Document Informatie Versie 4.0 Datum 17-01-2005 File Identificatie ect-R01-v4.0 Opdracht J. Gelderland, Directeur Operatie & Techniek Beheer E. Luca, Sr. Veiligheidscoördinator
Bedrijfsverkeersreglement ECT-terminals (BVR)
Revisie Historie Versie: 1.0 BVR’82 2.0 BVR’99 5.0 BVR’01 HT en DT HT-W04 MTT v1.0 DT-R01A01-v2.0
Datum: 1982 14-05-1999 08-03-2001 10-06-2002 11-10-2004
Distributielijst Medewerkers ECT Weggebruikers OR-VGWM-Cie Afdeling Veiligheid
Copyright © 2005 - ECT.
Uittreksel In dit reglement zijn de verkeersmaatregelen vastgelegd zoals die gelden op de ECT-terminals.
Copyright © 2005 - ECT.
VOORWOORD In opdracht van de directie van Europe Container Terminals B.V. (ECT) is het bedrijfsverkeersreglement (BVR) aangepast. Onderhavig BVR is van toepassing op de navolgende terminals van ECT: ECT Delta Terminal, ECT Home Terminal en ECT Hanno Terminal. In het BVR staat aangegeven waar iedere weggebruiker zich aan dient te houden bij deelname aan het verkeer op de ECT-terminals. ECT stelt de weggebruikers een (uittreksel van het) reglement ter beschikking. Door toepassing van dit reglement en het naleven daarvan ontstaat een veilige (werk) situatie voor iedereen die zich op de ECT-terminals begeeft. De directie van ECT vertrouwt erop hiermee een veilige (werk) situatie te creëren voor alle betrokkenen.
J. Gelderland Directeur Operatie & Techniek
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 2 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
Inhoudsopgave 1
INLEIDING
5
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Bedrijfsverkeersreglement ECT-terminals Werkingssfeer Wijzigingen Naleving Rijbewijs/certificaten rijvaardigheid Afwijken van BVR
5 5 5 5 5 5
2
DEFINITIES
6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Verkeer Bedrijfsvoertuigen Operationele gebieden Wegen Personen
6 6 6 8 8
3
ALGEMENE VERKEERSREGELS VOOR WEGGEBRUIKERS OP DE ECTTERMINALS
9
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17
9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 11 11 11
3.18
Onbevoegden Gedragsregels (conform artikel 5 Wegenverkeerswet) Het veroorzaken van een ongeval (conform artikel 6 Wegenverkeerswet) Doorrijden na een ongeval (conform artikel 7 Wegenverkeerswet) Autogordels (conform artikel 59 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) Mobiele telefoon (conform artikel 61a Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) Gebruik van alcohol, drugs en/of geestverruimende middelen Snelheid en inhalen Voorrang Uitritten, kruispunten en rijbanen Achteruit rijden Verlichting Parkeren Rijden onder een lading Kadeverkeer en werkzaamheden op de kade Speciale transporten Werkwijze aan- en afleverblokken externe chauffeurs ECT Delta Terminal en ECT Home Terminal Verkeersregelsysteem ECT Delta Terminal
4
VERKEERSREGELS STRADDLECARRIER
12
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Algemene verkeersregels Verkeersregels bij het kruisen van de interne baan of doorgaande weg Verkeersregels bij het kruisen van de hoofdas op de ECT Delta Terminal Verkeersregels voor het automatisch operationeel gebied op de ECT Delta Terminal Verkeersregels bij het kruisen van de interne baan op de ECT Home Terminal
12 12 13 13 13
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
11 11
Pagina 3 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
5
VERKEERSREGELS REACHSTACKER / CONTAINER HEFTRUCK
14
5.1 5.2
Algemene verkeersregels Verkeersregels bij het verlaten van het werkgebied
14 14
6
VERKEERSREGELS VOOR DE MULTI TRAILERTREKKER EN TERMINALTREKKER
15
Algemene verkeersregels Verkeersregels bij inrijden straddlecarrierstack
15 15
6.1 6.2
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 4 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
1 INLEIDING 1.1
Bedrijfsverkeersreglement ECT-terminals De ECT-terminals zijn afgesloten door hekwerk. Via automatisch bediende slagbomen kan toegang worden verkregen tot de terminals. ECT heeft ervoor gekozen om ten behoeve van een goede ordening van het verkeer op de terminals een eigen bedrijfsverkeersreglement (BVR) op te stellen. Met als uitgangspunt de Wegenverkeerswet zijn in dit BVR de verkeersmaatregelen vastgelegd zoals die gelden op de ECT-terminals. Op basis van het BVR komt op de terminals ook de verkeerssignalering voor die gebaseerd is op de Wegenverkeerswet. Deze signaleringen dienen te worden opgevolgd conform de bepalingen in de genoemde Wegenverkeerswet. Uiteraard blijft elke weggebruiker zelf verantwoordelijk om in voorkomende gevallen die maatregelen te treffen die nodig worden geacht ter voorkoming van ongevallen.
1.2
Werkingssfeer Dit BVR geldt voor alle weggebruikers op de ECT-terminals. Voor ECT-medewerkers gelden tevens onverkort de relevante toepasselijke bepalingen uit de arbeidsovereenkomst, de ECTCAO en het Regelingenboek. Naast het BVR zijn er op de ECT Delta Terminal aanvullende voorschriften met betrekking tot het betreden van en het werken in AGV- en ASC-gebied van toepassing. Deze voorschriften zijn beschreven in procedure dt-P03-v3.0 “Bemand verkeer in gebieden met automatisch equipement”.
1.3
Wijzigingen De Veiligheidscoördinator is beheerder van het BVR. Wijzigingen in het reglement worden doorgevoerd nadat daarover overleg heeft plaatsgevonden met de Ondernemingsraad.
1.4
Naleving Aanwijzingen, ge- en verboden evenals waarschuwingen (door middel van borden etc.) door de daartoe bevoegde functionaris dienen stipt te worden opgevolgd.
1.5
Rijbewijs/certificaten rijvaardigheid Bestuurders van een bedrijfsvoertuig (al dan niet voorzien van een kenteken) dienen in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en/of certificaat rijvaardigheid.
1.6
Afwijken van BVR Bij bijzondere omstandigheden kan de operationeel leidinggevende besluiten om van specifieke verkeersregels zoals vastgelegd in de hoofdstukken 4, 5 en 6 af te wijken. In deze gevallen dient de operationeel leidinggevende er op toe te zien dat een werkwijze gehanteerd wordt die minimaal een gelijkwaardig veiligheidsniveau garandeert als beschreven in de specifieke verkeersregels. Afwijkingen worden schriftelijk gerapporteerd aan het Operationeel Management van de betreffende terminal en aan de Veiligheidscoördinator.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 5 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
2 DEFINITIES 2.1 Verkeer Intern verkeer Bemand verkeer dat containers verplaatst middels een chassis en operationeel verkeer van TOD en aansturing zoals de Coördinator waterzijde (CWZ) of Coördinator land zijde (CLZ). Extern verkeer Voertuigen bestuurd door derden en de eigen voertuigen van ECT-medewerkers. 2.2 Bedrijfsvoertuigen Automatische stapel kraan (ASC) Automatische portaal kraan (onbemande kraan) op de ECT Delta Terminal voor het verplaatsen van containers alsmede het laden en lossen van AGV’s. Automatisch geleid voertuig (AGV) Automatisch geleid voertuig (onbemand voertuig) op de ECT Delta Terminal voor het verplaatsen van containers vanaf de ASC naar de kade kraan. Container heftruck Hefwerktuig voorzien van zijspreader voor het verplaatsen en stapelen van containers en het laden en lossen van chassis. Heftruck Hefwerktuig met lepels voor het verticaal heffen van lading. Multi Trailertrekker Motorvoertuig voor het verplaatsen van chassis, het Multi Trailer System (MTS). Reachstacker Hefwerktuig voorzien van topspreader voor het verplaatsen en stapelen van containers, het laden en lossen van chassis, alsmede het laden en lossen van overige lading. Stapelkraan Portaal kraan voor het verplaatsen van containers alsmede het laden en lossen van chassis. Straddlecarrier Portaal hefwerktuig voor het verplaatsen van containers alsmede het laden en lossen van chassis. Terminaltrekker Motorvoertuig voor het verplaatsen van terminalchassis of roltrailers. 2.3 Operationele gebieden Bijzondere lading gebied
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 6 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
Afgescheiden gebied waarbinnen lading wordt behandeld die qua vorm, afmetingen en/of gewicht afwijkt van de standaard container. Geautomatiseerde operationele gebieden Afgebakend gebied op de ECT Delta Terminal met automatisch equipement zoals de AGV’s en ASC’s. Interne baan Route over de terminal die bestemd is voor intern verkeer. Operationeel kadegebied Het gebied dat alleen bestemd is voor operationeel verkeer voor aan- en aflevering van containers onder de kraan. Speciaaltjes baan (ECT Delta Terminal, ECT Hanno Terminal) Route onder de containerkraan - aan de binnenzijde van de buitenste kraanpoten - die wordt gebruikt door stackerdraaiers en voor het laden en lossen van niet standaard containers. Stack Een groot deel van het bedrijfsterrein wordt gebruikt voor de opslag en het transport van containers, de stack. De stack is een beveiligd gebied dat nagenoeg volledig omgeven is door hekwerk, betonnen afzettingen (bevers) of vangrails. Op plaatsen waar het hekwerk is onderbroken zijn beveiligde openingen aangebracht, waarlangs toegang tot de stack kan worden verkregen. De stack bestaat uit : • Aan- en afleverblok landzijdig De plaats waar een container van voornamelijk externe vrachtwagens kan worden geladen of gelost. De straddlecarrier, reachstacker of stapelkraan verzorgt het laden of lossen van de container. • Aan- en afleverblok waterzijdig De plaats waar een container van interne chassis kan worden geladen of gelost. De straddlecarrier of reachstacker verzorgt het laden of lossen van de container. • Buffer Bevoorradingspunt waar de multi trailertrekker of terminaltrekker containers brengt en haalt. De straddlecarrier of reachstacker zorgt voor het laden en lossen van de MTS of terminaltrekker teneinde containers in de stack te plaatsen of naar de waterzijde te (laten) transporteren. • Empty-Stack Afgescheiden gebied waarbinnen lege containers door de reachstacker of container heftruck op vooraf aangegeven plaatsen worden gestapeld en opgeslagen. • Inspectie buffer Opstelplaats voor containers die door derden moeten worden geïnspecteerd. • Rijbaan De route buiten de stapelvakken - maar in de stack - die het verkeer gebruikt om containers te vervoeren. • Special-Stack Afgescheiden gebied waarbinnen non-standaard containers worden behandeld. • Stapelvak voor containers Een gemarkeerd vak waarin containers worden geplaatst. Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 7 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
• •
Straat Weg of route in het stapelvak die wordt gebruikt om containers te kunnen stapelen. Straddlecarrierstack Afgescheiden gebied waarbinnen containers door de straddlecarrier worden verplaatst.
2.4 Wegen Doorgaande weg De route vanaf de centrale beveiligingsloge over de terminal. Fietsstroken en voetpaden Paden bestemd voor fiets- en voetgangersverkeer, aangegeven door middel van borden en belijning. Gelijkwaardige kruising Verkeer dat een gelijkwaardige kruising nadert moet voorrang verlenen aan het verkeer van rechts. Kadeweg Route bestemd voor transport van personeel (middels de bedrijfsvoertuigen) en bestemmingsverkeer. Voorrangskruising Bij deze kruising wordt door middel van verkeerstekens aan het verkeer aangegeven wie voorrang moet verlenen. Hoofdas op de ECT Delta Terminal De hoofdas op de ECT Delta Terminal bestaat uit de doorgaande weg (externe baan) en de interne baan. 2.5 Personen ECT-medewerker Medewerker met een arbeidsovereenkomst met ECT. Onbevoegden • ECT-medewerker die zich zonder toestemming in operationeel gebied bevindt dan wel zonder dat zijn functie dat vereist. • Niet-ECT medewerker / derden die zich zonder toestemming in operationeel gebied bevindt. Operationeel leidinggevende ECT-medewerker met de functie PCT, Supervisor, Shiftleader of Meewerkend Voorman. De taken die de Operationeel leidinggevende in het kader van dit BVR heeft zijn gedelegeerd naar de medewerkers die de operatie aansturen. Weggebruiker Een ieder die deelneemt aan het verkeer op de ECT-terminals.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 8 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
3 ALGEMENE VERKEERSREGELS VOOR WEGGEBRUIKERS OP DE ECT-TERMINALS Deze regels gelden voor alle weggebruikers op de ECT-terminals. Eventuele uitzonderingen / aanvullingen hierop staan vermeld in de hoofdstukken 4, 5 en 6. 3.1 Onbevoegden De operationeel leidinggevende dient toestemming te geven aan een onbevoegde als deze in een operationeel gebied moet zijn. De onbevoegde dient zich aan en af te melden bij de operationeel leidinggevende. De onbevoegde die zich met toestemming in een operationeel gebied begeeft voert een werkende zwaailamp of wordt begeleid. Indien een onbevoegde zonder zwaailamp of begeleiding in operationeel gebied wordt gesignaleerd dient de operationeel leidinggevende direct te worden ingelicht. Tevens dienen in dat geval alle voertuigen ter plaatse te stoppen.
3.2 Gedragsregels (conform artikel 5 Wegenverkeerswet) Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. 3.3 Het veroorzaken van een ongeval (conform artikel 6 Wegenverkeerswet) Het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat. 3.4 Doorrijden na een ongeval (conform artikel 7 Wegenverkeerswet) 1.
2.
Het is degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten indien: a) bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel of schade aan een ander is toegebracht; b) daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander aan wie bij dat ongeval letsel is toegebracht, in hulpeloze toestand wordt achtergelaten. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a), is niet van toepassing op degene die op de plaats van het ongeval behoorlijk de gelegenheid heeft geboden tot vaststelling van zijn identiteit en, voor zover hij een motorrijtuig bestuurde, tevens van de identiteit van dat motorrijtuig.
3.5 Autogordels (conform artikel 59 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) Bestuurders van (bedrijfs)voertuigen en hun passagiers moeten gebruik maken van de voor hen beschikbare (auto)gordels. 3.6 Mobiele telefoon (conform artikel 61a Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens) Het is verboden tijdens het besturen van een voertuig een mobiele telefoon vast te houden. 3.7 Gebruik van alcohol, drugs en/of geestverruimende middelen Met betrekking tot het gebruik van alcohol, drugs en/of geestverruimende middelen geldt voor weggebruikers, ECT-medewerkers en derden, de betreffende verbodsbepaling uit het Arbeidsreglement van ECT opgenomen in het Regelingenboek. De hiervoor genoemde verbodsbepaling luidt als volgt:
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 9 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
• •
“Het voor en/of tijdens de werkzaamheden nuttigen en/of in bezit hebben en/of vervoeren van alcoholische dranken is verboden voor alle medewerkers”. “Het voor en/of tijdens de werkzaamheden nuttigen en/of in bezit hebben en/of vervoeren van drugs en/of geestverruimende middelen is, behoudens op medisch voorschrift, verboden”.
3.8 Snelheid en inhalen • • •
Op de wegen geldt een maximumsnelheid van 30 of 50 km per uur. In de operationele gebieden is de maximumsnelheid 30 km per uur. De snelheidsbeperkingen zijn door middel van gebodsborden aangegeven. Op alle wegen van ECT geldt een inhaalverbod. Stilstaande objecten en verkeer met een snelheid van minder dan 10 km/u mogen wel ingehaald worden.
3.9 Voorrang • • • •
•
Verkeer dat een voorrangskruising nadert moet voorrang verlenen aan het overige verkeer. Verkeer dat een gelijkwaardige kruising nadert moet voorrang verlenen aan het verkeer van rechts. Verkeer uit stilstaande positie moet voorrang verlenen aan al het overige verkeer. Rechtdoor op diezelfde weg heeft voorrang tenzij er verkeer van rechts nadert (bij een nietvoorrangskruising). Bij het rechtdoor rijden moet zo dicht mogelijk langs de (denkbeeldige) as van de weg worden gereden. Verkeer op de linker weghelft moet altijd voorrang verlenen aan het tegemoetkomend verkeer.
3.10 Uitritten, kruispunten en rijbanen • • • •
Uitritten en kruispunten moeten altijd vrij worden gehouden. Op de ECT Delta Terminal en ECT Home Terminal moet het verkeer altijd rechts aanhouden, tenzij anders is aangegeven. Op de ECT Hanno Terminal moet het verkeer altijd links aanhouden, tenzij anders is aangegeven. Afbuigend verkeer moet altijd richting aangeven.
3.11 Achteruit rijden Verkeer dat achteruit rijdt moet altijd voorrang verlenen aan al het overige verkeer. 3.12 Verlichting • •
Op de ECT-terminals moeten voertuigen die deelnemen aan het verkeer, rijverlichting of gedimd groot licht voeren. Voertuigen van externe hulpdiensten (met werkend blauw zwaailicht en/of meertonig akoestisch signaal) hebben voorrang op het overige verkeer, ook op andere voertuigen met een werkend zwaailicht.
3.13 Parkeren • •
Parkeren bij (kantoor-)gebouwen is alleen toegestaan op de daartoe bestemde plaatsen. Op de kade is het parkeren voor al het verkeer alleen toegestaan vóór het voorschip of achter het achterschip. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk met toestemming van de operationeel leidinggevende.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 10 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
3.14 Rijden onder een lading • •
Het is niet toegestaan om onder een lading door te rijden of zich te begeven onder de lading. Tijdens het overdraaien van een container dient men te wachten totdat de container/lading de kade is gepasseerd.
3.15 Kadeverkeer en werkzaamheden op de kade • • •
Alleen bestemmingsverkeer voor de schepen/kranen mag gebruik maken van de kade. Zonder toestemming van de operationeel leidinggevende mogen schippers geen personenauto’s en/of andere lading laden en/of lossen. Het is niet toegestaan om materialen, goederen, equipement, voertuigen en/of andere zaken buiten de daarvoor bestemde gebieden neer te zetten of achter te laten. Bij storingen en/of onvoorziene omstandigheden moet direct contact opgenomen worden met de operationeel leidinggevende ter plaatse of degene die daartoe is aangewezen.
3.16 Speciale transporten Speciale transporten mogen uitsluitend onder begeleiding van ECT over de speciaaltjes baan of via operationeel kadegebied onder de kraan worden gereden. Hierbij is het verboden onder een lading door te rijden. 3.17 Werkwijze aan- en afleverblokken externe chauffeurs ECT Delta Terminal en ECT Home Terminal • • • •
De keycard en/of het groene licht mag pas geactiveerd worden nadat het chassis in orde is gemaakt. Het is niet toegestaan in de cabine te gaan zitten nadat het systeem is geactiveerd. Het is niet toegestaan in de cabine van de truck te blijven zitten terwijl de straddlecarrier handelingen verricht. Meegenomen passagier(s) moeten tijdens de afhandeling in het hokje bij het blok verblijven.
3.18 Verkeersregelsysteem ECT Delta Terminal Het verkeersregelsysteem regelt middels stoplichten en of slagbomen de kruispunten. Het systeem werkt in beginsel 24 uur per dag. In het geval dat het systeem niet werkt (oranje knipperlicht dan wel het stoplicht is uitgeschakeld) zijn de voorrangsregels zoals vastgelegd in 3.9 van toepassing.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 11 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
4 VERKEERSREGELS STRADDLECARRIER 4.1 Algemene verkeersregels • • • • • • • •
•
De straddlecarrier in de straddlecarrierstack die uit de straat, buffer of aan- en afleverblokken komt moet voorrang verlenen aan het verkeer op de rijbaan. In de straddlecarrierstack geldt een inhaalverbod. Het inrijden van de aan- en afleverblokken dan wel inspectie buffer is alleen toegestaan bij groen licht. Bij het laden van een reefer moet de straddlecarrier de op de terminal aangesloten reefer met de cabine benaderen. Bij storingen en/of onvoorziene omstandigheden moet direct contact opgenomen worden met de operationeel leidinggevende. Het is niet toegestaan om equipement, voertuigen en/of containers buiten de daarvoor bestemde gebieden neer te zetten of achter te laten. De straddlecarrier moet geparkeerd worden met de cabine in de richting van het voetpad. De straddlecarrierchauffeur betreedt en verlaat de parkeerplaats via het voetpad. Bij het verlaten van de straddlecarrierstack moet de straddlecarrier, met de cabine in rijrichting, begeleid worden door een bedrijfsvoertuig dat voorzien is van een werkende zwaailamp. Indien andere werkzaamheden gelijktijdig moeten plaatsvinden met straddlecarrier werkzaamheden, worden deze aangemeld bij de operationeel leidinggevende en worden passende veiligheidsmaatregelen getroffen.
4.2 Verkeersregels bij het kruisen van de interne baan of doorgaande weg • • • • •
De straddlecarrier mag de weg alleen oversteken via de speciaal daarvoor aangelegde route. De straddlecarrier moet volledig tot stilstand komen voor het kruispunt, waarna de chauffeur zich er visueel van vergewist dat veilig oversteken mogelijk is. De straddlecarrier moet voorrang verlenen aan het overige verkeer. De straddlecarrier mag de weg alleen stapvoets rijdend oversteken. De straddlecarrier mag de weg alleen oversteken met de cabine in de rijrichting.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 12 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
4.3 Verkeersregels bij het kruisen van de hoofdas op de ECT Delta Terminal Bij de straddlecarrierdoorsteek kruist de straddlecarrierchauffeur de interne baan en doorgaande weg. • De straddlecarrier mag de hoofdas alleen oversteken indien het betreffende witte zwaailicht van de verkeersregelinstallatie aangeeft dat een veilige doorgang mogelijk is. • Voor de bediening van de verkeersregelinstallatie neemt de straddlecarrierchauffeur contact op met de Coördinator landzijde (CLZ) van de DDN terminal. Voorafgaand aan het passeren vraagt hij de CLZ om het witte zwaailicht te activeren. Na het passeren vraagt hij de CLZ om het witte zwaailicht weer uit te zetten. • De straddlecarrier mag de hoofdas alleen oversteken met een lege spreader, tenzij de Hoofdas onder begeleiding overgestoken wordt, of de werkzaamheden gedurende de nacht of de weekeinden plaatsvinden. • Indien de verkeersregelinstallatie niet naar behoren werkt, mag de straddlecarrier de hoofdas alleen onder begeleiding oversteken. 4.4 Verkeersregels voor het automatisch operationeel gebied op de ECT Delta Terminal • •
De straddlecarrier mag de automatische stapel kraan niet met de cabine benaderen. De straddlecarrier moet voorrang verlenen aan een automatische stapel kraan-resque (ASCR) en mag deze niet passeren.
4.5 Verkeersregels bij het kruisen van de interne baan op de ECT Home Terminal Bij de straddlecarrierdoorsteek heeft het verkeer op de interne baan altijd voorrang op de straddlecarrier.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 13 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
5 VERKEERSREGELS REACHSTACKER / CONTAINER HEFTRUCK 5.1 Algemene verkeersregels • • •
De reachstacker / container heftruck heeft in zijn werkgebied bestaande uit de empty- en special stack en bijzondere lading gebied, voorrang op het overige verkeer. De reachstacker / container heftruck die een stapelvak verlaat moet voorrang verlenen aan de andere reachstackers / container heftrucks. De reachstacker / container heftruck met lading in de spreader heeft altijd voorrang op een reachstacker / container heftruck zonder lading, ook als hij achteruit rijdt.
5.2 Verkeersregels bij het verlaten van het werkgebied a) De reachstacker / container heftruck mag zonder begeleiding zijn werkgebied verlaten om naar een andere locatie te gaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: • Er is geen lading in de spreader aanwezig; • De spreader wordt ingeschoven tot 20”; • Er wordt zonder hijsgereedschappen gereden (bijv. hijskettingen e.d.); • Er wordt niet onder de kranen wordt gereden; • Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de interne baan. b) Indien niet aan de bovengenoemde voorwaarden kan worden voldaan dan is begeleiding door een voertuig met zwaailamp noodzakelijk.
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 14 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT
6 VERKEERSREGELS VOOR DE MULTI TRAILERTREKKER EN TERMINALTREKKER 6.1 Algemene verkeersregels • • • • • •
Het kruisen van de kraanrails moet zoveel mogelijk uit de buurt van de kraan gebeuren. Er mag niet tussen 2 kranen werkend aan hetzelfde object door gereden worden. Het is verboden om zich onder een lading te begeven, die in de kraan hangt. De multi trailertrekker / terminaltrekker moet zoveel mogelijk gebruik maken van de interne baan. De multi trailertrekker / terminaltrekker moet de aangegeven route volgen. De multi trailertrekker / terminaltrekker moet voor het inzetten van de bocht de snelheid verminderen tot maximaal 10 km per uur. Pas als het laatste chassis voorbij de bocht is mag er weer opgetrokken worden.
6.2 Verkeersregels bij inrijden straddlecarrierstack • • •
Bij het inrijden van de stack dient de multi trailertrekker / terminaltrekker zich eerst aan te melden bij de operationeel leidinggevende om toestemming te verkrijgen. De multi trailertrekker / terminaltrekker stopt voor de stopstreep bij het inrijden van de straddlecarrierstack en verleent voorrang aan de straddlecarrier. Bij het inrijden van de straddlecarrierstack moet de zwaailamp aan.
*****
Bedrijfsverkeersreglement ECT - Terminals ect-R01-v4.0
Pagina 15 van 16 Datum : 17-01-2005 Copyright © 2005 - ECT