Regio Limburg-Noord
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Colofon
Ons kenmerk
11224
Datum
1 december 2011
Auteur
John Rayer
Bijdrage
John Smits Roald Schel
Versie
1.17
Status
Definitief www.arenaconsulting.nl
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
Inleiding ....................................................................................................... 5 1.1
Korte voorgeschiedenis .......................................................................... 5
1.2
Totstandkomingsproces.......................................................................... 5
1.3
Strekking en status bedrijfsplan .............................................................. 5
1.4
Leeswijzer ............................................................................................ 6
Profiel van de RUD Limburg-Noord ............................................................... 7 2.1
Uitgangspunten..................................................................................... 7
2.2
Missie en visie....................................................................................... 7
2.3
Kernschets ........................................................................................... 8
2.4
Motief voor keuze netwerkorganisatie en bestuursovereenkomst ............... 10
Taken .......................................................................................................... 12 3.1
Inleiding............................................................................................. 12
3.2
Bedrijfsgerichte toezicht- en handhavingstaken....................................... 13
3.3
Bedrijfsgerichte vergunningverleningstaken ............................................ 15
3.4
Vergunningverlening bij projecten met provinciaal ruimtelijk belang .......... 16
3.5
Toezicht bij specifieke milieu-activiteiten ................................................ 16
3.6
Ketengericht milieutoezicht................................................................... 17
3.7
Specialistische en generieke (verzoek)taken ........................................... 18
3.8
Benodigde formatie voor taakuitvoering ................................................. 18
Organisatiemodel........................................................................................ 20 4.1
Basisstructuur organisatie RUD ............................................................. 20
4.2
Voldoende robuustheid en eenduidige aansturing clusters ........................ 22
4.3
Coördinatiecentrum ............................................................................. 23
Besturing .................................................................................................... 26 5.1
Algemeen besturingsmodel................................................................... 26
5.2
Bestuurlijk overleg .............................................................................. 27
5.3
Platform gemeentesecretarissen............................................................ 28
5.4
Managementteam en aansturing clusters ............................................... 28
5.5
Planning & Controlecyclus (programmering) ........................................... 29
5.6
Platform VTH-managers ....................................................................... 31
5.7
Escalatieladder.................................................................................... 31
2
1 december 2011
6
7
8
9
10
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Informatie en ICT ....................................................................................... 32 6.1
Inleiding............................................................................................. 32
6.2
Inschatting situatie 2011...................................................................... 32
6.3
Perspectieven en afwegingen ................................................................ 34
6.4
Scenario Limburg-Noord: geharmoniseerd netwerk met webservices ......... 35
6.5
Uitgangspunten bij inrichting ICT RUD Limburg-Noord in 2012.................. 36
6.6
Startsituatie 2013 ............................................................................... 37
6.7
Doorontwikkeling tot 2015.................................................................... 38
6.8
Eindbeeld 2015 ................................................................................... 38
6.9
Website.............................................................................................. 39
Kwaliteit ..................................................................................................... 40 7.1
Kritieke massa RUD ............................................................................. 40
7.2
Gerichte sturing op horizontale kwaliteitsborging als uitgangspunt............. 40
7.3
Interbestuurlijk toezicht ....................................................................... 41
Bestuurlijk-juridische verankering.............................................................. 42 8.1
Inleiding............................................................................................. 42
8.2
Waarborgen robuustheid RUD ............................................................... 42
8.3
Kern Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord .................................... 43
8.4
Verhouding bestuursovereenkomst tot (bestaande) regelingen ................. 44
8.5
Dienstverleningsovereenkomsten .......................................................... 45
8.6
Mandaatbesluiten ................................................................................ 45
Personeel .................................................................................................... 47 9.1
Inleiding............................................................................................. 47
9.2
Uitgangspunten sociaal plan ................................................................. 47
9.3
Werving nieuw personeel voor basistaken .............................................. 47
9.4
Zittend personeel ................................................................................ 48
9.5
Procesafspraken .................................................................................. 48
Financiën .................................................................................................... 49 10.1
Uitgangspunten................................................................................... 49
10.2
Algemeen begrotingsprincipe ................................................................ 49
10.3
Financieringsmodel.............................................................................. 50
10.4
Efficiëntieopdracht............................................................................... 51
10.5
Financiële risico’s ................................................................................ 52
10.6
Eigen exploitatie (structurele lasten)...................................................... 52
10.7
Programmabegroting (structurele lasten) ............................................... 53
3
1 december 2011
11
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Implementatie ............................................................................................ 55 11.1
Stappenplan ....................................................................................... 55
11.2
Oprichtingskosten ............................................................................... 55
11.3
Communicatieplan............................................................................... 57
11.4
Uitwerkingsplan proeftuinen ................................................................. 58
Bijlage 1.
Bestuurlijke intentieverklaring ........................................................ 60
Bijlage 2.
Projectorganisatie uitwerking bedrijfsplan op hoofdlijnen ............... 62
Bijlage 3.
Tijdsinschatting uitvoering basistaken ............................................. 65
Bijlage 4.
Afkortingen ...................................................................................... 72
Bijlage 5.
Checklist RUD vorming ..................................................................... 73
Bijlage 6.
Communicatiemiddelen .................................................................... 81
Bijlage 7.
Fasering proeftuinen ........................................................................ 85
Bijlage 8.
Basistakenpakket ............................................................................. 89
4
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
1 Inleiding 1.1
Korte voorgeschiedenis
Naar aanleiding van het rapport ‘De tijd is rijp’ van de commissie Mans in 2008, is landelijk een traject ingezet om tot een dekkend stelsel van regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) te komen. In een zogenaamde ‘packagedeal’ hebben rijk, provincies, gemeenten en waterschappen afspraken gemaakt over de reikwijdte en randvoorwaarden van deze RUD’s en de processtappen om dit te realiseren.
Eén van deze afspraken is dat het ‘playing field’ van de RUD’s congruent behoort te zijn met het grondgebied van de veiligheidsregio’s. Lange tijd leek het er echter op dat in de veiligheidsregio Limburg-Noord meerdere samenwerkingsverbanden gingen ontstaan voor de uitvoering van de milieutaken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Op 14 juli 2011 ondertekenden de gemeenten in Limburg-Noord en de provincie Limburg een bestuurlijke intentieverklaring. Deze luidde een nieuwe koers in: een koers die moest leiden naar één RUD voor het gehele gebied van de veiligheidsregio. Tevens is in de intentieverklaring het voornemen uitgesproken en vastgelegd om een RUD op te richten in de vorm van een netwerkorganisatie.
Dit uitgangspunt biedt de kans om, binnen de landelijke kaders, een organisatie te ontwikkelen die tegemoet komt aan de wensen van de gemeenten en provincie. De organisatie van de RUD dient aan te sluiten bij de huidige uitvoeringswijze, waarbij de taakuitvoering zo dicht als mogelijk bij de gemeenten georganiseerd wordt. 1.2
Totstandkomingsproces
Het bedrijfsplan op hoofdlijnen is in opdracht van een ambtelijke projectgroep opgesteld door Arena Consulting. Er is gekozen voor een projectstructuur bestaande uit een projectgroep met een brede ambtelijke vertegenwoordiging van de deelnemers en een aantal specialistische werkgroepen die specifieke onderdelen (bouwstenen) hebben uitgewerkt. Voor de meer kwantitatieve onderbouwing is onder meer gebruik gemaakt van het eerdere onderzoek door het bureau Berenschot naar de feitelijke situatie en de aanwezige kritieke massa in de regio. Daarnaast is een aantal ambtelijke en bestuurlijke conferenties georganiseerd. 1.3
Strekking en status bedrijfsplan
Het voorliggende document beschrijft op hoofdlijnen de voorgenomen inrichting van de RUD Limburg-Noord.
5
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Meer specifiek wordt het volgende beschreven: •
Missie / visie en algemene profiel
•
Het takenpakket
•
Het organisatiemodel en de algemene besturing
•
De operationele organisatie en formatie
•
Informatie en ICT
•
Kwaliteitsborging
•
De bestuurlijk-juridische verankering
•
Personeel
•
Financiën
Het bedrijfsplan op hoofdlijnen is de basis voor de bestuurlijke besluitvorming om te komen tot feitelijke oprichting van de RUD, het vastleggen van de uitgangspunten en de rechtsvorm, het benoemen van een kwartiermaker én het starten in proeftuinen. Op basis van dit besluit start de (voorbereiding van) de feitelijke inrichting van de RUD. Daartoe behoren in eerste aanleg een operationele uitwerking van het bedrijfsplan op hoofdlijnen en het opstellen van de benodigde inrichtingsdocumenten (mandaatbesluiten, plaatsingsbesluiten, programmabegroting, harmonisatie, etc.) en het treffen van de noodzakelijke voorzieningen (ICT, waar nodig inrichting werkplekken, etc.). 1.4
Leeswijzer
Het bedrijfsplan is opgebouwd conform de genoemde onderdelen in paragraaf 1.3.
Aan het bedrijfsplan is een aantal bijlagen met nadere onderbouwing en uitwerking toegevoegd. Het betreft onder meer het overzicht van de leden van de projectorganisatie (bijlage 2) en een afkortingenlijst (bijlage 4).
Gelijktijdig met dit bedrijfsplan op hoofdlijnen is de Bestuursovereenkomst RUD LimburgNoord voorgelegd; deze bevat de juridische verankering van de RUD Limburg-Noord conform de uitwerking in dit bedrijfsplan op hoofdlijnen.
6
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
2 Profiel van de RUD Limburg-Noord 2.1
Uitgangspunten
In het bestuurlijk overleg van 14 juli 2011 spraken de gemeenten in de regio LimburgNoord en de provincie zich uit in een bestuurlijke intentieverklaring (zie bijlage 1) voor het verkennen van de haalbaarheid van een RUD als netwerkorganisatie in Limburg-Noord. In de bestuurlijke conferentie op 21 september 2011 is een stappenplan voor deze verkenning en de doorkijk naar 2012 besproken. Dit stappenplan is hierna door ieder van de colleges (al dan niet onder voorwaarden) vastgesteld.
De bestuurlijke intentieverklaring, het stappenplan en de landelijke kaders vormen het uitgangspunt bij de vorming van de RUD in Limburg-Noord. De landelijke kaders zijn verwoord in het basistakenpakket (versie 2.3 van 25 mei 2011, zie bijlage 8), de checklist RUD-vorming (versie 1.0 van 26 februari 2011, zie bijlage 5), de eindrapportage kwaliteitscriteria (versie 2.0 van 3 december 2009) en de diverse brieven van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (Joop Atsma) en de programmamanager PUmA (Wil van Delft) aan GS van de provincie Limburg over de RUD-vorming in de provincie. 2.2
Missie en visie
De RUD Limburg-Noord wordt opgericht om (1) de dienstverlening bij de uitvoering van de vergunningverlening- toezicht en handhavingstaken (VTH-taken) en (2) de kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving te verbeteren. Daarbij ligt een speerpunt van de RUD op het beter zicht en grip krijgen op risicovolle inrichtingen, activiteiten en milieucriminaliteit. Dit alles op zo’n wijze dat de uitvoeringskosten (voor overheid én samenleving) niet toenemen en waar mogelijk dalen.
De RUD doet dit door een slimme bundeling van capaciteit en deskundigheid, gebruikmakend van moderne middelen op het vlak van informatievoorziening en communicatie. De RUD is daarbij voor huidige en toekomstige medewerkers een aantrekkelijke werkomgeving. De RUD krijgt nadrukkelijk de opdracht mee om verdergaande innovatie in de uitvoering van de VTH-taken en het verhogen van de doelmatigheid van de uitvoering van deze taken, te stimuleren.
De RUD is een uitvoeringsorganisatie, dat wil zeggen de vraaggestuurde backoffice van het bevoegd gezag. De loketfunctie en de besluitvormende regie over het primaire vergunningen handhavingsproces blijft bij het bevoegd gezag, tenzij het bevoegd gezag zelf een verdergaand mandaat afgeeft. Voor zowel de deelnemende overheden als het bedrijfsleven is de RUD een vakkundig kenniscentrum.
7
1 december 2011
2.3
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Kernschets
De RUD Limburg-Noord wordt gevormd door de vijftien gemeenten in de regio en de provincie Limburg. Anders partners, als het OM en de waterschappen, kunnen bij de organisatie aanhaken. De RUD Limburg-Noord is congruent met de Veiligheidsregio Limburg-Noord en is op 1 januari 2013 operationeel.
De RUD Limburg-Noord wordt in de kern opgezet als een netwerk-organisatie met één coördinatiecentrum en een (omlijnd) netwerk van samenwerkende organisaties. De ‘orde en schaal’ binnen het netwerk is daarbij afhankelijk van de aard van de opgaven en het organiserend vermogen van de deelnemende partijen. Deelnemers vervullen daarbij in het netwerk verschillende rollen, bijvoorbeeld als specialistisch centrum voor bepaalde taken. Het fundament van de RUD wordt gevormd door de taken zoals verwoord in het basistakenpakket. De RUD is in staat om op verzoek ook aanvullende taken uit te voeren. De basisorganisatie is daarop ingericht of kan in de toekomst daarop worden ingericht, zonder dat dit tot ingrijpende maatregelen leidt.
De bestuurlijk-juridische verankering vindt plaats op basis van een bestuursovereenkomst en een jaarlijkse dienstverleningsovereenkomst (DVO). In de bestuursovereenkomst wordt o.a. het takenpakket en de wijze van be- en aansturing vastgelegd. In de DVO worden de praktische en zakelijke afspraken geregeld, zoals het regionaal uitvoeringsprogramma en de werkverdeling. De RUD krijgt de voor haar opdracht benodigde middelen en mandaten en voldoet operationeel aan de eisen die landelijk zijn gesteld aan RUD’s.
8
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Het bestuurlijk overleg van de RUD stelt (jaarlijks) de programmatische, organisatorische en financiële kaders vast waarbinnen de deelnemers opereren en aan welke kwaliteitseisen (inhoudelijk, procesmatig, organisatorisch) ze zich dienen te conformeren wil het netwerk functioneren.
De RUD heeft een directeur die ook eindverantwoordelijk is voor de aansturing en uitvoering van het regionaal uitvoeringsprogramma en de kwaliteitsborging in de netwerkstructuur. De directeur treedt ook op als aanspreekpunt voor externe partners zoals de RUD Limburg Zuid en het OM.
Deelnemers aan de RUD zijn alle 15 gemeenten in de regio Limburg-Noord en de provincie Limburg. Zij brengen minimaal het landelijke basistakenpakket in bij de RUD. Dat betreft: •
Advisering vergunningverlening en uitvoering toezicht van het omgevingsrecht voor alle inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag.
•
Advisering vergunningverlening en uitvoering toezicht voor het milieudeel van de bedrijfscategorieën en activiteiten die zijn genoemd in het basistakenpakket.
•
Het samen met het strafrecht maken van analyses, het stellen van prioriteiten en het gericht houden van toezicht bij malafide praktijken in de omgang met vooral asbest, verontreinigde grond en gevaarlijk afval.
9
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Daarnaast krijgt de RUD de opdracht om (de samenwerking bij) innovatie en de verhoging van de doelmatigheid, kwaliteitsborging en –verbetering te stimuleren en te faciliteren.
De missie van de te vormen RUD is het maatschappelijk (bedrijven, burgers, belanghebbenden, etc.) gezien worden als een professioneel verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur. De RUD moet te boek staan als een innovatieve en qua aanpak slagvaardige en efficiënte organisatie die bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. 2.4
Motief voor keuze netwerkorganisatie en bestuursovereenkomst
Op twee fundamentele punten wijkt de RUD in Limburg-Noord af van de RUD’s in andere regio’s. Het betreft de keuze voor een netwerkorganisatie én de keuze voor een bestuursovereenkomst als juridische samenwerkingsvorm.
Een netwerkorganisatie gaat in de kern niet uit van één centrale organisatie als juridische én operationele entiteit, maar een procesgerichte koppeling en bundeling van de capaciteiten van gemeenten, provincie en eventuele andere instanties of marktpartijen. De deelnemers blijven (bestuurlijk) autonoom maar functioneren operationeel – waar dit nodig is – als ware het één organisatie.
De keuze voor een netwerkorganisatie is ingegeven door een aantal zaken. De gemeenten en provincie zijn om te beginnen van mening dat eenzelfde resultaat kan worden bereikt met een RUD volgens de netwerkgedachte als met een klassieke RUD. Dit met als belangrijk verschil veel lagere kosten, minder bestuurlijke drukte en beter aansluitend bij de ontwikkeling van de toekomstgerichte integrale organisatie van (met name) het lokale bestuur. Bovendien heeft een netwerkstructuur belangrijke voordelen als het gaat om flexibiliteit, innovatiepotentieel én wordt optimaal gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen. Een RUD volgens de netwerkgedachte is naar het oordeel van de gemeenten en provincie een uiting van het nieuwe werken en moderne inrichting van de overheidsorganisatie in het algemeen.
De deelnemers realiseren zich dat ook een netwerk-organisatie een aantal risico’s in zich heeft. Bijvoorbeeld als het gaat om de bedrijfszekerheid, nemen van verantwoordelijkheid en het voldoende borgen van robuustheid. De deelnemers zijn ervan overtuigd dat die risico’s kunnen worden beperkt en/of opwegen tegen risico’s en kosten van het oprichten van een klassieke RUD. Wederzijds vertrouwen, actieve bijdrage en voldoende en gerichte ambitie (inhoudelijk of in het nieuwe werken) zijn belangrijke sleutelwoorden. De RUD wordt zo ingericht dat de omstandigheden voldoende zijn om dat samenwerkingsklimaat in stand te houden en te versterken.
10
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
In die lijn past ook de keuze voor een bestuursovereenkomst in plaats van een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam voor de juridische verankering. De noodzaak van een gemeenschappelijke regeling om de zaken te regelen die moeten worden geregeld, is er niet. Met een bestuursovereenkomst wordt bovendien voorkomen dat er nog meer bestuurlijke drukte én de daarmee samenhangende bestuurskosten ontstaat.
In voorliggend document noemen we de organisatie geen ‘netwerk-RUD’, maar een ‘RUD’ zoals ook in de andere regio’s wordt opgericht. Dit om te benadrukken dat de RUD in Limburg-Noord (ondanks een afwijkend organisatiemodel) voldoet aan de resultaatafspraken die partijen landelijk hebben gemaakt.
11
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
3 Taken 3.1
Inleiding
Iedere gemeente en de provincie belegt minimaal de basistaken in de RUD. Zie bijlage 8 voor het volledige basistakenpakket. Naast basistaken kunnen door de gemeenten en provincie ook ‘verzoektaken’ bij de RUD worden belegd. Dit kunnen ook verzoektaken van externe partners zijn, zoals het Rijk of de waterschappen. Met uitzondering van specialistische ondersteuning heeft een uitwerking van de ‘verzoektaken’ nog niet plaats gevonden; na het inrichten van het fundament (basistaken) wordt in 2012 en volgende jaren bekeken welke overige verzoektaken in aanmerking komen voor uitvoering binnen de RUD.
Daarbij wordt opgemerkt dat een deel van de taken voor de provincie een ‘basistaak’ is en voor de gemeenten een ‘verzoektaak’. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Wabo-brede vergunningverlening en toezicht.
In voorliggend hoofdstuk zijn de volgende taken uitgewerkt:
Bedrijfsgerichte toezicht- en handhavingstaken (zie 3.2)
Bedrijfsgerichte vergunningverleningstaken (zie 3.3)
Vergunningverlening bij projecten met provinciaal ruimtelijk belang (zie 3.4)
Toezicht bij enkele specifieke milieu-activiteiten (zie 3.5)
Ketengericht milieutoezicht (zie 3.6)
Specialistische en generieke (verzoek)taken (zie 3.7)
De uitwerking is gebaseerd op de kennis die momenteel beschikbaar is over de taken op 1 januari 2013. Daarbij is, voor zover de implicaties momenteel bekend zijn, rekening gehouden met de inwerkingtreding van de 3e tranche van het Activiteitenbesluit.
In bijlage 3 is voor ieder van deze taken een tijdsinschatting gemaakt voor de toekomstige (adequate) uitvoering, gebaseerd op landelijke kentallen uit de maatlat milieu.1 De kentallen voor mutatiegraden, controlefrequenties en urenraming per product worden voorlopig als minimum referentieniveau gehanteerd. In 2012 worden de taken in detail uitgewerkt in een productcatalogus, zodat vanaf 1 januari 2013 toegewerkt wordt naar één gezamenlijk minimum uitvoeringsniveau. Dan, maar ook na toekomstige evaluaties, worden de kentallen, indien nodig, geactualiseerd.
1
Model Maatlatten Milieuvergunningverlening en –Toezicht, Sira consulting, 2009
12
1 december 2011
3.2
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Bedrijfsgerichte toezicht- en handhavingstaken
Een groot deel van de basistaken heeft betrekking op toezicht en handhaving bij bedrijven. De RUD verzorgt vanaf 1 januari 2013 voor alle gemeenten en de provincie voor de activiteiten en branches die in het basistakenpakket genoemd zijn:
het voorbereiden van alle controles naar aanleiding van een verleende vergunning of ontvangen melding, een controleprogramma, een klacht of melding of een verzoek om handhaving,
het uitvoeren van controles en eventuele hercontroles,
de rapportage over de (her)controles richting het bevoegd gezag.
Op verzoek verzorgt de RUD voor gemeenten en de provincie:
de advisering (op basis van vigerend beleid) aan het bevoegd gezag over repressief optreden,
voorbereiding van besluitvorming namens het bevoegd gezag (repressief optreden / sanctioneren),
de ondersteuning van het bevoegd gezag (o.a. verweerschriften, pleitnota’s, deelname aan hoorzittingen) bij bezwaar en beroep,
voorbereiding van, uitvoering van en rapportage over controles voor overige activiteiten en branches (zijnde niet-basistaken).
Voor de gemeenten en provincie behoren de volgende werkzaamheden tot het basistakenpakket: a.
het Wabo-brede toezicht op inrichtingen waarvoor GS bevoegd is,
b.
het milieutoezicht op alle vergunningplichtige inrichtingen,
c.
het milieutoezicht op alle milieu-complexe branches en activiteiten.
Ad a. Wabo-brede toezicht op provinciale inrichtingen In Limburg-Noord zijn momenteel (1-11-2011) onder provinciaal bevoegd gezag 56 IPPCinrichtingen en 40 inrichtingen categorie B en C die mogelijk een OBM kunnen indienen. Van deze 56 IPPC-inrichtingen vallen 5 bedrijven onder de BRZO; de uitvoering van de Wabo-taken bij deze bedrijven wordt buiten de RUD Limburg-Noord georganiseerd. Van 91 bedrijven valt zodoende het Wabo-brede toezicht onder de RUD. Hiervoor worden indicatief zo’n 5.500 uren geraamd.
13
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Ad b. Milieutoezicht op gemeentelijke vergunningplichtige inrichtingen In Limburg-Noord zijn in totaal 13 BRZO inrichtingen (waarvan 5 onder provinciaal bevoegd gezag), 5 inrichtingen met een omgevingsvergunning onder bevoegd gezag van de minister van I&M (defensie-inrichtingen) en geen inrichtingen onder bevoegd gezag van de minister van Economische Zaken (mijnbouwmilieu inrichtingen). De Wabo-taken voor de BRZO-, mijnbouwmilieu- en defensie-inrichtingen worden buiten de RUD georganiseerd.
Ná inwerkingtreding van de 2e fase (per 1 juli 2012) van het Activiteitenbesluit en rekening houdend met een grote hoeveelheid bedrijfsbeëindigingen en schaalvergroting van de intensieve veehouderij zijn er in Limburg-Noord naar verwachting zo’n 1.350 inrichtingen vergunningplichtig met de gemeente als bevoegd gezag. Rekening houdend met de BRZOen defensie-inrichtingen, verzorgt de RUD van 1.336 inrichtingen (waarvan 503 IPPCinrichtingen) de vergunningverlening. In onderstaande tabel zijn de geverifieerde aantallen inrichtingen met gemeentelijk bevoegd gezag weergegeven.
Voor het milieutoezicht bij de gemeentelijke vergunningplichtige inrichtingen wordt op basis van de (in bijlage 3 genoemde) kentallen een inzet verwacht van 27.300 uren.
Ad c. Milieutoezicht op milieu-complexe activiteiten en branches Milieu-complex zijn de branches en activiteiten onder punt 5 van het basistakenpakket.2 De RUD voert voor deze branches en activiteiten het milieutoezicht uit.
Volgens landelijke onderzoek 3 is op 1 januari 2013 zo’n 7,5% (71.800 van de 956.000) van het aantal bedrijfsvestigingen niet-vergunningplichtig én milieu-complex. Gezien het grote aantal intensieve veehouderijen in Limburg-Noord dat in 2012 meldingsplichtig wordt, wordt verwacht dat in agrarische gemeenten 15% van het aantal bedrijfsvestigingen nietvergunningplichtig én milieu-complex wordt en in de overige gemeenten 5%. Voor het toezicht op deze inrichtingen wordt een inzet geraamd van 16.800 uren.
2 3
Basistakenpakket voor regionale uitvoeringsdiensten, versie 2.3, 25 mei 2011 SPPS Consultants B.V., in opdracht van het Ministerie van I&M, aantallen vergunningplichtige inrichtingen 2010; eindrapport, Breda, september 2010
14
1 december 2011
3.3
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Bedrijfsgerichte vergunningverleningstaken
De RUD verzorgt de vergunningverleningstaken voor zover deze in het basistakenpakket zijn genoemd. Het betreft: a.
de Wabo-brede vergunningverlening voor provinciale inrichtingen,
b.
de vergunningverlening milieu voor gemeentelijke inrichtingen,
c.
de omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen (OBM).
Onder de vergunningverlening verstaan we voor de activiteiten en branches die in het basistakenpakket genoemd zijn, voor gemeente en provincie minimaal:
de ondersteuning van het bevoegd gezag bij het vooroverleg,
het adviseren aan het bevoegd gezag over de volledigheid (ontvankelijkheid) en de technische en eventueel juridische inhoud van aanvragen, zienswijzen, (concept) beschikkingen en schetsplannen, inclusief specialistisch advies over basistaken.
Daarnaast verstaan we voor de provincie onder vergunningverlening:
het uitvoeren van proces- en procedurebegeleiding, inclusief het onderhouden van de contacten met de aanvrager, belanghebbenden en alle adviseurs,
de ondersteuning van het bevoegd gezag (o.a. verweerschriften, pleitnota’s, deelname aan hoorzittingen) bij bezwaar en beroep.
Daarnaast kan de RUD op verzoek de volgende activiteiten bij vergunningverlening verrichten:
verzorgen van proces- en procedurebegeleiding voor gemeenten, inclusief het onderhouden van contacten met de aanvrager, belanghebbenden en alle adviseurs,
de ondersteuning (o.a. verweerschriften, pleitnota’s, deelname aan hoorzittingen) van gemeenten bij bezwaar en beroep,
voorbereiding van besluitvorming en publicatie namens het bevoegd gezag,
de ondersteuning bij het vooroverleg en de advisering aan het bevoegd gezag over de volledigheid en technische en juridische inhoud van (concept) beschikkingen en schetsplannen voor overige activiteiten en branches (zijnde niet-basistaken).
Ad a. Wabo-brede vergunningverlening voor provinciale inrichtingen Voor de 40 inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag die mogelijk een OBM kunnen indienen en de 51 IPPC (niet-BRZO) inrichtingen, verzorgt de RUD de volledige omgevingsvergunningverlening. Hiervoor worden voorlopig zo’n 6.800 uren geraamd.
15
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Ad b. Vergunningverlening milieu voor gemeentelijke inrichtingen De RUD verzorgt voor de 1.334 gemeentelijke vergunningplichtige inrichtingen (waarvan 503 IPPC-inrichtingen) onder gemeentelijk bevoegd gezag de voorbereiding van het milieudeel van de omgevingsvergunning. Dit deel wordt als advies aan het bevoegd gezag voorgelegd. Het bevoegd gezag verzorgt vervolgens de besluitvorming. Op basis van de (in bijlage 3 genoemde) kentallen wordt een inzet verwacht van 23.000 uren voor de vergunningverlening bij gemeentelijke inrichtingen.
Ad c. Omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen Vanaf 1 januari 2011 is de OBM geïntroduceerd. Dat is een simpele vergunning zonder voorschriften, die slechts op een beperkt aantal gronden kan worden geweigerd. De RUD verzorgt de voorbereiding van alle OBM’s. Hiervoor is naar verwachting zo’n 9.400 uren op jaarbasis nodig. Door de beperkte ervaring met OBM’s en de wijzigende wetgeving kan dit aantal geraamde uren fors wijzigen. 3.4
Vergunningverlening bij projecten met provinciaal ruimtelijk belang
De RUD verzorgt de (Wabo-brede) voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening voor de verwezenlijking van projecten van provinciaal ruimtelijk belang, waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken. Gedeputeerde Staten is bij deze projecten bevoegd gezag voor de gehele omgevingsvergunning, waarbij Provinciale Staten een vvgb dient af te geven. Dit stelsel is beter bekend als een provinciaal projectbesluit. Het kan bijvoorbeeld worden ingezet voor het realiseren van regionale verbindingsroutes of grote havens. Aan de hand van projectplannen wordt bepaald hoeveel capaciteit van de RUD nodig is en op welke wijze deze wordt ingevuld.
Ook bij andere projecten kan de op verzoek RUD specialistische of generieke deskundigheid leveren. Zie hiervoor de uitwerking in paragraaf 3.7. 3.5
Toezicht bij specifieke milieu-activiteiten
De RUD voert het milieutoezicht uit bij enkele specifieke activiteiten. Deze activiteiten vinden grotendeels plaats buiten inrichtingen. Het betreft het toezien op de milieuaspecten:
bij het slopen in opdracht van bedrijven en instellingen. Deze aspecten zijn met name de verwijdering en afvoer van asbest.
waarbij volgens de provinciale verordening een vergunning is vereist. Dit geldt voor activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden, milieubeschermingsgebieden en op gesloten stortplaatsen.
bij aanleg, zoals het graven van sloten, het ophogen van land, het aanleggen van een vuilstortplaats en het verharden van wegen.
bij activiteiten met stoffen, preparaten en genetisch gemodificeerd organismen (GGO’s) die worden uitgevoerd door de houder van een omgevingsvergunning.
16
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
bij realisatie van geluidwerende voorzieningen, industrielawaai, spoorweglawaai, stookinstallaties, het ecologisch ontwerp van energiegerelateerde producten en activiteiten voor het doelmatig beheer van afvalstoffen.
de opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen, zoals olie en gas, waterwinning, zandwinning, waterkracht, windenergie, warmtepompen en zonneenergie.
het tot stand brengen en beheren van werken en infrastructurele voorzieningen door bedrijven of instellingen.
bedrijfsmatige activiteiten van het Besluit bodemkwaliteit, de Wet bodembescherming en bodemsaneringen en proefbronnering.
Voor het toezien op het laatstgenoemde aspect (bodem) in Limburg-Noord worden voorlopig 15.000 uren geraamd. Voor het toezicht op de overige aspecten wordt een benodigde inzet geraamd van 2.000 tot 5.000 uren. De specifieke milieu-activiteiten zijn in bijlage 3 meer concreet beschreven. 3.6
Ketengericht milieutoezicht
De RUD wordt verantwoordelijk voor de programmatische aansturing van de ketengerichte VTH-taken en de aanpak van milieucriminaliteit. Dit betreft bijvoorbeeld gevaarlijke afvalstoffen, asbest en bouwstoffen, vuurwerk, grond en baggerspecie. Meer specifiek worden door de RUD de volgende taken aangestuurd, gecoördineerd, gefaciliteerd of (in opdracht van de deelnemers) uitgevoerd: 1. Zorgen dat er volgende basisinzicht op zaakniveau is in mogelijk malafide gedrag. 2. Het bundelen en analyseren van deze basisgegevens om (bovenlokale) malafide netwerken en ketens in beeld te brengen. 3. Op basis daarvan en in samenspraak met onder meer het OM stellen van prioriteiten bij de aanpak van milieucriminaliteit. 4. Zorgen dat er – in overleg met het OM - gericht toezicht wordt uitgeoefend op mogelijk malafide partijen en netwerken. 5. Effectief doorpakken (met voldoende mandaat) waar inderdaad sprake is van malafide gedrag.
Voor het ketengericht milieutoezicht wordt, in aanvulling op de bedrijfsgerichte taken, indicatief 1.350 uren op jaarbasis in Limburg-Noord besteed.
17
1 december 2011
3.7
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Specialistische en generieke (verzoek)taken
De RUD kan op verzoek een integrale Wabo dienstverlening leveren aan de gemeenten en provincie. Naast de specialistische en generieke expertise die wordt ingezet voor uitvoering van de basistaken (zie 3.2 t/m 3.6), levert de RUD op verzoek specialistische en generieke expertise aan de gemeenten en provincie. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan de specialismen waarvan binnen de regio als geheel beperkte capaciteit beschikbaar is: afvalwater, externe veiligheid, geluid, groen en ecologie, luchtkwaliteit, bouwfysica, constructieve veiligheid, bouwakoestiek, cultuurhistorie en milieuzonering. Inzet kan zowel structureel (voor reguliere taken) als projectmatig worden geleverd.
Naast specialismen kan de RUD ook generieke taken verzorgen. De organisatie wordt ingericht om op verzoek (Wabo-brede) vergunningverlening, toezicht en handhaving te kunnen leveren aan de gemeenten en provincie. Dit inclusief proces- en procedurebegeleiding, juridische advisering, het onderhouden van de contacten met de aanvrager, belanghebbenden en alle adviseurs, bezwaar en beroep, voorbereiding van besluitvorming en publicatie. 3.8
Benodigde formatie voor taakuitvoering
In dit hoofdstuk zijn de taken benoemd en gekwantificeerd. Van ieder van de basistaken is beschreven welke werkzaamheden op hoofdlijnen de RUD gaat ondernemen. In bijlage 3 zijn de taken meer in detail uitgewerkt. In onderstaande tabel is de benodigde formatie voor de uitvoering van alle basistaken conform de gehanteerde kentallen gevisualiseerd.
18
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Basistaak
Arena Consulting
Geraamde uren
Bedrijfsgerichte toezicht- en handhavingstaken o
Wabo-brede toezicht op provinciale inrichtingen
5.500
o
Milieutoezicht op gemeentelijke vergunningplichtige inrichtingen
27.300
o
Milieutoezicht op milieu-complexe activiteiten en branches
16.800
Bedrijfsgerichte vergunningverleningstaken o
Wabo-brede vergunningverlening voor provinciale inrichtingen
o
Vergunningverlening milieu voor gemeentelijke inrichtingen
o
Omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen
Vergunningverlening bij projecten met provinciaal belang
Toezicht bij enkele specifieke milieu-activiteiten
6.800 23.000 9.400 n.n.b.
o
Milieutoezicht bij sloopwerkzaamheden
2.000
o
Milieutoezicht bij vergunningen volgens provinciale verordening
o
Milieutoezicht bij aanleg
n.n.b.
o
Milieutoezicht bij stoffen, preparaten en GGO’s
n.n.b.
o
Milieutoezicht bij producten en toestellen
n.n.b.
o
Milieutoezicht bij opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen
n.n.b.
o
Milieutoezicht bij werken en infrastructurele voorzieningen
n.n.b.
o
Milieutoezicht bij Besluit bodemkwaliteit, bodemsaneringen en
25
15.000
proefbronnering
Ketengericht milieutoezicht
Totaal
1.350 107.000
Voor de uitvoering van de basistaken in Limburg-Noord is indicatief een formatie van 107.000 productieve uren benodigd voor de primaire taakuitvoering. Opgemerkt wordt dat deze urenramingen gebaseerd zijn op kentallen en een voorlopige inschatting van het aantal inrichtingen in 2013. Een verdieping in 2012 levert een meer gedetailleerd overzicht van de benodigde formatie.
19
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
4 Organisatiemodel 4.1
Basisstructuur organisatie RUD
De RUD Limburg-Noord wordt opgezet als een netwerkorganisatie. De kern van een netwerkorganisatie is het niet uitgaan en oprichten van één centrale organisatie als juridische én operationele entiteit, maar een procesgerichte koppeling en bundeling van de capaciteiten van gemeenten, provincie en eventuele andere instanties of marktpartijen. De deelnemers blijven (bestuurlijk) autonoom maar functioneren operationeel – waar dit nodig is – als ware het één organisatie. Het netwerk is een gelaagde organisatie, gebaseerd op het benodigde schaalniveau voor voldoende robuustheid van de organisatie, de aard en schaal van de opgaven en de besturing van de RUD als zodanig.
Uitgangspunt is dat de uitvoering op zo laag mogelijk, dat wil zeggen waar mogelijk lokaal, schaalniveau wordt neergelegd. De meeste organisaties – behoudens mogelijk op onderdelen de centrumgemeenten – zijn echter niet robuust als ze taken geheel zelf (blijven) uitvoeren. Er zal opschaling nodig zijn voor: •
Het beter borgen van continuïteit in de uitvoering.
•
Het beter borgen van specifieke deskundigheid die nodig is voor de uitvoering van deel van (minimaal) het landelijke basistakenpakket.
•
Het effectief kunnen aanpak van malafide ketens en netwerken rond bijvoorbeeld asbest, grond en (gevaarlijk) afval.
•
De besturing van de RUD als geheel.
Het inrichtingsprincipe van de RUD wordt in de kern als volgt: •
Basisnetwerk VTH: Subregionale operationele clustering van de generieke capaciteit voor de advisering bij vergunningverlening en uitvoering toezicht voor minimaal het landelijke basistakenpakket. Op basis van bestaande samenwerkingsvormen, geografische ligging én een voldoende robuuste basis, ligt de vorming van maximaal 3 of 4 van dergelijke clusters voor de hand4. De samenstelling van de clusters wordt begin 2012 bepaald. De capaciteit voor de uitvoering van het landelijke basistakenpakket is beschikbaar voor de RUD als geheel. Clusters kunnen ook meer en breder capaciteit en expertise voor de RUD beschikbaar stellen voor de realisatie van verzoektaken. De clusters hebben een clustermanager (manager van één van de gemeenten) die namens de clusterdeelnemers afspraken maakt met de directeur van de RUD.
4
Het moet niet op voorhand worden uitgesloten dat de gemeenten in ‘de kop van Noord-Limburg’ voor wat betreft de lokale taken ook gebruik (blijven) maken van bijvoorbeeld het RMB, dat deel gaat uitmaken van de RUD Brabant Noord.
20
1 december 2011
•
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Borging kwaliteit: Voor de uitvoeringsorganisatie worden kwaliteitseisen vastgesteld. Gemeenten kunnen alleen taken voor de RUD uitvoeren als ze zelfstandig of in samenhangend clusterverband voldoen aan de voor die taken afgesproken kwaliteitseisen.
•
Specialismen bij gastheren: Daar waar expertise niet voldoende bij één gemeente of de clusterdeelnemers gezamenlijk kan worden geborgd, vindt herschikking en concentratie van meer specialistische deskundigheid bij een aantal gemeenten plaats. Elk cluster heeft in elk geval één gemeente die als ‘gastheer’ voor meer specialistische kennis optreedt.
•
Gezamenlijke programmering/uitvoering: Er is een gezamenlijk regionaal uitvoeringsprogramma. Hierin zijn minimaal de taken uit het landelijke basistakenpakket opgenomen. Op verzoek kunnen ook meer taken en capaciteit bij de RUD worden ingebracht en daarmee in het regionaal uitvoeringsprogramma worden opgenomen. Op basis van de beschikbare capaciteit en expertise wordt binnen de RUD een werkverdeling gemaakt.
•
Harmonisatie van processen en formats: De deelnemers werken toe naar een vergaande harmonisatie van de werkwijze, procesbeschrijvingen en formats. Dit ook in relatie tot de informatie-uitwisseling en ICT.
•
Borging specifieke expertise: De gastheren maken afspraak over onderlinge bijstand en uitwisseling van deskundigheid. Er kan sprake zijn van ‘specialisatie’ van gastheren, waardoor bepaalde specialistische kennis niet uit het eigen cluster, maar van een gastheer elders in de regio wordt betrokken. Dit zal in elk geval gelden voor de specialistische ondersteuning bij de meest risicovolle IPPC bedrijven. Dit wordt in de regio bij één gastheer belegd.
•
Algemene aansturing RUD: De RUD heeft een directeur die ook eindverantwoordelijk is voor de aansturing en uitvoering van het regionaal uitvoeringsprogramma en de kwaliteitsborging in de netwerkstructuur. De directeur treedt ook op als aanspreekpunt voor externe partners zoals de RUD Limburg Zuid en het OM. De directeur vormt samen met de clustermanagers het managementteam van de RUD (zie ook hoofdstuk 5).
•
Coördinatie en ondersteuning: Eén organisatie wordt als gastheer aangewezen om de algemene besturing, coördinatie, ontwikkeling van de RUD en aanpak van ketens en milieucriminaliteit voor haar rekening te nemen. Tot de taken van deze gastheer behoren ook bijvoorbeeld het stimuleren van innovatie en kwaliteitsverbetering en het verhogen van de doelmatigheid. Daarvoor wordt een coördinatiecentrum ingericht. De aansturing van het coördinatiecentrum is belegd bij de directeur.
•
BRZO: De RUD Limburg-Noord betrekt haar expertise voor de BRZO-bedrijven (meest risicovolle bedrijven) van de RUD die hiervoor wordt ingericht.
21
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
De organisatie van de meest specialistische kennis (risicovolle IPPC bedrijven) en het coördinatiecentrum kunnen zowel bij één en dezelfde gastheer worden ondergebracht als bij twee verschillende gastheren.
Dit leidt tot een volgende algemene schets van de RUD.
4.2
Voldoende robuustheid en eenduidige aansturing clusters
Het basisnetwerk bestaat uit (natuurlijke) clusters van gemeenten die hun capaciteit operationeel bundelen en afstemmen. Dit houdt in: •
Eenduidige aansturing van de taken die het cluster voor de RUD uitvoert door één clustermanager. Deze clustermanager is één van de managers van de gemeenten in het cluster.
•
Bundeling van capaciteit en taakverdeling bij de uitvoering binnen het cluster.
Het netwerk functioneert als operationele eenheid, bijvoorbeeld bij onderlinge bijstand, opbouw en uitwisseling van deskundigheid. Alle deelnemers werken in ieder geval met gelijke kwaliteitseisen. De programmatische aansturing vindt plaats door één clustermanager die tevens lid is van het managementteam van de RUD.
22
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
In elk cluster moet de gebundelde capaciteit voldoende robuust zijn om het primaire proces van vergunningverlening en toezicht/handhaving voor de basistaken bij niet-IPPC/BRZObedrijven te kunnen uitvoeren. De daarvoor benodigde specialistische ondersteuning (basiskennis) wordt zoveel mogelijk binnen het cluster gebundeld. Indien de kritieke massa voor een deskundigheid binnen het cluster niet voldoende is, wordt de uitvoering van het specialisme bij een of enkele gastheren binnen de regio belegd die wel voldoen. 4.3
Coördinatiecentrum
Er komt bij één gastheer een coördinatiecentrum met de opdracht om innovatie, informatiestromen, verhoging doelmatigheid en kwaliteitsverbetering te bevorderen. Daarnaast moet het coördinatiecentrum ook borgen dat het (netwerk)samenwerkingsproces in zijn algemeenheid goed kan verlopen.
Het coördinatiecentrum bestaat uit een programmacoördinator en twee of drie (parttime) medewerkers. Hiervan is er één specifiek belast met het taakveld ‘aanpak ketens- en milieucriminaliteit’ en één specifiek met ‘innovatie en kwaliteitsborging’. Daarnaast wordt van ondersteuning door de gastheer gebruik gemaakt.
De bepaling van de uitvoeringstaken en de daarvoor benodigde capaciteit voor het coördinatiecentrum (en eventuele aanvullende inzet en inbreng van gemeenten, provincie en andere partners) wordt opgenomen in het regionaal uitvoeringsprogramma.
23
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Functie
Structurele capaciteitsraming
Programmacoördinator
1 FTE
Medewerkers
2 FTE (ketens en criminaliteit, innovatie & kwaliteit)
Leden projectteams Ondersteuning Totaal (indicatief)
Arena Consulting
Jaarlijks te bepalen in regionaal uitvoeringsprogramma 0,3 tot 0,5 FTE 3 FTE structureel5; exact te bepalen op basis programma
Bovengenoemde capaciteit wordt ingevuld met bestaande formatie.
Programmacoördinator De programmacoördinator vervult met ondersteuning van de overige medewerkers van het coördinatiecentrum de volgende taken: •
Strategieontwikkeling RUD.
•
Opstellen van, monitoren en verslagleggen over het regionaal uitvoeringsprogramma en werkverdeling tussen clusters- en gastheren.
•
(Voorbereiding) afspraken met de BRZO uitvoeringsorganisatie over specifieke specialistische inzet en uitvoering taken bij BRZO-bedrijven.
•
Ondersteuning samenwerking algemeen, professionele netwerkvorming.
•
Voorbereiding en verslaglegging bestuurlijk overleg en overleg van het platform gemeentesecretarissen.
•
Voorbereiding en uitvoering programmabegroting en rekening RUD.
•
Ondersteuning bestuurlijk relatiebeheer.
•
Ondersteunen kennis- en informatie-uitwisseling en –overdracht.
•
Monitoring RUD algemeen (input, throughput, output en waar mogelijk outcome).
Ondersteuning Voor de ondersteuning binnen het coördinatiecentrum wordt gebruik gemaakt van de bestaande voorzieningen van de gastheer. Ondersteuning heeft o.m. betrekking op werkplanning/werkverdeling, financiële administratie rond verrekening leveringen en beheer website RUD. Operationele uitwerking hiervan vindt plaats in de inrichtingsfase.
5
Raming gebaseerd op aanname dat capaciteit nodig is voor planning en programmering, monitoring en rapportages, aanpak ketens en milieucriminaliteit, kwaliteitsborging, taak innovatie, algemene ondersteuning en bevordering organisatie netwerk en financiële afwikkelingen. Verder aanname dat team van minimaal drie medewerkers nodig is om voldoende kritieke massa te hebben om coördinatiecentrum te kunnen laten functioneren.
24
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Projectteams Rond het coördinatiecentrum worden projectteams geformeerd door toelevering van capaciteit door gemeenten en provincie. De projectteams zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van projecten rond bijvoorbeeld innovatie in aanpak, kwaliteitsborging of de aanpak van ketenvraagstukken. Per project is een projectleider verantwoordelijk voor de operationele aansturing; deze werkt in opdracht van de directeur.
Vanuit het coördinatiecentrum wordt specifiek de kwaliteitsborging, innovatie en verhoging van doelmatigheid gefaciliteerd, evenals de aanpak van ketens en milieucriminaliteit. De activiteiten die hiervoor worden ondernomen, worden opgenomen in het regionaal uitvoeringsprogramma.
Wil de aanpak van keten en criminaliteit effectief zijn, zal de gastheer voldoende mandaat moeten hebben van alle deelnemers in de RUD. Dit mandaat betreft in elk geval het namens de regio afspraken kunnen maken met het OM over handhavingsarrangementen en om het onder verantwoordelijkheid van de RUD uitgevoerd ketentoezicht op te kunnen treden. Voor zover BOA-capaciteit moet worden ingezet, wordt die betrokken van gemeenten of provincie.
In 2012 worden proeftuinen opgestart. De ketenaanpak krijgt daarin speciale aandacht. De proeftuinen moeten beter zicht geven op de benodigde capaciteit en de beste wijze van informatie-uitwisseling en aanpak (zie paragraaf 11.4).
25
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
5 Besturing 5.1
Algemeen besturingsmodel
Een bestuurlijk overleg stelt jaarlijks de beleidsmatige, organisatorische en financiële kaders vast. De uitvoering van deze kaders wordt in de vorm van een bestuursopdracht bij een platform van gemeentesecretarissen neergelegd. Zij zijn er ook verantwoordelijk voor dat de eigen organisatie voldoet aan de condities die zijn afgesproken. Daarnaast ziet het platform erop toe dat de kwaliteit van de uitvoering geborgd blijft. Eén van de leden van het platform wordt aangewezen als directeur van de RUD Limburg-Noord.
De directeur is verantwoordelijk voor het regionaal uitvoeringsprogramma, geeft leiding aan een managementteam van clustermanagers, is ambtelijk opdrachtgever aan het coördinatiecentrum, treedt op als externe vertegenwoordiger van de RUD en heeft een mandaat om afspraken te maken namens de RUD. Bijvoorbeeld als het gaat om het afsluiten van handhavingsarrangementen met het OM.
Onder verantwoordelijkheid van het managementteam stelt het coördinatiecentrum tezamen met de clustermanagers binnen de bestuurlijk vastgestelde kaders jaarlijks een regionaal uitvoeringsprogramma op. Dit programma heeft een flexibele schil om vragen gedurende de looptijd te kunnen opvangen. Het programma bevat in ieder geval alle basistaken, samenwerkingsprojecten op het vlak van innovatie en kwaliteitsverbetering en
26
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
een projectprogramma voor de aanpak van ketens- en milieucriminaliteit. Op basis van het regionaal uitvoeringsprogramma maakt het coördinatiecentrum tezamen met de clustermanagers een werkverdeling tussen de clusters en gastheren. Het regionaal uitvoeringsprogramma en de werkverdeling tussen de clusters en gastheren wordt jaarlijks door het bestuurlijk overleg vastgesteld in de DVO. De uitvoering van het regionaal uitvoeringsprogramma wordt aangestuurd door het managementteam, onder verantwoordelijkheid van de directeur.
Het coördinatiecentrum monitoort de voortgang van de uitvoering van het regionale uitvoeringsprogramma en komt waar nodig tussentijds tot bijstelling van het regionale uitvoeringsprogramma en/of de werkverdeling. Daarbij is de taak van het coördinatiecentrum ook het (her)verdelen van de werkzaamheden waarvoor de kwaliteit niet binnen de basisclusters of de regio aanwezig is.
De operationele aansturing van de clusters gebeurt voor wat betreft de taken uit het regionaal uitvoeringsprogramma door de verantwoordelijke clustermanager. Hoe de clusters operationeel worden ingericht, bepalen in beginsel de clusters zelf, mits dit voldoet aan de bestuurlijk vastgestelde regionale kaders (waaronder kwaliteitseisen en prioriteiten) en de afspraken binnen het managementteam. 5.2
Bestuurlijk overleg
Er is minimaal twee maal per jaar een bestuurlijk overleg van de RUD bestaande uit één bestuurder / portefeuillehouder van elk van de 15 gemeenten in de regio en de provincie. Het bestuurlijk overleg is verantwoordelijk voor alle afspraken die in de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord worden vastgelegd.
Het bestuurlijk overleg stelt jaarlijks de uitgangspunten, ambities, prioriteiten en verslaglegging van de RUD vast: a.
De programmabegroting/rekening van de RUD-taken, voor zover dit de bovenlokale taken en kosten betreft.
b.
De beoordeling en instemming met de dienstverleningsovereenkomsten, waarin het regionaal uitvoeringsprogramma voor het basistakenpakket en de kwaliteitscriteria zijn opgenomen.
c.
Het jaarverslag met de inzet en resultaten van de RUD.
d.
De met het OM en andere partners overeengekomen handhavingsprioriteiten.
e.
De kwaliteitseisen waaraan de deelnemers zich verbinden.
Het coördinatiecentrum is secretaris van het bestuurlijk overleg. De directeur neemt als adviseur deel aan het bestuurlijk overleg.
27
1 december 2011
5.3
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Platform gemeentesecretarissen
In het platform van gemeentesecretarissen neemt van iedere gemeente en de provincie een directielid deel. Het platform is verantwoordelijk voor: •
Het voorbereiden van wat ter overweging en besluitvorming aan het bestuurlijk overleg moet worden voorgelegd. Hiertoe behoort onder meer de DVO (met daarbinnen het regionale uitvoeringsprogramma en de werkverdeling).
•
Het uitvoeren van besluiten van het bestuurlijk overleg (bestuursopdracht).
•
Toezien op de kwaliteit van de uitvoering van de taken door de deelnemende partijen in algemene zin en het onderlinge samenspel in het bijzonder. Het platform van gemeentesecretarissen adviseert daarover aan het bestuurlijk overleg.
•
Het in algemene zin behartigen van de belangen van de RUD en haar deelnemers.
•
De opdrachtverlening aan het coördinatiecentrum wat betreft de uitvoering van de regionale taken uit het regionale uitvoeringsprogramma.
Het platform gemeentesecretarissen benoemt uit haar midden een directeur die namens de RUD Limburg-Noord optreedt en een voorzitter van het platform. De voorzitter is een ander persoon dan de directeur.
De provinciale en interregionale afstemming (inclusief het maken van afspraken) met het OM, politie én de RUD Limburg Zuid en eventuele andere externe dienstverleners voor de regionale taken gebeurt door de directeur van de RUD. Deze treedt (ambtelijk) namens de RUD Limburg-Noord op en heeft het mandaat om met het OM beleidsmatige afspraken te maken. Dit binnen de kaders van de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord, het mandaat dat de directeur heeft én de programmatische kaders die het bestuurlijk overleg jaarlijks vaststelt. De tactische (programma- en projectniveau) en operationele afstemming (dossierniveau) tussen OM/politie en externe dienstverleners enerzijds en gemeenten en provincies anderzijds, vindt plaats vanuit het coördinatiecentrum. 5.4
Managementteam en aansturing clusters
De basis van de uitvoeringsstructuur wordt gevormd door clusters van in beginsel drie of meer (aangrenzende) gemeenten (zie 4.2). Deze clusters hebben voldoende kritieke massa voor de taken uit het regionaal uitvoeringsprogramma uit te voeren. De capaciteit en deskundigheid die de clusters niet zelfstandig kunnen borgen, betrekken ze van de andere clusters of wordt (regionaal) betrokken van een andere RUD c.q. samen met een andere RUD georganiseerd. Waar nodig vindt binnen de regio opschaling van capaciteit en expertise plaats. Hoe de operationele uitvoerings- en overlegstructuur er binnen de clusters uitziet, wordt door de clusters zelf bepaald, mits deze voldoet aan de bestuurlijk vastgesteld kaders.
28
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Alle clusters wijzen een clustermanager aan die, tezamen met de directeur van de RUD, het managementteam van de RUD vormen. De clustermanager is één van de managers van de gemeenten in het cluster en treedt op namens de deelnemers van een cluster. De clustermanager is verantwoordelijk voor de operationele aansturing van de taken die onder de vlag van de RUD binnen het betreffende cluster worden uitgevoerd.
Het managementteam is verantwoordelijk voor het opstellen, uitvoeren en monitoren van het regionaal uitvoeringsprogramma van de RUD. 5.5
Planning & Controlecyclus (programmering)
Er wordt jaarlijks een regionaal uitvoeringsprogramma (met meerjarenplanning) opgesteld. Het bestuurlijk overleg stelt daarvoor de inhoudelijke, bestuurlijke, organisatorische en financiële kaders (programmabegroting) vast en besluit over de dienstverleningsovereenkomst (waarin het regionaal uitvoeringsprogramma is opgenomen). Het opstellen en uitvoeren van het uitvoeringsprogramma valt onder de verantwoordelijkheid van het managementteam van de RUD. Bepalen werkvoorraad en werkverdeling Onder verantwoordelijkheid van de directeur en met ondersteuning van het coördinatiecentrum bepaalt het managementteam wat de werkvoorraad is op basis van de vastgestelde kaders en hoe de werkverdeling wordt binnen de RUD. Bij het laatste wordt uitgegaan van een gelaagd uitvoeringsprincipe waarbij de afstand tussen de plaats van de taak en de plaats van uitvoering/organisatie zo klein mogelijk is. Dit betekent dat taken zo mogelijk binnen het cluster waar ook de wettelijke verantwoordelijkheid voor deze taken ligt, worden uitgevoerd. Waar de kwaliteit onvoldoende kan worden geborgd of waar de capaciteit onvoldoende is, wordt capaciteit en expertise vanuit de andere clusters betrokken.
29
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Expertise die in de regio niet (zelfstandig) voldoende robuust kan worden georganiseerd (bijvoorbeeld BRZO) wordt primair betrokken van of samen georganiseerd met een andere RUD. Opstellen operationele werkplanningen Op basis van de werkverdeling maken de clusters onder verantwoordelijkheid van de betreffende clustermanager een concrete werkplanning op en treffen waar nodig aanvullende organisatorische maatregelen. De onderlinge afspraken tussen deelnemers over leveringen en tussen de RUD Limburg-Noord en andere RUD’s, worden jaarlijks in een DVO vastgelegd. Dit gebeurt op basis van de werkverdeling die de RUD jaarlijks maakt. De DVO heeft een meerjarige doorkijk (planning) om de stabiliteit van het netwerk te bevorderen.
Rapportage en bijsturing De deelnemers rapporteren per kwartaal via hun clustermanager aan de directeur van de RUD over de inzet en kosten, de voortgang in de uitvoering en de bereikte resultaten. Het managementteam evalueert deze rapportages en beslist of bijstelling van het regionaal uitvoeringsprogramma of herverdeling van de werkzaamheden nodig is.
30
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Verrekening Een keer per jaar vindt een verrekening plaats. Het coördinatiecentrum treedt daarbij op als administratiekantoor. Het coördinatiecentrum stelt de netto-verrekeningen tussen de deelnemers op en verzorgt de integrale facturering en betaling aan de deelnemers. Dat betekent dat elke deelnemer jaarlijks via het coördinatiecentrum één factuur krijgt waarin betalingen en ontvangsten met alle leveranciers en afnemers zijn verrekend. 5.6
Platform VTH-managers
Er komt een regionaal VTH-management-overleg. Dit is het platform voor afstemming van de handhaving, de samenwerking binnen het netwerk, de uitwisseling van kennis en ervaringen, horizontale kwaliteitsborging en innovatie. Vanuit dit afstemmingsplatform kunnen ook specifieke thematische werk- en/of projecten worden voorgesteld. Bijvoorbeeld als het gaat om innovatie of kwaliteitsverbetering. Dit regionaal VTH-management-overleg komt indicatief 6-8 maal per jaar bij elkaar. 5.7
Escalatieladder
De afspraken zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord en de DVO (inclusief regionaal uitvoeringsprogramma en werkverdeling). De directeur van de RUD is verantwoordelijk voor het functioneren van het netwerk en borging van de kwaliteit en uitvoering door de RUD. De materiële vertaling daarvan moet gebeuren door de deelnemende organisaties. Het binnen de RUD kunnen en mogen optreden is onder de conditie dat de organisatie voldoet aan de afgesproken kaders en kwaliteitseisen, minimaal voor wat betreft het landelijk basistakenpakket.
Indien de operationele uitvoering (structureel) problemen oplevert, wordt dat in eerste aanleg, geïnitieerd door de clustermanager, binnen het cluster besproken. Mocht het daar niet tot een oplossing komen, neemt de directeur van de RUD daarover contact op met de gemeentesecretaris(sen) van de betreffende gemeente(n). Als een deelnemer nog steeds in gebreke blijft, wordt de gemeente daar ook bestuurlijk (voorzitter bestuurlijk overleg) op aangesproken vanuit de RUD.
Indien een deelnemer dan nog in gebreke blijft, kan aan het bestuurlijk overleg worden voorgelegd om de betreffende deelnemer uit te sluiten van de RUD. Een belangrijke afweging daarbij zal zijn in hoeverre het in gebreke blijven (structureel) negatieve gevolgen heeft voor het functioneren van de RUD als zodanig.
Indien een deelnemer structureel in gebreke blijft in de bijdragen aan de RUD kan de provincie in haar regierol als interbestuurlijk toezichthouder interveniëren.
31
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
6 Informatie en ICT 6.1
Inleiding
Informatie en ICT zijn cruciaal voor het goed kunnen functioneren van een RUD, zeker als deze is gestoeld op een netwerkorganisatie. Samengevat gaat het om de volgende informatiefuncties die zullen moeten worden ingevuld: 1. Algemene facilitering van communicatie en informatie-uitwisseling in het netwerk. 2. De algemene (samenhangende) infrastructuur van de uitvoeringsorganisaties (met name werk- en kantoorautomatisering, inclusief persoonlijke voorzieningen en mogelijkheden tot flex/thuiswerken). 3. De aansturing, uitvoering en ondersteuning van de primaire processen (besturing werkstromen, document-management/digitalisering en expertsystemen, registratie etc.). 4. Digitalisering van dossiers en archief (digitaal werken). 5. Informatie-uitwisseling, gegevenstoegang (b.v. provincie bij organisatie die taken voor haar uitvoert) en geaggregeerde analyses (t.b.v. programmering/monitoring, aanpak ketentoezicht en milieucriminaliteit en horizontale kwaliteitsborging). 6. De besturing van de RUD in het algemeen (managementinformatie, financiële informatie, kwaliteitsinformatie etc.). 7. Ondersteuning van de bedrijfsvoering (zoals tijdschrijven en factureren). 8. Innovatie in de uitvoering van taken, zoals digitale hulpmiddelen bij toezicht.
Bij de inrichting van de ICT in een netwerkomgeving zal enerzijds gebruik gemaakt kunnen worden van bestaande voorzieningen. Anderzijds zal er veel aandacht moeten zijn voor harmonisatie van gegevens(standaarden) en koppelingen. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de uitgangspunten zijn voor de inrichting van de ICT in de RUD LimburgNoord. In de inrichtingsfase krijgt dit een operationele vertaling. 6.2
Inschatting situatie 2011
Regionale situatie Er heeft geen gedetailleerde inventarisatie van de huidige inrichting en werkwijze van de informatievoorziening in Limburg-Noord plaatsgevonden. Voor het bepalen van de uitgangspunten bij de inrichting van de ICT is een aantal aannames gedaan en vooral gekeken naar de inrichtingseisen vanuit de taakstelling en een netwerkorganisatie.
32
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Een aanname is dat gemeenten en provincie in hoofdlijnen op gedigitaliseerde wijze zorg dragen voor de registratie van bedrijfsgegevens en het procedurebeheer (workflowmanagement). De kernapplicaties die daarvoor worden gebruikt zullen echter uiteenlopen. Waarschijnlijk zijn – zoals ook in de rest van het land – de applicaties van Centric (MPM, BWT etc.), SBA (Stadsbeheer), Roxit (Squit-XO) en Genetics (powerforms) het meest gangbaar. In de koppelingen met b.v. het omgevingsloket online, de koppeling met de basisregistraties en digitalisering van dossiers zijn waarschijnlijk grote verschillen in progressie. We nemen ook aan dat registratie en (hulpmiddelen voor) aggregatie van gegevens die nodig zijn de aanpak van ketens en milieucriminaliteit grotendeels ontbreken.
Binnen de regio is een aantal ontwikkelingen gaande die van invloed (moeten) zijn op de inrichting van de ICT bij de uitvoering van de VTH-taken binnen de RUD. Belangrijke daarin zijn: •
digitaal werken (digitalisering dossier, mutaties gegevens, koppeling etc.)
•
zaakgericht werken (case- en accountmanagent)
•
het inrichten van klantcontact centra (KCC). Dit ook met als oogmerk een integrale klantinformatie aan het loket.
•
gebruik webservices voor de uitwisseling van informatie
•
locatie-onafhankelijk werken
•
het invoeren van digitaal toezicht (in het veld digitaal raadplegen en verwerken van toezichtgegevens).
Dit betekent dat de keuzes voor de inrichting van de ICT voor de VTH-taken (lokaal en in netwerk-verband) niet los kunnen worden gezien van de integrale ontwikkeling van het informatiebeheer. De ICT-keuzes voor de uitvoering van de VTH-taken zullen in elk geval moeten aansluiten bij de bredere ontwikkelingen en ambities. Niet alleen qua architectuur maar ook qua planning.
De houdbaarheid van de applicaties die nu in gebruik zijn, is waarschijnlijk uiteenlopend. Een aantal gemeenten zal mogelijk binnen afzienbare tijd de huidige kernapplicatie willen vervangen. Anderen hebben dat al gedaan (b.v. bij de algehele herinrichting van de gemeentelijke organisatie) of gaan daarmee bezig.
Er is geen exact zicht op de huidige kosten voor licenties, koppelingen en applicatiebeheer. Als we uitgaan van kosten die gangbaar zijn, schatten we dat de jaarlijkse kosten voor licenties, beheer en onderhoud van de kernapplicaties voor de VTH-milieu taken in de regio – uitgaande van 15 gemeenten en de provincie - totaal minimaal 1 miljoen euro bedragen.
33
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Landelijke ontwikkelingen inzake RUD en ICT In de landelijke eisen aan RUD is het Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving (PIM) leidend voor de modellering van de ICT. In dit programma worden onder meer de standaarden uitgewerkt voor informatie-uitwisseling tussen (handhavings)instanties. Ook de leveranciers van de gangbare pakketten zijn hierbij betrokken. Zij conformeren zich in de nieuwe versies van hun applicaties aan de in PIM afgesproken standaarden. De verwachting is dat de standaarden in 2012 worden opgeleverd en in de loop van 2012/2013 in de applicaties beschikbaar komen. 6.3
Perspectieven en afwegingen
In de kern zijn er vier ICT-modellen voor een RUD in beeld, die ook voor een RUD volgens de netwerkgedachte van toepassing kunnen zijn: 1. Inlogmodel: de dienstverleners krijgen rechten om bij de afzonderlijke organisaties in de systemen in te loggen; 2. Geharmoniseerd ICT-netwerk: alle deelnemers hebben hun eigen maar dezelfde applicatie(s) of in elk geval informatiestandaarden. Er vindt synchronisatie van gegevens plaats. 3. Centrale server, met systeem- en applicatiebeheer onder verantwoordelijkheid van de RUD; deelnemers (gemeenten, provincie) werken ook op dit centrale systeem 4. Webservice, “informatieschil” om de applicaties van de deelnemers: een webbased zakensysteem dat coördineert, zaken distribueert en taken verdeelt.
Deze modellen hebben de volgende voor- en nadelen.
1.Inlogmodel
Belangrijkste voordelen en kansen
Nadelen en randvoorwaarden
•
•
Relatief lage investering inrichting indien wordt uitgegaan van huidige applicaties
2.Geharmoniseerd
•
•
Complexere gegevens uitwisseling
•
strandt op beveiligingen
•
geen harmonisatie
Applicaties en gegevens in integrale
•
Harde afspraken nodig over standaarden
omgeving bevoegd gezag
•
Validiteit gegevens kan in geding zijn (gegevens
mogelijk
•
Veel aanpassingen bij organisaties
•
Sluit aan bij trends e-overheid
•
Redundantie van data
•
Eenduidige standaard en
•
Grote investering nodig
•
Aggregatie en externe uitwisseling
•
enkel data (m.b.t. zaken) zijn centraal
netwerk •
3.Centrale server
Hogere beheerskosten RUD
Gegevensuitwisseling technisch goed
gegevens kan efficiënt •
op welk systeem zijn juist?)
beschikbaar
Beperking kosten ICT- en applicatiebeheer
34
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
4.Webservice (centrale
•
Eenduidige standaard en
schil)
•
Aggregatie en externe uitwisseling gegevens kan efficiënt
•
Beperking kosten ICT- en applicatiebeheer
•
planning (voorkant), analyse en evaluatie (achterkant) en bedrijfsvoering modulair
Arena Consulting
•
Vraagt bereidheid tot afstemming vooraf
•
Mogelijk conversietools nodig om informatie naar
(samenhangende uitvoeringsplanning)
el;kaar toe te trekken •
Koppelvlakken met open standaarden moeten nog worden uitgewerkt
toevoegen •
Hierdoor wordt het mogelijk om met verschillende organisaties samen te werken aan één zaak.
•
6.4
Bestaande applicaties blijven gehandhaafd,
•
Werkvoorraad directe inzichtelijk
•
Externen kunnen ook gebruik maken
Scenario Limburg-Noord: geharmoniseerd netwerk met webservices
Gelet op de keuze voor een RUD volgens de netwerkgedachte, de condities daarbij en de landelijke kaders en ontwikkelingen, ligt een scenario waarbij de huidige situatie wordt getransformeerd naar een mix van een geharmoniseerd netwerk met webservices voor de hand.
35
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
De belangrijkste motieven daarbij zijn: •
Dit model sluit het beste aan bij de meer integrale ontwikkelingen die (feitelijk) bij gemeenten en de provincie lopen. Bijvoorbeeld als het gaat om zaakgericht werken en digitalisering. Met een keuze voor webservices is de inrichting van de lokale en gezamenlijk ICT-structuur ook flexibeler.
•
Geleidelijke harmonisatie heeft naast voordelen in termen van uitwisselbaarheid mogelijk ook financiële voordelen in termen van applicatie beheer. De keuze voor webservices houdt de expliciete ICT-kosten die voor de RUD moeten worden gemaakt beperkt.
•
De meest kritische ICT-voorzieningen kunnen met (tijdelijke) hulpmiddelen op praktische wijze worden ingevuld zonder dat daarvoor ook direct grote investeringen nodig zijn.
•
Niet verstandig om teveel op ontwikkeling landelijke standaarden vooruit te lopen. Uitgaande van PIM is maken keuze van eventuele vervanging van applicaties en het doen van investeringen pas vanaf 2013 redelijkerwijs mogelijk. Investeringen nu zijn over 2-3 jaar achterhaald en zullen desinvestering blijken.
•
Kiezen voor groeimodel biedt deelnemers de ruimte om het meest natuurlijke (investerings)moment van aanhaken te kiezen. Ook vanuit een oogpunt van afschrijving van bestaande voorzieningen. Er kan bovendien maximaal gebruik worden gemaakt van ervaringen die nu op diverse fronten bij gemeenten worden opgedaan.
6.5
Uitgangspunten bij inrichting ICT RUD Limburg-Noord in 2012
ICT kan een (zeer) grote kostenpost worden voor de inrichting. Er moet dus een goede balans worden gevonden tussen terughoudend investeren enerzijds (voorkomen desinvesteringen en vervroegde afschrijvingen) en de ‘RUD laten functioneren’ anderzijds. We stellen voor daarbij de volgende uitgangspunten te hanteren: •
Zorg dat bij de start in 2013 alle kritische ICT-voorzieningen zijn geregeld voor de onderlinge dienstverlening, de aanpak van ketens én de besturing/coördinatie in het netwerk.
•
Maak waar mogelijk gebruik maken van bestaande voorzieningen bij deelnemers voor de bovenlokale taken en ondersteuning van het functioneren van de RUD.
•
Functioneel en technisch moeten de (tijdelijke) voorzieningen die worden getroffen niet strijdig zijn en bij voorkeur voorsorteren op de landelijke ontwikkelingskaders voor ICT bij de uitvoering van de VTH-taken (OLO, PIM, RUDi).
•
Niet alleen richten op digitaliseren van bestaande processen, maar mogelijkheden ICT en web-toepassingen ook gebruiken om processen te herontwerpen. Zowel binnen als tussen organisaties (schaalniveau clusters of RUD-gebied). Daarbij ook aanhakend bij en gebruik maken van de ervaringen van regionale voorlopers.
36
1 december 2011
•
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Deelnemers doen in 2012 geen nieuwe investeringen in kernapplicaties voor VTHtaken, stemmen nieuwe investeringen vanaf 2013 in RUD-verband af en doen bij voorkeur gezamenlijke investeringen.
•
De organisatie van het bevoegd gezag blijft het beheer van het archief voor zijn rekening nemen.
6.6
Startsituatie 2013
Alle gemeenten beschikken over de basis-ICT-voorzieningen voor de uitvoering van de eigen taken. Bij de inrichting van de RUD worden hiervoor geen nieuwe applicaties aangeschaft. Op 1 januari 2013 is wel het volgende aanvullend geregeld: •
Er is een functioneel ontwerp voor de webservices die de RUD Limburg-Noord wil realiseren. Deze heeft betrekking op: o
Aggregatie van informatie waar het gaat om programmering, werkverdeling en monitoring
•
o
Inzichtelijk kunnen maken van malafide ketens en netwerken
o
Communicatie en informatie-uitwisseling in het netwerk in het algemeen.
Er zijn op clusterniveau afspraken over de toegankelijkheid en uitwisseling van informatie (b.v. op basis van inlogmogelijkheden) voor zover dat nodig voor de onderlinge dienstverlening.
•
Dossiers BRZO- en IPPC-procesindustrie zijn gedigitaliseerd en digitaal ontsluitbaar; overige dossiers worden vanaf 1 januari 2013 systematisch gedigitaliseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringen en voorzieningen van gemeenten die hierin voorop lopen.
•
Er zijn afspraken over en praktische voorzieningen voor de centrale registratie van gegevens die essentieel zijn voor de aanpak ketens en milieucriminaliteit.
•
Er zijn afspraken over en voorzieningen (bij het coördinatiecentrum) voor de informatiestromen die nodig zijn voor de gezamenlijke programmering, verdeling van de werkvoorraad en monitoring. Dit geldt ook en met name voor de (inter) regionale uitwisselbaarheid van gegevens over taken die door andere RUD’s worden uitgevoerd.
•
Er zijn afspraken over de harmonisatie van informatiestructuur en rapportageformats voor zover het gaat om het beheer van de DVO (onderlinge verrekeningen etc.).
•
Inrichting informatie- en communicatiestructuur in het RUD-gebied (‘extranet’)
•
In het regionaal uitvoeringsprogramma wordt opgenomen hoe met digitaal toezicht wordt omgegaan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de geplande proeftuinen in 2012.
37
1 december 2011
6.7
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Doorontwikkeling tot 2015
Uiterlijk eind 2014 moeten de webservices operationeel zijn. Er wordt daartoe in 2012 een ontwikkelingsprogramma voor ICT opgezet, gericht op het op termijn realiseren van een geharmoniseerd ICT-netwerk. Het ontwikkelingsperspectief in 2015 is daarbij: •
Vergaande harmonisatie van standaarden (conform PIM)
•
Technische uitwisselbaarheid (en aggregatie) gegevens mogelijk via webservices.
•
Er is een voortschrijdende digitalisering van dossiers. Het beheer van de fysieke dossiers blijft vooralsnog bij het bevoegd gezag.
•
Er is sprake van een reductie van de kosten van licenties en applicatiebeheer ten opzichte van de huidige situatie. Mogelijk ook door het werken met een centrale server voor de RUD.
Wat betreft de informatie-uitwisseling met het strafrecht, zal vooralsnog ook in de toekomst sprake blijven van een ‘waterkering’: digitale informatie-uitwisseling wordt technisch gerealiseerd, maar het niveau van autorisatie tot feitelijke beschikbaarstelling ligt voor de RUD taken bij het bestuurlijk overleg en de overige taken bij het bevoegd gezag. Bij mandaat wordt geregeld hoever de autorisatie van het bestuurlijk overleg daarbij reikt. 6.8
Eindbeeld 2015
Uiterlijk in 2015 is er een geharmoniseerd ICT-netwerk met webservices operationeel. Er wordt daartoe in 2012 een ontwikkelingsprogramma voor ICT opgezet. Het ontwikkelingsperspectief in 2015 is daarbij: •
Vergaande harmonisatie van standaarden waar informatie-uitwisseling nodig is (aansluitend bij PIM)
•
Technische uitwisselbaarheid (en aggregatie) gegevens mogelijk.
•
Er is een voortschrijdende digitalisering van dossiers. Het beheer van de eventuele fysieke dossiers blijft vooralsnog bij het bevoegd gezag.
•
Er is sprake van een reductie van de kosten van licenties en applicatiebeheer ten opzichte van de huidige situatie.
Wat betreft de informatie-uitwisseling met het strafrecht, zal vooralsnog ook in de toekomst sprake blijven van een ‘waterkering’: digitale informatie-uitwisseling wordt technisch gerealiseerd, maar het niveau van autorisatie tot feitelijke beschikbaarstelling ligt bij het bevoegd gezag. Er wordt uitgegaan van mogelijkheden tot gerichte informatievragen en niet van vrije toegang tot de lokale bestanden door de strafrechtelijk partners.
38
1 december 2011
6.9
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Website
Er komt in eerste aanleg een eenvoudige website als etalage van de RUD en als poort naar relevante informatie en andere websites. De website krijgt ook enkele basisvoorziening ter ondersteuning van de professionele netwerkvorming (algemene kennis- en informatieuitwisseling). Deze website wordt vanaf 2013 uitgebouwd met webservices voor de besturing van de RUD, de uitvoering van het primaire proces, de communicatie- en informatievoorziening rond de RUD en de uitvoering van de VTH-taken.
39
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
7 Kwaliteit 7.1
Kritieke massa RUD
Het netwerk voldoet als geheel aan de kwaliteitscriteria voor kritieke massa die betrekking hebben op het basistakenpakket. Waar één organisatie niet zelfstandig kan voldoen qua expertise vindt bundeling of herschikking plaats of worden (voor de meer eenvoudige taken) afspraken gemaakt over gezamenlijke uitvoering en onderlinge bijstand.
De basisclusters voeren de basistaken uit tot op het niveau dat ze zelf voldoende robuust zijn. Onder ‘robuust’ wordt verstaan het voldoen aan de kwaliteitscriteria voor kritieke massa, zoals geformuleerd in het transitieprogramma6. Waar de deelnemers individueel óf in clusterverband niet robuust zijn, vindt regionale bundeling plaats.
Voor de meest complexe taken – waar robuustheid ook niet op het niveau van de regio Limburg-Noord als geheel kan worden geborgd – worden afspraken gemaakt met een of meerdere RUD’s. 7.2
Gerichte sturing op horizontale kwaliteitsborging als uitgangspunt
De afzonderlijke deelnemers en de RUD als geheel spreken gezamenlijke kwaliteitseisen af. De deelnemende gemeenten en de provincie committeren zich aan het principe van horizontale kwaliteitsborging. Dat houdt in dat zij meewerken aan:
Het stellen van kwaliteitseisen aan producten en diensten in de DVO.
Het zich conformeren aan kwaliteitseisen inzake robuustheid en procesbeheersing voor de uitvoeringsorganisatie.
Het daarmee in overstemming brengen van de organisatie en uitvoering van de basistaken. Dit is een voorwaarde om als (cluster van) dienstverlener(s) te mogen optreden.
Een nul-meting van de capaciteitsopbouw en werkpakket van alle deelnemers en waar nodig herschikking van capaciteit en deskundigheid en treffen maatregelen voor borging werkprocessen.
De zorg voor interne kwaliteitsborging en verbetering.
Vergaande standaardisatie / harmonisatie van protocollen, rapportformats en aansturing etc. onder meer met het oog op de uitwisselbaarheid van gegevens en de wederzijdse ondersteuning in de uitvoering (aansluiting werkprocessen).
6
KPMG, Ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogramma, versie 2.0 van 3 december 2009
40
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Een van de taken van de directeur van de RUD en het coördinatiecentrum is kwaliteitsborging. Dit gebeurt door middel van:
Een dusdanige werkverdeling dat taken alleen worden uitgevoerd door organisaties (clusters) die voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.
Het stimuleren en ondersteunen van het proces van horizontale kwaliteitsborging.
Periodieke monitoring en evaluatie van de kwaliteit. Zowel in de vorm van toetsing aan de afgesproken kwaliteitseisen als in de vorm van bijvoorbeeld periodieke intervisies of benchmarking.
Bijsturing door de directeur en het managementteam daar waar de kwaliteit van de organisatie onder druk komt te staan.
De directeur van de RUD laat een aan het uitvoeringprogramma gekoppeld kwaliteitverbeterprogramma opstellen voor bovengenoemde activiteiten. Het coördinatiecentrum draagt zorg voor de uitvoering van dat programma. De directeur rapporteert jaarlijks aan het bestuurlijk overleg over het functioneren van het netwerk, kwaliteit van de organisatie en uitvoering en de gewenste maatregelen in het programma en de DVO om de kwaliteit te verbeteren. 7.3
Interbestuurlijk toezicht
De provincie heeft als interbestuurlijk toezichthouder de rol en verantwoordelijkheid om in algemene zin de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken te monitoren en te bewaken. Ongeacht of deze bij de RUD zijn ondergebracht. De provincie kan als interbestuurlijk toezichthouder op grond van haar eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden optreden tegen partijen die structureel niet voldoen aan de afgesproken kwaliteitseisen.
41
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
8 Bestuurlijk-juridische verankering 8.1
Inleiding
De landelijke voorkeur voor de bestuurlijk-juridische verankering van de RUD’s is een gemeenschappelijke regeling (GR). De regio Limburg-Noord kiest voor een bestuursovereenkomst. Hierin worden de bestuurlijke en organisatorische kaders voor de RUD vastgelegd. De juridische verankering vindt mede plaats door het jaarlijks afsluiten van een DVO tussen de netwerkdeelnemers.
In de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord worden uitgangspunten, (verplichte) taken en huishouding van de RUD geregeld. Voor het maken van praktische en zakelijke afspraken én het door de RUD laten uitvoeren van aanvullende (verzoek)taken, wordt (jaarlijks) een DVO afgesloten. Het laatste gebeurt onderling tussen de opdrachtgevende en opdrachtnemende partijen (gemeenten, provincie). De deelnemers aan de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord, kunnen hun verplichtingen op basis van die overeenkomst aangaan. Op onderdelen worden mandaatbesluiten gevraagd. 8.2
Waarborgen robuustheid RUD
Met de keuze voor een bestuursovereenkomst wordt afgeweken van de landelijke voorkeur voor de bestuurlijk-juridische verankering in een gemeenschappelijke regeling (GR). Bij een bestuursovereenkomst zijn aanvullende afspraken nodig om een zowel vanuit de continuïteit en slagvaardigheid van de organisatie als vanuit de landelijke eisen, een eenduidige bestuurlijke en ambtelijke aansturing te kunnen garanderen.
De RUD Limburg-Noord voldoet aan de eisen die worden gesteld in de (informele) landelijke checklist voor robuustheid van RUD’s. Een onderbouwing per eis is opgenomen in bijlage 5. Daarbij maakt de RUD Limburg-Noord wel gebruik van de bandbreedte die wordt geboden om qua inrichting op onderdelen voor een andere variant te kiezen dan het ‘standaardmodel’ van de RUD-organisatie.
Samengevat is de robuustheid geborgd door: •
Bestuurlijke verankering van de besluitvorming op regionaal niveau.
•
Slimme clustering van capaciteit en deskundigheid die robuustheid garandeert zonder dat dit tot hoge inrichtings- en frictiekosten leidt.
•
Flexibele inzet van capaciteit en expertise in de regio als geheel, onder directe verantwoordelijkheid van de directeur van de RUD.
•
Zeggenschap van het bestuurlijk overleg en de directeur van de RUD over de kwaliteitseisen en welke deelnemers taken mogen uitvoeren in naam van de RUD.
42
1 december 2011
•
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Financiële verankering in dienstverleningsovereenkomsten met een meerjaren doorkijk (planning) en daarmee borging van de continuïteit van de RUD.
•
Een duidelijk mandaat voor de directeur van de RUD, zowel wat betreft de aansturing van de uitvoering als het kunnen maken van afspraken met het OM en politie.
•
Een centrale eenheid (coördinatiecentrum) die zowel sturend als ondersteunend bijdraagt aan de uitvoering, kwaliteitsborging en innovatie van de taakstelling.
•
Dienstverleningsovereenkomsten tussen partijen met jaarlijkse doorwerking van handhavingsarrangementen en prioriteiten.
•
Een escalatieladder (geschillenregeling) voor organisaties die niet voldoen aan de afgesproken kaders en kwaliteitseisen.
•
Inzet van andere RUD’s voor de taken waarvoor de RUD Limburg-Noord onvoldoende kritieke massa kan organiseren.
•
Beperkte mogelijkheden voor opzegging en ontbinding van de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord.
•
Een proces van onderop dat breed en met ambitie wordt gedragen door alle deelnemers.
8.3
Kern Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord
De Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord wordt voorgelegd aan de colleges van de 15 gemeenten en de provincie Limburg. De Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord regelt niet de operationele inrichting van de organisatie van de RUD, maar bevat de bestuurlijke afspraken waaraan de inrichting en besturing van de RUD moeten voldoen en waartoe de deelnemers zich bestuurlijk verplichten.
In de overeenkomst is afgesproken: •
…welke partijen deelnemen.
•
…wat het doel van de samenwerking is.
•
…dat deelnemers minimaal het landelijk basistakenpakket inbrengen.
•
…wat in de kern de samenwerkingsvorm is en hoe het netwerk functioneert.
•
…hoe de bestuurlijke huishouding is geregeld (samenstelling bestuurlijk overleg, stemverhouding, besluitvorming, benoemingen etc.).
•
…waarover het bestuurlijk overleg jaarlijks een besluit neemt.
•
…op welke wijze de ambtelijke aansturing plaatsvindt.
•
…wat de taken van het coördinatiecentrum zijn.
•
…hoe de (ambtelijke) vertegenwoordiging van de RUD naar de externe partners wordt geregeld voor wat betreft de bovenregionale afstemming.
•
…hoe wordt bepaald wat de kwaliteiteisen van uitvoering en uitvoeringsorganisatie zijn.
43
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
•
…waarover welke mandaatbesluiten moeten worden genomen.
•
… hoe afspraken worden gemaakt met externe partijen.
•
…waartoe de deelnemers zich verplichten qua participatie in de samenwerking en
Arena Consulting
het scheppen van lokale voorwaarden (kwaliteitseisen, informatievoorziening etc.), •
…wat de duur van de overeenkomst is en wat de spelregels bij evaluatie, wijziging, deelname, opzegging en ontbinden zijn.
•
…hoe geschillen worden opgelost.
•
…wat de financiële uitgangspunten zijn.
De Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord is gelijktijdig met voorliggend bedrijfsplan op hoofdlijnen als voorgenomen besluit aangeboden aan de stuurgroep.
8.4
Verhouding bestuursovereenkomst tot (bestaande) regelingen
In enkele deelregio’s werken de gemeenten en provincie ook nu al op onderdelen samen. Dit geldt voor de brandweertaken in de Veiligheidsregio (gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam), het contract dat Gennep heeft voor de uitvoering van de milieutaken door het RMB, de handhavingssamenwerking in Venray en Horst aan de Maas, de specialistische taken die Venlo voor omliggende gemeenten uitvoert en het op te richten Shared Service Centrum omgevingsrecht tussen de gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen.
Door de rol van de ‘clusters van gemeenten’ bij de taakuitvoering, wordt de huidige samenwerking binnen de RUD voortgezet. Voor de huidige samenwerkingsverbanden betekent dit:
Veiligheidsregio: deze gemeenschappelijke regeling verzorgt de advisering ten aanzien van de brandveiligheidsaspecten bij de provinciale inrichtingen. De RUD sluit met de Veiligheidsregio een DVO voor deze taak, alsmede voor eventuele verzoektaken die door de deelnemers bij de RUD worden neergelegd.
Contract van Gennep met de RMB: de basistaken worden door Gennep in het netwerk van de RUD Limburg-Noord belegd. Door Gennep wordt een keuze gemaakt of eventuele verzoektaken bij de RMB of bij de gemeenten / provincie in het netwerk worden belegd.
Specialistische taken van Venlo: door binnen de RUD te functioneren als gastheer voor (basis)specialismen worden diverse specialismen bij Venlo ondergebracht. Venlo verzorgt daardoor voor deelnemers de inbreng van specialistische kennis.
44
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Handhavingssamenwerking Venray en Horst aan de Maas: overwogen wordt om basistaken binnen hetzelfde cluster te organiseren. Doordat de huidige handhavingssamenwerking over meerdere taken gaat dan over de basistaken, kunnen beide partijen voor de handhaving aanvullende diensten (verzoektaken) van elkaar afnemen.
Shared Service Centrum omgevingsrecht van gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen: ook deze gemeenten kunnen hun basistaken binnen hetzelfde cluster organiseren. Doordat ook deze samenwerking breder is dan de basistaken, kunnen de gemeenten van elkaar basis- en verzoektaken afnemen volgens de vast te stellen kwaliteitseisen.
Met de RUD Limburg Zuid en eventueel andere RUD’s wordt een DVO gesloten voor enkele specialismen en de uitvoering van de BRZO-taken. 8.5
Dienstverleningsovereenkomsten
De praktische en zakelijke afspraken over de uitvoering van de VTH-taken vindt plaats op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO). De afspraken betreffen: •
het regionaal uitvoeringsprogramma voor de basistaken, inclusief een meerjarig vooruitblik;
•
de taken die ze in RUD-verband gaan uitvoeren, aanvullend op het verplichte pakket;
•
het uitvoeringsniveau van deze taken;
•
de werkverdeling tussen partijen;
•
wie verantwoordelijk is voor de uitvoering;
•
leveringsvoorwaarden (SLA), kwaliteitseisen en aansprakelijkheid;
•
kosten.
De colleges van de netwerkdeelnemers besluiten over de DVO, na beoordeling en instemming van het bestuurlijk overleg. 8.6
Mandaatbesluiten
Er moet een aantal mandaatbesluiten worden genomen in relatie tot de bevoegdheden van de uitvoerende organisatie(s). Samengevat gaat het om: Mandaat inzake aanpak ketens- en milieucriminaliteit De directeur van de RUD krijgt het mandaat om namens de deelnemers afspraken te kunnen maken met het OM over de aanpak van ketens- en milieucriminaliteit (afsluiten arrangementen) én om door te kunnen pakken in het ketentoezicht. Voor zover bij de aanpak van ketens- en milieucriminaliteit sprake is van de inzet van BOA’s valt deze ook onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de RUD.
45
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Uitvoeringsmandaat Het bevoegd gezag geeft de uitvoerende organisatie(s) een bij de opdracht passend mandaat. Dit betreft minimaal het kunnen uitoefenen van toezicht namens het bevoegd gezag voor die bedrijven en activiteiten die bij de RUD zijn neergelegd. Het is aan het bevoegd gezag om een verdergaand mandaat inzake beschikking op vergunningaanvraag of handhavend optreden te geven.
De besluiten voor het uitvoeringsmandaat worden door de colleges gelijktijdig genomen met het vaststellen van de DVO.
46
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
9 Personeel 9.1
Inleiding
Ook de vorming van een RUD heeft, binnen de vastgestelde kaders (landelijk en intentieverklaring), personele gevolgen: •
in de aansturing (je ‘operationele chef’ kan een ander worden).
•
in de gevraagde competenties (een andere gemeente kan je ‘klant’ worden).
•
in de samenstelling van de teams (zwaardere eisen aan opleiding en werkervaring).
•
in de organisatorische plaatsing (detachering bij andere gemeente).
•
in de functionele plaatsing / taakstelling (door clustering specialismen).
•
in de omvang van organisaties (door een efficiëntere manier van werken).
9.2
Uitgangspunten sociaal plan
Een klein deel van het personeel treedt in dienst van een (andere) deelnemer óf wordt langdurig bij een (andere) deelnemer gedetacheerd. Dit geldt met name voor de provinciale medewerkers die de uitvoering van de provinciale basistaken verzorgen én de medewerkers die specialistische taken vervullen waarvoor binnen de clusters onvoldoende kritieke massa beschikbaar is.
De betreffende rechtspositieregeling van de werkgevende gemeente is leidend. Voor personeel dat in dienst treedt van een (andere) deelnemer wordt een beknopt sociaal plan opgesteld, waarin het volgende wordt vastgelegd: •
Baan- en plaatsingsgarantie (‘principe medewerker volgt taak’)
•
Nieuwe inschaling (functie)
•
Salarisgarantie
•
Rechtspositievergelijking (huidige en nieuwe werkgever)
•
Consequenties verworven rechten (zoals functie- en persoonsgebonden toelagen)
•
Opleiding en ontwikkeling
•
Terugkeerregeling (indien sprake is van vroegtijdige terugtrekking van taken)
•
Inschaling in nieuwe functie
•
Plaatsingsprocedure (overgangsbepalingen, beoordeling geschiktheid, overige rechten en plichten, etc.)
9.3
Werving nieuw personeel voor basistaken
Voor zover functieplaatsen, die benodigd zijn voor (een deel van) de basistaken, niet kunnen worden opgevuld met bestaand personeel van de deelnemende organisaties, vindt aanvullende werving en selectie plaats. Het managementteam neemt het initiatief voor het uitwerken van een functieprofiel en doet aan één van de gemeenten een voorstel om formatieruimte vrij te maken. Daarmee houdt het managementteam rekening met de meest logische werkplek (o.a. bundeling specialisatie, nabijheid taakuitvoering).
47
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Bij het ontstaan van een vacature stelt het managementteam en de gemeente waar de vacature ontstaan is, tezamen een functieprofiel op en wordt overlegd of de betreffende gemeente de vacature zelf invult of dat vacatureruimte bij een andere gemeente wordt gecreëerd. Ook daarbij wordt rekening gehouden met de meest logische werkplek (o.a. bundeling specialisatie, nabijheid taakuitvoering).
De werving, selectie en contractvorming vindt hierna plaats door de gemeente die de functie heeft opengesteld. 9.4
Zittend personeel
Op basis van de kwaliteitscriteria worden functie-eisen gesteld aan de uitvoering van de taken uit het basistakenpakket. In de afspraken die de deelnemers met elkaar maken over de minimumkwaliteit, worden ook (in lijn met de kwaliteitscriteria voor kritieke massa) criteria beschreven voor opleiding, werkervaring en werkvoorraad. Voor medewerkers die voor de uitvoering van de basistaken niet voldoen aan deze kwaliteitscriteria worden door de werkgever aanvullende voorzieningen getroffen voor training, opleiding en eventueel herschikking van taken. Om een eenduidige aansturing te realiseren, trachten de werkgevers zoveel mogelijk (op persoonsniveau) een scheiding aan te brengen tussen medewerkers die werkzaamheden uit het regionaal uitvoeringsprogramma realiseren en medewerkers die overige taken uitvoeren. 9.5
Procesafspraken
Voor het gehele personele spoor worden aparte (waar mogelijk provinciaal geharmoniseerde) procesafspraken gemaakt over de procedure, de communicatie en de rollen en verantwoordelijkheden hierin (OR, GO, BGO etc.).
48
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
10 Financiën 10.1 Uitgangspunten Algemene financiële kaders De RUD Limburg-Noord gaat minimaal uit van kostenneutraliteit ten opzichte van 2011. Het streven is een verdergaande besparing. Dit onder de volgende restricties: 1. Er is geen sprake is van – kwantitatieve en/of kwalitatieve - achterstanden in de uitvoering. Deze zijn voor eigen rekening van deelnemers.
2. De inzet voor het oppakken van nieuwe taken of ambities (zoals de aanpak van ketens en criminaliteit) kan worden gecompenseerd door innovatie in de aanpak en verhoging van de effectiviteit van andere taken.
3. Bij de formele overgang van de bevoegdheden voor de zogenaamde vvgb-bedrijven van provincie naar gemeenten, vindt ook een overheveling van budget van het Provinciefonds naar het Gemeentefonds plaats.
4. Frictie- en desintegratiekosten zijn voor rekening van de deelnemers.
5. Eventuele efficiëntiewinst in de bedrijfsvoering kan alleen worden gerealiseerd als de deelnemers zich ook een efficiencytaakstelling opleggen. Dat geldt ook voor het via de RUD (gedeeltelijk) inverdienen van de financiële taakstelling van 100 miljoen korting op het Gemeentefonds. 10.2 Algemeen begrotingsprincipe De RUD heeft een eigen begroting en rekening, betrekking hebbend op de taken die qua uitvoering, resultaat en kosten niet herleidbaar zijn tot de individuele deelnemers. De begroting van de RUD heeft met andere woorden alleen betrekking op de bovenlokale voorzieningen (het coördinatiecentrum, inclusief aanpak van ketens en criminaliteit). De RUD-begroting wordt aangeduid als programmabegroting en wordt voorbereid door de directeur van de RUD en – met instemming van het platform gemeentesecretarissen – ter vaststelling voorgelegd aan het bestuurlijk overleg.
De RUD zal haar begroting jaarlijks in de pas laten lopen met de voorbereiding van de gemeentelijke begrotingen. Dit met het oog op de vertaling van eventuele financiële consequenties voor deelnemers is de RUD-begroting jaarlijks vóór 1 april in concept gereed.
49
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
10.3 Financieringsmodel Bij de financiering van de RUD en RUD-activiteiten wordt een onderscheid gemaakt in: 1. Tot individuele deelnemers herleidbare activiteiten en kosten 2. Collectieve, niet tot individuele deelnemers herleidbare kosten
1. Tot individuele deelnemers herleidbare kosten Het eerste betreft alle activiteiten die de deelnemers voor elkaar uitvoeren in relatie tot bedrijven en/of activiteiten waar een specifiek bevoegd gezag (gedeeld) verantwoordelijk is. De bekostiging van deze activiteiten vindt plaats op basis van productprijzen en/of uurtarieven die bij het betreffende bevoegd gezag (als opdrachtgever) door de gemeenten en provincie rechtstreeks onderling in rekening wordt gebracht. De zakelijke afspraken hierover worden in een DVO (op basis van een gemeenschappelijke kader) vastgelegd. De tarieven voorzien ook in de dekking van de personele en materiële overhead in relatie tot de RUD-taken.
Voor de standaardproducten wordt een productencatalogus opgesteld. De deelnemers hanteren – binnen af te spreken bandbreedtes - eenzelfde productprijs en tariefniveau (de Handleiding overheidstarieven van het ministerie van Financiën kan hierbij als uitgangspunt dienen), gerelateerd aan een vast te leggen product-, proces- en organisatiekwaliteit. De inrichtingsfase in 2012 wordt gebruikt om eventuele verschillen zoveel mogelijk te harmoniseren.
De raming van de kosten van het uitvoeringsprogramma van de RUD wordt jaarlijks geactualiseerd en voorzien van een meerjarige doorkijk (planning). Gelijktijdig worden de productprijzen en tarieven op voorstel van de directeur van de RUD geactualiseerd en – met instemming van het platform gemeentesecretarissen - door het bestuurlijk overleg van de RUD vastgesteld.
Op basis van het uitvoeringsprogramma wordt een werkverdeling gemaakt binnen de RUD. Op basis van deze werkverdeling wordt een voorcalculatie gemaakt van verrekeningen tussen de deelnemers. Het coördinatiecentrum maakt hier een verzamelbegroting van waarin per deelnemers is op genomen wat naar verwachting de netto vorderingen en betalingen zullen worden. Op basis van maandelijkse rapportages door de clusters aan de directeur van de RUD wordt gemonitoord of de feitelijke situatie in de pas loopt met de voorcalculaties. Waar nodig vindt bijstelling plaatst. Na afloop van het kalenderjaar wordt door het coördinatiecentrum de balans opgemaakt en de eindverrekeningen opgesteld en verzonden. Dit betekent dat elke deelnemer jaarlijks via het coördinatiecentrum één factuur ontvangt voor geleverde en ontvangen diensten, voorzien van specificatie.
50
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
2. Collectieve kosten Het tweede betreft alle activiteiten die een aantal deelnemers in de RUD voor de gehele regio uitvoert in opdracht van het bestuurlijk overleg. Het gaat primair om de regionale kosten voor de activiteiten van het coördinatiecentrum. Deze kosten worden verdeeld op basis van een (jaarlijks) vast te leggen verdeelsleutel in de vorm van een bedrag per inwoner en/of inbreng van personeel.
De bijdrage per inwoner – apart vast te stellen inbreng voor de provincie - wordt jaarlijks door het bestuurlijk overleg vastgesteld. Dit gebeurt gelijktijdig met het indienen van de RUD-begroting. Voor de aanvullende personele inbreng voor bovenlokale taken wordt (jaarlijks) een capaciteitspool afgesproken. Deelnemers hebben daarbij de keuze daarbij capaciteit of financiële middelen in te brengen7. 10.4 Efficiëntieopdracht De totale huidige uitvoeringskosten voor de uitvoering van de VTH-milieutaken worden, uitgaande van een formatie van 86 fte in de hele regio (inclusief provinciale capaciteit) indicatief geraamd op 12 mln euro. De structurele extra kosten voor de RUD bedragen daarmee bij de start circa 3% van de huidige kosten.
De RUD-organisatie krijgt opdracht om besparingen te bevorderen zodat het kostenniveau niet structureel zal stijgen ten opzichte van het totale kostenniveau van 2011. Het doel is om de opstartkosten (inclusief ICT-investeringen) binnen 4 jaar terug te verdienen en daarna structureel 5% te besparen op de kosten ten opzichte van het niveau 2011. Daarmee worden de kosten voor het coördinatiecentrum op de schaal van de regio ook structureel inverdiend. Besparing moet vorm krijgen door: •
Harmonisatie en uitlijning werkprocessen in de regio als geheel en daarmee verhogen van de efficiëntie
•
Innovatie in de aanpak
•
(Beperkte) schaalvoordelen in b.v. toekomstige investeringen en organisatie ICT en gebruik maken van shared services
•
Verhoging effectiviteit handhaving en preventief optreden in de reguleringsketen waardoor afname toezichtlast
De mate waarin wordt inverdiend zal per deelnemer kunnen verschillen. De hardheid van het inverdieneffect zal bovendien afhangen van de mate waarin de deelnemers dat ook als taakstelling vastleggen in de eigen begroting.
7
Voor eventuele ‘verrekening’ van de inbreng van capaciteit i.p.v. middelen wordt de eerder genoemde ‘Handleiding overheidstarieven’ van het ministerie van Financiën als vertrekpunt genomen.
51
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
10.5 Financiële risico’s Een algemeen financieel risico is de korting van 100 miljoen op het Gemeentefonds. Deze kan een druk leggen op de kritieke massa van de deelnemers en daarmee van de RUD. Naarmate deze korting meer wordt doorvertaald in de lokale organisatie, kan de noodzaak tot opschaling (binnen of tussen de clusters) toenemen.
Een aantal gemeenten zal als gastheer een bovenformatieve capaciteit krijgen. Dat geldt met name voor de gastheren van het coördinatiecentrum, specialistische capaciteit en de uitvoering van de provinciale taken (voor zover die over komen).
Om de eventuele financiële risico’s die daarmee samenhangen zoveel mogelijk af te dekken, wordt in de DVO een meerjarig vooruitblik gemaakt en zijn in de Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord en de DVO voorwaarden voor (gedeeltelijke) terugtrekking van taken opgenomen. 10.6 Eigen exploitatie (structurele lasten) De deelnemers hebben een eigen exploitatiebegroting waarin de kosten (en inkomsten) voor de uitvoering van (tot één organisatie herleidbare) taken worden opgevoerd. Deze begrotingen maken geen deel uit van de begroting van de RUD. De exploitatiebegroting bevat voor iedere gemeente en de provincie de middelen die nodig zijn om de basistaken uit te kunnen voeren conform de kwaliteitseisen die gezamenlijk worden gesteld.
In hoofdstuk 3 zijn de basistaken gespecificeerd en is een tijdsinschatting gemaakt voor de uitvoering van de basistaken met een toekomstig (adequate) uitvoering, gebaseerd op landelijke kentallen uit de maatlat milieu.8 De kentallen voor mutatiegraden, controlefrequenties en urenraming per product worden voorlopig als minimum referentieniveau gehanteerd. In 2012 worden de taken in detail uitgewerkt in een productcatalogus, zodat vanaf 1 januari 2013 toegewerkt wordt naar één gezamenlijk minimum uitvoeringsniveau. Dan, maar ook na toekomstige evaluaties, worden de kentallen, indien nodig, geactualiseerd.
Indien de voorlopige kentallen worden gebruikt voor het inschatten van de benodigde uren voor realisatie van de basistaken op het minimum referentieniveau, zijn in geheel LimburgNoord zo’n 107.000 uren (80 fte) nodig. Dit is voldoende volume om de uitvoering conform de kwaliteitscriteria te borgen. In de komende periode vindt toetsing op het niveau van de deskundigheidsgebieden en inrichting hiervan plaats.
8
Model Maatlatten Milieuvergunningverlening en –Toezicht, Sira consulting, 2009
52
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Gerekend met gemiddelde loonkosten per fte voor de uitvoering van milieutaken van € 60.000,- (excl. overhead), bedragen de kosten voor uitvoering van de basistaken met een toekomstig (adequate) uitvoering (volgens bijlage 3) in Limburg-Noord in totaal € 4.760.000,- (excl. overhead). Voor de gemeenten en provincie zijn de indicatieve benodigde uren en de hiervoor benodigde middelen in onderstaande tabel weergegeven.
Indicatieve benodigde uren voor uitvoering basistaken Bevoegd gezag9 Beesel Bergen Echt-Susteren Gennep Horst aan de Maas Leudal Maasgouw Mook en Middelaar Nederweert Peel en Maas Roerdalen Roermond Venlo Venray Weert Provincie Totaal
3.800 2.100 4.700 3.000 7.700 7.300 4.900 800 7.600 9.600 2.900 6.700 11.100 12.300 8.300 14.400 107.200
Indicatieve formatiekosten (excl. overhead) voor uitvoering basistaken € 169.000 € 94.000 € 208.000 € 133.000 € 341.000 € 326.000 € 218.000 € 34.000 € 337.000 € 425.000 € 129.000 € 297.000 € 493.000 € 548.000 € 370.000 € 638.000 € 4.760.000
Bij een gelijkblijvende (huidige) formatie voor milieu en bodemtaken wordt, gerekend met de kentallen uit de maatlat Milieu en een inschatting van het inrichtingenbestand in 2013, bij gemeenten in Limburg-Noord zo’n 62% van de formatie voor milieu en bodemtaken ingezet voor basistaken. Kortom, de uren die benodigd zijn voor het leveren van de basistaken volgens de voorlopige kentallen, zijn te leveren binnen de beschikbare capaciteit voor milieu en bodemtaken. 10.7 Programmabegroting (structurele lasten) De RUD heeft een programmabegroting waarin alleen de kosten voor de bovenlokale taken zijn opgenomen. De programmabegroting van de RUD bevat twee hoofdposten:
9
•
Bemensing coördinatiecentrum
•
Projectkosten
In de huidige situatie worden de uren voor uitvoering van de milieutaken niet alleen door het bevoegd gezag geleverd. Naast externe inhuur worden ook door de provincie uren besteed aan de verstrekking van verklaringen van geen bedenkingen en het toezicht hierop bij inrichtingen onder bevoegd gezag van de gemeenten. Deze uren zijn verwerkt in de indicatieve benodigde uren van gemeenten.
53
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Voor de bepaling van de structurele kosten voor de inrichting van het coördinatiecentrum wordt gerekend met gemiddelde kosten van een operationele formatieplaats van € 100.000,- waarvan gemiddeld 34% overhead10. Er wordt voor de tariefbepaling uitgegaan van 1.350 productieve uren per formatieplaats. Het gemiddelde tarief dat de RUD berekend komt daarmee op ca. €75,- per uur. Dit valt binnen de range van een uitgevoerde benchmark onder milieudiensten.
De structurele kosten voor de RUD zien er op basis van een voorlopige inschatting globaal als volgt uit.
Coördinatiecentrum
personeelskosten
projectbudget
Totaal
€ 300.000
€ 100.000
€ 400.000
Deze kosten zijn exclusief de kosten die deelnemers bijvoorbeeld maken voor de inzet van extra inspectiecapaciteit voor uitvoering van ketenprojecten of deelname aan projecten. De inzet voor projecten is in beginsel voor eigen rekening van de deelnemers. Projectkosten voor de uitvoering van bijvoorbeeld inspecties of beoordeling van rapporten in het kader van het ketentoezicht, worden verrekend met de deelnemers (gemeenten en/of provincie) waarvoor de beoordelingen/het toezicht wordt uitgevoerd en komen ten laste van de eigen exploitatie voor uitvoering van de basistaken. Wat deze kosten zijn, wordt jaarlijks inzichtelijk gemaakt in het regionaal uitvoeringsprogramma.
Het uitgangspunt is dat – binnen de regionaal afgesproken kaders, ambities en kwaliteitseisen – de totale uitvoering kostenneutraal blijft. Bijvoorbeeld door de wijze van prioriteitstelling, innovatie in de aanpak en optimalisering van de bedrijfsvoering.
Dekking van de kosten voor de structurele voorzieningen (indicatief 3-4 fte) vindt plaats op basis van een verdeelsleutel: 80% van deze kosten worden door de gemeenten gedekt en 20% door de provincie. De verdeling van de kosten over de gemeenten gebeurt op basis van inwoneraantal. Het uitgangspunt is dat de kosten voor de structurele voorzieningen door de samenwerking in de RUD worden inverdiend door verhoging van de doelmatigheid en de effectiviteit van de uitvoering van de VTH-taken als geheel.
10
Conform Handleiding overheidstarieven van het ministerie van Financiën.
54
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
11 Implementatie 11.1 Stappenplan In 2012 wordt de RUD op basis van voorliggend bedrijfsplan verder ingericht. De stappen die we in 2012 zetten zijn in het bestuurlijk overleg van 21 september besproken, in het document ‘Stappenplan vorming netwerk-RUD Limburg-Noord’ verwoord en hierna door alle colleges besloten. Meer specifiek zijn voor de volgende stap de volgende besluiten van belang.
Wat •
wie
wanneer
Portefeuillehouders
5 december 2011
Consensus over aan college voorgestelde bedrijfsplan op hoofdlijnen en bestuursovereenkomst
•
Besluitvorming over bedrijfsplan op hoofdlijnen en voorgenomen besluit Bestuursovereenkomst RUD Limburg-
Colleges
5 december – 13 december 2011
Noord •
Ondertekenen Bestuursovereenkomst RUD Limburg-Noord
•
Consultatie over Bestuursovereenkomst RUD LimburgNoord
Portefeuillehouders
Gemeenteraden en provinciale staten
•
Benoemen kwartiermaker
Portefeuillehouders
•
Opnemen bijdrage bovenlokale taken
Gemeenteraden en
in begroting (2013/2014)
Provinciale Staten
14 december 2011
Jan/feb. 2012
Jan/feb. 2012 1e helft 2012
11.2 Oprichtingskosten Het oprichten van de RUD leidt tot opstartkosten. Dit zowel in uren van eigen medewerkers als externe kosten. De eigen inzet is niet in onderstaande kostenraming meegenomen. De schatting van de eigen inzet kan pas worden gemaakt als de contouren van de inrichting beter in beeld zijn.
De belangrijkste kostenposten bij de oprichting zijn binnen de constellatie van een RUD naar verwachting: •
Externe advieskosten (voorbereiding 2012 en inregelen netwerk 2013)
•
Voorbereiding inrichting ICT en website (2012-2014)
•
Uitvoering proeftuinen
•
Onvoorziene kosten (10%)
55
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Deze worden voorlopig en indicatief/globaal als volgt gespecificeerd
Omschrijving
Raming
Toelichting
Externe advieskosten
€150.000
Voorbereiding (2012) en inregelen (2013)
ICT
€250.000
Indicatief voor periode 2012-2013/14
Uitvoering proeftuinen
€50.000
2012
SUBTOTAAL
€ 450.000
Onvoorzien
10% totaal
TOTAAL
€ 495.000
Conform landelijk model
De dekking wordt als volgt voorgesteld: Omschrijving
Raming
Bijdrage ministerie I&M
€ 100.000
Bijdrage gemeenten (0,80 per inwoner)
€ 315.000
Bijdrage provincie
€ 80.000
TOTAAL
€ 495.000
Toelichting
Gemeenten dragen 80% van de kosten minus bijdrage ministerie van I&M Provincie betaalt 20% van de kosten, minus bijdrage I&M
Naast de collectieve kosten, zullen er individuele kosten zijn. Deze kunnen worden onderverdeeld in: •
Inzet eigen medewerkers en/of compensatie van eigen medewerkers in proces realisatie RUD.
•
Eventuele aanpassingen gemeentespecifieke ICT en realisatie koppelingen naar in te richten webservices.
•
Eventuele voorzieningen i.v.m. dienstverlening.
•
Eventueel het op orde brengen van de eigen organisatie om aan de afgesproken. kwaliteitseisen te voldoen (‘schoon door de poort’).
•
Eventuele desintegratie- en frictiekosten (alleen bij overgang personeel).
Het uitgangspunt is dat deze kosten voor eigen rekening van de deelnemers zijn.
56
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
11.3 Communicatieplan Communicatie is bij uitstek een instrument om iedere betrokkene in het proces van de vorming van de RUD mee te nemen. Door een goed afgewogen inzet van dit instrument kan het draagvlak voor de te maken keuze worden vergroot waardoor een beter resultaat met een optimale acceptatie kan worden bereikt.
Voor de communicatie onderscheiden we de volgende uitgangspunten: A.
Communicatie over de RUD is eenduidig en eenstemmig.
B.
Communicatie vindt met name plaats vóór en ná besluitvormingsmomenten.
C.
Communicatie heeft meerdere doelen: informeren (over inhoud, procedures, stand van zaken etc.), consulteren (betrekken bij gedachtevorming), adviseren (voorbereiden op te nemen besluiten) en beïnvloeden (aansturen op wenselijk besluit).
D.
De RUD i.o. krijgt een eigen logo en huisstijl. Dit, om eenheid en gezamenlijkheid te creëren én het beeld te voorkomen dat één partner (i.p.v. het gehele netwerk) de afzender is van een communicatieboodschap.
E.
Onderscheid wordt gemaakt in interne- en externe communicatie. a.
Interne communicatie: colleges van B&W, raadsleden / provinciale staten, directies, afdelingsmanagement en medewerkers van gemeenten en provincie en ondernemingsraden.
b.
Externe communicatie: bedrijfsleven (klanten), staatssecretaris Atsma, waterschappen, rijksinspecties en het openbaar ministerie, de projectorganisatie van de RUD Limburg-Zuid, provinciale en regionale media.
F.
Voorliggend plan gaat niet over de communicatie binnen de procesorganisatie: de wijze waarop communicatie met de leden van de werkgroepen, kerngroep, projectgroep en stuurgroep plaatsvindt is op hoofdlijnen beschreven in hoofdstuk 6 van het Stappenplan.
G.
Binnen de projectstructuur is de bestuurlijke regievoerder spreekbuis naar buiten (externe communicatie); deze heeft ook het mandaat om namens de RUD i.o. naar buiten te treden. Indien de inhoud van ‘het naar buiten treden’ niet vooraf aan de overige portefeuillehouders RUD is voorgelegd, informeert de bestuurlijk regievoerder zo spoedig mogelijk achteraf de overige portefeuillehouders RUD. Gemeenten en provincie treden wat betreft het RUD-vormingsproces (met uitzondering van de publicatie van gezamenlijk opgestelde persberichten) niet actief naar buiten.
57
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Centraal in iedere communicatie staat de missie / visie van de RUD (zie paragraaf 2.2). Deze vormt de kernboodschap op de communicatiemomenten. De planning, doelgroepen, middelen en inhoud van communicatiemomenten is uitgewerkt in bijlage 6. 11.4 Uitwerkingsplan proeftuinen Vooruitlopend op de inrichting van de RUD worden, in lijn met de bestuurlijke intentieverklaring, door iedere gemeente en de provincie minimaal het pakket toezicht- en handhaving (milieu) van het basistakenpakket in 2012 in gezamenlijkheid uitgevoerd.
Binnen de RUD zijn de gemeenten en de provincie partners. In enkele deelregio’s werken de gemeenten en provincie ook nu al op onderdelen samen (zie 8.4). Deze samenwerkingsverbanden hebben elementen van de netwerkorganisatie en kunnen gezien worden als lopende proeftuinen. Ervaringen uit deze samenwerkingsvormen worden door deelnemende medewerkers meegenomen bij de inrichting van de RUD.
Het basisidee achter proeftuinen is dat er gezamenlijk en op onderdelen gewerkt wordt aan de vormgeving van de RUD in de praktijk. De proeftuinen zijn te zien als een tijdelijke vorm waarmee organisaties en diens medewerkers in hun toekomstige rol kunnen groeien. De proeftuinen bestaat uit een nader te bepalen aantal projecten met elk een eigen opdracht.
De proeftuinen starten op 1-1-2012 en loopt tot 31-12-2012. Op dat moment zijn de proeftuinen volledig geïntegreerd in de ingerichte RUD.
De proeftuinen RUD hebben meerdere doelen. 1. Het ervaren van de meerwaarde van samenwerking. 2. Het (beter) persoonlijk en professioneel kennis maken met elkaar. 3. Het uitwisselen van formats, werkwijzen etc. Best practices worden meegenomen bij de uitwerking van het bedrijfsplan en de inrichting van de RUD. 4. Het doorontwikkelen van formats, werkwijzen etc. die t.z.t. operationeel worden gebruikt in de RUD. 5. Het ‘testen’ van bedachte constructies, takenpakketten, informatiestromen en processen voor het functioneren van de RUD in de praktijk: van woorden naar daden. a.
Verwachte (structurele) kosten en opbrengsten worden nauwkeuriger gekwantificeerd t.o.v. de nog vast te stellen nulsituatie.
b.
Knelpunten en belemmeringen worden vóór de formele startdatum gesignaleerd en aangepakt.
58
1 december 2011
c.
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Succesfactoren / succesverhalen (ten aanzien van met name efficiency, kostenreductie en tevredenheid van medewerkers en bedrijven) worden vroegtijdig zichtbaar. Deze dragen bij aan de besluitvorming over de inrichting van de RUD.
Bij de inrichting van de proeftuinen wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de deelnemers ten aanzien van de geografische ligging, inhoud (thema’s) en rolopvatting (in huis / uitbesteding).
Naast de personele inzet in de proeftuinen van medewerkers van de gemeenten en provincie, kunnen medewerkers van het Samenwerkingsknooppunt Limburg (SKP) worden ingezet voor het ondersteunen van de organisatie van de proeftuinen. Een bestuurlijk besluit wordt in februari 2012 genomen over de continuering van het SKP.
In de proeftuinen wordt onderscheid gemaakt in twee fasen. I.
Kennismaking en eerste oriëntatie. Eerste kwartaal 2012: ervaren van de meerwaarde van samenwerking (doel 1), persoonlijk en professioneel kennis maken (doel 2) en uitwisselen van werkwijzen (doel 3).
II. Verdieping. Tweede, derde en vierde kwartaal 2012: doorontwikkelen van werkwijzen (doel 4) en het testen van constructies, takenpakketten, informatiestromen en processen (doel 5).
In het eerste kwartaal worden medewerkers actief betrokken bij de RUD-vorming (bottomup), om te ondervinden of er door middel van samenwerking een meerwaarde wordt gecreëerd. Tevens wordt in het eerste kwartaal duidelijk hoe (intensief) aansturing en coördinatie nodig is om de overige doelstellingen van de proeftuinen in 2012 te bereiken.
59
1 december 2011
Bijlage 1.
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Bestuurlijke intentieverklaring
60
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
61
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Bijlage 2.
Arena Consulting
Projectorganisatie uitwerking bedrijfsplan
op hoofdlijnen
Stuurgroep De stuurgroep bestaat uit de collegeleden van de gemeenten en provincie. De stuurgroep bereidt de besluitvorming voor ieder van de colleges voor. Provincie Limburg Beesel Bergen Echt-Susteren Gennep Horst aan de Maas Leudal Maasgouw Mook en Middelaar Nederweert Peel en Maas Roerdalen Roermond Venlo Venray Weert
Gedeputeerde Janssen (Voorzitter) Burgemeester Dassen-Housen Wethouder Buiting Burgemeester Hessels Burgemeester De Loo Burgemeester Van Rooij Wethouder Vogels Wethouder Lalieu Burgemeester Persoon Burgemeester Evers Burgemeester Delissen Wethouder Teuwen Wethouder Van Rey Burgemeester Bruls Wethouder Busser Wethouder Coolen
Kerngroep De kerngroep zorgt voor de dagelijkse aansturing van het project en bereidt de stukken voor de projectgroep voor. Venray Karel Joosten Regie Evert Steynebrugh Regie Monique Linssen Arena John Smits Arena John Rayer Arena Roald Schel
Projectgroep De projectgroep bestaat uit managers van ieder van de gemeenten/provincie, alsmede de provinciaal regisseur. De projectgroep reflecteert op concept besluiten. Venray Beesel Bergen Bergen Echt-Susteren Gennep Horst aan de Maas Horst aan de Maas Horst aan de Maas
Karel Joosten (voorzitter) Henk Lommerse Leon Engels Arie Cornelissen Cyrille Scheepers Wim Willems Marco Rongen Josien den Teuling Cindy in ’t Zandt
62
1 december 2011
Horst aan de Maas Leudal Leudal Maasgouw Maasgouw Maasgouw Mook en Middelaar Nederweert Peel en Maas Peel en Maas Roerdalen Roermond Roermond Venlo Venlo Venray Venray Venray Weert Provincie Limburg Provincie Limburg Regie Regie Arena Arena Arena Arena
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Els van der Molen Pierre Heuts Dorus Alofs Marcel Geurts Alex Janssen Ivo Linssen Jaap de Graaf Paul van Wersch Jan van der Biesen Peter Klerken Maurice Heijnen Pieta Tops Debby Opbroek Marjo Hendriks Rob Juurlink Sjaak van Meijel Theo Dieleman Henk Loonen Hugo Janssen Ludmilla Kobes Peter Bertrand Evert Steynebrugh Monique Linssen John Rayer Frank van Nijkerken John Smits Roald Schel
Werkgroepen De inhoudelijke voorbereiding van besluiten wordt verzorgd door werkgroepen. Werkgroep taken Bergen Echt-Susteren Gennep Horst aan de Maas Maasgouw Mook en Middelaar Nederweert Peel en Maas Provincie Limburg Roermond Venlo Venray Weert
Hans Driessen Michiel Pijpers Wim Willems Luc Selen (of vervanger Cindy in 't Zandt) Alex Janssen Jan van Horne (of vervanger Jaap de Graaf) Hugo Laveaux Jan van der Biesen (of vervanger Peter Klerken) Geer Broen Debby Opbroek (of vervanger Crit smeets) Marjo Hendriks (of vervanger Karel van Bommel) Gea Denissen Hugo Janssen
Werkgroep Bestuurlijk juridische inbedding Beesel Petra van Heugten Gennep Gitta Lucas Horst aan de Maas Marco Rongen Provincie Limburg Arjen de Graaf Roermond Paul Ploum Venlo Resy Sweelssen Weert Harry Wang
63
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Werkgroep Financiën Bergen Beesel Gennep Horst aan de Maas Provincie Limburg Roermond Venlo
Theo Tebarts Ron Ramakers Jolanda van Gaal Jan Vermazeren Jos Speck Ed Smolenaers Jos Lamberts
Werkgroep Organisatie Beesel Gennep Horst aan de Maas Maasgouw Mook en Middelaar Peel en Maas Provincie Limburg Roerdalen Roermond Venlo Venray Weert
Henk Lommerse Nel Vernooij Josien den Teuling Marcel Geurts Theo van der Horst Jan van der Biesen Leo Direks Maurice Heijnen Pieta Tops (of vervanger Martin de Bock) Rob Juurlink (of vervanger Marjo Hendriks) Sjaak van Meijel Gerard van der Hoeven
Arena Consulting
Werkgroep Proeftuin Bergen Will Bemelmans Leudal Pierre Heuts (of vervanger Dorus Alofs) Nederweert Paul van Wersch Peel en Maas Erik Geurts (of vervanger Jan van der Biesen) Provincie Limburg Wil Hoezen (of vervanger André van de Poel) Roermond Crit Smeets (of vervanger Debby Opbroek) Venlo Rob Juurlink (of vervanger Marjo Hendriks) Venray Sjaak van Meijel
64
1 december 2011
Bijlage 3.
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Tijdsinschatting uitvoering basistaken
In deze bijlage is een inschatting gemaakt van de benodigde uren (vanaf 1-1-2013) voor uitvoering van de basistaken in hoofdstuk 3. De uitwerking is gebaseerd op de kennis die momenteel beschikbaar is over de taken op 1 januari 2013. Daarbij is rekening gehouden met de inwerkingtreding van de 3e tranche van het Activiteitenbesluit. Ontwikkelingen die momenteel nog onbekend zijn kunnen grote gevolgen hebben voor het takenpakket.
1. Bedrijfsgerichte toezicht en handhavingstaken Ad a. Wabo-brede toezicht op provinciale inrichtingen De provincie Limburg voert jaarlijks 49 geplande inspecties uit bij de 51 IPPC inrichtingen en besteedt daarbij gemiddeld 80 uren incl. administratieve/fysieke controle, hercontrole, rapportage en bezwaar en beroep. Daarnaast voert de provincie jaarlijks zo’n 40 geplande inspecties uit bij de 40 inrichtingen die mogelijk een OBM kunnen aanvragen. Hieraan worden gemiddeld 30 uren besteed. Deze frequenties en urenramingen wijken af van de kentallen in de maatlat milieu. De werkzaamheden die voor bovengenoemde uren worden verricht, worden uitgewerkt in de productencatalogus.
Met deze kentallen vereist het milieutoezicht bij provinciale inrichtingen (excl. de 6 provinciale BRZO inrichtingen) jaarlijks zo’n 5.120 uren. Naast bovengenoemde uren voor milieutoezicht zijn van 1 oktober 2010 tot 1 oktober 2011 zo’n 400 uren besteed aan bouwtoezicht, slooptoezicht, gebruik in afwijking van het bestemmingsplan, kappen en uitwegen
Ad b. Milieutoezicht op gemeentelijke vergunningplichtige inrichtingen Tijdsinschatting Als controlefrequentie wordt in de maatlat Milieu beschreven dat van de IPPC-inrichtingen en de op onderdelen vergunningplichtige gemeentelijke inrichtingen respectievelijk 100% en 75% jaarlijks gecontroleerd dient te worden.
Controles (incl. hercontroles) kosten volgens de maatlat Milieu gemiddeld voor op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen 22 uur en voor IPPC-inrichtingen 27 uren. Deze urenramingen blijken ook gemiddeld in Limburg-Noord. De werkzaamheden die voor deze uren worden verricht, worden uitgewerkt in de productencatalogus. In totaal worden op jaarbasis volgens deze kentallen zo’n 27.300 uren besteed aan controles bij vergunningplichtige gemeentelijke inrichtingen.
Van deze uren zijn in de periode van 1 oktober 2010 tot 1 oktober 2011 door de provincie zo’n 1.100 uren besteed aan het toezicht naar aanleiding van 12 verklaringen van geen bedenkingen (vvgb) voor het milieudeel van de voormalige provinciale inrichtingen in Limburg-Noord.
65
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Ad c. Milieutoezicht op milieu-complexe activiteiten en branches Tijdsinschatting In de maatlat Milieu wordt uitgegaan dat 35% van de niet-vergunningplichtige inrichtingen jaarlijks wordt gecontroleerd en dat hieraan 16 uren per controle (incl. hercontrole) wordt besteed. Deze urenraming blijkt ook gemiddeld in Limburg-Noord. De werkzaamheden die voor deze uren worden verricht, worden uitgewerkt in de productencatalogus. Voor milieutoezicht op de 3.000 milieucomplexe niet-vergunningplichtige bedrijven onder gemeentelijk bevoegd gezag verwachten we volgens de gehanteerde kentallen een jaarlijkse inzet van 16.800 uren. De totale besteding aan milieutoezicht op niet-vergunningplichtige milieu-complexe activiteiten en branches bedraagt daarmee 16.800 uren.
2. Bedrijfsgerichte vergunningverleningstaken Ad a. Wabo-brede vergunningverlening voor provinciale inrichtingen Tijdsinschatting Volgens de (landelijke) maatlat Milieu ontvangen provinciale inrichtingen gemiddeld iedere 5 jaar een nieuwe vergunning. In de maatlat Milieu worden tevens urenkentallen genoemd. De benodigde tijd per vergunning is voor IPPC-inrichtingen 202 uren en voor overige inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag 122 uren. De provincie Limburg verwacht dat 45% van de inrichtingen jaarlijks een nieuwe vergunning krijgt en dat hiervoor per vergunning 254 uren benodigd zijn. Daarmee worden jaarlijks 5.840 uren besteed aan de vergunningverlening milieu.
Daarnaast worden naar verwachting per jaar zo’n 950 uren besteed aan de vergunningverlening van bouwactiviteiten, sloopactiviteiten, gebruik in afwijking van het bestemmingsplan, kappen en uitwegen bij provinciale inrichtingen.
Ad b. Vergunningverlening milieu voor gemeentelijke inrichtingen Tijdsinschatting Net als provinciale inrichtingen ontvangen gemeentelijke inrichtingen volgens de maatlat Milieu gemiddeld eens per 5 jaar een nieuwe vergunning. Voor intensieve veehouderij hanteren de gemeenten in Limburg-Noord een mutatiegraad van eens per 3 jaar. Dit komt overeen met een jaarlijkse vergunningenproductie van 430 in Limburg-Noord bij inrichtingen met een gemeentelijke bevoegdheid.
De voorbereiding van het milieudeel van vergunningen kost volgens de maatlat Milieu gemiddeld 57 uren voor een vergunning op onderdelen en 93 uren voor een IPPC-vergunning. Deze urenraming blijkt ook gemiddeld in Limburg-Noord. De verwachting is dat zo’n 10% van deze uren nodig is voor besluitvorming en archivering door de bevoegde gezagen (en dus niet onder de taken voor de RUD valt). De totale inzet voor de voorbereiding van het milieudeel van omgevingsvergunningen voor gemeentelijke inrichtingen door de RUD bedraagt met deze kentallen 23.000 uren.
66
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Van deze uren zijn in de periode van 1 oktober 2010 tot 1 oktober 2011 door de provincie zo’n 1.600 uren besteed aan de verlening van 12 verklaringen van geen bedenkingen (vvgb) voor het milieudeel van de voormalige provinciale inrichtingen in Limburg-Noord.
Ad c. Omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen Tijdsinschatting In Limburg-Noord worden zo’n 1.350 bedrijven verwacht die voor een OBM in aanmerking komen (tot 1 april 2012 windturbines, rioolwaterzuiveringen, autodemontage, metaalrecycling, opslag banden, combibedrijven en apotheken, na 1 april ook intensieve veehouderijen). Met een jaarlijkse mutatiegraad van 20%, voert de RUD jaarlijks zo’n 270 OBM’s uit.
Voor de behandeling van een omgevingsvergunning beperkte milieutoetsen zijn geen landelijke kentallen en nog maar zeer beperkte gemeentelijke ervaringscijfers beschikbaar. Een voorzichtige inschatting van de behandeltijd is 35 uren voor inrichtingen onder gemeentelijk bevoegd gezag en 40 uren voor inrichtingen met provinciaal bevoegd gezag, waardoor jaarlijks zo’n 9.400 uren in LimburgNoord aan deze taak worden besteed.
3. Vergunningverlening bij projecten met provinciaal ruimtelijk belang Tijdsinschatting Een inschatting van de benodigde uren voor de voorbereiding van omgevingsvergunningen voor projecten van provinciaal belang is onmogelijk te maken; projecten komen incidenteel voor en de complexiteit verschilt erg. Aan de hand van projectplannen wordt bepaald hoeveel capaciteit van de RUD nodig is en op welke wijze deze wordt ingevuld.
4. Toezicht bij specifieke milieu-activiteiten Ad a. Milieutoezicht bij sloopwerkzaamheden Een van deze activiteiten waar de RUD toeziet op de milieuaspecten is het slopen in opdracht van bedrijven en instellingen (binnen en buiten de inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer). De milieuaspecten van sloop betreffen met name de verwijdering en afvoer van asbest. Hiertoe beoordeelt de RUD asbestrapportages. Ook het toezicht op de verwijdering en afvoer van overige (bouw)stoffen en materialen, het toezicht op gebruik van mobiele puinbrekers en het voorkomen van infiltratie van stoffen in de bodem door sloop behoort tot het takenpakket van de RUD.
Op verzoek kunnen de gemeenten ook het milieutoezicht op de sloop in opdracht van particulieren door de RUD laten uitvoeren.
67
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Tijdsinschatting Uit de inventarisatie van Berenschot van eind 2010 blijkt dat in Limburg-Noord jaarlijks zo’n 1.000 aanvragen voor sloopwerkzaamheden worden ingediend. 50% daarvan is in opdracht van bedrijven en instellingen. De RUD beoordeelt alle meldingen (en rapporten) van asbestsaneringen in opdracht van bedrijven en instellingen en voert bij deze sloopwerkzaamheden een controle uit. Voor het milieutoezicht bij sloop wordt gerekend met gemiddeld 4 uren per controle. Dit komt overeen met een jaarlijkse inzet in Limburg-Noord van 1.950 uren.
Uit de inventarisatie van Berenschot blijkt dat in de regio zo’n 3 fte aan milieutoezicht bij sloopwerkzaamheden beschikbaar is. Hiervan wordt zodoende 50% besteed aan sloopwerkzaamheden in opdracht van bedrijven en instellingen.
Ad b. Milieutoezicht bij vergunningen volgens provinciale verordening De RUD verzorgt het milieutoezicht voor de activiteiten waarvoor volgens de provinciale verordening een vergunning is vereist. Dit geldt voor activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden, milieubeschermingsgebieden en op gesloten stortplaatsen. Tijdsinschatting De uren die aan deze taak besteed worden bij IPPC- of op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen, of op complexe niet-vergunningplichtige inrichtingen, zijn opgenomen in paragraaf 3.2. Aan het milieutoezicht op overige vergunningen voor activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden, milieubeschermingsgebieden en op gesloten stortplaatsen in Limburg-Noord, worden momenteel door de provincie 24 uren per jaar besteed. Deze uren worden vanaf 1 januari 2013 door de RUD geleverd.
Ad c. Milieutoezicht bij aanleg Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald dat het verboden is om (zonder omgevingsvergunning voor aanleg) binnen een gebied bepaalde werken die geen bouwwerken zijn te realiseren of bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning voor aanleg gevraagd kan worden, zijn bijvoorbeeld het graven van sloten, het ophogen van land, het aanleggen van een vuilstortplaats en het verharden van wegen. Het milieutoezicht bij deze werken heeft bijvoorbeeld betrekking op de beperking van vervoerbewegingen, het voorkomen van (bijv. geluids- en trillings)overlast bij realisatie en het realiseren van voldoende infiltratiemogelijkheden voor water.
68
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Tijdsinschatting De uren die aan deze taak besteed worden bij IPPC- of op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen, of op complexe niet-vergunningplichtige inrichtingen, zijn opgenomen in paragraaf 3.2. Daarnaast worden uren besteed aan bodemtoezicht bij aanleg (zie onder ad. h). Een inschatting van uren voor het overig milieutoezicht kan momenteel niet gemaakt worden; na uitvoering van een probleemanalyse ontstaat zicht op de omvang van de problematiek en kan een inschatting worden gemaakt.
Ad d. Milieutoezicht bij stoffen, preparaten en GGO’s Door de RUD wordt het milieutoezicht verzorgd bij activiteiten met stoffen, preparaten en genetisch gemodificeerd organismen(GGO’s) die onder een amvb op grond van titel 9.2 Wet milieubeheer vallen en die worden uitgevoerd door de houder van een omgevingsvergunning. Het toezicht wordt gehouden op personen en bedrijven die beroepshalve een stof, preparaat of genetisch gemodificeerd organisme vervaardigt, in Nederland invoert, toepast, bewerkt, verwerkt of aan een ander ter beschikking stelt. Tijdsinschatting De uren die aan het milieutoezicht op stoffen, preparaten en GGO’s bij houders van omgevingsvergunningen besteed worden, zijn allen in paragraaf 3.2 opgenomen bij het toezicht op de IPPC- of op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen. Een inschatting van uren voor het overig milieutoezicht kan momenteel niet gemaakt worden; na uitvoering van een probleemanalyse ontstaat zicht op de omvang van de problematiek en kan een inschatting worden gemaakt.
Ad e. Milieutoezicht bij producten en toestellen Het milieutoezicht voor activiteiten door een houder van een omgevingsvergunning met producten en toestellen die onder de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging en de titels 9.4 en 10.3 van de Wet milieubeheer vallen, behoort tot het basistakenpakket van de RUD. Daarbij dient onder meer gedacht te worden aan het milieutoezicht bij geluidwerende voorzieningen, industrielawaai, spoorweglawaai, stookinstallaties, het ecologisch ontwerp van energiegerelateerde producten en activiteiten voor het doelmatig beheer van afvalstoffen (ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing). Tijdsinschatting De uren die aan het milieutoezicht op deze producten en toestellen bij houders van omgevingsvergunningen besteed worden, zijn allen in paragraaf 3.2 opgenomen bij het toezicht op de IPPC- of op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen. Een inschatting van uren voor het overig milieutoezicht kan momenteel niet gemaakt worden; na uitvoering van een probleemanalyse ontstaat zicht op de omvang van de problematiek en kan een inschatting worden gemaakt.
69
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Ad f. Milieutoezicht bij opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen De RUD verzorgt het milieutoezicht bij de opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen, zoals olie en gas, waterwinning, zandwinning, waterkracht, windenergie, warmtepompen en zonne-energie. Tijdsinschatting De uren die aan deze taak besteed worden bij IPPC- of op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen, of op complexe niet-vergunningplichtige inrichtingen, zijn opgenomen in paragraaf 3.2. Een inschatting van uren voor het overig milieutoezicht bij opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen kan momenteel niet gemaakt worden; na uitvoering van een probleemanalyse ontstaat zicht op de omvang van de problematiek en kan een inschatting worden gemaakt.
Ad g. Milieutoezicht bij werken en infrastructurele voorzieningen Bij het tot stand brengen en beheren van werken en infrastructurele voorzieningen door bedrijven of instellingen vindt het milieutoezicht door de RUD plaats. Tijdsinschatting De uren die aan deze taak besteed worden bij IPPC- of op onderdelen vergunningplichtige inrichtingen, of op complexe niet-vergunningplichtige inrichtingen, zijn opgenomen in paragraaf 3.2. Aan het milieutoezicht bij werken en infrastructurele voorzieningen wordt aan de hand van projectplannen bepaald hoeveel capaciteit van de RUD nodig is en op welke wijze deze wordt ingevuld.
Ad h. Milieutoezicht bij Besluit bodemkwaliteit, bodemsaneringen en proefbronnering De RUD verzorgt voor de bedrijfsmatige activiteiten van het Besluit bodemkwaliteit het milieutoezicht, evenals het toezicht in het kader van de Wet bodembescherming en het milieutoezicht bij bodemsaneringen en proefbronnering. Dit betekent dat de RUD minimaal voor alle gemeenten en provincies verzorgt:
controle van meldingen in het veld van grote toepassingen grond conform de HUM Besluit bodemkwaliteit, evenals van de overige meldingen van toepassingen grond,
controle ter plekke van alle Wbb bodemsaneringen, BUS saneringen en zorgplichtsaneringen,
verificatie-onderzoek bij de saneringen die per jaar in uitvoering zijn,
vrije veldtoezicht en ketenbeheer (in combinatie met overige werkzaamheden),
de rapportage over de (her)controles richting het bevoegd gezag.
Op verzoek verzorgt de RUD voor gemeenten en de provincie:
vergunningverlening in het kader van de Wet bodembescherming,
registratie van meldingen i.k.v. het Besluit bodemkwaliteit van SenterNovem,
advisering (op basis vigerend beleid) aan bevoegd gezag over repressief optreden,
voorbereiding van besluitvorming namens het bevoegd gezag (repressief optreden / sanctioneren),
70
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
de ondersteuning (o.a. verweerschriften, pleitnota’s, deelname aan hoorzittingen) van het bevoegd gezag bij bezwaar en beroep.
Tijdsinschatting Uit een inventarisatie blijkt dat de gemeenten in Limburg-Noord en de provincie tezamen zo’n 24.000 uren beschikbaar hebben binnen het specialisme ‘bodem, water en bouwstoffen’. Het deel van deze uren dat ingezet wordt voor milieutoezicht wordt geraamd op 15.000 uren.
5. Ketengericht milieutoezicht Tijdsinschatting Naast de uren die aan bedrijfsgericht toezicht worden besteed (zie 3.3) en toezicht bij specifieke milieu-activiteiten (zie 3.4), worden uren besteed aan de controles van de risicovolle ketens als geheel. Een deel van de inzet voor het ketengericht toezicht maakt deel uit van de reguliere inspectiecapaciteit die bijvoorbeeld wordt ingezet bij bedrijfscontroles en asbestcontroles. Er wordt initieel 1 fte (1.350 uren) gereserveerd voor de coördinatie, aansturing (projectleiding) en analyse van ketens. Na uitvoering van een probleemanalyse ontstaat zicht op de omvang van de problematiek en kan een meer nauwkeurige inschatting worden gemaakt.
71
1 december 2011
Bijlage 4.
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Afkortingen
Amvb
Algemene maatregel van bestuur
B&W
College van Burgemeester en Wethouders
BGO
Bijzonder Georganiseerd Overleg
BOA
Buitengewoon Opsporingsambtenaar
BOK
Bestuursovereenkomst
BRZO
Besluit Risico's Zware Ongevallen
BUS
Besluit Uniforme Saneringen
DVO
Dienstverleningsovereenkomst
GGO
Genetisch Gemodificeerd Organisme
GO
Georganiseerd Overleg
GR
Gemeenschappelijke Regeling
GS
Gedeputeerde Staten
HUM
Handhaving Uitvoeringsmethode
I&M
(Ministerie van) Infrastructuur en Milieu
ICT
Informatie en Communicatie Technologie
IPPC
Integrated Pollution Prevention and Control
KCC
Klantcontactcentrum
OBM
Omgevingsvergunning beperkte milieutoets
OLO
Omgevingsloket Online
OM
Openbaar Ministerie
PIM
Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving
PS
Provinciale Staten
RUD
Regionale Uitvoeringsdienst
SKP
Samenwerkingsknooppunt (Limburg)
SLA
Service Level Agreement
VTH
Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving
Vvgb
Verklaring van geen bedenkingen
Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wbb
Wet bodembescherming
Wm
Wet milieubeheer
72
Bijlage 5.
Checklist RUD vorming Plaats BOK
Plaats bedrijfsplan
Art. 3
HS 2 (2.3)
Toelichting
Deelname door gemeenten, provincies, waterschappen aan de RUD(‘s) 1.
Het werkgebied van elke RUD is congruent met dat van de Veiligheidsregio(’s).
2.
De grenzen van de Veiligheidsregio worden niet overschreden.
√
Gemeenten worden bij voorkeur deelnemer in (eigenaar van) de RUD.
√
3.
4.
5.
Contracterende gemeenten dragen bij aan de afdekking van de financiële risico’s van de RUD
Contracterende gemeenten committeren zich aan de afspraken die door de RUD worden gemaakt met OM en politie.
√
HS 4 (4.1)
De partijen die de BOK ondertekenen liggen allen binnen de veiligheidsregio. Wel kunnen contracten worden gesloten met externe dienstverleners buiten de veiligheidsregio (bijvoorbeeld voor BRZO).
HS 2 (2.3); HS 8 (8.3)
Alle gemeenten zijn opgenomen als ‘partij’.
Art. 3 Art. 5, lid 4
√
Aanhef
Art. 9
Art. 7, lid 13 Art. 4, lid 3 Art. 5, lid 5 √ Art. 7, lid 13b
HS 10 (10.7)
HS 4 (4.3); HS 5 (5.2, 5.3)
Art. 8, lid 3 a, j 6.
7.
De provincie neemt deel in (wordt de provincie eigenaar van) de RUD(‘s).
Elke RUD werkt samen met de waterschappen in de provincie.
√
Aanhef
Art. 7, lid 13a √ Art. 4, lid 6
Door de keuze voor een netwerkorganisatie zijn de financiële risico’s beperkt tot de bovenlokale taken en voorzieningen en eventueel boven-formatieve capaciteit bij gastheerorganisaties. Deze risico’s worden afgedekt door de ontbindende voorwaarden in de DVO’s met een meerjarenplanning. Deelnemers dragen bij aan de programmabegroting. Financiële risico’s van bovenlokale taken en voorzieningen zijn daarmee afgedekt. De directeur van de RUD mag arrangementen met OM afspreken. Arrangementen werken door in kwaliteitseisen. Op zaakniveau blijft bevoegd gezag betrokken. Bij de aanpak van ketens wordt de directeur van de RUD gemandateerd om op te treden en verzorgt het coördinatiecentrum de voorbereiding, uitvoering en rapportage van de aanpak van overtredingen.
HS 2 (2.3) HS 8 (8.3)
De provincie is opgenomen als ‘partij’.
HS 2 (2.3) HS 8 (8.3)
De directeur van de RUD wordt door partijen gemandateerd om afspraken over de uitvoering van basistaken te maken met het waterschap. Het waterschap kan tevens als derde een verzoektaak bij de RUD neerleggen.
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Plaats BOK 8.
Elke RUD is uiterlijk 1 januari 2013 operationeel.
Arena Consulting
Plaats bedrijfsplan
Toelichting
HS 2 (2.3 e.v.)
De BOK wordt in het eerste kwartaal van 2012 ondertekend en de kwaliteitseisen worden voor 1 januari 2013 door het bestuurlijk overleg vastgesteld.
Art. 17, lid 2 √ Art. 4, lid 3
Basistakenpakket RUD(‘s) 9.
De provinciale taken uit het basistakenpakket worden overgedragen aan elke RUD in de provincie. 10. Elke gemeente draagt alle taken uit het landelijk basistakenpakket over aan de RUD in de regio. 11. Gemeenten en provincies dragen bij voorkeur meer taken dan de basistaken over aan de RUD(‘s).
√
Art. 4, lid 2
HS 8 (8.3)
√
Art. 4, lid 2
HS 8 (8.3)
√
Art. 4, lid 5
HS 3 (3.1, 3.7)
Bij definitieve besluitvorming afweging van individuele deelnemers. Randvoorwaarden worden nog uitgewerkt en ingevuld. Bij definitieve besluitvorming afweging van individuele deelnemers. Randvoorwaarden worden nog uitgewerkt en ingevuld. Aantal gemeenten laat mogelijk verzoektaken in samenwerking uitvoeren.
Robuustheid van vorm en structuur van de RUD(‘s)
12. De RUD’s zijn bij voorkeur een openbaar lichaam in de zin van de Wgr.
X
HS 8 (8.1)
13. Indien een RUD geen openbaar lichaam zou zijn wordt de kans uitgesloten dat een of enkele gemeentebesturen het functioneren/voortbestaan van de RUD kunnen bepalen.
√
Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art. Art.
6, lid 11 7, lid 7 14, lid 1 4, lid 3 6, lid 15d 8, lid 3d 16 14, lid 3
14. Elke RUD is in staat continuïteit in de dienstverlening (en termijnen) te bieden – ook in piektijden - tegen overeengekomen kosten en conform de eisen van de deelnemers/opdrachtgevers.
√
Art. 4, lid 3 Art. 4, lid 5
HS 4; HS 5 (5.2, 5.5, 5.7) HS 7 (7.3) HS 8 (8.2, 8.3)
HS 4 (4.2) HS 8 (8.2, 8.3) HS 9 (9.2)
De samenwerking is gebaseerd op een bestuursovereenkomst. De uitvoeringsorganisaties zijn openbaar lichaam. Er zijn voldoende waarborgen ingebouwd om materieel hetzelfde te bereiken en te borgen dan met één openbaar lichaam. Is geborgd in met name de samenstelling en stemverhouding in het bestuurlijk overleg en het platform van gemeentesecretarissen, de beperkte mogelijkheden voor opzegging, de vastlegging van kwaliteitseisen en de instemming met dienstverleningsovereenkomsten door het bestuurlijk overleg, de mogelijkheid om partijen aan te spreken bij slechte kwaliteit, de geschillenregeling, de opzegtermijn met instemming over financiële gevolgen en de juridische mogelijkheden voor interbestuurlijk toezicht. De partijen beschikken als geheel en op het niveau van de clusters over voldoende omvang en kritieke massa voor de taken die zij uitvoeren. Eisen worden vastgelegd in kwaliteitseisen en dienstverleningsovereenkomsten. Binnen samenwerking kunnen verzoektaken belegd worden.
74
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Plaats BOK
Arena Consulting
Plaats bedrijfsplan
Toelichting
HS 10
De deelnemende partijen zijn financieel gezond. Voor de financiering van de taken van de taken en voorzieningen wordt een programmabegroting vastgesteld. Partijen reserveren op basis van een vastgestelde verdeelsleutel benodigde middelen. Door de financiering van basis- en verzoektaken buiten de programmabegroting te laten maar in de exploitatie van partijen te behouden, loopt de RUD een geringer financieel risico.
HS 5 (5.2, 5.3) HS 8 (8.5, 8.6) HS 10
Construct voorziet door rol van bestuurlijk overleg, platform van gemeentesecretarissen, dienstverleningsovereenkomsten en mandaten.
Art. 9, lid 1 en 2 15. Elke RUD is financieel gezond.
√ Art. 9, lid 3
16. Elke RUD beschikt over een bestuursstructuur en financieringsstructuur die de continuïteit en toekomstbestendigheid van de RUD als zodanig waarborgen.
√
Art. Art. Art. Art.
17. Elke RUD presenteert een begroting en jaarrekening aan deelnemers/opdrachtgevers.
√
Art. 6, lid 15f
HS 10 (10.2)
√
Art. 4, lid 3 Art. 5, lid 4
HS 5 (5.4) HS 7 HS 9
De RUD heeft voldoende kritieke massa. Voor zover die niet (volledig) kan worden geborgd, worden er contracten gesloten met andere RUD’s. Dit geldt in elk geval voor de BRZO.
18. Elke RUD beschikt over voldoende kritieke massa (volgens de KPMG-criteria) voor de aan de RUD opgedragen taken en de bsbbevoegdheid milieu1.
6 7 5, lid 3 5, lid 7
19. Elke RUD beschikt over voldoende capaciteit en kwaliteit om te voldoen aan: a.
de wettelijke eisen en termijnen,
√
HS 7
Worden vastgelegd in DVO en leveringsvoorwaarden.
b.
de eisen van programmatisch handhaven, zoals neergelegd in BOR/MOR,
√
HS 7
Worden vastgesteld in de (jaarlijkse) uitgangspunten en programma, onderdeel van de DVO.
c.
de eventuele aanvullende eisen van de deelnemers/opdrachtgevers, en
√
HS 7
Worden vastgelegd in kwaliteitseisen, onderdeel van DVO en leveringsvoorwaarden.
d.
continue kwaliteitsverbetering en innovatie.
√
HS HS HS HS
Een van de kerntaken van het coördinatiecentrum.
√
HS 4 (4.3) HS 8 (8.6)
20. Elke RUD beschikt over voldoende bezoldigde milieuboa’s afgezet tegen werkterrein, takenpakket en de bsb-bevoegdheid milieu.
2 4 (4.3) 5 (5.1, 5.5) 7 (7.2)
BOA’s kunnen door de RUD worden betrokken van de deelnemende organisaties.
75
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
21. Elke RUD is zo georganiseerd dat de RUD kan functioneren als opdrachtnemer voor de uitvoering van rijkstaken en waterschapstaken en beschikt de RUD ter zake over voldoende organiserend vermogen. 22. Elke RUD is bereid om met het Rijk te overleggen over een uniforme invulling van de relatieopdrachtgever-opdrachtnemer ten aanzien van de uitvoering van rijkstaken.
√
Arena Consulting
Plaats BOK
Plaats bedrijfsplan
Toelichting
Art. 4, lid 6
HS 3 (3.1, 3.7)
Het waterschap of rijk kan als derde een verzoektaak bij de RUD neerleggen.
√
Bereidheid is altijd aanwezig.
√
Administratieve organisatie is geregeld bij deelnemers. Binnen netwerkorganisatie vindt waar nodig harmonisatie en/of koppeling plaats. Ook in relatie tot ICT.
√
Geen doel op zich. Waar nodig vindt harmonisatie plaats. Ook in relatie tot ICT.
Robuustheid van werken en werkwijze van de RUD(‘s) 23. Elke RUD beschikt over een helder vastgelegde administratieve organisatie en de daarin opgenomen processen en procedures zijn voor alle deelnemers/opdrachtgevers eenduidig en hanteerbaar. 24. Er bestaan geen verschillen tussen de administratieve organisaties van de RUD’s in de provincie.
Het directeurschap wordt ingevuld door een lid van het platform van gemeentesecretarissen.
25. De RUD-directeur is gemandateerd tot: a.
b.
Het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met het OM en de politie ; het afsluiten van samenwerkingsarrangementen met andere RUD-directeuren, en
√
Art. 7, lid 13a
HS 4 (4.3) HS 5 (5.1) HS 8 (8.2, 8.6)
√
Art. 7, lid 13c
HS 4 (4.1) HS 5 (5.3)
c.
het toepassen van de bsb bevoegdheid milieu
√
Art. 7, lid 13b
d.
het toepassen van bestuurlijke sancties (behoudens in politiek gevoelige zaken).
√
Art. 7, lid 13b
Voor zover gemeenten en provincie daarvoor mandaat afgeven. HS 5 (5.7) HS 8 (8.2, 8.3)
Voor zover gemeenten en provincie daarvoor mandaat afgeven.
76
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Plaats BOK
Arena Consulting
Plaats bedrijfsplan
Toelichting
26. De RUD-directeur is in staat tot: Art. 4, lid 3 a.
het vaststellen van de prioriteiten en het werkprogramma van de RUD, op basis van onder meer het handhavingsarrangement met het OM en de politie, de opdrachten van de betrokken besturen en de vastgestelde landelijke prioriteiten.
Art. 5, lid 1 √
HS 4 (4.1) HS 5 (5.5)
Art. 9, lid 3a Art. 5, lid 5 Art. 5, lid 2
b.
de aansturing van de uitvoering van het werkprogramma door de medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken van de RUD.
√
Art. 8, lid 3d
HS 5 (5.4, 5.5)
Art. 16
27. Elke RUD is in staat tot goed werkgeverschap en professioneel HRM-beleid.
√
28. Elke RUD is in staat te functioneren als het milieutoezichtsloket voor in ieder geval de bedrijven die onder het basistakenpakket vallen.
√
Uitgangspunten voor inrichting organisatie.
Art. 4, lid 2 Art. 4, lid 5
HS 2 (2.2)
Art. 7, lid 13a
29. Elke RUD is in staat te functioneren als schakel in de interregionale en landelijke samenwerking met andere ketenpartners bij de aanpak van regiooverschrijdende(keten)overtredingen.
√
30. Elke RUD is in staat continuïteit te bieden in de uitvoering (en termijnen) –ook in piektijdenvan de afspraken die zijn gemaakt met OM en politie en andere RUD’s of andere ketenpartners.
√
De kwaliteitseisen worden jaarlijks geactualiseerd door bestuurlijk overleg, waardoor handhavingsarrangementen met het OM en de politie, de opdrachten van het bestuurlijk overleg en de vastgestelde landelijke prioriteiten verwerkt worden. Partijen stellen jaarlijks uitvoeringsprogramma voor de basistaken vast, waarbij de benodigde middelen gereserveerd worden en de uitvoerende partijen of externe dienstverleners zich conformeren aan de kwaliteitseisen. In DVO worden afspraken gemaakt tussen partijen over de uitvoering en uitvoeringskwaliteit. Coördinatiecentrum heeft inzicht in de basistaken die niet binnen de afgesproken kwaliteit door partijen geleverd (kunnen) worden. De directeur kan uitvoerende partijen aanspreken. Tevens kan geschillenregeling worden toegepast met mogelijkheid om bij contractrisico’s taken bij een partij terug te halen en op kosten van die partij elders te laten uitvoeren.
Art. 7, lid 13c
HS 4 (4.3) HS 8 (8.6)
Art. 7, lid 13b Art. 8, lid 3j
Art. 4, lid 3 Art. 4, lid 5
HS 4 (4.2) HS 9
Bevoegd gezag is primaire loket. Op verzoek kan de loketfunctie bij een of meerdere partijen belegd worden. De directeur van de RUD wordt gemandateerd om afspraken over de uitvoering van de basistaken te maken met het openbaar ministerie, politie, waterschappen en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, evenals andere RUD’s. Bij de aanpak van ketens wordt de directeur van de RUD gemandateerd om op te treden. De partijen beschikken over voldoende omvang en kritieke massa voor de taken die zij uitvoeren. Eisen worden vastgelegd in kwaliteitseisen en dienstverleningsovereenkomsten. Binnen samenwerking kunnen verzoektaken belegd worden.
77
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Plaats BOK
Plaats bedrijfsplan
√
Art. 7, lid 13a
HS 4 (4.1, 4.3) HS 5 (5.1)
Toelichting
Afstemming tussen de RUD’s en het OM en de politie 31. De afstemming tussen de RUD’s en het OM en de politie is geborgd, dat wil zeggen dat elke RUD (en alle RUD’s tezamen) zo moet(en) zijn vormgegeven en georganiseerd, dat samenwerking en afstemming - met betrekking tot informatie-uitwisseling, toezicht en opsporing - met het OM, de politie en de landelijke inspectie- en opsporingsdiensten mogelijk is op: a. strategisch niveau: beleidsmatig (prioriteiten, handhavingsarrangementen, etc.),
b.
tactisch niveau (bijvoorbeeld werkvoorbereiding),
√
Art. 8, lid 2j
HS 4 (4.1, 4.3) HS 5 (5.1)
c.
operationeel niveau (concrete signalen en concrete zaken).
√
Art. 8, lid 2j
HS 4 (4.1, 4.3) HS 5 (5.1)
32. Elke RUD beschikt over de voorzieningen en de kritieke massa om deel te kunnen nemen in de gemeenschappelijke informatiehuishouding Inspectieview Milieu en te voldoen aan de daaruit voortvloeiende eisen, waaronder een informatie-organisatie met de functionaliteiten: informatieknooppunt-infodesk, informatieanalyse en informatiemakelaardij.
√
HS 6
De directeur heeft tot taak om de contractrelatie met externen te onderhouden en te voorzien in de strategische informatiebehoefte van openbaar ministerie en politie. Het coördinatiecentrum heeft tot taak om de contractrelatie met externen te onderhouden en te voorzien in de informatiebehoefte van openbaar ministerie en politie. Partijen maken afspraken over de kwaliteitsborging en de informatie die door de uitvoerende partijen wordt aangeleverd voor monitoring en verslaglegging. Het coördinatiecentrum heeft tot taak om de contractrelatie met externen te onderhouden en te voorzien in de informatiebehoefte van openbaar ministerie en politie. Partijen maken afspraken over de kwaliteitsborging en de informatie die door de uitvoerende partijen wordt aangeleverd voor monitoring en verslaglegging. Het bevoegd gezag bepaald welk mandaat de (directeur van de) RUD krijgt om namens haar op te treden op zaakniveau. De RUD richt ICT in waarbij wordt aangesloten bij landelijke standaarden. Daarbij wel nadrukkelijk kijkend naar ontwikkelingen op ICT-gebied én de voorzieningen die al aanwezig zijn. Gebruikmaking van webservices heeft de voorkeur boven investeren in gehele vernieuwing van hardware en applicaties. Aanhaken bij mid-offices gemeenten en digitaal en zaakgericht werken zijn randvoorwaarden.
78
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Plaats BOK
Plaats bedrijfsplan
Toelichting
√
Art. 7, lid 13a
HS 4 (4.1) HS 5 (5.1)
De directeur van de RUD heeft mandaat om afspraken te maken met onder meer OM en politie.
√
Art. 7, lid 13a
HS 4 (4.1) HS 5 (5.1)
De directeur heeft mandaat om afspraken te maken met onder meer OM en politie.
√
HS 5
Maakt onderdeel uit van de inrichting.
√
HS 5
Maakt onderdeel uit van de inrichting.
HS 4 (4.3) HS 5 (5.1) HS 8 (8.6)
BOA’s worden in beginsel betrokken vanuit de partijen en voor de basistaken die zij uitvoeren worden in de dienstverleningsovereenkomsten afspraken gemaakt dat dit gebeurt met minimaal de kwaliteitseisen.
HS 5 (5.1)
De directeur wordt door partijen gemandateerd om afspraken over de uitvoering van basistaken te maken met rijksinspecties en andere RUD’s. Organisaties kunnen tevens als derde een verzoektaak bij de RUD neerleggen.
√
HS 4 (4.1) HS 5 (5.1)
Intentie is aanwezig.
√
HS 4 (4.3) HS 8 (8.6)
In principe mogelijk.
33. De RUD-directeur heeft mandaat van de deelnemers/opdrachtgevers: a.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
voor het vervullen van een coördinerende rol tussen de bestuurlijke en de strafrechtelijke kolom, en b. voor het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met OM en politie. Er is in elke regio voorzien in een ‘politiekbestuurlijk gevoelige zaken overleg’ van de RUD-directeur met het OM, betrokken bestuurders. De RUD participeert in een bestuurlijk handhavingsoverleg van OM, politie en andere ketenpartners. De RUD-directeur is in staat tot het maken van afspraken met de politie c.q. de korpschef en het FP3 over het gebruik van opsporingsbevoegdheid door en de kwaliteit van de bij de RUD werkzame BOA’s. Elke RUD is in staat samen te werken met de landelijk opererende handhavingsorganisaties, zoals de rijksinspecties, en de hiervoor als het aanspreekpunt voor die organisaties aan te wijzen RUD. Elke RUD heeft de intentie interregionaal en landelijk samen te werken met andere ketenpartners t.b.v. aanpak regiooverschrijdende problemen. Elke RUD is eventueel in staat om de in het werkgebied van de RUD werkzame milieuboa’s van niet-landelijke werkgevers4, in samenwerking met en met ondersteuning van de politie (RMT’s), aan te sturen.
√
Art. 4, lid 3
Art. 7, lid 13a √ Art. 4, lid 6
79
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Plaats bedrijfsplan
Toelichting
√
HS 2
Deelname aan overleg directeuren gaat plaatsvinden.
√
HS 2
RUD sluit aan bij landelijke kaders met ruimte voor regionaal maatwerk. Wordt jaarlijks vastgesteld.
Plaats BOK 40. Elke RUD is bereid bij te dragen aan een zo veel mogelijk landelijk uniform functioneren op basis van een één-concerngedachte, door bijvoorbeeld deelname aan overleg van voorzitters en directeuren van RUD’s of het poolen van expertise en opleidingen. 41. RUD heeft intentie te werken op basis van landelijk vast te stellen kader voor toezicht en opsporing (prioriteitstelling, rolverdeling RUD/OM en politie, interventiestrategieën).
Arena Consulting
80
Bijlage 6.
Communicatiemiddelen
We zetten de volgende middelen in voor communicatie met onze doelgroepen: A. Bilaterale bestuurlijke overleggen: bestuurlijk regievoerder houdt zicht op bestuurlijke overwegingen en bedenkingen en fungeert als bestuurlijk klankbord / aanspreekpunt. B. Bilaterale ambtelijke overleggen: informeren en actief betrekken bij de inrichting van de RUD, met name met waterschappen, rijksinspecties, het openbaar ministerie en de projectorganisatie RUD Limburg-Zuid. C. Binnengemeentelijke bijeenkomsten: door de leden van de projectgroep geïnitieerde overleggen met raadsleden, directie, managers en medewerkers op basis van de inrichtingskeuzen die in de projectgroep en stuurgroep worden voorgelegd. D. Regionale bijeenkomsten (netwerkdagdelen): bijeenkomsten rond specifieke thema’s (kennismaking, teambuilding en kennisdeling) voor betrokken medewerkers van gemeenten en provincie / leden van de ondernemingsraad. E. E-mailnieuwsbrief: maandelijks informeren van betrokken medewerkers en overige geïnteresseerden, alsmede trachten medewerkers actief te laten meedenken over de inrichting. F. Brieven: informeren van belanghebbenden, met name richting de staatssecretaris en het regionale bedrijfsleven. G. Projectwebsite: digitaal kennisplein voor medewerkers in proeftuinen en werkgroepleden met onder meer concepten en definitieve versies van documenten, contactgegevens van projectmedewerkers en een gezamenlijke agenda. H. Proeftuinen en werkgroepen: ontmoetingsplekken van medewerkers rond een centraal thema of problematiek. Zowel bedoeld voor de gezamenlijke uitvoering van het reguliere werk, ontwikkelopdrachten en testopdrachten. I. Model bestuursadviezen: eenduidige formulering van het advies en beslispunten voor ieder van de colleges. Door de kerngroep voorbereid, door de projectgroep besproken en via de projectgroepleden aan de colleges aangeboden. J. Model raadsinformatiebrief (en/of raadsadvies): eenduidige formulering van de status en koers voor ieder van de raden en provinciale staten. Door de kerngroep voorbereid, door de projectgroep besproken en via de projectgroepleden en colleges aan de raad en provinciale staten aangeboden. K. Persberichten: informeren van het grote publiek.
Communicatie per doelgroep in 2012 Het bedrijfsplan op hoofdlijnen vormt het fundament voor de inrichting van de RUD in Limburg-Noord. Eind maart worden het operationele bedrijfsplan en de primaire inrichtingsdocumenten bestuurlijk vastgesteld. In het tweede, derde en vierde kwartaal worden de overige inrichtingsbesluiten genomen.
Interne communicatie Eind maart wordt het model bestuursadvies over het operationele bedrijfsplan en de primaire inrichtingsdocumenten aan de colleges van B&W en GS aangeboden. De overige benodigde besluiten worden gebundeld op twee momenten: eind mei en eind september 2012 worden model bestuursadviezen over de overige inrichtingskeuzen voorgelegd.
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Medio april 2012 worden de raadsleden binnen iedere gemeente via een raadsinformatiebrief en een presentatie in de raadscommissie geïnformeerd over het proces, de proeftuinen en de grondvorm van de RUD. Ook na de twee overige besluitvormingsmomenten in 2012 door de colleges worden de raadsleden en leden van provinciale staten geïnformeerd over het proces en de genomen beslissingen. Indien uit het operationele bedrijfsplan blijkt dat voor de oprichting / inrichting van de RUD besluitvorming in de raden en provinciale staten dient plaats te vinden, wordt eind maart 2012 regionaal een raadsadvies voorbereid en in de vergaderingen van raden en provinciale staten een toelichting verzorgd.
Vóór ieder besluit informeren en consulteren de leden van de projectgroep de directies, afdelingsmanagement en medewerkers van de gemeenten en provincie. Adviezen van directies, afdelingsmanagement en medewerkers worden door de projectgroepleden in de projectorganisatie gebracht. Daarnaast wordt maandelijks een e-mailnieuwsbrief verstuurd naar de betrokken medewerkers en overige geïnteresseerden. Een deel van de medewerkers draait mee in de werkgroepen en proeftuinen. Zij worden om een actieve bijdrage bij de inrichting gevraagd en hebben via de projectwebsite toegang tot alle concepten en definitieve documenten met inrichtingskeuzen. Daarnaast worden rond specifieke thema’s regionale bijeenkomsten (netwerkdagdelen) georganiseerd. Iedere betrokken medewerker neemt minimaal aan drie van deze netwerkdagdelen deel.
De leden van de ondernemingsraden worden in april in één regionale bijeenkomst bijgepraat over de uitwerking in het operationele bedrijfsplan en de vervolgstappen. Indien uit het bedrijfsplan op hoofdlijnen blijkt dat de ondernemingsraden een formele rol krijgen in het proces, wordt de rol en betrokkenheid tezamen met de ondernemingsraden in een afzonderlijke document uitgewerkt.
Externe communicatie Staatssecretaris Atsma ontvangt begin april de resultaten van de besluitvorming door de colleges middels een statusbericht van de provincie. Indien uit nog te ontvangen correspondentie van de staatssecretaris blijkt dat hij op overige momenten geïnformeerd wil worden, worden gedurende het jaar op deze overige momenten statusberichten verstuurd.
82
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
De waterschappen, rijksinspecties en het openbaar ministerie worden in de proeftuinen bij de operationele uitwerking van de samenwerkingsrelatie betrokken. Daarmee leveren zij tevens een actieve bijdrage aan de inrichting van de RUD. In twee bilaterale overlegrondes (eind april en eind juni) worden de waterschappen, rijksinspecties en het openbaar ministerie geconsulteerd over de inrichting van de RUD.
Na de drie besluitvormingsmomenten in de colleges over het operationele bedrijfsplan en de inrichtingsdocumenten wordt een persbericht verspreid voor de provinciale en regionale media. In september ontvangen de directies van de grotere (milieu)inrichtingen een brief met de gevolgen van de vorming van de RUD. Daarnaast worden specifieke branches gevraagd om in enkele proeftuinen actief mee te denken over de dienstverlening van de RUD.
De communicatiemomenten zijn hieronder in tabelvorm samengevat. Week
Datum (uiterlijk)
Continue
Continue
4
31-1-2012
4
31-1-2012
8
8
9
28-2-2012
28-2-2012
2-3-2012
Doelgroep
Middel
Doel/inhoud
Door
- Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Extern: colleges
Proeftuinen en werkgroepen [H]
Kerngroep
Projectwebsite [G]
Regulier werk, testopdrachten en ontwikkelopdrachten Kennisdeling
Bilateraal bestuurlijk overleg [A] E-mailnieuwsbrief [E]
Zicht op bestuurlijke overwegingen Informeren over inrichting
Bestuurlijk regievoerder Kerngroep
E-mailnieuwsbrief [E]
Informeren over inrichting
Kerngroep
1e ronde regionale bijeenkomsten (netwerkdagdeel) [D] Binnengemeentelijke bijeenkomst [C]
Kennismaking, teambuilding en kennisdeling Informeren en consulteren over operationele uitwerking bedrijfsplan. Operationeel bedrijfsplan en primaire inrichtingsdocumenten Raadsadvies operationeel bedrijfsplan en primaire inrichtingsdocumenten (onder voorbehoud van raadsbevoegdheid) Informeren over inrichting
Kerngroep
- Intern: directie, afdelingsmanagement medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement medewerkers
Kerngroep
en
en
en
en
13
30-3-2012
- Intern: colleges
Bestuursadvies [I]
13
30-3-2012
- Intern: raad en PS
Raadsadvies [J]
13
31-3-2012
E-mailnieuwsbrief [E]
14
6-4-2012
- Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: raad en PS
14
6-4-2012
- Extern: pers
Persbericht [K]
14
6-4-2012
- Extern: Atsma
Brief [F]
Binnengemeentelijke bijeenkomst [C]
Toelichting over operationeel bedrijfsplan en primaire inrichtingsdocumenten (onder voorbehoud van raadsbevoegdheid) Persbericht over proces, proeftuinen en inrichting RUD. Schriftelijk informeren over operationeel bedrijfsplan en proces.
Leden projectgroep
Stuurgroep
Colleges
Kerngroep
Colleges
Kerngroep
Provincie
83
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
16
20-4-2012
- Intern: raad en PS
Raadsinformatiebrief [J] Binnengemeentelijke bijeenkomst [C]
17
27-4-2012
- Intern: OR
Regionale bijeenkomst [D]
17
27-4-2012
Bilateraal ambtelijk overleg [B]
17
30-4-2012
18
4-5-2012
- Extern: straf- en bestuursrechtelijke partners - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers
22
31-5-2012
22
31-5-2012
2e ronde regionale bijeenkomsten (netwerkdagdeel) [D] E-mailnieuwsbrief [E]
22
1-6-2012
- Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: colleges
25
22-6-2012
- Extern: pers
Persbericht [K]
25
22-6-2012
- Intern: raad en PS
Raadsinformatiebrief [J]
26
29-6-2012
Bilateraal ambtelijk overleg [B]
26
30-6-2012
30
31-7-2012
35
31-8-2012
- Extern: straf- en bestuursrechtelijke partners - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers
35
31-8-2012
E-mailnieuwsbrief [E]
39
28-9-2012
- Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: colleges
39 39
30-9-2012 30-9-2012
Brief [F] E-mailnieuwsbrief [E]
39
30-9-2012
- Extern: bedrijfsleven - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Extern: colleges
39
30-9-2012
43
26-10-2012
- Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Extern: pers
43
26-10-2012
- Intern: raad en PS
44
31-10-2012
48
30-11-2012
52
31-12-2012
- Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers - Intern: directie, afdelingsmanagement en medewerkers
E-mailnieuwsbrief [E]
Binnengemeentelijke bijeenkomst [C]
Arena Consulting
Informeren over operationeel bedrijfsplan, primaire inrichtingsdocumenten en proces. Informeren over proces, inrichtingskeuzen en rol van OR voor leden OR. Informeren en consulteren over inrichting RUD. Informeren over inrichting
Colleges
Kerngroep
Kerngroep
Kerngroep
Informeren en consulteren over inrichtingskeuzen (1 van 2) Kennismaking, teambuilding en kennisdeling Informeren over inrichting
Leden projectgroep
Stuurgroep
E-mailnieuwsbrief [E]
Inrichtingskeuzen (1 van 2) Proces, proeftuinen en inrichting RUD. Informeren over inrichtingskeuzen (1 van 2), proces en tussenresultaten proeftuinen Informeren en consulteren over inrichting RUD. Informeren over inrichting
E-mailnieuwsbrief [E]
Informeren over inrichting
Kerngroep
Binnengemeentelijke bijeenkomst [C]
Informeren en consulteren over inrichtingskeuzen (2 van 2) Informeren over inrichting
Leden projectgroep
Inrichtingskeuzen (2 van 2) Gevolgen van RUD Informeren over inrichting
Stuurgroep
Zicht op bestuurlijke overwegingen Kennismaking, teambuilding en kennisdeling Proces, proeftuinen en inrichting RUD. Informeren over inrichtingskeuzen (2 van 2) en proces
Bestuurlijk regievoerder Kerngroep
Informeren over inrichting
Kerngroep
E-mailnieuwsbrief [E]
Informeren over inrichting
Kerngroep
E-mailnieuwsbrief [E]
Informeren over inrichting
Kerngroep
Bestuursadvies [I]
Bestuursadvies [I]
Bilateraal bestuurlijk overleg [A] 3e ronde regionale bijeenkomsten (netwerkdagdeel) [D] Persbericht [K] Raadsinformatiebrief [J] Binnengemeentelijke bijeenkomst [C] E-mailnieuwsbrief [E]
Kerngroep
Kerngroep
Kerngroep Colleges
Kerngroep
Kerngroep
Kerngroep
Kerngroep Kerngroep
Kerngroep Colleges
84
1 december 2011
Bijlage 7.
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Fasering proeftuinen
Fase I. Kennismaking en eerste oriëntatie In deze fase maken de betrokken medewerkers en managers kennis met de RUD in oprichting, kennis met elkaar en kennis met de werkwijzen van elkaar. Van de medewerkers en managers wordt daarbij een actieve bijdrage verwacht.
Voor de medewerkers milieu van de gemeenten, provincie en bestuursrechtelijke en strafrechtelijke partners worden in het eerste kwartaal twee bijeenkomsten georganiseerd. In de periode tussen deze bijeenkomsten werken de deelnemers in kleiner verband zelf gedefinieerde opdrachten uit. 1e Bijeenkomst (begin januari 2012) De eerste bijeenkomst heeft met name tot doel om:
de medewerkers te informeren over het proces dat doorlopen is, de keuzen / richting die in het bedrijfsplan op hoofdlijnen is gemaakt én het proces dat in 2012 doorlopen wordt.
de medewerkers te enthousiasmeren over de samenwerking.
de persoonlijke banden te versterken tussen medewerkers van verschillende organisaties die identieke of gerelateerde werkzaamheden verrichten.
de medewerkers actief te laten meedenken over de RUD-vorming.
De bijeenkomst bestaat uit de volgende onderdelen: 1. een (plenaire) interactieve presentatie en kennismaking met de deelnemers (gemeenten, provincie) en externe partijen (o.a. OM, politie, waterschap, rijksinspecties). 2. vakinhoudelijke verdieping en kennisuitwisseling binnen de reikwijdte van de basistaken. Daarbij wordt gefocust op de opgaven die vanuit het bedrijfsplan op hoofdlijnen het meest kritisch zijn, om medewerkers actief te laten meedenken over de vorm en richting van de RUD. 3. persoonlijke kennismaking in 3 x 5 minuten met 3-4 aanwezigen. 4. benoemen door ieder van de aanwezigen wat zij van elkaar kunnen leren. 5. uitwerking (in een format) door de aanwezigen van ‘opdrachten’ die vóór de 2e bijeenkomst gerealiseerd dienen te zijn. Daarbij kunnen medewerkers zich laten inspireren door de meest kritische opgaven uit het bedrijfsplan (zie onderdeel 2). 6. samenstellen van groepjes met medewerkers van verschillende organisaties voor de uitvoering van deze opdrachten. 7. evaluatie van de bijeenkomst met leerpunten voor vervolg.
85
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Uitwerking gedefinieerde opdrachten Na de 1e bijeenkomst werken de groepjes op eigen initiatief de opdrachten uit. Het streven is minimaal twee medewerkers van iedere gemeente en de provincie deel te laten nemen in een van de groepjes. Zij vullen na de uitwerking van de opdracht een format in, waaruit de ervaringen en het resultaat blijken. 2e Bijeenkomst (medio maart 2012) In de tweede bijeenkomst staan de ervaringen en resultaten van de groepjes centraal, alsmede de vervolgstap naar de proeftuinen. De 2e bijeenkomst heeft als doel:
de medewerkers te informeren over de nadere uitwerkingen van het bedrijfsplan, inrichtingsdocumenten (o.a. mandaatbesluit, dienstverleningsovereenkomst, werkplanning) en ervaringen en resultaten na de 1e bijeenkomst.
de persoonlijke banden te versterken tussen medewerkers van verschillende organisaties die identieke of gerelateerde werkzaamheden verrichten.
de proeftuinen voor het tweede, derde en vierde kwartaal te definiëren.
de medewerkers actief te laten deelnemen in de proeftuinen.
De bijeenkomst bestaat uit de volgende onderdelen: 1. een (plenaire) interactieve presentatie met de keuzen / richting tot medio maart (zoals verwoord in het bedrijfsplan en de inrichtingsdocumenten). 2. een terugkoppeling van de ervaringen en resultaten van de opdrachten na de 1e bijeenkomst. 3. gezamenlijk definiëren van de proeftuinen in termen van: o
Doel.
o
Referentieniveau / huidige omschrijving (‘ist’).
o
Vraagstellingen waarop proeftuinen antwoord moet geven (‘soll’). Onderscheid wordt gemaakt in reguliere werkopdrachten, ontwikkelopdrachten en testopdrachten.
o
Deelnemers.
o
Naam projectleider.
o
Stappen en mijlpalen.
o
Inzetraming en akkoordverklaring functioneel leidinggevende.
o
Risico’s en beheermaatregelen.
4. afspraken over de wijze waarop aansturing en coördinatie plaatsvindt bij de uitvoering van de proeftuinen in fase II.
Bij de definiëring en samenstelling van de proeftuinen hebben we bijzondere aandacht voor:
86
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
de huidige samenwerkingsverbanden tussen toezicht- en handhavingsorganisaties; specifieke proeftuinvragen worden bij deze samenwerkingsverbanden belegd.
de klanttevredenheid: uit een of meerdere proeftuinen dient duidelijk de meerwaarde voor het bedrijfsleven te blijken.
de betrokkenheid van het OM, waterschappen, Rijksinspecties en de RMT’s. Ook zij dienen in een of meerdere proeftuinen betrokken te zijn.
de regionale coördinatie en aansturing van de (kwaliteit van) taakuitvoering, door het coördinatiecentrum: bijzonder aandachtspunt voor de RUD. Hoe wordt regionale (operationele) coördinatie en aansturing ervaren als medewerkers in dienst blijven van hun huidige organisatie?
overige bovenlokale taken (o.a. ketentoezicht, milieucriminaliteit, informatieuitwisseling). Met name hier moet de meerwaarde van de samenwerking zichtbaar worden.
gebruik van elkaars faciliteiten: werken in de ‘woongemeente’ / deelstoelen.
het creëren van een eenheid (samenhang) in taakuitvoering.
werkzaamheden die momenteel (extern) worden uitbesteed; kan regionale samenwerking hier snelle ‘winst’ opleveren?
vernieuwende instrumenten om de taken efficiënter of meer klantgericht uit te voeren.
De kerngroep (bestaande uit de provinciale regisseur, ambtelijk projectleider, communicatie adviseur en externe adviseur) verzorgt een actieve communicatie naar de betrokken medewerkers en managers. Deze bestaat, conform het communicatieplan, onder meer uit een e-mailnieuwsbrief en projectwebsite. De (tussen)resultaten van de proeftuinen wordt in deze media gepubliceerd.
Daarnaast wordt in januari 2012 een ‘smoelenboek’ met medewerkers milieu van alle deelnemers samengesteld, zodat medewerkers eenvoudig elkaar en elkaars expertise kunnen vinden. Het overzicht met medewerkers op de SKP-website dient als basis.
Fase II. Verdieping Na het definiëren van ieder van de proeftuinen door de medewerkers in de 2e bijeenkomst, start de uitvoering van de proeftuinen. Daarbij doorloopt iedere proeftuin een eigen fasering (stappen en mijlpalen). De projectleider van iedere proeftuin is het eerste aanspreekpunt voor de realisatie.
De definities van de proeftuinen worden verwoord in een proeftuinprogramma. Het initiële proeftuinprogramma (voor de start op 1-4-2012) wordt met het bedrijfsplan vastgesteld (eind maart 2012). Dit programma bevat alle proeftuinen, hun doelen, hoofdstappen en
87
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
projectleiders. Het is een dynamisch programma; proeftuinen kunnen in het 2e en 3e kwartaal van 2012 verder worden aangevuld.
Één programmaleider proeftuinen wordt aangewezen. Zijn taken zijn:
Tussentijdse- en eindevaluatie met projectleiders.
Bewaken van proces en voortgang van iedere proeftuin individueel en de proeftuinen gezamenlijk (proeftuinprogramma).
Doorsluizen en bewaken van ‘output’ van proeftuinen voor inrichting van RUD.
Knelpunten signaleren bij de proeftuinen en deze beleggen bij een of meer gemeenten en/of provincie.
Het bewaken van de onderlinge samenhang tussen de proeftuinen.
Het bewaken van de samenhang tussen proeftuinen en inrichting RUD (kwartiermaker).
Evaluatie van het proeftuinprogramma eind 2012.
Eind mei wordt door de programmaleider een tussentijdse evaluatie van het proeftuinprogramma uitgewerkt. Daarbij wordt bekeken of en hoe het proeftuinprogramma wordt voortgezet, aangepast en/of verbreed. Eind november is de eindevaluatie. In de eindevaluatie wordt aandacht besteed aan de ervaringen met het samenwerken in de proeftuinen (waaronder het projectmatig werken) en de wijze waarop het projectmatig werken in de RUD een plek krijgt. Beide verslagen worden vastgesteld door de stuurgroep. Daarnaast vindt communicatie met bestuur plaats binnen de proeftuinen.
88
1 december 2011
Bijlage 8.
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
Basistakenpakket
89
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
90
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
91
1 december 2011
Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord
Arena Consulting
92