Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bitumen)
Pensioenregeling uta-werknemers
7.19 7.20 7.21 7.22 7.23 7.24 7.25 7.26 7.27 7.28 7.29 7.30 7.31 7.32 7.33 7.34
69
7b Deelnemers Premies Ouderdomspensioen Vervroegd pensioen Uitruil ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen Uitruil nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Beëindiging van huwelijk of partnerrelatie Wezenpensioen Voortzetting van het deelnemerschap bij arbeidsongeschiktheid Voortzetting deelnemerschap bij werkloosheid Opbouw pensioenaanspraken gedurende ouderschapsverlof Opbouw pensioenaanspraken bij onbetaald verlof/ levensloopverlof Waardeoverdracht Klachtenprocedure, Beroep, Ombudsman Pensioenen Informatie
Jaarboek 2008
70 70 71 71 71
72 72 72 73 73 73 74 74 75 75 76
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven; Pensioenregeling uta-werknemers
7.19
Deelnemers
Deelnemers aan de regeling zijn de uta-werknemers van aangesloten ondernemingen van 18 jaar en ouder en kunnen in twee groepen worden onderscheiden, namelijk: - werknemers die door het bestuur op verzoek van de aangesloten onderneming als deelnemers zijn toegelaten (toelating op verzoek van een aangesloten onderneming kan alleen groepsgewijs geschieden); of - werknemers die op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 tot deelneming in het pensioenfonds verplicht zijn.
Tot 31 december 2006 gold dat pas vanaf 25-jarige leeftijd daadwerkelijk ouderdomspensioenaanspraken werden verworven. Vanaf 1 januari 2007 begint de verwerving van pensioenaanspraken op 18-jarige leeftijd of op latere datum van indiensttreding.
7.20
Premies
Het bestuur van Bpf-Bitumen stelt de premie vast. De aangesloten onderneming is voor elke in haar dienst zijnde uta-werknemer van 18 jaar of ouder premie verschuldigd. Deze premie is een percentage van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het gemiddeld pensioenloon (met inachtneming van een bepaald maximum) verminderd met de franchise. De pensioengrondslag wordt bij opneming in de pensioenregeling, en vervolgens jaarlijks per 1 januari en 1 juli vastgesteld.
Het gemiddeld pensioenloon is het gewogen gemiddelde van het pensioenloon over de periode van 1 januari tot 1 juli respectievelijk van 1 juli tot 1 januari. Het pensioenloon is het bruto individueel overeengekomen loon van de CAO-Bitumen (met een maximum van e 45.151,94 voor 2008) vermeerderd met de vaste prestatiebeloning en de vakantietoeslag. Het reglement regelt de inning van deze premie.
7.20.1
Vrijwillige doorbetaling premie Indien de dienstbetrekking bij de aangesloten onderneming is geëindigd of de deelnemer niet langer verplicht wordt gesteld deel te nemen in het pensioenfonds kan de betreffende deelnemer verzoeken, tot het behoud van zijn volledige pensioenaanspraken, de
70
premie voor zijn eigen rekening te nemen. Dit is mogelijk voor een periode van maximaal drie jaar tenzij sprake is van arbeidsongeschiktheid, FVP-voortzetting of een uitkering op grond van een sociaal plan. Dan is de voortzetting toegestaan zolang als een van de hiervoor beschreven situaties zich voordoet. 7.20.2
De grondslagen voor de berekening van de pensioenen Voor de berekening van de pensioenen wordt uitgegaan van de deelnemingsjaren en de pensioengrondslag van de deelnemer.
7.20.3
Pensioengrondslag De pensioengrondslag wordt vastgesteld op basis van het gemiddeld pensioenloon (met inachtneming van een bepaald maximum) verminderd met een franchise.
7.21
Ouderdomspensioen
Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum (eerste dag van de maand waarin de 65ste verjaardag van de deelnemer valt) van de deelnemer en wordt vervolgens uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de gewezen deelnemer overlijdt. Het jaarlijkse ouderdomspensioen bedraagt 2,25% van de pensioengrondslag van de deelnemer op de datum van opneming in de regeling, vermenigvuldigd met het aantal deelnemersjaren van de deelnemer.
7.22
Vervroegd pensioen
Op verzoek van een deelnemer kan het bestuur de uitkering van het ouderdomspensioen tot een verlaagd bedrag laten ingaan voor het bereiken van de pensioendatum. De pensioeningangsdatum moet per de eerste dag van enige maand gelegen tussen de 60ste en 65ste verjaardag van de deelnemer ingaan. Het verlaagd bedrag wordt op actuariële grondslagen vastgesteld door het bestuur.
7.23
Uitruil ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen
Op de pensioeningangsdatum kan de deelnemer ervoor kiezen om het ouderdomspensioen opgebouwd vanaf 1 januari 2007 uit te ruilen voor een nabestaandenpensioen ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen na de 65-jarige leeftijd na uitruil.
Dakbedekkingsbedrijven
71
Jaarboek 2008
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven; Pensioenregeling uta-werknemers
7.24
Uitruil nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen
Op de pensioeningangsdatum kan de deelnemer ervoor kiezen om (een deel van) het nabestaandenpensioen opgebouwd vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2007 uit te ruilen voor ouderdomspensioen. Hij ziet dan af van (een deel van) het nabestaandenpensioen en krijgt daardoor een hoger ouderdomspensioen. Hij kan er ook voor kiezen het ouderdomspensioen eerder in te laten gaan. Of een combinatie van beide: een hoger ouderdomspensioen én eerder met pensioen. De deelnemer kan alleen afzien van het nabestaandenpensioen met toestemming van de partner
7.25
Nabestaandenpensioen Per 1 januari 2007 is er sprake van een nabestaandenpensioen op risicobasis. Dit houdt in dat indien de deelnemer het bedrijfstakpensioenfonds verlaat er geen recht bestaat op nabestaandenpensioen. Bij vooroverlijden van een deelnemer bedraagt het nabestaandenpensioen 50% van het ouderdomspenioen dat de deelnemer, bij ongewijzigde voortzetting van zijn deelnemerschap, zou genieten. Op de pensioendatum kan de deelnemer een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen uitruilen voor een nabestaandenpensioen.
Het opgebouwde nabestaandenpensioen tot en met 31 december 2006 blijft bestaan en is gelijk aan 70% van het daadwerkelijk opgebouwde ouderdomspensioen tot en met 31 december 2006.
Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer overlijdt en wordt vervolgens uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt.
7.26
Beëindiging van huwelijk of partnerrelatie
Indien het huwelijk van een gepensioneerde eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed, dan wel het eindigen van het geregistreerd partnerschap, verkrijgt de gewezen partner van de gepensioneerde een aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen indien gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om het ouderdomspensioen gedeeltelijk uit te ruilen voor een nabestaandenpensioen.
72
7.27
Wezenpensioen
Recht op wezenpensioen bestaat voor wezen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt op het moment van overlijden van de deelnemer. Onderscheid wordt gemaakt tussen wezen waarvan alleen de deelnemende ouder is overleden (‘halfwezen’) en wezen waarvan beide ouders zijn overleden (‘volle wezen’). Het wezenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer overlijdt en wordt voor elk in aanmerking komend kind uitgekeerd tot het einde van de maand waarin het kind voordien overlijdt. Het wezenpensioen is per pensioengerechtigd kind van de deelnemer of gewezen deelnemer gelijk aan 14% van het berekende ouderdomspensioen dat de gewezen deelnemer of gepensioneerde genoot dan wel dat de deelnemer op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen –bij ongewijzigde voortzetting– zou gaan genieten. Voor studerende wezen kan onder bepaalde voorwaarden recht op wezenpensioen bestaan tot en met de leeftijd van 26 jaar.
7.28
Voortzetting van het deelnemerschap bij arbeidsongeschiktheid
Indien de deelnemer ten minste 65% arbeidsongeschikt is, worden de pensioenaanspraken gedurende de arbeidsongeschiktheid wel verder opgebouwd. Hiervoor is geen premie verschuldigd indien de deelnemer een uitkering ontvangt op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), dan wel de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) wegens arbeidsongeschiktheid van 65% of meer. Die premie wordt in dat geval geacht te zijn voldaan, mits alle voordien verschuldigde premies zijn voldaan. Ook de deelnemersbijdrage vervalt in dat geval.
7.29
Voortzetting deelnemerschap bij werkloosheid
Indien een werknemer in aansluiting op de beëindiging van het dienstverband werkloos is geworden en daardoor aanspraak heeft verkregen op een bijdrage van het FVP zal het deelnemerschap worden voortgezet. Deze voortzetting vindt plaats over de periode waarover bovengenoemde bijdrage is verkregen, voor zover de daarvoor benodigde premies en/of koopsommen van het FVP door Bpf-Bitumen zijn ontvangen. Werknemers die na 1 januari 2009 in aansluiting op de beëindiging van het dienstverband werkloos worden maken geen aanspraak op een bijdrage van het FVP.
Dakbedekkingsbedrijven
73
Jaarboek 2008
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven; Pensioenregeling uta-werknemers
7.30
Opbouw pensioenaanspraken gedurende ouderschapsverlof
Wanneer een deelnemer gebruik maakt van het recht op ouderschapsverlof kan de deelnemer ervoor kiezen om toch gedurende deze periode pensioen op te bouwen op basis van dezelfde grondslagen die golden op het moment direct voorafgaande aan het ouderschapverlof. De premie zal eveneens worden gebaseerd op de grondslagen zoals deze golden op het moment direct voorafgaande aan het ouderschapsverlof. De premieverdeling wordt tussen de aangesloten onderneming en de deelnemer onderling overeengekomen. Wanneer de deelnemer ervoor kiest geen gebruik te maken van de mogelijkheid tot voortzetting van het pensioen, blijft het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid tijdens het ouderschapsverlof gedekt. Dit vindt plaats op basis van het gemiddeld pensioenloon dat zou hebben gegolden bij het aantal arbeidsuren tijdens het dienstverband direct voorafgaande aan het ouderschapsverlof.
7.31
Opbouw pensioenaanspraken bij onbetaald verlof/ levensloopverlof
Gedurende onbetaald verlof/levensloopverlof heeft de deelnemer voor ten hoogste drie jaar de keuze om pensioen op te bouwen. De premieverdeling wordt tussen de aangesloten onderneming en de deelnemer onderling overeengekomen. Indien een deelnemer langer dan drie jaar onbetaald verlof/levensloopverlof neemt komt de premie volledig voor rekening van de deelnemer. De te betalen premie zal worden gebaseerd op de grondslagen zoals deze golden op het moment direct voorafgaande aan het onbetaalde verlof/ levensloopverlof. Wanneer de deelnemer ervoor kiest geen gebruik te maken van de mogelijkheid tot voortzetting van het pensioen, blijft het risico van overlijden en arbeidsongeschiktheid tijdens het onbetaald verlof gedekt op basis van het gemiddeld pensioenloon dat zou hebben gegolden bij het aantal arbeidsuren tijdens het dienstverband direct voorafgaande aan het onbetaald verlof/levensloopverlof.
74
7.32
Waardeoverdracht
Een werknemer heeft bij individuele wijziging van dienstverband en daardoor wijziging van pensioenregeling, recht op waardeoverdracht.
De waarde van het reeds opgebouwde pensioen kan worden overgedragen van de oude pensioenuitvoerder naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Hierdoor wordt een pensioenbreuk voorkomen en worden alle pensioenzaken slechts door één pensioenuitvoerder uitgevoerd. Een aanvraag tot waardeoverdracht moet door de werknemer zelf binnen zes maanden worden ingediend. Voor een overdracht van pensioenaanspraken naar Bpf-Bitumen toe, is een waardeoverdrachtformulier aan te vragen bij het pensioenfonds.
7.33
Klachtenprocedure, Beroep, Ombudsman Pensioenen
Dagelijks worden door Cordares namens Bpf-Bitumen beslissingen genomen met betrekking tot recht op pensioen en te betalen premies. Het zou voor kunnen komen dat de betrokken werknemers en werkgevers het niet met de genomen beslissing eens zijn. In veel gevallen kan telefonisch of schriftelijk een misverstand worden opgelost of een fout worden hersteld. Blijft er desondanks een verschil van mening bestaan, dan bestaan er nadere mogelijkheden om tegen dergelijke beslissingen op te komen. Belanghebbenden kunnen bij de Klachtencommissie van Bpf-Bitumen een klacht indienen over de uitvoering van hun pensioenregeling of over de uitleg van de statuten of reglementen van het fonds.
De Klachtencommissie neemt binnen twee maanden een besluit over de klacht. Indien de klager het niet eens is met het besluit van de klachtencommissie, kan daarna beroep worden ingesteld bij het bestuur van Bpf-Bitumen. Als de klacht dan nog niet naar tevredenheid is opgelost, bestaat de mogelijkheid de zaak voor te leggen aan de onafhankelijke Ombudsman Pensioenen. De Ombudsman Pensioenen brengt naar aanleiding van de klacht een advies uit aan het bestuur van Bpf-Bitumen.
Dakbedekkingsbedrijven
75
Jaarboek 2008
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
7.34
Informatie
De in dit boek opgenomen tekst heeft een informatief karakter. U kunt hieraan geen rechten ontlenen. Voor informatie belt u de Pensioen Informatielijn: 020 583 36 00.
De openingstijden van de Pensioen Informatielijn zijn op - maandag tot en met donderdag van 08.00 - 17:30 uur en op - vrijdag van 08:00 - 17:00 uur.
E-mail adres:
[email protected] Adres: Cordares t.a.v. Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven. Postbus 637 1000 EE Amsterdam
76