BEGELEIDINGSKATERN :
DE BEGINNENDE LEERKRACHT Onderdeel van de map ‘DEBUUTBLUES… Een begeleidingsprogramma voor beginnende leerkrachten’
1
INHOUD 1.
ALGEMENE INLEIDING
3
1.1
3 4 5 5
1.2 1.3 1.4
DE BEGINNENDE LEERKRACHT 1.1.1. Algemene problemen 1.1.2. Inhoudelijke problemen DE BEGELEIDING INSTRUMENTEN VOOR DE OPVANG EN ONDERSTEUNING TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK VAN DE KATERN VOOR DE BEGINNENDE LEERKRACHT
6 7
2.
HET PERSONEELSBELEID
3.
BEGELEIDINGSOVEREENKOMST
10
4.
BEGELEIDINGSPROGRAMMA
12
4.1 4.2 4.3
9
BEGELEIDINGSONDERWERPEN DIE AAN DE ORDE KUNNEN KOMEN VOOR DE EERSTE WERKDAG 12 EEN BEGELEIDINGSPROGRAMMA VOOR DE OPVANG 12 EEN BEGELEIDINGSPROGRAMMA VOOR DE ONDERSTEUNING 18
5.
HET LOGBOEK
22
6.
VERSLAGEN VAN GESPREKKEN MET MENTOR EN DIRECTIE 25
7.
EXTERNE INSTANTIES
29
2
1
ALGEMENE INLEIDING
Schoolbesturen krijgen meer ruimte voor het voeren van een eigen beleid, de verantwoordelijkheid voor het invullen van de hele schoolstructuur wordt alsmaar groter. Een specifiek aspect van zorgvuldig personeelsbeleid is de opvang en ondersteuning van beginnende leerkrachten. Die opvang en ondersteuning schiet vaak tekort. Veel beginnende leerkrachten in het basisonderwijs ervaren na voltooiing van hun opleiding specifieke problemen. Wanneer een leerkracht in deze beginperiode aan zijn lot wordt overgelaten, kan hij of zij strategieën gaan ontwikkelen die uiteindelijk goed en succesvol onderwijzen in de weg staan. Het is van belang dat de scholen meer en beter aandacht besteden aan de begeleiding van beginnende leerkrachten. In deze algemene inleiding vindt u een korte beschrijving van deze instrumenten, voorafgegeaan door een samenvatting van de bestaande inzichten in de problematiek van beginnende leerkrachten.
1.1 DE BEGINNENDE LEERKRACHT
De beginnende leerkracht heeft te maken met twee werkvelden: de school en de externe betrokkenen. De externe betrokkenen spelen in de startfase een bescheiden rol. Met bijvoorbeeld de i nspectie en de schoolbegeleidingsdiensten heeft de beginnende leerkracht weinig contact. Er is echter één groep van externe betrokkenen waar hij heel veel mee te maken krijgt, en dat zijn de ouders van de leerlingen. De leerkracht is voor een groot gedeelte van de dag verantwoordelijk voor hun kind(eren), en hij is aan hen verantwoording schuldig. De leerkracht is voor de ouders tevens een soort spreekbuis van de school Binnen de school krijgt de leerkracht te maken met de directie en met collega’s en soms met een mentor. De directie heeft een beoordelende functie, de collega’s vervullen soms de ondersteunende functie en de mentor neemt de begeleidende functie voor zijn rekening. De activiteiten van de leerkracht binnen de school richten zich op 3 niveaus : • op leerlingniveau : het begeleiden van individuele leerlingen • op klasniveau : het geven van onderwijs • op schoolniveau : bv. het bijwonen van personeelsvergaderingen en andere schoolse activiteiten
1.1.1. •
Algemene problemen
Persoonlijke ontwikkeling De meeste beginnende leerkrachten bevinden zich nog in de overgangsfase van adolescentie naar volwassenheid, en zijn nog bezig met de ontwikkeling
3
van hun identiteit. Tegelijkertijd komen ze in een werksituatie terecht waarin van hen gevraagd wordt dat zij hun persoon inzetten als instrument. Er wordt van hen verwacht dat ze op een verstandige manier omgaan met emoties als boosheid en onmacht. •
Omgaan met verantwoordelijkheid Het belangrijkste aspect van de beroepsrol, het dragen van verantwoordelijkheid, ontbreekt grotendeels in de opleiding. Het ontbreken van die verantwoordelijkheid heeft onder andere ook tot gevolg dat studenten, naar aanleiding van gegeven lessen tijdens de stage niet worden geconfronteerd met de effecten van hun lesgeven op langere termijn.
•
Verwachtingen en realiteit lopen uiteen Er is een verschil tussen de wijze waarop men dacht de rol van leerkracht te kunnen vervullen en wat in de praktijk mogelijk is. De overgang van de opleiding naar de praktijk houdt voor alle beginners een confrontatie in met zowel zichzelf als met de klassen waarvoor zij de verantwoordelijkheid dragen. Er is sprake van verschil in beeldvorming over het onderwijzen dat opgebouwd is gedurende de opleiding enerzijds en de echte praktijk anderzijds. Veel leerkrachten hebben het beroep gekozen vanwege de pedagogische component : de zorg voor kinderen. In de praktijk blijkt echter dat zij in het begin vooral bezig zijn met orde houden, voorbereiden en organiseren van onderwijsleersituaties, en dergelijke.
•
Rolopvatting Van belang is hoe beginnende leerkrachten reageren op het verschil in rolopvatting (leerkracht als pedagoog versus leerkracht als ordehouder) als zij daarmee geconfronteerd worden. In de praktijk blijkt dat de meeste leerkrachten proberen zoveel mogelijk onzekerheden uit te schakelen door zelf de touwtjes in handen te nemen. Er ontstaat dan meestal een vorm van onderwijs waarbij de leerkracht centraal staat. Hij trekt als het ware alle verantwoordelijkheid voor de gang van zaken tijdens de les naar zich toe. Een gevolg hiervan is dat de meeste beginnende leerkrachten veel aan het woord zijn: alles zelf vertellen, op het bord voordoen en klassikaal controleren, kortom van interactie is dan weinig sprake. Het gevaar is aanwezig dat de leerkracht niet meer durft af te wijken van het eenmaal ontwikkelde lespatroon omdat dat een risico met zich meebrengt. De beginnende leerkracht is volledig gericht op het overleven in de klas en voelt zich niet meer vrij om te experimenteren met allerlei werkvormen.
1.1.2. Inhoudelijke problemen
Naast boven omschreven algemene problemen spelen uiteraard ook inhoudelijke problemen. De belangrijkste inhoudelijke problemen zijn in volgende categorieën onder te brengen :
4
•
Orde Een klas niet goed kennen, kan leiden tot ordeproblemen (welke leerlingen zijn goed of zwak; wie is rustig, wie onrustig; wie neemt welke plaats in in de klas).
•
Omgaan met verschillen tussen leerlingen Voor veel beginners is het moeilijk om snel inzicht te krijgen in de aard van leer- en gedragsproblemen bij kinderen, en daar het handelen op af te stemmen. Het beoordelen van leerlingprestaties (toetsing, evaluatie) valt hier ook onder.
•
Leerstof en leermaterialen Beginners moeten in korte tijd zich verschillende methodes en materialen eigen maken,en de leerstof vlot en flexibel kunnen hanteren. Kennis van de cognitieve ontwikkeling en de opbouw van de leerstof zijn eveneens vereist.
•
Organisatie van onderwijs - en leeractiviteiten Ook het structureren van onderwijsleersituaties ( klasmanagement) wordt door de beginnende leerkracht vaak nog onvoldoende beheerst.
•
Motivatie van de leerlingen Het valt beginnende leerkrachten veelal moeilijk leerlingen te motiveren. Dit hangt samen met het nog in onvoldoende mate kunnen beïnvloeden van het groepsklimaat.
1.2 DE BEGELEIDING
We maken een onderscheid tussen verschillende fasen : •
De eerste twee maanden In deze fase ligt de nadruk op de hiervoor genoemde ‘algemene problemen’. De begeleiding moet het accent leggen op de inhoudelijke ondersteuning met behulp van een begeleidingsprogramma. De begeleiding vindt in eerste instantie plaats door de school zelf. Uiteraard kan externe begeleiding of bijscholing heel goed een aanvullende functie vervullen.
•
De rest van het eerste schooljaar : De inhoudelijke ondersteuning is gericht op het werken in eigen klas. Op basis van de gesignaleerde problemen uit het literatuuronderzoek is het belangrijk in deze periode aandacht te besteden aan de volgende aspecten : orde, motiveren van leerlingen, planning van de leerstof, instructie, omgaan met verschillen, beoordelen van leerlingprestaties / evaluatie, leerstof, leermiddelen en ouders.
5
1.3 INSTRUMENTEN VOOR DE OPVANG EN ONDERSTEUNING
De instrumenten zijn bedoeld voor de beginnende leerkrachten zelf, voor de mentoren en directies. Deze instrumenten zijn bewerkt voor gebruik in de SintJohannaschool. •
Katern voor de beginnende leerkracht De beginnende leerkracht heeft behoefte aan duidelijkheid omtrent de begeleiding die de school biedt. Deze katern is bedoeld voor persoonlijk gebruik. Hierin worden afspraken, activiteiten en verslagen omtrent de begeleiding vastgelegd. Je vindt er het personeelsbeleid van de school in, de verslagen van mentorgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken.
•
Katern Klasmap Een wegwijzer, een map die behoort tot de klas waaraan wordt lesgegeven; hij kan dus ook door invallers gebruikt worden. Hierin staat de belangrijkste informatie over de school en over de klas waaraan je lesgeeft. Communicatie met ouders, organisatie en inhoud van onderwijs, praktische hulpmiddelen, formulieren voor een jaar- en weekplanning,… kan je hierin terug vinden.
•
Katern voor mentoren Deze geeft richtlijnen voor de begeleiding, nl. een omschrijving van zijn taken en vaardigheden. Je vindt er ook de instrumenten en hulpmiddelen in terug voor gespreksinterventies, begeleidingsgesprekken,… Er is een uitgebreid begeleidingsprogramma opgenomen dat de eerste paar maanden per week aangeeft welke aspecten van de beroepsrol aan de orde kunnen komen. Voor de rest van het jaar worden er per maand suggesties gegeven. Een checklist voor de beginnende leerkracht biedt de gelegenheid zijn behoeften naar voren te brengen. Hierbij hoort een handleiding voor de mentor die inhoudelijke richtlijnen voor de begeleiding biedt.
•
Katern voor de directie De rol van de directie bij de beginnende leerkracht is cruciaal. Hij heeft de verantwoordelijkheid de zaken zo te organiseren dat de beginnende leerkracht wordt opgevangen en ondersteund. Daarnaast komt de directie zelf in actie bij de functionerings- en beoordelingsgesprekken. Deze katern bevat informatie over de rol die de directie speelt bij de begeleiding van de beginnende leerkracht. Deze map geeft informatie over functionerings- en beoordelingsgesprekken en bevat o.a de kant en klare hulpmiddelen om deze af te nemen.
6
1.4 TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK VAN DE KATERN VOOR DE MENTOR.
Een goede begeleiding staat of valt met een vertrouwensrelatie: de beginnende leerkracht moet zich kwetsbaar durven op te stellen. Hij of zij moet willen leren, en moet durven aangeven dat nog niet alles even goed gaat. De mentor moet dus niet naast de begeleidende rol tevens de beoordeling doen. Bovendien kost een goede begeleiding veel tijd. Ook om die reden ligt het voor de hand de twee genoemde rollen te scheiden. De directie kan zich richten op de organisatie van de begeleiding en op haar eigen rol als beoordelaar. Een collegaleerkracht ( senior) kan zich richten op de rol van mentor. Waar de directie in ieder geval zelf in actie komt, is bij functionerings- en beoordelingsgesprekken. Een probleem dat zich hierbij aandient, de vertrouwelijkheid van de informatie waarover de mentor kan beschikken. Tijdens de begeleiding stelt de beginner zich open en leerbaar op. Dit impliceert dat de zwakke plekken in iemands functioneren op tafel komen. Zeker op het moment van functionerings- en beoordelingsgesprekken zal de directie bij de mentor aankloppen om informatie. Een duidelijk procedure-afspraak is een mogelijke oplossing. Deze afspraken worden in een overeenkomst vastgelegd om geen schijnvertrouwelijkheid te creëren. Voor het opzetten en invoeren van een zorgvuldige begeleiding van beginnende leerkrachten is het raadzaam een stappenplan te hanteren. Hieronder volgt een voorbeeld met enkele aandachtspunten. STAP 1 : inventarisatie van noodzakelijk (bevorderende) factoren Voor de eigen schoolsituatie moeten onderstaande vragen worden beantwoord : • Past het mentorschap binnen het bestaande personeelsbeleid ? • Is er een systeem voor functionerings- en beoordelingsgesprekken ? • Hoe organiseren we volgende faciliteiten (taakbeleid, niet-lesgebonden taken) ? • Voldoe je aan de criteria voor een mentor ? (zie profiel van een mentor) • Is de school bereid om te investeren in mentorschap(scholing) ? STAP 2 : De keuze van een mentor Bij de selectie van mentoren en bij de koppeling van een mentor aan een beginnende leerkracht zijn o.a. de volgende punten van belang : • Hoeveel tijd kan en wil de mentor vrijmaken ? • Hoe toegankelijk en bereikbaar is de mentor voor de beginnende leerkracht ? • Heeft de mentor dezelfde leeftijdsgroep, of kent de mentor de klas en de te behandelen leerstof ? STAP 3 : Organisatie • In welke frequentie vinden begeleidingsgesprekken plaats ? • Wie is verantwoordelijk voor een goed verloop ? • Hoe ziet de inhoud en de structuur van de gesprekken er uit ? • Welke hulpmiddelen worden gebruikt (besprekingsformulieren e.d.) ? • Planning ?
7
STAP 4 : Presentatie aan het team De begeleidingsaanpak zal met het team besproken worden om ook daar een draagvlak te creëren. Het team wordt geïnformeerd over het opzet, het doel en de uitvoering. STAP 5 : Uitvoering Het succes van de uitvoering is voor een groot deel afhankelijk van het overeenkomen van de verwachtingen van alle actoren : de beginnende leerkracht, de directie en de mentor. Vooraf goed doorspreken van deze verwachtingen en deze vastleggen in een contract dragen hiertoe bij. STAP 6 : Evaluatie Tijdens en na afloop vindt een evaluatie plaats gericht op vragen als : • vinden begeleidingsgesprekken plaats volgens het geplande schema ? • voldoet de begeleiding aan de verwachtingen ? • zijn er gezamenlijke knelpunten ? • klopt de werkelijke tijdsbesteding met de geraamde ? • moeten er bijstellingen plaatsvinden in de opzet ?
8
2 HET PERSONEELSBELEID In dit hoofdstuk worden onderdelen van het personeelsbeleid opgenomen die relevant zijn voor beginnende leerkrachten. Belangrijke onderwerpen zijn : • het benoemingsbeleid • de aanstellingsprocedure • de ontslagprocedure. Een beginnende leerkracht begint altijd te werken met een contract van bepaalde duur. Dat kan lopen van 2 weken tot 1 schooljaar. Wanneer een leerkracht 600 dagen, verspreid over 3 jaar, in één school gewerkt heeft, komt ze in aanmerking voor TADD. TADD staat voor Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur. Deze leerkracht is dan prioritair. Pas als je heel deze weg hebt doorlopen, kom je in aanmerking voor een vaste benoeming. De vaste benoeming steunt in onze school op anciëniteit.
9
3 BEGELEIDINGSOVEREENKOMST Zowel voor de beginnende leerkracht, voor de mentor, als voor de directie is het goed ‘de rechten en plichten’ te kennen van alle partijen ten aanzien van de begeleiding. Een vastlegging en ondertekening van de afspraken die gemaakt worden over begeleiding, is een formalisering van de belangrijkste eerste fase van een beginnende leerkracht op onze school.
10
BEGELEIDINGSOVEREENKOMST Ondergetekenden verklaren hierbij zich te binden aan onderstaande afspraken omtrent de begeleiding van beginnende leerkrachten.
De opzet van de begeleiding : • • • • • • • • • • • •
kennismaking en introductie door de directie of mentor week 1 : dagelijkse gesprekken door de mentor week 1 – 4 : per week een begeleidingsgesprek door de mentor week 1 – 4 : per week een instructiegesprek door de mentor na 5 weken : speciaal begeleidingsgesprek door de mentor gevolgd door een observatie- en een feedbackgesprek maand 2 – 9 : per maand een begeleidingsgesprek door de mentor maand 2 – 9 : per maand minstens een instructiegesprek door de mentor maand 5 : een gesprek met de mentor over het functioneren van de begeleiding maand 6 : algemene observatie door de mentor gevolgd door een evaluatiegesprek maand 7 : evaluatiegesprek door de mentor functioneringsgesprek door directie na 28 weken : beroordelingsgesprek door de directie maand 9 : evalueren van het begeleidingstraject : vaststellen van een vervolgtraject
Te besteden tijd : Beschikbare uren voor de mentor : ……………uur per jaar
Afspraken over inhoud van begeleiding : De nadruk ligt op de lesgebonden activiteiten. Eventuele andere afspraken over de inhoud (eventueel vanuit sollicitatiegesprek) :
Rollen en verantwoordelijkheden : De beginnende leerkracht: is verantwoordelijk voor een leerbare opstelling en voor de ontwikkeling van zijn of haar vakbekwaamheid. De mentor : is verantwoordelijk voor een zorgvuldige en adequate begeleiding De directie : is verantwoordelijk voor de opzet en het verloop van de begeleiding, en voor de beoordeling van het functioneren van de beginnende leerkracht.
Vertrouwelijkheid : Afgesproken wordt dat de begeleidingsgesprekken tussen mentor en beginnende leerkracht vertrouwelijk zijn. In het evaluatiegesprek wordt in gezamenlijk overleg bepaald welke informatie wordt doorgegeven aan de directie. DIRECTIE
:
SCHOOL
:
MENTOR
:
DATUM
:
LEERKRACHT :
11
4 BEGELEIDINGSPROGRAMMA De begeleiding kan opgedeeld worden in 3 periodes : • voor de eerste werkdag • de eerste twee maanden (de opvang) • vanaf november tot april (de ondersteuning)
4.1
BEGELEIDINGSONDERWERPEN VOOR DE EERSTE WERKDAG
De beginnende leerkracht heeft voordat zij of hij begint met werken een gesprek met de directie en de mentor waarin de begeleidingsvisie en het begeleidingsprogramma nader besproken worden. De aard van de begeleiding is tijdens het sollicitatiegesprek al aan de orde geweest. In dit gesprek kan de begeleiding verder vorm gegeven worden. Verwachtingen ten aanzien van tijdsinvesteringen, scholing en dergelijke kunnen besproken worden zodat deze zaken voor alle betrokkenen duidelijk zijn. Na afloop van het gesprek kan de begeleidingsovereenkomst worden ondertekend of aangepast. De mentor kan de leerkracht wegwijs maken in het schoolgebouw en het lokaal laten zien waar de beginnende leerkracht komt te werken. Er kan iets verteld worden over de geschiedenis van de school, de schoolpopulatie en de wijk. Het schoolwerkplan of het schoolreglement kan bekeken worden. De beginnende leerkracht wordt aan zijn of haar collega’s voorgesteld en de aanspreekbaarheid van de diverse personen kan worden besproken. Van belang is ook dat de klas voor de eerste werkdag naar eigen ideeën kan worden ingericht. Tot slot kan de klasmap worden meegegeven zodat hij of zij thuis alsvast kan oriënteren op het werk in de klas.
4.2
BEGELEIDINGSPROGRAMMA VOOR DE OPVANG
De eerste twee maanden zijn erop gericht dat de leerkracht op de school zo snel mogelijk de opgedragen onderwijstaken kan vervullen. De beginnende leerkracht moet goed op de hoogte zijn van de belangrijkste schoolspecifieke afspraken, die het dagelijkse werk raken. In deze maanden ligt de nadruk op het verminderen van de praktijkschok . Het is belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan : • de persoonlijke ontwikkeling • omgaan met verantwoordelijkheden • verwachtingen en realiteit • rolopvatting.
12
WEEK 1 Tijdstip Inhoud
Door wie Mentor
Vorm/materiaal
Tijd
Geprek/ Klasmap
60 min
Intructiegesprek/ Klasmap
60 min
Ma.
-
Een gesprek over de eerste werkdag Niet gebonden lestaken overlopen Vragen van de BL beantwoorden
Di.
-
Een gesprek over de tweede werkdag Bespreken v/h gebruik van het agenda Uurrooster aanpassen Vragen van de BL beantwoorden
Mentor
Woe.
-
Evaluatie van de derde dag Leerlingendossiers overlopen Vragen van de BL beantwoorden
Mentor/ Gesprek / Taaklkr. Klasmap
60 min
Do.
-
Evaluatie van de vierde dag Vragen van de BL beantwoorden
Mentor
Gesprek/ Leerlingendossier
30 min
Vrij.
-
Evaluatie van de eerste week Vragen van de BL beantwoorden
Mentor
Begeleidingsgesprek
60 min
Aandachtspunten uit de klasmap • Algemene informatie : - niet gebonden lestaken die de leraar het eerste jaar voor zijn rekening moet nemen (bv. bewaking op de speelplaats, middagtoezicht, beurtrollen voor het bijwonen van vergaderingen en het maken van verslagen, opruimspeelplaats en refterdienst voor de kinderen, inschrijven van uitstappen …) • Organisatie van het onderwijs : - materiële voorzieningen : materiaalopslag, gebruik van videolokaal, zandbak, speelzaal, regels voor het gebruik en aanvraag van materiaal • Overige afspraken : - schoolreglement Aandachtspunten voor de instructiegesprekken : • Agenda voor de dagplanning • Opstellen van lessenrooster (vakindeling, uren) Doorspreken van leerlingendossiers : • Vorderingen, gedrag, risico’s, medische informatie, algemene kenmerken
13
WEEK 2 Tijdstip Inhoud
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
Gesprek
20 min
Mentor
Gesprek / Klasmap
20 min
-
Praktische zaken in de dagelijkse praktijk(rekeningen) Correctie van schriftelijk werk : rapportage en resultaten (puntenlijst) Vragen van de BL beantwoorden
Woe.
-
Evaluatie van de dag Een weekplanning opmaken
Mentor
Instructiegeprek/ Klasmap
40 min
Do.
-
Evaluatie van de week tot nu toe Voorbereiden van de ouderavond
Mentor
Begeleidingsgesprek
60 min
Vrij.
-
Evaluatie van de dag Beknopte leermiddelen en ontwikkelingsmateriaal voorstellen
Mentor
Klasmapgesprek
30 min
Ma.
-
Di.
-
Praktische zaken in de dagelijkse praktijk (aanwezigheidsregister en afwezigheidsbriefjes) Vragen van de BL beantwoorden
Aandachtspunten uit de klasmap : • Algemene informatie : - plaats van de leermiddelen • Inhoud van het onderwijs : - lijst van methodenbeschrijving - leermiddelen/ ontwikkelingsmateriaal • Rapportage en resultaten : - correctie van schriftelijk werk Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • De weekplanning
14
WEEK 3 Tijdstip Inhoud Ma.
-
Praktische zaken in de dagelijkse praktijk (bijhouden van leerlingenmateriaal) Interne communicatie ( verslagen, medelingen, e-mail, …)
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
Klasmapgesprek
30 min
Di.
-
Praktische zaken in de dagelijkse praktijk
Mentor
Gesprek / Klasmap
20 min
Woe.
-
Evaluatie van de dag Communicatie met ouders en externe betrokkenen (verslagen van oudercomitévergaderingen, leerlingenagenda, …)
Mentor
Instructiegeprek/ Klasmap
40 min
Do.
-
Praktische zaken in dagelijkse praktijk
Mentor
Gesprek
20 min
Vrij.
-
Evaluatie van de derde week
Mentor
Begeleidingsgesprek
40 min
Aandachtspunten uit de klassemap : • Algemene informatie : - interne communicatie Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • Communicatie met ouders en externe betrokkenen - contacten met ouders en hulpouders - oudercomité, CLB, LOC, Vakbond, …
15
WEEK 4 Tijdstip Inhoud Ma.
-
Praktische zaken in de dagelijkse praktijk Schooconcept : de werking van de taakklas
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
Klasmapgesprek
40 min
Di.
-
Praktische zaken in de dagelijkse praktijk
Mentor
Gesprek / Klasmap
10 min
Woe.
-
Evaluatie van de dag Opstellen van een maandplanning a.d.h.v. de weekplanning
Mentor
Instructiegeprek/ Klasmap
40 min
Do.
-
praktische zaken in dagelijkse praktijk
Mentor
Gesprek
10 min
Vrij.
-
evaluatie van de derde week
Mentor
Begeleidingsgesprek
40 min
Aandachtspunten uit de klasmap : • algemene informatie : - schoolconcept Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • de maandplanning (planning maken a.d.h.v. weekplanningsformulieren)
16
OKTOBER Tijdstip Inhoud
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
instructiegesprek
45 min
Checklist mentormap Gesprek / Klasmap Begeleidingsgesprek n.a.v. checklist
45 min
10 min
Week 1 -
Methodengebonden toetsing Het leerlingvolgsysteem
Week 2 -
Reflecteren op het werk in de klas a.d.h.v. een checklist Rapportage en resultaten (doelpunt)
Beg.lkr.
-
Speciaal begeleidingsgesprek a.d.h.v. de ingevulde checklist.
Mentor
Week 3 -
Overige afspraken (leerstofregistratie, regels in de klas) Rapporten schrijven
Mentor Mentor
Geprek/ Klasmap Instructiegesprek
Observatie in de klas : eventuele knelpunten in de praktijk onderzoeken. Feedbackgesprek van de observatie
Mentor
Observatie
60 min
Mentor
Feedbackgesprek
30 min
-
Week 4 -
Mentor
30 min 60 min
20 min
Aandachtspunten uit de klasmap : • Rapportage en resultaten : - observatielijsten - vorderingslijsten per vak • Overige afspraken - leerstofregistratie - regels van de klas Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • Methode gebonden toetsing • Leerlingvolgsysteem Begeleidingsgesprek : Dit gesprek vindt plaats nadat de beginnende leerkracht de checklist heeft ingevuld. De mentor bespreekt deze met de beginnende leerkracht. De toelichting die hoort bij de checklist, biedt de mentor richtlijnen voor het voeren van dit speciale begeleidingsgesprek.
17
4.3
BEGELEIDINGSPROGRAMMA VOOR DE ONDERSTEUNING
In deze periode ligt de nadruk op de inhoudelijke ondersteuning. De ondersteuning is gericht op de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en attitudes die de beginnende leerkracht nodig heeft bij het werk in de klas. NOVEMPER Tijdstip Inhoud Week 1 -
VAKANTIE
Door wie /
Vorm / materiaal
Tijd
/
/
Week 2 -
Evaluatie over het werken in de klas
Mentor
Begeleidingsgesprek
60 min
Week 3 -
Evaluatie binnen het team (goed voelen, werkgroepen,…)
Mentor
Gesprek / Klasmap
60 min
Week 4 -
Opstellen van toetsen en de puntenverdeling
Mentor
Instructiegesprek
60 min
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
Begeleidingsgesprek
60 min
Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • Opstellen van toetsen - rekening houden met de (minimum)doelen - gevariëerde vraagstelling - het gewenst minimum
DECEMBER Tijdstip Inhoud Week 1 -
Evaluatie over het werk in de klas
Week 2 -
Voorbereiden van een individueel oudercontact
Mentor
Instructiegesprek
60 min
Week 3 -
Evalueren van de begeleiding Evalueren van het begeleidingsprogramma
Mentor
Gesprek / Klasmap
45 min
Week 4 -
Vakantie
/
/
/
Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • Het houden van 10-minuten gesprekken met ouders n.a.v. het rapport • Voor het evalueren van het begeleidingsprogramma (zie paragraaf 1.4 van de katern voor de mentor en 2.3 van de katern voor de directie).
18
JANUARI Tijdstip Inhoud
Door wie /
Vorm / materiaal
Tijd
/
/ 90 min
Week 1 -
vakantie
Week 2 -
Hoe functioneert de beginner in de klas ?
Mentor
Welke begeleidingsinformatie wordt doorgegeven aan de directie ? Inzetten van remediërende middelen
Mentor
algemeen observatie en feedbackgesprek evaluatiegesprek
Mentor
Instructiegesprek
60 min
Hoe functioneert de beginner in de klas ? De uitkomst van het functioneringsgesprek
Directie
Functioneringsgesprek Begeleidingsgesprek
60 min
De jaarplanning
Mentor
Instructiegesprek
60 min
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
instructiegesprek
60 min
Week 3 Week 4 -
Mentor
30 min
60 min
Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • Zoeken en gebruiken van een eerste remediërend middel • De jaarplanning
FEBRUARI Tijdstip Inhoud Week 1 -
Het vergroten van zelfstandigheid
Week 2 -
Hoe functioneert de beginner in de klas ?
Mentor
Begeleidingsgesprek
60 min
Week 3 -
Vakantie
/
/
/
Week 4 Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • vergroten van de zelfstandigheid
19
MAART Tijdstip Inhoud
Door wie Mentor
Vorm / materiaal
Tijd
instructiegesprek
60 min
Week 1 -
Organiseren van gedifferentiëerd onderwijs
Week 2 -
Hoe functioneert de beginner in de klas ?
Mentor
Begeleidingsgesprek
60 min
Week 3 -
Welke begeleidingsinformatie wordt doorgegeven aan de directie ?
Mentor
Evaluatiegesprek
40 min
Week 4 -
Vakantie
/
/
/
Vorm / materiaal
Tijd
/
/
Beoordelingsgesprek Begeleidingsgesprek
60 min
Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • organiseren van gedifferentieerde leersituaties
APRIL Tijdstip Inhoud Week 1 -
Vakantie
Door wie /
Week 2 -
De kwaliteit van het werken in de klas
Directie
-
Het bespreken van de uitkomst van het Mentor beoordelingsgesprek en bekijken wat de eventuele consequenties zijn voor de begeleidingsinhoud
60min
Week 3 -
Het inrichten van de projectweek
Mentor
Instructiegesprek
60 min
Week 4 -
Eventuele bijstelling van de jaarplanning, de doelen checken op realisatie
Mentor
instructiegesprek
60 min
Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • Jaarplanning evalueren en eventueel herzien • Organisatie projectweek
20
MEI Tijdstip Inhoud
Vorm / materiaal
Tijd
Week 1 -
Hoe verloopt het werken in de klas ?
Door wie Mentor
Begeleidingsgesprek
60 min
Week 2 -
Welke leerlingen komen er in Mentor aanmerking voor een handelingsplan ? Opstelling van een handelingsplan voor 2 leerlingen
Instructiegesprek
60 min
Week 3 -
Eerste oriënterend gesprek over het maken van de eindrapportage : overgangsafspraken
Mentor
Instructiegesprek
45 min
Week 4 -
Evalueren van het begeleidingstraject Vaststelling van het vervolg van het traject
Mentor
Gesprek
60 min
-
60min
Aandachtspunten voor het instructiegesprek : • het opstellen van een handelingsplan • eindrapportage : overgangsafspraken.
21
5
HET LOGBOEK
In het logboek kunnen leerervaringen opgenomen worden. Hiervoor kun je gebruik maken van een logboekformulier. Het biedt de mogelijkheid om te reflecteren op het eigen onderwijsgedrag. Een logboek bevat evenwel vertrouwelijke informatie en daarom kunnen de logboekformulieren beter door de beginnende leerkracht zelf bewaard worden.
22
Naam : Datum :
LogBoekFormulier Beschrijf een activiteit die goed verliep.
Geef aan waarom dit een succeservaring voor je is geweest.
23
Datum :
LogBoekFormulier Beschrijf een activiteit die minder goed verliep en geef aan waardoor dat kwam.
Hoe verbeter je deze activiteit? Wat zou je de volgende keer anders doen?
24
6
VERSLAGEN VAN GESPREKKEN MET MENTOR EN DIRECTIE
AFSPRAKENFORMULIER MENTORGESPREK Naam leerkracht : Naam mentor : Datum gesprek :
ONDERWERPEN Wat waren de onderwerpen die ter sprake kwamen?
LEEREVARINGEN Welke leerervaringen heeft de leerkracht opgedaan m.b.t. deze onderwerpen?
AFSPRAKEN Welke afspraken zijn n.a.v. deze leerervaringen gemaakt?
EVALUATIE Wanneer worden deze afspraken geëvalueerd?
Datum : Tijd :
25
FORMULIER FUNCTIONERINGSGEPREK
26
27
7. EXTERNE INTANTIES
Het CLB Onze school wordt begeleid door het CLB van Wijnegem, Kerkhofstraat 29. De ouders kunnen de individuele CLB-begeleiding voor hun kind weigeren. De directeur staat ter beschikking voor de praktische uitwerking hiervan. De vaste begeleiders van onze leerlingen zijn : • Francis Kermans, adviseur. • Iris Ceulemans, verpleegster. Het CLB controleert nu ook de gezondheid van de leerlingen en kan, indien nodig, lessen geven in verband met hygiëne en seksuele voorlichting. Dokter Deleeck is verantwoordelijk voor onze school. Het medisch schooltoezicht is wettelijk verplicht. De ouders hebben het recht zich te verzetten tegen vermelde equipe. In dit geval dienen zij binnen de 15 dagen met een aangetekende brief hun verzet mede te delen aan de equipe medisch schooltoezicht op hoger vermeld adres. Zij moeten vervolgens binnen de 90 dagen een andere medische equipe kiezen die erkend is door de Vlaamse regering.
D.S.K.O. Het D.S.K.O. , Diosecaan Secretariaat voor het Katholieke Onderwjs, is een afdeling van de Guimardstraat. Het geeft de school adviezen en informatie op pedagogischdidactisch gebied. Je kunt beroep doen op hun pedagogisch begeleiders. Onze pedagogisch begeleider is Bob De Pooter. Hij kan pedagogische studiedagen verzorgen, helpen bij het uitschrijven van leerlijnen, … Het D.S.K.O geeft de scholen ook administratieve en juridische ondersteuning. Het staat in voor de communicatie tussen het ministerie en het katholieke onderwijs. Daarnaast verzorgen zij de navorming van de directies en de godsdienstleerkrachten.
Logopedie Logopedie is het opsporen, onderzoeken en behandelen van afwijkingen op het gebied van spraak, taal, stem, gehoor en ademhaling. De laatste jaren specialiseren zij zich ook op wiskundig gebied. Op onze school komen logopedisten kinderen helpen tijdens de lesuren, andere kinderen gaan naar een logopedisch centrum in de buurt van de school.
Kinesitherapie Kinderen die een motorische achterstand hebben, worden geholpen door een kinesiste.
28