Papendrecht Bedrijventerrein Het Nieuwland
bestemmingsplan
rboi 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening
© RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Rotterdam/Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
Papendrecht Bedrijventerrein Het Nieuwland
bestemmingsplan
identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.0590.bp01bedrnieuwland-2001
31-08-2009 05-01-2010 26-03-2010
concept voorontwerp ontwerp vastgesteld
projectnummer:
191.14141.00 opdrachtleider:
R.008/03
mr. S. Lamkadmi
gecertificeerd door Lloyd’s conform ISO 9001: 2000
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam bv Delftsestraat 17a Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 413 06 20 E-mail:
[email protected]
toelichting
Inhoud van de toelichting 1. Inleiding 1.1. Aanleiding en doel bestemmingsplan 1.2. Ligging plangebied 1.3. Leeswijzer 2. Beleidskader 2.1. Inleiding 2.2. Rijksbeleid 2.3. Provinciaal en regionaal beleid 2.4. Gemeentelijk beleid 2.5. Conclusie 3. Ruimtelijke analyse 3.1. Inleiding 3.2. Landschappelijke en functionele aspecten 3.3. Inrichtingsvisie
Blz. 5 5 5 5 7 7 7 8 8 9 11 11 11 12
4. Sectorale aspecten 4.1. Industrielawaai 4.2. Wegverkeerslawaai 4.3. Bedrijven en milieuhinder 4.4. Luchtkwaliteit 4.5. Externe veiligheid 4.6. Leidingen 4.7. Ecologie 4.8. Watertoets 4.9. Bereikbaarheid en infrastructuur 4.10. Bodemkwaliteit 4.11. Cultuurhistorische en archeologische waarden
15 16 17 18 20 25 25 27 28 29 29
5. Juridische plantoelichting 5.1. Verantwoording planvorm 5.2. Opbouw regels 5.3. De bestemmingen
33 33 33
6. Economische uitvoerbaarheid
35
15
33
Bijlage: 1. 2.
Toelichting Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'. Advies RIVM.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
2
Inhoud van de toelichting
Separate bijlagen: -
OD205 stedenbouw, onderzoek en landschap, Handboek Nieuwland Beeldkwaliteit, d.d. mei 2007. Milieudienst Zuid-Holland Zuid, Actualisatie zonebewakingsmodel IT 'aan de Noord', d.d. juli 2008. Milieudienst Zuid-Holland Zuid, Actualisatie bestemmingsplan Polder Nieuwland Papendrecht, PA096501, d.d. 28 september 2009. Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Aanleg van een ecozone in polder Het Nieuwland te Papendrecht in het kader van de Flora- en faunawet, november 2004. Lexmond milieuadviezen, Samenvattend rapport bodemkwaliteit polder Het Nieuwland Alblasserdam, d.d. mei 2003.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inhoud van de toelichting
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
3
191.14141.00
1. Inleiding
5
1.1. Aanleiding en doel bestemmingsplan Het voorliggende bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Nieuwland heeft betrekking op het uit te geven bedrijventerrein van het Papendrechtse deel van de Polder Nieuwland. Het plangebied maakt deel uit van het gezoneerde industrieterrein Aan de Noord. Het bestemmingsplan Aan de Noord is door de gemeenteraad vastgesteld (20 september 2007) en vervolgens bij besluit van Gedeputeerde Staten van 13 mei 2008 gedeeltelijk goedgekeurd. Het bestemmingsplan Aan de Noord voorziet in het realiseren van nieuwe bedrijven in polder het Nieuwland. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is echter geen rekening gehouden met de grenswaarden die voortvloeien uit het zonebesluit, waardoor aan dit deel van het plangebied goedkeuring is onthouden. De gemeente Papendrecht heeft de geluidszone middels een parapluherziening herzien, zodat recht wordt gedaan aan de huidige situatie, het bedrijventerrein naar behoren kan functioneren en de geluidssituatie de uitgifte van gronden niet in de weg staat. Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op het deel van het bedrijventerrein polder Het Nieuwland waaraan goedkeuring is onthouden, aangezien op basis van het vigerende bestemmingsplan uitgifte van gronden op het bedrijventerrein niet mogelijk is.
1.2. Ligging plangebied Het plangebied wordt begrensd door de gemeentegrens met Alblasserdam aan de westzijde. De weg Nieuwland Parc, de groenstrook en het water aan de oost- en noordzijde. De ligging en begrenzing van het plangebied is weergegeven op figuur 1.1. Het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein polder Het Nieuwland' is in 1994 vastgesteld.
1.3. Leeswijzer Hoofdstuk 2 van dit bestemmingsplan bevat het relevante beleidskader. Hoofdstuk 3 behandelt de ruimtelijke analyse van het plangebied. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van relevant onderzoek naar onder andere milieuaspecten. Een toelichting op de juridische regeling van het plan is opgenomen in hoofdstuk 5. De economische uitvoerbaarheid is opgenomen in hoofdstuk 6.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
6
Inleiding
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2. Beleidskader
7
2.1. Inleiding Beleidskader en nieuwe Wro Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Deze gaat uit van een scheiding tussen beleid en normstelling (juridische verankering). Het beleid wordt opgenomen in structuurvisies. Normstelling vindt plaats in het bestemmingsplan en/of in algemene regels die overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen. Streekplannen en planologische kernbeslissingen zijn vanaf 1 juli 2008 gelijkgesteld aan structuurvisies. Het overgangsrecht van de Wro regelt dat concrete beleidsbeslissingen van Rijk en provincie overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen. De Nota Ruimte bevat geen concrete beleidsbeslissingen. De inhoud van het bestemmingsplan moet echter nog steeds in overeenstemming zijn met de Nota Ruimte en het provinciale ruimtelijke beleid. In dit hoofdstuk wordt voor dit bestemmingsplan hierop nader ingegaan. Het Rijk en de provincie werken momenteel aan een vertaling van hun beleid in algemene regels. Voor het Rijk is dit de AMvB Ruimte en voor de provincie is dit de provinciale verordening. Wanneer deze in werking zijn getreden moeten die regels worden doorvertaald in bestemmingsplannen. Op het moment van het maken van dit bestemmingsplan is dit laatste nog niet aan de orde. Daarom is volstaan met het toetsen van dit bestemmingsplan aan datgene wat in de Nota Ruimte en het streekplan is opgenomen. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het voor het plangebied relevante vigerende beleidskader. Paragraaf 2.2 besteedt aandacht aan het rijksbeleid. Het provinciaal en regionaal beleid wordt weergegeven in paragraaf 2.3 en het gemeentelijk beleid in paragraaf 2.4. Paragraaf 2.5 is de conclusie van het beleidskader voor het plangebied.
2.2. Rijksbeleid De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de Nota worden vier algemene doelen geformuleerd: 1. versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; 2. bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; 3. borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; 4. borging van de veiligheid. De nadruk ligt meer dan in de Vijfde Nota op economische ontwikkeling. Weliswaar ligt de nadruk op verstedelijking, maar er moet ook ruimte worden gepland voor water, natuur, landschap, recreatie, sport en landbouw. Voor het stedelijk vestigingsklimaat en de kracht van de steden is (onder meer) een goede regionale bereikbaarheid en de beschikbaarheid van voldoende bedrijventerreinen van de juiste kwaliteit essentieel. In veel Nederlandse re-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
8
Beleidskader
gio's is sprake van een krappe voorraad aan bedrijventerreinen. Het Rijk stimuleert de ontwikkeling van nieuwe terreinen en de modernisering van reeds bestaande, soms verouderde terreinen. Revitalisering van deze bedrijventerreinen leidt niet alleen tot een hogere productiviteit en een efficiënter ruimtegebruik, maar kan ook de leefbaarheid vergroten. Het relevante beleid voor bedrijventerreinen in Papendrecht komt vooral van het Ministerie van Economische Zaken. De economische groei moet gestimuleerd worden en daarvoor zijn voldoende bedrijventerreinen noodzakelijk van de door de markt gevraagde kwaliteit. Door de kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen te verbeteren, kan een bijdrage worden geleverd aan de versterking van de concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven en daarmee aan de werkgelegenheidsgroei. Het Ministerie subsidieert daarom de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen. Papendrecht heeft hier met de TIPP-subsidie1) reeds gebruik van kunnen maken.
2.3. Provinciaal en regionaal beleid Provincie Zuid-Holland In de Nota Regels voor Ruimte wordt de verschuiving van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie binnen de provincie vorm gegeven, waarbij de nadruk komt te liggen op het ontwikkelen van een duurzame omgevingskwaliteit. Daarbij krijgen lokale overheden meer ruimte om belangen van lokaal niveau op eigen wijze te regelen. De Nota Regels voor Ruimte bevat het toetsingskader van de provincie voor ruimtelijke plannen. Voor het thema bedrijventerreinen zijn de volgende voorwaarden opgenomen. Op een bedrijventerrein moeten bedrijven uit de hoogst toelaatbare milieucategorie worden toegelaten. De hoogst mogelijke milieucategorie wordt daarbij mede bepaald door de lokale omstandigheden. Voor de provincie Zuid-Holland is de economische groei en groei van de werkgelegenheid een belangrijk beleidsuitgangspunt. In de Ontwerp Economische Visie Zuid-Holland: 'Internationaal concurrerend, Innovatief en Duurzaam' wordt dat onderschreven. Deze titel verwoordt de drie doelstellingen die de provincie voor ogen heeft. Twee belangrijke pijlers die daaruit voortkomen zijn 'kwaliteit in de basis' en 'excelleren in sterke clusters'. Om dit te bewerkstelligen wordt onder andere ingezet op een goede kwalitatieve afstemming van vraag en aanbod naar ruimte voor bedrijvigheid. De provincie heeft zich tot doel gesteld 250 ha nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen. Duurzaamheid en de ruimtelijke accommodatie van bedrijven uit de hogere milieuklassen zijn hierin een belangrijk aandachtspunt. In het coalitieakkoord 2007-2011 Duurzaam denken en Dynamisch wordt het accent op een goede en duurzame ruimtelijke inpassing van economische activiteiten ook benadrukt.
2.4. Gemeentelijk beleid Structuurvisie Papendrecht De kwaliteit van leven in Papendrecht wordt bepaald door een compleet aanbod van wonen, werken, voorzieningen en recreatie. De gemeente wil daarom een economisch sterke gemeente in een sterke regio Drechtsteden zijn. De basis van het lokale beleid wordt gevormd door de Economische Visie Drechtsteden.
1) TIPP = Tender Investerings Programma Provincies. Dit is een subsidieregeling van het Ministerie van economische zaken voor investeringsprogramma's van provincies op het gebied van de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beleidskader
9
De gemeente heeft op relatief weinig bedrijventerreinoppervlak een groot aantal arbeidsplaatsen. De structuurvisie Papendrecht richt zich daarom op het behouden en versterken van de bedrijvigheid binnen de gemeente. Lokale ontwikkelingen van bedrijven en ondernemingen en de wijze waarop Papendrecht daarmee wil omgaan, kunnen niet los gezien worden van ontwikkelingen in de Drechtsteden. Op lokaal niveau heeft Papendrecht dit vertaald in een aantal aandachtspunten. Voor het plangebied zijn van belang: gevestigd bedrijfsleven behouden en mogelijk maken groei; bevorderen multifunctionele en duurzame bedrijfsgebouwen; realiseren van een compleet kwaliteitsaanbod voor de lokale kantorenmarkt.
2.5. Conclusie De ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt ondersteunen het ruimtelijk rijksbeleid, provinciaal en regionaal beleid en het gemeentelijk beleid. Voor het plangebied, is vanuit (boven)gemeentelijk beleid met name de ontwikkeling van het bedrijventerrein van belang, ten behoeve van de economische vitaliteit en werkgelegenheid in de Drechtsteden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
3. Ruimtelijke analyse
11
3.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden de landschappelijke en functionele aspecten van bedrijventerrein Het Nieuwland beschreven. Vervolgens wordt de inrichtingsvisie beschreven.
3.2. Landschappelijke en functionele aspecten Als gevolg van grootschalige eigentijdse ingrepen is de oorspronkelijke landschappelijke structuur van de Nederwaard (het westelijke deel van de Alblasserwaard) grotendeels verdwenen. Vooral aan de randen van de Alblasserwaard hebben zich grootschalige industriële bedrijven gevestigd en zijn stedelijke uitleggebieden ontwikkeld. De aanleg en de reconstructie van de rijksweg A15 met zijn op- en afritten, de aanleg van de Burgemeester Keijzerweg en het tracé van de Betuwelijn vormen doorsnijdingen in de oorspronkelijke structuur. Er is sprake van een scherp contrast tussen dit aan de Noord grenzende dynamische en sterk versneden deel van de Alblasserwaard enerzijds en het oostwaarts gelegen nog zeer open en rustige weidegebied met de oude slagenverkaveling anderzijds. De meest in het oog springende in het landschap bewaard gebleven elementen zijn rivier de Noord en het dijktracé. De dijk heeft in zijn continuïteit een belangrijke cultuurhistorische betekenis. Ontsluiting Voor de interne ontsluiting van bedrijventerrein Het Nieuwland is een lus geprojecteerd, 'Nieuwland Parc' geheten, die de kavels ontsluit. Afhankelijk van de definitieve verkaveling zijn binnen de lus extra ontsluitingswegen mogelijk. Deze lus is via de Van Wenaeweg aangesloten op de Edisonweg en via dit tracé op de rijksweg A15. Het kruispunt van de ontsluitingsweg met de Edisonweg is aangepast tot een volwaardig kruispunt met een verkeersregelinstallatie (VRI). Langs de hoofdontsluitingsweg zal aan weerszijden een fietspad liggen. Calamiteiten Voor de ontsluiting van Nieuwland zijn ingeval van calamiteiten (bereikbaarheid voor hulpdiensten en verlaten van het terrein in noodgevallen) in principe drie routes beschikbaar. Twee daarvan liggen op Alblasserdams grondgebied (een route over de Grote Beer en een route via de ontsluiting op de Edisonweg). De derde route ligt op Papendrechts grondgebied: indien als gevolg van een calamiteit de interne verkeersstructuur wordt versperd, kan gebruik worden gemaakt van het fietspad tussen de ontsluitingslus en de Noordhoek, haaks op de ecologische verbindingszone (zie figuur 3.1). Dit gedeelte van het fietspad zal op deze bijzondere functie gedimensioneerd worden. Door het gebied zijn geen routes voor gevaarlijke stoffen aanwezig. Instelling van een dergelijke route kan plaatsvinden op het moment dat er een bedrijf wordt gevestigd dat af- en aanvoer van gevaarlijke stoffen vereist.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
12
Ruimtelijke analyse
Parkeren Met betrekking tot het parkeren is het uitgangspunt dat elk bedrijf op eigen terrein in zijn parkeerbehoefte voorziet. Eventuele stationeerstroken die in een aantal wegprofielen kunnen voorkomen, mogen niet worden meegerekend in de parkeerbehoefte. Parkeerplaatsen worden niet buiten de aangegeven bebouwingsgrenzen gesitueerd. Het laden en lossen dient in principe op eigen terrein plaats te vinden. Per bedrijfskavel wordt maximaal één uitrit toegestaan, met een breedte van maximaal 8 m. Uitritten kunnen door twee aan elkaar grenzende bedrijven gecombineerd worden.
3.3. Inrichtingsvisie Ruimtelijke inrichting en beeldkwaliteit van Nieuwland Het bedrijventerrein Het Nieuwland dient een kwalitatief goed ontworpen en verzorgd bedrijventerrein te worden. Dat is van belang voor de omgeving maar ook voor de ondernemers die zich ter plaatse vestigen. Stedenbouwkundige samenhang is een van de middelen die worden ingezet voor het verwezenlijken van die beoogde kwaliteit. In het verlengde daarvan worden aan de inrichting van terreinen, de inrichting van de openbare ruimte en aan de architectuur van de gebouwen eisen gesteld. Hiervoor is het Handboek Nieuwland opgesteld. Dit handboek is bedoeld als praktisch hulpmiddel voor (toekomstige) eigenaren, ontwerpers en gebruikers van terreinen en gebouwen op dit bedrijventerrein en vormt een toetsingskader voor bouwaanvragen doordat het handboek Nieuwland deel uitmaakt van de gemeentelijke welstandsnota. Het bevat eisen, richtlijnen en adviezen omtrent bestratingen, beplantingen, straatmeubilair (verlichting, hekken, naamborden etc.) en architectuur van gebouwen. In het handboek zijn deze aspecten op een overzichtelijke en aanschouwelijke manier bij elkaar gebracht. Verkaveling en locatietypen in Nieuwland Gezien de aard van het bedrijventerrein en de ligging is in het Masterplan en het Handboek Nieuwland betreffende de beeldkwaliteit uitgegaan van een gedifferentieerd aanbod van bedrijven dat gehuisvest dient te worden. Voor het verkrijgen van een samenhangende beeldkwaliteit zijn modules ontwikkeld naar bedrijfstypologie die op verschillende plaatsen in het plan kunnen voorkomen. De belangrijkste parameters voor het beeldkwaliteitplan zijn: de kavelgrootte (1.000-2.500 m², 2.500-5.000 m², 5.000-10.000 m² en 10.000-50.000 m²), de ligging aan de rand indien sprake is van een representatieve beeldwaarde ('zichtlocatie'), of aan een interne ontsluiting en geen zichtlocatie ('intern'), en de aard van de bedrijvigheid (showroom/kantoorachtig/bedrijfsverzamelgebouw, dan wel productie of opslag/distributie). De grootte van het perceel, de gewenste ligging en de aard van de bedrijvigheid bepalen het locatietype. Per locatietype gelden beeldkwaliteitscriteria. Duurzaamheid Bij de ontwikkeling van bedrijventerrein Het Nieuwland wordt gestreefd naar duurzaamheid. Duurzaamheid heeft aspecten die de milieubelasting kunnen verminderen, maar ook aspecten die financieel-economisch voordeel zullen opleveren. Als uitgangspunt wordt daarbij gehanteerd samenwerking tussen de ondernemers onderling en tussen hen en de beide gemeenten. Die samenwerking zal uiteindelijk vorm krijgen in parkmanagement. Betrokken partijen zijn bezig gezamenlijk hun ambities te formuleren ten aanzien van milieuaspecten als energie, afvalstoffen, water, vervoer, geluid, groen, intensief ruimtegebruik en duurzaam bouwen. Daarnaast gaat het om zaken die onderdeel kunnen uitmaken van het parkmanagement, zoals: afval en opslag, onderhoud van openbare ruimte en verhardingen, beveiliging en vervoersmanagement.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Ruimtelijke analyse
13
Intensief ruimtegebruik Er wordt gestreefd naar intensief ruimtegebruik. Hierbij valt te denken aan het hanteren van strikte parkeernormen en zo hoog mogelijke bebouwingspercentages. Het parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein. Het plan voorziet in de mogelijkheid van parkeren op de daken van de bedrijfsgebouwen. Het laden en lossen dient bij voorkeur op eigen terrein plaats te vinden. Laden en lossen mag niet plaatsvinden op locaties waar het verkeer belemmerd kan worden of waar dit verkeersonveiligheid in de hand werkt. Op de afzonderlijke kavels dient bovendien te worden voorzien in groenvoorzieningen (langs de weg, parallel aan de perceelsgrens met een breedte van 2 m). Op deze aspecten zullen de bouwplannen worden getoetst. Ook met het instellen van parkmanagement zal intensief ruimtegebruik worden bevorderd. Energievisie In het plan Nieuwland wordt gestreefd naar een duurzame energievoorziening, hetgeen inhoudt een energiebesparing in gebouwen, netten en productiemiddelen buiten gebouwen. Om daartoe te komen wordt uitgegaan van de zogenaamde 'Trias Energetica', namelijk een drie-stappen-strategie met een duidelijke prioriteitsvolgorde. De stappen zijn: 1. onnodig energieverbruik voorkomen door goede isolatie, een optimaal gebruik van bouwmassa en ventilatiesysteem en intelligente elektronische voorzieningen voor een veilig en aangenaam verblijf; 2. het zoveel mogelijk inzetten van duurzame bronnen; het gaat om een verkenning van de mogelijkheden van toepassing van windenergie, zonne-energie of door toepassing van warmtepompen die warmte en koude uit lucht, bodem, water en asfalt kunnen benutten; 3. het zo efficiënt mogelijk gebruiken van fossiele brandstoffen. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van de energievisie is flexibiliteit in het ontwerp van de energievoorziening die een individuele of gezamenlijke keuze uit de hiervoor genoemde alternatieven mogelijk maakt en waardoor tevens op toekomstige ontwikkelingen wordt geanticipeerd. Dit houdt in: dat op korte termijn de O.E.I. (Optimale Energie Infrastructuur) dient te worden aangelegd; het aanleggen van de netten (kabels, leidingen etc.) dient onder gemeenschappelijke noemer plaats te vinden; dat op een later tijdstip tegen relatief geringere kosten individueel of gezamenlijk moet kunnen worden overgestapt op een andere omzettingstechnologie of een andere infrastructuur; dat modulariteit (energieomzetting op kleinere schaal), multifunctionaliteit en integratie een rol spelen bij het ontwikkelen van de visie op (onderdelen van) de duurzame energievoorziening. Voor de bedrijven in Nieuwland geldt een energieprestatienorm (EPN). Als de energieprestatie door de rijksoverheid via een meerjarenafspraak (MJA2) met een branche geregeld is, zal deze MJA2 strikt worden gehandhaafd. De bij MJA2 betrokken branches zijn: voedings- en genotmiddelenindustrie, bouwmaterialenindustrie, chemische industrie, basismetaal, lichte industrie, energieconversie, commerciële dienstverlening, non-profit sector, agrarische sector en overige. Parkmanagement Deelname aan het parkmanagement zal deels verplicht (via een basispakket) en deels facultatief zijn. Het is de bedoeling dat in het basispakket de volgende aspecten worden opgenomen: onderhoud openbare ruimten en verhardingen, afvalmanagement, collectieve beveiliging en zaken die onderdeel zijn van vervoermanagement (waaronder bevordering van mobiliteitsbeperking).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
14
Ruimtelijke analyse
Kwaliteitstoets Ten slotte zullen voor Nieuwland kwaliteitstoetsen gelden. Het betreft een toets op de beeldkwaliteit. De gemeente heeft het Handboek Beeldkwaliteit vastgesteld waardoor het Handboek Nieuwland deel uitmaakt van de gemeentelijke welstandsnota. De kwaliteitstoetsen geven ruimtelijke en milieucriteria voor de onderwerpen: water, grond, wegen en verkeer, groen, inrichting, et cetera, waaraan moet worden voldaan in de ontwerpfase, de uitvoeringsfase en de beheerfase van de planontwikkeling.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
4. Sectorale aspecten
15
De onderhavige onderzoeken zijn noodzakelijk voor het bestemmingsplan in het algemeen. De onderzoeken zijn gebiedsdekkend van aard waarbij in de deelconclusies van iedere onderzoeksparagraaf aangegeven wordt of het deelaspect de uitvoering van het bestemmingsplan in de weg staat.
4.1. Industrielawaai Toetsingskader Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) dient een geluidszone te worden vastgesteld rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn gevestigd die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken'. Dergelijke inrichtingen worden in de volksmond ook wel 'grote lawaaimakers' genoemd. In dat kader is op 19 april 1991 bij Koninklijk Besluit nummer 91.003611 een geluidszone vastgesteld rond het industrieterrein 'Haven, Nieuwland e.a. (Aan de Noord)'. Bedrijventerrein Het Nieuwland maakt onderdeel uit van dit vastgestelde gezoneerde industrieterrein. Zowel het gezoneerde industrieterrein als de bijbehorende geluidszone overschrijden de gemeentegrens. Op grond van de Wgh behoort het gebied tussen het industrieterrein zelf en de buitengrens van de zone tot de geluidszone. Het industrieterrein zelf maakt dus geen deel uit van de zone. Buiten een geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van het betreffende industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Binnen de geluidszone zijn woonbestemmingen en andere geluidsgevoelige bestemmingen slechts aanvaardbaar indien de geluidsbelasting aan de gevel aan de wettelijke grenswaarden voldoet. Onderzoek en conclusie Op 29 oktober 2009 heeft de gemeenteraad van Papendrecht de parapluherziening geluidszone Aan de Noord vastgesteld. In deze herziening is de geluidszone zoals deze bij Koninklijk Besluit destijds was vastgesteld, in enige mate verruimd. Deze herziening van de geluidszone was onder andere noodzakelijk om het goed functioneren van het gezoneerde industrieterrein te kunnen garanderen: vóór de herziening zat het industrieterrein 'op slot' wegens overschrijding van de geluidsnormen. Dat betekende concreet dat op dat moment geen ontwikkelingen op het industrieterrein meer mogelijk waren.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
16
Sectorale aspecten
Door de parapluherziening is het bedrijventerrein 'van het slot' gehaald. Bij de nieuwe geluidszone (en het akoestisch onderzoek dat daaraan ten grondslag lag) is rekening gehouden met de ontwikkeling van Bedrijventerrein Het Nieuwland1). Overigens is een zonebeheerplan opgesteld om het duurzaam functioneren van het industrieterrein op geluidsgebied te waarborgen (met inachtneming van de vastgestelde normen). Dit plan geeft tevens voor de bestaande bedrijven, de nieuwe bedrijven en het bevoegd gezag inzicht in de maximaal vergunbare hoeveelheid geluid. Het plangebied Bedrijventerrein Het Nieuwland maakt in zijn geheel onderdeel uit van het gezoneerde industrieterrein polder Het Nieuwland (conform het Koninklijk Besluit en de parapluherziening). Het vigerende bestemmingsplan die de functies in het gebied regelt, maakt echter de vestiging van bedrijven in het plangebied niet mogelijk. Dit wordt wel mogelijk gemaakt in het voorliggende bestemmingsplan. Uit de parapluherziening en het zonebeheerplan blijkt dat ook na ontwikkeling van Bedrijventerrein Het Nieuwland voldaan wordt aan de normen uit de Wgh. Er wordt dan ook geconcludeerd dat de Wgh de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.
4.2. Wegverkeerslawaai Toetsingskader De regels en normen die gelden voor wegverkeerslawaai zijn opgenomen in hoofdstuk VI 'Zones langs wegen' van de Wet geluidhinder (Wgh). De regels en normen uit de Wgh gelden binnen de wettelijk vastgestelde zone van een weg. De breedte van de zone van een weg is geregeld in afdeling 1 'Omvang geluidszones' (artikel 74 en 75) van genoemd hoofdstuk. Op grond van artikel 74 van de Wgh bedraagt in dit geval de zonebreedte 200 m aan weerszijden van de weg gemeten vanuit de buitenste begrenzing van de buitenste rijlijn. Conform de Wgh is de geluidsbelasting onderzocht. Hierbij is een geluidsbelasting van 48 dB (voorkeursgrenswaarde) in elk geval toelaatbaar. Indien de geluidsbelasting meer dan 48 dB bedraagt, moeten maatregelen worden getroffen om toch aan de 48 dB te voldoen en/of moeten hogere waarden worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Onderzoek en conclusie In verband met het bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Nieuwland, is een indicatief akoestisch onderzoek uitgevoerd op basis van een worstcasesituatie om de geluidsbelasting, ten gevolge van de weg Nieuwland Parc, op de nabijgelegen woningen te bepalen2). Onderzocht is of de geluidsbelasting ten gevolge van de weg Nieuwland Parc op de nabijgelegen woningen voldoet aan de 48 dB-grens. In de onderhavige situatie liggen de woningen op 170 m van de weg Nieuwland Parc. Gelet op de Wgh dient voor het berekenen van de geluidsbelasting van een weg uitgegaan te worden van een maatgevende verkeersintensiteit, dat wil zeggen een etmaalintensiteit zoals die
1) Actualisatie Zonebewakingsmodel IT 'Aan de Noord' (Milieudienst Zuid-Holland Zuid, juli 2008). In dit onderzoek is rekening gehouden met reserveringen voor nog niet uitgegeven terreinen dan wel geplande bedrijfsverplaatsingen op de deelterreinen Het Nieuwland en Antoniapolder in respectievelijk de gemeenten Papendrecht, Alblasserdam en Hendrik-Ido-Ambacht. Uitgangspunten voor deze reserveringen zijn gebaseerd op het akoestisch onderzoek MZHZ juli 2003. De milieuzonering zoals opgenomen in het bestemmingsplan Aan de Noord (waaraan op 13 mei 2008 voor het plandeel Bedrijventerrein Het Nieuwland goedkeuring is onthouden omdat destijds onvoldoende rekening was gehouden met de grenswaarden behorende bij de nog niet herziene geluidszone) was hier eveneens op gebaseerd. 2) Milieudienst Zuid-Holland Zuid, Actualisatie bestemmingsplan Polder Nieuwland Papendrecht, PA096501, 28 september 2009.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
17
10 jaar na planvaststelling maximaal wordt verwacht. In de huidige versie van de Regionale VerkeersMilieuKaart zijn geen verkeersgegevens opgenomen voor deze weg. Om toch een inschatting van de geluidsbelasting te maken is een verkeersintensiteit van 2.000 mvt/etmaal (worstcasebenadering) aangehouden. Indicatief is de geluidsbelasting berekend volgens Standaardrekenmethode I uit het 'Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006'. Op een afstand van 160 m (ingebouwde veiligheidsmarge) blijkt bij de betreffende verkeersintensiteit op de weg Nieuwland Parc de geluidbelasting op de nabijgelegen woningen nog ruim te voldoen aan de 48 dB-grens. Het aspect wegverkeerslawaai vormt daarom geen belemmering voor verdere invulling van het plan.
4.3. Bedrijven en milieuhinder Toetsingskader Voor de milieuzonering van bedrijven in ruimtelijke plannen geldt in het algemeen geen wettelijk kader1). Wel is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen: ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu wordt gegarandeerd; rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Met het oog hierop is in het bestemmingsplan gezorgd voor voldoende afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Met behulp van een milieuzonering is in het plangebied aangegeven welke bedrijfsactiviteiten op een locatie kunnen worden uitgeoefend. De milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De milieuzonering en de gebruikte Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). Gelet op het bedrijfsmatige karakter van het plangebied, is in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'. In deze Staat worden richtafstanden ten opzichte van bedrijfsmatige activiteiten aangegeven. Voor de te hanteren richtafstanden tussen bedrijven en woningen maakt de VNG-publicatie onderscheid tussen twee omgevingstypen: 'rustige woonwijk' en 'gemengd gebied'. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' wordt verwezen naar bijlage 1 van deze toelichting. Onderzoek en conclusie Zoals in paragraaf 4.1 (industrielawaai) is aangegeven, maakt het plangebied onderdeel uit van het gezoneerde industrieterrein 'Aan de Noord'. De milieuzonering van het plangebied is afgestemd op de situatie met betrekking tot industrielawaai die mogelijk wordt gemaakt met de vigerende geluidszone, de vastgestelde hogere waarden en het zonebeheerplan. De milieuzonering stemt overeen met de milieuzonering zoals opgenomen in het bestemmingsplan Aan de Noord (waaraan op 13 mei 2008 voor het plandeel Bedrijventerrein Het Nieuwland goedkeuring is onthouden omdat destijds onvoldoende rekening was gehouden met de grenswaarden behorende bij de nog niet herziene geluidszone).
1) De uitzonderingen hierop zijn de geluidszones op grond van de Wet geluidhinder en de afstandseisen op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en het Vuurwerkbesluit. Deze zijn echter voor dit plan niet van toepassing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
18
Sectorale aspecten
In alle genoemde plannen en het onderhavige bestemmingsplan is rekening gehouden met reserveringen voor nog niet uitgegeven terreinen op onder andere het deelterrein Bedrijventerrein Het Nieuwland1). Hierbij is uitgegaan van een milieuzonering met bedrijven uit maximaal categorie 3.2 voor Het Nieuwland. In het plangebied zijn bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' mogelijk. Dit betreffen bedrijven met een richtafstand van 100 m ten opzichte van een rustige woonwijk. Ten opzichte van aanwezige woningen in de omgeving van het plangebied wordt in de gehanteerde milieuzonering ruim voldaan aan deze richtafstand. Aangezien Bedrijventerrein Het Nieuwland behoort tot het gezoneerde industrieterrein 'Aan de Noord', zijn ter plaatse bedrijven die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken (zoals bedoeld in de Wgh) toegestaan. Planmer-plichtige bedrijven zijn in het plangebied niet toegestaan. In dit bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, en de systematiek van de Wgh bij de vestiging van bedrijven zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de aanwezige woningen.
4.4. Luchtkwaliteit Toetsingskader Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel weergegeven2). De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
1) Uitgangspunten voor deze reserveringen zijn gebaseerd op het akoestisch onderzoek MZHZ juli 2003. Hierbij is voor de bedrijfspercelen waar milieucategorie 3.2 is toegestaan een bronvermogen gehanteerd van 60 dB(A) per m². 2) Dit betreffen de grenswaarden inclusief de door de Europese Commissie verleende derogatie (7 april 2009) aan Nederland voor uitstel om te voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
19
Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk na derogatie stof
toetsing van
grenswaarde
geldig
stikstofdioxide (NO2)
jaargemiddelde concentratie
60 μg /m³
2010 tot en met 2014
jaargemiddelde concentratie
40 μg /m³
vanaf 1 januari 2015
jaargemiddelde concentratie
48 μg /m³
tot en met 10 juni 2011
jaargemiddelde concentratie
40 μg /m³
vanaf 11 juni 2011
24-uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. meer dan 75 μg /m³
tot en met 10 juni 2011
24-uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. meer dan 50 μg /m³
vanaf 11 juni 2011
fijn stof (PM10)1)
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien: de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d). In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Onderzoek en conclusie De Milieudienst Zuid-Holland Zuid heeft onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen die dit bestemmingsplan heeft voor de luchtkwaliteit1). Uit het uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek blijkt dat ook na realisatie van bedrijvigheid in Bedrijventerrein Het Nieuwland ruimschoots voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wlk: de hoogste concentratie stikstofdioxide (jaargemiddelde) bedraagt 31,8 μg/m³ in 2010 en 27,6 μg/m³ in 2015; de hoogste concentratie fijn stof (jaargemiddelde) bedraagt 23,2 μg/m³ in 2010 en 21,7 μg/m³ in 2015.
1) Milieudienst Zuid-Holland Zuid, Actualisatie bestemmingsplan Polder Nieuwland Papendrecht, PA096501, 28 september 2009.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
20
Sectorale aspecten
In het onderzoek is rekening gehouden met de bijdrage van scheepvaart en de rijksweg. Gelet op de geldende grenswaarden mag de bestaande en nieuwe bedrijvigheid gezamenlijk 12,4 μg/m³ aan stikstofdioxide uitstoten en 16,8 μg/m³ aan fijn stof. Bekend is dat bedrijvigheid een bijdrage kan leveren aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. Uit onderzoeken die tot nog toe zijn uitgevoerd blijkt echter dat de uitstoot van zwaar luchtverontreinigende bedrijvigheid op de grens van de inrichting hooguit 1 tot enkele microgrammen bedraagt. Er is dan ook een inrichting van het industrieterrein mogelijk waarbij (ruimschoots) wordt voldaan aan de normen uit de Wlk. Overigens dient in het kader van het vergunningenspoor bij de oprichting van nieuwe bedrijven rekening te worden gehouden met de normen uit de Wlk. Er wordt geconcludeerd dat de Wlk de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg staat.
4.5. Externe veiligheid Toetsingskader Algemeen Het externe veiligheidsbeleid richt zich op de risico's van het vervoer en gebruik van gevaarlijke stoffen. Doel is hierin voor burgers een acceptabel veiligheidsniveau te waarborgen (dus geen nulrisico). Het risico wordt hierbij bepaald door de kans op en het effect van een incident met gevaarlijke stoffen. Bij het hanteerbaar maken en beheersen van risico's staan binnen het externe veiligheidsbeleid twee begrippen centraal. Het betreft het zogenaamde plaatsgebonden risico (PR) en het Groepsrisico (GR). Het PR schetst de kans dat een enkele onbeschermde persoon komt te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen. Voor deze kans worden grens-, richt- en streefwaarden toegepast waarbij een grenswaarde een harde norm is die niet overschreden mag worden. Dit is voor nieuwe situaties de zogenaamde PR 10-6-contour waarbinnen geen kwetsbare objecten en bij voorkeur ook geen beperkt kwetsbare objecten aanwezig mogen zijn1). Het GR schetst de kans dat een groep van 10, 100, 1.000 enz. personen komt te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen. Het GR wordt berekend binnen het invloedsgebied dat ligt tussen de risicobron en lijn waar 1% sterfte optreedt. Bij de beoordeling van een berekend GR en de vraag of deze acceptabel is wordt de zogenaamde oriënterende waarde gehanteerd als ijk- en afweegpunt. Een geaccepteerde toename of overschrijding van de oriëntatiewaarde als gevolg van een ruimtelijk plan dient in het betreffende plan verantwoord te worden. Hierbij wordt verder extra aandacht aan de bescherming van bijzonder kwetsbare groepen geschonken. Naast het binnen acceptabele grenzen houden van risico's, wordt binnen het externe veiligheidsbeleid ingezet op het (proactief) voorkomen van het ontstaan van niet acceptabele risico's. Ruimtelijke plannen kunnen hier mede aan bijdragen door risicovolle functies en –activiteiten waar mogelijk ruimtelijk te scheiden van bevolkingsconcentraties en overige kwetsbare functies. Tot slot wordt binnen het externe veiligheidsbeleid aandacht besteed aan het beperken van de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen mocht dit toch optreden. Dit door bij bedrijfs-, vervoers- of ruimtelijke plannen (proportioneel) aandacht te besteden aan bron-,
1) Kwetsbare en beperkte kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
21
bouwkundige- en bestrijdingsmaatregelen en aan zelfredzaamheid in relatie tot de omvang van het GR. De meest relevante bestaande en in ontwikkeling zijnde wet- en regelgeving en circulaires worden hieronder kort geschetst. Voor het GR wordt hierbij de bovengeschetste lijn gevolgd. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Via dit besluit wordt een te ontwikkelen en voor de omgeving risicovolle bedrijfsactiviteit dan wel ontwikkelingen in de omgeving van een risicovolle bedrijfsactiviteit getoetst aan het externe veiligheidsbeleid. Het resultaat hiervan wordt in een Wm/Wro-besluit vastgelegd en gehandhaafd. De hierbij gehanteerde PR-normering ziet er als volgt uit: Tabel 4.2 Gehanteerde PR-normering in het Bevi situatie
type object
PR ≥ 10-5
bestaand
kwetsbaar
saneren binnen 3 jaar
saneren voor 2010
beperkt kwetsbaar
mag blijven
mag blijven
kwetsbaar
verboden
verboden
beperkt kwetsbaar
verboden, tenzij
verboden, tenzij
nieuw
10-5 > PR > 10-6
Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen Interim-beleid voor weg-, rail- en watervervoer van gevaarlijke stoffen en haar omgeving tot inwerkingtreding Besluit transportroutes externe veiligheid. De hierbij gehanteerde PR-normering ziet er als volgt uit: Tabel 4.3 Gehanteerde PR-normering in de circulaire situatie
type object
PR > 10-5
10-5 > PR > 10-6
bestaand
kwetsbaar en beperkt kwetsbaar
knelpunt
knelpunt
nieuw
kwetsbaar
verboden
verboden
beperkt kwetsbaar
verboden, tenzij
verboden, tenzij
In bestemmingsplannen moet expliciet worden geborgd, dat er voldoende afstand bestaat tussen risicobronnen en (beperkt) kwetsbare objecten. Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev, concept november 2008) In dit besluit zal hiertoe verder voor het landelijk hoofdwegennet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (Basisnet weg, water en spoor) tevens op fysieke wijze een robuuste gebruiksruimte voor het vervoer worden vastgelegd waarbinnen beperkingen voor nieuwe gebruiksfuncties gaan gelden, de Kwetsbaar Objectvrije Zone (KOV-zone). Daarnaast worden ook beperkingen opgelegd in de omgeving van deze wegen als gevolg van de effecten van een optredende plasbrand bij transport, het plasbrandaandachtsgebied. Dit besluit is nog niet in werking getreden. Dit besluit wordt in 2010 verwacht. Wet vervoer gevaarlijke stoffen Wetgeving waarbinnen gemeenten, om redenen van externe veiligheid, routes voor het wegvervoer van gevaarlijke stoffen kunnen aanwijzen waarover dit vervoer, bij uitsluiting van andere wegen, moet plaatsvinden. Alleen via ontheffingen kan van deze aangewezen wegen afgeweken worden. Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984) Deze Circulaire geeft aan te houden bebouwings- en toetsingsafstanden rond dergelijke leidingen alsmede mogelijkheden hiervan op verantwoorde wijze af te wijken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
22
Sectorale aspecten
Besluit vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen (concept 2008) Via dit besluit wordt een te ontwikkelen en voor de omgeving hiervan risicovol transport door een buisleiding, dan wel ontwikkelingen in de omgeving van een risicovolle buisleiding, getoetst aan het externe veiligheidsbeleid. Het resultaat hiervan wordt in een Vervoers-/Wrobesluit vastgelegd en gehandhaafd. Het besluit volgt de PR-/GR-benadering en normering. Dit besluit is nog niet in werking getreden. De inwerkingtreding wordt in 2010 verwacht. Onderzoek Bedrijven in het plangebied In het plangebied is het vestigen van een inrichting die valt onder het Bevi niet toegestaan, tenzij door middel van een onderzoek kan worden aangetoond dat de PR 10-6-contour binnen de grens van de inrichting blijft (of op gronden met de bestemming Verkeersdoeleinden, Groenvoorzieningen of Water) en het groepsrisico verantwoord wordt en hiervoor een wijzigingsplan wordt opgesteld. Bedrijven in de omgeving Het bedrijfsregistratiesysteem van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen en de provinciale Risicokaart (zie figuur 4.1), zijn geraadpleegd op de aanwezigheid van risicovolle bedrijven in het plangebied en de ruime omgeving ervan.
Figuur 4.1 Situatie externe veiligheid zoals weergegeven op de provinciale risicokaart Even ten westen van het plangebied ligt het bedrijf Braanker Transport. Op de provinciale risicokaart (zie figuur 4.1) heeft dit bedrijf een PR-contour van 10-6 per jaar van 220 m, die over het plangebied valt. De informatie van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid leert dat de opgeslagen hoeveelheden gevaarlijke stoffen deze contour niet rechtvaardigen. Het genoemde bedrijf valt onder het BARIM en de daarin genoemde afstand van 20 m is van toepassing. Deze kleinere risicocontour valt niet over het plangebied.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
23
Ten noorden van het plangebied ligt een lpg-tankstation. Het invloedsgebied voor het GR van dit bedrijf ligt niet over het plangebied. In de omgeving is eveneens de inrichting van Schenk Papendrecht gevestigd. Uit de vigerende milieuvergunning van 25 maart 2005 blijkt dat de 10-8 contour nog juist buiten het plangebied ligt. Aardgasleiding Nabij het plangebied ligt een hogedruk aardgastransportleiding van de NV Nederlandse Gasunie. Op dit moment geldt formeel de Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984). De aanwezige leiding heeft een diameter van 42' en een werkdruk van 67 bar. Deze leiding heeft de volgende afstandscriteria gemeten vanuit het hart van de leiding: 130 m (tabel 1 Circulaire) voor de toetsingsafstand: hierbinnen moet aan weerszijden van de leiding de aard van de omgeving worden nagegaan; 45 m (tabel 4 Circulaire): dit is de minimale afstand tot woonbebouwing (woonwijk en flatgebouwen) en zogenoemde bijzonderde objecten categorie 1; 5 m (tabel 4 Circulaire) incidentele bebouwing en bijzonderde objecten categorie 2. In de Circulaire staat dat het streven erop gericht moet zijn minimaal de toetsingsafstand aan te houden tot woonbebouwing of een bijzonder object. Planologische, technische en economische redenen kunnen leiden tot kleinere afstanden (tabel 4 Circulaire). De afstand tot overige gebouwen zoals schuren, opslagplaatsen, dierenverblijven, zomerhuisjes kassen etc. bedraagt 5 m (tabel 5 Circulaire). Momenteel wordt in opdracht van het Ministerie van VROM de circulaire 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' herzien. Hierbij worden ook de aan te houden veiligheidsafstanden opnieuw bekeken. De nieuwe circulaire zal naar verwachting in 2010 worden gepubliceerd. Totdat deze circulaire geldt, adviseert het ministerie de gemeenten om rekening te houden met de nieuwe regelgeving. De PR 10-6-contour van deze gasleiding ligt op de leiding zelf (= dus 0 m). Over de aan te houden risicozonering vanuit de aardgastransportleiding heeft de gemeente nader advies ingewonnen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Uit het advies van het RIVM blijkt dat het realiseren van bedrijfsgebouwen binnen bepaalde voorwaarden geen onacceptabele overschrijdingen van de risico's teweegbrengt. Uit het advies blijkt het volgende: binnen een strook van 5 m vanuit het hart van de leiding mag niet worden gebouwd; binnen een strook van 5 m tot 45 m vanuit het hart van de leiding mogen geen kwetsbare objecten staan; wel mogen in deze strook beperkt kwetsbare objecten worden opgericht1); indien gebouwd wordt vanaf 5 m van de leiding, wordt de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet overschreden bij dichtheden tot 100 personen per hectare; voor bouwwerken die verder liggen dan 45 m van de leiding, zal de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet worden overschreden bij dichtheden tot 250 personen per hectare. In het onderhavige bestemmingsplan is rekening gehouden met de adviezen van het RIVM met betrekking tot de inhoud van de nog aan te passen circulaire.
1) Voor de definities van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is conform het advies van het RIVM uitgegaan van de desbetreffende definities in het Bevi. Deze definities vormen een aanscherping van de definities voor bijzondere objecten categorie I en II volgens de circulaire 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' van 1984.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
24
Sectorale aspecten
Slechts een klein deel van de bestemming 'Bedrijventerrein' ligt binnen een afstand van 45 m vanaf de leiding. Dit betreffen in het algemeen geen kwetsbare objecten. In de regels wordt opgenomen dat binnen deze afstand de vestiging van kwetsbare objecten (zoals kantoren met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m²) niet is toegestaan. Hierdoor wordt voldaan aan het beleid dat momenteel ontwikkeld wordt. Er wordt ruimschoots voldaan aan de oriënterende waarde van 100 personen per hectare zoals aangegeven in het bovenstaande RIVM-advies. Transport gevaarlijke stoffen over De Noord Het meest westelijke deel van het plangebied grenst aan de rivier De Noord. Over de Noord vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats waardoor in de omgeving van de vaarweg rekening moet worden gehouden met externe veiligheidsrisico's. Bij vervoer van gevaarlijke stoffen over water gaat het vaak om grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen per vracht. Het huidige toetsingskader voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over waterwegen wordt gevormd door de Circulaire vervoer van gevaarlijk stoffen die, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het BTEV en de invoering van het Basisnet, per 1 januari 2010 is gewijzigd. In bijlage 2 van de circulaire zijn voor relevante vaarwegen vervoersaantallen weergegeven, inclusief een verdeling over de verschillende categorieën gevaarlijke stoffen. Voor de Noord zijn deze vervoersaantallen echter niet bekend. In de circulaire wordt de Noord aangeduid als een zwarte vaarweg hetgeen betekent dat de rivier de Noord tot de categorie belangrijke binnenvaarwegen wordt gerekend. Uit het definitief ontwerp van het Basisnet Water (januari 2008) volgt het externe veiligheidsbeleid het vervoer van gevaarlijke stoffen over water. Uit het Basisnet blijkt dat de PR 10-6-contour op geen enkele locatie verder dan de oever reikt. Voor belangrijke binnenvaarwegen (zwart) geldt verder dat er geen nieuwe bestemmingen mogelijk zijn binnen een afstand van 25 m tot de waterlijn. In een strook met een breedte van 20 m vanuit de walkant van De Noord, geldt dat de aanvrager van een bouwvergunning advies dient in te winnen bij de vaarwegbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de vaarweg niet onevenredig wordt geschaad, en welke voorwaarden eventueel zullen gelden. Verder streeft de gemeente ernaar om, in overleg met de betrokken bedrijven, een strook van 20 m langs het water bereikbaar te houden voor de hulpdiensten op grond van het Toetsingskader ruimtelijke ontwikkeling langs hoofdvaarwegen (RWS, 2004). Bij mogelijk op te treden plasbranden op het water kan dan bestrijding vanaf de walkant plaatsvinden. Aangezien het plangebied is gelegen op een afstand van circa 100 m van de walkant is er geen sprake van strijdigheid met het beleid op bovenstaande punten. Verder is van belang dat op grond van het Basisnet Water bij belangrijke binnenvaarwegen (zwart) alleen een berekening van het groepsrisico nodig is indien de bevolkingsdichtheid op de oever meer dan 2.250 personen per hectare (enkele zijde) of 1.500 personen per hectare (beide zijden) bedraagt. Als gevolg van de ontwikkeling van het plan zal de personendichtheid ruimschoots beneden deze aangegeven bevolkingsdichtheden blijven. Binnen het plangebied wordt namelijk in een bouwvlak van in totaal circa 6 ha de ontwikkeling van industriële bedrijvigheid mogelijk gemaakt, waarbij binnen een bouwvlak van circa 1,2 ha tevens zelfstandige kantoren mogelijk zijn. Op grond van de basisgegevens voor personendichtheden uit de handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico1) zijn na uitvoering van het plan maximaal 480 personen (bedrijven/industrie) en 400 personen (kantoor) aanwezig in het plangebied. Dit komt in het plangebied neer op 84 personen per hectare voor de functie industrie/bedrijvigheid en 334 personen per hectare voor de functie kantoor. Gelet op de 1)
Ministerie van VROM, Ministerie van Binnenlandse zaken en IPO, Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, versie 1.0, november 2007.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
25
maximale bevolkingsdichtheid na uitvoering van het plan en de afstand van het plangebied tot de waterlijn is een nadere beschouwing van het groepsrisico achterwege gelaten. Transport gevaarlijke stoffen over de A15 Aangezien de A15 op meer dan 200 m van het plangebied ligt (namelijk circa 400 m), heeft dit gegeven geen invloed op het onderhavige bestemmingsplan. Transport gevaarlijke stoffen via de routering gevaarlijke stoffen In 2001 heeft de gemeente de routering gevaarlijke stoffen vastgesteld. De Burgemeester Keijzerweg (tot aan de Noordhoek), een gedeelte van de Noordhoek en het Papendrechtse gedeelte van de Hoogendijk zijn daarbij aangewezen wegvakken. De voornaamste transportstromen die plaatsvinden over deze aangewezen wegen vinden plaats richting bedrijventerrein Molenvliet. De verwachting is dat de daarmee gepaard gaande risico's geen noemenswaardige invloed uitoefenen op de in het plangebied opgenomen bestemmingen. In de toekomst zal ervoor moeten worden gewaakt dat nog te vestigen bedrijven transportstromen zullen genereren die onacceptabele risico's voor de toegestane kantoorbebouwing met zich mee brengen. In 2009/2010 wordt de bestaande routering bezien op mogelijke actualisatie. Betuweroute Op meer dan 200 m van de te bebouwen delen van het plangebied ligt de Sophiaspoortunnel, waar de Betuweroute doorheen loopt. Het vervoer van gevaarlijke stoffen via deze route heeft geen invloed op het plangebied. Verantwoording GR Door de realisatie van bedrijvigheid in Bedrijventerrein Het Nieuwland zal het GR vanwege de aanwezige aardgastransportleidingen in enige mate toenemen. Ook na realisatie van bedrijven ter plaatse zal ruimschoots worden voldaan aan de oriënterende waarde voor het GR. De mensen die aanwezig zijn binnen het plangebied zijn in het algemeen zelfredzaam (werknemers en eventueel klanten/bezoekers). De fysieke gesteldheid van personen in het gebied is goed, evenals de zelfstandigheid. Vluchtroutes zijn van de bron (aardgasleiding) af gelegen. Conclusie Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.
4.6. Leidingen In het plangebied zijn geen planologisch relevante leidingen aanwezig. De aanwezige aardgastransportleiding in de omgeving van het plangebied is aan bod gekomen in paragraaf 4.5 (externe veiligheid).
4.7. Ecologie Activiteiten die mogelijk negatieve effecten op de natuurwaarden veroorzaken, moeten getoetst worden aan de nationale en internationale beleid- en wetgeving voor natuur. De belangrijkste op dit gebied zijn de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. In een globaal onderzoek1) (quickscan), zijn de mogelijke effecten van de voorgenomen activiteiten getoetst aan de betreffende wetgeving volgens de bijbehorende procedures. Tevens is bij het
1) Grontmij Advies & Techniek bv, oktober 2002.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
26
Sectorale aspecten
opstellen van deze paragraaf gebruikgemaakt van het veldonderzoek van het Natuurwetenschappelijk centrum voor de naastgelegen ecozone1). Inventarisatie en veldbezoek Van het studiegebied zijn geen actuele gegevens beschikbaar over de huidige natuurwaarden. Dit heeft te maken met recente grondwerkzaamheden in het gebied. In het verleden zag het gebied er anders uit, maar ook van die periode zijn geen tot weinig gegevens aanwezig. Het Natuurloket geeft aan dat de kilometerhokken, waarin het gebied ligt, in de periode 1990-2001 voor de meeste soortengroepen niet of slecht zijn onderzocht. Alleen de vaatplanten zijn goed onderzocht, maar de gegevens zijn vermoedelijk gedateerd (vanaf 1975). Op de website van de Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard zijn recente waarnemingenlijsten te vinden van de waargenomen vogelsoorten in de polder Het Nieuwland. Dit zijn nadrukkelijk waarnemingen en geen inventarisatiegegevens. In de polder zijn relatief veel vogelsoorten gesignaleerd, waaronder Rode Lijstsoorten als kluut en patrijs. In aansluiting op het opvragen van beschikbare gegevens is een oriënterend veldbezoek afgelegd door een ervaren ecoloog. Doel hiervan was om naast de beschikbare gegevens een actueel beeld te krijgen van de geschiktheid van het gebied voor flora en fauna. Actuele en potentiële natuurwaarden Het overgrote deel van het plangebied bestaat uit recent opgespoten zand afkomstig uit de Sophiatunnel. Op basis van expert judgement wordt de zandvlakte niet geschikt geacht voor broedvogels. De vogelwaarnemingen in dit deel van het studiegebied betreffen naar alle waarschijnlijkheid alleen tijdelijke verblijfplaatsen of doortrekkende vogels. Gezien de graafwerkzaamheden wordt het terrein tevens niet geschikt geacht voor andere bijzondere amfibieën, reptielen of zoogdieren. Toetsing aan wet- en regelgeving Natuurbeschermingswet (gebieden): Het studiegebied bevindt zich niet in of in de directe omgeving van een beschermd gebied in het kader van de Natuurbeschermingswet. Nadere toetsing van de effecten is daarom niet aan de orde. Flora- en faunawet (soorten): In het gebied zijn geen waarnemingen bekend van bijzondere beschermde plant- en diersoorten. Gezien de huidige situatie van het plangebied wordt de kans op het voorkomen van dergelijke soorten zeer klein geacht. Hoewel het incidenteel voorkomen van algemeen beschermde soorten (haas, fazant) niet kan worden uitgesloten, zal de verdere ontwikkeling van het terrein gezien de huidige beperkte geschiktheid als leefgebied niet leiden tot significante effecten op het voortbestaan van deze algemene soorten. Op 22 februari 2005 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ontheffing verleend van de betreffende verbodsbepalingen genoemd in de Flora- en faunawet met betrekking tot de gewone dwergvleermuis. Deze ontheffing is geldig tot 22 februari 2010. Deze ontheffing2) is verlengd tot 17 juli 2011. Conclusies natuurtoets Geconcludeerd kan worden dat in het plangebied geen bijzondere, beschermde en/of bedreigde diersoorten voorkomen. Het voorgaande betekent dat er vanuit beleid- en wetgeving
1) 2)
Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Aanleg van een ecozone in Polder Het Nieuwland te Papendrecht in het kader van de Flora- en faunawet, november 2004. Ministerie van LNV, Ontheffing FF/75C/2004/974A, 18 juli 2009.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
27
voor natuur geen belemmeringen worden verwacht voor de verdere ontwikkeling van het plangebied.
4.8. Watertoets In deze watertoets is het totale conceptverkavelingsplan van het Masterplan voor de polder Het Nieuwland in beschouwing genomen. Hierop is een toetsing uitgevoerd inzake de eisen en wensen van de waterbeheerders. Uit de conceptverkaveling wordt afgeleid dat er voldoende ruimte voor waterberging overblijft. Geconcludeerd wordt dat in het plan voldoende open water is opgenomen in relatie tot de nieuwe bestemming (van akkerbouw naar bedrijventerrein) en dat een goede waterkwaliteit kan worden bereikt. Door de onderzoekers is bij het Masterplan wel aangetekend dat de ontworpen vijveroevers over een lengte van 600 m een plas-draszone moeten krijgen als aanvulling op het geplande open water. In de fase van het opstellen van een bouwrijp plan, dienen volgens de opstellers van de watertoets nog een aantal aspecten nader te worden uitgewerkt. Deze aspecten vormen geen belemmering voor de procedure van het bestemmingsplan; ze zijn te beschouwen als een normale verdere uitwerking van het verkavelingsplan. Het betreft:
-
een verdere uitwerking van het watersysteem (inclusief zaken rondom ontwatering van het bedrijventerrein) is gewenst; in deze uitwerking dient nader te worden ingegaan op de dimensionering van watergangen, kunstwerken, gemalen, drainageaspecten, etc.;
-
als aanvulling op de in het Masterplan geplande vijver dient een plas-draszone te worden gerealiseerd, waardoor het waterbergend oppervlak als geheel ten minste 10% van de polder Het Nieuwland zal bedragen;
-
in het plan dient te worden gestreefd naar een zo groot mogelijke afkoppeling van schone verharde oppervlakten naar het open water; een nadere uitwerking dient aan te geven welke oppervlakten redelijkerwijs zijn af te koppelen, zonder dat er sprake zal zijn van een derde afvoerstelsel in het gebied;
-
het rioolsysteem voor polder Nieuwland is aangesloten op het Alblasserdamse deel van het industrieterrein; er wordt gestreefd naar het niet toepassen van uitlogende bouwmaterialen als zink, koper, lood en 'zacht' PVC.
Keur De keur is regelgeving van het Waterschap Rivierenland. Deze regelgeving is bedoeld om watergangen, wateren, onderhoudspaden, kaden en dijken te beschermen tegen beschadiging. De begrenzingen van de waterstaatswerken zijn vastgelegd in de Leggers. De Legger is dus te beschouwen als een onderdeel van de Keur. Langs de watergangen is een keurstrook van toepassing om het beheer en onderhoud van de wateren uit te kunnen voeren. Het plaatsen van bomen, hekwerken en het uitvoeren van graafwerkzaamheden is in deze zone bijvoorbeeld niet toegestaan. Ontheffing op de Keur kan worden aangevraagd bij het Waterschap. De afspraken die in dit bestemmingsplan zijn vastgelegd, zijn gemaakt op basis van de geldende Keur van het Waterschap ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan Aan de Noord. De nieuwe Keur is op 27 november 2009 vastgesteld en op 22 december 2009 in werking getreden. De waterkering De Hoogendijk en de Burgemeester Keijzerweg hebben de functie van primaire waterkering, waarvoor door de dijkbeheerder, Waterschap Rivierenland, een Keur is vastgesteld. Deze Keur houdt in dat over een zone van 55 m buitendijks, gemeten vanuit de buitenkruinlijn van de dijk, niet anders dan met toestemming van de dijkbeheerder mag worden gebouwd. Met de dijkbeheerder is overeengekomen dat de bebouwing van bedrijventerrein polder Het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
28
Sectorale aspecten
Nieuwland de hoofdwaterkering mag naderen tot op 43 m uit de buitenkruinlijn van de dijk. Volgens de Keur mag in een zone van 65 m binnendijks, gemeten vanuit de buitenkruinlijn van de dijk, niet anders dan met toestemming van de dijkbeheerder worden gebouwd. De beschermingszone voor de voorliggende waterkering (De Nieuwlandse Kade) bedraagt 25 m binnendijks en 25 m buitendijks. De hoogteligging van deze kade varieert van NAP +3,15 m tot NAP +3,7 m. Voor een in polder Het Nieuwland te vestigen bedrijvenpark wordt een veiligheidsnorm van 1:2.000 aangehouden. Dit impliceert dat de voorliggende waterkering wordt verhoogd tot NAP +4,25 m. Binnen deze zones mag niet gebouwd worden, tenzij hiervoor toestemming door de dijkbeheerder is verleend. Riolering Het voor bedrijventerrein Het Nieuwland gekozen rioleringssysteem is gericht op beperking van overstort van verontreinigd water op het oppervlaktewater. Daarom wordt hier een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel aangelegd. Hierbij is een koppeling aangebracht tussen het regenwaterstelsel en het vuilwaterstelsel. De eerst gevallen neerslag (die verontreinigd is door meegevoerd vuil van wegen, daken, et cetera) wordt afgevoerd naar het vuilwaterstelsel. De resterende neerslag wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Voor het lozen van hemelwater op rijkswateren is goedkeuring nodig van de waterbeheerder.
4.9. Bereikbaarheid en infrastructuur Bereikbaarheid Het bedrijventerrein in de polder Het Nieuwland wordt op Alblasserdams grondgebied ontsloten door een interne wegenstructuur die aansluit op de Van Wenaeweg en, via het bedrijventerrein Hoogendijk, op de Edisonweg die een aantakking heeft op de rijksweg A15. De A15 verbindt het Rotterdamse havengebied met het oosten van het land. Bij knooppunt Ridderkerk heeft de A15 een verbinding met de A16, die de regio's Rotterdam en Haaglanden met het zuidwesten van het land verbindt. Aldus is het plangebied goed ontsloten en vanuit alle delen van het land uitstekend bereikbaar. Openbaar vervoer De directe ontsluiting voor openbaar vervoer wordt verzorgd door verschillende buslijnen die rijden over de Burgemeester Keijzerweg en de Edisonweg. Bovendien rijdt het Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden (HOV-D) over de Burgemeester Keijzerweg richting Alblasserdam. Geconcludeerd kan worden dat er goede verbindingen zijn met de Drechtsteden. Langzaam verkeer Binnen het bedrijventerrein Het Nieuwland is voor de fiets apart ruimte gereserveerd. Langs de nieuwe ontsluitingsweg wordt aan beide zijden een fietspad gerealiseerd. Ten behoeve van de voetgangers komen langs alle wegen in het nieuwe bedrijventerrein aan beide zijden trottoirs te liggen. Verkeersveiligheid De wegen op het nieuwe bedrijventerrein zijn zodanig vormgegeven dat twee vrachtwagens elkaar verkeersveilig kunnen passeren. Aandacht is besteed aan het verkeersveilig kruisen van langzaam verkeersroutes en autoroutes. Conform het Handboek Nieuwland wordt per bedrijfskavel maximaal één in- en/of uitrit toegestaan, met een breedte van maximaal 8 m. In- en uitritten kunnen door twee aan elkaar grenzende bedrijven gecombineerd worden.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
29
Parkeerregime Binnen het bedrijventerrein Het Nieuwland is uitgangspunt dat op de terreinen van de bedrijven parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en dat niet op de verharding van de ontsluitingslus geparkeerd wordt. Om dit te bereiken zullen minimumnormen voor het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein in het bestemmingsplan worden opgenomen. Bij het verlenen van de bouwvergunning vindt toetsing aan deze normen plaats. De normen voor het aantal parkeerplaatsen dat een gemiddeld bedrijf dient te kunnen realiseren op eigen terrein zijn als volgt omschreven: 1 parkeerplaats per 80 m² vloeroppervlak voor bedrijven ten behoeve van werknemers; 1 parkeerplaats per 50 m² vloeroppervlak voor kantoren ten behoeve van werknemers; 1 parkeerplaats per 500 m² vloeroppervlak voor kantoren en bedrijven ten behoeve van bezoekers. Deze normen liggen hoger dan de landelijke norm, wat betekent dat het maximaal aantal te realiseren parkeerplaatsen in ieder geval voldoende zal zijn.
4.10. Bodemkwaliteit Toetsingskader In verband met de uitvoerbaarheid van het plan dient onder meer een onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd. Onderzoek en conclusie Er heeft een verkennend bodemonderzoek in het plangebied plaatsgevonden1). Uit het onderzoek blijkt het volgende. In Bedrijventerrein Het Nieuwland is de oorspronkelijke bodem licht verontreinigd met zware metalen, PAK en minerale olie. Het grondwater in de polder is licht verontreinigd met zware metalen, minerale olie, PAK en vluchtige aromatische koolwaterstoffen. Deze oorspronkelijke bodem wordt nog aangetroffen in het zuidoostelijke deel van polder Het Nieuwland. Zowel grond- als grondwater zijn hier licht verontreinigd met bovengenoemde parameters. Het noordelijke deel van het plangebied is opgehoogd met bouwstoffen met kwaliteit categorie 1 en vormt als zodanig een geheel met de ophoging van Bedrijventerrein Het Nieuwland op Alblasserdams grondgebied. De dikte van deze laag is 2 tot 3 m. Op de ophooglaag is een toplaag aangebracht. Het grootste gedeelte van de toplaag is schone grond dan wel MVRgrond (MVR staat voor 'Ministeriële VrijstellingsRegeling'). In deze regeling is bepaald dat ook bij een lichte verhoging van enkele parameters de grond als schoon kan worden beschouwd. Voor de categorie 1-materialen geldt dat schone grond ter plaatse of elders vrij mag worden toegepast en dat categorie 1-grond na registratie bij het bevoegde gezag ter plekke of elders onder restricties (terugneembaarheid) mag worden toegepast. Het aspect bodemkwaliteit staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.
4.11. Cultuurhistorische en archeologische waarden Normstelling en beleid Verdrag van Malta Het Verdrag van Malta is in 1992 ondertekend en in 1995 in werking getreden. Doelstelling van het Verdrag van Malta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. 1) Lexmond milieuadviezen, Samenvattend rapport bodemkwaliteit polder Het Nieuwland Alblasserdam, mei 2003.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
30
Sectorale aspecten
Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. De inhoud van het Verdrag van Malta is neergelegd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die op 1 september 2007 van kracht is geworden en een wijziging van de Monumentenwet 1988 tot gevolg heeft gehad. Op grond van deze aangescherpte regelgeving stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 20052008, de Nota Belvedère, het Structuurschema Groene Ruimte 2, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie van OC&W. Cultuurhistorie De Nederwaard maakt deel uit van een gebied waar afwisselend veen- en kleiafzetting plaatsvond. De polder Het Nieuwland ligt in de delta van een stelsel van pre-Romeinse getijdenkreken. Het gevolg is dat er sprake is van een gedifferentieerde bodemgesteldheid van mariene klei- en zandafzettingen en veen; deze bodem is in het algemeen weinig draagkrachtig. Na de bedijking van de Nederwaard werd de invloed van de getijdenwerking sterk teruggedrongen en vond er in principe alleen nog sedimentatie plaats in het buitendijkse gebied. De pas later bekade en ontgonnen polder Het Nieuwland maakt deel uit van deze zogenaamde (op- en) aanwassen. Incidenteel kon door dijkbreuk de invloed van het water zich nog binnendijks doen gelden. Hierbij werden diep uitgeslagen plassen gevormd (wielen genaamd, onder andere het Noordhoeksche Wiel) en kon nog enige sedimentatie plaatsvinden. Door de ontwatering van de binnendijkse polders trad er met name in de veengebieden een sterke klink op. Mede als gevolg van de alleen tot buitendijks gebied beperkte sedimentatie, kwamen de oudere polders lager te liggen dan de buitendijkse landen. Vanwege de lage ligging hebben diverse delen van het binnendijkse gebied nog geruime tijd te kampen gehad met wateroverlast. Dit komt tot uiting in een ten opzichte van de aanwassen zeer smalle verkaveling, gebruikt als grasland, en tot voor kort de aanwezigheid van grienden. De polder Het Nieuwland werd ingericht als een zelfstandige relatief ruim verkavelde bouwlandpolder. Binnen deze polder bleef een lager gelegen zone, grenzend aan de Hoogendijk, in gebruik als grasland. Archeologische waarden Polder Het Nieuwland is aangegeven als een gebied met hoge archeologische verwachtingen. Volgens de kaartrapportage Cultuur-Historische Hoofdstructuur (CHS) regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (1999), kaart 1b (Archeologie, waarden) en 4 (Overzicht waarden) wordt aan het betreffende gedeelte van de polder Het Nieuwland de verwachting: complex met een redelijke kans op archeologische sporen toegekend. Op kaartbeeld 1a (Archeologie, kenmerken) is aangegeven dat in de gehele polder verstoring heeft plaatsgevonden. Deze verstoring bestond uit een integrale afgraving van de polder tot gemiddeld -1,9 m NAP; hierna is de polder opgehoogd tot een gemiddelde hoogte van +4 m NAP. De ophoging heeft plaatsgevonden met toestemming van de provincie. Eind jaren '90 is door de AWN Lek en Merwedestreek archeologisch onderzoek gedaan in polder Het Nieuwland. Op Alblasserdams grondgebied komen verschillende geregistreerde vindplaatsen voor. In het zuiden van de polder, maar nog ten noorden van de gemeentegrens, werden in de klei de restanten van een woonheuvel aangetroffen. De gevonden arte-
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Sectorale aspecten
31
facten en sporen zijn beschreven, gecategoriseerd en veilig gesteld. Het uitgebreide onderzoek dat heeft plaatsgevonden rechtvaardigt de gedachte dat een verdere conservering en bescherming door middel van een aanlegvergunningenstelsel niet nodig is. Dit standpunt wordt door de provincie onderschreven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
32
Sectorale aspecten
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5. Juridische plantoelichting
33
In dit hoofdstuk is uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag liggen en hoe de ze is vormgegeven.
5.1. Verantwoording planvorm Iedere functie in het plangebied is voorzien van een daarop toegesneden bestemmingsregeling. In het bestemmingsplan is echter de nodige flexibiliteit ingebracht door middel van de opname van algemene ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden. Deze opzet biedt flexibiliteit voor perceelsgewijze ontwikkelingen die mogelijk zijn ingevolge het vigerende bestemmingsplan en biedt tegelijkertijd rechtszekerheid voor de bewoners en gebruikers van de aangrenzende gebieden. De omvang van de diverse functies zijn verankerd in de bestemmingslegging. Door deze wijze van bestemmen zijn de functies ruimtelijk begrensd. Wro Ingevolge de Wro, het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de daarbij behorende ministeriële regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro) dienen bestemmingsplannen op vergelijkbare wijze opgebouwd en gepresenteerd te worden en tevens digitaal uitwisselbaar gemaakt te worden. Er is een aantal standaarden door het Ministerie van VROM ontwikkeld, waaronder de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008), de Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen (PRBP2008) en de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI2008). In dit bestemmingsplan wordt van deze standaarden voor zover van toepassing gebruikgemaakt. Hiermee wordt de rechtsgelijkheid en de uniformiteit binnen de gemeentelijke c.q. landelijke bestemmingsplannen gediend.
5.2. Opbouw regels De juridische regeling bestaat uit vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk bevat de definities van begrippen, die voor het algemene begrip, de leesbaarheid en uitleg van het plan van belang zijn en de wijze van meten. In hoofdstuk twee wordt op de bestemmingen en hun gebruik ingegaan. Het derde hoofdstuk gaat in op de algemene regels. De overgangs- en slotregel maken onderdeel uit van het vierde hoofdstuk.
5.3. De bestemmingen In dit bestemmingsplan zijn verschillende bestemmingen opgenomen. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de inhoud van de verschillende bestemmingen. In de regels zal ver-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
34
Juridische plantoelichting
volgens een nadere uitwerking plaatsvinden van de exacte gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden. Bedrijventerrein De gronden binnen het plangebied hebben de bestemming 'Bedrijventerrein'. Voor de uitleg en argumentatie van de toegepaste milieuzonering binnen de bestemming Bedrijventerrein wordt verwezen naar paragraaf 4.1. Naast de ingeschaalde bedrijven, zijn binnen deze bestemming tevens de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen toegestaan. De vestiging van bedrijfswoningen en een groothandel in consumentenvuurwerk met opslag van meer dan 10.000 kg zijn niet toegestaan. Aan de bedrijfsgebonden kantoorvloeroppervlakte is een maximum gesteld. De vestiging van zelfstandige, lokaal georiënteerde kantoren bedraagt ten hoogste 750 m² bedrijfsvloeroppervlak per vestiging. Verkeer De binnen het plangebied vallende hoofdverkeers-/ontsluitingswegen, hebben de bestemming Verkeer toebedeeld gekregen. Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming) In verband met de aanwezigheid van waterkeringen in het plangebied is een dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering toegekend, waardoor de belangen van de dijkbeheerder worden veiliggesteld. Binnen deze zone Waterstaat - Waterkering is de Keur van kracht. Alle bouw- en graafwerkzaamheden zijn verboden en dienen te worden getoetst door het waterschap of deze de stabiliteit van de waterkering kunnen aantasten, voordat ontheffing van de Keur wordt afgegeven. Gezoneerd industrieterrein (gebiedsaanduiding Overig) Het gezoneerde industrieterrein is opgenomen op de verbeelding voor het gehele plangebied. Hierbij is gebruikgemaakt van de gebiedsaanduiding Overig aangezien deze niet voorkomt in de standaardlijst met gebiedsaanduidingen in de SVBP2008. Ter plaatse van deze gebiedsaanduiding zijn grote lawaaimakers zoals bedoeld in de Wgh toegestaan. Veiligheidszone-Leiding (gebiedsaanduiding) In verband met de risicocontour van de naast het plangebied gelegen gasleiding is de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone-Leiding' opgenomen. Binnen deze contour is de vestiging van kwetsbare objecten (zoals kantoren met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m²) niet toegestaan.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
6. Economische uitvoerbaarheid
35
De realisatieovereenkomst die de gemeente met de voormalige grondeigenaar heeft afgesloten, wordt aangemerkt als anterieure overeenkomst. De financieel-economische uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd, zodat het plan kan worden gerealiseerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
bijlagen bij de toelichting
Bijlage 1
Toelichting Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
1
B1.1. Algemeen Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang: geluid; geur; stof; gevaar (met name brand- en explosiegevaar). In specifieke situaties kan daarnaast de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn.
B1.2. Toepassing 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' Algemeen De aanpak van milieuzonering en de in dit plan gebruikte 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' ('standaard SvB') zijn gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009), op de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen1). De 'standaard SvB' kan in verschillende situaties gehanteerd worden, bijvoorbeeld: om de milieuzonering van bedrijfsactiviteiten op een samenhangend bedrijventerrein te regelen; in buitengebieden; op losliggende relatief grootschalige bedrijfspercelen op enige afstand van burgerwoningen; om indien gewenst de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten te regelen in stedelijk gebied of (delen van) woongebieden met enige vorm van bedrijvigheid. In dit soort situaties zorgt de milieuzonering ervoor dat hinderlijke bedrijfsactiviteiten op voldoende afstand van woningen of andere gevoelige functies worden gesitueerd. Dit gebeurt
1
)
Aangezien de wijze van milieuzonering met richtafstanden reeds vele jaren de standaardmethodiek voor milieuzonering is in Nederland, wordt voor het gebruik van de daarop gebaseerde Staat van Bedrijfsactiviteiten de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' genoemd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
2
Bijlage 1
door het aanhouden van richtafstanden tussen deze milieugevoelige en milieubelastende activiteiten. Richtafstanden bepalend voor de categorie-indeling In de 'standaard SvB' is voor elke bedrijfsactiviteit voor ieder van de ruimtelijke relevante milieuaspecten (zie hiervoor) een richtafstand ten opzichte van een 'rustige woonwijk' vermeld. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarnaast vermeldt de 'standaard SvB' indicaties voor verkeersaantrekkende werking. Omgevingstype bepalend voor de daadwerkelijk te hanteren afstanden De gewenste afstand tussen een bedrijfsactiviteit en woningen (of andere gevoelige functies zoals scholen) wordt mede bepaald door het type gebied waarin de gevoelige functie zich bevindt. Conform de VNG-publicatie worden daarbij twee omgevingstypen onderscheiden: rustige woonwijk en gemengd gebied. De richtafstanden die zijn vermeld in de 'standaard SvB' gelden ten opzichte van een rustige woonwijk (of een vergelijkbaar omgevingstype). Voor een gemengd gebied (en daarmee te vergelijken gebieden) gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Omgevingstype rustige woonwijk In een rustige woonwijk komen enkel wijkgebonden voorzieningen voor en vrijwel geen andere functies zoals kantoren of bedrijven. Langs de randen (in de overgang naar eventuele bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. Als daarmee vergelijkbare omgevingstypen noemt de VNG-publicatie onder meer een rustig buitengebied (eventueel met verblijfsrecreatie) en een stilte- of natuurgebied. Omgevingstype gemengd gebied In een gemengd gebied komen naast wonen ook andere functies voor, zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Daarmee vergelijkbare gebieden zijn lintbebouwingen in het buitengebied waarin functiemenging voorkomt en gebieden gelegen direct langs een hoofdinfrastructuur. Kenmerkend voor het omgevingstype gemengd gebied is dat sprake is van een zekere verstoring en dus van een relevant andere omgevingskwaliteit dan in een rustig woongebied. Bedrijfswoningen Een bedrijfswoning op een bedrijventerrein is een specifiek woningtype waar minder hoge eisen aan het woon- en leefklimaat kunnen worden gesteld. Bedrijfswoningen zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied. Te hanteren richtafstanden De 'standaard SvB' onderscheidt een tiental milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor beide omgevingstypen (rustige woonwijk en gemengd gebied) per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden. De richtafstand geldt tussen de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan (of via vergunningvrij bouwen) mogelijk is. Daarbij gaat het nadrukkelijk om een richtafstand. Kleinere afwijkingen ten opzichte van deze afstand zijn mogelijk zonder dat hierdoor knelpunten behoeven te ontstaan.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 1
milieucategorie
3
richtafstand (in meters) rustige woonwijk
gemengd gebied
1
101
0
2
30
102
3.1
50
30
3.2
100
50
4.1
200
100
4.2
300
200
5.1
500
300
5.2
700
500
5.3 6
1.000 1.500
700 1.000
Toelaatbaarheid van bedrijven die onder een specifieke regelgeving vallen In de 'standaard SvB' zijn ook aanduidingen opgenomen die aangeven dat bepaalde bedrijven onder een specifieke wettelijke regeling kunnen vallen. Het betreft: bedrijven die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken' zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (zogenoemde grote lawaaimakers); deze bedrijven zijn alleen toegestaan op industrieterreinen die in het kader van deze wet gezoneerd zijn; bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) kunnen vallen (nu of in de toekomst); het betreft risicovolle bedrijven waar gebruik, opslag en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; voor dergelijke bedrijven gelden (wettelijke) normen ten aanzien van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico; bedrijven die onder het Vuurwerkbesluit vallen; voor dergelijke bedrijven gelden (wettelijke) afstandsnormen. In de regels van dit bestemmingsplan is aangegeven of en zo ja, onder welke voorwaarden dergelijke bedrijven in het plangebied zijn toegestaan. De toegepaste Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' De in dit bestemmingsplan opgenomen 'standaard SvB' komt in verregaande mate overeen met de VoorbeeldStaat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. In de toegepaste 'standaard SvB' zijn alle activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen (toevoegingen en weglatingen) ten opzichte van de activiteiten die in de VoorbeeldStaat zijn opgesomd. Onder de volgende SBI-codes 0112, 014, 05011, 05012, 0502, 2612, 63.1 en 63.21 zijn activiteiten toegevoegd die vallen onder de definitie 'bedrijf'. In de VNG-publicatie is een aparte lijst van opslagen en installaties opgenomen. Deze lijst is verwerkt in de 'standaard SvB' voor zover sprake is van activiteiten die vallen onder het begrip 'bedrijf'. Hierdoor hebben toevoegingen plaatsgevonden bij de SBI-code 51.512. Groothandels voor professioneel vuurwerk en vuurwerkfabrieken zijn vanwege strenge eisen uit het Vuurwerkbesluit nooit toegestaan op een bedrijventerrein en dus niet in de 'standaard SvB 'bedrijventerrein' opgenomen. Dit geldt ook voor bedrijven die kernenergie produceren.
1) Het betreffen bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. 2) Het betreffen bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving zelfs toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing in gemengde gebieden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
191.14141.00
4
Bijlage 1
Bij enkele activiteiten heeft een nadere specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op de verwachte milieueffecten1) van deze activiteiten. Voor de volgende SBI-codes heeft een specificatie van de categorie-indeling plaatsgevonden naar gelang het oppervlak van het bedrijf: 15.2 en 51.8. Voor de volgende SBI-codes heeft een specificatie naar categorie-indeling plaatsgevonden naar gelang sprake is van reparatie of incidenteel bouwen dan wel reguliere productie: 29 en 35.1. Voor aannemers, SBI-code 45, is een nadere indeling van diverse aannemersactiviteiten gemaakt met bijbehorende categorie-indeling.
6.1. Flexibiliteit De 'standaard SvB' blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. De richtafstanden en inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne bedrijfsvoering. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de 'standaard SvB' is verondersteld. In de regels is daarom bepaald dat het college van burgemeester en wethouders een dergelijk bedrijf toch via een ontheffing kan toestaan, indien dit bedrijf niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de 'standaard SvB' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal twee categorieën (dus bijvoorbeeld categorie 3.2 in plaats van 2 of categorie 4.2 in plaats van 3.2). Om deze ontheffing te kunnen verlenen moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de 'standaard SvB' niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het college van burgemeester en wethouders vestiging van een dergelijk bedrijf via een ontheffing kan toestaan. Om deze ontheffing te kunnen verlenen moet op basis van milieutechnisch onderzoek worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven. In de 'standaard SvB' is bij de indeling van sommige bedrijfsactiviteiten uitgegaan van een continue bedrijfsvoering, waarbij de hinderlijke activiteiten ook 's nachts plaatsvinden. Dit is in de 'standaard SvB' aangegeven met een 'C' in de laatste kolom. Het kan echter voorkomen dat een specifiek bedrijf niet continu werkt. Dit gegeven kan eveneens aanleiding zijn om het bedrijf via de bovengenoemde ontheffingsbevoegdheid een categorie lager in te delen. Voor de concrete toetsing van een verzoek om ontheffing wordt verwezen naar bijlage 5 van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering.
SBI 93/standaard SvB febr. 2010
1) Inschatting van milieueffecten heeft plaatsgevonden op basis van dezelfde expertise die bij het opstellen van de nieuwe VNG-uitgave is gebruikt.
191.14141.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bijlage 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
RIVM-advies
1
191.14141.00
regels
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
3
Artikel 1
Begrippen
3
Artikel 2
Wijze van meten
7
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
9
Artikel 3
Bedrijventerrein
Artikel 4
Verkeer
13
Artikel 5
Waterstaat - Waterkering
13
Hoofdstuk 3
Algemene regels
9
15
Artikel 6
Antidubbeltelregel
15
Artikel 7
Algemene bouwregels
15
Artikel 8
Algemene aanduidingsregels
15
Artikel 9
Algemene ontheffingsregels
16
Artikel 10
Overige regels
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregel
16 17
Artikel 11
Overgangsrecht
17
Artikel 12
Slotregel
18
Bijlage bij regels
19
2
Bedrijventerrein Het Nieuwland
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Hoofdstuk 1
Artikel 1
1.1
3
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Nieuwland van de gemeente Papendrecht.
1.2 de
bestemmingsplan geometrisch
bepaalde
planobjecten
als
vervat
in
het
GML-bestand
NL.IMRO.0590.bp01bedrnieuwland-2001 met de bijbehorende regels.
1.3
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5
achtererf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
1.6
bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.7
bedrijfsperceel
een aaneengesloten stuk grond welke is bestemd voor een bedrijf.
1.8
bedrijfsvloeroppervlakte/brutovloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
4
Bedrijventerrein Het Nieuwland
1.9
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.10
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.11
Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.12
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.13
bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.14
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.15
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.16
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.17
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.18
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.19
geluidshinderlijke inrichtingen
bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
1.20
5
gezoneerd industrieterrein
terrein waarop bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zijn toegelaten, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.21
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmeting of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.22
kantoor
voorzieningen
gericht
op
het
verlenen
van
diensten
op
administratief,
financieel,
architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.23
kwetsbaar object
a.
woningen, woonschepen en woonwagens (meer dan 2 per hectare);
b.
gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals: 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verleeghuizen; 2. scholen; 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
c.
gebouwen waarin grote aantallen van personen gedurende een groot gedeelte van de dag plegen te zijn, zoals: 1. kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object; 2. complexen, waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk brutovloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt, en winkels met een totaal vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per object, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd; 3. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen van het jaar.
1.24
lokaal georiënteerd kantoor
een kantoor dat in hoofdzaak zijn diensten verleend aan instanties en/of personen binnen de gemeente Papendrecht.
1.25
nutsvoorzieningen
voorzieningen
ten
gasreduceerstations, telefooncellen,
behoeve
van
schakelhuisjes,
voorzieningen
ten
het
openbare
duikers, behoeve
nut,
zoals
bemalingsinstallaties, van
(ondergrondse)
transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes, afvalinzameling
en
apparatuur voor telecommunicatie.
1.26
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
6
Bedrijventerrein Het Nieuwland
1.27 a.
peil
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang die onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b.
in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.28
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.29
voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.30
zelfstandige kantoren
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij de dienstverlening niet ten dienste staat van en verbonden is aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormt.
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Artikel 2
7
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
2.2
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3
breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.4
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
8
Bedrijventerrein Het Nieuwland
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Hoofdstuk 2
Artikel 3
3.1
9
Bestemmingsregels
Bedrijventerrein
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
b.
ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens zelfstandige, kleinschalige en lokaal georiënteerde kantoren;
c.
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, verhardingen, nutsvoorzieningen,
verkeersvoorzieningen,
parkeervoorzieningen
en
laad-
en
losvoorzieningen. 3.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1
Gebouwen
a.
gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
b.
de minimale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten minste de met de aanduiding 'minimale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
c.
de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
d.
de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bedrijfsperceel;
e.
voor de afstand van de achtergevel van de gebouwen tot de grens van de achterzijde van het bouwperceel geldt een afstandsmaat van minimaal 4 m voor bouwpercelen tot maximaal 2.500 m² en minimaal 6 m voor bouwpercelen groter dan 2.500 m²;
f.
voor de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen geldt een afstandsmaat van minimaal 4 m voor bouwpercelen tot maximaal 2.500 m², minimaal 6 m voor bouwpercelen tot maximaal 5.000 m² en minimaal 12 m voor bouwpercelen groter dan 5.000 m²;
g.
minimaal 60% van de voorgevellengte van gebouwen dient in de bebouwingsgrens te worden gebouwd.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
10
Bedrijventerrein Het Nieuwland
3.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a.
de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,5 m;
b.
de bouwhoogte van lichtmasten, verkeersvoorzieningen en vlaggemasten bedraagt ten hoogste 9 m;
c.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
3.3
Nadere eisen
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zulks in het belang van de ruimtelijke kwaliteit.
3.4
Ontheffing van de bouwregels
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van lid 3.2: a.
tot een maximum bebouwingspercentage van 90% van het bedrijfsperceel;
b.
tot een maximale bouwhoogte van gebouwen van 12 m;
c.
tot een maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde van 12 m, met uitzondering van lichtmasten, verkeersvoorzieningen en erfscheidingen.
Toepassing van deze ontheffingsbevoegdheid is uitsluitend toegestaan, indien het bouwplan in overeenstemming is met het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
3.5
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a.
per bedrijf wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein waarbij geldt dat:
1 parkeerplaats per 80 m² bedrijfsvloeroppervlakte voor werknemers van bedrijven;
1 parkeerplaats per 50 m² bedrijfsvloeroppervlakte voor werknemers van kantoren;
1 parkeerplaats per 500 m² bedrijfsvloeroppervlakte voor bedrijven en kantoren ten behoeve van bezoekers;
b.
geluidshinderlijke inrichtingen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Overig Gezoneerd Industrieterrein';
c.
Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
d.
activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
e.
opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
f.
50% van het onbebouwde deel van het perceel mag, voor zover gelegen achter de bebouwingsgrens, worden gebruikt voor de opslag van goederen, met een maximum van 250 m² ingeval van een kavelgrootte tot 2.500 m² en 500 m² ingeval van een kavelgrootte tot 5.000 m²;
g.
opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
h.
goederenbehandeling dient in principe inpandig te geschieden;
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
i.
per
bedrijf
is
kantoorvloeroppervlakte
bedrijfsvloeroppervlakte
niet
die
toegestaan;
meer
bedraagt
dan
kantoorvloeroppervlakte
50% van
11
van
meer
de dan
1.500 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan; j.
de bedrijfsvloeroppervlakte van kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' mag niet meer bedragen dan 750 m² per vestiging;
k.
detailhandel
is
niet
toegestaan,
behoudens
detailhandel
die
een
ondergeschikt
bestandsdeel vormt van de bedrijfsvoering; l.
bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
m. per bedrijf is maximaal n.
één in-/uitrit met een maximale breedte van 8 m toegestaan;
voor bedrijven die grenzen aan de ontsluitingsweg dient parallel aan de perceelsgrens een groenstrook van ten minste 2 m te worden gerealiseerd.
3.6
Ontheffing van de gebruiksregels
3.6.1
Ontheffing van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van lid 3.1: a.
om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
b.
om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.
3.6.2
Ontheffing van de kantoorvloeroppervlakte
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van lid 3.5 onder i, voor een kantoorvloeroppervlakte van ten hoogste 3.000 m², mits het kantooraandeel niet meer
bedraagt
dan
50%
van
de
brutovloeroppervlakte.
Toepassing
van
deze
ontheffingsbevoegdheid is uitsluitend toegestaan, indien vestiging van het betrokken bedrijf bij een belangrijke openbaarvervoerlocatie niet mogelijk is vanwege: a.
een tekort aan ruimte bij openbaarvervoerlocaties in de regio;
b.
een
zodanig
groot
en
extensief
ruimtebeslag,
dat
realisering
bij
een
openbaarvervoerlocatie in relatie tot de beschikbare capaciteit en het aanbod aan arbeidsintensieve functies niet gewenst is; c.
de milieuhygiënische situatie.
3.7
Wijzigingsbevoegdheid
3.7.1
Wijzigingsbevoegdheid voor Bevi-inrichtingen
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein'
zodanig
te
wijzigen
dat
Bevi-inrichtingen
zijn
toegestaan,
met
inachtneming van de volgende regels: a.
de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico of - indien van toepassing - de afstand, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Bevi jo artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, is gelegen: 1. binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting; 2. op gronden met de bestemming Verkeersdoeleinden, Groenvoorzieningen of Water;
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
12
b.
Bedrijventerrein Het Nieuwland
in de toelichting bij het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.
3.7.2
Wijzigingsbevoegdheid voor planmer-plichtige activiteiten
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein' zodanig te wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3.5 onder d, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld conform de eisen zoals gesteld in de Wet milieubeheer.
3.6.3 a.
Wijzigingsbevoegdheid voor bedrijfsactiviteiten
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen indien vernieuwde inzichten en/of technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
b.
De bedrijfsactiviteiten die door middel van deze wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt worden, dienen wat betreft invloed op de omgeving te behoren tot een categorie van bedrijfsactiviteiten die in dit bestemmingsplan reeds is toegestaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Artikel 4
4.1
13
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
b.
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.
4.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a.
op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b.
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 5
5.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de waterkering.
5.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, met dien verstande dat de Keur van het Waterschap van toepassing is.
5.3
Ontheffing van de bouwregels
Het college van burgemeester en wethouders kan na overleg met de waterbeheerder ontheffing verlenen van lid 5.2, indien de bij de betrokken enkelbestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
14
Bedrijventerrein Het Nieuwland
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Hoofdstuk 3
Artikel 6
15
Algemene regels
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7
7.1 a.
Algemene bouwregels
Afstand tot waterlopen In verband met het toezicht en onderhoud van (hoofd)watergangen mag geen bebouwing worden geprojecteerd bij hoofdwatergangen, binnen de stroken grond ter breedte van 5 m landwaarts, gemeten vanaf de bovenkant van de taluds.
b.
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde onder a teneinde een kleinere afstand toe te laten, na overleg met de waterbeheerder.
Artikel 8
Algemene aanduidingsregels
Veiligheidszone-Leiding Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - Leiding' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
16
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Artikel 9 9.1.
Algemene ontheffingsregels
Het college van burgemeester en wethouders kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2
reeds ontheffing kan worden verleend - ontheffing verlenen van de regels voor: a.
afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
b.
overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk
is
in
verband
met
de
werkelijke
toestand
van
het
terrein;
de
overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. 9.2.
Ontheffing wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan
aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 10
Overige regels
Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Hoofdstuk 4
Artikel 11
11.1
17
Overgangs- en slotregel
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a.
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig
of
in
uitvoering
is,
dan
wel
gebouwd
kan
worden
krachtens
een
bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b.
burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
c.
het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2
Overgangsrecht gebruik
11.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a.
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
b.
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
c.
indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
d.
dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg bp01bedrnieuwland
18
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Artikel 12
Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Nieuwland'.
_______________________________________________________________________________________________________________ bp01bedrnieuwland Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bijlage bij de regels
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
behorende bij de regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Nieuwland van de gemeente Papendrecht
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'
-
niet van toepassing of niet relevant
u
uur
<
kleiner dan
d
dag
>
groter
w
week
=
gelijk aan
j
jaar
cat.
categorie
B
bodemverontreiniging
e.d.
en dergelijke
C
continu
kl.
klasse
D
divers
n.e.g.
niet elders genoemd
L
luchtverontreiniging
o.c.
opslagcapaciteit
Z
zonering op basis van Wet geluidhinder
p.c.
productiecapaciteit
R
risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
p.o.
productieoppervlak V
Vuurwerkbesluit van toepassing
b.o.
bedrijfsoppervlak
v.c.
verwerkingscapaciteit
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
0112
0
Tuinbouw:
0112
4
0112 0112
1
-
bloembollendroog- en prepareerbedrijven
3
014
4
-
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m²
-
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o.<= 500 m²
-
algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55
-
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²
5 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations
0142
-
30
10
30
C
10
30
100
10
30
C
10
100
30
10
30
C
10
30
10
30
C
30
10
30
VERKEER
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
INDICES
2
1 G
3.2
1 G
30
2
1 G
10
30
2
1 G
50
10
50
3.1
2 G
10
30
10
30
2
1 G
30
10
50
10
50
3.1
2 G
30
10
30
10
30
2
1 G
30
10
30
C
0
30
2
1 G
100
0
100
C
50
3.2
2 G
- witlofkwekerijen (algemeen) Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
2
014
0501.1
champignonkwekerijen met mestfermentatie
7
014
05
6
0
014
champignonkwekerijen (algemeen)
5
014
014
-
STOF
GEUR
01
0112
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
D
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Zeevisserijbedrijven
R
100
0501.2 0
0502
1
0502
-
oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven
-
visteeltbedrijven
2
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
1
151 151 151 151 151
-
slachterijen en pluimveeslachterijen
-
vetsmelterijen
-
bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m²
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m²
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
2 3 4 5 6 7
151
8
152
0
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
INDICES
50
0
50
C
10
50
3.1
1 G
100
30
50
C
0
100
3.2
1 G
50
0
50
C
0
50
3.1
1 G
100
0
100
C
50
3.2
2 G
700
0
100
C
30
700
5.2
2 G
300
0
100
C
50
R
300
4.2
2 G
100
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
50
0
50
C
30
50
3.1
1 G
30
0
50
10
50
3.1
1 G
50
0
50
10
50
3.1
1 G
50
0
50
10
50
3.1
2 G
Vis- en schaaldierkwekerijen
15
151
STOF
GEUR Binnenvisserijbedrijven
0502
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
19
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
loonslachterijen vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: -
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
R
100
D
Bedrijventerrein Het Nieuwland
152 152 152 152 152 152
-
drogen
-
conserveren
-
roken
-
verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m²
-
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m²
2 3 4 5 6 0
1531
1
0
1532, 1533
1
1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
100
200
C
30
700
5.2
2 G
200
0
100
C
30
200
4.1
2 G
300
0
50
C
0
300
4.2
1 G
300
10
50
C
30
300
4.2
2 G
100
10
50
30
100
3.2
1 G
50
10
30
10
50
3.1
1 G
300
30
200
50
10
50
50
10
100
C
50
10
100
100
10
300 300
D
C
50
R
300
4.2
2 G
50
R
50
3.1
1 G
10
100
3.2
1 G
C
10
100
3.2
2 G
100
C
10
100
3.2
2 G
10
200
C
30
300
4.2
2 G
10
100
C
10
300
4.2
2 G
- vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Groente- en fruitconservenfabrieken:
-
jam
-
groente algemeen
-
met koolsoorten
-
met drogerijen
2 3 4 5 0
700
vervaardiging van aardappelproducten
2
1532, 1533
INDICES
- conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelproductenfabrieken:
1531
GEVAAR
GEUR
1
1531
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
20
- met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
1541
0
1542
1
0
1543
1
0
1551
1
1551 1551 1551 1551
-
gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton/uur
-
geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton/uur
-
melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar
-
melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar
3 4 5 1
1552
2
300
50
300
C
200
10
100
C
300
10
300
C
100
10
200
C
200
10
300
C
200
100
500
200
30
50
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND R
200
4.1
3 G
50
R
300
4.2
3 G
100
R
200
4.1
3 G
200
R
300
4.2
3 G
30
R
200
4.1
3 G
Z
50
R
300
4.2
3 G
C
Z
50
R
500
5.1
3 G
500
C
Z
50
R
500
5.1
3 G
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
100
0
300
C
50
R
300
4.2
3 G
50
50
300
C
50
R
300
4.2
3 G
50
0
100
C
50
R
100
3.2
2 G
10
0
30
2
1 G
Z
Z
- p.c. >= 250.000 ton/jaar Zuivelproductenfabrieken:
2
1552
30
p.c. < 250.000 ton/jaar
2
1551
C
- p.c. >= 250.000 ton/jaar Margarinefabrieken:
1543
100
p.c. < 250.000 ton/jaar
2
1543
30
- p.c. >= 250.000 ton/jaar Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
1542
200
INDICES
p.c. < 250.000 ton/jaar
2
1542
STOF
GEUR
1 -
1541
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
21
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
- overige zuivelproductenfabrieken Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
-
consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Z
0
30
Bedrijventerrein Het Nieuwland
1561
0
1561
1
0
1562
1
0
1571
1
1571
-
destructiebedrijven beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit >= 10 ton/uur water
2
1571
3
1571
4
-
1571
5 -
1581
- mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur Vervaardiging van voer voor huisdieren 0
100
50
200
50
100
200
Z
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
100
R
300
4.2
2 G
C
50
R
200
4.1
2 G
200
C
50
4.1
2 G
50
200
C
30
R
200
4.1
1 G
300
100
300
C
50
R
300
4.2
2 G
700
30
200
C
50
700
100
100
C
30
300
100
200
C
30
700
200
300
C
200
50
200
C
300
100
300
C
200
100
200
C
200
D
Z
Z
700
D
5.2
3 G
700
D
5.2
3 G
300
4.2
2 G
50
700
5.2
3 G
30
200
4.1
3 G
300
4.2
3 G
200
4.1
2 G
R
mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur
6
1572
C
- p.c. >= 10 ton/uur Veevoerfabrieken:
-
1571
300
p.c. < 10 ton/uur
2
1571
100
Zetmeelfabrieken:
1562
GEVAAR
GEUR - p.c. < 500 ton/uur Grutterswarenfabrieken
1562
200 p.c. >= 500 ton/uur
2
1561
INDICES
Meelfabrieken:
1561
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
22
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Z
50 30
R
1581
- v.c. >= 7.500 kg meel/week Banket, biscuit- en koekfabrieken
1583
0
1583
1
0
1584
1
1584
2
1584
3
-
1584
4
1584
cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²
-
suikerwerkfabrieken met suiker branden
-
suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²
5 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Deegwarenfabrieken
1585 1586
0
1586
1
C
10
30
100
30
100
C
30
100
10
100
C
30
500
100
300
C
100
1000
200
700
C
500
50
100
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
30
2
1 G
100
3.2
2 G
100
3.2
2 G
R
500
5.1
2 G
200
R
1000
5.3
3 G
100
50
R
500
5.1
2 G
30
50
30
100
3.2
2 G
30
10
30
10
30
2
1 G
300
30
50
30
R
300
4.2
2 G
100
30
50
30
R
100
3.2
2 G
30
10
30
10
30
2
1 G
50
30
10
10
50
3.1
2 G
500
30
200
10
500
5.1
2 G
Z
- v.c. >= 2.500 ton/jaar Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
-
1584
10
v.c. < 2.500 ton/jaar
2
1584
30
Suikerfabrieken:
1583
INDICES
v.c. < 7.500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
2
1582
STOF
GEUR
1 -
1581
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
23
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
-
koffiebranderijen
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
C
D
Bedrijventerrein Het Nieuwland
1586
2
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
24
100
10
30
10
100
3.2
2 G
1587
- theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
200
30
50
10
200
4.1
2 G
1589
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
200
30
50
30
200
4.1
2 G
1589.1
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
200
50
50
50
200
4.1
2 G
100
10
50
10
100
3.2
2 G
300
4.2
2 G
1589.2
0
1589.2
1
Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2
R
D
zonder poederdrogen
2
300
50
50
50
1589.2
- met poederdrogen Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
200
50
50
30
200
4.1
2 G
1591
Destilleerderijen en likeurstokerijen
300
30
200
C
30
300
4.2
2 G
200
30
200
C
30
R
200
4.1
1 G
300
50
300
C
50
R
300
4.2
2 G
10
0
30
C
0
2
1 G
300
4.2
2 G
300
4.2
2 G
1592
0
1592
1
1592
R
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
-
p.c. < 5.000 ton/jaar
-
p.c. >= 5.000 ton/jaar
2
1593 t/m 1595
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
1596
Bierbrouwerijen
300
30
100
C
50
1597
Mouterijen
300
50
100
C
30
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
30 R
1598
16 160
17 171
0
172
1
100
200
30
50
10
50
10
R
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 50
100
3.2
3 G
30
200
4.1
2 G
100
30
100
3.2
2 G
10
100
0
100
3.2
2 G
50
300
4.2
3 G
C
Weven van textiel:
172
0
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Bewerken en spinnen van textielvezels
172
10
INDICES
VERWERKING VAN TABAK Tabakverwerkende industrie
-
STOF
GEUR Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
-
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
25
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
aantal weefgetouwen < 50 10
30
300
173
- aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven
50
0
50
10
50
3.1
2 G
174, 175
Vervaardiging van textielwaren
10
0
50
10
50
3.1
1 G
1751
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
100
30
200
10
200
4.1
2 G
176, 177
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
0
10
50
10
50
3.1
1 G
18
2
-
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Z
Bedrijventerrein Het Nieuwland
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
26
181
Vervaardiging kleding van leer
30
0
50
0
50
3.1
1 G
182
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer)
10
10
30
10
30
2
2 G
183
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
50
10
10
10
50
3.1
1 G
300
30
100
10
300
4.2
2 G
3.1
2 G
19
-
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
191
Lederfabrieken
192
Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel)
50
10
30
10
50
193
Schoenenfabrieken
50
10
50
10
50
3.1
2 G
0
50
100
50
100
3.2
2 G
200
30
50
10
200
4.1
2 G
10
30
50
10
50
3.1
2 G
100
30
100
10
100
3.2
3 G
20
-
2010.1
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE Houtzagerijen
2010.2
0
2010.2
1
202
R
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2
D
met creosootolie
2 - met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
27
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
203, 204, 205
0
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
0
30
100
0
100
3.2
2 G
203, 204, 205
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
0
30
50
0
50
3.1
1 G
10
10
30
0
30
2
1 G
200
100
200
C
50
R
200
4.1
3 G
50
30
50
C
30
R
50
3.1
1 G
100
50
200
C
Z
50
R
200
4.1
2 G
200
100
300
C
Z
100
R
300
4.2
3 G
30
30
100
C
30
R
100
3.2
2 G
30
30
100
C
30
R
100
3.2
2 G
50
30
200
C
30
R
200
4.1
2 G
205
21
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
-
2111
Vervaardiging van pulp
2112
0
2112
1
2112 2112
Papier- en kartonfabrieken:
-
p.c. < 3 ton/uur
-
p.c. 3 - 15 ton/uur
2 3 - p.c. >= 15 ton/uur Papier- en kartonwarenfabrieken
212 2121.2
0
2121.2
1
2121.2
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
Golfkartonfabrieken:
-
p.c. < 3 ton/uur
-
p.c. >= 3 ton/uur
2
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Z
Bedrijventerrein Het Nieuwland
22
-
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
28
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2221
Drukkerijen van dagbladen
30
0
100
2222
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
30
0
2222.6
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
10
C
10
100
3.2
3 G
100
10
100
3.2
3 G
0
30
0
30
2
1 P
0
0
10
0
10
1
1 G
2223
A
Grafische afwerking
2223
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2 G
2224
Grafische reproductie en zetten
30
0
10
10
30
2
2 G
2225
Overige grafische activiteiten
30
0
30
10
30
2
2 G
223
Reproductiebedrijven opgenomen media
0
0
10
0
10
1
1 G
23
-
D
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
231
Cokesfabrieken
1000
700 1000
C
Z
100
R
1000
5.3
2 G
2320.1
Aardolieraffinaderijen
1500
100 1500
C
Z
1500
R
1500
6
3 G
2320.2
A
Smeeroliën- en vettenfabrieken
2320.2
B
Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie
50
0
100
30
R
100
3.2
2 G
300
0
100
50
R
300
4.2
2 G
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2320.2
C
233
Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2411
0
Vervaardiging van industriële gassen:
2411
1
2411
-
luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton/dag lucht
-
overige gassenfabrieken, niet explosief
2 3 - overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken
2412 2413
0
2413
1
A0
2414.1
A1
2414.1
10
10
100
1500
10
0
700
C
100
0
500
100
0
200
R
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 50
300
D
4.2
2 G
1500
D
6
1 G
100
R
700
5.2
3 G
C
100
R
500
5.1
3 G
500
C
300
R
500
5.1
3 G
0
200
C
200
R
200
D
4.1
3 G
100
30
300
C
300
R
300
D
4.2
2 G
300
50
500
C
700
R
700
D
5.2
3 G
300
10
200
C
300
R
300
D
4.2
2 G
1000
30
500
C
700
R
1000
D
5.3
2 G
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
A2 B0
200
- vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' Organische chemische grondstoffenfabrieken:
2414.1
0
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
2
2414.1
300
Z
INDICES
Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:
2413
STOF
GEUR Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
24
2411
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
29
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
- vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' Methanolfabrieken:
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
2414.1
0
2414.2
1
0
200
C
200
0
300
C
300
0
200
C
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
100
R
200
4.1
2 G
Z
200
R
300
4.2
3 G
100
R
300
4.2
2 G
200
R
500
5.1
3 G
- p.c. >= 100.000 ton/jaar Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):
2414.2
100
INDICES
p.c. < 100.000 ton/jaar
B2
2414.2
GEVAAR
GEUR
B1 -
2414.1
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
30
p.c. < 50.000 ton/jaar
2
500
0
300
C
2415
- p.c. >= 50.000 ton/jaar Kunstmeststoffenfabrieken
500
300
500
C
500
R
500
5.1
3 G
2416
Kunstharsenfabrieken en dergelijke
700
30
300
C
500
R
700
5.2
3 G
300
50
100
C
1000
R
1000
5.3
3 G
100
10
30
C
500
R
500
D
5.1
2 G
300
30
200
C
300
R
300
D
4.2
3 G
200
10
200
C
300
R
300
4.2
1 G
300
10
300
C
500
R
500
5.1
2 G
50
10
50
50
R
50
3.1
2 G
242
0
242
1
Landbouwchemicaliënfabrieken:
242
- formulering en afvullen Verf, lak en vernisfabrieken
2441
0
2441
1
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2441
fabricage
2
243
p.c. < 1.000 ton/jaar
2
2442
0
2442
1
Z
- p.c. >= 1.000 ton/jaar Farmaceutische productenfabrieken:
-
formulering en afvullen geneesmiddelen
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2442
2
10
10
30
2451
- verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
300
100
200
C
100
R
2452
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
300
30
50
C
50
R
100
10
100
2462
0
2462
1
VERKEER
CATEGORIE 30
2
2 G
300
4.2
3 G
300
4.2
2 G
50
100
3.2
3 G
500
5.1
3 G
zonder dierlijke grondstoffen
2
2464
10
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
31
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
500
30
100
50
- met dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken
50
10
100
50
R
100
3.2
3 G
50
10
50
50
R
50
3.1
3 G
4.1
2 G
2466
A
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
2466
B
Overige chemische productenfabrieken n.e.g.
200
30
100
C
200
R
200
Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
300
30
300
C
200
R
300
4.2
3 G
300
50
300
C
100
R
300
4.2
2 G
50
10
30
30
50
3.1
1 G
200
50
100
50
200
4.1
2 G
247
25
-
2511 0
2512
1
2512
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Rubberbandenfabrieken
2512
D
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
-
vloeroppervlak < 100 m²
-
vloeroppervlak >= 100 m²
2
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
R
Bedrijventerrein Het Nieuwland
2513 0
252
1
252
-
zonder fenolharsen met fenolharsen productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
2
252
3
26
-
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
261
0
Glasfabrieken:
261
1
261 261
100
10
50
50
R
100
200
50
100
100
R
300
50
100
200
R
50
30
50
30
30
100
30
100
300
300
100
100
D
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
INDICES
3.2
1 G
200
4.1
2 G
300
4.2
2 G
30
50
3.1
2 G
30
100
3.2
1 G
300
4.2
2 G
300
4.2
1 G
500
5.1
2 G
Kunststofverwerkende bedrijven:
-
261
GEVAAR
GEUR Rubber-artikelenfabrieken
252
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
32
-
glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar
-
glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar
-
glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar
2 3
Z
50
R
30
500
200
300
2612
- glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton/jaar Glas-in-loodzetterij
10
30
30
10
30
2
1 G
2615
Glasbewerkingsbedrijven
10
30
50
10
50
3.1
1 G
262, 263
4
C
0
Aardewerkfabrieken:
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
C
Z
50
R
262, 263
264
A
- vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen en baksteenelementenfabrieken
264
B
Dakpannenfabrieken
2651
0
Cementfabrieken:
2651
1
2651
0
2652
1
0
2653
1
0
2661.1
1
2661.1
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 30
2
1 G
30
50
100
30
100
3.2
2 G
30
200
200
30
200
4.1
2 G
50
200
200
100
R
200
4.1
2 G
10
300
500
C
30
R
500
5.1
2 G
30
500 1000
C
50
R
1000
5.3
3 G
30
200
200
30
R
200
4.1
2 G
50
500
300
50
R
500
5.1
3 G
30
200
200
30
R
200
4.1
2 G
50
500
300
50
R
500
5.1
3 G
10
100
200
30
200
4.1
2 G
10
100
300
30
300
4.2
2 G
Z
Z
p.c. < 100.000 ton/jaar
2
2661.1
10
- p.c. >= 100.000 ton/jaar Gipsfabrieken:
2653
30
p.c. < 100.000 ton/jaar
2
2653
10
- p.c. >= 100.000 ton/jaar Kalkfabrieken:
2652
10
p.c. < 100.000 ton/jaar
2
2652
INDICES
vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
2
-
STOF
GEUR
1 -
262, 263
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
33
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
Z
- p.c. >= 100.000 ton/jaar Betonwarenfabrieken:
-
zonder persen, triltafels en bekistingtrille
-
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag
2
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
2661.1
0
2661.2
1
- p.c. >= 100.000 ton/jaar Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
2663, 2664
0
2663, 2664
1
0
2665, 2666
1
0
267
1
267 267 267
50
100
30
200
300
50
50
10
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 700
5.2
3 G
30
100
3.2
2 G
30
300
4.2
3 G
100
30
100
3.2
2 G
50
100
10
100
3.2
3 G
30
200
300
10
300
4.2
3 G
10
50
100
30
200
300
10
30
100
0
100
10
30
50
0
10
100
300
30
200
700
Z
Z
50
R
100
3.2
2 G
200
R
300
4.2
3 G
3.2
1 G
50
3.1
1 G
10
300
4.2
1 G
10
700
5.2
2 G
p.c. < 100 ton/dag
2
267
30
- p.c. >= 100 ton/uur Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
2665, 2666
10
Z
p.c. < 100 ton/uur
2
2665, 2666
700
Betonmortelcentrales:
2663, 2664
200
p.c. < 100.000 ton/jaar
2
2662
30
INDICES
- met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton/dag Kalkzandsteenfabrieken:
2661.2
GEVAAR
GEUR
3
2661.2
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
34
Z
- p.c. >= 100 ton/dag Natuursteenbewerkingsbedrijven:
-
zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
-
zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²
-
met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar
-
met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton/jaar
2 3 4
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Z
D
2681 A0
2682
A1
B0
2682
B1 B2
2682
C
2682
D0
Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur
2682
D1 -
-
VERVAARDIGING VAN METALEN
271
0
Ruwijzer- en staalfabrieken:
271
1 -
300
100
100
30
500
200
200
Z
100
200
300
C
Z
200
100
100
C
50
50
100
D
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 50
3.1
1 G
300
4.2
3 G
50
500
5.1
3 G
30
300
4.2
2 G
50
200
4.1
2 G
100
50
100
3.2
2 G
50
200
30
200
4.1
3 G
200
100
300
50
300
4.2
3 G
700
500
700
5.2
2 G
6
3 G
Z
D
200
R
700
300
R
1500
p.c. < 1.000 ton/jaar
2 0
10
asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur
27
272
50
steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar
- overige isolatiematerialen Minerale productenfabrieken n.e.g.
271
30
- p.c. >= 100 ton/uur Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):
2682
10
p.c. < 100 ton/uur
A2
2682
INDICES
Bitumineuze materialenfabrieken:
2682
STOF
GEUR Slijp- en polijstmiddelenfabrieken
2682
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
35
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
1500 - p.c. >= 1.000 ton/jaar IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
1000 1500
C
Z
Bedrijventerrein Het Nieuwland
272
30
0
273
1
50
A0
274
A1
B0
274
B1
0
2751, 2752
1
0
2753, 2754
1
30
30
300
50
50
700
100
100
300
200
300
700
50
50
500
200
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 50
R
1000
5.3
3 G
30
300
4.2
2 G
Z
50
R
700
5.2
3 G
30
R
300
4.2
1 G
Z
50
R
700
5.2
2 G
50
R
500
5.1
2 G
100 1000
Z
100
R
1000
5.3
3 G
100
50
300
C
30
R
300
4.2
1 G
200
100
500
C
50
R
500
5.1
2 G
100
50
300
C
30
R
300
4.2
1 G
p.c. < 4.000 ton/jaar
2
2753, 2754
Z
- p.o. >= 2.000 m² IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
2751, 2752
100 1000
p.o. < 2.000 m²
B2
2751, 2752
2 G
- p.c. >= 1.000 ton/jaar Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:
274
5.1
p.c. < 1.000 ton/jaar
A2
274
500
- p.o. >= 2.000 m² Non-ferro-metaalfabrieken:
274
30
p.o. < 2.000 m²
2
274
500
- p.o. >= 2.000 m² Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
273
30
INDICES
p.o. < 2.000 m²
2
273
GEVAAR
GEUR
1 -
272
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
36
Z
- p.c. >= 4.000 ton/jaar Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
-
p.c. < 4.000 ton/jaar
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2753, 2754
-
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
281
0
Constructiewerkplaatsen:
281
1
281
-
gesloten gebouw
-
gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
-
in open lucht, p.o. < 2.000 m²
1a 2 3
2821
0
2821
1
500
30
30
100
30
30
30
C
Z
R
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 50
500
5.1
2 G
30
100
3.2
2 G
50
10
50
3.1
1 G
50
200
30
200
4.1
2 G
50
200
300
30
300
4.2
3 G
30
50
300
Z
30
R
300
4.2
2 G
50
R
500
5.1
3 G
p.o. < 2.000 m²
2
2822, 2830
100
- in open lucht, p.o. >= 2.000 m² Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2821
200
INDICES
p.c. >= 4.000 ton/jaar
28
281
STOF
GEUR
2 -
281
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
37
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
50
100
500
- p.o. >= 2.000 m² Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels
Z
30
30
200
30
200
4.1
2 G
4.1
1 G
284
A
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
10
30
200
30
200
284
B
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke
50
30
100
30
100
D
3.2
2 G
284
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
30
30
50
10
50
D
3.1
1 G
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
2851
0
2851
1
2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR -
algemeen
-
stralen
-
metaalharden
-
lakspuiten en moffelen
-
scoperen (opspuiten van zink)
-
thermisch verzinken
-
thermisch vertinnen
-
mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
-
anodiseren, eloxeren
-
chemische oppervlaktebehandeling
10 11 12 2 3 4 5 6 7 8
2851
9
2852
1
2852
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
A0
INDICES
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
emailleren galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) Overige metaalbewerkende industrie
287
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
38
-
50
50
100
50
100
3.2
2 G
30
200
200
30
200
D
4.1
2 G
30
50
100
50
100
D
3.2
1 G
100
30
100
50
R
100
D
3.2
2 G
50
50
100
30
R
100
D
3.2
2 G
100
50
100
50
100
3.2
2 G
100
50
100
50
100
3.2
2 G
30
50
100
30
100
3.2
2 G
50
10
100
30
100
3.2
2 G
50
10
100
30
100
3.2
2 G
100
50
100
50
100
3.2
1 G
30
30
100
50
100
3.2
2 G
10
30
100
30
100
D
3.2
1 G
10
30
50
10
50
D
3.1
1 G
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
R
287
A2
287
B
287
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
29
-
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
0
Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie:
29
1
29 29
30
50
200
VERKEER
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
INDICES
30
200
4.1
2 G
30
500
5.1
3 G
p.o. < 2.000 m²
- p.o. >= 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
29
STOF
GEUR
A1 -
287
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
39
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
-
p.o. < 2.000 m²
-
p.o. >= 2.000 m²
-
met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
-
reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien
2 3 4
30
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
A
Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie
31
-
50
100
500
30
30
100
30
100
3.2
2 G
30
30
50
10
50
3.1
1 G
30
30
100
30
100
D
3.2
2 G
50
30
200
30
200
D
4.1
3 G
50
30
300
30
300
D
4.2
3 G
30
30
50
30
50
3.1
1 G
30
10
30
10
30
2
1 G
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Z
Z
Bedrijventerrein Het Nieuwland
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
40
BENODIGDHEDEN 311
Elektromotoren- en generatorenfabrieken, inclusief reparatie
200
30
30
50
200
4.1
1 G
312
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
200
10
30
50
200
4.1
1 G
313
Elektrische draad- en kabelfabrieken
100
10
200
100
4.1
2 G
314
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
100
30
100
50
100
3.2
2 G
315
Lampenfabrieken
200
30
30
300
300
4.2
2 G
316
Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
1 G
3162
Koolelektrodenfabrieken
1500
6
2 G
3.1
2 G
3.1
1 G
32
-
1500
300 1000
C
Z
200
R
R
R
200
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN
321 t/m 323
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke, inclusief reparatie
30
0
50
30
50
3210
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
50
33
-
D
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
D
33
A
34
30
0
30
100
10
200
200
30
300
100
10
0
341
1
0
VERKEER
2
1 G
C
4.1
3 G
30
R
200
D
50
R
300
4.2
3 G
200
30
R
200
4.1
2 G
200
4.1
2 G
100
3.2
2 G
50
3.1
2 G
100
3.2
2 G
200
4.1
2 G
p.o. < 10.000 m²
2
Z
3420.1
- p.o. >= 10.000 m² Carrosseriefabrieken
3420.2
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
30
10
200
30
343
Auto-onderdelenfabrieken
30
10
100
30
30
30
50
10
100
50
100
50
50
100
200
30
35
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
1
351
30
Autofabrieken en assemblagebedrijven
-
351
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparatie
INDICES
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341
341
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
41
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
-
houten schepen
-
kunststof schepen
-
metalen schepen < 25 m
2 3
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
R
R
Bedrijventerrein Het Nieuwland
351
- onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen Scheepssloperijen
352
0
352
1
0
353
1
30
50
100
Z
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 50
500
5.1
2 G
50
30
50
3.1
2 G
200
700
100
700
5.2
2 G
50
30
100
30
100
3.2
2 G
50
30
300
300
4.2
2 G
50
30
200
200
4.1
2 G
R
Z
30
R
30
zonder proefdraaien motoren 100
30
1000
354
- met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
30
10
355
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
30
2
36
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
1
Meubelfabrieken
361
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
362
C
- met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
353
500
algemeen
2
353
100
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
352
100
INDICES
metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW
5
3511
GEVAAR
GEUR
4 -
351
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
42
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
100
R
1000
5.3
2 G
100
30
R
100
3.2
2 G
30
100
30
100
D
3.2
2 G
50
50
100
30
100
D
3.2
2 G
0
10
10
0
10
1
1 P
30
10
10
10
30
2
1 G
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Z
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
43
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
363
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
2 G
364
Sportartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
365
Speelgoedartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
2 G
3661.1
Sociale werkvoorziening
0
30
30
0
30
2
1 P
3661.2
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
30
10
50
30
50
3.1
2 G
30
100
500
30
500
5.1
2 G
30
100
300
10
300
4.2
2 G
700
5.2
3 G
300
4.2
2 G
300
4.2
3 G
37
-
371
VOORBEREIDING TOT RECYCLING Metaal- en autoschredders
372
A0
372
A1
Z
Puinbrekerijen en -malerijen:
372
D
v.c. < 100.000 ton/jaar
A2
372
B
- v.c. >= 100.000 ton/jaar Rubberregeneratiebedrijven
372
C
Afvalscheidingsinstallaties
40
-
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
30
200
700
10
300
50
100
50
200
200
300
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
C
50
R
Bedrijventerrein Het Nieuwland
A0
Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe)
40
A1
-
kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
40
A2 -
oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth
-
gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth
40
A3 A5
40
B0
- warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe:
40
B1
-
40
B2
40
C0
40
C1
40 40 40 40
covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie
VERKEER
C
Z
200
700
5.2
2 G
100
100
500
C
Z
100
500
5.1
2 G
100
100
500
C
Z
100
R
500
5.1
1 G
30
30
500
C
Z
100
R
500
5.1
1 G
100
50
100
30
R
100
3.2
2 G
50
50
100
30
R
100
3.2
2 G
0
0
30
C
10
30
2
1 P
0
0
50
C
30
50
3.1
1 P
0
0
100
C
50
100
3.2
1 P
0
0
300
C
Z
50
300
4.2
1 P
0
0
500
C
Z
50
500
5.1
1 P
0
0
300
C
100
300
4.2
1 P
- vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
-
< 10 MVA
-
10 - 100 MVA
-
100 - 200 MVA
-
200 - 1000 MVA
C5
D1
CATEGORIE
700
C4
40
GROOTSTE AFSTAND
700
C3
D0
INDICES
100
C2
40
GEVAAR
GEUR
40
40
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
44
- >= 1.000 MVA Gasdistributiebedrijven:
-
gascompressorstations vermogen < 100 MW
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
40 40 40 40
-
gascompressorstations vermogen >= 100 MW
-
gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A
-
gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
C
200
0
0
10
C
10
0
0
30
C
10
0
0
50
C
50
30
10
100
C
10
0
30
-
41
A0
41
A1
50
0
10
-
stadsverwarming
-
blokverwarming
41
B1
VERKEER
CATEGORIE
1 P
10
1
1 P
30
2
1 P
50
3.1
1 P
50
100
3.2
1 P
C
10
30
2
1 P
50
C
1000
5.3
1 G
0
50
C
30
50
3.1
1 G
0
0
30
C
10
30
2
1 P
0
0
100
C
10
100
3.2
1 P
0
0
300
C
10
300
4.2
1 P
Waterwinning-/bereidingbedrijven: R
1000
D
met chloorgas
A2 B0
5.1
R
500
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER
-
41
R
- gasontvang- en -verdeelstations, categorie D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
E2
41
INDICES GROOTSTE AFSTAND
500
D5
E1
41
0
D4
40
41
0
D3
E0
41
STOF
GEUR
D2
40
40
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
45
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
- bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
-
< 1 MW
-
1 - 15 MW
-
>= 15 MW
B2 B3
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
45
-
45 45 45 45
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
46
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven/aannemers algemeen
0 -
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m²
-
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o. <= 2.000 m²
1
10
30
100
10
100
3.2
2 G
10
30
50
10
50
3.1
2 G
2
0
10
30
10
30
2
1 G
10
10
30
30
30
2
1 G
453
1
- bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m² Bouwinstallatie algemeen
453
2
Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij
50
30
50
30
50
3.1
1 G
453
3
Elektrotechnische installatie
10
10
30
10
30
2
1 G
50
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
2
2 P
501, 502, 504
Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
10
0
30
10
30
501
Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie)
10
10
100
10
100
3.2
2 G
10
30
100
10
100
3.2
1 G
0
0
10
10
10
1
1 G
5020.4
A
Autoplaatwerkerijen
5020.4
B
Autobeklederijen
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5020.4
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
5020.5
Autowasserijen
10
0
30
503, 504
Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
51
-
GROOTHANDEL EN OPSLAG
5121
0
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
5121
1
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer
50
3.1
1 G
0
30
2
3 P
30
10
30
2
1 P
30
50
30
R
50
3.1
2 G
100
100
300
50
R
300
4.2
2 G
2
2 G
5122
Groothandel in bloemen en planten
10
10
30
5123
Groothandel in levende dieren
50
10
100
5124
Groothandel in huiden, vellen en leder
50
0
5125, 5131
Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
30
5132, 5133
Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën
5134
Groothandel in dranken
5135 5136
Z
R
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
47
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
0
30
0
100
3.2
2 G
30
0
50
3.1
2 G
10
30
50
R
50
3.1
2 G
10
0
30
50
R
50
3.1
2 G
0
0
30
0
30
2
2 G
Groothandel in tabaksproducten
10
0
30
0
30
2
2 G
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
2 G
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
C
Bedrijventerrein Het Nieuwland
VERKEER
CATEGORIE
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
48
5137
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
30
10
30
0
30
2
2 G
5138, 5139
Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
2 G
514
Groothandel in overige consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
2 G
10
0
30
10
V
30
2
2 G
10
0
30
50
V
50
3.1
2 G
0
0
30
30
30
2
2 G
10
50
50
30
50
3.1
2 P
50
500
500
100
500
5.1
3 G
10
0
10
10
10
1
1 G
10
0
10
50
R
50
3.1
1 G
30
0
30
100
R
100
3.2
1 G
10
0
10
10
30
2
1 G
30
0
30
50
50
3.1
1 G
5148.7
0
5148.7
1
5148.7 5148.7
Groothandel in vuurwerk en munitie:
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
2 5
5151.1
0
5151.1
1
- munitie Groothandel in vaste brandstoffen:
5151.1
2
5151.2
0
5151.2
1
5151.2 5151.2 5151.2 5151.2
klein, lokaal verzorgingsgebied Z
- kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m² Groothandel in vloeibare brandstoffen:
-
ondergronds, K1/K2/K3-klasse
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³
-
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³
-
bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³
-
bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³
2 3 4 5
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5151.2 5151.2 5151.2
1
5151.2 5151.2 5151.2
5151.3
-
bovengronds, < 2 m³
-
bovengronds, 2 - 8 m³
-
bovengronds, 8 - 80 m³
-
bovengronds, 80 - 250 m³
-
ondergronds, < 80 m³
5 6
7
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
STOF 50
0
50
200
R
200
D
4.1
2 G
100
0
50
500
R
500
D
5.1
2 G
50
0
50
300
R
300
D
4.2
2 G
0
0
0
30
30
2
1 G
10
0
0
50
R
50
3.1
1 G
10
0
10
100
R
100
3.2
1 G
30
0
30
300
R
300
4.2
2 G
10
0
10
50
R
50
3.1
1G G
30
0
30
200
R
200
4.1
2 G
0
0
0
10
10
1
1 G
10
0
10
30
R
30
2
1 G
30
0
30
500
R
500
5.1
2 G
10
0
10
50
50
3.1
1 G
100
0
30
50
100
3.2
2 G
- ondergronds, 80 - 250 m³ Gasvormige brandstoffen in gasflessen
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
8 9 10
INDICES
- tot vloeistof verdichte gassen Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, LPG (in tanks)):
4
5151.2
5151.2
o.c. >= 100.000 m³
3
0
5151.2
-
2
5151.2
5151.2
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
3
5151.2
5151.2
7
0
5151.2
GEUR
6
5151.2
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
49
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
- grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen)
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
5152.1
0
5152.1
1
0
5153
1
4
5153.4
5
0
5154
1
50
500
700
5155
1 0
VERKEER
10
700
5.2
3 G
0
10
100
10
100
3.2
2 G
0
10
50
10
50
3.1
2 G
0
10
30
10
30
2
1 G
0
30
100
0
100
3.2
2 G
0
10
30
0
30
2
1 G
0
0
50
10
50
3.1
2 G
0
0
30
0
30
2
1 G
50
10
30
100
R
100
3.2
2 G
30
30
30
30
R
30
2
1 G
Z
algemeen: b.o. > 2.000 m²
algemeen: b.o. > 200 m²
algemeen: b.o. > 2.000 m²
2 0
CATEGORIE
3 G
- algemeen: b.o. <= 200 m² Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
-
5155
GROOTSTE AFSTAND
4.2
6
5154
GEVAAR
GEUR
300
- algemeen: b.o. <= 2.000 m² Zand en grind:
-
5155.2
10
2
5153.4
5154
300
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
-
5153.4
300
- opslag oppervlak >= 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabricaten
5153
5153
30 opslag oppervlak < 2.000 m²
2
5152.2 /.3
INDICES
Groothandel in metaalertsen:
5152.1
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
50
- algemeen: b.o. <= 2.000 m² Groothandel in chemische producten
- algemeen Groothandel in kunstmeststoffen
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
D
5155.2
0
5155.2
1
5155.2 5155.2
0
5157
1
5157.2/3
0
5157.2/3
1
5162
0
5162
1
5162
517
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR -
kleine hoeveelheden < 10 ton
-
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
3
5157
INDICES
Bestrijdingsmiddelen in emballage of gasflessen
2
5156
5162
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
51
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
0
0
0
10
0
0
0
30
10
1
1 G
R
30
2
1 G
R
500
5.1
1 G
2
2 G
0
0
0
500
- grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau Groothandel in overige intermediaire goederen
10
10
30
10
30
Autosloperijen: b.o. > 1.000 m²
10
30
100
30
100
3.2
2 G
10
10
50
10
50
3.1
2 G
10
30
100
10
100
3.2
2 G
10
10
50
10
50
3.1
2 G
0
10
100
10
100
3.2
2 G
0
10
50
0
50
3.1
2 G
0
10
30
0
30
2
1 G
0
0
30
0
30
2
2 G
- autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m²
D
- overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m² Groothandel in machines en apparaten:
-
machines voor de bouwnijverheid
-
overige
2 3 - overig met oppervlak <= 2.000 m² Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
52
-
527
60
VERKEER
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND 10
10
1
1 P
0
0
10
0
0
30
C
0
30
2
2 P
10
0
100
C
0
100
3.2
2 G
0
0
100
C
30
100
3.2
3 G
0
0
50
C
30
50
3.1
2 G
Loswal
10
30
50
30
50
3.1
2 G
30
10
50
C
50
3.1
2 G
0
0
30
C
10
30
2
2 G
3.2
2 G
2
2 P
VERVOER OVER LAND
6022
Taxibedrijven
6023
Touringcarbedrijven
6024
0
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m²
6024
1
-
63
-
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
631
INDICES
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
-
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
52
goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m²
6312
A
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
6312
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
6321
2
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
10
0
100
C
30
100
6321
3
Caravanstalling
10
0
30
C
10
30
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
R
50
D
64
-
641
71
VERKEER
CATEGORIE
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten
-
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
53
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
0
0
30
C
0
30
2
2 P
2
2 P
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711
Personenautoverhuurbedrijven
10
0
30
10
30
712
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
713
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2 G
7133
Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers
10
0
30
10
2
2 G
0
10
1
1 P
0
30
2
1 P
72
-
72
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
725
A
Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines
0
0
10
72
B
Datacentra
0
0
30
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
C
Bedrijventerrein Het Nieuwland
73
-
731
74
10
30
30
30
50 30
50
10
30
7481.3
Foto- en filmontwikkelcentrales
10
0
30
C
10
7484.3
Veilingen voor landbouw- en visserijproducten
50
30
200
C
50
7484.4
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
0
0
10
200
10
100
C
300
10
200
C
500
10
300
C
30
0
10
C
9001
A0
9001
A1
9001 9001 9001
30
VERKEER
2
1 P
R
200
D
3.1
1 P
2
2 G
4.1
3 G
1
2 P
0
10
10
200
4.1
2 G
Z
10
300
4.2
2 G
Z
10
500
5.1
3 G
0
30
2
1 P
MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks:
-
< 100.000 i.e.
-
100.000 - 300.000 i.e.
A2 A3 B
R
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Reinigingsbedrijven voor gebouwen
-
CATEGORIE
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR 30
74701
90
INDICES
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
-
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
54
- >= 300.000 i.e. Rioolgemalen
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
9002.1
A
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke
50
30
50
10
9002.1
B
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
30
30
50
30
9002.1
C
Vuiloverslagstations
200
200
300
9002.2
A0
9002.2
A1
500
10
100
100
50
30
0
10
200
50
10
100
9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2
-
mestverwerking/korrelfabrieken
-
kabelbranderijen
-
verwerking radioactief afval
-
pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
-
oplosmiddelterugwinning
-
afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW
A4 A5 A6 A7
9002.2
C0
9002.2
C1
9002.2
VERKEER
CATEGORIE 3.1
2 G
50
3.1
2 G
30
300
4.2
3 G
10
500
5.1
3 G
10
100
3.2
1 G
1500
1500
6
1 G
30
10
50
3.1
1 G
0
10
30
300
200
300
10
10
30
30
300
200
300
10
300
100
50
700
300
100
100
A3
B
9002.2
50 R
Afvalverwerkingsbedrijven:
A2
9002.2
INDICES GROOTSTE AFSTAND
STOF
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
55
GELUID
Bedrijventerrein Het Nieuwland
- verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen
C
C
100
D
3.2
1 G
300
D
4.2
3 G
2
1 G
300
4.2
3 G
10
300
4.2
2 G
100
30
700
5.2
2 G
100
10
100
3.2
2 G
C
Z
R
50 R
30
Composteerbedrijven:
-
niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar
-
niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jaar
-
belucht v.c. < 20.000 ton/jaar
C2 C3
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg BP00186
Bedrijventerrein Het Nieuwland
9002.2 9002.2
C4 -
belucht v.c. > 20.000 ton/jaar
-
gft in gesloten gebouw
C5
200
200
100
30
200
50
100
100
3 G
200
4.1
3 G
30
50
3.1
2 G
50
3.1
2 G
30
2
2 G
30
2
1 G
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
A
Wasserijen en linnenverhuur
30
0
50
9301.1
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
Chemische wasserijen en ververijen
30
0
30
30
0
0
30
0
9301.3
A
Wasverzendinrichtingen
SBI 93/SvB b ex.o juli. 2009
_______________________________________________________________________________________________________________ BP00186 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
VERKEER
4.1
-
9301.2
CATEGORIE
200
93
C
INDICES GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
GEUR
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
OMSCHRIJVING
nummer
SBI-CODE
STOF
56
R
R
verbeelding