18:00
Er wordt vermoed dat de hersenaktiviteit bij de mens verschillend is bij het uitoefenen van bepaalde funkties in de duisternis. Hersenaktiviteit, en in het bijzonder de dynamische veranderingen ervan in de tijd, kan worden gemeten aan de hand van sensoren (elektroden) die worden bevestigd op de hoofdhuid (het electroencefalogram, het EEG). Het EEG is een zeer sensitief onderzoek dat gekoppeld aan recent ontwikkelde analysetechnieken toelaat taakgeraleerde netwerken die actief zijn in de hersenen in beeld te brengen. EEG registraties tijdens creatie bij kunstenaars in licht en donker zou dan ook toelaten de veranderingen van bepaalde netwerken in beeld te brengen. Dit laat toe te onderzoeken of er verschuiving is van de klassieke door zicht gedomineerde hersennetwerken naar andere zintuiglijke processen in de hersenen tijdens intensief-creatieve processen. Het is met andere woorden een wetenschappelijke opzet die toelaat de plasticiteit van de hersenen in beeld te brengen. In het Centrum voor Neurofysiologische Monitoring van het Universitair Ziekenhuis te Gent hebben we dan ook een preliminair experiment uitgevoerd dat vooral tot doel had de haalbaarheid na te gaan van het meten van hersenaktiviteit en gedrag terwijl kunstenaars creatief werken in het licht en het donker. Hiertoe werden EEG elektroden bij de ‘proefpersonen’ Frans Gentils en Hallveig Augustsdottir aangebracht en werden de kunstenaars continu gefilmd. Frans Gentils maakte een zelfportret en portretteerde een model. Hallveig Augustdottir maakte een voor haar typerende creatie gedreven door geluidsprikkels. De afgenomen EEG registraties in het licht en het donker toonden normale hersenaktiviteit bij beide proefpersonen en registraties zonder artefacten. Dit betekent dat de geregistreerde kanalen bruikbaar zijn voor funktionele connectiviteitsanalyse. Ook het gedrag tijdens het creatief proces kon goed worden in beeld ge-
DARKROOM zaterdag 20 oktober 2012
Titel
Beeld uit de DARKROOM tent tijdens de presentatie van Robert Zwijnenberg, (Helen Chadwick, Selfportrait 1991) niets uit deze uitgave mag worden gepubliceerd zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteur DARKROOM 2012 - Projectcoördinatie, layout en redactie: Tim Joye
18:00 Om 18 uur op 20 oktober 2012 ging het licht uit en begonnen 11 kunstenaars te tekenen in het complete duister. Ze zaten in de kleine atoomschuilbunker onder de grond dicht op elkaar gepakt. De kunstenaars ruikten, hoorden en voelden mekaar steeds beter naar gelang de duisternis op hen inwerkte. De andere zintuigen raakten beter gefocust. De bevreemdende tik-, schrap- schrijf- en veeggeluiden creëerden in het grenzeloze duister een atmosfeer die de krappe claustrofobische ruimte uitbreidde tot een borrelend vat vol mentale creatieve activiteit. De ingepakte muren van de bunker werden betast, beschilderd, bekrast, beschreven met herinneringen of beklad met intenties. Sommigen daalden af met een plan in hun hoofd, anderen wilden zich laten verrassen door de ruimte of het desoriënterende effect van de duisternis. “Ik wil het struikelen, botsen en klungelen voor lief nemen” (Tineke Schuurmans) Kunstenaar Frans Gentils had electroden op zijn hoofd die de activiteit van zijn hersenen precies registreerden. Met dergelijke EEG-signalen (de biofeedback van de hersenen) maakten Kristof Lauwers en Laura Maes een experimentele geluidscompositie bovengronds in de vitrine, terwijl de hersengolven van Frans werden geprojecteerd. De frequentie van hersengolven is van nature heel laag, bijna onhoorbaar als je ze niet manipuleert. Indien Kristof en Laura deze golven net boven het voor de mens hoorbare spectrum uitduwden, werden deze ultra lage, intense tonen effectief voelbaar in het lichaam van de toeschouwer.
Frans Gentils maakte portretten van enkele modellen die mee in de bunker plaats namen. Hij betaste hun gelaat en probeerde via zijn tastzin het gezicht te reconstrueren op papier. In de eerste test-tekeningen die Frans maakte voor de performance zweeft het haar boven het schedeldak en de lijnen staan dubbel.
De anatomische herinnering en de wetten van het perspectief die in het geheugen van Frans zat, wrong met de informatie die uit zijn tastzin leek te komen. In de tekening van Frans uit deze spanning zich in een losgelaten lijnenspel. De gelaatslijnen van het portret rukken zich los uit elke intentie en anatomische verhouding. Frans lijkt het bedwingen van de fouten op te geven, en de informatie van zijn tastzin de vrije loop te laten. Daardoor lost de anatomische krampachtigheid uiteindelijk op in de tekening. Het menselijke portret dat zo ontstaat wordt een explosief ander zintuiglijk-motorisch lijnenspel. Zijn deze tekeningen dit het gevolg van zijn onhandigheid in het duister? Of zijn deze nieuwe portretten van Frans écht wat zijn vingers op de tast ‘gezien’ hebben? “Mijn vingers worden mijn ogen. Maar ze hebben geen dieptezicht. Het perspectief zit als een herinnering in mijn geheugen gebakken, en zorgt voor conflictsituaties tijdens het tekenen. Mijn vingers volgen dezelfde weg die mijn ogen afleggen in het licht als ze een beeld aftasten.” Frans Gentils
Niet elke kunstenaar vindt het aangenaam in het duister. Het niet zien is lastig, uitputtend en vermoeiend. Gery De Smet had een aantal kleuren in verfpotten voor zich uitgezet met elk een kwast erin. Hij had zich voorgenomen om niet al te disciplinair te werken, dat bleek uit de met plastic ingepakte ruimte, die Gery had voorbereid. Eerst zette hij met wasco een soort hiëroglifische schriftuur uit. Op de infrarood videofilm zie je Gery hier een soort gestage motorische laag uitzetten. Waarover later meer vrije en uitgelaten lagen kwamen. Na afloop was Gery’s werkplaats een NO-GO zone geworden. Ontoegankelijk voor toeschouwers en fotografen. Een slagveld waaruit bleek dat het gevecht met de duisternis intens was. Toen het licht aanging, kon Gery zich niet verzoenen met het resultaat. Hij wou nog 20 seconden geblinddoekt tekeer gaan met een borstel en een laatste pot verf.
Totaal gedesoriënteerd nam Gery een verkeerde kleur. “Ik kreeg hoofdpijn door me te concentreren. Alles was moeilijker op alle vlak, kruipende naar mijn verfpotten die ik omver had getrapt. Ik heb me op een bepaald moment van kleur vergist. Dat maakte wel dat de plek waar ik aan het werk was, eens het licht werd aangezet, tot leven kwam” Gery De Smet Als we de tekening ontdoen van de evaluatie door het zien, wordt ze een soort blauwdruk van het zoekende en ‘plastische’ brein. De tekening krijgt in eerste instantie meer ‘lichaam’ indien ze losgelaten wordt van het zien. Sommige tekeningen tonen de indruk van het gehoor, andere tonen motoriek sommigen tastzin, ... Het tekenen wordt een meer lichamelijke en anders-zintuigelijke ervaring.
Het hectische en explosieve in de buurt van Gery heeft verderop de muren van de bunker plaats gemaakt voor een meer integer, melancholisch landschap. Jan-Pieter woont in in de wijdse natuur in Ronse, en dat lijkt zich ook af te spiegelen in zijn werk. Hij heeft door toedoen van de duisternis een soort mentaal landschap neerzet, gebaseerd op een visueel ingeprente herinnering uit de natuur. “... bij tekening 1 had ik een dag–nacht beeld voor ogen dat je waarneemt bij valavond in de schemer van een bos , het silhouet van de bomen bevat geen detail en in het verste deel boven de horizonlijn valt het laatste daglicht tussen de bomen het bos in.
Vrij snel neemt mijn linkerhand de taak op zich om de rechterhand (die tekent) te situeren en het beeldvlak af te tasten om een orientatie te hebben waarbinnen je lijnen en vlakken aanbrengt. Na 45 minuten wordt de ervaring intenser en je verlaat een stadium van werkelijkheidsbesef. Ik besluit tekening 2 aan te vatten zonder voorafgaand concept en laat me leiden door de bewegingen van beide handen en de vage beelden die op dat moment in mijn gedachten rondwaren. Slingerbewegingen –zwaartekracht –universum een oneindige ruimte ... “
Vanuit Birde Vanheerswynghels hoek kwamen er schelle geluiden. Ze kraste in een dik papier een zone waar de lijn zou landen. Door het krassen ontstonden er rafels en losgekomen vezels in het papier die de basis zouden vormen voor een horizontale lijn. Birde spande na meer dan 2 uur krassen in het duister een ingekalkt blauw touw boven de gekraste zone in het papier. Met een korte slag plofte het touw in het uitgerafelde papier neer en liet een blauwe stoffige zweem na. De twijfel in het werk werd gexecuteerd in de finale van het werk.
“Met een min of meer vooropgesteld beeld in mijn hoofd ben ik afgedaald in de bunker. Ik had het plan opgevat om een tekst te schrijven en een lijn te trekken met slagdraad. Maar snel nadat ik begon te tekenen in het donker bleek ik alle houvast te verliezen en was het vooral de handeling die het beeld begon te bepalen. Ik ben dan ook vrij snel afgeweken van het plan dat ik vooropgesteld had. Ik geloof dat het juist spannend is om het werk los te laten. Op die manier word je verrast door een beeld dat je nooit van tevoren had kunnen bedenken. Het resultaat op papier is nooit het beeld dat in mijn hoofd zit. Dat gebeurt niet in het atelier en nog minder in het donker. Ik werk meestal in het licht naar een voor een publiek toonbaar beeld. Maar nu kon ik het beeld niet evalueren via het zicht. Daardoor sloeg de twijfel toe. Anderzijds werkte de duisternis ook bevrijdend omdat ik gedwongen werd om af te wijken van de werkwijze die ik in het atelier gebruik. Mijn tekening die ik gemaakt heb in de bunker is vooral een beeld van twijfel. Tekenen en wegschuren, opnieruw tekenen. Dezelfde handelingen opnieuw en opnieuw, todat de slagdraad dit proces heeft beëindigd. Birde Vanheerswynghels
Lore Smolders werk lijkt vaker op een navigatie waarin beweging, tijd en beleving afwisselend worden opgetekend. Flarden tekst lijnen en kantekeningen vormen de coördinaten van haar opgetekende leefwereld. Lore maakte deze keer een intense plattegrond in het duister. “Mijn voorbereiding op deze ervaring in de duisternis focuste zich op het prepareren van een canvas (mika beschilderd met zwarte verf) en verschillende krabmaterialen (vork, spijker, etsnaald, rietpen, potlood, achterkant penseel...). Ik wou een negatief beeld maken. Ik had in mijn hoofd een soort van kaart die ik wou maken van de fysieke weg die ik aflegde tot in de bunker. Al vlug werd dit een eerder ‘mentale kaart’ -meer dan ik op voorhand had gedacht. Wat ik wel opmerkelijk vond was dat ik op voorhand op zoek gegaan was naar manieren om ‘de duisternis te omzeilen’. Ik kwam terecht bij het gebruik van stickers, die ik gebruikte als tactiele oriëntatiepunten om mijn beeld op te bouwen. Enkele keren vielen deze stickers -onbewust- buiten het canvas, waar ik tijdens het werken mee begon te spelen. Het verliezen van de focus is op dit vlak ook duidelijk te zien. Vanuit een louter figuratieve praktijk vind ik het een uitdaging om met dit soort werk om te gaan.” Lore Smolders
Hallveig Agustsdottir tekende boven in de taphall van de bunker. We waren vooral gefascineerd en benieuwd of zij even makkelijk tekende in de duisternis. Hallveig maakt klankbeelden en is reeds geoefend om op haar gehoor te tekenen. “When I was invited to take part in the Darkroom project I was immediately intrigued. My art practice is focused on sound-drawing at this moment and I was curious to ‘see’ how it could/would be affected by working in the dark. Since I am consciously focusing on listening to my act of drawing - as opposed to looking at it - I was not sure what the difference would be from working in the daylight and going into the darkness. It came as a surprise to me to find that there was little to no difference in the visual imagery between the two.
The main observation I found while participating in this project was the change in my notion of time. Working in the complete darkness altered the way I experienced time, making it slow down. While taking part in a pretest experiment with EEG monitoring at the UZ there was a drastic difference in how I felt the passing of time between daylight and complete darkness. It seemed that the 45 minutes I worked lasted much longer while I was in the darkness than being in daylight. What this experience has demonstrated for me is that the audible quality of my art practice has indeed the dominant role over the visual. And it has also opened up my curiosity for the alteration of time experience while working blindfolded.” Hallveig Agustsdottir
Jet Nijkamp is uitgenodigd voor dit experiment omdat ze veel affiniteit heeft met bunkers. Haar tekeningen zijn vaak interpretaties van bunkers in het veld, verscholen in bossen of tussen het wiegend helmgras in de duinen. Het is boeiend om te zien hoe de figuratie in Jets tekeningen fel abstracter wordt in het duister. Maar tegelijkertijd blijft haar tekenen toch herkenbaar. Misschien is dit het minder bewuste motorische tekenen dat ondanks het verlies aan visuele referentie overeind blijft in het duister. Ik heb er het raden naar. In Jets nieuwe tekeningen lost de architectuur en het persepctief van de bunkers op en blijft een vibrerend en laaiend landschap overeind.
“Op de drie schuine hoekwanden van de bunker heb ik geprepareerd papier bevestigd met afplakband, dat maar nauwelijks wilde hechten op de klamme wanden. Ik maakte drie tekeningen na elkaar van respectievelijk 45 minuten, 1 uur en nog eens 45 minuten. Ik heb de volle 3 uur in het complete duister van de bunker doorgebracht. Met mijn harde houtskooltjes maakte ik relatief veel kraslawaai. Er leek iemand harder bovenuit te komen. Denk dat het Birde was die hard op haar papier bonkte. Het krakende plastic onder de voeten van Gery viel me af en toe op. De piepjes van Frans’ hersenscan die zijn hoofdspinsels registreerden klonken regelmatig op de achtergrond. Zonder ze te zien voelde ik de aanwezigheid de kunstenaars in mijn omgeving.” Jet Nijkamp
Jet heeft een bepaald beeld in haar hoofd waar ze steeds naartoe werkt. De werken die Jet in de context van DARKROOM heeft gemaakt vormen samen een soort lappendeken van die éné herinnering, met een bepaalde afwijking in de momentopname.
Maggie Michael kwam vanuit Washington DC om deel te nemen aan dit experiment. Haar werk dat ze in daglicht maakt is vaak conceptueel opgevat met woorden of slogans en bevat een vaak een sterke gelaagdheid van sluiers, vegen, strepen en materialen. De conceptuele kunstenares was geïntrigeerd in het contradictorische om vrijwillig af te dalen in een bunker en de geest de vrije loop te laten onder toezicht van infrarood camera’s. Maggie nam plaats op een trap in een smalle gang en werd links en rechts geflankeerd door dik kalkpapier dat ze op de muren had gekleefd. Ze trok langere sporen met tape over een vlak samengesteld uit verschillende vellen die achteraf werden losgemaakt. Eens individuele vellen het semitransparant werk tegen het raam hing veranderde het werk compleet. Het zwart-wit werk lijkt op een belicht beeld uit de medische beeldvorming waar meer abstracte vormen en organische vlekken samenkomen. “The conceptual preparation, anticipation and the real time experience were intimate and a fine place to question what I know and how I depend on/take for granted (talent), being able to see and make informed/intelligent choices. It was interesting to experience DARKROOM in terms of sound, which added to the collective spirit. It was important to me that we (the artists) became a group entering the situation together. I met Hallveig just prior to beginning DARKROOM, we exchanged words of introduction, toward the last 40 min in an effort to wind down/finish - and because it was evident that we both stopped working based on silence we began to whisper, talk, be hushed by another, and then collaborate in turn on a new piece of paper. The sounds of her work became familiar over the hours, yet when the lights turned on, her work was not at all like what I expected. What seemed aggressive and direct was sensitive and diffuse. Additionally, I enjoyed the last shared experience of drawing together on what neither of us could see or know about the other. Trust in a communal and individual sense. I prefer the togetherness. When I was writing "secure" and "genuine" over and over, I often lost track of genuine, but held onto secure. Which is telling or unfortunate, depending on how one interprets this. The piling of work on either side of the stairs (collage taped to walls) was natural in the dark and process because in order to move on, I had to build up. On Sunday, when I removed the work from the walls, I enjoyed seeing the drawings in daylight and individually. A recognizable, but new spirit. Perhaps the individual works are more genuine than secure.” Maggie Michael
Tineke Schuurmans had in tegenstelling tot andere kunstenaars haar papier rechtreeks tegen de blote muur opgehangen. Wat opvalt in de infraroodfilm was dat ze immens traag en tactiel te werk ging. Het parcours werd bepaald door de onregelmatigheden van de muur die in de tekening lijken dienst te doen als knooppunten in een netwerk.
“Mijn uitgangspunt voor het tekenen was om heel direct te reageren op de situatie waar ik me in ging bevinden. Ik wilde een tekening maken die ongeveer zo groot was als mijn reikwijdte. Dat had ik van tevoren bepaald. De keuze voor ballpoint heb ik ter plekke gemaakt. Omdat het tekenen in het volledige duister gebeurde wilde ik de tast als uitgangspunt nemen. Mijn linkerhand leidde mijn rechterhand over het papier (ik ben rechts). Waar mijn hand stokte tastte ik de ondergrond af met de pen. Wat begon als een aftastende verkenning van de ruimte werd toen de tijd vorderde een bijna meditatieve bezigheid waarbij allerlei gedachten en gevoelens de revue passeerden. Het is meer dan een experiment geworden, dit is een korte maar leerzame ervaring geweest die om een verdieping vraagt.”
Jan Verbruggen nam plaats op de trap en tekende op houten plankjes. Zijn stilgehouden lichaam, opengesperde en gefocuste blik verraadden een sterke concentratie op de infraroodbeelden, alsof Jan compleet aan het opgaan was in de atmosfeer van de bunker. Het lijnenspel op de plankjes lijkt hier en daar aan elkaar gebreid, iets dat ook bij Frans en Tineke terug te vinden is. Als de pen ver van het blad weggenomen wordt is het natuurlijk gevaarlijker om de ‘draad’ te verliezen en moeilijk de tekening te hervatten op de juiste, ingebeelde plaats. De clusters, lijntjes, stipjes en streepjes van Jan op het witte plankje lijken ,ondanks de moelijkheid om te compositie te visualiseren en daarop te anticiperen, toch in een goede compositie te vallen. Op plaatsen in de tekening waar de vibrerende lijn met hevige frequenties opstropt lijkt er een soort grimmig reliëf te onstaan., dat ook terugkomt in het daglichtwerk van Jan.
Het werk van Wouter Cox in het daglicht is vaak humoristisch, lichtvoetig, figuratief en zéér speels. Wouter zijn profiel zorgde voor een groot contrast met de andere deelnemers. We waren dan ook bijzonder benieuwd welke resultaten wouter zou voorleggen. “De ervaring zelf vond ik zeer interessant, het tekenen in duisternis dwingt je tot een andere manier van werken, de duisternis en de stilte ervaarde ik als geborgenheid. Het activeerde andere lagen van mijn bewustzijn, enkel door het feit dat ik me overgaf aan de specifieke context, en ook volledig van daaruit heb gewerkt. Het tekenen op zich was een heel andere ervaring dan tekenen met licht. Ook het resultaat staat volledig los van mijn gebruikelijke tekeningen die eerder figuratief zijn tegenover abstracte patronen en ritmes in duisternis. Tijdens het experiment is er wel storing geweest vanwege technische problemen, op dat moment heb ik dat als storend ervaren. Dit heeft me duidelijk gemaakt dat de duisternis, de stilte en de rust absolute voorwaarden zijn voor een dergelijk project. Ik denk dat dit op termijn een heel nieuwe invalshoek kan geven voor mijn tekenen, alsook voor mijn beeldend artistiek werk.” Wouter Cox
WETENSCHAPPELIJKE EVALUATIE Naar aanloop van het experiment op DARKROOM werden enkele experimenten ondernomen met 2 kunstenaars die op een verschillende zintuiglijke manier werken. Hallveig Agustsdottir werkt al voor een groot deel op haar gehoor, terwijl Frans Gentils vooral op het zicht werkt. Wij waren bijzonder nieuwsgierig of Frans’ en Hallveigs brein verschillend zouden reageren wanneer ze in het duister zouden tekenen. Mogelijks zou Hallveig minder aanpassingsmoeilijkheden ondervinden in het duister, aangezien ze zich bij het tekenen vooral laat leiden door haar gehoor. Er werd een medische beeldvorming gemaakt van de hersenactiviteit van beide personen, één in daglicht en één in het duister. Kristl Vonck van het departement Neurologie van het UZGent geeft ons een eerste interpretatie van het resultaat. “Er wordt vermoed dat de hersenaktiviteit bij de mens verschillend is bij het uitoefenen van bepaalde funkties in de duisternis. Hersenaktiviteit, en in het bijzonder de dynamische veranderingen ervan in de tijd, kan worden gemeten aan de hand van sensoren (elektroden) die worden bevestigd op de hoofdhuid. Het EEG (het electroencefalogram) is een zeer sensitief onderzoek dat gekoppeld aan recent ontwikkelde analysetechnieken toelaat taakgeraleerde netwerken die actief zijn in de hersenen in beeld te brengen. EEG registraties tijdens creatie bij kunstenaars in licht en donker zou dan ook toelaten de veranderingen van bepaalde netwerken in beeld te brengen. Dit laat toe te onderzoeken of er verschuiving is van de klassieke door zicht gedomineerde hersennetwerken naar andere zintuiglijke processen in de hersenen tijdens intensief-creatieve processen. Het is met andere woorden een wetenschappelijke opzet die toelaat de plasticiteit van de hersenen in beeld te brengen. In het Centrum voor Neurofysiologische Monitoring van het Universitair Ziekenhuis te Gent hebben we dan ook een preliminair experiment uitgevoerd dat vooral tot doel had de
haalbaarheid na te gaan van het meten van hersenaktiviteit en gedrag terwijl kunstenaars creatief werken in het licht en het donker. Hiertoe werden EEG elektroden bij de ‘proefpersonen’ Frans Gentils en Hallveig Agustsdottir aangebracht en werden de kunstenaars continu gefilmd. Frans Gentils maakte een zelfportret en portretteerde een model. Hallveig Agustsdottir maakte een voor haar typerende creatie gedreven door geluidsprikkels. De afgenomen EEG registraties in het licht en het donker toonden normale hersenaktiviteit bij beide proefpersonen en registraties zonder artefacten. Dit betekent dat de geregistreerde kanalen bruikbaar zijn voor funktionele connectiviteitsanalyse. Ook het gedrag tijdens het creatief proces kon goed worden in beeld gebracht zowel in het licht als het donker met infraroodcamera’s. Vooral bij Frans Gentils wordt hier duidelijk dat hij voor het creatief proces in het donker gebruik maakt van andere zintuigen dan de visus. De huidige experimentele opstelling bij de eerste 2 proefpersonen toont aan dat simultane EEG en gedragsregistratie tijdens het uitvoeren van een creatief proces in het licht en donker mogelijk is. Om via funktionele connectiviteitsanalyse besluiten te trekken rond neuroplasticiteit van netwerken betrokken in creativiteit, wordt een nog doorgedrevener experimentele design bij een groter aantal proefpersonen gepland. De hypothese hierbij is dat er verschuivingen zullen optreden in de frontale creativiteitsnetwerken.” Prof. Dr. Kristl Vonck
18:00
Er wordt vermoed dat de hersenaktiviteit bij de mens verschillend is bij het uitoefenen van bepaalde funkties in de duisternis. Hersenaktiviteit, en in het bijzonder de dynamische veranderingen ervan in de tijd, kan worden gemeten aan de hand van sensoren (elektroden) die worden bevestigd op de hoofdhuid (het electroencefalogram, het EEG). Het EEG is een zeer sensitief onderzoek dat gekoppeld aan recent ontwikkelde analysetechnieken toelaat taakgeraleerde netwerken die actief zijn in de hersenen in beeld te brengen. EEG registraties tijdens creatie bij kunstenaars in licht en donker zou dan ook toelaten de veranderingen van bepaalde netwerken in beeld te brengen. Dit laat toe te onderzoeken of er verschuiving is van de klassieke door zicht gedomineerde hersennetwerken naar andere zintuiglijke processen in de hersenen tijdens intensief-creatieve processen. Het is met andere woorden een wetenschappelijke opzet die toelaat de plasticiteit van de hersenen in beeld te brengen.
Kristof Lauwers en Laura Maes, de experimentele muzikanten verbonden aan de Logos Foundation hadden plaatsgenomen in de vitrine, een bovengrondse ruimte vlakbij de bunker. Binnen werden de hersensignalen van Frans Gentils geprojecteerd. “Wanneer je EEG signalen omzet in geluid krijg je uitsluitend subsonische golven, klanken die onder de menselijke gehoorgrens liggen. Om deze klanken hoorbaar te maken hebben we verschillende technieken toegepast: geluiden werden versneld, ringmodulatie zorgde voor de hoorbare optelsom van de verschillende frequenties en artificiële boventonen werden toegevoegd. De hieruit voortvloeiende hoorbare representaties van hersengolven werden op het evenement live gemixt en verder bewerkt met onder andere filters en granulaire synthese.” Kristof Lauwers en Laura Maes, Logos Foundation
The fish of the deep-sea are among the strangest and most elusive creatures on Earth. In this deep unknown lie many unusual creatures that have yet to be studied. Since many of these fish live in regions where there is no natural illumination, they cannot rely solely on their eyesight for locating prey and mates and avoiding predators; deep-sea fish have evolved appropriately to the extreme sub-photic region in which they live. Many of these organisms are blind and rely on their other senses, such as sensitivities to changes in local pressure and smell, to catch their food and avoid being caught. Those that aren’t blind have large and sensitive eyes that can utilize bioluminescent light (discussed below). These eyes can be as much as 100 times more sensitive to light than human eyes. Also, to avoid predation, many species are dark to blend in with their environment.
Troglobites are small cave-dwelling animals that have adapted to their dark surroundings. Troglobite species include spiders, insects, fish and others. They live permanently underground and cannot survive outside the cave environment. Troglobite adaptations and characteristics include a heightened sense of hearing, touch and smell.[1] Loss of underused senses is apparent in the lack of pigmentation as well as eyesight in most troglobites. Troglobite insects also exhibit a lack of wings and longer appendages.
Met dank aan: