BEELDKWALITEITSPLAN FORMELE REGELS A4 ZONE WEST
** 1
* *
DIT BOEKWERK IS EEN UITTREKSEL VAN HET KWALITEITSHANDVEST (BEELDKWALITEITSPLAN) VOOR A4 ZONE WEST WELKE NAAST DE FORMELE REGELS OOK VEEL INSPIRERENDE EN UITDAGENDE GEDEELTES BEVAT.
DIT BOEKWERK BEVAT GEEN REGELS OVER RECLAME. IN 2013 WORDT ER EEN APARTE RECLAMEPARAGRAAF OPGESTELD VOOR A4 ZONE WEST.
2
III
HOOFDSTUK 2 1 ALGEMENE 2 ALGEMENE 3 ALGEMENE 4 ALGEMENE 5 ALGEMENE
24 26 28 30 32
DEELGEBIEDEN AMBITIES ENTREE-AS AMBITIES TRADEBOULEVARD AMBITIES RIJNLANDERLADDER EN A4 FRONT AMBITIES LOGISTIEKE KERN AMBITIES CAMPUS & STATIONSVERBINDING
HOOFDSTUK 3 - REGELWERK 1.1. OVERZICHT REGELS 1.2. OPBOUW REGELWERK
36 38
2.
ALGEMENE REGELS EN AMBITIES A4 ZONE WEST
42
3.
REGELWERK ENTREE-AS 3.1. ZONERING ENTREE-AS 3.2. ALGEMENE REGELS ENTREE-AS 3.3. SPECIFIEKE REGELS ENTREE-AS BIJ RIJNLANDERLADDER 3.4. SPECIFIEKE REGELS ENTREE-AS BIJ LOGISTIEKE KERN
46 47 48 50
REGELWERK TRADEBOULEVARD 4.1. ZONERING TRADEBOULEVARD 4.2. ALGEMENE REGELS TRADEBOULEVARD 4.3. SPECIFIEKE REGELS TRADEBOULEVARD BIJ LOGISTIEKE KERN 4.4. SPECIFIEKE REGELS TRADEBOULEVARD BIJ RIJNLANDERLADDER 4.5. SPECIFIEKE REGELS TRADEBOULEVARD BIJ CAMPUS
52 53 54 57 59
REGELWERK RIJNLANDERLADDER EN A4 FRONT 5.1. ZONERING RLL & A4 FRONT 5.2. ALGEMENE REGELS RLL & A4 FRONT 5.3. SPECIFIEKE REGELS KOPPEN RLL 5.4. SPECIFIEKE REGELS RIJNLANDERWEG 5.5. SPECIFIEKE REGELS SCHUURZONE 5.6. SPECIFIEKE REGELS WERKZONE 5.7. SPECIFIEKE REGELS A4 FRONT
62 63 64 65 67 67 68
REGELWERK LOGISTIEKE KERN 6.1. ZONERING LOGISTIEKE KERN 6.2. ALGEMENE REGELS LOGISTIEKE KERN 6.3. SPECIFIEKE REGELS SPOORZONE 6.4. SPECIFIEKE REGELS KERNZONE
72 73 74 74
REGELWERK CAMPUS 7.1. ZONERING CAMPUS 7.2. ALGEMENE REGELS CAMPUS 7.3. SPECIFIEKE REGELS STATIONSVERBINDING 7.4. SPECIFIEKE REGELS PARKRAND
76 77 78 79
4.
5.
6.
7.
DEELGEBIEDEN
10 12 14 16 18 20
A
II
HOOFDSTUK 1 - INLEIDING 1. GEBIED A4 ZONE WEST 2. ESSENTIEDRAGERS & DEELGEBIEDEN 3. KANSGEBIEDEN 4. ESSENTIEKAART 5. ILLUSTRATIEVE PLANKAART 6. ILLUSTRATIE TOTAALGEBIED A4 ZONE WEST
ENTREE-AS
I
4 6
TRADE BLVD
VOORWOORD LEESWIJZER
A4 ZONE WEST
RLL & A4 FRONT
REGELS
LOG.KERN
FORMELE
CAMPUS
BEELDKWALITEITSPLAN
3
VOORWOORD
A4 ZONE WEST: INTERNATIONALE VAANDELDRAGER VAN DE LOGISTIEK A4 Zone West is het werkmilieu van en voor een nieuwe generatie. Een werkmilieu gericht op handel en logistiek. Innovatie, hoogwaardige logistieken duurzaamheid kenmerken A4 Zone West. Ruimtelijk gaat dit tot uiting komen in het aanbod van verschillende modaliteiten, mede door de aanleg van een directe verbinding met het luchthavenareaal, in het aanbod van verschillende innovatieve en sterk onderscheidende deelgebieden en in een hoogwaardige en duurzame omgevingskwaliteit. Het regionale beleid, zoals vastgelegd in de Ontwikkelstrategie Ruimtelijk-Economische Visie Schiphol (REVS), duidt A4 Zone West daarom als internationale vaandeldrager voor de logistiek. Zoals Zuidas en Schiphol Centrum de internationale vaandeldragers zijn van de zakelijke dienstverlening in de regio. Dit betekent dat A4 Zone West een topmilieu zal worden voor de logistiek en aanverwante sectoren. Hier horen een hoogwaardige inrichting en dito voorzieningenniveau bij.
DE BASIS VAN HET BEELDKWALITEITSPLAN: DE ESSENTIEDRAGERS EN ONDERSCHEIDENDE DEELGEBIEDEN Binnen A4 Zone West zal deze hoogwaardigheid vooral tot uitdrukking komen in de twee essentiedragers van de ontwikkeling: de Entree-as en de Trade Boulevard. Beide assen moeten eenheid en hoogwaardigheid uitstralen. Het materiaalgebruik in de openbare ruimte sluit daartoe aanop het kwaliteitsniveau van Schiphol Centrum. Bij de Entree-as gaat het specifiek om het zichtbaar maken van de verschillende logistieke functionaliteiten. En bij de Trade Boulevard gaat het juist om een hoogwaardige verblijfskwaliteit met specifieke functies die deze verblijfskwaliteit versterken. Voor beide assen worden daarnaast specifieke eisen gesteld aan de bebouwing, ter versterking van het gewenste kwaliteitsbeeld. Van de verschillende deelgebieden binnen A4 Zone West, is het campusmilieu het meest in het oog springend. Kwalitatief kan dit deelgebied als spiegel van Beukenhorst Zuid worden gezien. Met een hoogwaardig groengebied (Geniepark) als verbindend element daartussen vormt dit samen een nieuw en uniek metropolitaan werkgebied rondom de OV-knoop Hoofddorp.
4
AS LOGISTIEKE
AS -
LIJK
ZAKE
E EV
Zuidas
I AT
E
CR
Airport City
A4 Zone West
AS
SC
V
OL
A4
HS
T
Park21
L
HO
P HI
LO GI ST IE KE
N TIO STA DDORP F HOO
A4 ZONE WEST WORDT GEZIEN ALS EEN INTERNATIONALE VAANDEELDRAGER NAAST SCHIPHOL EN ZUIDAS
A4ZW
REGIO AMSTERDAM EN GEMEENTE HAARLEMMERMEER VANUIT DE RUIMTE (DOOR ANDRÉ KUIPERS, JULI 2012)
5
HET BEELDKWALITEITSPLAN IN GEBRUIK: NAAR EEN KWALITATIEVE INRICHTING In 2011 is voor A4 Zone West een Integraal Ontwikkelingsplan (IOP) gemaakt, waarin de bovenstaande ambitie is vastgelegd. In 2012 is dit IOP verder uitgewerkt in een Bestemmingsplan en een Beeldkwaliteitsplan. Beide plandocumenten zijn belangrijke richtlijnen voor de verdere uitwerking van het gebied. Zij tonen het ambitieniveau en bevatten de formele regels waaraan initiatieven in het gebied moeten voldoen. Met het Beeldkwaliteitsplanmaakt GEM A4 Zone West inzichtelijk welke kwaliteitsregels gelden voor bouwinitiatieven. Dit zijn formele regels die gelden voor alle bouwinitiatieven in het gebied. Daarnaast hecht GEM A4 Zone West er ook waarde aan inzichtelijk te maken wat haar kwaliteitsambities zijn voor A4 Zone West. Om initiatiefnemers te stimuleren een hoogwaardige kwaliteit te realiseren Dit staat verwoord in het bredere Kwaliteitskader A4 Zone West.De formele regels uit het Beeldkwaliteitsplan vormen samen met de regels uit het bestemmingsplan het formele kader waaraan bouwinitiatieven getoetst zullen worden. Op twee manieren worden de formele regels uit het Beeldkwaliteitsplan vastgelegd. In de eerste plaats door een aantal regels over te nemen in het bestemmingsplan. In de tweede plaats door de regels vast te stellen als specificatie van de Welstandsnota van de Gemeente Haarlemmermeer voor het gebied A4 Zone West. Conform deze Welstandsnota zullen de formele regels van het Beeldkwaliteitsplan na vaststelling, onderdeel uitmaken van de Welstandsnota Gemeente Haarlemmermeer. De eisen uit het Beeldkwaliteitsplan prevaleren dan boven de algemene regels uit de Welstandsnota. Naast formele regels geeft het Beeldkwaliteitsplan inzicht in het ambitieniveau. De ambities die betrekking hebben op de openbare ruimte worden uitgewerkt in Inrichtingsplannen. De ambities die betrekking hebben op de bebouwing kunnen worden beschouwd als richtinggevende uitgangspunten voor initiatiefnemers. De ambities richten zich niet alleen op de ruimtelijke kwaliteit, maar ook op de functionele kwaliteit van de logistiek en de duurzaamheidskwaliteit. Bij de duurzaamheidsambities, die zijn vastgelegd in convenanten met de Gemeente Haarlemmermeer en het Hoogheemraadschap Rijnland, gaat het er vooral om hoe deze in het gebied zichtbaar kunnen worden gemaakt. Ook daar zal voor de openbare ruimte in de Inrichtingsplannen nadrukkelijk aandacht voor zijn. Het Beeldkwaliteitsplan zal een belangrijke rol spelen bij de begeleiding van bouwinitiatieven door het Kwaliteitsteam A4 Zone West. Daarbij heeft dit Kwaliteitsteam niet alleen een formele toetsende rol op de vastgelegde regels, maar zal zij vooral initiatiefnemers uitdagen en inspireren om tot een zo hoog mogelijke kwaliteit te komen. Daarbij speelt het ambitiedeel van het Beeldkwaliteitsplan een belangrijke rol.
6
CONCEPT BESTEMMINGSPLAN A4 ZONE WEST
DOORVERTALING BEELDKWALITEITSPLAN
FORMELE REGELS IN:
BESTEMMINGSPLAN
+ AANVULLING OP WELSTANDSNOTA
VANUIT IOP NAAR DE FORMELE REGELS VOOR A4 ZONE WEST
7
LEESWIJZER
Het boekwerk met formele regels vanuit het beeldkwaliteitplan heeft een duidelijke structuur. Dit boekwerk bestaat uit drie hoofdstukken die het plan en de regels stap voor stap uitleggen. In de inleiding wordt het gebied A4 Zone West kort beschreven evenals de ruimtelijke essentie. Hier presenteren we eerst de twee ‘essentiedragers’ van A4 Zone West: de Entree-as en de Tradeboulevard. Deze twee gebieden bundelen de kernwaarden van A4 Zone West. In de kruising van de essentiedragers en langs de Entree-as zijn drie kansgebieden. De ambitie van de kansgebieden wordt in dit deel uitgelegd. Vervolgens gaat de inleiding verder met de beschrijving van de drie deelgebieden van A4 Zone West: Rijnlanderladder/A4-front, Logistieke Kern en Campus. De inleiding wordt beëindigd met de essentiekaart als opstapeling van de bovengenoemde lagen. Het tweede hoofdstuk legt de ruimtelijke ambities voor de assen en deelgebieden uit. Dit als uitwerking van de gebieden en als verfijning van het plan ten opzichte van het IOP. Het derde hoofdstuk legt het regelwerk uit. Het hoofdstuk begint met een overzicht van alle regels voor de vijf deelgebieden. Dan wordt de algemene opbouw van de regels beschreven en hierna de algemene regels voor A4 Zone West. Daarna worden de regels voor de essentiedragers en deelgebieden in vijf hoofdstukken omschreven.
Omdat de formele regels uit het beeldkwaliteitplan gedurende het hele ontwikkelings- en realisatie traject (ongeveer 30 jaar lang) stand moeten houden, werken we met een zeer beperkt aantal hedendaagse voorbeelden en referenties. Het gevaar bestaat namelijk dat deze snel verouderen. De meeste uitleg vindt daarom plaats aan de hand van tekeningen en impressies/schetsen.
8
1
INLEIDING: UITLEG TOTAALPLAN EN AMBITIES
RUIMTELIJKE AMBITIE
2
UITLEG ASSEN EN DEELGEBIEDEN
C
A
TR
M
AD
E
PU
CA
S
M
PU
K
D D LA ER D N LA
G IS
T N O
AP H SC LA ND
LO
D AN
ER NL AN D
NL
FR
AS
D EN
TR
EE
G
EN
EB
TR
IE
EE
A
G
EB
4
IE
D
R
IJ
N -
EE
PO
TR
LD
ER
RIJ
RIJ EN
ER
E TI EK ER
D
D ER
NT
LA
D
AN NL
TR RIJ
FR O
AD
E
ER
W
BO
EG
UL
EV
AR
LO
D
G
H
IS
ST
TIE
ST
KE
AT
KE
IO
N
RN
ER
N
S
ASSEN: - ENTREE-AS - TRADEBOULEVARD
3
DEELGEBIEDEN: - RIJNLANDERLADDER & A4 FRONT - LOGISTIEKE KERN - CAMPUS & SCHAKELSTUK
REGELWERK
ALGEMENE REGELS A4 ZONE WEST REGELS VOOR GEBOUWEN EN KAVELS
OVERZICHT VAN ALLE REGELS VOOR ASSEN & DEELGEBIEDEN
OPBOUW REGELS
OPBOUW VAN HET BEELDKWALITEITSPLAN
9
HOOFDSTUK 1 INLEIDING GEBIED A4 ZONE WEST RUIMTELIJKE AMBITIE
In dit hoofdstuk worden de gebiedsambities van het gebied A4 Zone West kort beschreven. De twee kernwaarden van deze gebiedsontwikkeling en de ruimtelijke opbouw van het plan worden kort beschreven. Ook worden de kansgebieden binnen A4 Zone West toegelicht. Als laatste worden de “essentiekaart” en illustratieve kaarten van het gebied getoond.
1. GEBIED A4 ZONE WEST
Het voorafgaande document Integraal Ontwikkelingsplan beschrijft tot in detail de ruimtelijke hoofdopzet van A4 Zone West. Om dit beeldkwaliteitsplan in te leiden vatten we een en ander kort samen. Te beginnen met de ruimtelijke hoofdopzet van A4 Zone West; deze bestaat uit een open groenzone, twee bebouwingzones en een ‘multimodale’ verbindingsas (geschikt voor uiteenlopende vervoersmogelijkheden).
LOGISTIEKE
AS
HAVEN AMSTERDAM
AMSTERDAM AS
VE
Het eerste deelgebied dat we zien vanaf de A4 is een open polderlandschap van 650m breed met sloten, vaarten, droge berging, grasland en akkers. Deze brede zone biedt een karakteristiek Hollands panorama vanaf de A4. Het laat tevens ruimte vanaf de snelweg voor het ervaren van het unieke werelderfgoed van de Geniedijk, dat een van de begrenzingen vormt van het plangebied. De eerste bebouwingszone, de kwalitatieve schil, ligt aan het polderlandschap, met het historische lint van de Rijnlanderweg als middelpunt. Aan de uiteinden van dit lint liggen twee grote parklandschappen: het Geniepark in het noorden en het toekomstige Park21 in het zuidwesten. Richting station Hoofddorp en direct grenzend aan het Geniepark ligt een hoogwaardig, meer paviljoenachtig milieu. Dit milieu legt de verbinding tussen A4 Zone West en het Geniepark. De zone aan het polderlandschap met het huidige lint van Rijnlanderweg wordt als een groene belevingswereld gezien. Ontwikkelingen in dit gebied zijn van een kleinere ‘korrel’ dan de bebouwing in de hierna beschreven tweede bebouwingszone. Anders gezegd: het gaat om kleinere gebouwen, maar kwalitatief zeer hoogwaardig. De tweede bebouwingszone, de effectieve kern, ligt tussen de Nieuwe Rijnlanderweg en het spoor. Dit wordt een efficiënt en intensief bebouwd terrein, voor bedrijven van de grootste ‘korrel’. Oftewel gebouwen van een grotere maat en schaal. Dit terrein wordt langs de as van multimodaliteit door de Ongestoord Logistieke Verbinding (OLV), die onderdeel uitmaakt van de Entree-as van A4 Zone West, verbonden met Schiphol. De locatie aan het begin van de Entree-as bij de aansluiting op de A4, Entreegebied, wordt bestemd voor een bijzonder programma. Hier ontstaat straks de koppeling van A4 Zone West met de logistieke wereld van Schiphol en de Metropoolregio Amsterdam. Nationaal en internationaal komt hier bij elkaar. Bij het raakvlak tussen de effectieve kern en de kwalitatieve schil bevindt zich de Tradeboulevard, een kwaliteitsdrager voor A4 Zone West.
12
-
LIJK
ZAKE
T
PH
HI
SC
V
OL
A4
PA
HS
21
EA
CR
OL
N TIO STA DDORP F HOO
RK
E TI
FRANCE SPAIN UK
GREENPORT
FRANCE SPAIN UK
BREDE CONTEXT A4 ZONE WEST
! !
"#$
%'
SCHEMA CONCEPT A4 ZONE WEST
13
2. RUIMTELIJKE AMBITIE - ESSENTIEDRAGERS & DEELGEBIEDEN
TWEE ASSEN EN EEN KNOOPPUNT
DEELGEBIEDEN
De ruimtelijke essentie van A4 Zone West bestaat uit twee hoofdassen die door het gebied lopen: de logistieke Entree-as en de handelsas Tradeboulevard. Waar deze twee assen samen komen ligt een belangrijk knooppunt: de Logistieke Plaza.
De andere deelgebieden van A4 Zone West zijn:
Uit de naamgeving van beide assen blijkt om welke vestigingsmilieu het hier gaat: logistiek en handel. De Entree-as wordt de toonzaal voor de logistieke ambities, de Tradeboulevard doet dat voor de aan de logistiek verbonden handel. Beide assen worden de paradepaardjes van A4 Zone West. Het zijn de plekken waar logistiek en handel het meest direct en intensief beleefd worden. Logischerwijs zijn het daarmee ook de gebieden waar de hoge duurzaamheidsen logistieke ambities het beste uitgedragen kunnen worden. Daarnaast vormen de twee assen de verbinding tussen de verschillende deelgebieden; ze zorgen voor eenheid binnen het verder zeer gevarieerde vestigingsmilieu. De eenheid wordt vooral in de openbare ruimte van de assen beleefbaar, waar door de continuïteit van verschillende openbare ruimte elementen één overkoepelende identiteit voor het hele gebied van A4 Zone West gecreëerd kan worden. De eenheid wordt zichtbaar als de openbare ruimte uniforme elemeneten heeft. De gehele Entree-as wordt een entiteit, net zo goed als Tradeboulevard. Het gehele A4 Zone West gebied is hierdoor met elkaar verbonden. Voor deze essentiedragers gelden meer en hogere ambities dan voor de individuele deelgebieden. Wat geldt voor de beide assen, geldt ook voor de plek waar ze bij elkaar komen: de Logistieke Plaza. Dit vormt het knooppunt waar vracht en personen, handel en logistiek bij elkaar komen. Het is als het ware de centrale ‘marktplaats’ van A4 Zone West. Hier liggen kansen voor een bijzondere invulling, die bij de ontwikkeling van het gebied verder vorm en inhoud moet krijgen. Aan de Entree-as liggen nog twee belangrijke locaties, aan de beide uiteinden: de HST Cargo Terminal en het Entreegebied.
14
o o o
Logistieke Kern Rijnlanderladder & A4 Front Campus (met Schakelstuk & Stationsverbinding)
Binnen de aangegeven deelgebieden worden nog verschillende zones aangeduidt. Deze zijn in de afbeelding met verschillende tinten aangegeven. Zowel voor het deelgebied als voor de verschillende karakterzones worden verder in dit boekwerk regels beschreven.
EN
TR
EE
G
EB
IE
FR O
T
N
LA
N
D
ER
LA D
ER N EN TR EE G EB IE D
AS PO
LD
EE
ER
K TR
D
E
EK
TI
ER
EN
D
4
A
-
N
IJ
R
IS -
G
LO
ND
LA
H
ER
LA
AP
ND
SC
JN
JN
ER
LA
D
ER
ER
ND
D
LA
NT
FR O
ND
JN
E
W
UL
EG
BO
EV
AR
D
TI
RN
IO N
KE
AT
E
EK
ST
E
LA
RI
RI
RI
AD
TR
IS
LO G
H ST
TR AD M
CA PU S
ESSENTIEDRAGERS VAN A4 ZONE WEST: TWEE ASSEN
C A M PU S
DEELGEBIEDEN VAN A4 ZONE WEST
15
3. RUIMTELIJKE AMBITIE - KANSGEBIEDEN
De Logistieke Plaza en de twee uiteinden van de Entree-as duiden we aan als Kansgebieden. Het zijn gebieden waar door de strategische ligging iets extra’s mogelijk is. Dit kan in functie of in vormgeving, waarbij het samenspel tussen bebouwing en openbare ruimte tot uitdrukking komt.
De kansgebieden langs Entree-as zijn: - de HST Cargo Terminal - Logistiek Plaza en - het Entreegebied
Deze drie bijzondere kansgebieden, als knooppunten langs de Entree-as, hebben ieder veel potentie om tot bijzondere locatie uit te groeien. De exacte programmering en kwaliteitseisen krijgt in een zorgvuldig proces verder vorm, parallel aan de verdere ontwikkeling van A4 Zone West. Deze drie locaties bieden daarbij goede mogelijkheden voor tijdelijke programmering en gebruik (‘pionieren’). Dit draagt niet alleen bij aan de ‘placemaking’ van A4 Zone West (het gebied wordt alvast op de kaart gezet), maar het genereert tevens nieuwe ontwikkelingen.
Toelichting per kansgebied:
ENTREEGEBIED BIJ HET POLDERLANDSCHAP In het polderlandschap langs de A4 bevindt zich een bijzondere locatie die een groeibriljant voor de toekomst kan zijn. Deze locatie noemen we het ‘Entreegebied’: een uitgelezen plek aan de A4, waar door een bijzondere, zorgvuldig in het omliggenhet polderlandschap ingepaste, bebouwing het begin van A4 Zone West langs de Entreeas gemarkeerd wordt. Voor de bebouwing van deze zichtlocatie spelen logistieke innovatie en duurzame initiatieven een belangrijke rol. Daarnaast vormt zij het visitekaartje van A4 Zone West: hier wordt het ‘merk’ A4 Zone West overtuigend neergezet. Het Entreegebied fungeert daarmee als aanjager voor de gehele gebiedsontwikkeling. In het IOP werd de eerste aanzet gedaan voor deze ‘groeibriljant’. Het realiseren van een gebouw op deze zeer gevoelige plek vergt veel samenwerking en een scherp ontwikkelingskader. Dit zal op een later moment, als uitwerking van dit beeldkwaliteitsplan, vorm krijgen. Hier wordt ook aandacht besteed aan logistieke innovatie net zo goed als functies die de duurzaamheidsambities van A4 Zone West helpen bereiken. LOGISTIEK PLAZA BIJ DE KRUISING VAN DE ASSEN Het Logistieke Plaza vormt het knooppunt waar vracht en personen, handel en logistiek bij elkaar komen. Het is als het ware de centrale ‘marktplaats’ van A4 Zone West. Hier liggen kansen voor een bijzondere invulling, die bij de ontwikkeling van het gebied verder vorm en inhoud moeten krijgen. Ook treffen en scheiden op deze plek verschillende logistieke stromen. Hier zijn dus logistiek ondersteunende programma’s denkbaar waarmee A4 Zone West logistieke innovatie laat zien. HST CARGO TERMINAL BIJ HET SPOOR, EINDE AS De HST Cargo Terminal vormt een knooppunt tussen A4 Zone West en andere economische centra in Europa, via het hoge snelheidsnet. Overslag van goederen tussen verschillende modaliteiten (trein, vrachtwagen, vliegtuig) staat hier centraal. Ook is dit een locatie waar het logistiek gerelateerd programma gesitueerd kan worden om van dit gebied 16
een ‘Truckers Heaven’ te maken. De HST Cargo Terminal wordt op een bijzondere manier vormgegeven; net zoals het Entreegebied is dit één van de blikvangers van A4 Zone West: het scharnierpunt tussen A4 Zone West, Schiphol en de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Deze locatie vraagt om extra aandacht voor de beeldkwaliteit. Dit zal op een later moment, als uitwerking van dit beeldkwaliteitsplan, vorm krijgen.
ZICHTBARE INNOVATIE & MULTIMODALITEIT We zijn in deze kansgebeieden op zoek naar een gebouwomgeving (een programmatisch ensemble, een sterk samenspel tussen openbare ruimte en bebouwing) die voldoen aan de volgende voorwaarden: -
-
focus op een kwalitatief hoogwaardige ontwikkeling; slim gebruik maken van de LIB-zone; unieke punten langs de Entree-as, die het achterliggende gebied en de ambities en programmatische invulling reflecteert; de A4 Zone West een eigen gezicht geven langs de A4 en aan het spoor; innovatieve koppeling van functies: multimodaliteit, reclame, parkeren, hoge kwaliteit, innovativiteit en zichtbaarheid van logistiek & duurzaamheid; landschappelijke kwaliteit; een architectonische uiting die een link legt met de luchthaven Schiphol; geen individuele reclame of zelfstandige snelwegarchitectuur in de polder of langs de as.
In het vervolg op dit beeldkwaliteitsplan worden het ontwikkelingsproces en de randvoorwaarden voor de bebouwde omgeving nog scherper geformuleerd, zodat met een goede overkoepelende regie een goed resultaat gerealiseerd kan worden. De locaties kunnen allemaal een sterke bijdrage leveren in de duurzaamheidsambities van A4 Zone West onder andere door innovatieve initiatieven op het gebied van logistiek. Omdat deze gebieden, en bvooral het Entreegebied, gevoelig zijn en de eisen voor de bebouwing en omgeving zeer ambitieus en veelvragend, is het een idee om hier met tijdelijkheid alvast te beginnen met de zoektocht tot ‘de groeibriljant’ en de place-making en koppeling van dit gebied aan A4 Zone West.
SCHIPHOL
AMSTERDAM
HAVEN LOGISTIEK PLAZA
HST TERMINAL
ENTREEGEBIED
A4
KNOOPPUNTEN IN HET LOGISTIEK NETWERK VAN SCHIPHOL
DEEL VAN EEN ENSEMBLE
3 + / 1(%$ % 5 ) 2 +" 1 $ # #
BUNDELING VAN LOGISTIEK & DUURZAAMHEID
17
4. RUIMTELIJKE AMBITIE - ESSENTIEKAART A4 ZONE WEST
Als de verschillende kaarten van vorige pagina’s op elkaar worden gelegd, ontstaat het essentiekaart voor A4 Zone West. Dit is een combinatie van: - essentiedragers - kansgebieden - deelgebieden - openbare ruimte raamwerk Samen vormt dit de basis voor het Beeldkwaliteitsplan en de daarin beschreven regels.
18
VOORKEURSTRACÉ
19
5. RUIMTELIJKE AMBITIE - ILLUSTRATIEVE KAART A4 ZONE WEST
20
21
6. RUIMTELIJKE AMBITIE - IMPRESSIE TOTAALGEBIED A4 ZONE WEST
22
23
HOOFDSTUK 2 ASSEN & DEELGEBIEDEN AMBITIES ENTREE-AS AMBITIES TRADEBOULEVARD AMBITIES RIJNLANDERLADDER EN A4 FRONT AMBITIES LOGISTIEKE KERN AMBITIES CAMPUS
In dit hoofdstuk zijn de ruimtelijke ambities te zien. Per gebied worden de ruimtelijke ambities beschreven als een verdere uitwerking van het IOP en als basis voor de formele regels die voor ieder gebied worden gedefinieerd
1. ALGEMENE AMBITIES ENTREE-AS
Deze forse laan begint bij het Entreegebied (zie kansgebieden, begin van het boekwerk), snijdt door het polderlandschap en daarna door de verschillende deelgebieden van A4 Zone West en eindigt bij de HST Cargo Terminal. De as kent onderweg dus meerdere ruimtelijk en programmatisch markante momenten: Entreegebied, de start van de bebouwing, de kruising met de Rijnlanderweg, de kruising met de Tradeboulevard, het Logistiek Plaza en de HST Cargo Terminal zelf. Ieder van deze momenten wordt zichtbaar en ruimtelijk gemarkeerd in het samenspel van openbare ruimte en bebouwing. Bij de gebouwen worden innovatie en hoogte gestimuleerd. Dit maakt de logistiek beter zichtbaar en is ook nodig vanwege de verhouding van deze forse laan tot de bebouwingswanden die eraan grenzen. De ambitie is dat de gebouwen worden uitgevoerd met hoogwaardige materialen en alle reclame in/op de gevels wordt aangebracht (zodoende geen losse reclame). Ook is het mogelijk om hier innovatief met licht om te gaan, zodat het gevoel van een ‘landingsbaan’ ook vanuit de gebouwen wordt ondersteund en versterkt. Logistiek Nederland kan hier haar gezicht laten zien als ‘daring & innovative’. De grote economische betekenis van logistiek mag hier zeker zichtbaar zijn!
26
CA M PU
TR AD E
BO
UL RI EV JN AR LA RI ND D JN ER LA W ND EG RI ER JN LA LA D ND D ER ER PO FR LD O ER NT LA ND SC H AP
LO G
IS T
IE K
E
ST AT IO N
KE RN
S
EB
IE
D
AS
G
EE
EE
TR
TR
EN
EN
Bij de infrastructuur gaat het hier om ‘stoer en groot’. Het profiel van de as heeft veel ruimte en om dat te accentueren, worden er alleen bomen in de randen geplaatst. Hiermee krijgen de ventwegen een aangename verblijfskwaliteit; hier is sprake van de menselijke maat. In de centrale delen van het profiel is – bij wijze van contrast – sprake van een geheel andere sfeer. Hier heersen grootheid, rauwheid en de maat van XL-trucks – de ‘truckers heaven’ die we eerder noemden. De openbare ruimte-elementen spelen hier op in: brede en hoge stoepranden, dikke en vette wegmarkeringen, stoere vangrails en verlichting, duidelijk en ‘no-nonsense’ wegbewijzering. Er is een algemene overmaat (alles zit heel ruim ‘in de jas’), rommel is verboden. Als een accent ligt centraal in dit profiel de OLVverbinding richting Schiphol. Dit is een zelfstandige route, specifiek bedoeld voor vrachtverkeer tussen Schiphol en de Logistieke Kernzone en met name de HST Cargo Terminal. De overmaat, grofheid, stoerheid en stevigheid van de openbare ruimte krijgt hier ‘vleugels’. Omdat dit geen gewone weg is, krijgen de verlichting, de wegmarkering en de detaillering een heel eigen taal, schaal en uiterlijk, waardoor het ook voor de bezoeker van dit gebied duidelijk is dat deze verbinding iets bijzonders is. Door de inrichting wordt de functionele link met de luchthaven op een speelse manier afleesbaar.
TR AD E
H ST
De Entree-as is de ‘landingsbaan’ van A4 Zone West: vanaf de A4 komen velen straks hier het gebied binnen. Het is voor hen de eerste kennismaking met de wereld van innovatieve logistiek. Terecht is daarom de ambitie om van deze as een toonbeeld te maken van logistieke innovatie in Nederland. De Entree-as is de breedste laan binnen A4 Zone West en de toegangsroute die de meeste werknemers, bezoekers en het logistieke verkeer dagelijks zullen ervaren. Kijkend vanuit de infrastructuur mag dit gerust ‘truckers heaven’ genoemd worden. Maar de as kan net zo goed de ‘Champs d’Elysees’ van A4 Zone West genoemd worden, door de royale maatvoering en beplanting met grote bomen.
ENTREE-AS LOGISTIEK
DEELGEBIEDEN
ENTREE-AS RIJNLANDERLADDER
groen polder groen water OLV Logistiek bedrijven activeren gevel special
OVERZICHT ENTREE-AS
ILLUSTRATIE ENTREE-AS - RIJBANEN
27
2. ALGEMENE AMBITIES TRADEBOULEVARD
Naast deze grootschalige plekken worden er ook kleinschaliger toegangsgebieden gemaakt. De bedrijven die hier zijn gevestigd creëren openbare ruimte op hun terrein, door het aanleggen van een voorplein/zone voor hun gebouw. De allure van dit gebied wordt zorgvuldig afgestemd met het materiaalgebruik van de boulevard. Waar geen toegangen van gebouwen zijn gesitueerd, worden de bouwmassa’s tot aan de kavelgrens gebouwd. Vanuit de gedachte van logistieke zichtbaarheid is het wel gewenst dat er af en toe een ‘kijkje in de keuken’ wordt gegund, door middel van doorzichtige gevelstukken. Doordat de gebouwen aan de kavelgrens worden geplaatst, is er geen behoefte aan hekwerken of palen die de eigendomsgrens aanduiden. Hier wordt juist ‘hekloos’, gebouwd waardoor een eenduidig milieu ontstaat met een kwalitatief hoogwaardige uitstraling. De inrichting van de openbare ruimte is gevarieerd en afgestemd op het gebruik. Bij de ingangen en voetgangersroutes worden materialen gekozen die de beleefbaarheid van dat gebied versterken. In gebieden met langzamer verkeer (ventwegen) vindt een koppeling plaats tussen de programmatische invulling van het gebied en de gekozen materialen en elementen. Bij het middengebied van de Trade Boulevard, de Nieuwe Rijnlandertocht, is het van belang dat het water voor de gebruikers beleefbaar blijft. Hier vinden we ‘luie’ taluds, zodat de automobilist het water kan ervaren en bruggen met verblijfskwaliteit, zodat de voetganger dicht bij het water kan komen. Hoewel het straatprofiel van de Tradeboulevard symmetrisch is, zijn de bebouwde voorkanten heel 28
S
BO UL RI EV JN AR LA RI ND D JN ER LA W ND EG RI ER JN LA LA D ND D ER ER PO FR LD O ER NT LA ND SC H AP
TR
AD E
LO G
IS T
IE K
E
ST AT IO N
KE RN
CA M PU
TR
EE
AS
TR
EE
G
EB
IE
D
EN
EN
Het stedenbouwkundig plan duidt de Tradeboulevard als de ‘ruimtelijk-functionele drager’ van A4 Zone West. Het is bovendien een ‘essentiedrager’: hier wordt expliciet duidelijk waar A4 Zone West voor staat. Herkenbaarheid en synergie zijn essentieel, zowel programmatisch als ruimtelijk. De bijna twee kilometer lange boulevard moet een ervaringsmilieu worden, met een inrichting die zowel op de automobilist als de voetganger is afgestemd. De boulevard wordt zo ingericht dat de dynamiek een uitstraling heeft naar de gehele gebiedsontwikkeling. Dit wordt aan de westkant van de boulevard gerealiseerd door de ontwikkeling van krachtige plekken die op de landschappelijke lijnen richting de A4 geconcentreerd worden. Denk hierbij aan ‘kastelen’ aan het eind van een lange allee: dat is het beeld. Hier worden minstens vier clusters gecreëerd die een stimulans zijn voor het thema ‘synergy & appearance’ (synergie en uitstraling). De toegangsgebieden van de bedrijven samen vormen ‘het gezicht aan de straat’; zij hebben een grootschalige uitstraling en geven de handel in dit gebied een duidelijk gezicht. Ook worden de HOV-haltes, bruggen en ingangen van collectieve parkeergelegenheden hieraan gekoppeld. Er ontstaan duidelijke knooppunten met verblijfskwaliteit (geen parkeren), die goed zijn verbonden met de landschappelijke context en de langzaam verkeersroutes binnen A4 Zone West.
TR AD E
H ST
Parallel aan en noordelijk van de Rijnlanderweg wordt een nieuwe hoofdroute gemaakt door het gebied: de Nieuwe Rijnlandertocht. Deze route wordt vanwege het ambitieuze programma dat we hier willen realiseren ook wel ‘Tradeboulevard’ genoemd: de boulevard van de handel. Dit wordt een milieu met (inter)nationale allure, dat onderscheidend is door de aanwezigheid van toonaangevende ‘experience centers’, ‘inspirience centers’, ‘trade centers’ en ‘flagship’-vestigingen. Oftewel bijzondere ondernemingen die in het teken staan van ervaringen opdoen, geïnspireerd worden, handel drijven en boegbeeld-vestigingen.
anders van opbouw. De zuidkant van Tradeboulevard heeft duidelijk een ander karakter. Dit deel hoort eigenlijk bij de omgeving van de Rijnlanderladder en heeft veel meer groen, losheid en doorzichten in zich. De gebouwen zijn hier kleinschaliger en staan duidelijk meer zelfstandig, ten opzichte van het meer aaneengesloten geheel aan de westkant. Hier zijn wel voorterreinen bij de bebouwing toegestaan, alsmede ‘voortuinen’ waar eventueel een of twee auto’s geparkeerd kunnen worden. De resterende parkeerplaatsen worden achter het gebouw gesitueerd. De omheining van de kavels bestaat hier uit groene hagen. Dit versterkt het landschappelijke beeld, dat verder een impuls krijgt door het regelmatige ritme van doorsteken met water, bomen of bomenlanen. Waar de landschappelijke doorsteken de Tradeboulevard kruisen, worden de gebouwen aan de gevelranden als een markering van de hoeken gerealiseerd. Hiermee wordt het ritme van de twee kilometer lange as versterkt. Het maken van gebouwde hoeken is ook van wezenlijk belang bij de kruising met Entree-as. Aan de noordkant van A4 Zone West bevindt zich het deelgebied Campus. De zuidkant van Campus rondt het milieu van Tradeboulevard ‘noord’ af. Hier horen grotere bouwmassa’s met een zekere hoogte thuis, zodat het profiel zijn allure behoudt. Ook de hoge kwaliteit van het materiaalgebruik van de gebouwen levert zijn bijdrage voor de boulevard als geheel.
TRADEBOULEVARD CAMPUS
groen water OLV HOV parkeren bedrijven activeren gevel special
DEELGEBIEDEN
TRADEBOULEVARD LOGISTIEK
TRADEBOULEVARD RIJNLANDERLADDER
OVERZICHT TRADEBOULEVARD
ILLUSTRATIE TRADEBOULEVARD AAN LOGISTIEKE KERN
OVERZICHT TRADEBOULEVARD
ESSENTIE OP GROTE SCHAAL
29
3. ALGEMENE AMBITIES RIJNLANDERLADDER & A4 FRONT
Cultuurhistorische elementen krijgen een meerwaarde, doordat ze als levende elementen in het gebied worden opgenomen en door-functioneren. Het gebied rondom de Rijnlanderweg wordt een bijzondere woon-werkomgeving. De bestaande waarde van dit gebied wordt zorgvuldig en overtuigend ingepast, om er een nieuw dynamisch en harmonisch geheel van te maken. In dit gebied gaat het om het realiseren van kwaliteit op de lange termijn. De maat, schaal en het materiaalgebruik van de bebouwing en de gevarieerde landschapselementen spelen hierin een duidelijke rol. Het creëren van een gevarieerde omgeving met een hoge belevingswaarde langs de weg staat centraal. De materialen in de gebouwen moeten zo worden toegepast dat ze ook ‘langzaam’ beleefbaar en tastbaar zijn. De zichtlijnen langs de weg en naar het open polderlandschap worden behouden en afgestemd op de bebouwingshoogte. De langgerekte kleinschalige omgeving wordt eenmalig geknipt, door de Entree-as. Hier is ruimte voor een verbijzondering in het plan: de confrontatie tussen twee schaalniveaus leidt tot een ruimtelijk spannend geheel. Met de gebouwen en de inrichting van de openbare ruimte kan hierop worden ingespeeld.
RIJNLANDERLADDER De Rijnlanderladder is een nieuwe landschappelijke structuur met sloten, vaarten, weiden, boomgaarden en wegen die loodrecht op de Rijnlanderweg aansluiten. De wegen en lanen worden voorzien van rijen van grijze bomen (bijvoorbeeld Abelen). Dit stevige groene kader maakt van de Rijnlanderladder een zelfstandig onderdeel van A4 Zone West. De ruimtelijke structuur is te zien als een groene ‘ladder’, waarbinnen de Rijnlanderweg wordt opgenomen als een cultuurhistorische ruggengraat. Voor de Rijnlanderladder worden de thema’s ‘verrijken’ en ‘koesteren’ centraal gesteld. Vanuit het thema ‘koesteren’ wordt de Rijnlanderweg doorontwikkeld als lint met behoud van het DNA. De huidige maat, schaal en relatie tussen kavelgrootte en bebouwing vormen het uitgangspunt voor de zonering en beeldkwaliteit van de nieuwe bebouwing. De resterende ‘ladder’ is een verdere verrijking van dit milieu, waarmee ook nieuwe concepten mogelijk zijn. De randen van de Rijnlanderladder vormen ieder afzonderlijk de gezichten ervan en daardoor vier verschillende voorkanten voor de ontwikkeling: - Kop Rijnlanderladder richting Park 21. - Kop Rijnlanderladder richting Geniepark: een groene voorkant met een inkadering met bomen. Het gebouw in de uiterste noordhoek (ster) ligt zeer strategisch: als eindpunt van Tradeboulevard en een ‘landmark’ in de Campus-context. Dit gebouw verdient bijzondere aandacht in vormgeving en programma. Ook een zorgvuldige inpassing richting de kleinschalige bebouwing aan de Rijnlanderweg is noodzakelijk. - A4 Front (zie tekst verder) - Tradeboulevard (zie p.26-27) 30
C
LA
N
D
ER
LA
D
TI
D
EK
ER
E
K
ER
N
A M PU S
EN
TR EE
G
EB
IE
D
A
4
R
IJ N
-
FR
O N
T
LO G IS -
RIJNLANDERWEG De Rijnlanderweg is een van de essentiedragers van A4 Zone West. De weg ligt centraal in het gebied en is een bijzonder cultuurhistorisch element. Hiermee wordt de belevingswaarde en de kwaliteit van het vestigingsmilieu als geheel versterkt. Door de kernkwaliteit van de Rijnlanderweg met haar karakteristieke lintbebouwing goed te analyseren kunnen we deze behouden, ook wanneer hier nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. De ‘koppen’ van de Rijnlanderladder en vooral de hoeken verankeren het gebied in de twee parken die hiernaast worden gerealiseerd: Park 21 en Geniepark. De noordhoek is van bijzonder belang gezien de strategische positie in het Geniepark als geheel (zie ook het hoofdstuk van deelgebied Campus en Schakelstuk).
Op deze manier wordt de Rijnlanderladder binnen de landschappelijke structuur een specifiek milieu en vormt het een verrijking van het bestaande lint in de Haarlemmermeerpolder. Binnen de ladder is een grote variatie in bouwmaten en gebouwtypologieën mogelijk.
A4 FRONT De Rijnlanderladder presenteert zich ook langs de A4 met een bebouwingsfront. Op 650m afstand van de snelweg vormt het A4 Front een langgerekte ontwikkeling, die met de automobilist ‘mee reist’. Voor dit front is het essentieel de hoogte in gaan, door gebouwen neer te zetten die boven de kruinen van de bomen uit komen. Het belangrijkste deel van het programma wordt juist in de hoogte opgetild, zodat zij in de leegte van de polder kunnen uitstralen en vooral ‘s avonds als lantaarns in de verte gezien kunnen worden. De bovenstukken van de gebouwen zijn geen reclameborden, maar de voorgevel van de opgetilde bouwmassa mag wel grootschalig zijn en het bedrijf(logo) uitstralen. Door dit zorgvuldig architectonisch vorm te gegeven wordt dit een integraal onderdeel van het gebouw. Naast deze opeenvolging van opgetilde gebouwen is er een bijzondere plek aan het front langs de snelweg waar A4 Zone West echt met ‘volle borst’ aan de snelweg kan staan. Dit is het Entreegebied als kansgebied en de start van de Entree-as, dichtbij de af- en inrit van A4 Zone West vanaf de A4 gelegen. Dit is een ‘smeltkroes’ waar het hele gebied in één keer tentoongesteld wordt. Multimodaliteit, logistiek, duurzaamheid, dichtheid/compactheid en landschappelijke uiting worden hier tot een uitzonderlijk geheel gevormd. Reclame-uitingen worden hier toegestaan, mits deze zijn geïntegreerd met gebouwde voorzieningen. Voor deze gevoelige locatie zijn uitdagende kaders geformuleerd, mede vanwege de aanvliegroutes van Schiphol. Zie hiervoor Inleiding, deel ‘Kansgebieden’.
POLDER - DUURZAME LEEGTE Wat bebouwing betreft, praten we bij de brede polderzone alleen over groene leegte. Door de verbreding van het landschap wordt hier het algemene groene en ruimtelijke beeld vanaf de A4 versterkt. Daarnaast creëert de leegte ruimte voor de beleving van het cultuurhistorische monument van de Geniedijk. Ook is er plaats voor waterbergingen en agrarische functies. Dit is dus duurzame leegte, die volop meedoet in de dynamiek van A4 Zone West. Het polderlandschap wordt doorsneden met historische waterlijnen, maar tevens met een OLV-route. Deze route wordt in de leegte ruimtelijk geïntegreerd. De ruimtelijke gebruiksmogelijkheden voor dit gebied liggen daarmee aan de randen. Er is geen reclame toegestaan die de derde dimensie gebruikt en dus de hoogte in gaat (onder andere masten, sculpturen, borden en dergelijke). Beplanting is een uitzondering.
KOPPEN RLL
RIJNLANDERWEG
DEELGEBIEDEN
KOPPEN RLL
A4 FRONT
groen polder groen water
RIJNLANDERLADDER WERKZONE
bestaande gebouw nieuw
woonhuis Logistiek
RIJNLANDERLADDER SCHUURZONE
bedrijven activeren gevel special
OVERZICHT RIJNLANDERLADDER EN A4 FRONT
ILLUSTRATIE RIJNLANDERWEG
31
4. ALGEMENE AMBITIES LOGISTIEKE KERN
LOGISTIEKE KERN - EFFICIËNT RUIMTEGEBRUIK C
Hiernaast is in het gebied sprake van een derde voorkant van de Logistieke Kern: de Kop richting Bennebroekerweg. Hier wordt de rooilijn van de bestaande bebouwing doorgezet in de nieuwe ontwikkeling, zodat een duidelijke voorkant richting Bennebroekerweg wordt gecreëerd. In de toekomst verdwijnt de huidige verbindende functie van de Bennebroekerweg en wordt dit alleen een toegangsweg voor de bedrijven. De verbinding wordt door de Nieuwe Bennebroekerweg vervangen, die verder in de polder ligt. Voor deze Kop zijn in het regelwerk geen specifieke regels opgenomen; de algemene regels van de Logistieke kern gelden wel.
32
G
IS -
LA
N
D
ER
LA
D
TI
D
EK
ER
E
K
ER
N
A M PU S
TR EE G EB IE D EN
A
4
R
IJ N -
FR
O N T
LO
De opzet van de logistieke kern is grofmazig en voorziet, binnen het raamwerk van de openbare ruimte, in de ontwikkeling van verschillende uit te geven gebieden in gevarieerde grootte. Hier kan in de loop van de tijd nog rekening worden gehouden met de ontwikkeling van de interne ontsluiting; vooral voor trucks. We streven naar een optimale flexibiliteit voor de gebruikers, optimale bereikbaarheid en veiligheid van onder andere verkeersdeelnemers – gekoppeld aan grootschaligheid, effectiviteit en dubbel grondgebruik. Door de nabijheid van de HST Cargo Terminal, de OLV-verbinding naar Schiphol en een optimaal gebruik van het hoofdcircuit en het Logistiek Plaza, worden de condities voor een succesvol logistiek terrein gemaximaliseerd. De gebouwen worden hier zeer compact gebouwd en er wordt gestreefd naar ruimtelijke compactheid. Dit gebeurt onder meer door een ‘rug-aan-rug’- en ‘schouder-aanschouder’ plaatsing van gebouwen. Geen los in de ruimte staande gebouwen dus. Hiermee wordt onnodige leegte op de kavels omgetoverd tot een efficiënt ruimtegebruik en innovatieve oplossingen. De meeste gebouwen krijgen voorterreinen die vanuit de ‘logistieke loop’ ontsloten worden. De grens tussen privé en openbaar wordt met een hekwerk duidelijk vormgegeven. Het gebied bestaat uit twee verschillende delen: - Kernzone: hier is sprake van optimale flexibiliteit binnen de aangegeven kaders. Buiten de ambitie van efficiënt ruimtegebruik, wordt weinig vastgelegd qua beeldkwaliteit. Wel is er de wens om een duidelijke rooilijn te vormen, met een efficiënt gebruik van de voorterreinen voor logistieke bewegingen, zodat een minimale hoeveelheid infrastructuur nodig is. Een gedeelte van de Logistieke Kernzone vormt heeft in principe een mogelijkheid voor een voorkant aan de Tradeboulevard. Voor de voorkanten gelden de regels van de Tradeboulevard, zie hoofdstuk ‘Essentiedragers’ en ‘Tradeboulevard’. - Spoorzone: Deze bebouwing vormt een zone met twee voorkanten, één aan de logistieke loop en één aan het spoor. De Spoorzone wordt onderbroken door de HST Cargo Terminal: deze wordt als een bijzonder en duurzaam ‘landmark’ vormgegeven, om daarmee de logistiek zichtbaar te maken. (zie Kansgebieden)
DEELGEBIEDEN
SPOORZONE
LOGISITEKE KERN Logistiek parkeren OLV special
OVERZICHT LOGISTIEKE KERN
ILLUSTRATIE LOGISTIEKE KERN - BIJ HST TERMINAL
33
5. ALGEMENE AMBITIES CAMPUS
INTERACTIE EN AFSTEMMING MET DE OMGEVING C
A
M
PU
LA
N
D
ER
LA
D
TI
D
EK
ER
E
K
ER
N
S
R
IJ N -
FR
O N T
LO G IS -
De Campus maakt onderdeel uit van de omgeving van het Geniepark. Dit park vormt een groen ‘portaal’ tussen NS-station Hoofddorp en A4 Zone West. Een zorgvuldige afstemming met aangrenzende ontwikkelingen (naast het Geniepark ook BeukenhorstWest Zuid en -Oost en de stationsomgeving van Hoofddorp) is van groot belang. Het is de ambitie deze locatie te laten uitgroeien tot een regionaal knooppunt en daarmee tot een visitekaartje van A4 Zone West, de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol.
EN
- Parkrand aan het Geniepark: doordat een slingerende route in de Campus is getrokken, vloeien hier park en bebouwing in elkaar over. De rand van de Campus richting het Geniepark krijgt compacte, paviljoenachtige gebouwen in een groene setting. Hier vormt open gras het landschap. Er worden geen lineaire erfafscheidingen geplaatst. Wel wordt hier en daar een verblijfsplek aan de parkrand gecreëerd. - Het campusterrein zelf is een groen gebied met zeer gevarieerde bouwvolumes: groot, midden en klein: vanaf de Tradeboulevard afnemend in korrelgrootte, hoogte en dichtheid richting het Geniepark. Er is spraken van grote flexibiliteit, levendige plinten (de begane grond verdiepingen van de gebouwen), innovatieve bouwtechnieken en verschijningsvormen. Kortom: een levendig gebied met veel fijnmazige routes en bomen. De auto is in dit gebied te gast, hiervoor worden gezamenlijke parkeergebouwen gerealiseerd en men streeft naar één parkeergebouw per deelfase. Parkeren in openbare ruimte wordt geminimaliseerd en alleen in kleine entiteiten toegestaan. - Stationsverbinding: Gezien de korte afstand tot station Hoofddorp is een sterke verbinding met dit station vereist.
TR EE G EB IE D
A
4
De Campus bestaat uit drie milieus:
Hieronder volgt een korte toelichting over de ambitie van de Stationsverbinding.
STATIONSVERBINDING EN SCHAKELSTUK: Aan de noordkop van het Geniepark, grenzend aan het manifestatieterrein van het park wordt een verbinding gemaakt tussen station Hoofddorp en de Campus. Dit is van strategisch belang voor A4 Zone West mede gezien de hoge duurzaamheidsambities (modal split). De eis hiervoor is dat deze verbinding zo ‘naadloos’ mogelijk aangesloten wordt op de resterende ontwikkelingen van A4 Zone West. De juiste programmering speelt hier een rol. Dagelijks zullen duizenden werknemers en bezoekers deze route gebruiken als toegang naar het gebied. Tevens wordt deze route een onderdeel van het cultuurhistorische monumentaal landschap van Geniepark. De stationsverbinding wordt een ‘snelweg’ voor voetgangers en fietsers, die zowel uitzichten naar het open landschap als een beschutte omgeving tegen wind en regen biedt. Hier wordt een actief, lineair en met groen bedekt gebouw gerealiseerd. Hiermee krijgt het Geniepark ook een passende ruimtelijke beëindiging die de achterliggende infrastructuur van spoor- en busroutes beschermt. Dit biedt tevens een kans om juist aan de noordhelling van het groene daklandschap een innovatieve ‘reclameheuvel’ te maken, die de reizigers bijvoorbeeld informatie over dit gebied geeft. Op langere termijn kan dit gebouw een hoger onderdeel krijgen, als een ‘landmark’ op de kop van de Geniedijk. In afwachting van het definitieve gebouw kunnen hier ook tijdelijke gebouwen worden gerealiseerd, om zo 34
de ‘placemaking’ (het gebied alvast een imago geven) een handje te helpen.
HET CAMPUSPLEIN: Zodra de Stationsverbinding het Campusmilieu raakt, vertakt deze naar een aantal fiets- en voetgangersverbindingen de andere deelgebieden van A4 Zone West in. Binnen de Campusontwikkeling wordt één ‘tak’ richting de Logistieke Kern getrokken en de dikste ‘tak’ verbindt de Campus met de voorkanten van de Tradeboulevard. Hier wordt met speciale aandacht voor de verblijfskwaliteit een bijzonder plein gecreëerd. De voorkanten van de gebouwen worden hierop gericht.
CAMPUS AAN DE TRADEBOULEVARD: Aan de overkant van de Tradeboulevard eindigt de Stationsverbinding in een ‘trading place’ (handelsplaats). De vorm en plaatsing van dit bebouwde voorterrein is zeer belangrijk. Hierover meer in hoofdstuk ‘Tradeboulevard’. De voorkant van de Campus aan de Tradeboulevard bestaat uit grotere bouwmassa’s. Dit vormt een stevige ‘rug’ van de Campus. De Stationsverbinding is verbonden met een karakteristieke brug over het waterelement in het midden van de Tradeboulevard.
PARKRAND
DEELGEBIEDEN
STATIONS-VERBINDING & SCHAKELSTUK
groen Geniepark water HOV parkeren Parkrand trade campus
CAMPUS
activeren gevel special
OVERZICHT CAMPUS
ILLUSTRATIE CAMPUS - STATIONSVERBINDING
35
HOOFDSTUK 3 REGELWERK OVERZICHT REGELS A4 ZONE WEST OPBOUW REGELWERK ALGEMENE REGELS EN AMBITIES A4 ZONE WEST REGELWERK ENTREE-AS REGELWERK TRADEBOULEVARD REGELWERK RIJNLANDERLADDER EN A4 FRONT REGELWERK LOGISTIEKE KERN REGELWERK CAMPUS
In dit hoofdstuk is de kern van het beeldkwaliteitplan te zien: het regelwerk. We geven voor de twee essentiedragers en de drie deelgebieden aan wat wij van individuele ontwikkelaars en ontwerpers verwachten. Hierdoor kunnen prachtige dingen ontstaan, die bijdragen aan de ambitie voor het gebied als geheel.
1. OVERZICHT REGELS
TRADEBOULEVARD CAMPUS p.61
TRADEBOULEVARD RIJNLANDERLADDER p.59-60
TRADEBOULEVARD LOGISTIEK p.56-58
TRADEBOULEVARD p.53-61
algemene regels p.54-55
harde regel als een verplichting en van toepassing waar in dit schema aangegeven
ENTREE-AS LOGISTIEK p.52
regel verankerd in het bestemmingsplan, andere regels als aanvulling op de welstandsnota
ENTREE-AS RIJNLANDERLADDER p.50-51
Dit is een overzicht van alle regels per karakterzone; inclusief de algemene regels van de deelgebieden en de essentiedragers.
algemene regels p.48-49
ENTREE-AS p.46-52
zachte regel als een aanbeveling en van toepassing waar in dit schema aangegeven
DICHTHEID
DOORZICHTEN
ROOILIJN
OMHEINING
HOOGTE
INGANGEN I
I
I
I
INRICHTING KAVEL
MATERIALEN
ONTSLUITING
P
PARKEREN
DAKEN
TYPOLOGIEËN
ACTIEVE FRONTEN
OPSLAG
VERBINDINGEN
DIT BOEKWERK BEVAT GEEN REGELS OVER RECLAME. ER WORDT EEN APARTE RECLAMEPARAGRAAF OPGESTELD VOOR A4 ZONE WEST. 38
P
P
P
P
P
KOPPEN RLL p.66
I I
P P P P P P P P P
STATIONS-VERBINDING & SCHAKELSTUK p.80
PARKRAND p.81
CAMPUS p.78-79
LOGISTIEKE KERN p.73-76
algemene regels p.78-79
SPOORZONE p.76
LOGISITEKE KERN p.76
algemene regels p.74-75
A4 FRONT p.70-72
RIJNLANDERLADDER WERKZONE p.69
RIJNLANDERLADDER SCHUURZONE p.69
RIJNLANDERWEG p.67-68
algemene regels p.64-65
RIJNLANDERLADDER & A4 FRONT p.62-72 CAMPUS p.77-81
I I
P
39
1.2 OPBOUW REGELWERK C
A
M
PU
ER D
V
D
LE U
LA
O
N O
EE
A
FR
TR
S
REGELS VOOR DE VIJF GEBIEDEN Naast de regels vanuit het Bestemmingsplan legt het beeldkwaliteitsplan een aantal regels voor bebouwing en kavels op voor zowel het gehele plangebied (algemene regels voor A4 Zone West), de essentiedragers alsmede de drie deelgebieden. Daarnaast worden er binnen de essentiedragers en deelgebieden nog verschillende zones gedefinieerd die ieder hun eigen specifieke regels hebben. Onder de noemer ‘regels’ worden de regels op gebouwen kavelniveau uiteengezet, met een onderscheid in harde regels (verplicht uitvoeren) en zachte (aanbevelingen). De twee essentiedragers zijn de Entree-as en de Tradeboulevard. Gezien het belang van deze twee assen voor de ontwikkeling van A4 Zone West, gelden hiervoor meer en hogere ambities. Langs de Entree-as liggen de drie eerder genoemde bijzondere kansgebieden, als knooppunten: de HST Cargo Terminal, de Logistieke Plaza en het Entreegebied. Deze drie kansgebieden hebben ieder veel potentie om tot een bijzondere locatie uit te groeien. Hiervoor worden in het regelwerk geen regels omschreven. De exacte programmering en kwaliteitseisen krijgen in een zorgvuldig proces verder vorm, parallel aan de verdere ontwikkeling van A4 Zone West. Deze drie locaties bieden daarbij goede mogelijkheden voor tijdelijke programmering en gebruik (‘pionieren’). Dit draagt niet alleen bij aan de ‘placemaking’ van A4 Zone West (het gebied wordt alvast op de kaart gezet), maar genereert tevens nieuwe ontwikkelingen.
EN TR EE G EB IE D
Dit wordt per deel in de volgende hoofdstukken weergegeven. Eerst worden de algemene regels voor A4 Zone West aangegeven en vervolgens wordt ingegaan op de essentiegebieden: de Entree-as en de Tradeboulevard. Daarna komen de drie deelgebieden aan bod: de Rijnlanderladder & A4 Front, de Logistieke Kern en de Campus (inclusief schakelstuk & stationsverbinding).
A 4
R IJ N -
EN
T
IS LO G
Het regelwerk bestaat uit twee typen uitgangspunten voor ambities en regels.
LA
N
D
TR A
ER
D E
B
TOELICHTING OPBOUW REGELWERK
A
TI EK
R
E
D
K
ER
N
S
REGELS BESTEMMINGSPLAN
& BKP: ALGEMENE REGELS EN AMBITIES A4 ZONE WEST
r
+ BKP: REGELS VOOR GEBOUWEN EN KAVELS
REGELS DEELGEBIED
+
REGELS KARAKTERZONE
40
1.2 OPBOUW REGELWERK - HARDE EN ZACHTE REGELS
Voor de verschillende essentiedragers en deelgebieden zijn regels beschreven. Hiermee wordt voor alle initiatiefnemers duidelijk wat precies van hen verwacht wordt om de gewenste ambitie van A4 Zone West te realiseren. Door te werken binnen het raamwerk van regels ontstaat een belangrijke meerwaarde – ook op de langere termijn – die ten goede komt aan alle eigenaren in het gebied. Bij de regels maken we onderscheid tussen harde en zachte regels: • Harde regels zijn verplichtingen voor het realiseren van het gewenste kwaliteitsniveau per essentie- of deelgebied. • Zachte regels zijn de aanbevelingen voor de ontwikkelingen in specifieke zones, zoals de ‘karakterzone’ langs de Rijnlanderweg.
REGELS VOOR GEBOUWEN EN KAVELS: ALGEMENE REGELS PER DEELGEBIED/AS + SPECIFIEKE REGELS PER KARAKTERZONE
HARDE REGELS
Het totaalpakket aan regels is hiernaast met behulp van iconen verbeeld. Deze worden in het vervolg van dit beeldkwaliteitsplan consequent toegepast, zodat door het gehele document eenduidigheid en herkenbaarheid ontstaat. Aan het eind van het document wordt een overzicht van alle regels per essentie-/deelgebied getoond.
ZACHTE REGELS
DICHTHEID
DICHTHEID
DOORZICHTEN
DOORZICHTEN
ROOILIJN
ROOILIJN
OMHEINING
OMHEINING
HOOGTE
HOOGTE
INGANGEN
INGANGEN
I
P
I
INRICHTING KAVEL
INRICHTING KAVEL
MATERIALEN
MATERIALEN
ONTSLUITING
ONTSLUITING
PARKEREN
P
PARKEREN
DAKEN
DAKEN
TYPOLOGIEËN
TYPOLOGIEËN
ACTIEVE FRONTEN
ACTIEVE FRONTEN
OPSLAG
OPSLAG
VERBINDINGEN
VERBINDINGEN
41
2 ALGEMENE REGELS EN AMBITIES A4 ZONE WEST 2.
REGELS - algemene regels en ambities
2. ALGEMENE REGELS EN AMBITIES
Er is een aantal algemene regels opgesteld die gelden voor beide essentiedragers en de drie deelgebieden. Deze regels hebben betrekking op: -
Parkeren: welke parkeeroplossingen zijn gewenst Verbindingen: waar kunnen bruggen en andere verbindende elementen worden toegevoegd Materialen: welke materialen kunnen het beste worden gebruikt, passend bij de duurzaamheid van A4 Zone West
P
PARKEREN Parkeren dient binnen de Rijnlanderladder, Campus, langs de Tradeboulevard en Entree-as uit het zicht van de openbare ruimte georganiseerd te worden; bij voorkeur in collectieve, compacte parkeergebouwen. Parkeren in de polder is niet toegestaan. Eventuele parkeervoorzieningen langs de A4 moeten worden geïntegreerd in het Entreegebied. Langs de Tradeboulevard is een situering van parkeergarages bij de concentratiepunten na te streven.
VERBINDINGEN
Hiernaast worden deze regels verder uitgelegd. Naast deze algemene regels gelden specifieke regels per essentie- dan wel deelgebied. Deze regels treft u hierna bij ieder essentie- of deelgebied apart aan.
Het gebied A4 Zone West is bruto 347 hectare groot. Hierdoor is deze ontwikkeling qua schaal veel groter dan de omliggende vergelijkbare ontwikkelingen, die gemiddeld 30-60 hectare zijn (b.v. de President, Beukenhorst). Het gebied kan daarom niet als een homogene ontwikkeling met een handvol regels gezien worden maar juist als een verzameling van verschillende deelgebieden die in samenhang gebracht worden en waar ieder deelgebied ook eigen karakteristieken heeft. Het is hierdoor noodzakelijk om de hierbij genoemde algemene regels binnen de verschillende deelgebieden nogmaals te behandelen en te differentiëren. Door deze aanvullende uitleg worden de specifieke karakteristieken van de deelgebieden duidelijk en kan een divers en in de omgeving ingepaste ontwikkeling van het totaalgebied gewaarborgd worden. Dit garandeert bijvoorbeeld dat de gebiedseigen karakteristieken langs de Rijnlanderweg behoedzaam geïntegreerd worden met de grootschalige logistieke invulling noordelijk daarvan. De lat ligt hoog en om de ambities te verwezenlijken is een uitgebreid regelwerk nodig.
44
Concentratiepunten langs de Tradeboulevard zijn in eerste instantie bij (voetgangers)bruggen over de nieuwe Rijnlandertocht en HOV haltes te situeren. Binnen en vanuit de Campus dienen zo veel mogelijk langzaamverkeersroutes gecreëerd te worden.
MATERIALEN In de Rijnlanderladder en de Campus is het na te streven om zowel voor gebouwen als voor beplanting en inrichting van de kavels materialen te gebruiken met een lange levensduur en een hoge verouderingskwaliteit. Ook in de andere gebieden wordt een duurzame materialisatie geambieerd. Vooral langs de hoofdassen en langs de Stationsverbinding zijn innovatieve duurzame initiatieven wenselijk.
AS LOGISTIEKE
AS IJK-
L ZAKE
E EV
Zuidas
TI
EA
CR
A
Airport City L
HO
N TIO STA DDORP F HOO
P HI
TI LO
GI S
V
OL
A4
HS
T
A4 Zone West
EK
E
AS
SC
KWALITEITSKADER A4 ZONE WEST
45
3 REGELWERK ENTREE-AS
3.
REGELS 3.1. zonering essentiedrager en overzicht regels 3.2. algemene regels Entree-as 3.3. specifieke regels Rijnlanderladder 3.4. specifieke regels Logistieke kern
3.1. ZONERING ENTREE-AS
DE ENTREE-AS WORDT IN TWEE DELEN GEKNIPT: Entree-as bij Rijnlanderladder Entree-as bij logistieke kern Hierna worden er de volgende regels beschreven voor de verschillende delen van de Entree-as: Algemene regels Entree-as Specifieke regels Logistieke Kern Specifieke regels Rijnlanderladder De kansgebieden (sterren) worden in het hoofdstuk Kansgebieden uitgebreider toegelicht. Dit zijn: Entreegebied Logistiek Plaza HST Cargo Terminal
ENTREEAS - RIJNLANDERLADDER ENTREEAS - LOGISTIEKE KERN
REGELS ENTREE-AS
algemene regels
p. 49
SPECIFIEKE REGELS KARAKTERZONES
specifieke regels Rijnlanderladder specifieke regels Logistieke Kern
48
p. 50 p. 52
3.2. ALGEMENE REGELS ENTREE-AS
REGELS GEBOUWEN
DAKEN Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, parkeren en/of extra programma op het dak, etc., dienen op deze oppervlaktes toegepast te worden. Regenwater wordt bij voorkeur 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
REGELS KAVELS
ENTREE-AS
P
PARKEREN De openbare ruimte moet overzichtelijk zijn en niet tot wild parkeren uitnodigen. Parkeren wordt opgelost op eigen terrein en/of in collectieve parkeervoorzieningen.
49
3.3. SPECIFIEKE REGELS ENTREE-AS BIJ RIJNLANDERLADDER
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ROOILIJN De bebouwing dient op de rooilijn (= kavelgrens) geplaatst te worden en niet naar achteren te springen. Er worden geen voorzones toegepast; de bebouwing komt direct aan de weg te staan.
ACTIEVE FRONTEN Het doel is om een hoge concentratie van publiekaantrekkende & representatieve en functies langs de Entree-as te bereiken. Minimaal 40% van de gebouwbreedte dient een actief front richting de as te maken. Om de interactie met de openbare ruimte te maximaliseren is het wenselijk dat openingen van de gevel een bepaalde grootte en transparantie hebben. De begane grond dient makkelijk toegankelijk te zijn en een uitnodigend, zo transparant mogelijk karakter te hebben.
max 100%
DOORZICHTEN Doorzichten tussen gebouwen zijn te minimaliseren, de gevellengte is altijd groter dan de openingen tussen de gebouwen.
BEBOUWDE KAVELBREEDTE Min 80% van de kavelbreedte aan de Entree-as dient te worden bebouwd.
min 80%
HOOGTE Aan de hoofdas is meerlaagse bebouwing vereist voor een goede ruimtelijke proportie van het profiel. Een bebouwingshoogte van minimaal 20m is hier wenselijk.
50
min 40%
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS
ONTSLUITING ONTSLUITING VRACHTVERKEER De toegangen voor vrachtauto’s zijn uit het zicht van de Entreeas te situeren. Vrachtverkeer wordt via de nieuwe infrastructuur van de Rijnlanderladder (parallel aan de Rijnlanderweg) naar de achterkant van de gebouwen geleid.
ONTSLUITING BEZOEKERSVERKEER Voor bezoekers zijn de gebouwen bij voorkeur via de parallelstructuur van de hoofdas bereikbaar.
PARKEREN Parkeren dient uit het zicht van de Entree-as georganiseerd te worden. Dit kan door parkeerplaatsen achter de gebouwen te situeren of deze door middel van poorten of dichte beplanting te verbergen. Grootschalige parkeerterreinen zijn niet toegestaan.
ENTREE-AS
P
Collectieve parkeervoorzieningen zijn langs de Entree-as op de rooilijn (=kavelgrens) te plaatsen of in clusters te integreren. Innovatieve/interactieve/duurzame gevels van parkeergebouwen richting de as zijn wenselijk.
Halfverdiepte parkeerlagen mogen niet tot aan de gevels langs de Entree-as worden doorgetrokken. De interactie tussen de openbare ruimte van de Entree-as en de begane grond van gebouwen mag door parkeeroplossingen niet nadelig worden beïnvloed.
OMHEININGEN Omheiningen langs de Entreeas zijn niet wenselijk. Door de bebouwing direct op de kavelgrens te situeren, wordt automatisch een duidelijke begrenzing van de kavel bereikt. Als open gedeeltes van de kavel toch moeten worden afgesloten, kan dat in vorm van visueel “doorgetrokken” gevels.
51
3.4. SPECIFIEKE REGELS ENTREE-AS BIJ LOGISTIEKE KERN
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN GEEN AANVULLENDE REGELS VAN TOEPASSING
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS OMHEININGEN Omheiningen moeten een bepaalde uniformiteit hebben en dienen op de kavelgrens geplaatst te worden. Individuele, diverse vormen, materialen en hoogtes van omheiningen zijn niet wenselijk.
HOOGTE Langs de Entree-as is een minimale bebouwingshoogte van 12m vereist.
52
4 REGELWERK TRADEBOULEVARD
4.
REGELS 4.1. zonering essentiedrager en overzicht regels 4.2. algemene regels Tradeboulevard 4.3. specifieke regels Logistieke kern 4.4. specifieke regels Rijnlanderladder 4.5. specifieke regels Campus
4.1. ZONERING TRADEBOULEVARD
HET GEBIED WORDT IN DRIE Tradeboulevard als Logistieke Kern Tradeboulevard als Rijnlanderladder Tradeboulevard als
DELEN GEKNIPT: voorkant van de voorkant van de voorkant van de Campus
Hierna worden er de volgende regels beschreven voor de verschillende delen van de Tradeboulevard: Algemene regels Tradeboulevard Specifieke regels langs de Logistieke Kern Specifieke regels langs de Rijnlanderladder Specifieke regels langs de Campus
REGELS TRADEBOULEVARD algemene regels TBLVD
p. 55
SPECIFIEKE REGELS KARAKTERZONES
54
specifieke regels TBLVD-Logistieke Kern
p. 56
specifieke regels TBLVD-Rijnlanderladder
p. 59
specifieke regels TBLVD-Campus
p. 61
TBLVD - ALGEMENE REGELS
P. XX
TBLVD - LOGISTIEKE KERN
P. XXX
TBLVD - RLL
P. XXX
TBLVD - CAMPUS
P. XXX
REGELS GEBOUWEN HOOGTE Langs de Tradeboulevard is een bepaalde bebouwingshoogte vereist voor een goede ruimtelijke proportie van het profiel.Daarom moet de aangrenzende bebouwing waar het kan in meerdere lagen worden uitgevoerd. Stapeling van functies en/of meerlaagse bebouwing worden geambieerd. Bij kruispunten van de hoofdinfrastructuur is een gebouwde accentuering gewenst. Hier moeten hogere gebouwen gesitueerd worden.
INGANGEN Gebouwen met gevels langs de Tradeboulevard moeten zo direct mogelijk vanuit de Boulevard toegankelijk zijn. Hoofdingangen dienen direct in de representatieve Trade Front of aan de zijkant van de gebouwen te liggen en een representatief en uitnodigend karakter te hebben. Bezoekersingangen mogen niet aan de achterkant van gebouwen gesitueerd worden.
ACTIEVE FRONTEN Ter bevordering van de ambities om de Tradeboulevard een actief, bedrijvig gebied te maken is het wenselijk dat publiekaantrekkende, representatieve of werkfuncties langs de boulevard worden gesitueerd. Gevels langs de Tradeboulevard dienen de interactie tussen gebouw en openbare ruimte te ondersteunen door een hoog percentage aan openingen, representatieve ingangen en transparantie.
DAKEN TRADE BLVD
Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, parkeren en/of extra programma op het dak, etc., dienen op deze oppervlaktes toegepast te worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
REGELS KAVELS
P
PARKEREN Parkeren is uit het zicht op te lossen; bij voorkeur in gebouwde parkeervoorzieningen.
OPSLAG De opslag van goederen op eigen kavel dient uit het zicht vanuit de nieuwe Rijnlanderweg, hoofdwegen en groene doorzichten plaats te vinden; bij voorkeur geïntegreerd in gebouwen.
VERBINDINGEN Om het ontstaan van een divers en interactief milieu langs de Tradeboulevard te bevorderen dienen (voetgangers)bruggen over de nieuwe Rijnlandertocht op actieve plekken (HOV haltes, hotspots, etc.) en in verlenging van belangrijke openbare ruimtes (b.v. doorzichten van de Rijnlanderladder) gesitueerd te worden.
55
4.3. SPECIFIEKE REGELS TRADEBOULEVARD BIJ LOGISTIEKE KERN
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ACTIEVE FRONTEN De Tradeboulevard vormt het representatieve en bedrijvige centrum van A4 Zone West. Om deze ambitie te kunnen bereiken, moeten zich langs de Boulevard bedrijven vestigen met publiekaantrekkende/ representatieve functies, hoge werknemersdichtheid en/of collectieve voorzieningen. Deze “actieve functies” dienen minimaal 20% van de BVO te bedragen. Verder moeten op de kavel aansluitend aan deze “actieve” elementen semi-openbare ruimtes met een oppervlakte van minimaal 70% van de footprint van het actieve gedeelte gecreëerd worden. Dit percentage kan worden gereduceerd naar min. 50% als in samenwerking met aangrenzende bedrijven gemeenschappelijke ruimtes gecreëerd worden. Geambieerd wordt dat deze gemeenschappelijke ruimtes deel uitmaken van de openbare ruimte van de Tradeboulevard. Zij dienen gecombineerd te worden met ingangen en/of actieve gevels. Minimaal 50% van de totale gebouwbreedte aan de Tradeboulevard dient een actieve front richting de boulevard te maken. Dit kunnen gebouwen zijn maar ook een combinatie van gebouwen en semi-openbare ruimte op de kavel.
of
min 25% B.V.O. actief
max 100%
min 70% footprint extra
min 50% extra footprint
min 50%
Om de interactie met de openbare ruimte te maximaliseren is het wenselijk dat openingen van de gevel een bepaalde grootte en transparantie hebben. De begane grond dient een uitnodigend, zo transparant mogelijk karakter te hebben en logistieke processen zichtbaar te maken.
ROOILIJN Voor een heldere afkadering van de openbare ruimte is het wenselijk dat de rooilijn van de bebouwing samenvalt met de kavelgrens. De hoofdmassa van de gevel (>50%) moet op de rooilijn liggen. Bij kruispunten van de hoofdstructuur is een gebouwde accentuering van de ruimte gewenst. Hier dienen de gebouwen in de hoek op de kavelgrens te staan. In het geval van zeer smalle kavels (d> 1.5*b) kan 100% van de gevel langs de Tradeboulevard terugspringen. De door setbacks van de rooilijn ontstaande ruimtes moeten deel uitmaken van de openbare ruimte en gecombineerd zijn met actieve gevels en ingangen.
DOORZICHTEN Doorzichten naar de logistieke kern en ruimtelijke versnippering door te grote afstanden tussen de bebouwing moeten worden voorkomen. Daarom dient min. 80% van de kavelbreedte te worden bebouwd. min 80%
56
MATERIALEN Voor de materialisatie van de gebouwen langs de logistieke kant van de Tradeboulevard worden makkelijk her te gebruiken materialen met een representatieve en duurzame uitstraling aanbevolen. Aan de vormgeving van blinde gevels dient in het bijzonder aandacht te worden besteed om deze aantrekkelijk te maken.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS INRICHTING KAVEL De materialisatie van actieve voorterreinen moet matchen met materiaal en kleur van de stoep. Parkeren op voorterreinen is niet toegestaan. Voor voorterreinen is een representatieve uitstraling en inrichting met verblijfskwaliteit gewenst. Een ruimtelijke accentuering van deze bijzondere ruimtes is cruciaal. Luifels die over de rooilijn uitsteken en de straatruimte penetreren, maken dit mogelijk. Zij dienen minimaal 5m, bij voorkeur hoger, boven de level van de bestrating te liggen en moeten bijzonder vorm gegeven en collectief gepland worden. Het merendeel van de oppervlakte van het plein dient door de luifel overdekt te worden; vooral de hoofd-looproutes van gebruikers dienen overkapt te worden.
ONTSLUITING
ONTSLUITING PERSONENVERKEER Personenverkeer wordt langs de hoofdinfrastructuur geleid en is in elk geval gescheiden van de vrachtwagenontsluiting. Toegang naar de parkeerplekken bevindt zich ook aan de hoofdinfrastructuur.
P
TRADE BLVD
ONTSLUITING VRACHTVERKEER De ontsluiting van de bedrijven door vrachtwagens geschiedt niet via de hoofdontsluiting, maar via eigen daarvoor bestemde ruimte aan de achterkant van de bedrijven.
r
PARKEREN INTEGRATIE VAN PARKEREN Bij voorkeur wordt parkeren in gebouwde vorm (parkeergarage) georganiseerd. Parkeergarages langs de hoofdroute kunnen deel uitmaken van de bebouwingsfront (gevel op rooilijn) of geïntegreerd worden met concentratiepunten langs de Tradeboulevard. In het laatste geval dienen entrees naar de garages in de vormgeving van de concentratiepunten geïntegreeerd te worden. Parkeerterreinen in het zicht van de bezoekers zijn niet toegestaan, zeker niet in een voorzone voor de bebouwing. ONTSLUITING PARKEREN Parkeervoorzieningen worden via de hoofdinfrastructuur vanuit de voorzijde (Tradeboulevard) ontsloten. Grenst de parkeervoorziening aan een zijstraat, kan de inrit ook aan deze kant liggen. Ontsluiting via de achterkant dient te worden voorkomen. PARKEREN OP MAAIVELD Parkeerterreinen op het maaiveld mogen vanuit de voor- en/of de achterkant worden ontsloten. Zij dienen d.m.v. poorten als visuele verlenging van de gevels uit het zicht van de bezoker te worden onttrokken.
57
OMHEINING Langs de westkant van de Tradeboulevard zijn er alleen omheiningen gewenst als deze doorzichten naar het logistiek gebeuren afschermen. In dit geval moeten omheiningen een visuele verlenging van de gevel vormen. Hekwerken en dergelijke langs voorterreinen zijn niet toegestaan.
58
4.4. SPECIFIEKE REGELS TRADEBOULEVARD BIJ RIJNLANDERLADDER WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN DOORZICHTEN De bebouwing staat los van elkaar met afstanden tussen de panden. Deze maken doorzichten naar de achterliggende lint (Rijnlanderweg) mogelijk.
BEBOUWDE KAVELBREEDTE Min 40% en max 70% van de kavelbreedte mag worden bebouwd.
max 70%
min 40%
ROOILIJN
TRADE BLVD
Bij kruispunten van de hoofdstructuur dient de bebouwing op de rooilijn (= kavelgrens) te staan. In de overige lengte van de Tradeboulevard hoeven gebouwen niet op de kavelgrens gesitueerd te worden. Hier is een verspringend bebouwingsfront gewenst. Bebouwing kan achter de kavelgrens worden geplaatst en er kunnen dus voorterreinen worden gecreërd.
TYPOLOGIEËN Een diversiteit van typologieën is wenselijk.
MATERIALEN In dit gebied is het na te streven om zowel voor gebouwen als voor beplanting en inrichting van de openbare ruimte materialen te gebruiken met een lange levensduur en een hoge verouderingskwaliteit.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS INRICHTING KAVEL Voorterreinen en zijkanten naast gebouwen moeten een groene en natuurvriendelijke uitstraling krijgen. Bomen of andere beplanting is gewenst. Verharde oppervlaktes dienen geminimaliseerd te worden. Parkeren is in deze zones alleen toegestaan mits het in lage hoeveelheden en geïntegreerd in een groene setting gebeurt.
OMHEINING Omheiningen zijn langs de Tradeboulevard aan de Rijnlanderladder-kant niet noodzakelijk, maar kunnen bijdragen aan de groene uitstraling van de Rijnlanderladder. Derhalve zijn groene omheiningen in de vorm van heggen of bomenrijen langs de kavelgrens na te streven. Harde omheiningen zoals muren, hekwerken, etc. mogen alleen worden toegepast mits deze worden ingepast in groen.
59
P
PARKEREN GEBOUWD PARKEREN Bij voorkeur worden gebouwde parkeervoorzieningen toegepast. Deze kunnen deel uitmaken van individuele bedrijfspanden of collectieve parkeergebouwen zijn. Zij moeten qua schaal en vormgeving worden ingepast in de directe omgeving. Gevels van parkeergarages langs de Tradeboulevard moeten een representatieve, hoogwaardige uitstraling hebben.
PARKEREN OP MAAIVELD Doel is, parkeren uit het zicht van de bezoekers te organiseren. Dit kan door de parkeerplekken achter de bebouwing te organiseren of ze door middel van groen te verstoppen. Parkeerterreinen in het zicht van de bezoekers zijn niet toegestaan, zeker niet in een voorzone voor de bebouwing.
PARKEREN IN CLUSTERS Parkeerplekken mogen in clusters van gebouwen geïntegreerd worden mits deze d.m.v. groen uit het zicht vanuit de Tradeboulevard worden onttrokken of in gebouwde parkeervoorzieningen worden geïntegreerd. Hier is een groeimodel voorstelbaar waarin parkeren op maaiveld stapsgewijs wordt uitgebreid naar een parkeergarage.
HALFVERDIEPT PARKEREN Halfverdiepte parkeeroplossingen zijn toegestaan als deze vanuit de Tradeboulevard niet zichtbaar zijn.
ONTSLUITING ONTSLUITING VRACHTVERKEER De ontsluiting van de bedrijven door vrachtwagens geschiedt vooral via de nieuwe ontsluitingswegen; niet via de Rijnlanderweg. Laden en lossen zones dienen aan de achterkant van de gebouwen of binnen een cluster gesitueerd te worden.
ONTSLUITING PERSONENVERKEER Personenverkeer wordt hoofdzakelijk langs de Tradeboulevard geleid en is in elk geval gescheiden van de vrachtwagenontsluiting. Toegangen naar de parkeervoorzieningen bevinden zich vooral aan de representatieve Tradeboulevard kant.
60
4.5. SPECIFIEKE REGELS TRADEBOULEVARD BIJ CAMPUS
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ROOILIJN Langs de Tradeboulevard dient de rooilijn van de bebouwing op de kavelgrens te liggen. Eventuele uitzondering is de hoekkavel aan het spoor, waar een architectonisch hoogwaardige overkraging mogelijk is waardoor de Tradeboulevard ruimtelijk wordt beëindigd.
TYPOLOGIEËN Langs de Tradeboulevard aan de Campus kant wordt geambieerd om een diversiteit van grote gebouwen te bereiken die voor verschillende doeleinden bruikbaar zijn. Het is dus vereist dat de gebouwen een grote flexibiliteit bezitten, makkelijk her te gebruiken zijn en verschillende gebruikersgroepen en -wensen kunnen faciliteren. Een representatieve vormgeving van de gebouwen is essentieel en het opzet van de begane grond moet publiekaantrekkende functies mogelijk maken.
MATERIALEN
TRADE BLVD
In dit gebied is het na te streven om zowel voor gebouwen als voor beplanting en inrichting van de openbare ruimte materialen te gebruiken met een lange levensduur en een hoge verouderingskwaliteit.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS INRICHTING KAVEL Op de kavels moeten plekken van hoge verblijfskwaliteit gecreërd worden; een hoog aandeel van onverharde oppervlaktes, groen en voetgangersverbindingen is vereist. Parkeerterreinen op de kavles in het zicht van bezoekers en gebruikers zijn niet toegestaan.
OMHEINING Omheiningen zijn in dit gedeelte van de Tradeboulevard niet toegestaan.
ONTSLUITING ONTSLUITING VRACHTVERKEER Vrachtverkeer is in dit gebied te gast; bevoorrading van de gebouwen gebeurt bij voorkeur door kleine vrachtwagens en/of busjes. Deze kunnen de gebouwen via de parallelwegen langs de hoofdstructuur bereiken of via de infrastructuur van de Campus bereiken. Laden-lossen-zones zijn te minimaliseren en te integreren in het gebouw of in de groene inrichting van de kavel. ONTSLUITING PERSONENVERKEER Personenverkeer bereikt de gebouwen langs de Trade-Boulevard Campus via de parallelwegen van de hoofdstructuur. Collectieve Parkeergarages zijn vanuit de Tradeboulevard toegankelijk.
61
5 REGELWERK RIJNLANDERLADDER & A4 FRONT 5.
REGELS 5.1. zonering deelgebied en overzicht regels 5.2. algemene regels Rijnlanderladder en A4 front 5.3. specifieke regels koppen Rijnlanderladder 5.4. specifieke regels Rijnlanderweg 5.5. specifieke regels Schuurzone 5.6. specifieke regels Werkzone 5.7. specifieke regels A4 front
5.1. ZONERING RIJNLANDERLADDER & A4 FRONT
GEBIED WORDT IN VIJF DELEN GEKNIPT: Koppen Rijnlanderladder Rijnlanderweg Schuurzone Werkzone A4 Front
REGELS RIJNLANDERLADDER EN A4 FRONT algemene regels RLL & A4 FRONT
SPECIFIEKE REGELS KARAKTERZONES
Hierna worden er de volgende regels beschreven voor de verschillende delen: Algemene regels Rijnlanderladder & A4 Front Specifieke regels koppen Rijnlanderladder Specifieke regels Rijnlanderweg Specifieke regels Schuurzone Specifieke regels Werkzone Specifieke regels A4 Front
specifieke regels RLL-Rijnlanderweg
p. 66
specifieke regels RLL-Schuurzone
p. 69
specifieke regels RLL-Werkzone
p. 69
specifieke regels RLL-Koppen
P. 67
specifieke regels A4 Front
p. 70
Polderlandschap
RLL - SCHUURZONE
EN TR EE
G
EB
IE
D
RLL - RIJNLANDERWEG
RLL - WERKZONE RLL - KOPPEN A4 FRONT
TRADEBOULEVARD
64
SCHUURZONE
RIJNLANDERWEG
p. 65
SCHUURZONE
WERKZONE
A4 FRONT
5.2. ALGEMENE REGELS RIJNLANDERLADDER & A4 FRONT REGELS GEBOUWEN MATERIALEN In dit gebied is het aan te bevelen om zowel voor gebouwen als voor beplanting en inrichting van de openbare ruimte materialen te gebruiken met een lange levensduur en een hoge verouderingskwaliteit. De voorkeur gaat uit naar het gebruik van materialen in hun natuurlijke verschijningsvorm en kleur; in navolging van de materiaal-bandbreedte van de bestaande bebouwing. Felle kleuren en materialen zijn te vermijden.
TYPOLOGIEËN Een diversiteit en flexibiliteit van typologieën is wenselijk. Gebouwen moeten makkelijk te hergebruiken en/of te transformeren zijn. Binnen de Rijnlanderladder is een transitie van kleine woontypologieën langs de Rijnlanderweg, “schuurachtige” typologieën met een mogelijke functie-mix in de zone daarachter en grotere bedrijfstypologieën langs de nieuwe Rijnlanderweg en de Rijnlanderfront gewenst.
REGELS KAVELS INRICHTING KAVEL Verharde oppervlaktes zijn te minimaliseren. Het toevoegen van bomen en andere beplanting op de kavel is wenselijk.
OMHEINING
P
RLL & A4 FRONT
Indien nodig, zijn in de Rijnlanderladder omheiningen in de vorm van heggen of bomenrijen langs de kavelgrens toe te passen. Harde omheiningen zoals muren, hekwerken, etc. mogen alleen worden toegepast mits deze worden ingepast in groen.
PARKEREN Parkeren dient uit het zicht van de hoofdstructuur (wegen met stippenlijn en Rijnlanderweg) en groene doorzichten georganiseerd te worden, b.v. door integratie in groen of gebouwen. RL
W
RL
W
OPSLAG De opslag van goederen op eigen kavel dient uit het zicht van hoofdwegen (wegen met stippenlijn en Rijnlanderweg) en groene doorzichten van de Rijnlanderladder plaats te vinden; geïntegreerd in gebouwen of groen.
RL
W
RL
W
ONTSLUITING Kavels langs de Rijnlanderweg zonder aangrenzende nieuwe infrastructuur kunnen alleen vanuit de Rijnlanderweg worden ontsloten. Voor alle andere kavels geldt dat de hoofdontsluiting via de nieuwe infrastructuur moet gebeuren.
65
5.3. SPECIFIEKE REGELS KOPPEN RIJNLANDERLADDER
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN
ACTIEVE FRONTEN Gebouwen op de koppen van de Rijnlanderladder dienen actieve fronten richting het landschap van het Geniepark/Park21 te maken door hun voorzijden richting landschap te orienteren. Om de interactie met de openbare ruimte te maximaliseren is het wenselijk dat openingen van de gevel een bepaalde grootte en transparantie hebben.
INGANGEN Representatieve hoofdingangen van de gebouwen op de Koppen Rijnlanderladder zijn aan de voorzijde, in de naar het landschap gerichte gevel, te situeren.
DAKEN Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, parkeren en/of extra programma op het dak, etc., dienen op deze oppervlaktes toegepast te worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS
INRICHTING KAVEL Kavels aan de Geniedijk hebben een uitgeefbaar gedeelte waar niet gebouwd mag worden. Die zone (van ongeveer 18m diep) dient met groen en bomen ingericht te worden, zodat het mee gaat in de inrichting en een toevoeging is voor de landschappelijke kwaliteit van Geniedijk.
66
5.4. SPECIFIEKE REGELS RIJNLANDERWEG WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ROOILIJN De bebouwing dient aan of achter de rooilijn te staan.Het is niet toegestaan om direct aan de Rijnlanderweg te bouwen. Voor precieze gegevens zie doorsnede.
HOOGTE Er is sprake van een geleidelijke opbouw in bouwhoogte vanaf de Rijnlanderweg naar het achterliggend landschap. De bebouwing die het dichtst op de weg staat, is het laagst, daarachter liggende bebouwing mag hoger zijn.
DAKEN Verschillende dakvormen zijn toegestaan, behalve platte daken. Ook hier is een diversiteit van vormgeving en materiaal wenselijk.
DOORZICHTEN
RLL & A4 FRONT
Om diepe uitzichten vanuit bestaande bebouwing te handhaven, dient nieuwe bebouwing langs de Rijnlanderweg niet direct tegenover bestaande woongebouwen gepositioneerd te worden.
INGANGEN Ingangen van gebouwen langs de Rijnlanderweg zijn altijd aan de zijkant van het pand te situeren.
De toegangen naar de kavels zijn bij voorkeur smalle oprijlanen. Het groene karakter van de voorzone is te respecteren.
ACTIEVE FRONTEN Om recreatieve- en verblijfskwaliteiten van de Rijnlanderweg te maximaliseren is het wenselijk om actieve fronten op de Rijnlanderweg te orienteren, bijvoorbeeld door grotere openingen in de gevels, publiekaantrekkende/zichtbare programma’s langs de weg, etc. Als een kavel vanuit 2 kanten wordt ontsloten, moeten gebouwen langs beide wegen fronten maken.
67
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS INRICHTING KAVEL Voortuinen moeten een groen karakter hebben. Een diversiteit van beplanting/meublement/ vormgeving is gewenst. Groen heerst; verharde oppervlaktes zijn te minimaliseren en parkeren is op de voorterreinen niet toegestaan.
P
PARKEREN Parkeren is niet toegestaan op de voorterreinen. In de zone daarachter (naast of achter de gebouwen) is parkeren op maaiveld mogelijk mits het wordt geïntegreerd in een groene setting, erf-typologie of in een gebouw. Grootschalige parkeeroplossingen op maaiveld zijn niet toegestaan. Parkeren op de Rijnlanderweg is niet toegestaan.
OMHEINING Omheiningen zijn laag te houden om transparantie en actieve fronten richting Rijnlanderweg mogelijk te maken. Direct langs de Rijnlanderweg is ook een zachte transitie tussen openbaar en privé gebied d.m.v. verschillende beplantingen of bestratingen en zonder omheinig voorstelbaar.
68
5.5. SPECIFIEKE REGELS RIJNLANDERLADDER SCHUURZONE
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ACTIEVE FRONTEN Richting Rijnlanderweg dienen gebouwen een voorkant/open gevel te hebben, ook al worden de gebouwen van een andere kant ontsloten.
TYPOLOGIEËN In de Schuurzone achter de Rijnlanderweg zijn nieuwe typologieën met een “schuurachtig karaker” te vestigen, qua vorm en schaal overeenkomstig met de bestaande bebouwing.
DAKEN In de Schuurzone achter het Rijnlanderwegmilieu zijn platte daken niet toegestaan. Duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, etc., kunnen op de daken toegepast worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS
RLL & A4 FRONT
GEEN AANVULLENDE REGELS VAN TOEPASSING
5.6. SPECIFIEKE REGELS RIJNLANDERLADDER WERKZONE WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN DAKEN Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, parkeren en/of extra programma op het dak, etc., dienen op deze oppervlaktes toegepast te worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS GEEN AANVULLENDE REGELS VAN TOEPASSING
69
5.7. SPECIFIEKE REGELS RIJNLANDERLADDER A4 FRONT WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN HOOGTE Langs het Rijnlanderfront is meerlaagse bebouwing vereist voor een goede zichtbaarheid langs de snelweg. Gebouwen mogen hoger dan 15m (boomtoppen) zijn mits het gedeelte boven de 15m (boomtoppen) een actieve functie (kantoorachtig, representatief, etc.) bevat en een gebouwd, representatief front richting de A4 maakt.
ACTIEVE FRONTEN Boven de 15m hoogte dienen gevels een front richting A4 te vormen. Openingen in deze zone zijn zo groot en transparant mogelijk vorm te geven. Een uitbreiding van deze actieve gevel richting begane grond is mogelijk.
ROOILIJN De hoofdmassa van de gevel langs het Rijnlanderfront moet op de kavelgrens liggen. Bij kruispunten van de hoofdstructuur is een gebouwde accentuering van de ruimte gewenst. Hier dienen de gebouwen in de hoek op de kavelgrens te liggen.
DOORZICHTEN Er is een minimale afstand tussen de gebouwen na te streven; doorzichten dienen geminimaliseerd te worden.
Min. 60% van de kavelbreedte langs het Rijnlanderfront dient bebouwd te worden.
min 60%
70
MATERIALEN In dit gebied is het aan te streven om voor gebouwen duurzame materialen te gebruiken met een representatieve uitstraling. De voorkeur qua materiaalkeuze ligt bij makkelijk afbreek-, herbruiken recyclebare bouwmaterialen.
INGANGEN INGANGEN BEZOEKERS De bezoekersingangen van de panden kunnen direct langs de Rijnlanderfront of aan de zijkanten van de gebouwen gesitueerd worden. Hoofdingangen aan de achterkant van gebouwen zijn niet toegestaan. INGANGEN WERKNEMERS De ingangen voor werknemers kunnen zich aan alle kanten van de gebouwen bevinden.
DAKEN Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, parkeren en/of extra programma op het dak, etc., dienen op deze oppervlaktes toegepast te worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS
Parkeerterreinen in het zicht vanuit de Rijnlanderfront zijn niet toegestaan, zeker niet in een voorzone voor de bebouwing of in de vorm van grootschalige parkeerterreinen.
RLL & A4 FRONT
P
PARKEREN
Parkeren dient bij voorkeur in de vorm van gebouwde parkeervoorzieningen georganiseerd te worden. Deze kunnen aparte, collectieve parkeergebouwen langs de Rijnlanderfront zijn of in clusters geïntegreerd worden. In het geval van collectieve parkeergebouwen dienen de gevels langs de Rijnlanderfront op de kavelgrens te liggen. Parkeergarages in clusters dienen in individuele bedrijfspanden geïntegreerd te worden of als apart gebouw het cluster ruimtelijk te defineren.
Parkeren op het maaiveld mag mits de parkeerplekken achter een gebouw worden gesitueerd of door middel van dicht groen of poorten zijn onttrokken uit het zicht.
Halfverdiepte parkeeroplossingen zijn toegestaan.
71
ONTSLUITING ONTSLUITING VRACHTVERKEER Vrachtverkeer kan via de voor- en de achterzijde de kavel oprijden. Bij laden en lossen aan de zijkant van de bebouwing is de ontsluiting via de achterkant te organiseren.
ONTSLUITING PERSONENVERKEER Personenverkeer benadert zijn bestemming altijd via de voorzijde. Als in verband met een diepe kavel ook aan de achterliggende ontsluiting voorkanten gemaakt kunnen worden, kan personenverkeer ook langs deze weg geleid worden.
72
6 REGELWERK LOGISTIEKE KERN
6.
REGELS 6.1. zonering deelgebied en overzicht regels 6.2. algemene regels logistieke kern 6.3. specifieke regels spoorzone 6.4. specifieke regels kernzone
6.1. ZONERING LOGISTIEKE KERN
HET GEBIED WORDT IN TWEE DELEN GEKNIPT: Kernzone Spoorzone Hierna worden er de volgende regels beschreven voor de verschillende delen: Algemene regels Logistieke Kern Specifieke regels Spoorzone Specifieke regels Kernzone
LOGISTIEKE KERN - ALGEMENE REGELS
P
LOGISTIEKE KERN - SPOORZONE
P
REGELS LOGISTIEKE KERN algemene regels Logistieke Kern
p. 75
SPECIFIEKE REGELS KARAKTERZONES
TRADEBOULEVARD
74
LOGISTIEKE KERN
LOGISTIEKE KERN
specifieke regels Spoorzone
p. 76
specifieke regels Kernzone
p. 76
SPOORZONE
6.2. ALGEMENE REGELS LOGISTIEKE KERN REGELS GEBOUWEN DICHTHEID Voor het optimaal benutten van de gegeven plancapaciteit wordt een hoge bebouwingsdichtheid nagestreeft. De ter beschikking staande ruimte wordt efficiënt benut door dubbelgebruik te bevorderen, omloopzones te reduceren en compact te parkeren.
DAKEN Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, parkeren en/of extra programma op het dak, etc., dienen op deze oppervlaktes toegepast te worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
TYPOLOGIEËN Versnipperde bebouwing is te voorkomen; rug-aan-rug- en zijaan-zij-constructies zijn als typologie te bevorderen.
ROOILIJN Om een hoge efficiency en dichtheid van bebouwing te kunnen bereiken, is het na te streven om tot aan de kavelgrens te bouwen. Omloopzones dienen vermeden te worden.
REGELS KAVELS OMHEININGEN Indien noodzakelijk, dienen O omheiningen in de Logistieke Kern een uniforme uitstraling te hebben en op de kavelgrens geplaatst te worden. Een diversiteit van vormen, materialen en hoogtes van omheiningen is niet wenselijk.
PARKEREN De parkeervraag dient zoveel mogelijk in collectieve parkeergebouwen opgelost te worden. Om goede oriëntatie en korte wegen binnen de logistieke zone te bereiken, worden deze gesitueerd langs de logistieke loop. Het is mogelijk om deze parkeervoorzieningen in een groeimodel langzaam en volgens de vraag te ontwikkelen. Ook parkeren op daken is voorstelbaar. Grootschalige parkeerterreinen op maaiveld zijn niet toegestaan.
LOG.KERN
P
OPSLAG Opslagruimte wordt bij voorkeur in gebouwen geïntegreerd.
75
6.3. SPECIFIEKE REGELS LOGISITIEKE KERN BIJ SPOORZONE
WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN GEEN AANVULLENDE REGELS VAN TOEPASSING
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS OPSLAG Het is niet toegestaan om in de buitenruimte, zichtbaar vanuit het spoor, goederen op te slaan. Opslagfaciliteiten zijn in gebouwen te integreren.
6.4. SPECIFIEKE REGELS KERNZONE WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN GEEN AANVULLENDE REGELS VAN TOEPASSING
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS GEEN AANVULLENDE REGELS VAN TOEPASSING
KERNZONE
76
7 REGELWERK CAMPUS MET SCHAKELSTUK & STATIONSVERBINDING
7.
REGELS 7.1. zonering deelgebied en overzicht regels 7.2. algemene regels Campus 7.3. specifieke regels Stationsverbinding 7.4. specifieke regels Parkrand
7.1. ZONERING CAMPUS
HET GEBIED WORDT IN DRIE DELEN GEKNIPT: Campus Stationsverbinding met Schakelstuk Parkrand Hierna worden er de volgende regels beschreven voor de verschillende delen: Algemene regels Campus Specifieke regels Stationsverbinding Specifieke regels Parkrand
CAMPUS - PARKRAND
P. XXX
CAMPUS
P. XXX
CAMPUS - STATIONSVERBINDING
P. XXX
REGELS CAMPUS algemene regels Campus
p. 79
algemene regels Campus
p. 79
SPECIFIEKE REGELS KARAKTERZONES specifieke regels Parkrand
p. 81
specifieke regels Stationsverbinding
p. 80
ster= nader te bepalen
TRADEBOULEVARD
78
CAMPUS
PARKRAND
SCHAKELSTUK
GENIEDIJK
7.2. ALGEMENE REGELS CAMPUS REGELS GEBOUWEN TYPOLOGIEËN In de Campus is een diversiteit van typologieën en korrelgroottes na te streven. Een bijzondere vormgeving van de gebouwen is wenselijk.
DAKEN Dubbelgebruik van dakoppervlaktes wordt nagestreefd: duurzame maatregelen zoals groene daken, PV, extra programma op het dak, etc., kunnen op deze oppervlaktes toegepast worden. Regenwater wordt 100% afgekoppeld en op eigen kavel of collectief hergebruikt.
HOOGTE Een maximalisatie van de bebouwingshoogtes is langs de Tradeboulevard en de Stationsomgeving na te streven. Richting Geniepark neemt de bebouwingshoogte af.
DICHTHEID Een concentratie van dichtheid van bebouwing wordt nagestreefd langs de Tradeboulevard en de Stationsverbinding.
REGELS KAVELS PARKEREN Parkeren is uit het zicht op te lossen; bij voorkeur in gebouwde parkeervoorzieningen. Deze kunnen zowel in de vorm van vrijstaande gebouwen of geïntegreerd met gebouwen. Parkeergarages dienen zo vlakbij mogelijk van de hoofdinfrastructuur gesitueerd te worden zodat autoverkeer in de campus geminimaliseerd kan worden.
INRICHTING KAVEL Het onbebouwde gedeelte van de kavel maakt deel uit van de Campus. Een inrichting die mogelijkheden voor verblijf en/ of langzaamverkeerverbindingen biedt, wordt nagestreefd. Het aandeel onverharde oppervlaktes overheerst; Zichtbaar parkeren op het maaiveld is niet toegestaan.
OMHEINING Om O de interactie tussen gebouwen en openbare ruimte te versterken zijn omheiningen in de Campus niet toegestaan.
VERBINDINGEN
CAMPUS
P
Binnen en vanuit de Campus dienen zo veel mogelijk langzaamverkeersroutes gecreëerd te worden.
ONTSLUITING ONTSLUITING VRACHTVERKEER Vrachtverkeer is in dit gebied te gast; bevoorrading van de gebouwen gebeurt bij voorkeur door kleine vrachtwagens en/of busjes. Deze kunnen de gebouwen via de hoofdinfrastructuur van de Campus bereiken. Laden-lossen-zones zijn te minimaliseren en te integreren in het gebouw of in de groene inrichting van de kavel. ONTSLUITING PERSONENVERKEER Personenverkeer bereikt de gebouwen in de Campus via de hoofdstructuur.
79
7.3. SPECIFIEKE REGELS STATIONSVERBINDING WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ACTIEVE FRONTEN Langs de Stationsverbinding is een concentratie van werknemeren publiekaantrekkende functies wenselijk. Gebouwen moeten met hun voorkanten georienteerd zijn richting de hoofdroute en centrale openbare ruimte. De interactie tussen gebouw en openbare ruimte dient te worden ondersteund door een hoog percentage van openingen en transparantie in de gevels, vooral op begane grond niveau. Ingangen zijn representatief en royaal vorm te geven.
INGANGEN Gebouwen moeten zo direct mogelijk vanuit de Stationsverbinding en aanliggende openbare ruimtes toegankelijk zijn. Het aantal ingangen is te maximaliseren. Verder is het wenselijk dat ingangen een representatief en uitnodigend karakter krijgen. Hoofdingangen aan de achterkant van gebouwen zijn niet gewenst.
ROOILIJN Langs de hoofdroute van de Stationsverbinding en aanliggende openbare ruimtes dienen gebouwen op de kavelgrens te staan.
HOOGTE Langs de Stationsverbinding is meerlaagse bebouwing passend bij de ambitie van concentratie van dichtheid en activiteit. Stapeling van functies en/of meerlaagse bebouwing worden hier geambieerd. Het Schakelstuk biedt de unieke kans om door een landmark een ruimtelijk ensemble met het stationsmilieu te vormen en daardoor de oriëntatie richting Campus te verbeteren.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS ONTSLUITING De ontsluiting voor personenverkeer en aanlevering geschied via de achter de gebouwen rondom de centrale openbare ruimte liggende infrastructuur. De Stationsverbinding en de centrale openbare ruimte zijn vrij te houden van auto- en vrachtverkeer. Het Schakelstuk dient via de achterkant/langs het spoor ontsloten te worden.
80
7.4. SPECIFIEKE REGELS PARKRAND WAT GELDT HIER?
ALGEMENE REGELS
P + SPECIFIEKE REGELS GEBOUWEN ACTIEVE FRONTEN Gebouwen moeten actieve fronten maken richting Geniepark. De interactie tussen gebouw en openbare ruimte dient te worden ondersteund door een hoog percentage van openingen en transparantie in de gevels, vooral op begane grond niveau.
TYPOLOGIEËN Richting Geniepark wordt de korrelgrootte van de bebouwing kleiner; villa- of paviljoenachtige gebouwen vormen de rand van het park. Een expressieve, innovatieve vormgeving van de gebouwen langs het Geniepark wordt geambiierd.
HOOGTE Vergeleken met de bebouwing langs de Tradeboulevard en de Stationsverbinding vormen langs de Parkrand lagere gebouwen de overgang naar het Geniepark.
DICHTHEID Richting Geniepark kan de bebouwingsdichtheid iets omlaag gaan, met name de footprint van de gebouwen, zodat een hoger percentage groen en dus meer integrate met het park mogelijk wordt.
+ SPECIFIEKE REGELS KAVELS INRICHTING KAVEL
CAMPUS
Het onbebouwde gedeelte van de kavel maakt deel uit van de Campus en het Geniepark. De inrichting hiervan dient op enkele ontsluitingspaden na groen te zijn en qua beplanting een overgang naar het Geniepark te vormen. Bomen op eigen kavel dienen in een losse opstelling geplant te worden. Een menging van verschillende soorten bomen is na te streven.
ONTSLUITING De ontsluiting van de gebouwen langs de Parkrand dient zo direct mogelijk vanuit de hoofdontsluiting door de Campus plaats te vinden. Deze ontsluitingswegen dienen zodanig vormgegeven te worden, dat een integratie met het parkachtige karakter van het gebied mogelijk is. (shared surface)
81
COLOFON
Dit Beelkwaliteitplan ‘formele regels’ voor A4 Zone West is opgesteld in opdracht van GEM A4 zone west onder leiding van projectleider Peter Joustra en in nauwe samenwerking met het kwaliteitsteam A4 Zone West. De aandeelhouders van GEM A4 Zone West zijn: Gemeente Haarlemmermeer Schiphol Real Estate (SRE) Schiphol Area Development Company (SADC)
Dit Kwaliteitskader is door KCAP gemaakt. Het team onder leiding van Ruurd Gietema: Riikka Tuomisto Kristina Knauf Hyeri Park Michele Beraldo Vincent Hector Gesa Webering
Vormgeving: KCAP
Schiphol, 08 maart 2013
* *
DIT BOEKWERK IS EEN UITTREKSEL VAN HET KWALITEITSHANDVEST (BEELDKWALITEITSPLAN) VOOR A4 ZONE WEST WELKE NAAST DE FORMELE REGELS OOK VEEL INSPIRERENDE EN UITDAGENDE GEDEELTES BEVAT.
DIT BOEKWERK BEVAT GEEN REGELS OVER RECLAME. IN 2013 WORDT ER NOG EEN APARTE RECLAMEPARAGRAAF OPGESTELD VOOR A4 ZONE WEST.
84