Begin met wat er al is! Verslag Landelijke Informatiedag DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL Amsterdam, 14 december 1996 Mozeshuis en Mozes en Aäronkerk
©
Januari 1997, Bureau Voetlicht, Amsterdam
INHOUD Voorwoord 1
Over de campagne
2
Werkgroep 1: Draagvlak
3
Werkgroep 2: Continuïteit
4
Enkele landelijke ervaringen
5
Aandachtspunten
Bijlagen: De deelnemers aan de informatiedag De campagne in trefwoorden Enkele lokale projecten belicht
De Landelijke Informatiedag werd mogelijk gemaakt door: Provincie Gelderland Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland Stichting Palet, Eindhoven Stichting Forum, Utrecht Bureau Voetlicht, Amsterdam
Voorwoord Duizenden buurtbewoners, vrijwilligers, beroepsmensen, politici en ambtenaren in het hele land hebben in het afgelopen jaar vorm gegeven aan het uitgangspunt dat de wijk van ons allemaal is. Zij werkten mee aan een landelijke campagne die in 1996 voor het eerst plaatsvond in veertig wijken in zesendertig gemeenten verspreid over het hele land. Kerngedachte is dat de straat, de buurt of de wijk, waar mensen van verschillende afkomst met elkaar leven, in principe van iedereen is. De campagne brengt tot uitdrukking dat alleen als bewoners zich sámen verantwoordelijk voelen voor hun woonomgeving, het principe van De Wijk is van ons Allemaal echt klopt. En dat iedereen zich er thuis kan voelen. Op veler verzoek vond op 14 december 1996 in de Mozes en Aäronkerk te Amsterdam een afsluitende Landelijke Informatiedag plaats. Ruim 160 betrokkenen kwamen bijeen om terug te blikken, ervaringen uit te wisselen, knelpunten te bespreken en aanbevelingen te formuleren voor een vervolg. Naast twee werkgroepen en een plenair gedeelte, vonden presentaties plaats van verschillende projecten. Een video werd vertoond van opnames van de campagne in verschillende gemeenten. De dag werd georganiseerd door Bureau Voetlicht in samenwerking met stichting Forum. Veel organisaties hebben een bijdrage geleverd. Voor hun inzet danken we met name de medewerkers van de Stichting Welzijn Kampen, de Stichting Welzijn Zutphen, bewoners van het Staatsliedenkwartier in Zutphen, de heer Gerard Meulenberg, medewerkers van de Stichting Forum, het Mozeshuis te Amsterdam en de vrijwilligers die meehiepen de dag vorm te geven. De campagne is in veel gemeenten goed aangeslagen. Uit dit verslag blijkt dat een landelijke campagne een stimulans kan vormen om op buurt- en wijkniveau concreet te werken aan een leefbare multiculturele samenleving. Op de Informatiedag bleek echter eens te meer hoe belangrijk het daarbij is om goed aan te sluiten op hetgeen er in de wijk al leeft. Hopelijk biedt het verslag aanknopingspunten om op de ingeslagen weg door te gaan.
3
1
OVER DE CAMPAGNE
Op 1 november 1995 is de campagne DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL na een voorbereidingstijd van ruim twee jaar van start gegaan. De campagne had een looptijd van een jaar en is - voorlopig - op 31 oktober 1996 afgerond. In totaal werden 40 lokale projecten uitgevoerd in 36 verschillende gemeenten. De doelstellingen luidden: - sfeerverbetering in (multiculturele) buurten en wijken - betrekken van bewoners van diverse afkomst bij wijkbeheer - aanzet geven tot of versterken van (professionele) wijk-netwerken. Deze doelstellingen werden op 2 manieren nagestreefd: - een kortlopende campagne van uiteenlopende activiteiten - structurele inbedding (vasthouden van resultaten en nieuwe contacten). Het project is ontwikkeld door Communicatiebureau Voetlicht en werd uitgevoerd in samenwerking met Stichting Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling te Utrecht. Vier subsidiënten maakten dit mogelijk: ministerie van VWS, Europese Unie, Stichting DOEN en Juliana Welzijn Fonds. Uit de bijdrage van VWS werd een 'fonds' gevormd, waaruit de lokale uitvoerders - nadat voldaan was aan enkele criteria - een subsidie van ƒ 5.000 ontvingen. De lokale uitvoerders konden voorts terecht bij een landelijke helpdesk en ontvingen publiciteitsmaterialen. Een Landelijke Adviesraad beoordeelde 60 aanvragen, waaruit veertig projecten werden geselecteerd. Centrale aandachtspunten waren: - voldoende lokaal draagvlak - evenwichtige en samenhangende activiteitenmix - concentratie van de uitvoeringsperiode - inbedding in structurele wijk- of buurtactiviteiten - betrokkenheid van de gemeente - sluitende begroting. Als sleutel werd gehanteerd dat in een korte periode vijf activiteiten werden uitge-voerd: enkele binnen- én buitenactiviteiten en feestelijke én inhoudelijke activiteiten. Bovenop deze zestig aanvragen kwamen tientallen contacten met geïnteresseerde gemeenten en organisaties. Vanwege tijdgebrek in combinatie met andere oorzaken (te gespannen verhoudingen, andere prioriteiten) kwam het in deze gevallen niet tot een aanvraag. Hier liggen wel mogelijkheden voor een vervolg. Drie projecten vielen om uiteenlopende redenen af. Drie nieuwe projecten kwamen daarvoor in de plaats. De in totaal 40 projecten vonden in 36 verschillende gemeenten 4
plaats. In Arnhem, Schiedam, Veenendaal en Zwolle was sprake van twee projecten. Op Friesland na, werd in alle provincies minimaal een project gedraaid. De verdeling per provincie vertoonde een redelijke spreiding: Groningen Overijssel Utrecht Noord-Holland Zeeland Limburg
2 5 3 5 1 4
Drenthe Gelderland Flevoland Zuid-Holland Noord-Brabant
1 6 2 6 5 --40
De meeste projecten zijn 'getrokken' door lokale, wijkgerichte welzijnsorganisaties, waarbinnen meestal een of twee opbouwwerkers het initiatief namen. Zij konden binnen hun organisatie veelal terugvallen op ondersteuning van migrantenwerkers, sociaal-cultureel werkers en jongerenwerkers. Initiatiefnemers
Aantal
Welzijnorganisatie Wijkraden/platforms Buurtbeheer Jongerenorganisatie Regionale organisatie Ontwikkelingsorganisatie
28 3 2 1 1 1
Over het algemeen is de opzet om tot een brede projectgroep te komen nadrukkelijk door de initiatiefnemers opgepakt. Veelal zag men in het project een mooie gelegenheid om samenwerking aan te gaan met andere buurt- en wijkgerichte organisaties en bood het een gelegenheid om (nieuwe) bewoners te activeren. In bijna alle projecten waren individuele bewoners ook direct betrokken bij de voorbereiding en uitvoering. Een overzicht over het netwerk dat in de verschillende projecten bij de uitvoering betrokken was, levert het volgende beeld op: Samenwerking met: (Basis)scholen Bewonerscommissies Bibliotheek Gemeente(lijke diensten) Jongerenorganisaties Migrantenorganisaties Ouderenorganisaties Oudercommissies
Aantal projecten: 26 18 2 32 8 30 4 2
Samenwerking met: Politie Religieuze instellingen Sportverenigingen Vrouwenorganisaties Winkeliersverenigingen en bedrijven Woningcorporaties Wijkcentra
Aantal projecten: 11 22 2 5 12 16 21
5
2
Werkgroep 1: DRAAGVLAK
Thema van de werkgroep: Het lokale draagvlak voor DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL Het project is gericht op verbetering van onderlinge contacten en stimulering van samenwerking. Hoe betrek je zoveel mogelijk organisaties en bewoners? Welke methode werkt wel, welke niet? Stelt het 'interculturele werken' specifieke eisen? Voorzitter: Arie Bodekke, directeur Stichting Welzijn Kampen Inleiders: André Loskamp en Idris Sancak, opbouwwerkers Stichting Welzijn Zutphen. Naast de twee opbouwerkers uit Zutphen zijn Fanus Ferdinand en Züleyha Ahin, twee bewoners, aanwezig om een toelichting te geven op het project DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL dat in juni 1996 in de Staatsliedenbuurt werd uitgevoerd. Inleiding Zutphen - Staatsliedenkwartier Er wonen bijna 10.000 mensen, 97 straten en een aantal pleinen. Van hele luxe vrijstaande woningen tot en met de goedkope huurwoningen. Slechts 4% van de wijk is allochtoon, maar er zijn straten waar meer dan de helft van allochtone afkomst is. Het idee van bevordering van contacten in de wijk leefde al langer, in december '95 besloot men dit op de agenda van wijkbeheer te zetten. Wijkaanpak (sinds september 95) is vooral bedoeld om mensen bij de leefbaarheid van hun eigen wijk te betrekken. In het leefbaarheidsonderzoek dat gehouden werd, bleek dat 99 van de 100 zaken die naar voren werden gebracht te maken hadden met de fysieke leefomgeving: hondepoep, verkeer, speelvoorzieningen. Mensen geven veel signalen dat er in de wijk veel veranderd is, het is niet meer zoals vroeger, maar men geeft niet concreet aan wat men daarvoor terug zou willen zien. Toen werd het idee geboren om een project te starten - 'de uitdaging' - waarvoor Wijkaanpak ƒ 3.000 beschikbaar stelde. Met publiciteit werden bewoners opgeroepen ideeën aan te dragen. Er kwam weinig reactie op, maar het is wel een startpunt geweest. Op een rondschrijven aan organisaties om steun te geven en mee te helpen meer geld beschikbaar te krijgen, kwam o,o reactie. In januari 1996 rees de vraag hoe dit project van de grond getild kon worden. Toch leefde de overtuiging dat er voor een goed idee altijd geld te vinden. Toen we bij de gemeente aanklopten, wees men ons daar op het project DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL, dat aardig op onze werkzijze aansloot. In februari namen we contact op met Voetlicht waar bleek dat we al erg snel een voorstel moesten indienen om nog in aanmerking voor subsidie te komen. We zijn toen met een aantal ideeën voor activiteiten de wijk ingegaan, waar bleek dat er veel sneller reactie kwam. Het is een soort kapstokmodel, het werd plotseling veel duidelijker wat we precies voor ogen hadden. In overleg enerzijds met Voetlicht, anderzijds met wijkbewoners kreeg het plan steeds meer vorm, het was een soort sneeuwbaleffect. In mei was het programma redelijk op poten. We hebben ook veel steun gekregen van collega's in de eigen organisatie, die professionele ondersteuning heb je nodig. Niet alleen ons eigen netwerk hebben we gebruikt, maar ook netwerken via de bewoners. Deze mensen kennen weer veel anderen. Zo kregen we een leuke grote groep mensen bij elkaar. De uitvoering is in juni geweest. In feite is er sterk geleund op mensen in de wijk, die anderen hebben geactiveerd om mee te doen. Zo bouw je sneller een netwerk op. In feite zijn er niet zoveel nieuwe dingen bedacht, het komt neer op het tesamen brengen van bestaande activiteiten 6
en andere opnieuw tot leven brengen. Op een terugkomdag in oktober kwamen vijftig van de 130 vrijwilligers, het was een soort familiebijeenkomst. Men vond het heel leuk elkaar weer te zien en drong aan op een vervolg. Met die opdracht zijn we nu aan het werk. -----------------------------------------------------------------------In Oosterhout heeft DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL een levendige discussie opgeroepen over het bestaande minderhedenbeleid. Het was de bedoeling in de wijk Strijen met een tuintjesproject te beginnen. Dat leidde tot publiciteit, waarop reacties uit andere wijken kwamen die aangaven dat er bij hun de buurt ook iets dergelijks moest worden georganiseerd. In Dordrecht is de aanpak niet gelukt. Sleutelfiguren en organisaties in de wijk zijn benaderd om mee te doen. In het begin was het enthousiasme groot, later zakte de motivatie weg. Bij het benaderen van sleutelpersonen is het van belang te kijken naar de achtergrond: welk netwerk kunnen ze leveren. Daarnaast is het belangrijk om zelf de contouren aan te geven: welke ondersteuning en welke materiële en financiële faciliteiten zijn er. Daarbinnen kunnen mensen zelf aangeven hoe ze een en ander vorm willen geven. Het belangrijkste uitgangspunt in Amstelveen om mee te doen was dat er door DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL activiteiten konden plaatsvinden die normaal niet kunnen. Door dit project blijken plotseling deuren open te gaan, iets wat zelf niet lukte. Zonder dit project is de vraag of er het afgelopen jaar activiteiten op het gebied van de multiculturele samenleving hadden kunnen plaatsvinden. Gebleken is dat raadsleden, schoolbesturen en wethouders zeer gevoelig zijn voor dit soort projecten. Ervaring leert dat je lokaal niet zo'n lift krijgt. Via het netwerk van de school zijn er veel buurtbewoners actief geworden, vooral mensen die voorheen niet mee deden. Vanuit de politiek reageerde men positief, men wilde er zelf ook meer aan gaan doen. Door de landelijke impuls en publiciteit komen sponsors ook sneller over de brug. Het heeft een stimulans gegeven, iets nieuws dat een positieve uitstraling heeft. De Turkse vrouwenvereniging in Zutphen heeft heel actief meegedaan. Het is van belang dat de stichtingen die dit soort projecten organiseren de zelforganisaties benaderen. Ze moeten precies op de hoogte zijn van welke verenigingen er allemaal in de wijk zijn en personen daarvan uitnodigen. In de wijk Staatsliedenkwartier hebben Surinamers, Indonesiërs, Turken, Marokkanen en Nederlanders allemaal meegedaan. Door hele simpele activiteiten kom je met elkaar in gesprek. In Zwolle is het een probleem geweest om zelforganisaties te betrekken. Het blijkt in de praktijk dat deze organisaties niet altijd goed functioneren. Ook is bij het benaderen niet duidelijk of het de zelforgnanisatie van de gemeenschap is of van een segment. De organisatie van het project in Zwolle heeft de mensen daarna persoonlijk benaderd. Met het oog op een vervolg volgend jaar is de vraag interessant hoe je dit kunt organiseren. Om het draagvlak te verbreden is het gewenst om organisaties te betrekken. Toch kan dit ook een belemmering inhouden, omdat daar vaak specifieke belangen spelen, nog los dat ze geld 'ruiken'. Dat kan vaak ondervangen worden, door niet meteen de voorzitters of coördinatoren te benaderen, maar de mensen eronder, omdat die zich minder laten leiden door het organisatiebelang. Mensen op hun achtergrond (persoon/individu) uitnodigen is belangrijk. De methodisch input van DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL kan inspelen op de verschuivingen in 7
het werk met betrekking tot omgang tussen autochtonen en allochtonen. Communicatie moet informeel zijn, zeker met allochtonen die niet gewend zijn aan papieren benadering en beleid. Mensen die recenter naar Nederland zijn gekomen nemen nog een andere positie in, zijn wellicht meer in een isolement: hoe haal je die binnen de samenleving, in de wijk? Gezelligheid en ontmoeting kan een draagvlak leggen. De insteek is multicultureel, maar de DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL is voor iedereen. Er wordt vaak gezegd dat de participatie van allochtonen gering is, maar je moet niet alleen kijken naar de aantallen. Eén allochtoon in een groep van 10 vrijwilligers is geen slechte score. Continuïteit is van belang, niet alleen in de zin dat de campagne moet doorgaan en zich verder moet uitbreiden, maar ook in het verwerken van de opgedane ervaringen in methodes. Dit moet niet alleen worden ingezet om het werken in de wijk te ondersteunen, maar ook richting politiek. Jaren geleden was er in Hengelo een door de Europese Unie gefinancierd project. Door deze ervaring waren zij al verder in het betrekken van buurtbewoners. In het buurtcentrum hebben zij laagdrempelige activiteiten voor allochtonen. DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL diende als basis. Nog voor het landelijk project werd er in Roosendaal al nagedacht over projecten in het kader van de leefbaarheidbevordering en achterstandswijken. In de projectgroep wijkbeheer zitten veel instanties, partijen die er direct bij betrokken zijn bij de eerste ontwikkelfase van zo'n project. Als er al sprake is van een bestaande situatie met instanties dan kan dat de zaken makkelijker doen verlopen in de startfase van een project. Deze mogelijkheden zijn benut om te beginnen aan dit project. Vervolgens zijn er met alle instanties die mogelijk konden participeren contacten gelegd, met name de zelforganisaties. Doordat vanuit het Stedelijk Instituut Welzijn de zelforganisaties agogisch worden gesteund, zijn daar al contacten mee. Van meet af aan heeft de Marokkaanse zelforganisatie met groot enthousiasme meegewerkt. De Turkse stichting heeft kort voor de uitvoering afgehaakt door een discussie over financiële middelen. Toen duidelijk werd dat Roosendaal mee kon draaien in het landelijk project was er sprake van een stroomversnelling. Maar door die stroomversnelling kwamen ze al gauw met een financieringsprobleem en dat heeft veel druk gezet. We hebben een kortlopend activiteitenprogramma gehad, ik ervaar het als een probleem om vanuit een structureel plan van aanpak voort te borduren op hetgeen tijdens dit project in gang is gezet. Hoe kan je van zo'n project de reslutaten meten? We denken daar in Roosendaal intensief over na. Over meetbaarheid (Veendam): je begint met een groepje van drie, dan zit je met z'n achten bij elkaar en zo vlak voor de uitvoering zit je met z'n zeventigen bij elkaar. Uieindelijk kom je op honderdtien terecht, de wijk heeft 5.000 inwoners, dan heb je 2% waarvan je goed weet dat die zeker bezig zijn geweest met het idee. Dat kan je toch wel een beetje meten. Daarnaast weet je hoeveel deelnemers er zijn geweest. In Veendam zijn we dáár begonnen waar al positieve dingen aan de gang waren en die versterkt. We hebben niet direct of alleen gekeken naar organisaties, maar naar mensen en situaties die positief zijn. In Leiden vond de start van het project tegen de achtergrond plaats van de komst van een Turkse vereniging in de wijk. Er was helemaal niks voor allochtonen in de wijk. De bewonerscommissie ageerde daar fel tegen en startte een handtekeningenactie. Maar met die bewonerscommissie moest worden samengewerkt omdat dat het draagvlak van de flat was. De 8
bewonerscommissie zag het project in eerste instantie niet zitten, maar na veel praten en luisteren is er een goede noemer uitgekomen. In Leiden is er van het probleem een stimulans gemaakt en nu wil de commissie haar best doen allochtone flatbewoners in de commissie op te nemen. De crux voor samenwerking was over problemen praten. Het uitgangspunt voor Zutphen vormde: niet beginnen bij wat bewoners scheidt, maar wat hen bindt. Er zijn huiskamergesprekken gevoerd met 50 Turkse bewoners en aan het eind kwamen ze tot de conclusie dat zij niet anders denken over hun wijk dan autochtone bewoners. Het is interessant om er op die manier naar te kijken, iedereen maakt zich zorgen over de troep die op straat ligt, alcoholgebruik, of de veiligheid voor kinderen. Dit zou bewoners kunnen binden, alleen zijn zij vaak gefixeerd op wat hen scheidt. Het vertrekpunt was gemeenschappelijke belangen, inhaken op datgeen wat al positief is in een wijk. In Zutphen is de insteek 'buurtbewoners' genomen en niet gesproken over allochtoon/autochtoon. In Bergen op Zoom was sprake van een nul-situatie, een wijk waar absoluut geen organisaties actief waren, waar geen voorzieningen waren. De wijk de Blokkendoos kwam op een gegeven moment in de belangstelling doordat er veel overlast was van druggebruikers. Dit was de gemeenschappelijke noemer waarop is ingehaakt. 52% is van buitenlandse afkomst en zonder problemen is hier een bewonersorganisatie uit de grond gestampt. Door DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL kon er breder aan de gang worden gegaan dan sec die drugsoverlast. Dit project is een middel geweest om processen op gang te brengen, ze hadden het daar nodig om iets op gang te kunnen brengen. In Vlissingen is er van alle kanten met groot enthousiasme gewerkt aan dit project. Men kende al veel zelforganisaties, maar de meerwaarde van dit project was dat het veel grootschaliger kon worden aangepakt en meer mensen erbij betrokken konden worden. Ze hebben een goede ervaring met de landelijk aanpak, een stukje commerciëler en zakelijker. Dit wordt beter ervaren dan al die groepjes die onderling met eindeloze vergaderingen iets van de grond proberen te krijgen. Het is bekend dat het werken aan relatieverbetering vrij arbeidsintensief is. De vraag is wat de bijdrage van dit project is. In Vlaardingen zijn huiskamergesprekken en portiekgesprekken gevoerd. Op een klein gebiedje zijn activiteiten georganiseerd en mensen heel persoonlijk benaderd. Dat kan je maar beperkt menskrachten. Je kan in een gebiedje iets doen of een straat pakken of een gedeelte van een wijkje. Ik zie de verhalen van 1997 en 1998 met zoveel projecten, maar hoe wil je dat blijven richten op uitstralingseffect? Want als je in een groter gebied in de stad intensief aan persoonlijke benadering wil werken, dan heb je daar nogal niet wat voor nodig. De kern is dat je moet hopen op een sneeuwbal-effect. In Zutphen is al een constante factor in de wijkaanpak, daar is het idee van gekomen. Dat geeft de continuïteit weer, nu zijn we als project een vast onderdeel geworden van de wijkaanpak. Volgend jaar zal er zeker een startkapitaal vanuit de wijkaanpak zijn en dat geeft continuïteit. Het Amsterdams Steunpunt Wonen valt op dat de gemeenschappelijke noemer als belangrijk uitgangspunt wordt genomen; dat is ook belangrijk, maar het is ook van belang om naar de verschillende belangen van doelgroepen te kijken. Want bij een groter probleem, bv. drugsoverlast, krijg je de vraag wat er voor verschillende groepen van belang is. Onderscheid tussen mannen en vrouwen, jongeren, kinderen, alleenstaande gezinnen, dat soort zaken zou scherp in het oog moeten worden gehouden, omdat je als je dat op een rij krijgt door erover te praten en te 9
inventariseren, je de positieve uitstraling krijgt om verder te gaan.
10
3
Werkgroep 2: CONTINUITEIT
Thema van de werkgroep: Hoe verder na DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL Als het project slaagt, zijn meer bewoners en organisaties actief in hun buurt. Hoe houden we de resultaten vast? Welke vervolgactiviteiten liggen voor de hand? Wie moet daarin actief zijn of een bijdrage leveren? Voorzitter: Gerard Meulenberg, directeur ABC Amsterdam Inleiding: Dick Carton, beleidsmedewerker stichting Forum, Utrecht. Inleiding Op weg naar de multiculturele wijk, buurt of dorp. Na het project DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL willen we verder. Of we ook verder kunnen hangt er van af. Als de organisatoren elkaar tijdens de activiteiten rondom DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL niet de tent hebben uitgewerkt, is het tijd om een gesprek met elkaar te hebben over de mogelijkheden voor vervolgactiviteiten. Is er een draagvlak om met elkaar verder te werken? Hebben we elkaar voldoende leren kennen en hebben we vertrouwen in elkaar? Zien Ahmed, Jan, Sharieta, Emine, Ellen en Ram elkaar wel zitten als samenwerkingspartners voor de toekomst? En misschien nog wel belangrijker: is er bij de groepen en organisaties in de wijk ook voldoende draagvlak voor het verder multicultureel maken van de wijk? Als er problemen tussen personen zijn overgebleven waardoor zij niet meer met elkaar verder willen dan is het hoog tijd met elkaar om de tafel te gaan zitten, om te proberen om de problemen uit te praten. Voor het sociale klimaat in de wijk is het van groot belang om sluimerende tegenstellingen en conflicten in een zo vroeg mogelijk stadium op te lossen. Dat is zeker van belang als er ook ideeën leven om met elkaar verder aan de slag te gaan. Met de projectgroep en eventuele anderen die we willen betrekken, bepalen hoe we verder willen gaan op een wat meer structurele basis. Hoe ver willen we gaan? Als we ons alleen willen gaan bezig houden met het bestrijden van vooroordelen en racisme, dan laten we een heleboel mogelijkheden onbenut, omdat het een (racisme bestrijding) heel goed met het ander (interculturele wijkopbouw) kan samen gaan. Gemeenten en welzijnsinstellingen willen soms accenten leggen op het betrekken van nieuwe bewoners bij de bestaande voorzieningen. Het uitgangspunt is dan het bestaande aanbod van voorzieningen. De multiculturele samenleving wil men bereiken via een eenrichtingsverkeer van allochtonen die zich aansluiten bij bestaande voorzieningen en activiteiten. Dit integratiemodel mist de samenspraak (de interactieve component) waarbij het samengaan van autochtone en allochtone wijkbewoners centraal staat. Dan is er een derde, het meest complexe maar ook meest boeiende en uiteindelijke ook het meest belovende model: verbetering van het leefmilieu in de wijk. In deze aanpak gaan we uit van relatieverbetering vanuit het samen werken van alle betrokken groepen aan concrete doelen. Doelen voor regelmatige successen om het geloof in eigen kunnen en eigen kracht er in te houden. Kleine stapjes. Belangrijkste: iedereen er bij houden. Zorgen dat het draagvlak wordt 11
versterkt. De praktijk, en misschien ook wel uw praktijk, heeft geleerd dat de allochtonen die bereid zijn als vrijwilliger een werkzaam aandeel te leveren aan het organiseren van gemengde activiteiten, vooral degenen zijn die in hun eigen omgeving proberen een brug te slaan door contact te zoeken met overige wijkbewoners. Dat wil echter niet zeggen dat zij altijd en overal inzetbaar willen zijn. Bijvoorbeeld als u van een actieve en enthousiaste bewoner verwacht dat hij (of zij) alle Turken van de wijk, of de straat of de flat vertegenwoordigt, dan moet u er van uitgaan dat de betrokkene zelf die rol ook wil vervullen. In de tweede plaats moet die persoon dan ook werkelijk gemachtigd zijn door de eigen achterban, dat meneer Pengel, of mevrouw Yilmaz namens hen mag optreden. Zo niet dan zullen zij beiden niet gaan deelnemen aan uw mooie project, omdat hun groepen dat niet zullen accepteren. Doen zij het wel (zonder instemming) dan zullen zij problemen krijgen met hun eigen mensen. Het is vaak ook helemaal niet nodig om met vertegenwoordigers te werken. Wel is het een voorwaarde dat uw project-raad, werkgroep of activiteiten-commissie in zijn samenstelling een afspiegeling is van de wijkbevolking, zodat alle groepen zich daarin kunnen herkennen. Dat geldt trouwens ook voor de verhouding mannen-vrouwen, jongeren-ouderen binnen de groep. In veel gevallen is de autochtone organisatie degene die het initiatief neemt. Het initiatief houden is een mede-verantwoordelijkheid van de allochtone deelnemers aan het overleg. Waar moeten we in praktische zin met de samenwerking op rekenen? Allochtonen die weinig ervaring hebben met deze wijze van organiseren en vergaderen, kijken soms wat anders aan tegen de factor tijd, tegen planmatig werken, meedenken en meedoen. Dat is niet typisch een eigenschap van allochtonen, ook autochtonen moeten daar vaak nog wat aan wennen. Een ander opvallend verschil is dat autochtonen vaak beter de weg weten. Van belang is om je te realiseren dat er vaak sprake is van tegengestelde verwachtingen tussen autochtone en allochtone samenwerkingspartners. Om wederzijdse teleurstellingen te voorkomen is het raadzaam om elkaar daarover te bevragen en daarna afspraken te maken die door alle partijen worden gedragen. Als voorbeeld de huidige traditionele vergaderhouding van autochtone organisaties waardoor, ondanks alle goedbedoelde inzet, de allochtone deelnemer aan het overleg, als gevolg van onvoldoende vergaderkennis en -ervaring vaak in de toeschouwersrol wordt gedrongen. Praat daarover, en probeer de andere partijen toch in de discussie te betrekken. Leg het probleem voor, vraag naar ervaringen en hoe zij er over denken. Betrek hen in de uitvoering. Als het om praktische klussen gaat kan de allochtone bewoner zich bewijzen. Het kan ook een goede oppepper zijn voor het door al die moeizame vergaderingen geraakte zelfgevoel. "Ik kan in het overleg mijn ei nog niet zo goed kwijt, maar als het om activiteiten gaat dan ben ik niet minder dan jullie". Laat daarom zien dat je het ook werkelijk meent met de gelijkwaardigheid van alle betrokken groepen en geef ieder een eigen verantwoordelijkheid. Laat hen een eigen keus en vertrek zoveel als mogelijk vanuit hun voorstellen over een plan van aanpak. Vaak wordt er door Nederlandse deelnemers over geklaagd dat migranten wel willen helpen met folders rondbrengen maar niet met het maken van de plannen voor activiteiten. Problemen met de communicatie tijdens vergaderingen heb ik geschetst. Er kunnen tal van andere oorzaken zijn die belemmerend werken op het meedoen op het organisatievlak. Ga er in de beginsituatie maar vooral van uit dat meedoen al een hele winst is, en dat het meedenken wel zal komen wanneer er ervaringen in het samenwerken zijn opgedaan en er een gevoel van vertrouwen is ontstaan. Tenslotte: Er zijn veel misverstanden over de wensen van allochtonen over het aanzien van de buurt en het omgaan met andere buurtbewoners. Er wordt nogal eens beweerd dat zij er niet in 12
geïnteresseerd zijn hoe de wijk er uit ziet, en over voorkomen van verpaupering, vandalisme en drugsoverlast. De werkelijkheid is anders. Dat blijkt bijvoorbeeld uit activiteiten die men in eigen verband al heeft georganiseerd met betrekking tot het aanzien van de wijk. Maar ook uit klachten die zij uiten over overlast, zwerfvuil, speelgelegenheid, woningbeheer, vernielingen of parkeeroverlast. ------------------Tijdens het renovatieproces in Oosterhout van de woningen in de wijk, was er slechts sprake van eenrichtingsverkeer. Met het tuinen-project was het de bedoeling om in dialoogvorm te communiceren teneinde werkelijk structureel te kunnen werken. Het proces dat startte met de tuinen werd allengs verbreed tot een verder gaande concrete samenwerking. Daarbinnen is bijvoorbeeld een Turkse fietsenmaker actief voor de buurtbewoners. De nadruk ligt meer op het doen. De onderlinge relaties hebben zich van het elkaar groeten, uitgebreid tot op visite komen. De trappenhuis-gesprekken in Arnhem (Sint Marten) hebben er toe geleid dat de bewoners samen een plan zijn gaan ontwikkelen en uitvoeren voor het verbeteren van hun trappenhuis. Gekozen aanwendingen lagen in de sfeer van opfleur-acties, aanschaffingen van schoonmaakmaterialen, het maken van groepsfoto's. Verder heeft er een bijeenkomst van Turkse bewoners met de woningbouwvereniging plaats gevonden om een aantal knelpunten op te lossen. Op de rol van de werkers staat het plan om een begin te maken met het aanpakken van problemen tussen Nederlandse en Turkse bewoners. Een noviteit in Sint Marten is de samenwerking van een Nederlandse en een Turkse opbouwwerker (duo-opbouwwerk) waarbinnen ieder zijn eigen rol heeft. Bij de huiskamer-gesprekken in Vlaardingen bleken taalproblemen toch wel een handicap in de communicatie. Tijdens de door de kerngroep gestimuleerde flat-diners was het gespreksthema gewijd aan problemen in het samenleven. De welkomstdienst voor nieuwkomers, waarin het sociaal-cultureel werk, de woningbouwcorporatie en de winkeliers samenwerken, is een goed middel om mensen bij de wijkactiviteiten te betrekken. Op deze wijze is het misschien ook mogelijk om de groepen te benaderen die zich achter kaderfiguren bevinden. De vrijwilligers in Nijmegen vragen om een jaarlijkse herhaling van de activiteiten, mogelijk is dat een middel om mensen voorlopig erbij te kunnen houden. De positie van de migrant dient in de verdere activiteiten een onderwerp van aandacht te zijn. Interessant is om migranten in de rol van hulpverlener van autochtonen te plaatsen, waardoor het evenwicht in de onderlinge betrekkingen kan worden hersteld. Buitenlanders in de wijk hebben behoefte aan meer ruimte, zij vinden dat zij nu nog te veel door de Nederlanders worden gecontroleerd. Uitgangspunt voor vervolgactiviteiten moet zijn dat niet op de achterstand van allochtone groepen wordt gefocust, maar op de diversiteit van de buurtpopulatie. Het moet daarbij gaan om het stimuleren van wederzijds respect en acceptatie. Relatieverbetering kan niet plaats vinden wanneer de ene groep de ander problematiseert. Bij de activiteiten rondom het Keizer Karelpark in Amstelveen (verbetering leefomgeving, m.n. het milieu), bleek uit de ontmoeting van culturen dat onderlinge tegenstellingen tussen Nederlanders groter kunnen zijn dan tussen Nederlanders en migranten. Een aantal activiteiten die ten tijde van het project in Emmeloord zijn opgestart lopen door. Nieuwe activiteiten worden georganiseerd in een overleg van de bewoners- commissie, het 13
buurthuis en de organisatie voor buurtbelangen. In deze samenwerking wordt zorgvuldig aandacht gegeven aan het vaststellen welke de gezamenlijke belangen zijn en hoe men verder wil met het proces. Het accent ligt met name op activiteiten voor kinderen, waarbij getracht wordt om via de kinderen de ouders te bereiken. Buitenlandse vrijwilligers worden niet direct in de bestaande groeperingen opgenomen, maar opereren voorlopig eerst nog vanuit de eigen organisaties. Het vervolg van het project in Veenendaal staat sterk in de actualiteit. Hoe kunnen we bereiken dat bestaande problemen gezamenlijk worden aangepakt en dat preventieve maatregelen worden ontwikkeld? Er leven ideeën over het opzetten van praatgroepen die zich met zelfgekozen thema's gaan bezig houden, over een project "wederzijdse vooroordelen" en over het aanstellen van allochtone toezichthouders in flatgebouwen. Ook zal er aandacht worden geschonken aan het multicultureel maken van de programmering van de plaatselijke stichting voor sociaalcultureel werk. In de Schilderswijk in Den Haag, met een populatie van 70% migranten en 30 nationaliteiten, werd onder de titel "Er zijn meer wegen naar God" een inter-religieus project uitgevoerd, waarin Christenen, Moslims en Hindoes zich presenteerden. Men denkt er over om in een vervolgproject ook andere religies er bij te betrekken. De werkwijze welke men daarvoor kiest, is om de doelgroepen via hun eigen kaders er bij te betrekken. (Helmond) Voor het ontwikkelen van vervolgactiviteiten moet de discussie worden opgestart, waarbij het zaak is om niet te hard van stapel te lopen. Om ook de migranten in staat te stellen volwaardig deel te nemen, zullen de zelforganisaties bij elkaar moeten worden gebracht. Als concrete activiteit is er afgesproken om de speeltuin in de buurt op te knappen. In de wijk Stadsdennen te Harderwijk bestaat door de samenwerking van het Wijkplatform, de wijkvereniging en de zelforganisaties, een redelijk draagvlak voor multiculturele activiteiten. Het gemis aan een gemeenschapsaccommodatie als een buurthuis, wordt als een ernstige handicap ervaren voor uitvoering van verdere activiteiten. Toch vindt er al een aantal activiteiten plaats. Voor vrouwen zijn er ontmoetingsochtenden en men gaat samen zwemmen. De bewoners willen een speeltuin aanleggen. Verder zijn er een multiculturele werkgroep, een kinderwerk-groep en een project "nieuwkomers" binnen de wijk actief. Ook zal er een volleybal en een voetbaltournooi worden georganiseerd. Voor het vervolg in Zutphen heeft men gekozen voor een traditioneel activiteiten-pakket. Er wordt geopereerd vanuit de constatering dat aanpakken op kleine schaal wel effect hebben, maar op grote schaal niet. Het aangrijpingspunt voor het vervolg ligt bij het starten van activiteiten voor kinderen. In Holtenbroek in Zwolle werken de scholen met een multicultureel onderwijs-curriculum. Daarom is er, naast inschakeling van het kinderwerk in het buurthuis, voor een start in samenwerking met de scholen gekozen. Deze aanpak, om van uit benadering van de kinderen te beginnen, werpt al zijn vruchten af: geconstateerd wordt dat de contacten met de ouders groeien. In de wijk Presikhaaf te Arnhem loopt al enige jaren het Sam-Sam project. Afspraak is dat het deelnemers-bestand aan nieuwe activiteiten moet bestaan uit 50% autochtonen en 50% allochtonen. Een andere principe is dat de leden van het multicultureel samengestelde werkersbestand ook nadrukkelijk met andere etnische groepen moeten werken. Voor 14
ontwikkeling van nieuwe activiteiten dient men rekening te houden met een groeiend aantal vluchtelingengroepen. De activiteiten in de wijk De Blokkendoos in Bergen op Zoom werden eerst mogelijk nadat, door het benoemen van één gezamenlijke vijand, de drugshandel, de cohesie van de buurtberwoners kon worden vergroot. Onder aanvoering van een bewonerscomité en in samenwerking met o.a. gemeente, politie en woningbouwvereniging is die problematiek inmiddels opgelost. Nu is men van plan om de toestand van de woningen aan te gaan pakken. Wanneer daar ook successen mee worden gescoord, is er voldoende draagvlak om meer activiteiten te entameren.
15
4
Enkele landelijke ervaringen
Tijdens de middagbijeenkomst licht Alex Voets, directeur van Bureau Voetlicht, aan de hand van enkele sheets toe welke ervaringen op landelijk niveau met de campagne zijn opgedaan. Op grond van de evaluaties die van de projectteams zijn ontvangen, vele interviews die in de loop van het jaar zijn afgenomen en gevoegd bij de eigen ervaringen, mag de campagne als succesvol worden beschouwd. In de meeste gemeenten is met veel animo en creativiteit vorm gegeven aan de uitgangspunten van de campagne. Vaak ging dit onder de nodige tijdsdruk. Op grond van dit alles is een aantal positieve en punten en punten ter verbetering gesignaleerd. POSITIEF
16
_
Campagne spreekt alle bevolkingsgroepen aan Het concept van de campagne blijkt enthousiaste reacties op te roepen bij mensen van verschillende afkomst, jongeren en ouderen etc. Het motto spreekt veel mensen aan omdat het zowel het eigen als het gemeenschappelijke belang verwoord, zonder dat bepaalde groepen worden uitgesloten of dat het aspect van 'de allochtone afkomst' wordt benadrukt.
_
Samenwerking organisaties en instanties -> campagne als katalysator Veel lokale wijkprojectgroepen hebben gesignaleerd dat de campagne een handvat heeft geboden om nieuwe samenwerking aan te gaan met bewoners en organisaties in de wijk. Veel nieuwe contacten zijn hieruit voortgekomen. Niet overal bleek dat even makkelijk, maar overal zijn nieuwe aanzetten gemaakt om tot verbreding van de samenwerking te komen.
_
Gemeenten haken actief in In de meeste gemeenten bleek voldoende medewerking van gemeentelijke diensten en - vooral - van wijk- en buurtbeheer. De zorg bij aanvang van de campagne dat de lokale projecten wellicht los zouden staan van de gemeentelijke verantwoordelijkheid, bleek ongegrond. Die medewerking is van belang omdat tijdens de campagne soms kwesties aan de oppervlakte komen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is.
_
Krachtige vertaling centrale boodschap naar lokaal maatwerk De meeste wijkprojectgroepen zijn er goed in geslaagd het algemene raamwerk van de campagne te vertalen naar de specifieke situatie in de buurt. Een mix van serieuze en meer ontspannende activiteiten blijkt in de praktijk goed aan te slaan en heeft in veel plaatsen vorm gekregen in originele activiteiten.
SPANNINGSVELD Een campagne die in de wijk vorm krijgt maar landelijk is ingebed vergt een goede wisselwerking tussen de landelijke organisatie en de lokale uitvoerders. Dit 'spanningsveld' is inherent aan de opzet en wordt zichtbaar op enkele terreinen. _
We doen het met elkaar <=> We doen het voor (allochtonen) De campagne beoogde nadrukkelijk om (groepen) bewoners en organisaties op basis van gelijkwaardigheid te stimuleren tot samenwerking. In de meeste gemeenten is dit goed uit de verf gekomen. Het creëren van draagvlak in de wijk bleek niet altijd eenvoudig, getuige de meest gehoorde vraag in de loop van de campagne: hoe betrekken we er de allochtonen bij? In projecten echter waar de beeldvorming er een was van een project voor allochtonen, bleek dit nauwelijks te appeleren aan autochtonen. In enkele gevallen was de neiging opvallend aanwezig om in de activiteitenmix nadrukkelijk aandacht te besteden aan uitheemse culturen, soms ten koste gaande van aandacht voor de 'Nederlandse cultuur'.
_
We zoeken oplossingen <=> Er zijn (te)veel problemen Het uitgangspunt voor de activiteiten in de wijk vormen de sterke punten van de wijk. Het blijkt van belang deze te benadrukken, zonder daarmee evenwel tekort te doen aan problemen. Als het goed is schept de campagne een draagvlak om knelpunten op een constructieve manier te bespreken.
_
Te weinig voorbereiding <=> Teveel tijd voor ruzie Zowel op landelijk niveau als in veel gemeenten moest de campagne onder de nodige tijdsdruk worden uitgevoerd. In een aantal gevallen zou een ruimere voorbereidingsperiode gewenst zijn geweest. Toch heeft de tijdsfactor ook een positief effect gehad: het bleek een stimulans om creatief en slagvaardig te handelen, met voorbijgaan aan vastzittende tegenstellingen en bureaucratie vermijdend.
_
Te weinig interesse <=> Teveel bemoeizucht Het streven was om op landelijke niveau een goed evenwicht te vinden tussen afstand en betrokkenheid: laten merken dat er wordt meegedacht maar de verantwoordelijkheid nadrukkelijk op lokaal niveau latend. Over het algemeen blijken de reacties op deze aanpak positief. De uitersten bewegen zich tussen 'te weinig interesse' en een 'te grote bemoeizucht'. In een vervolg wil Voetlicht duidelijker communiceren dat de campagne in een wisselwerking tot stand komt: er wordt landelijke ondersteuning geboden, maar voor de ontwikkeling hiervan is lokale input noodzakelijk. De meeste wijkprojectgroepen blijken prijs te stellen op de redelijk informele aanpak op landelijk niveau. Sommigen hadden echter meer sturing gewild, terwijl anderen teveel bureaucratie signaleerden. Ook hierbij is het zaak een goed evenwicht te houden tussen het hanteren van duidelijke spelregels, maar waar nodig tot flexibele invulling komen.
17
TE VERBETEREN
18
_
Betrekken verschillende bevolkingsgroepen De samenwerking tussen 'autochtonen en allochtonen' blijkt in veel gevallen nieuw; er wordt een duidelijke behoefte aan ondersteuning gesignaleerd. In een vervolg op de campagne zal aandacht moeten uitgaan naar het nog beter en in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van de diverse bevolkingsgroepen in de wijk.
_
Publiciteit In de meeste gemeenten is door lokale media enthousiast gereageerd op de campagne. Gezocht zal worden naar middelen om de lokale uitvoerders meer ondersteuning te bieden bij het informeren van lokale en regionale media. De publiciteit op landelijk niveau is pas aan het eind van de campagne op gang gekomen. Hier zit meer in. Het is zaak de scepsis bij landelijke media over projecten als deze te overwinnen.
_
Top-down benadering sommige initiatiefnemers Hoewel het scheppen van een breed draagvlak het allermoeilijkste is, is de indruk dat in enkele gemeenten de uitvoering toch vooral door professionals voor bewoners is verricht. In een vervolgfase zal daarom gestreefd moeten worden naar het nog centraler stellen van ideeën van bewoners zelf.
_
Uitwisseling en contact tussen teams (minder eilandjes) Veel lokale uitvoerders hebben de behoefte om meer contact met andere projectteams te hebben, om ervaringen uit te wisselen en ideeën op te doen. Om hieraan tegemoet te komen is met de Landelijke Informatiedag op 14 december 1996 geprobeerd hiermee een begin te maken. In een vervolgfase willen de landelijke organisatoren dit contact in een eerder stadium proberen te stimuleren.
_
Betrokkenheid landelijke organisaties Zoals het op lokaal niveau de bedoeling is dat er brede samenwerking op gang komt, zo wordt ook op landelijk niveau naar een breed draagvlak gestreefd. Gesprekken met diverse landelijke organisaties zijn gaande om hen in een vervolgfase nauw bij de campagne te betrekken. Via deze landelijke organisaties kan dan ook ondersteuning worden geboden aan lokale initiatieven.
Vraag en antwoord Gebruik van de naam De campagne wordt gevoerd onder de naam DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL. Volgens de opzet en voorwaarden van de campagne blijft het gebruik van de naam beperkt tot de (kortlopende) campagneperiode. Kan deze naam echter ook na afloop gebruikt worden? Het is immers een krachtige naam. Het is ook handig om aan te sluiten bij een landelijk bekende naam. Het gebruik van de naam DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL in de lokale projecten is een voorwaarde, omdat op die manier de herkenbaarheid overal in het land groter wordt. Het gebruik ervan is gekoppeld aan de kortlopende campagnefase, omdat er in die periode ook sprake is van samenwerking tussen lokale uitvoerders en de landelijke organisatie. Na afloop van de projecten dienen lokale uitvoerders op eigen kracht verder te gaan. Zij kunnen dat eventueel doen onder een eigen naam, bijvoorbeeld "Transvaal is van ons allemaal". In overleg met Bureau Voetlicht kan van de naam DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL gebruik worden gemaakt. Als er onder dit motto activiteiten plaatsvinden die strijdig zijn met het positieve gedachtegoed achter de gelijknamige campagne, zal de landelijke organisatie zich daarvan distantiëren. Om de goede naam te beschermen en misbruik te voorkomen is DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL® een wettig gedeponeerde merknaam. Op het logo van de landelijke campagne is dezelfde bescherming van toepassing. Het logo van de campagne is voorbehouden aan projecten die in het kader van die campagne plaatsvinden. Duur van de campagne Waarom is de campagne beperkt tot een periode van 6 à 7 maanden? Om werkelijk iets te veranderen aan onderlinge relaties is meer tijd nodig. De campagne beoogt met kortlopende acties gerichte ondersteuning te geven aan een proces dat inderdaad meer tijd nodig heeft om te beklijven. De ervaring leert dat een in korte tijd uitgevoerde, samenhangende activiteitenmix meer effect sorteert, dan verschillende activiteiten die apart en over langere tijd worden uitgevoerd. De herkenbaarheid wordt groter met een korte, krachtige actie, zowel voor de bewoners zelf als voor de media en andere betrokkenen. De activiteiten in het kader van het lokale project dienen wel een onderdeel van of aanloop naar een langetermijnbeleid voor de wijk of buurt te zijn, waarin gelijksoortige doelen worden nagestreefd. Deze voorwaarde is gesteld om positieve resultaten van de campagne vast te kunnen houden en verder uit te kunnen bouwen in de toekomst.
19
Ondersteuning na afloop Op welke ondersteuning kunnen lokale organisaties rekenen na afloop van het project? Er zijn dan resultaten behaald, maar hoe houden we die vast? Na de campagne moet in principe op eigen kracht verder gegaan worden. Voor de financiering kan dan een beroep gedaan worden op de gemeente. Ook zijn er regionale en landelijke fondsen waar geld aangevraagd kan worden voor bepaalde projecten. Voor inhoudelijke ondersteuning kan men terecht bij lokale instellingen, de gemeente en bijvoorbeeld de provinciale steunfuncties. Daarnaast heeft Voetlicht overleg gevoerd met landelijke organisaties om ook van die kant ondersteuning te krijgen voor de lokale uitvoerders. Zo zijn er gesprekken geweest met de koepels van de corporaties, omdat de betrokkenheid van de woningbouwverenigingen van belang is met het oog op de leefbaarheid in de buurt. Ook de stichting Forum is beschikbaar voor de lokale organisaties. Vervolg op de campagne Wat zijn de vooruitzichten om door te gaan met de campagne? Het streven is om de campagne voort te zetten in nieuwe wijken en gemeenten. Momenteel lopen er subsidie-verzoeken bij landelijke financiers om een vervolg mogelijk te maken. Ook zijn er de al genoemde contacten gelegd met veel landelijke organisaties om hun betrokkenheid bij de campagne te versterken. Op initiatief van Bureau Voetlicht zal op korte termijn een stichting worden opgericht die de landelijke campagne zal dragen.
20
5
Aandachtspunten
Tijdens de besprekingen kwamen veel aandachtspunten naar voren die hieronder als volgt samengevat zijn.
Persoonlijke benadering Mensen persoonlijk benaderen in 'n één op één-situatie werkt vaak beter dan overleg op het niveau van de leiding van organisaties. Men is dan sneller bereid en in staat van het algemene belang uit te gaan, in plaats van het eigen- of organisatiebelang. Het is belangrijk om de juiste mensen weten te vinden of juist om bepaalde mensen heen te werken. Dit geldt ook voor de benadering van 'allochtonen'. Niet alleen zelforganisaties zijn van belang, ook individuele wijkbewoners met een allochtone achtergrond.
Positieve uitstraling Het is van belang het project een positieve uitstraling te geven, dat motiveert mensen om mee te doen. Er moet een gemeenschappelijke noemer gezocht worden in de wijk als uitgangspunt voor de activiteiten. Door te werken met een gemeenschappelijke noemer (het belang dat alle bewoners hebben bij een veilige en leefbare woonomgeving) lukt het eerder om mensen uit een wijk te binden. Daarbij kan het positief werken dat het project deel uitmaakt van een landelijke campagne met een positieve uitstraling. Men merkt dan dat er in veel wijken aan hetzelfde gewerkt wordt.
Landelijk - lokaal Al zijn er veel voordelen verbonden aan de uitstraling van een landelijke campagne, het is zaak om te beginnen met wat er al ligt aan plannen en activiteiten in de wijk zelf. De lokale projecten kunnen inspelen op de sterke kanten in de wijk. Dat er 'van bovenaf' iets wordt aangereikt werkt als een katalysator, maar het is van belang om zo direct mogelijk aan te sluiten bij datgene wat er in de wijk leeft en te starten bij de bewoners zelf.
Beginnen met wat er al is Door gebruik te maken van ideeën en activiteiten die al bestaan en die binnen het programma als geheel te loodsen, blijft het karakter van deze activiteiten bestaan, en kunnen er tegelijkertijd meer mensen bij betrokken worden. Dat beginpunt kan ook een duidelijk probleem zijn dat in de wijk speelt. Een eenvoudige en concrete doelstelling werkt het beste.
21
Continuïteit De continuïteit is erbij gebaat dat wederzijdse vooroordelen bespreekbaar worden gemaakt. Continuïteit is van belang, niet alleen in de zin dat de campagne moet doorgaan en zich verder moet uitbreiden, maar ook in het verwerken van de opgedane ervaringen in methodes. Dit moet niet alleen worden ingezet om het werken in de wijk te ondersteunen, maar ook richting politiek.
Vervolgactiviteiten Om het ontstane of versterkte draagvlak voor het behartigen van gemeenschappelijke belangen te behouden, is het noodzakelijk dat er zo snel mogelijk wordt gestart met vervolgactiviteiten. Een vervolgtraject kan het beste vorm krijgen in een serie kleinschalige activiteiten op het basisniveau waarop mensen elkaar ontmoeten (straat, flat, rond de basisschool). De activiteiten moeten gericht zijn op snelle mogelijkheden voor succes.
22
Bijlage
Landelijke informatiedag 14 - 12 - 1996 DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL Naam
Gemeente
Achtergrond - organisatie
Abers, R.H.I.M. Abíkar, Sh. Adnane, A. Akakça, Nüsçan Ali Oguz, Seyit Arntz, Herman Arroudi, Mohammed Axwijk, H . Azarhoosh, F. Azun, Y. Badloe, R. Bahadin, Niyazi Balgobind, Harry Bannouh, Abdeslam Blaakmeer Blankensteijn, Jakop Blauw, Ria Bodd, Johan Boddeke, Arie Boeijen, Jacobien van Bouhkris Boven, Lieneke Brakkee, Niels Broeck, M v/d Burgt, F. van den Caspers, Cock Carrière, Jaap Carton, Dick Cleef, Mia van Coster, Cornel de Dagama, A. Damme, Jacques van Diepenmaat,Els Duynhoven, Pieter van Dijkstra, J. Egberink, Jan El Manouzi, Aziz Ende, Annie van 't Ende, Jan van der Engelman Erer, Gülin Ertek Cimenoglu, S. Exter, Jak den Ferdinand, Fanus Geerts, Ruud Gelderen, van Goede, H. de Haanstra, Ron Haar, A.J. van der Hakkenbroek, Michel Hanny, F. Hartmans
Schiedam Venlo Veenendaal Roosendaal Arnhem Sint M Hoogezand Roosendaal Lelystad Amsterdam Harderwijk Den Haag Veenendaal Drachten Zeist Emmeloord Hengelo Oosterhout Harderwijk Kampen Amsterdam Geleen Hoogeveen Zwolle Holt Vlissingen Nijmegen Oosterhout Almere Utrecht Sittard Den Helder Veenendaal Dordrecht Purmerend Helmond Zeist Hengelo Dordrecht Almere Arnhem Presik Harderwijk Dordrecht Amsterdam Alkmaar Zutphen Arnhem Sint M Geleen Kampen Vlaardingen Leiden Maastricht Vlissingen Maastricht
Stichting Welzijn Nieuwland Vluchtelingenwerk Vrijwilliger Bewoner Bewoner Platform Woonconsumenten Marokkaans Centrum El Kharif ASF/ADB Flevoland Gemeente Amsterdam Turkse vereniging Surinaams Regionaal Steunpunt Stichting De Vaart SWF Stichting Opbouwwerk Vrijwilliger / buurtbewoner Wijkraad Noord & Buurthuisraad (Scala) Bewonersgroep Stichting de Drukkerij Stichting Welzijn Kampen Vluchtelingenwerk Marokkaanse vereniging Stichting Welzijn Buurtsportwerker Buurtbewoner Stichting de Brug Bewonersgroep Stichting de Schoor Stichting Forum Bewoner Opbouwwerker Federatie Buurtbeheer ? Wijkbeheer De Staart Stichting IMCO SWH projectgroep buurtbeheer Binnenstad Bewonersorganisatie Adviseur Wijkraad Noord (Scala) Stichting Welzijn Dordrecht Stichting de Schoor Actief bewoner Wijkplatform RCB-D Elele Den Exter onderzoek, training & advies Buurtbewoner Opbouwwerk De Hommel Buurtcomité Wijkwerkgroep Bureau Welzijnsprojecten LWO-West Wereldjongeren / Stichting Traject Beroepskracht Commissie SCW Buurtbewoner
23
Hattaoui, Saïda Hattink, Mariët Hettinga, Greet Holland, M. van Holle, Sara Hout, Hellie van Ifnaren, D. Jansen, Ancika Joosten, Carmen Kanters, Ed Kardol, Lenie Kellenaers, Peter Keysers, R. mw Kielman, Eddy Knaapen, Frans Koeiman, H. Kok, W Költgen, H. Koomen, Margriet Korzilius, Paul Kraats, Jan Willem vd Kroneman, Marieke Koster, Guilly Kruidhof Kuipers, G. Leemkule, Nancy Leeuw, van der Leeuw, Helma v/d Leeuwis, Wim L'Espoir Lhahaoui, Rachid Liepertz, Gonny Loskamp, André Malingré, Mariëlle Margrië, Klazien Mehlkopf, Pierre Mello, Alejandro de Meulenberg, G.M.M. Miesse, Ch. Mol, Monique Mulders, Anton Neumann, Karin Noordhuizen, Jan Noorlander, Ab Ölmez, I. Oppelaar, Hans Özdemir, Ali Palstra, Hessel Pauls, C . Pesoelima, Maartje Pieters, Pierre Pijnaker, Anneke Pijpers, Mia Poetoehena, M Ponte-Lira, Ruben Poot, Bert v/d Poort, Jan Ridder, Hans Riemslag Rooijen, M. van Roseval, Harold _ahin, Züleyha Sancak, Idris
24
Arnhem Amsterdam Utrecht Lelystad Arnhem Presik Amstelveen Zeist Emmeloord Ridderkerk Eindhoven Vlaardingen Maastricht Bergen OZ Hoogezand Helmond Veenendaal Veenendaal Venlo Amsterdam Bergen OZ Emmeloord Amsterdam Amsterdam Zwolle Holt Vlissingen Almere Helmond Venlo Dordrecht Geleen Vlaardingen Helmond Zutphen Zaandam Hoogeveen Amsterdam Eindhoven Amsterdam Venlo Tilburg Nijmegen Hoogeveen Roosendaal Oosterhout Leiden Amstelveen Arnhem Sint M Veendam Nijmegen Hoogeveen Sittard Zwolle Holt Sittard Den Helder Zwolle Holt Zwolle Holt Oosterhout Veenendaal Geleen Veenendaal Utrecht Zutphen Zutphen
Stichting Osmose Stichting Pop Against Racism Verwey Jonker Instituut ASF/ADB Flevoland Sociaal Cultureel Werkster Ambtenaar M&R Migrantenorganisatie Vrijwilligster Stichting Dynamiek Centrum Buitenlanders Oost-Brabant Bewoner Wereldjongeren / Stichting Traject Buurtbewoonster Platform Woonconsumenten SWH projectgroep buurtbeheer Binnenstad Voorzitter ASA Vrijwilliger WAO-er Amsterdams Steunpunt Wonen Sociaal Cultureel Werker Opbouwwerker Paspartoe Emmeloord Dienst Welzijn Amsterdam i.o. Somora Wijkorganisatie Vrijwilliger Stichting de Schoor SWH projectgroep buurtbeheer Binnenstad Welzijnsstichting Venlo, Bc. De Vleugel Stichting Welzijn Dordrecht RIWM Bewoner Stichting Welzijnbevordering Helmond Stichting Welzijnswerk Zutphen Bewoner Werkgroeplid Dienst Welzijn Amsterdam i.o. Consulent Centrum Buitenlanders Oost-Brabant Stichting ABC Stichting Lisanga Prisma Tandem-West Werkgroeplid Stedelijk Instituut Welzijn Bewonersgroep H.T.I.B. Buurtconciërge Opbouwwerker Stichting de Wissel Stichting de Brug Werkgroeplid Bewoner Wijkorganisatie Bewoner Federatie Buurtbeheer nieuw Den Helder Buurtsportwerker Stad & Welzijn Stichting Welzijn Oosterhout Buurtbewoner / bewonerscommissie Jongeren Stichting de Vaart Stichting Forum Vrijwilligster organisatie El-ele Stichting Welzijnswerk Zutphen
Sanders, Ans Saouti, O. Saruhan, N . Schipper, Marijke Schuringa, mw Schuurman, Bert _endag, Ö. Sivri, Rahmi Siwabessy, F.A. Smit, J. Smits, José Sturzad, Shiva Sprang, Leo van Sprang, Lilian van Tuin, J. mw Veeris, J.P. Verspier, Inge Ververgaart, J. Vries, Annette de Weers, Hans de Weijer, Anneke Wijngaarden, Anneke v Wit, Luus de Yilderim, H. Yzerman, J. Zihni, H.
Arnhem Pres Harderwijk Amsterdam Dordrecht Driebergen Arnhem Pres Amsterdam Nijmegen Rijswijk Veendam Sittard Almere Almere Almere Veendam Utrecht Arnhem Sint M Bergen OZ Drachten Amstelveen Amstelveen Utrecht Zaandam Veendam Harderwijk Soest
Bewoner Marokkaanse vereniging Elele Stichting Welzijn Dordrecht Hogeschool De Horst Stadsdeelmanager Presikhaaf Amsterdams Steunpunt Wonen Tandem-West Ministerie van VWS Buurtbeheer SWES Iraanse huis Stichting Suralmere Stichting Suralmere Jongeren Stichting Forum Wijkpostmedewerker Stichting Samenlevingszorg SWF Opbouwwerk Amstelveen Beheercommissie Secretariaat Europees jaar tegen Racisme St. Welsaen Turkse organisatie Wijkplatform Internationaal Vrouwencentrum
25
DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL CAMPAGNE Fase 1 kortlopende campagne
<=>
STRUCTUREEL Fase 2 structurele inbedding
krachtige activiteitenmix
vasthouden van resultaten
kortlopend krachtige stimulans katalysator
langere termijn doorlopende activiteiten in beweging blijven
26
ACTIVITEITENMIX
DE WIJK IS VAN ONS ALLEMAAL 1.
2.
3.
EVENWICHTIG -
positief en oplossingsgericht
-
zakelijk idealisme
-
geen betutteling of moraalprediking
SAMENHANGEND -
rode draad
-
op korte termijn uitvoerbaar (haalbare doelen)
-
toewerkend naar hoogtepunt
AANSPREKEND -
variatie (ieder wat wils)
-
niet alleen praten, ook doen
-
zowel binnen- als buitenactiviteiten zowel feestelijke als serieuze elementen
27
Amstelveen, Keizer Karelpark Milieuweek in Keizer Karelpark De Roald Dahlschool, de gemeente en buurtbeheer hebben samen een milieuweek georganiseerd in de wijk Keizer Karelpark. In deze week waren de onderwerpen: schone leefomgeving, verschillende culturen en een beter milieu, gecombineerd in diverse activiteiten. De school had een onderwijsproject over (zwerf)afval en alle leerlingen zijn de wijk ingegaan om zwerfvuil op te ruimen. Hun werk is door de gemeente afgemaakt. Tijdens de open dag van de school was er een culturele markt waar wijkbewoners Surinaamse en Marokkaanse hapjes en drankjes, gemaakt door ouders, konden proeven en waar zij tevens de tentoonstelling over afval konden zien. Tijdens de eco-dag lieten winkeliers hun milieuvriendelijke producten zien, presenteerden het Eco-team, Natuur en Milieuvoorlichtingscentrum en gemeente reiniging zich op een kleine markt en kreeg de wethouder van Milieu de eerste milieuvriendelijke vierkante melkfles overhandigd.
Schiedam, Nieuwland Panelgesprekken tussen bewonersgroepen en follow-up Op zondag 27 oktober 1996 werd in Schiedam de slotmanifestatie gehouden van De Wijk is van ons Allemaal. Tijdens deze manifestatie vonden er panelgesprekken plaats tussen bewoners van twee verschillende buurten, waar het project met succes was afgesloten. Van elke buurt waren vier bewoners uitgenodigd die zeer actief aan het project hadden deelgenomen. Ze wisselden onderling ervaringen uit en vertelden over de positieve effecten die dit project voor de buurt had opgeleverd. Wat natuurlijk ook belangrijk was, was het feit dat aan de aanwezige politici van Schiedam duidelijk werd gemaakt dat men graag door wilde gaan met dit soort activiteiten in de buurt. De politici beloofden dat ze met geld zouden komen als de bewoners met goede ideeën kwamen. Dat zullen de bewoners zeker doen.
Zaandam, Poelenburg Samenwerking tussen basisscholen in het kader van De Wijk is van ons Allemaal Op het moment dat duidelijk werd dat Zaandam-Oost mee zou doen aan De Wijk is van ons Allemaal, hebben de initiatiefnemers van het project de basisscholen in deze wijk benaderd. Van de zeven basisscholen reageerden vijf meteen positief en uiteindelijk zijn vier scholen, elk op hun eigen manier, betrokken geweest bij het project. De ene school heeft het thema verweven in alle lessen, de andere in een eenmalige activiteit; sommige scholen participeerden met alle groepen, andere alleen met de onderbouw. Met al die eigen wijzen van de scholen was het uiteindelijke resultaat bij de tentoonstelling in de wijk verbluffend gemeenschappelijk.
28
Arnhem, St. Marten Trappenhuisgesprekken als middel ter verbetering van het leefklimaat In St. Marten ligt, tussen enkele blokken flats ingeklemd, het Binnenterrein. De bewoners in de trappenhuizen rondom het Binnenterrein werden gestimuleerd om met elkaar in overleg te gaan. Onderwerp van dit gesprek was in eerste instantie nadere kennismaking en bespreking van gezamenlijk ervaren problemen. Aan elk trappenhuis werd een cheque overhandigd van ƒ 250, die men kon besteden aan het verbeteren van het leefklimaat in het trappenhuis. De gesprekken hebben zonder meer een positief effect gehad op het samenleven. Irritaties tussen turkse en nederlandse bewoners in een trappenhuis zijn uitgebreid besproken en men weet elkaar nu gemakkelijker te vinden en aan te spreken. De overlast van jongeren in een trappenhuis is verminderd, doordat de woningcorporatie n.a.v. een gesprek ingreep. Hierdoor werden mensen ineens aanspreekbaar en bereid mee te werken aan het oplossen van problemen waardoor het vertrouwen van bewoners groeit.
Bergen op Zoom, De Blokkendoos Opzet wijksteunpunt In het najaar van 1995 hebben bewoners uit de Blokkendoos groot alarm geslagen over de onhoudbare overlast in de wijk, veroorzaakt door druggebruikers en drugdealers. Er bleek sprake van een cumulatie van verschillende problematieken in de wijk: sociaal en fysiek verval en het ontbreken van voorzieningen. Op initiatief van de Stichting Samenlevingszorg zijn bewoners en diverse organisaties, die bij het beheer in de wijk betrokken waren, om de tafel gaan zitten. Het bleek goed haalbaar om een breed samengestelde en actieve bewonerscommissie op te richten. Naast het opkanppen van de eigen wijk, heeft de commissie de opening van een wijksteunpunt mogelijk gemaakt. De bewoners hebben het gebouw zelf opgeknapt met medewerking van vele sponsors die materialen en know how leverden. Vanuit dit wijksteunpunt bedienen nu diverse organisaties het zuidelijk deel van de wijk en bewoners maken er gebruik van om te vergaderen en nieuwe ideeën te ontwikkelen.
Den Haag, Schilderswijk Project rond het thema 'Er zijn meer wegen naar God' Het doel was buurtbewoners, jong en oud, allochtoon en autochtoon, meer kennis van elkaars religie en geloof bij te brengen en hen zodoende dichter bij elkaar te brengen. Natuurlijk is niet het geloof het enige waarin men van elkaar verschilt. Wel is het een belangrijk referentiekader van waaruit men op elkaar reageert en met elkaar omgaat. Het geloof schept en bevestigt waarden en normen, die generaties lang worden doorgegeven. In alle geloven c.q. levensovertuigingen staat echter het respect voor de medemens centraal. Tegenwoordig heeft die medemens vaak een andere kleur, spreekt soms een andere taal en heeft een ander geloof, waarden en normen. De woonwijk herbergt tegenwoordig vaak al deze medemensen, zonder dat men elkaar echt kent, zonder dat men zich in elkaar verdiept. Maar: "De Wijk is van ons Allemaal"! Wij willen prettig kunnen wonen in die wijk en dan moeten wij elkaar oprecht leren kennen. Een essentieel punt daarbij vormt de kennis van elkaars geloof.
29
Leiden, Hoge Mors Sfeerreportage over de flat als stimulans tot communicatie In Leiden-West ligt de wijk "Hoge Mors". In deze wijk staat een lange flat van zes verdiepingen. Eén vierde van deze woningen wordt bewoond door allochtonen van ongeveer vijftien verschillende nationaliteiten. In de flat heerste verzet tegen de komst van een Turkse zelforganisatie in de directe omgeving ervan. Handtekeningenacties en racistische geluiden waren het gevolg, zo ook dit video-project. De videoband geeft inzicht in wat er leeft in de flat en wordt gebruikt om de miscommunicatie die er heerst te doorbreken. De bewonerscommissie "Samen Verder" wil nu allochtonen opnemen in hun groep en wil in gesprek treden met allochtonen organisaties. Een stapje in de goede richting, want waar een wil is is een weg.
Maastricht, Daalhof Activiteiten voor en door jongeren Onder het motto: "niet praten maar doen!" toverden jongeren van het Maastrichtse jongerencentrum 't Pleinsje, samen met zo'n 25 jonge vluchtelingen een braakliggend terrein om tot hun eigen sportveldje. Daarnaast was dit vooral een poging om mensen uit verschillende culturen dichter bij elkaar te brengen. Met vallen en opstaan leerde men elkaar beter kennen en groeiden de sfeer en de onderlinge contacten. Wereldjongeren pakte een ingewikkeld maatschappelijk probleem aan met enkele tonnen zand, honderden tegels, zweet, gezelligheid en goede wil.
Zwolle, Holtenbroek 15.000 mensen op de been gebracht door 2 beroepskrachten en veel vrijwilligers Het Wijkfeest had tot doel afstemming en samenwerking tussen wijkorganisaties te verbeteren. Ook wilde men met het feest proberen de zeer negatieve beeldvorming over de wijk ten goede te keren. Het resultaat was zichtbaar met ruim 15.000 bezoekers (in de wijk wonen slechts 10.000 mensen!), de inzet van veel wijkorganisaties en een grote, representatieve groep vrijwilligers. Het festijn in de wijk heeft een enorm enthousiasme losgemaakt bij bewoners, vrijwilligers en de deelnemende instellingen. Belangrijk is dat de verschillende in en ten behoeve van de wijk Holtenbroek werkzame organisaties elkaar nu beter weten te vinden. Het vrijwilligerskader laat zich nu ook makkelijker aanspreken op het verrichten van overige voor de wijk belangrijke taken. Kortom: een zeer geslaagd evenement: grootschalig van opzet, gemoedelijk en sfeervol! Wijkbewoners zijn trots op het feest in hún eigen wijk.
30