Beheerscomité Raakvlak
Adviescomité Raakvlak
Beernem
Beernem
Barbara Vandenbrande
Cultuurbeleidscoördinator
Gijs Degrande
Conny Lambert
Brugge
Brugge
Pascal Ennaert
André Van Obberghen
Pieter Maréchal Yves Roose Lieve Mus
Damme
Damme
Joachim Coens
Deskundige musea
Marc Mus
Jan Hutsebaut
Jabbeke
Jabbeke
Nadia Hendrickx
Gemeente Jabbeke
Paul Vanden Bussche
Peter Debusschere
Knokke-Heist
Knokke-Heist
Bert De Brabandere
Directeur Cultuur/Toerisme
Jan Morbee
Fons Theerens
Torhout
Torhout
Lieselotte Denolf
Cultuurbeleidscoördinator
Willy Depoorter
Michiel Mestdagh
Zedelgem
Zedelgem
Patrick Arnou
Archief en Monumentenzorg
Matthys Pedro
Johan Braet
1
2
INHOUDSTAFEL 1.
Inleiding
2.
Archeologische werking
3.
2.1
Inventarisatie
2.2
Advisering
2.3
Beleid en beheer
2.4
Deponering en archivering
2.5
Ontsluiting en publieksgerichtheid
Veldwerk 3.1. Beernem 3.2. Brugge 3.3. Damme 3.4. Jabbeke 3.5. Knokke - Heist 3.6. Torhout 3.7. Zedelgem 3.8. Gemeentegrensoverschreidende projecten
4.
Personeel
5.
Besluit
3
4
het werkjaar 2013 zal hier toegelicht
1. INLEIDING
worden. Het jaarverslag voor 2013 van Raakvlak, de
Intergemeentelijke
Dienst
voor
2.1. Inventarisatie
Archeologie in Brugge en Ommeland, sluit direct aan bij het beleidsplan voor 2008-2013 en is meteen ook het laatste gelijkaardige in een lange reeks. In het
2.1.1. Overzicht van het gekende archeologische erfgoed in de regio, zowel sites als vondsten
jaarverslag wordt een overzicht gegeven
Ter ondersteuning van het beheer en
van de diverse beheersmaatregelen en
meer bepaald de advisering, wordt per
acties die in 2013 uitgevoerd zijn door
gemeente
Raakvlak.
Advieskaart
In een eerste deel wordt de algemene archeologische
werking
overlopen.
deel
In
van
twee
Raakvlak
wordt
per
een
2.1.2.
Inventarisatie
uitgevoerd
in de regio
in
2013,
opgemaakt
die
de kennis van het archeologisch erfgoed.
ongekende
gestart
(LAA)
Archeologische
gebaseerd is op een stand van zaken van
gemeente het archeologische veldwerk, of
Lokale
van
het
archeologische erfgoed
besproken. Daarnaast wordt ook een overzicht gegeven van de personeels-
Naar aanleiding van het vooronderzoek op het A11 (AX) traject, waar Raakvlak
bezetting van Raakvlak in 2013.
in 2010-2012 bureauonderzoek, histo-
2. ARCHEOLOGISCHE
risch
WERKING
ringen en proefsleuven uitvoerde (zie
onderzoek,
veldverkenning,
bo-
verder), in opdracht van AWV, werd dit De
intergemeentelijk
archeologische
verkennend en inventariserend onder-
dienst wordt financieel ondersteund door
zoek
de
gedeelte van de oostelijke kustvlakte
Vlaamse
Overheid.
Deze
onder-
ook
uitgebreid
tot
een
groot
steuning kadert in een globale geïn-
(Knokke-Heist,
tegreerde archeologische erfgoedzorg en
Hoeke/Damme,
wordt
Lissewege/Brugge). Ook andere projec-
vastgelegd
verbintenis
tussen
agentschap
AOE
worden
gemaakt
in
een
resultaats-
Raakvlak waarin rond
en
het
afspraken
Dudzele/Brugge
en
ten in de oostelijke kustvlakte sluiten hierbij aan.
inventarisatie,
advisering, beleid en beheer, veldwerk en deponering/archivering, ontsluiting en publieksgerichtheid, organisatie en deontologie en
Oostkerke/Damme,
gedragscode. De invulling
door Raakvlak van deze afspraken voor
Centraal
in
inventarisatie
dit
project
van
het
patrimonium in
staat
de
archeologische
dit gedeelte van
de
oostelijke kustvlakte en het ontwikkelen van een methode voor onderzoek in de kustvlakte.
5
Raakvlak
samen
met
UGent
de
luchtfoto’s van de gemeentes Brugge en Jabbeke inventariseren. De gemeente Zedelgem
nam
zelf
het
initiatief
–
eveneens in samenwerking met UGent – tot een dergelijke inventarisatie van de luchtfoto’s binnen haar grondgebied. Figuur 1 Inventarisatie aan de hand van proefsleuven op het A11-tracé.
De detailinventarisatie bestaat uit het
Wat de inventarisatie betreft, is het
karteren van de informatie in een GIS-
enerzijds de bedoeling om aan de hand
omgeving
van
systeem)
boringen
het
paleolandschap
te
interpreteren
van
de
beelden,
(geografisch en
het
het
informatie
invoeren
van
de
karteren om zo zicht te krijgen op de
gegevens in een databank. De UGent
aanwezigheid van eventuele sporen uit
levert
de prehistorie en/of de Romeinse tijd.
interpretatie van de zichtbare sporen op
Daarnaast
wordt
van
de luchtfoto’s en een databank met
regressief
historisch
in
daarin een lage resolutie versie van de
door
middel
onderzoek,
combinatie met het DHM, een recon-
een
GIS-laag
met
daarop
de
bestudeerde luchtfoto’s.
structie van het middeleeuwse perceleringspatroon nagestreefd, met aandacht voor de ontginning van het gebied. Tenslotte wordt aan de hand van veldverkenning
en
proefsleuvenonderzoek
gestreefd naar een overzicht van de laaten postmiddeleeuwse sites in het gebied. 2.1.3.
Inventarisatie
sporen
op
van een eerste helft van de beschikbare foto’s voor Beernem. De verwerking van de tweede helft gebeurde tijdens de periode 2011–2012 en werd afgerond met een tentoonstelling in mei 2013. 2.1.4. Archeologische Zones met en zonder Bodemarchief
luchtfoto’s Sinds de oprichting van Raakvlak wordt elk jaar geïnvesteerd in de verwerking van de luchtfoto’s die door de Vakgroep Archeologie
In 2010 werd gestart met de verwerking
van
genomen. Om
de
UGent
werden
de luchtfoto’s die de
Universiteit Gent beheert als instrument te kunnen gebruiken, moeten ze geïnventariseerd worden. Deze inventarisatie kan alleen in samenwerking met de universiteit gebeuren. Tot nu toe kon
Aansluitend bij het nieuwe onroerenderfgoeddecreet
(zie
archeologische zones
verder)
dienen
met
zonder
en
bodemarchief afgebakend te worden. In 2013 werd door Raakvlak vooralsnog geen
bijdrage
geleverd
aan
de
afbakening van de eerste categorie. Wat de
tweede
categorie
betreft,
werkte
Raakvlak mee aan het voorbereidende overleg met het archeologische veld en
6
Figuur 2 Overzicht van alle sporen van cirkels op luchtfoto’s op het grondgebied van de gemeente Beernem (schaal in km)
7
nam
ook
deel
aan
de
informatie-
In de meeste gevallen krijgt Raakvlak vanuit OE het verzoek om deze dossiers
vergadering voor derden.
mee te adviseren. Naast deze dossiers
2.2. Advisering
kan Raakvlak ook nog steeds op eigen
Vanaf 1 september 2009 is de nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in werking getreden. Met de nieuwe codex
initiatief bepaalde dossiers adviseren, gebaseerd op de Lokale Archeologische Advieskaart.
zijn er enkele veranderingen doorge-
In 2013 heeft Raakvlak 233 maal een
voerd. Het Agentschap OE moet bij een
advies gegeven:
groter
aantal
dossiers
om
advies
verzocht worden.1
Beernem: 31 dossiers Brugge: 34 dossiers
1
Artikel 1. De instanties die overeenkomstig artikel 4.7.16, §1, respectievelijk 4.7.26, §4, eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, om advies worden verzocht, zijn: 1° de entiteit van het agentschap AOE, die met de zorg voor het onroerend erfgoed belast is, voor volgende aanvragen: a) aanvragen met betrekking tot voorlopig of definitief beschermde monumenten; b) aanvragen met betrekking tot percelen die gelegen zijn in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten; c) aanvragen met betrekking tot percelen die gelegen zijn in voorlopig of definitief beschermde landschappen en in erfgoedlandschappen; d) aanvragen in een voorlopig of definitief aangeduide ankerplaats die onderworpen zijn aan de zorgplicht volgens artikel 26 van het decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, met name als een administratieve overheid opdrachtgever is van een eigen werk of handeling; e) aanvragen met betrekking tot voorlopig of definitief beschermde archeologische monumenten of tot percelen die gelegen zijn in voorlopig of definitief beschermde archeologische zones; f) aanvragen binnen het gezichtsveld, beperkt tot uiterlijk een straal van 50 meter, van een voorlopig of definitief beschermd monument, met dien verstande dat indien het monument voorkomt op de Werelderfgoedlijst van de Unesco, de adviesvereiste geldt in de volledige bufferzone rond dat werelderfgoed, afgebakend in uitvoering van artikel 11, §5, van de UNESCO World Heritage Convention; g) aanvragen die de sloping van gebouwen of constructies omvatten, opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig
Damme: 55 dossier Jabbeke: 38 dossiers Knokke-Heist: 7 dossiers Torhout: 17 dossiers Zedelgem: 51 dossiers
erfgoed, vermeld in artikel 12/1 van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten; h) aanvragen voor : 1) verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan een halve hectare, ongeacht het aantal loten; 2) groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste tien woongelegenheden ontwikkeld worden; 3) de bouw of de herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste vijftig appartementen gecreëerd worden; i) aanvragen voor nieuwbouwprojecten met een bebouwd oppervlak van 500 m² of meer in woongebieden en recreatiegebieden; j) aanvragen voor ontginningsgebieden en uitbreiding van ontginningsgebieden zoals omschreven in het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, respectievelijk artikel 17.6.3 en artikel 18.7.1;
8
gemeentebesturen beslisten om verder
2.3. Beleid en beheer
te gaan met de samenwerking. Omdat De archeologische werking van Raakvlak
Raakvlak deze beslissing niet vanzelf-
is gebaseerd op het beleidsplan 2008-
sprekend vond, werd er op voorhand aan
2013. Naast de algemene missie en visie
elke
staan
vergadering aangeboden. Deze verga-
in
het
beleidsplan
een
aantal
gemeente
een
informatie-
strategische doelstellingen die de basis
dering
vormen
gemeente. In Zedelgem werd de infor-
voor
de
opmaak
van
het
gebeurde
op
maat
van
elke
beheerplan voor het lopende jaar.
matiesessie uitgesteld naar begin 2014.
Voor deze beleidsperiode (2008-2013)
Eveneens
bestaat
geïntegreerde
Raakvlak
maximaal
uit
de
in
2013
werd
het
nieuwe
onroerenderfgoeddecreet
gemeentes Beernem, Brugge, Damme,
goedgekeurd. Archeologie wordt hierdoor
Jabbeke,
Oostkamp,
vroeger betrokken in het bouwproces.
Torhout en Zedelgem. In 2013 werden
Het decreet voorziet de financiering van
verdere stappen gezet in verband met de
het archeologisch onderzoek door de
toetreding van Oostkamp. Oostkamp liet
bouwheer (toepassing van het verdrag
eind 2013 uiteindelijk weten voorlopig
van
niet te zullen toetreden tot Raakvlak.
mogelijkheid om solidariteitsfondsen op
Knokke-Heist,
Het jaar 2013 was op velerlei vlak een scharnierjaar, waarvan de effecten nog gedurende
lange
tijd
ervaren
zullen
worden. Eind
2013
werkingsverband
liep
het
tussen
de
de
van de overheid voor archeologie. Het
decreet
en
geeft
meer
inspraak
de
steden
en
verantwoordelijkheid
met
de
erkenning
als
onroerenderfgoedgemeente. Onroerend erfgoed wordt geïntegreerd in de procedures van ruimtelijke ordening,
gemeentebesturen
bos, natuur en milieu. Dit zorgt voor
te
worden
sluiten
bij
af.
biedt
verlenging moest aan de respectievelijke
aan
Raakvlak
zeven
en
Een
Om
binnen
samen-
(1992))
te richten, alsook meer financiële steun
gemeenten
juni
gemeentes
Valletta
gevraagd. de
nieuwe
meer transparantie, snellere procedures
gemeentelijke planningsprocessen ver-
en
zocht Raakvlak de gemeentebesturen om
decreet zet verder in op de digitale
de duur van de vereniging eenmalig te
ontsluiting van het onroerend erfgoed.
verlengen
meer
De verschillende inventarissen (bouw-
bepaald tot 31 december 2013. Tijdens
kundig erfgoed, archeologische zones,
de maanden november en december
landschapsatlas,
werd
met erfgoedwaarde en historische tuinen
met
uiteindelijk
zes
de
maanden,
verlenging
van
meer
Raakvlak voor een periode van zes jaar
en
gevraagd aan de gemeentebesturen. Alle
ontsloten.
rechtszekerheid.
parken)
houtige
worden
Het
nieuw
beplantingen
verder
online
9
Tot slot komt er een verbeterde en
logie. Bij de oprichting van Raakvlak
gemoderniseerde handhaving. Dit maakt
(2004) waren er nog nauwelijks archeo-
het mogelijk om niet alleen gerechtelijk,
logische
bedrijven
maar
grootste
deel
ook
administratief
(boetes,
van
en
gebeurde
het
het
archeologisch
schadevorderingen, stakingsbevel, her-
onderzoek door de overheden. Heden is
stelvorderingen, dwangsom) op te tre-
de
den bij inbreuken.
toepassing.
In de loop van de komende jaren worden
In
de uitvoeringsbesluiten bij dit nieuwe
ommeland) is die financiering
decreet verwacht.
bouwheer door de jaren heen geëvo-
omgekeerde
Brugge
(en
situatie
later
eerder
van
Brugge
en
door de
lueerd van het betalen van de kraan tot In
de
aanloop
van
de
nieuwe
beleidsperiode 2014-2019 werd in 2013 tenslotte
een
nieuwe
Raakvlak
voorbereid.
structuur Het
vrij
voor recent
gewijzigde archeologische veld maakte dit noodzakelijk.
het vergoeden van de machinekosten en de reële loonkosten. De evolutie naar een echte economische activiteit gebeurde heel geleidelijk en hield nog lange tijd een belangrijk stuk dienstverlening in. Uiteindelijk
ging
Raakvlak
ook
mee-
Een kort historische schets. Aanvankelijk
dingen in de gunningsprocedure voor
gebeurde het archeologische veldwerk
openbare aanbestedingen en trad de
door en op kosten van de overheid (stad
vereniging in concurrentie met de private
Brugge in dit geval), maar door de
sector.
toename
van
de
opgravingen
(en
hierdoor uiteraard de kosten) bleek dit niet langer haalbaar. In 1992 kwam het verdrag
van Valletta
tot stand, dat
geleidelijk aan de Europese wetgeving beïnvloedde. Eén van de krachtlijnen in dit verdrag is de financiering van het archeologisch
onderzoek
door
de
bouwheer. Niettegenstaande het feit dat dit principe in Vlaanderen pas recent in wetgeving
is
rekenend
op
omgezet, de
werd
goodwill
er
van
– de
Deze evolutie vraagt om een aangepaste tweeledige
structuur,
met
een
luik
dienstverlening – en een luik economische activiteit. Er zal een duidelijke scheiding subsidies
worden
doorgevoerd.
Alle
en gemeentelijke bijdragen –
zowel in middelen, personeel, overhead als infrastructuur – zullen binnen het eerste luik vallen. De economische activiteit, die zichzelf moet bekostigen, zal een aanzienlijk deel van de werkzaamheden en van de omzet innemen.
bouwheren – al een hele tijd “in de geest de
Het is de bedoeling om een gesplitste
bouwheer betaalde onderzoek leidde, in
boekhouding in te voeren, waarbij voor
navolging van onze buurlanden, tot de
de economische activiteit een BTW-nr.
opkomst van de commerciële archeo-
zal worden aangevraagd. In verband
van
Malta”
gewerkt.
Het
door
10
hiermee werd eind 2013 door de stad
binnen
Brugge aan een extern bureau advies
mogelijkheden van de dienst.
de
budgettaire
en
praktische
gevraagd. De meeste vondsten (aardewerk, glas, Om
tenslotte
een
duidelijk
zicht
te
leder, hout) worden door het eigen team
krijgen op activiteiten en omzet, zullen
van
de
serveerd. Er wordt getracht deze voor-
medewerkers
van
Raakvlak
alle
prestaties invoeren in een tabel voor tijdsregistratie.
In
2013
werden
Groendienst
om
gebruik
behandeld
en
gecon-
werpen in optimale staat te bewaren.
de
contacten gelegd met Luc Maene van de Brugse
Raakvlak
te
kunnen maken van het systeem dat deze
De overige vondsten blijven onder zo goed mogelijke omstandigheden opgeslagen
tot
andere
gespecialiseerde
onderzoekers er in het kader van een
collega had ontworpen.
onderzoek of publicatie aandacht kunnen
2.4. Deponering en
aan besteden.
archivering
De
2.4.1.
Raakvlak
ziet
de
digitale
registratie van haar collectie als een
conservatie
middeleeuwse
van
boothaak
een
vroeg-
gevonden
te
Jabbeke en een middeleeuws hamertje gevonden in een context van amber-
belangrijke opdracht
productie te Brugge werden door de Ook dit jaar werd er ruime aandacht
Archeologische Dienst Waasland (ADW)
besteed aan de digitale registratie van
afgerond.
oude en nieuwe vondsten. Bijzondere aandacht ging naar de basisregistratie van de bodemvondsten afkomstig uit recent onderzoek, bij voorkeur zo snel mogelijk na het beëindigen van het veldwerk. 2.4.2. Raakvlak staat in voor een optimaal behoud en beheer van de vondsten in eigen depot. Raakvlak
bewaart
de
mobiele
archaeologica en de stalen voor natuurwetenschappelijk
onderzoek
omstandigheden
dat
worden
van
verder
ze
in
Figuur 3 Gerestaureerde bootshaak uit Jabbeke
zulke
gevrijwaard
verval.
Raakvlak
werkt mee aan een goed depotbeheer,
11
2.4.3. Raakvlak draagt zorg voor
Brugge,
Dienst
vondsten door derden uit huidig en
Stadsvernieuwing
toekomstig Raakvlakgebied.
Erfgoedcel
Monumentenzorg Stad
Brugge
Brugge waarbij
en en de
geschiedenis van huizen en gebouwen in Raakvlak
gaat
over
tot
een
actieve
lokalisering en inventarisatie van externe ensembles
en
archieven
die
dreigen
verloren te gaan.
het Brugse stadscentrum wordt belicht. Wie heeft er gewoond, hoe zag de woning er in het verleden uit, welke verbouwingen zijn er gebeurd,...? Deze
de
website laat je toe historische kadaster-
uitwerking van de opgravingsresul-
kaarten te consulteren in combinatie met
taten en de basisverwerking
gegevens van vroegere eigenaars en/of
2.4.4.
Raakvlak
investeert
in
bewoners. In 2013 werkte Raakvlak mee 2.4.5. Raakvlak ontwikkelt verder de competenties van haar team door
aan de voorbereiding voor een vernieuwing van de website.
voldoende aandacht voor vorming en bijscholing.
Raakvlak publiceert.
In 2013 namen de archeologen van
Wat de bijdragen in tijdschriften en
Raakvlak
reeksen betreft, zorgde Raakvlak in 2013
deel
aan
verschillende
voor een verslag van haar activiteiten
wetenschappelijke congressen.
met betrekking tot de middeleeuwse en
2.5. Ontsluiting en publieks-
postmiddeleeuwse periode in de publi-
gerichtheid
catie
van
het
congres
Archaeologia
Mediaevalis. 2.5.1.
Raakvlak
wil
met
de
beschikbare informatie en de door
Raakvlak maakte ook een jaarverslag
haar opgravingen verworven kennis
voor de tijdschriften en/of jaarboeken
bijdragen tot de geschiedschrijving
van
van Brugge en ommeland.
meer bepaald de kroniek van Het Brugs
de
lokale heemkundige kringen,
Ommeland. 2.5.1.1 Raakvlak draagt haar kennis, expertise
en
ervaringen
uit
in
binnen- en buitenland.
In 2013 werd de Raakvlak-publicatie “Op het Raakvlak van twee landschappen” (2011)
Project www.huizenonderzoek.be
door
de
provincie
West-
Vlaanderen bekroond met een eervolle
www.huizenonderzoekbrugge.be is een
vermelding in de categorie “onderzoek”
gezamenlijk initiatief van Stadsarchief
bij de erfgoedprijzen.
12
Figuur 4 Uitreiking van de provinciale erfgoedprijzen 2013
Gruuthuse. Binnen het thema “ 100 %
Congres 10 jaar Raakvlak
ambachtelijk” leverde Raakvlak zowel Naar
aanleiding
van
het
10-jarige
bestaan van Raakvlak in 2014, werden in
inhoudelijke input als tentoon te stellen objecten (hoogversierd aardewerk).
2013 al voorbereidingen getroffen. In het auditorium van het Europacollege
Raakvlak werkt ook mee aan het MAGIS-
aan de Verversdijk te Brugge zal een
project.
tweedaags
congres
Marcus Gheeraerts InformatieSysteem.
congres
Het project vertrekt vanuit de kaart van
worden
internationaal
georganiseerd.
Het
MAGIS
Brugge
wordt opgedragen aan Yann Hollevoet,
Marcus
een
hoofddoelstellingen:
belangrijke
grondlegger
van
Gheeraerts
verzamelplek 2.5.1.2. Raakvlak zet zich in voor de ondersteuning
van
Bruggemuseum-Archeologie en tentoonstellingen
voor
heeft
twee
enerzijds
de
ontwikkeling van een kennisplatform als
Raakvlak.
inhoudelijke
en
staat
die
door
voor
wetenschappelijk
onderzoek over Brugge en anderzijds de realisatie van publiekstoepassingen als website, museumtools, nieuwe media).
Brugge-
museum worden georganiseerd.
Het project is gestart in het voorjaar van 2012 en wordt mogelijk gemaakt dankzij
In 2013 werkte Raakvlak mee aan een tijdelijke opstelling in Brugge-museum –
subsidie voor cultureel-erfgoedprojecten vanuit de Vlaamse overheid.
13
Figuur 5 Merovingische kookworkshop door Vormingplus in WZC Hallenhuis
Figuur 6 Tentoonstelling in Beernem
14
Bruggemuseum is projectcoördinator en
Op 2 oktober werden de opgravingen op
realiseert
nauwe
het kerkhof in Beernem opengesteld voor
Stadsarchief
het grote publiek, andermaal na een
de
samenwerking
uitvoering met
in
het
Brugge en drie universitaire partners
persconferentie.
UGent, KULeuven en VUB. 2.5.2.2. 2.5.2.
Raakvlak
werkt
aan
de
Raakvlak
aanspreekpunt
fungeert
voor
de
als
regio
en
verbreding van het maatschappelijk
zorgt voor afstemming tussen de
draagvlak voor archeologie.
verschillende partners in de regio.
2.5.2.1. Raakvlak neemt initiatieven
Raakvlak
ter verbreding van het maatschap-
samenwerking met lokale heemkundige
pelijk draagvlak en sensibiliseert het
en
brede publiek.
teresseerde particulieren en bouwde ze
versterkte
culturele
in
2013
verenigingen
en
de
geïn-
verder uit. Vanaf 28 mei werd in de bibliotheek in Beernem een tentoonstelling georgani-
2.5.2.3. Door middel van de website
seerd, aansluitend bij de inventarisatie
gecombineerd
van luchtfoto’s op het grondgebied van
brievensysteem,
de
vlak over haar werking.
gemeente.
Deze
tentoonstelling
met
een
nieuws-
informeert
Raak-
kwam tot stand in samenwerking met de vakgroep Archeologie van de Universteit Gent en de Provincie West-Vlaanderen. Op 4 juni organiseerde Raakvlak samen met
Vormingplus
lezing
in
waarbij
de
Regio
Brugge
een
tentoonstellingsruimte,
zowel
de
luchtfoto’s
als
In
de
loop
van
2013
werden
verschillende nieuwsbrieven verstuurd. Momenteel
zijn
er
meer
dan
1400
adressen gekoppeld aan de nieuwsbrief. 2.5.2.4.
Uitzonderlijke
resultaten
worden met opendeurdagen, pers-
archeologische onderzoeksresultaten uit
berichten
Beernem aan bod kwamen. Op 12 juni
aandacht gebracht.
e.d.
extra
onder
de
was de tentoonstelling ook de aanleiding om
de
vergadering
beheerscomité
van
van
Raakvlak
het in
de
bibliotheek van Beernem te houden.
Telkens
een
opgraving
voldoende
interessant en toegankelijk is, wordt aan het brede publiek de kans gegeven om de site onder begeleiding te bezoeken.
Op 29 augustus organiseerde Raakvlak
Daarnaast wordt ook via persberichten
in
ruime
samenwerking
Brugge
een
met
Vormingplus
vroegmiddeleeuwse
aandacht
besteed
aan
lopend
onderzoek.
kookworkshop in het Merovingisch Huis. Ook
bewoners
van
WZC
Hallenhuis
namen deel aan dit evenement.
15
Op 18 augustus organiseerde Raakvlak
- De regenboog, basisschool, Beernem
een
(2 klassen)
persconferentie
hierbij
een
en
opendeurdag
aansluitend op
de
site -
Zonnebloemweg op het A11-tracé.
Sint
Lodewijkscollege,
basisschool,
Spoorwegstraat Sint-Michiels (2 klassen) 2.5.2.5. Raakvlak werkt samen met andere
erfgoedactoren
mee
aan
-
Sint-Lodewijkscollege,
Koude
structurele erfgoedevenementen.
Keukenstraat
basisschool,
Sint-Andries
(2
klassen) 2.5.2.6.
Raakvlak
bouwt
haar
vrijwilligerswerking verder uit Ook in 2013 werd heel wat beroep gedaan op vrijwilligers. Vooral voor de vondstenverwerking werden vrijwilligers aangesproken, dit zowel bij het invoeren van
archeologische
digitale
vondsten
classificatiesysteem,
in
het
bij
het
inventariseren van metaalvondsten als bij
het
puzzelen
van
archeologische
vondsten. 2.5.2.7. Raakvlak stelt haar werking open voor het onderwijsveld. Een bijzondere activiteit was het bezoek van
de
freinetschool
Klimop
uit
Oostkamp aan het Merovingisch huis. In 2012 is vanuit verschillende scholen in
Figuur 7-8 De kleuters uit Klimop in het Merovingisch huis.
het werkgebied ook de vraag gekomen om
op
bezoek
te
komen
met
het
‘vuilniszakproject’. In volgende klassen stelde Raakvlak het project voor: - Sint-Leocollege, basisschool, centrum Brugge (2 klassen) - Spermalie, centrum Brugge aan blinden en slechtzienden (drie klassen in één sessie Figuur 9 Het vuilniszakproject voor blinden en slechtzienden
16
2.5.2.8.
Raakvlak
sensibiliseert
2.5.3.2. Raakvlak streeft naar een optimale
specifieke doelgroepen
collega's In het kader van de gidsenopleiding (Stadsgids) verzorgde Bieke Hillewaert
samenwerking uit
de
met
erfgoedsector,
studenten, het VIOE en binnen- en buitenlandse collega’s-archeologen.
een aantal inleidende lessen over het In 2013 werd in het kader van het
ontstaan van Brugge.
vooronderzoek op het traject van de A11 2.5.3.
Raakvlak
streeft
expertise-
uitwisseling na in binnen- en buiten-
opnieuw geregeld overleg gepleegd met binnen- en buitenlandse collega’s.
land. Voor 2.5.3.1. Raakvlak zet zich in voor de intergemeentelijke
samenwerking
en uitwisseling. Zowel
in
het
overleg en
Erfgoed,
archeologische
verschillend
ook
in
structuur of organisatie - hebben grotendeels dezelfde doelstellingen en betrachtingen.
weten-
schappelijk comité samengesteld, waar-
van Raakvlak de publicatie van Romeins
Onroerend
(inter)gemeentelijke hoe
een
gemeentelijke
speelde Raakvlak een actieve rol. De
-
werd
de
sproken om samen met de medewerkers
dat georganiseerd door het Agentschap
diensten
Zonnebloemweg
aan
de
tussen
archeologische diensten onderling, als in
Vlaanderen,
opgravingen
van enkele leden ook werden aange-
intergemeentelijke
R-O
de
aardewerk uit de regio voor te bereiden. De
vondst,
eveneens
Zonnebloemweg,
van
op een
de
site
Romeinse
waterput die bestond uit een wilgetenen mand,
was
de
aanleiding
samenwerkingsverband
met
tot
een Heidi
Demeyer (specialiste mandenvlechten), Arnout Zwaenepoel (specialist wilgen) en Sofie Vanhoutte. Naar aanleiding hiervan werd ook een bezoek gebracht aan het museum RAM te Oudenburg, waar een geconserveerde
mand
tentoongesteld
wordt.
17
Fig 10 Romeinse waterput bestaande uit een wilgetenen mand
Ook in de aanloop naar de aanleg van
onderzoek voor een masterthesis over
een aardgasleiding door Fluxys werden
het Brugse Prinsenhof. Naar aanleiding
voorbereidende gesprekken gevoerd met
van de doctoraatsstudie van Jan Trachet
betrokken collega’s.
aan de UGent over de Zwinstreek, werd enkele
In
het
najaar
namen
enkele
medewerkers van Raakvlak deel aan een overleg
georganiseerd
Slabbaert
(ANB).
door
Onderwerp
malen
overleg
gehouden.
Daarnaast werkte Raakvlak ook mee aan volgende doctoraatsonderzoeken :
Wim
was
de
-
postmiddeleeuws
aardewerk
in
ontstaansgeschiedenis van het landschap
het Zwin-Schelde estuarium door
ten (zuid)oosten van Brugge vanuit een
Maxime Poulain (Ugent)
landschappelijke
en
bodemgebruiks-
-
bindmiddelen schilderkunst
matige invalshoek.
in
de
muur-
(grafschilderingen)
door Karin Keutgens (Artesis) Ook de presentatie van de resultaten van
-
het onderzoek naar de isotopen van
Ervynck
werd
door
België,
verspreiding,
De Langhe (Ugent) -
stenen
gebruiksvoorwerpen uit
In de loop van 2013 gaven medewerkers
de
van
Sibrecht Reniere (Ugent)
Raakvlak
wetenschappelijk aantal
input onderzoek
bij
het
van
universiteitsstudenten.
een
Sanne
Maekelberg, studente architectuur aan
hun
status en herkomst door Kaatje
Raakvlak
bijgewoond.
in
samenstelling,
schapen uit de Vlaamse kustvlakte door Anton
kacheltegels
-
Romeinse
kruisboogfibulae
periode
uit
de
door
laat-
Romeinse periode door Vince Van Thienen (Ugent)
de KULeuven, werd begeleid bij het
18
3.
VELDWERK
3.1. Beernem 3.1.1. Miseriestraat (Beernem), 1e deel
van
het
proefonderzoek
(2013/368) De West-Vlaamse Intercommunale (WVI) plant in de Miseriestraat in Beernem de ontwikkeling van een bedrijventerrein (Industriepark
Oost,
Beernem).
Dit
bedrijventerrein wordt 8ha 74a 53ca
Figuur 11 Diepgronder
groot. Raakvlak voert half oktober op
Er
één vierde van dit terrein een prospectie
archeologische sporen aangetroffen. Ook
met ingreep in de bodem uit. De rest van
in de ploeglaag zijn amper scherven
het
aangetroffen tijdens de aanleg van de
terrein
zal
pas
volgend
jaar
toegankelijk worden voor archeologisch
zijn
tijdens
dit
onderzoek
geen
sleuven.
vooronderzoek. Het
veldteam
archeologen,
bestaat een
uit
twee
arbeider,
een
kraanman, een bodemkundige en een student. In totaal worden in de breedte van het vrijgegeven terrein 18 sleuven aangelegd. Bij het aanleggen van de sleuven is duidelijk te zien dat het hele terrein
is
verstoord
door
een
diepgronder. Een diepgronder woelt de aarde om tot een negentigtal cm onder het maaiveld om de podzol te breken. Indien er archeologische
sporen
aanwezig
zijn,
zullen sommige verstoord zijn en andere nog intact.
Figuur 12 - 13 Profiel van plaats waar diepgronder de bodem omwoelde en de podzol brak
19
3.1.2.
Hogenakker
(Oedelem),
1e
deel van de opgraving (2013/372)
Oedelem wordt bedreigd door de aanleg van
additionele
samenspraak Een, door middel van archeologische luchtfoto’s, ontdekte circulaire structuur op de begraafplaats Hogenakker in
grafkelders.
met
de
In
Gemeente
Beernem graaft Raakvlak dit monument en
de
omliggende
noodopgraving
vindt
sporen
op.
De
plaats
van
23
september tot 9 oktober.
Figuur 14 Overzicht opgravingen
De aangetroffen ronde structuur blijkt
bronstijd
zoals
verwacht
1050
voor
Chr.).
een
Enkele brokjes houtskool zijn uit de
van
een
vulling van de gracht gerecupereerd en
grafheuvel uit de bronstijd. Een absolute
worden onderzocht (C14 datering) door
datering is er op dit moment nog niet,
het
maar het aardewerk in prehistorische
Kunstpatrimonium.
techniek en circulaire gracht zelf wijzen
worden uit dezelfde periode ook enkele
in de richting van de vroege tot midden
losse paalgaten aangetroffen.
van
gracht
tot
(met
diameter
de
(200
±22,8m)
Koninklijk
Instituut Naast
voor de
het
gracht
20
Figuur 15 De gracht
Figuur 17 De gracht
In
zuidelijk
Nederland,
de
Belgische
Kempen en Zuidoost-Oost-Vlaanderen en op het Waals-Brabants plateau zijn nog
Figuur 16 Coupe op de gracht
bovengrondse In
de
bronstijd
overledenen
begraaft
in
men
grafvelden
de met
grafheuvels die worden aangelegd op een plaats die wat hoger ligt in het landschap. Dit wil zeggend goed zichtbaar voor eenieder die er langskomt. In Beernem
alleen
al
zijn
verschillende
voorbeelden gekend: tussen Gevaerts en Driekoningen,
Wulfsberge,
Driepikkel
resten
van
grafheuvels
aangetroffen. In zandig Vlaanderen is dit niet
mogelijk
omdat
landbouwers
gedurende vele eeuwen het akkerland hebben genivelleerd. Dankzij luchtfotografische prospectie is het mogelijk de prehistorische structuren vanuit de lucht waar te nemen en weet men nu dat ook in de zandstreek een vrij dense bronstijdbewoning is geweest.
(=Hogenakker), tussen Vliegende Paard en Oedelem dorp, …
Naast de sporen uit de bronstijd vindt het opgravingsteam een waterput en een aantal paalgaten uit de vroege middeleeuwen (de Merovingische periode).
21
Figuur 18 De waterput wordt met de hand gecoupeerd volgens de kwadrantenmethode
De paalsporen maken deel uit van een niet te achterhalen constructie. De waterput is opgebouwd met een houten bekisting. De planken en paaltjes zijn helemaal vergaan in de zandige ondergrond
en
zijn
enkel
nog
te
herkennen aan de donderbruine zandige verkleuring in de vulling van de put. Deze sporen zijn te dateren aan de hand van het aardewerk dat zich in de sporen bevindt
en
dat
een
zeer
typische
schervengruisverschraling vertoont.
Figuur 19 Coupe op de waterput
22
Waterputten
dicht
regelmatige afstand handboringen gezet
aangelegd bij de plaats waar men het
met het oog op eventuele recuperatie
water nodig heeft: een woonhuis, een
van
stal
boorstalen worden nat gezeefd met een
of
worden
een
heidsfunctie.
altijd
gebouw Het
vrij
met
gebouw
nijver-
waar
deze
prehistorisch
maaswijdte
materiaal.
van
1mm.
De
Bij
37
het
waterput mogelijk bij hoorde is tijdens
uitselecteren van deze stalen worden
deze opgraving niet teruggevonden.
echter geen door de mens bewerkte silexfragmenten aangetroffen.
Het
is de eerste keer dat
gemeente
in
vroegmiddeleeuwse
deze bewo-
De
archeologische
prospectie
met
ingreep in de bodem, bestaande uit het
ningssporen worden teruggevonden.
aanleggen van 8 proefsleuven en het Volgend jaar vindt een tweede opgravingscampagne plaats op de begraafplaats Hogenakker.
zetten ringen,
van
37
leveren
aanvullende weinig
handbo-
archeologisch
relevante sporen op en geen dateerbaar materiaal. Een vervolgonderzoek wordt
3.1.3.
De
Praatstraat
(Oedelem)
hier niet nodig geacht.
(2013/224) Naar aanleiding van de nivellering van een weide en de aanleg van een poel op een weide ter hoogte van Praatstraat 8, te Oedelem (Beernem) wordt door Raakvlak een archeologisch proefonderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksterrein grenst aan
een
zone
waarvan
men
uit
historische bronnen weet dat die in de 14e eeuw was bewoond en gekend was onder de naam “Ter Coelne”, wat reden is
om
op
veilig
te
spelen
en
een
prospectie met ingreep in de bodem uit te voeren.
Het
team
bestaat
uit
twee
archeologen, twee stage-studenten en twee arbeiders. Daarnaast wordt het team
gedurende
een
halve
dag
aangevuld met een metaaldetectorist. In de
sleuven
3.1.4.
Sijselestraat
(Oedelem)
(2013/045)
Het veldwerk vindt plaats op 5 en 6 mei 2013.
Figuur 20 Coupe op een niet te dateren spoor
worden
vervolgens
op
In
de
Sijselestraat
in
Oedelem
(Beernem) komt een nieuwe verkaveling waarin
16
woningen
zullen
worden
gebouwd. Raakvlak voert er, in samenspraak met de bouwheer, na een waarderend vooronderzoek eind november
23
2012, eind februari 2013 een kleinschalig
laag”. Het hierin aangetroffen aardewerk
archeologisch onderzoek uit.
en
dierlijk
bot
duidt
op
menselijke
aanwezigheid in de 13e tot 16e eeuw. De Op 27 en 28 februari wordt de werkput aangelegd
en
onderzocht.
In
deze
werkput zijn 15 sporen aangetroffen, waaronder 11 paalgaten en een gracht. De aangetroffen paalgaten zijn niet zo heel diep bewaard gebleven, namelijk tussen de 10 en 28 cm. De rechthoekige
vele metaaldetectievondsten, waaronder bronzen
gespen,
riemtongen,
vinger-
hoedjes en sierbeslag wijzen op een zekere object,
rijkdom.
Eén
bewerkt
vermoedelijk
een
benen
weefkam,
ondergaat momenteel een conservatiebehandeling.
acht posten configuratie is op één plaats hersteld of verstevigd. Deze 8 paalgaten
Er
behoren
bewoning,
vermoedelijk
toe
aan
een
zijn
geen
directe
zoals
restanten
van
muurresten
of
bijgebouw, waarvan de functie niet te
paalsporen
achterhalen is. Het hoofdgebouw werd
informatie komt grosso modo overeen
bij dit onderzoek niet aangesneden. Het
met de historische kennis van deze
gebouw kent een noord-zuid oriëntering.
plaats in het Ezelpoortkwartier, buiten de eerste
Een ondiep bewaarde gracht bakent het terrein met het gebouw af. Afgaand op de identieke vulling kan geconcludeerd
aangetroffen.
omwalling
van
Deze
1127-1128.
Raakvlak adviseert een werfbegeleiding bij de graafwerken voor de ondergrondse parking.
worden dat de gracht en de paalsporen uit
dezelfde
periode
afkomstig
zijn.
Dateerbaar materiaal is niet aangetroffen tijdens
de
opgraving.
Tijdens
het
vooronderzoek zijn wel enkele scherven uit de volle middeleeuwen aangetroffen.
3.2. Brugge 3.2.1.
Hugo
Losschaertstraat
5a
(Brugge) (2013/367) Naar aanleiding van de bouw van een ondergrondse parking onder de huidige speelplaats van de Middenschool BruggeCentrum
werden
zes
proefputten
gegraven. De geregistreerde bodembouw is
uniform
materiaalrijke
en
bevat
zogenaamde
een
zeer
“zwarte
Figuur 21 metaaldetectie in de Hugo Losschaertstraat.
24
Figuur 22 Benen object, mogelijk een weefkam
3.2.2
Steenstraat,
Sint-Salvator-
(de oudste bewoningskern) waren de
koorstraat (Brugge) (2013/462)
verwachtingen hoog. De resultaten van
Naar aanleiding van de uitbreiding van
de
het bestaande winkelcomplex Hema en
stellend. In de proefput werd vooral
de bouw van kantoorruimtes werd een
recent bouwmateriaal en veel leidingen
archeologisch
van rioleringen en beerputten gevonden.
proefonderzoek
uitge-
proefonderzoeken
waren
teleur-
voerd. Het onderzoek vond plaats ter hoogte van de binnenkoer, de voormalige parking van de Sarma. Door de nabijheid
van
Sint-Salvatorkathedraal
25
3.4.3. Lentestraat (Spie), geofysisch
aanwezigheid van veldovens en klei-
onderzoek
winningskuilen gevuld met brandafval en misbaksels.
Volgend op het proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in werkjaar 2012 is op 17 juni op één perceel een bijkomend onderzoek uitgevoerd door Orbit, de Onderzoeksgroep
Ruimtelijke
Vermits
een
onderscheid
tussen deze laatste sporen niet kan worden gemaakt op basis van de EMI metingen, is extra veldverificatie noodzakelijk.
Bodeminformatie-
technieken van de Ugent. De
hoofddoelstellingen
geofysisch
onderzoek
zijn
van
het
het
iden-
tificeren van mogelijke veldovens, het afbakenen van de precieze omvang van de kleiwinningssite en meer zicht krijgen op de hoeveelheid en de aard van de kleiwinningskuilen.
Daarnaast
wordt
beoogd een beeld te krijgen van de
Figuur 23 Geofysisch onderzoek op een terrein aan de Lentestraat
textuurverschillen in de bodem en meer specifiek van de omvang en de ligging van
een
kleirijke
geul
in
het
(Sint-Andries) (2013/263)
studiegebied. Het
3.2.4. Hof ter Zaele, Koestraat 16
geofysisch
onderzoek
van
het
In 2013 neemt de eigenaar van het Hof
studiegebied met een EMI sensor liet toe
ter
om
contact
verschillende
structuren
in
kaart
ondergrondse te brengen.
Het
Zaele,
een
op
site met
met
walgracht,
Raakvlak.
De
geschiedenis van de hofstede aan de
elektrisch signaal tekent voornamelijk
Koestraat
in
Sint-Andries
structuren af met een verhoogde ECA
terug
tot
de
ten opzichte van de achtergrondwaarde,
bouwheer
de
dewelke een typische indicatie vormen
reconstrueren
voor geulen en grachten gevuld met
archeologisch onderzoek uitgevoerd. Aan
meer kleiig materiaal dan de omliggende
de hand van boringen en twee proef-
zandbodem.
sleuven kan de oorspronkelijke loop van
14e
eeuw.
walgracht wordt
een
gaat
zeker
Omdat
de
deels
wil
kleinschalig
de gracht bepaald worden. De 10 m De
typische
archeologisch
sporen
verbonden aan de vroegere baksteenproductie worden vooral gevisualiseerd in
het
magnetisch
signaal:
brede gracht is echter volgestort met puinafval, waardoor een reconstructie niet mogelijk is.
talrijke
magnetische anomalieën duiden op de
26
3.2.5. Spitfire Mk.IX (Sint-Michiels)
in
het
(2013/289)
Brugge.
Tilleghembos Aan
deze
in
Sint-Michiels,
opgraving
gingen
enkele maanden voorbereiding vooraf, in Op zaterdag 31 augustus 2013 heeft Raakvlak in samenwerking met de Groep Huyghe Decuypere een Spitfire geborgen
nauwe samenwerking met de Provincie West-Vlaanderen, de eigenaar van het terrein.
Figuur 24 Het team van vrijwilligers en archeologen die de Spitfire opgegraven hebben
Tijdens de berging waren 4 archeologen
vonden, zoals het achterwiel en een
ter plaatse, 2 vrijwilligers van Raakvlak,
identificatieplaatje.
3 leden van DOVO en meer dan 30 leden van de groep Huyghe-Decuypere. Nadat de kraan de ploeglaag heeft verwijderd, bakent zich een duidelijke 3 tot 4 meter brede kuil af met een duidelijke brandstofgeur.
Als
snel
tref
het
team
verschillende onderdelen aan. Omdat er in
dit
bos
geen
zeefinstallatie
kan
ingericht worden, wordt al het opgegraven
materiaal
metaaldetectors
manueel doorzocht.
en
met Naast
duizenden aluminium brokjes zijn ook enkele
uitzonderlijk
stukken
terugge-
De stukken die het moeilijkst te lichten waren zijn onder meer: de cokpitsectie, die duidelijk zwaar gehavend is door de impact, maar waarvan er nog enkele instrumenten
en
meetapparatuur
be-
waard zijn gebleven. Het Rolls Royce motorblok gewicht
laat ook
zich niet
door
zijn
gemakkelijk
groot ver-
plaatsen, maar is wel in relatief goede staat. De twee hispano kanonnen, die op de beide vleugels gemonteerd waren hebben zich 3 m diep in de grond
27
geboord. Het vergde dan ook enige
3.2.6
Krekenstraat
moeite om de 2m lange wapens te
(2013/216)
(Dudzele)
recupereren. Ondanks de enorme impact van de crash en de negatieve gevolgen van meer dan 70 jaar corrosie zijn er veel onderdelen die nog relatief goed bewaard
zijn.
Het
gaat
vooral
over
meetinstrumenten en labels op verschillende
onderdelen.
Deze
elementen
maken het complexe puzzelwerk iets makkelijker.
Op 23 september zijn vier proefsleuven getrokken
op
Krekenstraat.
een
terrein
Het
langs
gebied
de
wordt
binnenkort verkaveld. Het projectgebied ligt
op
een
verzande
kreekrug.
Het
onderzoek levert geen archeologische sporen op. 3.2.7 Katelijnestraat 7 (Brugge)
In de toekomst hoopt Raakvlak en de Groep Huyghe-Decuypere deze berging verder uit te werken. In de eerste plaats dient het materiaal gereinigd te worden. Het
gaat
om
enkele
duizenden
fragmenten, dus dit kan gemakkelijk een jaar in beslag nemen. Terzelfdertijd dient van alle stukken min of meer de juiste plaats bepaalt te worden en wordt alles geïnventariseerd Uiteindelijk
is
resultaten
te
en het
gefotografeerd. de
bedoeling
publiceren
in
de
weten-
schappelijke en populaire tijdschriften. Het aantal bezoekers en de aandacht van de pers voor de opgraving bewijst Figuur 25 Boringen aan de Katelijnestraat 7
de grote interesse voor dit onderwerp. Samen met de Provincie gaan we ook op
Aan de Katelijnestraat 7 in Brugge is een
zoek naar een plaats waar we de dit
nieuwbouw gepland. Op de plaats van
stukje erfgoed kunnen tentoonstellen.
het gebouw uit de jaren vijftig vereist
Op
een
de
Erfgoeddag
2014
worden
de
nieuw
eerste voorlopige resultaten aan een
Omdat
breed
onderkelderd was, is er besloten een
publiek
voorgesteld
tijdens
lezingen en een kleine tentoonstelling
het
appartementencomplex. bestaande
gebouw
reeds
booronderzoek uit te voeren op het terrein. Op basis van de boringen blijkt het gebied reeds zwaar verstoord te zijn in
het
verleden.
De
onverstoorde
moederbodem bevindt zich 2 tot 3 m
28
onder het vloerniveau van de kelder. In
de bouwheer beslist een archeologisch
de noordoostelijke hoek van het terrein
booronderzoek uit te voeren.
wordt een dik veenpakket herkend. Dit houdt
mogelijk
verband
een
over-
Uiteindelijk zijn in de tweede fase van het
stromingszone ten zuiden van de Reie.
onderzoek
152
archeologische
boringen
uitgevoerd.
De
3.2.8 Barrièrestraat (Sint-Michiels)
boringen
zijn
(2013/508)
verspringend grid van 10 op 10 m met
aangelegd
manuele in
een
een edelmanboor (diameter = 12 cm). Langs de Barrièrestraat in Sint-Michiels plant de HBOV een nieuw schoolcomplex met multifunctionele accommodatie. Het projectgebied ligt ten zuiden van de zandrug tussen Brugge en Oudenburg in een
gebied
waar
verschillende
in
het
Romeinse
verleden
en
vroeg-
middeleeuwse ontdekkingen zijn gedaan.
Van elke boring wordt de stratigrafie (de opeenvolging van bodemlagen) geregistreerd en wordt er een staal genomen van
de
onverstoorde
moederbodem.
Deze stalen worden nadien uitgezeefd op een zeef met een maaswijdte van 1 mm, om artefacten op te sporen. Dit leverde geen archaeologica uit de prehistorie op.
Het archeologisch onderzoek bestaat uit
Op basis van de boringen blijkt dat de
drie fasen. In een eerste fase zijn een
podzol over een groot deel van het
veldprospectie en verkennende boringen
terrein bewaard is. De podzol is beter
uitgevoerd. Tijdens een veldprospectie
bewaard centraal en in de noordelijke
wordt het projectgebied afgestapt en
helft van het terrein, dan in de zuidelijke
worden alle vlakvondsten verzameld. De
helft. Hier lag de podzol hoger en is ze
prospectie vond plaats op 11 oktober.
weggeploegd of -gespoeld.
Naast een grote hoeveelheid middeleeuws
materiaal
vuurstenen
werden
artefacten
ook
enkele
aangetroffen,
waaronder een mesolitische schrabber. In 3 van de 5 proefboringen is een podzol ontstaat
herkend. door
Deze
bodem,
eeuwenlange
die
in-
en
uitspoeling van regenwater in de schrale dekzandgronden,
wijst
op
een
goed
bewaarde bodem. De combinatie van beide elementen verhoogt de kans op het
aantreffen
prehistorie,
van
materiaal
voornamelijk
uit
de
vuurstenen
artefacten. Daarom werd in overleg met
Figuur 26 Proefsleuven in de Barièrrestraat
29
In een derde fase is een proefsleuven-
is
onderzoek uitgevoerd. Over de lengte
dateren. Tijdens het onderzoeken van dit
van
element
het
terrein
zijn
vijf
sleuven
voorlopig
niet
kwam
mogelijk
een
klein
deze
te
vuurstenen
artefact aan het ligt.
aangelegd. dit
In 2014 wordt een vervolgonderzoek
onderzoek zijn een gebouwplattegrond
gepland. Er zal een 3.500 m² groot
(vermoedelijk uit de vroege ijzertijd),
terrein onderzocht worden, met nadruk
oude
op het ijzertijderf en de nabijgelegen
De
belangrijkste
karren-
en
resultaten
uit
ploegsporen
(waar-
schijnlijk uit ongeveer dezelfde periode
landbouwsporen
als
paleogeul anderzijds.
de
gebouwplattegrond)
en
een
paleogeul. De gebouwplattegrond
oosten van het terrein. Om de structuur evalueren
werd
een
en
de
be-
vindt zich in sleuf 1, centraal in het
te
enerzijds
kijkvenster
3.2.9
Zonnebloemweg
(Dudzele)
(2013/208) Sinds
2008
voert
Raakvlak
een
gegraven. Er zijn acht paalsporen en een
grootschalig proefonderzoek op het tracé
standgreppel
van de A11. Eén van de vindplaatsen die
blootgelegd.
Het
wordt
naar analogie met andere voorbeelden
bij
gesitueerd in de vroege ijzertijd. Ten
troffen,
noorden en ten westen van het gebouw
bloemweg (of de N348) te Dudzele.
zijn verschillende ploegsporen aange-
Sinds half juni voerde een ploeg van
troffen. De sporen zijn het resultaat van
Raakvlak, gesteund door vrijwilligers en
het
stagestudenten, hier opgravingen uit.
gebruik
van
een
eergetouw,
de
het
vooronderzoek is
gelegen
werd
aange-
de
Zonne-
aan
oorspronkelijke vorm van de ploeg. Voor
Tijdens
een goed resultaat is een bewerking in
zandrug over een afstand van meer dan
twee,
nodig,
100 meter blootgelegd. Op de hoogste
waardoor een ruitpatroon ontstaat. Dit
plekken van deze zandrug zijn sporen uit
patroon herkennen we in de noordelijke
de
helft van sleuven 1 tot 3. Daarnaast
aangetroffen.
vinden we ook vermoedelijke karren-
bedekt met een dikke laag veen en klei,
sporen terug. Deze bestaan uit twee
afkomstig van overstromingen.
loodrechte
richtingen
dit
onderzoek
prehistorie
en De
de
is
een
oude
Romeinse
lagere
zones
tijd zijn
parallelle langwerpige sporen, 1 m uit elkaar. De datering van deze sporen is niet gekend.
Tot voor kort was men van mening dat er in de Belgische kustpolders nauwelijks prehistorische resten aanwezig, of in elk
Het laatste element is een paleogeul die
geval niet bewaard waren. Het is de
het terrein in noordoost-zuidwestelijke
eerste
richting doorkruist. Dit is een natuurlijke
systematisch opgegraven worden. Het
waterloop die uiteindelijk verzand is. Het
gaat
keer
om
dat
dergelijke
werktuigen
resten
vervaardigd
in
30
vuursteen, die gebruikt werden voor de
kunnen worden. Op deze manier zijn al
jacht en andere activiteiten. Om deze
drie
artefacten op te sporen worden grote
periodes in de steentijd (5 à 10.000 jaar
hoeveelheden zand gezeefd, waarna de
geleden) ontdekt.
soms
kleine
voorwerpen
concentraties
uit
verschillende
verzameld
Figuur 27 De opgraving langs de Zonnebloemweg te Dudzele
Daarnaast
zijn
ook
de
resten
van
Daarnaast
legt
de
opgraving
ook
zoutwinning uit de Romeinse periode
paalsporen bloot, die mogelijk restanten
aangetroffen.
zijn van schuilplekken.
Zoutwinning
was
zeer
belangrijk in onze streek, maar er is nog steeds weinig over gekend. Het zout werd gewonnen door pekelwater boven haarden te verwarmen in aardewerken containers.
Momenteel
hebben
de
archeologen vooral kleine scherven van deze
containers
gevonden,
Tijdens
het
persmoment
onderzoek en
een
georganiseerd. Momenteel
werd
een
bezoekdag worden
de
resultaten van het onderzoek verwerkt en in een rapport gegoten.
het
zogenaamde briquetage-aardewerk.
31
bij de werf van de firma Verhelst nabij
3.2.10 Arsenaalstraat (Brugge)
de Chartreuse langsheen de N31. De Stedelijke Kunstacademie van Brugge bouwt
momenteel
een
nieuwe
refter
In de Schuttersstraat te Brugge wordt
langs de Arsenaalstraat. Het gaat om
een
een kleine bouwput, maar toch worden
aanleiding
deze werken nauw opgevolgd. Er zijn
waterput. Hier worden geen vondsten
nog
gedaan. De hoogte van het Pleistoceen
geen
archeologische
sporen
herkend. Dit onderzoek wordt in 2014
werfcontrole van
uitgevoerd
het
graven
naar
van
een
zand wordt geregistreerd.
verdergezet. 3.2.11 Werfcontroles in Brugge
Verder
wordt
een
gesteld
ter
hoogte
Trudostraat In het werkjaar 2013 zijn ook een aantal controles uitgevoerd op lopende werven binnen het grondgebied Brugge. Bij
het
verleggen
van
te
overtreding van
vast-
de
Assebroek,
Sint-
evenwel
zonder kwaad opzet. Na overleg met de bouwheer
wordt
het
potentiële
archeologische erfgoed weer afgedekt.
elektriciteits-
leidingen op de Markt en de binnenkoer van het Belfort wordt Raakvlak door de dienst Elektro-mechanica van de stad
Ook in 2014 probeert Raakvlak regelmatig niet-vergunningsplichtige werven te bezoeken en eventuele vaststellingen te doen.
Brugge verwittigd. Bij de controle van een aantal putten worden enkele bodem-
3.3 Damme
profielen geregistreerd. 3.3.1.
Belle
Maertens-straat
Op de Markt komen ophogings-pakketten
Maurice
aan het licht, bovenop een organisch
(Moerkerke) (2013/273)
Van
-
Hammestraat
pakket met zeer veel plantenresten. Dit waarnemingen,
In het gebied tussen de Maertensstraat
namelijk dat de Markt een moerassige
en de Maurice Van Hammestraat van
zone was vooraleer de ophoging en
circa 1 ha groot, wordt een nieuwe
bebouwing
De
sociale verkaveling ‘Halve Maan’ gepland
binnenkoer van het belfort blijkt zeer
door de sociale huisvestingsmaatschappij
diep verstoord door allerhande leidingen
Vivendo.
en puin.
nabijheid een Romeinse Heirweg tussen
bevestigt
eerdere
in
de
middeleeuwen.
Aangezien
er
zich
in
de
Oudenburg en Aardenburg, alsook de Bij herhaaldelijke bezoeken aan de werf
Lieve, het middeleeuwse kanaal tussen
aan de achterkant van het station, voor
Gent
de
Raakvlak
aanleg
‘balkonrotonde’
van
de
worden
zogenaamde er
geen
archeologische sporen gevonden. Idem
en
onderzoek.
Damme een
bevindt,
adviseert
archeologisch
Tijdens
dit
voor-
onderzoek,
uitgevoerd op 23 augustus, zijn geen
32
relevante archeologische sporen aange-
3.3.3 Gentse Steenweg 33 (Sijsele)
troffen. Er wordt geen vervolgonderzoek
(2013/290)
geadviseerd. Naar aanleiding van de verkaveling van 3.3.2. Gentse Steenweg 16B
gronden van de familie Philips langsheen
(Sijsele) (2013/291)
de
Gentse
Steenweg
archeologisch Naar aanleiding van de bouw van een eengezinswoning wordt een vooronder-
voerd.
Er
wordt
proefonderzoek
worden
drie
een uitge-
proefsleuven
aangelegd in de tuin.
zoek uitgevoerd. Aan de overzijde van de baan (Gentse Steenweg 11) wordt in
De bodem blijkt sterk verstoord door
2012
uitge-
boomwortels, aangezien hier tot voor
voerd, waarbij steentijdmateriaal en een
enkele jaren een boomkwekerij actief
goed
was.
een
beperkte
bewaarde
opgraving
podzolbodem
aange-
Enkele
losse
vondsten
traag
gedraaid aardewerk uit de Romeinse
sneden worden.
periode Op deze beperkte oppervlakte zijn twee proefsleuven getrokken. Hierin kan het vermoedelijke verlengde van de podzol uit de opgraving teruggevonden worden.
en
één
paalspoor
laten
vermoeden dat hier weldegelijk oudere sporen aanwezig geweest moeten zijn. Raakvlak adviseert hier geen vervolgonderzoek.
Deze is echter grotendeels opgenomen in de huidige ploeglaag. Uit de veelvuldige
3.3.4.
zeefstalen zijn geen vondsten aan het
Heirweg
licht
(2013/231)
gekomen.
Verder
zijn
er
geen
Vondstmelding 37
en
38
Antwerpse (Sijsele)
relevante sporen aangetroffen, het gaat voornamelijk om recente verstoringen en bouwafval. Een vervolgonderzoek dringt zich dan ook niet op.
Bij graafwerken voor een wijnkelder van circa 100m² langs de Antwerpse Heirweg worden
twee
Romeinse
brandresten-
graven gevonden.
Figuur 28 Gentse Steenweg (Sijsele)
33
Figuur 29 Brandrestengraf aan de Antwerpse Heirweg
34
Deze
zijn
gecoupeerd
en
integraal
uitgezeefd. De graven bevatten naast
3.3.5. Boringen Kasteelstraat/ Dionisiusstraat (Moerkerke)
aardewerk en nagels ook goed bewaard bot,
wat
wijst
op
een
hoge
verbrandingstemperatuur. Deze temperatuur wijst op zijn beurt weer op een hogere sociale status van de overledene. Brandhout
was
namelijk
duur.
Deze
graven kunnen waarschijnlijk in verband gebracht
worden
met
de
gekende
Romeinse nederzetting aan de overkant van de straat. In
dezelfde
straat,
ter
hoogte
van
mestbassin
een
gracht
geregistreerd en worden enkele losse scherven
veling gelegen tussen de Kasteelstraat en de Sint-Dionisiusstraat te Moerkerke wordt door Raakvlak een archeologisch onderzoek
uitgevoerd.
verkaveling
bevindt
uit
de
Romeinse
periode
Deze
zich
pal
kleine in
het
historisch centrum van Moerkerke op een boogscheut van de kerk en het kasteel. Het
huisnummer 38, is bij de aanleg van een ondergronds
Naar aanleiding van een kleine verka-
oorspronkelijk
plan
was
om
dit
terrein d.m.v. proefsleuven te onderzoeken. Wegens de beperkte oppervlakte en de mondelinge informatie van de huidige eigenares wordt besloten om op voorhand een beperkt booronderzoek uit te voeren. Volgens de eigenares was deze
gerecupereerd.
zone
van
Moerkerke
gebombardeerd
tijdens
namelijk de
zwaar
bevrijding
door de Canadezen op het einde van WOII. In overleg wordt besloten om aan de hand van boringen de mogelijke verstoring van deze bombardementen vast te stellen. In de tuinzone worden twee boorraaien uitgezet. Al snel wordt duidelijk dat deze percelen inderdaad een zware verstoring hebben ondergaan. De verstoorde bovenlaag varieert tussen een dikte van 2 Figuur 30 Dekselfragment uit de Romeinse periode
Volgens
de
Centrale
Archeologische
en 3 m. Hoogstwaarschijnlijk zijn dus de mogelijke
oudere
sporen
verdwenen
Inventaris is dit een zeer rijke regio voor
door de bombardementen. Aangezien de
Romeins erfgoed. Raakvlak wil blijven
diepte van de funderingen van de te
inzetten op kleinschalige werfcontroles
bouwen huizen niet tot de onverstoorde
en vondstmeldingen om tot een goede
bodem zal reiken, wordt besloten om
synthese van dit gebied te komen.
geen
vervolgonderzoek
meer
uit
te
voeren.
35
3.4. Jabbeke
iets na de opgave van het castellum van
3.4.1. Gistelsteenweg 59(Varsenare)
Oudenburg gesitueerd. Er moet in de
(2013/017)
regio zeker sprake geweest zijn van een zekere vorm van bewoningscontinuïteit
In
het
kader
verkavelen
van
van
de
werken
gronden”
“het
aan
de
tussen de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen.
Varsenareweg wordt een proefonderzoek uitgevoerd.
Op
archeologisch
vlak
De resultaten van het proefonderzoek
werden te Varsenare in het verleden
bevestigen
reeds
gedaan
troffen paalkuilen kunnen deel uitmaken
daterende uit de metaaltijden-Romeinse
van een gebouwplattegrond. Naast dit
tijd en vroege middeleeuwen. Het terrein
gebouw is vermoedelijk een waterput
is niet
gelegen. Het aardewerk gevonden bij
heel
wat
vondsten
zover gelegen
van
d'Hooghe
deze
bronstijd
Romeinse, Merovingische en Karoling-
werden
volle
aangetroffen.
middeleeuwen In
de
nabije
te
aange-
deze
de
is
De
Noene, waar sporen vanaf de midden tot
sporen
stelling.
dateren
in
de
ische periode. Een aangetroffen gracht
de
was zeker in gebruik eind 12de-13de
Grote Thems, een site met walgracht te
eeuw. Gezien deze relevante archeolo-
dateren in de late middeleeuwen. Uit de
gische sporen adviseert Raakvlak voor
4 getrokken proefsleuven wordt afgeleid
deze locatie een vervolgonderzoek in de
dat
vorm van een opgraving. Deze opgraving
omgeving
het
bevindt
terrein
zich
eveneens
bestaat
uit
sterk
opgehoogde natte zandgronden zonder
zal
relevante
Op
betreffende de datering en het type
basis van deze vaststellingen is een
gebouwplattegrond en waterput. Ook de
vervolgonderzoek niet vereist.
aangetroffen
archeologische
sporen.
meer
duidelijkheid
gracht
brengen
verdient
een
specifieker onderzoek. Een opgraving zal 3.4.2. Sarkoheemstraat-Mosselstraat
bijdragen aan de kennis van de vroegste
(Zekegem)
geschiedenis van deze dorpskern.
(2013/468) Een kleine verkaveling in de directe nabijheid van de kerk van Zerkegem is de aanleiding voor een proefonderzoek. Deze regio heeft een rijke, vooral vroeg middeleeuwse geschiedenis. De gemeente wordt voor het eerst vermeld in een document van 765 als “Sirigoheim”. De komst van de Germaanse inwijkelingen wordt op het einde van de bezetting, of Figuur 31 Sarkoheemstraat
36
3.4.3. Klein
Strand
(Jabbeke)
vorm van een opgraving. Afhankelijk van de aard van de toekomstige verstoring
(2012/528)
kan een strategie voor deze opgraving Wegens de toekomstige werken aan de
worden uitgewerkt.
Camping en recreatiepark ‘Klein Strand’ wordt
een
beperkt
proefonderzoek
uitgevoerd. Zowel uit de steentijd, de metaaltijden, de Romeinse periode als uit de middeleeuwen kwamen de laatste decennia talrijke archeologische vindplaatsen rond de dorpskern van Jabbeke aan het licht. Jabbeke is gelegen aan de Zandstraat,
de
weg
die
tijdens
de
Romeinse tijd Oudenburg met Brugge verbond. Het is aldus vanzelfsprekend dat heel wat vroegere vondsten in de Romeinse Tijdens
periode
het
te
dateren
proefonderzoek
kan
zijn. met
zekerheid de aanwezigheid van antropogene sporen worden vastgesteld. Deze sporen zijn goed bewaard, maar de hoge grondwatertafel tijdens de periode van het onderzoek (februari 2013) zorgt voor een moeilijke registratie van de sporen.
Figuur 32 Romeinse munt gevonden aan het Klein Strand te Jabbeke
Enkele grachten en paalkuilen kunnen door hun inhoud met zekerheid in de Romeinse Andere
periode paalkuilen
worden
gedateerd.
bevatten
geen
vondsten maar doen wel uitschijnen uit
3.4.4. Zevecotestraat/Zerkegemstraat (Zerkegem) (2013/433)
dezelfde periode te stammen. De vondst
Een kleine verkaveling is de aanleiding
van een dupondius uit de periode 161-
voor een beperkt proefonderzoek. In het
169 na Chr. bevestigt de Romeinse
verleden werden in de directe omgeving
aanwezigheid binnen het onderzoeks-
(te Zevekote,
gebied. Vermoedelijk betreft het een
Romeinse
kleine nederzetting.
vermoedelijk in verband te brengen zijn
verkaveling
sporen
Ganzeveld)
aangesneden
die
met een kleine nederzetting. Het in 2013 Om deze Romeinse vondsten beter te onderzoeken en interpreteren adviseert Raakvlak een vervolgonderzoek in de
uitgevoerd proefonderzoek levert geen archeologisch relevante sporen op. Een vervolgonderzoek is dan ook niet vereist.
37
3.4.5. Gistelsteenweg 475 (Jabbeke)
eengezinswoningen en een aantal sociale
(2013/288)
woningen,
betekent
een
verstoring
van
het
In het kader van de bouw van een handelspand
en
twee
aanzienlijke potentieel
archeologisch bodemarchief.
woningen
langsheen de Gistelsteenweg wordt een
Het veldwerk aan de terreinen rond de
proefonderzoek
de
sporthal vindt plaats van 15 tot 18 april
het
2013. Er worden 13 sleuven aangelegd,
Centrale
verspreid over de te onderzoeken zone.
Archeologische Inventaris de vondst van
Bij de aanleg van de sleuven is rekening
Romeins
gehouden
uitgevoerd.
onmiddellijke
omgeving
projectgebied
vermeldt
In van
de
schervenmateriaal
en
een
met
de
reeds
aangelegde
rioleringen en de aanwezige percelering.
mogelijke waterput.
Er zijn amper archeologische relevante De
archeologische
ingreep
in
de
archeologische
prospectie
bodem sporen
met
levert op.
sporen aangetroffen.
geen
In
de
Ter hoogte van de oude sporthal van
zuidelijke helft van het terrein worden
Heist is de bodem zwaar verstoord. De
enkel recente verstoringen aangetroffen.
zone aan de overkant van de straat, op
Het gaat om kuilen met brokjes indus-
de parking van de sporthal, blijkt zwaar
trieel vervaardigde baksteen en golf-
vervuild te zijn. Deze zone is dan ook
plaat. Op basis van deze resultaten raadt
opgegeven zonder verder onderzoek.
Raakvlak geen vervolgonderzoek aan. De zone aan de straten Windas en Misthoorn zijn onderzocht tussen 22 april en 6 mei 2013.
3.5. Knokke-Heist Ook op de percelen ter hoogte van 3.5.1.
Heulebrug
Fase
2
(Heist)
(2013/135)
beperkt aantal sporen aangesneden. Het
Naar aanleiding van de aanleg van een nieuwe verkaveling Heulebrug fase 2, te 8301 Heist wordt op vraag van de betrokken bouwheren door Raakvlak een archeologisch
Windas-Misthoorn worden slechts een
proefonderzoek
uitge-
gaat hier voornamelijk om (sub)recente grachten en drainagegreppels. Daarnaast worden ook enkele kuilen en natuurlijke sporen aangetroffen. De vier aangetroffen kuilen hebben een
voerd. De zone ter hoogte van de straten
houtskoolrijke
Windas-Misthoorn valt onder de WVI, de
aardewerk uit het begin van de late
verkaveling ten oosten van de Heistlaan,
middeleeuwen
op
beetje
de
terreinen
van
de
voormalige
sporthal, behoort toe aan het AGSO. De
vulling
(12e-13e
bouwpuin
botmateriaal.
en
en
Mogelijk
bevatten
eeuw), wat
zijn
een
dierlijk
deze
vier
bouw van dit project, een woonwijk met
38
sporen
te
interpreteren
als
zand-
winningskuilen die na gebruik zijn opge-
in
relatie
worden
gebracht
met
de
is
een
percelering.
vuld met brandafval en bouwpuin. Ter De
archeologische
prospectie
met
hoogte
concentratie
van aan
14
kuilen
waarvan
trekken
levert
middeleeuws materiaal bevat. Vermoe-
amper archeologisch relevante sporen
delijk gaat het om afvalkuilen. Voor de
op. Een vervolgonderzoek is dan ook niet
onderzochte zones wordt geen vervolg-
nodig.
onderzoek geadviseerd. Er worden geen
60
proefsleuven,
een
aangetroffen,
ingreep in de bodem, bestaande uit het van
er
sleuf
aanwijzingen 3.5.2.
Ziekenhuis
Kalvekeetdijk, begeleiding
AZ
Knokke van
Alma,
(Knokke):
een
privaat
archeologisch bedrijf
gevonden
aanwezigheid
van
een
ziekenhuiscomplex
voor
de
bewoningssite,
gebruik waaruit een vervolgonderzoek
wordt
in
bron: Ryssaert Caroline, Pieters Thomas & Pype
Pedro,
2013,
proefsleuvenonderzoek:
Oostkust
Kalvekeetdijk/Natiënlaan,
Antea
laat-
artisanale activiteiten of ander grond-
opdracht van de vzw Gezondheidszorg door
ook
noodzakelijk blijkt.
In het kader van de aanleg van een nieuw
aantal
Group
nv
een
archeologisch vooronderzoek uitgevoerd
Archeologisch Knokke-Heist
–
Nieuwbouw
Ziekenhuis., Onuitgegeven verslag.
tussen 5 & 25 maart 2013 langs de Kalvekeetdijk te Knokke. In dit kader neemt Raakvlak de administratieve & wetenschappelijke
begeleiding
bij
3.6. Torhout
de
uitvoering van dit onderzoek op zich.
3.6.1. Atelierstraat (Torhout) (2013/111)
Het totale projectgebied beslaat ruim 12ha. Aangezien een deel tijdens dit
Naar aanleiding van de bouw van een
onderzoek niet bereikbaar is door grond-
graanloods op het bedrijf van de heer J.
depot,
bemaling
Vandelanotte in de Atelierstraat wordt
werden door Antea ruim 9ha onderzocht
een kleinschalig archeologisch onderzoek
d.m.v. 59 proefsleuven. De zone onder
uitgevoerd.
het
werfketenpark
gronddepot
toekomst worden
nog er
49
en
Raakvlak
begeleidt
de
in
de
nabije
graafwerken voorafgaand aan de bouw
onderzocht.
In
totaal
van deze nieuwe graanloods en aanleg
wordt
archeologische
sporen
aangetroffen. Het betreft overwegend oost-west georiënteerde grachten waarvan er enkele op basis van aardewerk in de 12de-14de eeuw worden gedateerd en
van een betonverharding. De
onderzoekszone
ligt
net
naast
percelen waarop in 2010 een proefsleuvenonderzoek
is
uitgevoerd
door
Raakvlak. In het verslag van dit onder-
39
zoek wordt het vermoeden geuit dat de
erfgoed van de Vlaamse Regering van 22
sporen verder lopen op de aangrenzende
augustus 2013. Met de bouwheer is
percelen.
afgesproken dat Raakvlak de werken begeleidt.
Het veldwerk is uitgevoerd op 2 en 3 mei. De bouwheer graaft op die dagen de
funderingssleuf
graanloods
en
voor
zijn
nieuwe
betonverharding
uit.
Dit
wil
zeggen
dat
de
archeologen tijd krijgen om delen van het terrein op te schaven, de aanwezige sporen te onderzoeken, eventueel stalen te nemen en alles in te meten.
Hiervoor haalt hij de teelaarde in deze zone weg. De graafwerken gebeuren met
Bij deze werken zijn geen archeologische
een tandeloze graafbak van 2 meter
sporen aangetroffen.
breed. Deze werken vallen buiten het decreet
betreffende
het
onroerend
Figuur 33 Veldwerk in de Atelierstraat te Torhout
40
3.7.
Zedelgem
3.7.1. Diksmuidse
Heirweg
(POV)
(Zedelgem) (2013/271)
Figuur 34 Zandwinningskuilen aan de Diksmuidse Heirweg
Het bouwen van een oefengebouw en
tussen Boulogne-sur-mer en Keulen. Op
oefenplaat voor brandbestrijding aan de
het grondgebied Zedelgem wordt dit
Diksmuidse Heirweg te Zedelgem is de
wegdeel tussen Aartrijke en Brugge de
aanleiding
Diksmuidse Heirweg genoemd.
voor
een
proefonderzoek. Het
archeologisch
plangebied heeft
een oppervlakte van circa 2 hectare en is gelegen op 1,25 km ten westen van de dorpskern van Zedelgem. Binnen het plangebied zelf zijn geen archeologische waarden
gekend.
De
Diksmuidse
Heirweg gaat terug tot een Romeinse buurtweg of diverticulum. Dit is een zijweg van de grote Romeinse baan
Het
proefonderzoek
levert
geen
archeologisch relevant sporen op. Raakvlak adviseert voor deze locatie geen vervolgonderzoek. In de sleuven het dichts gelegen bij de Kazerne kapitein Stevens (gebouwd in het midden van de jaren ’30 van de vorige eeuw) worden enkele zandwinningskuilen aangesneden. De vulling bevatte enkele scherven
41
industrieel
wit
aardewerk
en
een
porseleinen dop van een beugelfles. Het
logische boringen uitgevoerd. Dit type
gewonnen zand kon uitstekend dienst
boringen
doen voor het metsen van deze kazerne
manuele grondboor met een boorkop
met
andere
van 12 cm diameter. Er wordt een
proefsleuven worden enkel grachtjes en
monster genomen van 2 boorkoppen
greppeltjes
diepte (ca. 40 cm) van het veen en het
bijgebouwen.
origine zijn
In
van
post-middeleeuwse
aangetroffen.
typisch
de
voor
Deze
afwatering
uitgevoerd
met
een
pleistoceen zand. Deze stalen worden
en
nat gezeefd, voor het zand boven een
indeling van akkers en weilanden en
maaswijdte van 1 mm, voor het veen
wijzen op het off-site karakter van het
een maaswijdte van 5 mm. Op deze
gebied.
wijze kunnen eventuele archeologische
Wegens
de
structuren
wordt
het
gebrek
aan
relevante archeologische sporen wordt
sites
geen vervolgonderzoek geadviseerd.
worden.
3.8. Gemeentegrens-over-
Op basis van de bekomen gegevens uit
schreidende projecten
een bureaustudie, een paleolandschappelijk
3.8.1. Nemo-BOG-Stevin
de
steentijd
booronderzoek,
gedetecteerd
een
veldpro-
spectie/fieldwalking en een verkennend
Het vooronderzoek opgestart in 2012 naar aanleiding van de realisatie van ondergrondse
uit
hoogspannings-verbin-
dingen door Elia (beheerder van het Belgische transmissienet voor elektric-
archeologische boorcampagne wordt een advies
geformuleerd
voor
verder
archeologisch onderzoek bestaande uit proefsleuven (tweede fase verkennend onderzoek) en opgravingen.
iteit) wordt in 2013 afgerond (zie ook jaarverslag
2012).
hiervoor
samenwerking
in
Raakvlak
voert
met
Gate
(Ghent Archaeological Team bvba) een eerste
fase
van
het
archeologisch
verkennend onderzoek uit. Dit onderzoek bestaat uit een historische studie van reeds gekende sites, een veldkartering, landschapskarterende
boringen
en
archeologische boringen. Nadat op basis van de landschappelijke boringen
verschillende
zones
werden
afgebakend, wordt in 2013 op vier van de
interessantste
gebieden
Figuur 35 Nemo – BOG archeologische boringen
archeo-
42
3.8.2.
A11
Sinds 2010 onderneemt Raakvlak een
kennende boorcampagne of landschap-
grootschalig
vooronder-
pelijke boringen (deel III), archeolo-
van de nieuwe
gische boringen (deel IV) en een proef-
archeologisch
zoek op het traject
snelwegverbinding A11 tussen Brugge en
sleuvenonderzoek (deel V).
Knokke-Heist. De aanleg van de A11, de missing
link
tussen
de
N49
te
Westkapelle en de N31 ter hoogte van het verkeersknooppunt de Blauwe Toren, gaat gepaard met grote bodemverstorende ingrepen. De grote impact van deze werken op de bodem houdt in dat de
aanwezige
sporen
van
vroege-
re menselijke bewoning en bewerking door de werken ernstig kunnen worden aangetast of zelfs verdwijnen. De bedoe-
De eerste vier delen van dit onderzoek worden uitgevoerd tussen 2008 en 2012. Aan de hand van dit onderzoek worden potentiële sites en het paleolandschap in kaart gebracht. Tevens wordt aan de hand van de archeologische boringen de aanwezigheid
van
een
Romeinse
zoutwinningssite aan de Zonnebloemweg in Dudzele, langs het Schipdonk- en Leopoldkanaal vastgesteld.
ling van dit archeologisch vooronderzoek
De
is het archeologisch potentieel van het
vooronderzoek, die in de loop van 2013
gebied dat door werken verstoord zal
en begin 2014 wordt uitgevoerd is het
worden in kaart brengen en indien nodig
proefsleuvenonderzoek. Over de volle-
verder te onderzoeken in de vorm van
dige oppervlakte van het tracé worden
een opgraving.
proefsleuven aangelegd. Enkel de zone
Het archeologische vooronderzoek in het projectgebied omvat vijf grote fasen: het bureauonderzoek (deel I), waarbij de bestaande materiaal
literatuur, en de
het
kaarten-
beschikbare lucht- en
satellietfoto’s worden geraadpleegd, de veldverkenning of veldprospectie (deel II), waarbij op het terrein oppervlaktevondsten worden ingezameld, een ver-
laatste
tussen
het
en
vijfde
fase
Boudewijnkanaal
van
en
het
het
Schipdonk- en Leopoldkanaal wordt niet onderzocht. Dit omdat het pakket met archeologisch sporen reeds bedekt is door
het
opgespoten
zand
bij
de
uitbreidingswerken van de havendokken. Dit opgevoerde pakket is enkele meters dik en wordt niet geroerd bij de aanleg van
de
A11,
archeologische
waardoor sporen
de
niet
mogelijk verstoord
zullen worden.
43
Figuur 36 Proefsleuvenonderzoek op het A11-tracé
In totaal sites
worden drie archeologische
aangetroffen,
die
een
vervolg-
tijdens
de
meerdere
uitvoering
worden
silexconcentraties
uit
ook de
onderzoek in de vorm van een opgraving
steentijd teruggevonden (zie hoger). De
vereisen. Naast deze sites worden een
twee overige opgravingen worden in de
vijftal
loop van 2014 uitgevoerd. De tweede is
concentraties
met
laatmiddel-
eeuwse afvalkuilen en twee laatmiddel-
een
eeuwse veenwinningssites gelokaliseerd.
Stationsweg in Dudzele en werd reeds
Daarnaast worden in Dudzele, net ten
deels in ’97-‘98 bij de aanleg van de
noordwesten van de Spie ook sporen van
aardgasleiding in het kader van het VTN-
kleiwinning en baksteenproductie aange-
project
sneden.
bevindt zich langs de Fonteinestraat in
volmiddeleeuwse
site
opgegraven.
De
langs
derde
de
site
Ramskapelle. Hier werden zowel laatEen
van
de
drie
opgravingen
een
Romeinse zoutwinningssite is gelegen aan de Zonnebloemweg in Dudzele net ten
Westen
van
Leopoldskanaal.
het
Schipdonk-
Deze
site
en
word
opgegraven in de zomer van 2013 en
middeleeuwse
als
postmiddeleeuwse
sporen aangetroffen. Volgens het historisch
onderzoek
van
M.
Coornaert
bevond zich op deze locatie een hofstede het Fonteijnken, waarnaar de Fonteinestraat is vernoemd. Deze hoeve werd
44
rond 1700 aangelegd op het terrein van
gereduceerd aardewerk, dat in de late
het
middeleeuwen wordt gedateerd.
verdwenen
middeleeuwse
Claps
Dorp. Het Claps Dorp is een verdwenen hoeve. De term dorp kan erop wijzen dat deze
hoeve
bestond.
uit
meerdere
(COORNAERT
gebouwen
M.,
1981,
Westkapelle & Ramskapelle, p.376 &
In 2014 moeten de resterende percelen nog worden onderzocht. Het einde van het
veldwerk
wordt
voorzien
eind
februari 2014.
378) Een eerste veenwinningssite bevindt zich in Ramskapelle aan de kruising van Heistlaan met de A11. Zowel aan de hand van de stratigrafie als door één gerecupereerde scherf, die bovenaan een veenwinningskuil wordt teruggevonden, wordt
deze
veenwinning
middeleeuwen
gedateerd.
in
de
De
late
tweede
veenwinningssite bevindt zich langs de westzijde van de Natiënlaan, net ten noorden van de Hoekevaart. In deze kuilen
wordt
jammer
genoeg
geen
aardewerk aangetroffen. Aan de hand van de stratigrafie, die analoog is aan die
van
de
veenwinning
langs
de
Heistlaan, wordt deze veenwinning ook in de middeleeuwen gedateerd. Daarnaast
worden
concentraties troffen.
met
Meestal
nog
Figuur 37 Veenwinningskuilen aan de Heistlaan te Ramskapelle
een
afvalkuilen gaat
het
vijftal aange-
om
een
concentratie van drie tot een achttal kuilen, die grotendeels zijn opgevuld met brandafval.
Bijna
alle
kuilen
zijn
houtskoolrijk en bevatten wat aardewerk. Slechts uit enkele kuilen wordt een aanzienlijke
hoeveelheid
scherven
gehaald, die duidelijk ook als afval werd gedeponeerd. Het betreft grijsgebakken
45
4.
PERSONEEL
In 2013 hebben drie archeologen Bieke
uitzondering van de digitale registratie
Hillewaert,
van
Jan
Huyghe
en
Stefan
Decraemer een contract van onbepaalde duur. De tijdelijke contracten van de archeologen Verwerft,
Griet
Lambrecht,
Frederik
Roelens
Dieter en
de
bodemkundige Jari Mikkelsen (contract 3/5),
oorspronkelijk
aangevat
vondsten.
Zij
worden
hierbij
ondersteund door Nico Inslegers. Jan Huyghe is verantwoordelijk voor het depot
en
de
vondstenverwerking
en
daarnaast ook voor de digitale registratie van de vondsten.
ten
behoeve van het A11-project, worden
Stefan Decraemer is de coördinator voor
voor de hele duur van 2013verlengd.
heel wat grootschalig proefonder-zoek, vooral in het kustgebied (A11, enz.).
Bieke Hillewaert neemt de coördinatie van
Raakvlak
waar
en
draagt
de
Griet Lambrecht is verantwoordelijk voor
eindverantwoordelijkheid. Aangezien zij
de
gedurende een groot gedeelte van 2013
vrijwilligers en studenten.
afwezig is en vanaf 1/7 slechts halftijds werkt, worden de taken binnen Raakvlak herverdeeld. Ook de archeologen met tijdelijke contracten worden ingeschakeld in de dagelijkse werking. Er
wordt
voor
elke
verantwoordelijke
bibliotheek
archeoloog
een
aange-
voor
de
stagairs,
Het veldwerk wordt door de verschillende archeologen en bodemkundige Jari Mikkelsen uitgevoerd met inachtname van
de
door
opgelegde gemeente
en
voor
de
Vlaamse
minimum
archeologisch
betekent
onder
Overheid
kwaliteitsnormen onderzoek.
andere
voor
proefonderzoek
voor
logen op het veld aanwezig moeten zijn.
Decraemer
en
Zedelgem,
voor
Stefan
Knokke-Heist
en
Damme, Griet Lambrecht voor Torhout en Beernem en Dieter Verwerft voor Brugge.
Vooral
de
advisering
in
de
respectievelijke gemeentes behoort tot
Jari
Mikkelsen
afwezigheid
van
twee
er
steld. Jan Huyghe is verantwoordelijk Jabbeke
telkens
dat
Dit
archeo-
neemt
tijdens
de
Bieke
Hillewaert
de
praktische coördinatie van de arbeidersploeg
en
de
werking
rond
gebouw,
infrastructuur en veiligheid over.
hun taken. Ann Florizoone is in dienst als deeltijds Stefan
Decraemer
Dieter
Verwerft,
en
stilaan
nemen
de
vooral digitale
verwerking van gegevens op zich, zoals GIS, opmaak van kaarten en digitale ontsluiting van gegevens over, met
kantoorbediende. Dit gebeurt in samenwerking met Erfgoedcel Brugge, waarbij een verdeling 2/5 voor Raakvlak en 3/5 voor Erfgoedcel Brugge is afgesproken. Onder de taken van Ann Florizoone
46
vallen
de
administratie
i.v.m.
de
advisering, de verantwoordelijkheid voor het klassement, de financiële opvolging, het
opstellen
en
opvolgen
van
collegenota’s, e.d.. Daarnaast bestaat de dienst in 2013 uit vier arbeiders, Serge Van Liefferinge, Régy Poppe, Jurgen Vandewalle en Nico Inslegers.
Serge
van
Liefferinge
is
dienstdoend ploegleider. Nico Inslegers heeft als bijzondere taak de digitale registratie en verwerking van opgravingsgegevens en wordt in de loop van 2013 (tijdelijk) aangesteld als dienstdoend technisch assistent. Behalve de contractuele personeelsleden doet
Raakvlak
in
2013
beroep
op
verscheidene stagairs, studenten archeologie en op een aantal vrijwilligers.
47
5. BESLUIT Inter-
Wat het veldwerk betreft, zet Raakvlak
gemeentelijke Dienst voor Archeologie in
zich in voor de begeleiding van de
Brugge en Ommeland, het voorbije jaar
dossiers
is ingeslagen, wordt in 2013 verder
rapportage en de deponering van de
gevolgd.
vondsten.
De
richting
die
2013
Raakvlak,
Is
een
de
scharnierjaar,
vanaf
het
Veel
tijd
advies
gaat
tot
naar
de
de
enerzijds omdat de zeven gemeentes
voorbereiding van grote dossiers en de
binnen Raakvlak opnieuw beslissen om
onderhandelingen met de bouwheren.
een engagement van zes jaar aan te
Raakvlak voert de veldverkenning, het
gaan in verband met de zorg voor het
verkennend proefsleuvenonderzoek, de
archeologisch
werfbegeleiding en de werfcontroles zo
erfgoed
en
anderzijds
omdat de basis wordt gelegd voor een
veel
nieuwe
onderzoek gebeurt op het A11-tracé en
tussen
werkwijze, een
die
een
splitsing
beheerstak
en
een
op
mogelijk
het
zelf
traject
uit.
van
Belangrijk
de
Stevin-
hoogspanningslijn. De resultaten van dit
uitvoerende tak omvat.
onderzoek zullen bijdragen tot een beter Op het vlak van beheer blijft de verdere
begrip van de geschiedenis van mens en
integratie van archeologie in de lokale
landschap in de oostelijke kustvlakte.
ruimtelijke ordening van groot belang. Bijzondere
aandacht
gaat
naar
het
onderhouden van de contacten met de gemeentes, naar de opvolging van de correcte naleving van de adviezen en naar de voorbereiding van de verlenging van het contract met Raakvlak.
Ontsluiting en publiekswerking is steeds één van de speerpunten van Raakvlak. In
2013
initiatieven
worden op
ook het
de vlak
bestaande van
de
publiekswerking verder uitgebreid. Centraal staat zoals tijdens de voorgaande
Inventarisatie is een aandachtspunt. In
jaren, het ‘vuilniszakproject’, waar vooral
dit kader is in het bijzonder de inven-
lagere scholen kennis mee maken.
tarisatie van ongekende archeologische erfgoed te vermelden, zoals gebeurt bij het vooronderzoek van diverse grote graafwerken
in
de
kustvlakte,
aan-
sluitend bij de initiatieven uit 2012.
48
Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E
[email protected]
49
50