Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Begrippenlijst Website
www.befimmo.be
Adres
Waversesteenweg, 1945, B‐1160 Brussel
Contactpersoon
Emilie Delacroix
Functie
External Communication Manager
E‐mail
[email protected]
Telefoon
+32‐2 679.38.60
1
Betrokken partij Betrokken partijen of belanghebbenden zijn individuele personen of organisaties die een belang hebben in het succes of falen van een project of entiteit. Mogelijke belanghebbenden van een bedrijf zijn klanten, afnemers, werknemers, verdelers, groothandelaars, kleinhandelaars, partners, leveranciers, aandeelhouders, gemeenschappen, overheidsdiensten (stad, staat, federaal en internationaal), banken, media, institutionele beleggers en fondsbeheerders, vakbonden, verzekeraars en herverzekeraars, ngo’s, vakverenigingen, handelsverenigingen, concurrenten, het grote publiek en de omgeving (lokaal, regionaal en wereldwijd). Verschillende belanghebbenden kunnen verschillende vormen van macht uitoefenen, waaronder: stemrecht, wettelijke bevoegdheden, economische en politieke macht, en kunnen coalities met anderen aangaan. Duurzame ondernemingen moeten weten wie hun belanghebbenden zijn en een dialoog met hen blijven voeren, om zo de punten van zorg van de belanghebbenden beter te begrijpen en te benaderen, efficiënter te werken en betere strategische en tactische beslissingen te kunnen nemen. De benadering van de belanghebbenden of betrokken partijen is een uitbreiding van de benadering van de aandeelhouderswaarde, een concept dat op grote schaal in bedrijfsmanagement gebruikt wordt. In tegenstelling tot het principe van de aandeelhouderswaarde, dat zich toespitst op de behoeften en verwachtingen van de aandeelhouders van een onderneming, tracht de benadering van de belanghebbenden de onderneming in haar algemene maatschappelijke context te plaatsen en de behoeften van verschillende betrokken partijen op elkaar aan te sluiten. Naast de aandeelhouders omvatten de betrokken partijen het personeel, de klanten, de leveranciers, de overheid en het publiek in ruime zin. Milieumanagementsysteem Een MMS is een kader voor het beheer van de milieuprestatie. Het omschrijft hoe de beleidslijnen en doelstellingen moeten ingevoerd en bewaakt worden, hoe uitdagingen moeten aangepakt worden en hoe de werking van verschillende systemen en strategieën herzien en beoordeeld moet worden. Een MMS zou ook de besluitvormers moeten aanduiden die verantwoordelijk zijn voor het uitstippelen van het beleid en het bepalen van de doelstellingen, en aangeven welke middelen nodig zijn om deze doelstellingen te halen. ISO 14001 De internationale milieumanagementnorm ISO 14001 omschrijft internationaal aanvaarde vereisten voor milieumanagementsystemen. Hij is toegespitst op het proces van voortdurende verbetering in de implementatie van groene doelstellingen bij bedrijven en andere instellingen. Zij kunnen hun milieumanagement door onafhankelijke milieu‐auditoren laten certificeren met de ISO 14001 standaard. Sinds de eerste publicatie in 1996 groeide ISO 14001 snel uit tot de belangrijkste milieunorm ter wereld. Duizenden organisaties maken er gebruik van, milieudeskundigen ondersteunen hem en regeringen moedigen het gebruik sterk aan. ISO 14001 is op alle types van organisaties van toepassing.
2
BREEAM (BRE Environmental Assessment Method) BREEAM is een evaluatiemethode die bedoeld is om professionals uit de bouwsector te helpen om milieuvriendelijke gebouwen te ontwerpen, zowel nieuwe als bestaande. BREEAM beloont de prestaties die de lokale regelgeving overtreffen. Dit is wereldwijd de meest verspreide en gebruikte methode voor milieubeoordeling. BREEAM beoordeelt gebouwen op basis van een reeks criteria en besluit dan met de toekenning van een algemene evaluatiescore. BREEAM beoordeelt de prestatie van een gebouw op volgende gebieden: Management, Gezondheid en welzijn, Energie Transport, Water, Materialen, Afval, Bodemgebruik en milieuzorg, Vervuiling. Er werden verschillende versies van BREEAM in het leven geroepen, om rekening te houden met een specifieke aanpak van nieuwe gebouwen en van bestaande gebouwen. Voor nieuwe gebouwen komt de toegekende score overeen met een prestatie in duurzaamheid die x % beter is ten opzichte van het gemiddelde van de nieuwe gebouwen die op de markt komen. Voor bestaande gebouwen beoordeelt BREEAM In‐Use de oorspronkelijke prestatie van het vastgoed, zowel wat het eigenlijke gebouw betreft ("Asset") als wat het beheer van het gebouw betreft ("Management"). Op basis van de resultaten worden de mogelijke verbeteringen bepaald. In het kort: Nieuwbouw en grote renovaties => de score bepaalt een te bekomen eindresultaat Bestaande gebouwen => de score bepaalt een vertrekpunt voor een proces voor voortdurende verbetering. Een onafhankelijke derde beoordelaar kent de scores op elk voornoemd gebied toe, op basis van prestaties. De Britse bouw‐ en vastgoedsectoren beschouwen deze methode als het referentiesysteem in milieubeheer en –ontwerp. Ze wordt op grote schaal gehanteerd in de hele wereld.
Evaluatiescore – Beoordeling – Sterrenscore 3
Meer informatie is te vinden op de website: www.breeam.org International Sustainability Alliance (ISA) De International Sustainability Alliance brengt, in partnership met de BRE Trust, een globaal netwerk van toonaangevende vastgoedorganisaties, huurders en investeerders samen om te komen tot een meer duurzame bouwomgeving, onder meer via een gemeenschappelijke benchmark waaraan de prestaties getoetst kunnen worden. De doelstellingen van de ISA is de volgende punten aan te bieden: Een uitgebreide milieugegevensbank van vastgoed; Nauwkeurige en verifieerbare MVO‐rapportering; Opvolging van toekomstige groene wetgeving, en lobbywerk voor een degelijke milieuwetgeving; Een weg naar certificatie door een derde partij – voor alle normen; Een platform voor investeerders, huiseigenaars en huurders om samen te werken aan een eenvormige bouwoplossing die op samenwerking gestoeld is; Een analyse van de link tussen de financiële en de milieuprestatie; Onderzoek naar duurzame en milieu‐oplossingen om de drukkingsgroepen te informeren en om de waarde van de aanpak aan te tonen. Meer informatie is te vinden op: www.internationalsustainabilityalliance.org Global Reporting Initiative (GRI) Het Global Reporting Initiative is een netwerkorganisatie die een pioniersrol heeft vervuld in de ontwikkeling van het wereldwijd meest gebruikte kader voor rapportering over duurzaamheid. Het ijvert voor een permanente verbetering en het wereldwijd gebruik van de standaard. Met het oog op de hoogste mate van technische kwaliteit, geloofwaardigheid en relevantie, wordt dit verslagsysteem ontwikkeld op basis van een proces dat streeft naar een consensus tussen de deelnemers uit de bedrijfswereld, de burgermaatschappij, de arbeidswereld en de beroepsinstellingen in alle hoeken van de wereld. Het Global Reporting Initiative biedt een betrouwbaar en geloofwaardig verslagkader in de sector. Het GRI werkt moementeel een sectorsupplement voor de vastgoedsector uit. Dit sectorsupplement vult de algemene richtlijnen aan met interpretaties en begeleiding bij de toepassing van de GRI‐richtlijnen in een bepaalde sector, en omvat ook sectorspecifieke prestatie‐ indicatoren. Meer informatie via: www.globalreporting.org Sectororganisaties BVS: Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (www.bvs.be)
4
EPRA: European Public Real Estate Association (www.epra.com) RICS: Royal Institution of Chartered Surveyors (www.rics.org)
Relevante wetgeving De RICHTLIJN 2010/31/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPB) werd op 18/06/2010 gepubliceerd in het Publicatieblad. De oude richtlijn 2002/91/EG wordt vanaf 1 februari 2012 afgeschaft. De nieuwe richtlijn is een herschikking van de vroegere richtlijn over hetzelfde onderwerp en heeft als gevolg dat de huidige wetgeving virtueel achterhaald is. Elke huidige aanpak van renovatie of bouw moet in het perspectief van 2020 geplaatst worden. De richtlijn 2010/31 behoudt de doelstellingen en grote principes van de huidige EPBD‐richtlijn, maar: verwoordt bepaalde bepalingen duidelijker; verruimt het toepassingsgebied van de bepalingen en stelt minimale vereisten in op het gebied van energieprestatie wanneer een gebouw grondig gerenoveerd wordt; versterkt de bepalingen inzake de energieprestatiecertificaten, de inspecties van de verwarmings‐ en aircosystemen, de vereisten inzake de energieprestatie, de informatie en de onafhankelijke experten; moedigt de overheid aan om meer een voorbeeld te zijn door haar actieve deelname. De richtlijn vereist dat nieuwe gebouwen vanaf 2020 "bijna‐energieneutrale gebouwen" zijn, dit wil zeggen zonder netto‐energieverbruik (2018 voor overheidsgebouwen). Een belangrijke nieuwe vereiste van deze herschikking is dat alle nieuwe gebouwen in heel Europa tegen 31 december 2020 bijna energie‐neutraal moeten gebouwd worden. Openbare gebouwen moeten zelfs tegen eind 2018 aan deze norm beantwoorden. Hoewel er voor de renovatie van gebouwen geen specifieke doelstellingen zijn, en het gaat dan toch over 99% van de huidige voorraad van gebouwen, zullen alle gebouwen die een zware renovatie ondergaan aan bepaalde minimale energieprestatievereisten moeten voldoen die de lidstaten bepalen. De herschikking bouwt ook verder op de richtlijn van 2002, met de verbetering van de inspecties en de certificaties van de energieprestatie. Een bijzonder belangrijk artikel over de financiële stimuli en marktbarrières vereist dat de lidstaten financieringsplannen oplijsten en voorstellen die de implementatie van de herschikking moeten ondersteunen. Green Lease Een groene huurovereenkomst houdt rekening met de energie‐ en waterefficiëntie, de beperking van de uitstoot, de vermindering van het afval en andere duurzaamheidsdoelstellingen in het hele proces van een handelshuur. In de meeste gevallen gebeuren de werkzaamheden in het kader van een groene huurovereenkomst maanden alvorens de huurder een geschikte ruimte heeft gekozen. Met andere woorden, de groene huurovereenkomst gaat veel verder dan de gewone onderhandeling en de opmaak van de modaliteiten van de overeenkomst. De integratie van duurzaamheidsdoelstellingen in het hele huurproces omvat ook de selectie van de dienstverlener, de 5
analyse van de behoeften en de communicatie, de aanvraag van een voorstel (RFP) en de opmaak van de intentiebrief (LOI), het due diligence onderzoek van de site, de selectie van de site en uiteindelijk de onderhandeling zelf en de opmaak van een realistische en toepasbare tekst van de overeenkomst. Een groene huurovereenkomst richt op het ontwerpen, bouwen en beheren van groene gebouwen die niet inboeten aan comfort en service. Het doel is ervoor te zorgen dat de huurders de ruimte in een hoog presterend gebouw ten volle kunnen gebruiken tijdens de hele duur van de huur en voor een concurrerende prijs. Key Performance Indicators (KPI’s) In bedrijfsbeheer zijn de kernprestatie‐indicatoren cijfergegevens die gebruikt worden om te meten welke vooruitgang een organisatie heeft geboekt in het implementeren van haar voornaamste doelstellingen. Deze indicatoren kunnen financieel of operationeel zijn. Andere Fedesco Fedesco is een openbaar bedrijf dat diensten aanbiedt op vlak van energie (ESCO), opgericht in maart 2005, op initiatief van de Federale Overheid. Fedesco faciliteert en financiert energie efficiëntieprojecten in federale openbare gebouwen. Meer informatie vindt u op www.fedesco.be. EIRIS EIRIS (Experts In Responsible Investment Solutions) is een toonaangevend instituut dat onderzoek voert naar de sociale, milieu‐ en bestuursprestaties van bedrijven. Als onafhankelijke non‐ profitorganisatie verstrekt EIRIS informatie aan de besluitvorming, voor beleggers en asset managers. De analyses van EIRIS dienen namelijk als basis om te bepalen of bedrijven in de FTSE4Good index worden opgenomen. Voor meer informatie: www.eiris.org
6