal de bouw van de nieuwe kringloopwinkel worden afgerond waardoor het in 2013 in gebruik zal zijn genomen. De vrijval van de bestemmingsreserve ten bedrage van € 50.000,- zal gelijk zijn aan de afschrijvingskosten. Buitengewone lasten
52
51
49
Onder deze post worden de inactieve ambtenaren verantwoord. In de begroting 2013 is rekening gehouden met 0,7 inactief persoon.
SUBSIDIERESULTAAT Rijksbijdragen
45.720
46.751
46.914
Aantal s.e.’s Subsidie per s.e.
1.775 25.758
1.815 25.758
1.821 25.758
Deze bijdrage wordt ontvangen via de aangesloten gemeenten en de buitengemeenten. In de bezuinigingsplannen van het demissionaire kabinet stond opgenomen dat de rijkssubsidie per s.e. met een bedrag van € 990,- zou worden verlaagd. Deze bezuinigingsmaatregel is na de val van het kabinet in het Lenteakkoord teruggedraaid waardoor de bezuiniging vooralsnog niet door gaat.
24
Daarnaast was het kabinet voornemens om de SW af te bouwen van 90.800 s.e.’s naar 30.000 s.e.’s. In 2013 zou de huidige populatie terug moeten lopen met 3.000 s.e.’s waarbij er 1.000 s.e.’s voor terug zouden komen met een arbeidsproductiviteit van tussen de 20 en 30%. Inmiddels is het kabinet demissionair en heeft de Tweede Kamer de Wet werken naar vermogen controversieel verklaard. Hierdoor is het niet bekend of terugloop in populatie wel of niet door zal gaan. Aangezien het Lenteakkoord aangeeft dat er een bezuiniging van € 100 miljoen op de SW is teruggedraaid gaan wij ervan uit dat dit vooralsnog alleen de bezuiniging op het subsidiebedrag betreft.
Loonkosten Wsw-personeel Aantal fte’s (exclusief Begeleid Werken) Loonkosten per fte (in euro’s)
Begroting 2013
Begroting 2012
Jaarrekening 2011
49.889
50.996
50.792
1.701
1.739
1.757
29.329
29.325
28.908
De post Wsw-loonkosten is ten opzichte van de begroting 2012 salderend met € 1.107.000,- gedaald. Deze daling aan loonkosten is in zijn geheel toe te schrijven aan de daling van het te begroten aantal fte’s met 38. De CAO van de Wsw is per 1 februari 2011 beëindigd. Aangezien het kabinet fors heeft gesneden in de rijkssubsidie, is er nog steeds geen ruimte voor een loonsverhoging. De VNG heeft dit inmiddels ook kenbaar gemaakt aan de vakbonden die het hier niet mee eens zijn. In de begroting is geen rekening gehouden met een loonsverhoging voor het Wswpersoneel. Indien er toch een loonsverhoging wordt overeengekomen betekent dit, dat voor iedere procent dat de lonen worden verhoogd, er € 500.000,- aan Wsw loonkosten bij zullen komen. Kosten Begeleid Werken
255
300
159
Wedeka voert het Begeleid Werken zelfstandig uit, waarbij gebruik gemaakt wordt van een extern bureau. De taakstelling is ten opzichte van de begroting 2011 met 4 s.e.’s (van 24 s.e.’s naar 20 s.e.’s) verlaagd. Er moeten meer mensen bij reguliere werkgevers worden geplaatst. Het afgelopen jaar is echter gebleken dat het bijna onmogelijk is om werknemers in het kader van Begeleid Werken te plaatsen. Vanaf begin 2012 is er een extern bureau ingehuurd maar ondanks hun inzet en grote netwerk, is het ook hen nog niet gelukt om iemand te plaatsen. Het rijksbeleid is om zoveel mogelijk SW-ers bij reguliere bedrijven te plaatsen. Wedeka wil deze doelstelling bereiken door het opnemen van een extra taakstelling bij Detacheringen. In 2011 waren er gemiddeld 11 s.e.’s in het kader van Begeleid Werken geplaatst. De kosten 2013 zijn gebaseerd op de te betalen loonkostensubsidie aan externe werkgevers en incidentele externe ondersteuning
25
Begroting 2013 Gemeentelijke bijdragen
Begroting 2012 0
0
Jaarrekening 2011 0
Indien de realisatie over 2012 uitkomt conform de begroting 2012 betekent dit dat er voor 2013 nog een bedrag aan algemene reserve overblijft van € 2.515.000,-. Aangezien het tekort voor 2013 wordt geschat op een bedrag van € 2.513.000,- betekent dit dat de aangesloten gemeenten voor 2013 geen gemeentelijke bijdrage hoeven te betalen. Aangezien de algemene reserve na 2013 is gereduceerd tot nagenoeg € 0, betekent dit dat de gemeenten vanaf 2014 het volledige tekort van Wedeka zullen moeten betalen. Onttrekking aan algemene reserve
2.513
2.421
1.104
Het geraamde tekort zal worden onttrokken aan de algemene reserve. Resultaat na bestemming
26
0
0
0
4.4 OVERIGE GEGEVENS In dit hoofdstuk wordt eerst de personeelsbezetting weergegeven en in het tweede gedeelte is een omvangrijke risicoparagraaf opgenomen. Bezettingsoverzicht (op basis 36-urige dienstverbanden)
Begroting 2012 wsw ambt. fte’s s.e.’s 286,0 298,0 4,5 160,0 164,0 2,5 138,0 140,0 4,7 220,0 4,5 211,0 822,0 16,2 795,0
WI Oosterkade WI Electronicaweg WI Ter Apel WI Veendam Subtotaal Industrie Kringloop Gasselternijveen Kringloop Stadskanaal/Ter Apel Kringloop Veendam Subtotaal Kringloop en Milieu
Begroting 2013 wsw ambt. fte’s s.e.’s 282,0 294,0 4,5 161,0 165,0 2,5 133,0 136,0 4,5 205,0 214,0 4,5 781,0 809,0 16,0
1,0 28,0 38,0 67,0
1,0 28,0 39,0 68,0
0,1 2,5 1,9 4,5
1,0 26,0 33,0 60,0
1,0 27,0 34,0 62,0
0,1 1,5 1,9 3,5
GI Stadskanaal GI Ter Apel GI Veendam Subtotaal Groen en Infra
254,0 138,0 220,0 612,0
262,0 140,0 230,0 632,0
11,4 7,7 7,2 26,3
250,0 126,0 207,0 583,0
257,0 128,0 217,0 602,0
11,0 7,7 7,2 25,9
Trajecten algemeen Detacheringen Trajectbegeleiding Begeleid Werken Subtotaal Trajecten
222,0 12,0 24,0 258,0
226,0 12,0 24,0 262,0
1,5 1,0 8,2 0,7 11,4
238,0 12,0 20,0 270,0
243,0 12,0 20,0 275,0
1,5 2,0 9,1 0,7 13,3
-
-
-
-
8,0 3,0 3,0 1,0 16,0 31,0
8,0 3,0 3,0 1,0 16,0 31,0
1,8 -/- 1,5 20,9 -/- 5,0 13,2 2,0 7,8 2,8 4,0 46,0
6,0 3,0 3,0 1,0 14,0 27,0
6,0 3,0 3,0 1,0 14,0 27,0
1,8 -/- 1,5 20,9 -/- 5,0 12,5 2,0 6,2 2,8 3,0 42,7
Totaal wsw-personeel
1.763,0
1.815,0
104,4
1.721,0
1.775.0
101,4
Non-actieven/wachtgeld
-
-
0,7
-
-
0,7
Directie Directievoering Emco Personeelsmanagement (extern geplaatst) Financiën & Control Inkoop Bedrijfskundige Zaken Commercie Technische Dienst Subtotaal stafafdelingen
27
4.5 RISICOPARAGRAAF Om de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 goed te kunnen beoordelen, zijn hieronder alle bekende risico’s die in de begroting besloten liggen, weergegeven: Netto toegevoegde waarde Van de totaal begrote netto toegevoegde waarde wordt een gedeelte gegenereerd in de vorm van jaarcontracten. Dit geldt hoofdzakelijk voor de groenvoorzieningobjecten van de aangesloten gemeenten, doch ook voor een beperkt aantal langlopende contracten bij de Divisie Industrie. De resterende netto toegevoegde waarde heeft betrekking op kortlopende orders, waarvoor telkens opnieuw acquisitie moet worden gepleegd. De huidige economische recessie en de bezuinigingsopdrachten, waarvoor onze gemeenten staan, zetten de geraamde opbrengsten onder druk. In de begroting 2013, maar ook voor de meerjarenraming, gaan we ervan uit dat de gemeenten hun bezuinigingen niet zullen doorschuiven naar Wedeka. Lonen Wsw-werknemers Per 1 januari 2013 zullen de sociale premies opnieuw worden vastgesteld, waardoor de werkgeverslasten kunnen stijgen. In de begroting over 2013 is gerekend met de premies van 2012. Voor de werkgeverslasten willen we nog wijzen op een aantal (verwachte) veranderingen, waarvan we de gevolgen nu nog niet kunnen overzien en welke niet zijn verwerkt in de begroting 2013 en de meerjarenraming, te weten: De invoering per 1 januari 2013 van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL). Voor bedrijven met veel werknemers met een laag brutoloon kan dit resulteren in een behoorlijke toename van de werkgeverslasten. In het “Lenteakkoord” wordt voorgesteld de werkgevers het 1e halfjaar van de WW te laten betalen als contracten voor onbepaalde tijd worden beëindigd. In combinatie met een verwachte (tijdelijke) WW-premie voor de werkgevers, zal dit resulteren in hogere werkgeverslasten. In hetzelfde “Lenteakkoord” is een bezuiniging van ruim € 1 miljard meegenomen voor reiskostenvergoedingen. Wedeka betaalt ± € 700.000,- aan reiskostenvergoedingen. Dit betreft zowel woon-werkverkeer als werk-werkverkeer. De financiële gevolgen voor Wedeka kunnen we nu niet inschatten. Daarnaast kunnen nog diverse andere effecten, voortvloeiend uit het Lenteakkoord, voor Wedeka spelen, die absoluut nog niet zijn te kwantificeren. Zoals al gememoreerd, is de CAO van de Wsw per 1 februari 2011 afgelopen. Ook heeft het pensioenfonds voor de Wsw (PWRI) onvoldoende dekkingsgraad om aan haar verplichting te kunnen voldoen. In de loonkosten is geen loonstijging als gevolg van een nieuwe CAO meegenomen en is geen rekening gehouden met een premieverhoging van het pensioenfonds. Ook de rijkssubsidie, die de loonkostenstijging normaal gesproken compenseert, is niet verhoogd. Indien de Wsw-lonen wel worden verhoogd en de rijkssubsidie wordt niet met hetzelfde bedrag verhoogd, heeft dit forse consequenties voor het financiële resultaat.
28
Salariskosten ambtelijk personeel Recent is er een CAO overeengekomen tussen werknemers en de werkgevers (de VNG). De afgesproken loonstijging van 2% is in de begroting 2013 verwerkt. Net als bij de Wsw-loonkosten geldt, dat er geen rekening is gehouden met veranderende sociale wetgeving per 1 januari 2013 of het stijgen van pensioenpremies door onvoldoende dekkingsgraad bij het ABP. Personeels- en s.e.-ontwikkelingen In het Lenteakkoord is afgesproken dat in 2013 en volgende jaren de efficiencykorting op de Wsw en de invoering van de Wet werken naar vermogen niet doorgaat. Dat houdt ons inziens waarschijnlijk in dat voor 2013 de oude verdeelsystematiek blijft bestaan en er voorlopig geen nieuw verdeelmodel komt. Deze systematiek is gebaseerd op het aandeel landelijk geïndiceerden. In voorgaande jaren hadden we rond deze tijd al een indicatie via onze brancheorganisatie Cedris van dit aantal geïndiceerden. Nu ontbreekt dit ten ene male. Bij de Wedeka-gemeenten is het aantal geïndiceerden met ± 4% gedaald. Ook is niet bekend hoeveel subsidie-eenheden landelijk beschikbaar zullen zijn. Is dat hetzelfde aantal als in voorgaande jaren (90.528 s.e.’s) of wordt hier de voorgenomen verlaging van 2.000 s.e.’s wel doorgevoerd? Voor ons is dit alles aanleiding geweest het aantal s.e.’s te verlagen van 1.815 tot 1.775. Nu de invoering van de Wet werken naar vermogen per 1 januari 2013 niet doorgaat, zijn er voor 2014 en daarna nog een viertal onzekerheden, te weten: a. de budgettoewijzing in s.e.’s voor 2014 en daarna; b. het werkelijke SW-personeelsverloop van de oude doelgroep zal bij Wedeka waarschijnlijk langzamer verlopen dan het ministerie veronderstelt; c. een nieuw landelijk s.e.-verdeelmodel; d. het nog niet bekend zijn van eventuele nieuwe wet- en regelgeving. Ad a: In de plannen van de staatssecretaris vormde steeds 2012 de basis. Waarschijnlijk wordt dat nu 2013 en wat daarvan de gevolgen zijn is nu niet te overzien. In de plannen van het ministerie werd het eerste jaar landelijk het aantal s.e.’s van de huidige doelgroep met 3.000 verlaagd, in de jaren daarna ieder jaar met 6.000. Van de nieuwe doelgroep zou ieder jaar een derde gedeelte van deze verlaging instromen. Hoe dit verder gaat, is niet bekend. Ad b: De budgetverlaging in s.e.’s, zoals eerder voorgesteld door het ministerie, zullen we met normaal natuurlijk verloop niet kunnen volgen. Van invloed daarop is nu ook het verhogen van de AOW-leeftijd ingaande 2013. In 2016 zal deze leeftijd volgens de huidige plannen al liggen op 65 jaar en 5 maanden. Het is ons inziens, met alle onzekerheden over dit verloop in relatie tot het toegekende aantal s.e.’s, verstandig om - zonder verdere tegenberichten - door te gaan met het ingezette beleid om tijdelijke dienstverbanden niet om te zetten in vaste dienstverbanden. Ook al omdat nieuwe wet- en regelgeving nog niet bekend is. In samenhang met het overige natuurlijke verloop zal dan tot en met 2015/2016 kunnen worden voorkomen dat we met s.e.-overschrijdingen (iedere s.e. kost ± € 25.000,-) worden geconfronteerd.
29
Ad c: Zoals reeds eerder aangegeven, werkt ongeveer 2% van de landelijke Wsw-populatie bij Wedeka. Dat zijn ongeveer 1.800 volledige dienstverbanden. Gezien het aantal inwoners van de Wedeka-gemeenten zijn dat relatief onevenredig veel mensen. Naast deze 1.800 fte’s staan er ook nog ongeveer 500 personen op de wachtlijst. Aan de toewijzing van dit grote aantal s.e.’s ligt het huidige verdeelsysteem ten grondslag. Waarop een nieuw verdeelsysteem zal worden gebaseerd en welke grondslagen daarvoor zullen worden gebruik is nu niet bekend. We moeten er rekening mee houden dat een ander verdeelsysteem, op basis van meer objectieve factoren zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, zal resulteren in een lager toegewezen aantal s.e.’s. Wel is bekend dat door het ministerie en de VNG is onderhandeld over een nieuw verdeelmodel, waarbij dan de gemiddelde leeftijd van het SW-personeel per gemeente een rol zal gaan spelen. Het is moeilijk er op dit moment meer van te zeggen, doch het is ons inziens nodig dit onder de aandacht te brengen. Ad d: Over eventuele nieuwe wet- en regelgeving van de Wet werken naar vermogen is nog weinig bekend. Vragen daarbij zijn: is er nog sprake van een taakstelling in s.e.’s; worden de gemeenten afgerekend op gemiddelden per jaar of is er sprake van personeelsstanden ultimo het jaar; is er sprake van verantwoordingsinformatie op basis van fte’s in plaats van s.e.’s; moet er op 3 fte’s die uitstromen 1 fte van de nieuwe doelgroep worden aangenomen? Een en al onzekerheid en de financiële effecten kunnen groot zijn. Rijksbijdragen Het ministerie heeft voor het jaar 2013 nog geen budget, zowel in volume als bedrag, per s.e. bekendgemaakt. We verwachten niet eerder, en waarschijnlijk later, dan eind september budgetbrieven voor het jaar 2013 te zullen ontvangen. De geraamde rijksbijdragen zijn gebaseerd op het huidige verdeelmodel, de huidige wet- en regelgeving. De aangekondigde efficiencykortingen voor 2013 en volgende jaren, zijn in deze raming geschrapt. In deze begroting zijn de Wsw-loonkosten gebaseerd op het niveau van de huidige CAO, die inmiddels is afgelopen. In deze begroting en in de meerjarenraming gaan we ervan uit, dat de Wsw-loonkosten niet zullen stijgen en de rijkssubsidie zich stabiliseert op het niveau van 2012. Mocht dit niet het geval zijn, omdat of de loonkosten SW of de pensioenpremies wel stijgen, dan zal dat relatief grote financiële gevolgen hebben, gezien het feit dat de staatssecretaris meerdere malen heeft uitgesproken geen enkele stijging te zullen compenseren. Weerstandsvermogen/gemeentelijke bijdragen Zoals in de begroting is aangegeven, resteert er na 2013 geen weerstandsvermogen meer bij Wedeka. Dat betekent dat, als het werkelijke resultaat negatief afwijkt van de begroting, dit effect direct terecht komt in de gemeentelijke bijdrage van dat jaar.
30
Meerjarenraming De meerjarenraming is, vanwege de vele onduidelijkheden en ter voorkoming van exact lijkende doorrekeningen die gebaseerd zijn op talloze aannames, zeer beknopt gehouden en volledig in lijn met de vooronderstellingen in en de uitkomst van de concept begroting 2013. Hierdoor is de betrouwbaarheid van deze meerjarenraming, meer dan ooit, zeer betrekkelijk.
31
4.6 MEERJARENRAMING De begroting van Wedeka voor 2013 geeft een begroot exploitatietekort aan van € 2.513.000,-. Zoals ook in de risicoparagraaf uitvoerig beschreven, is bij diverse en uiteenlopende variabelen op dit moment onduidelijkheid helaas troef: - of de afbouw van de SW-sector van 90.800 s.e.’s naar 30.000 s.e.’s in meer of mindere mate wel of niet doorgaat; - of er nu wel of niet een nieuw landelijk verdeelmodel komt om tot een andere volumeverdeling te komen; - of de nieuwe instroom uitsluitend zal bestaan uit medewerkers met een arbeidscapaciteit van 10-20%; - of en op welke wijze de Wet werken naar vermogen c.q. een variant hierop nog zal worden ingevoerd en in het verlengde hiervan of de transitie van de SW-sector wel of niet zal doorgaan; - er is een Lenteakkoord gesloten in de Tweede Kamer. Hierin staan o.a. vergaande plannen om bijvoorbeeld de onbelaste reiskostenvergoeding af te schaffen. Dit zou verstrekkende financiële gevolgen hebben voor de exploitatie van Wedeka. De afloop c.q. uitwerking is, hetgeen ook voor een aantal andere onderdelen geldt, niet of nauwelijks in te schatten; - de VNG en de vakbonden hebben inmiddels de CAO-onderhandelingen die waren stopgezet, heropend. De geluiden zijn dat de werknemers toch een loonsverhoging zullen krijgen aangezien ze dit in de afgelopen 5 jaar niet meer hebben gehad. Zoals bekend is ieder procent loonsverhoging een exploitatieachteruitgang van ongeveer € 500.000,-. Door de zeker niet uitputtende opsomming van bovenstaande onzekerheden, het huidige beleidsmatige vacuüm en de naderende verkiezingen met haar vervolg, is het ons inziens niet mogelijk en zinvol om een uitgewerkte meerjarenbegroting op te stellen. Het enige dat richtinggevend kan worden aangegeven is dat Wedeka Bedrijven ook de komende jaren bij ongewijzigd beleid zal uitkomen op een jaarlijks tekort van € 2.513.000,-. Dit laat overigens onverlet dat, voor zover dat binnen het vermogen ligt, er door de directie, evenals in voorgaande jaren, alles aan zal worden gedaan om deze tekorten te beperken. De algemene reserve zal na 2013 gereduceerd zijn tot nagenoeg nihil waardoor de aangesloten gemeenten de tekorten uit eigen middelen moeten betalen.
MEERJARENRAMING (x € 1.000) begroting Exploitatierekening
meerjarenraming
2013
2014
2015
2016
- 2.513
- 2.513
- 2.513
- 2.513
2.513
-
-
-
Gemeentelijke bijdragen
-
2.513
2.513
2.513
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
Totaal exploitatieresultaat Onttrekking aan algemene reserve
32
4.7 GEMEENTELIJKE BIJDRAGEN (x € 1.000,-) Begroting 2013 Gemeentelijke bijdragen
0
Begroting 2012 0
Jaarrekening 2011 0
In 2013 zal de algemene reserve volledig zijn gebruikt. Na 2013 zal het gehele exploitatieresultaat door de deelnemende gemeenten moeten worden betaald. Op basis van de gemeenschappelijke regeling zal de verdeling plaatsvinden op basis van het geplaatste aantal fte’s. Buitengemeenten betalen op basis van wetgeving niet meer mee aan het nadelig saldo. Op basis van de huidige fte-verdeling zullen de gemeentelijke bijdragen in 2014, 2015 en 2016 ongeveer het volgende beeld geven:
Gemeente Borger-Odoorn Gemeente Menterwolde Gemeente Stadskanaal Gemeente Veendam Gemeente Vlagtwedde Totaal
percentage 10,0% 8,0% 40,0% 25,0% 17,0% 100,0%
2014 251 201 1.006 628 427 2.513
(bedragen x € 1.000,-) 2015 2016 251 251 201 201 1.006 1.006 628 628 427 427 2.513 2.513
33
34
4.8 VASTSTELLING Aldus vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van het Algemeen Bestuur van Wedeka Bedrijven te Stadskanaal, gehouden op 10 oktober 2012.
De secretaris, J.F.A. Alberts
De voorzitter, J.W. van de Kolk
35