Organisatieplan op hoofdlijnen Visie en sturing in de Veiligheidsregio Zeeland
18 november 2010 Versie 1.0
Bestuurssamenvatting In opdracht van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland wordt de Veiligheidsregio Zeeland getransformeerd tot één integrale veiligheidsorganisatie. Het organisatieplan op hoofdlijnen beschrijft de kaders en uitgangspunten waarbinnen de Veiligheidsregio Zeeland ingericht wordt. In het plan is rekening gehouden met de wettelijke vereisten en de bestuurlijke kaders, zoals bepaald in de raadsbesluiten van de dertien gemeenten in 2009 en de bestuurlijke conferentie van 26 maart 2010. Het strategische kader van het organisatieplan bestaat uit de missie, visie, strategie en kernwaarden, gebaseerd op het bestaansrecht van de Veiligheidsregio Zeeland. Dit bestaansrecht is het leveren van een maatschappelijke bijdrage aan een veilige woon-, werken recreatieomgeving in Zeeland. Daarvoor wordt deskundigheid gebundeld, (specialistische) kennis gedeeld en intensieve samenwerking en afstemming met burgers, overheden en bedrijven gerealiseerd. Het toekomstperspectief van de Veiligheidsregio Zeeland bestaat uit het, samen met de (veiligheids)partners, voldoen aan de wettelijke verplichtingen en het optimaal benutten van vakmanschap en de gedrevenheid van medewerkers. De Veiligheidsregio Zeeland is voor en van haar opdrachtgevers, de 13 Zeeuwse gemeenten. Naast het voorzien in de wettelijke taken wil ze, conform de gemeentelijke systematiek, werken met beleidsprogramma’s en aansluiten op de lokale veiligheidsprogramma’s van de gemeenten. Dit vraagt om een Veiligheidsregio van nabij: een sterke koppeling met de gemeenten dient geborgd te worden. Op extern niveau richt de Veiligheidsregio Zeeland zich, zoals reeds genoemd, op samenwerking met haar opdrachtgevers en de overige (veiligheids)partners in Zeeland: de Veiligheidsregio gaat de dialoog aan met overheden, het bedrijfsleven en burgers. Intern wordt door de organisatie ingezet op vakmanschap, bundeling van gelijksoortige taken en integraal werken tussen medewerkers van verschillende organisatiedisciplines, zowel beroeps als vrijwillig. In het voorliggende organisatieplan zijn de vier organisatiebouwstenen voor de Veiligheidsregio Zeeland uitgewerkt: structuur, cultuur, mensen en middelen. De hierbij gehanteerde uitgangspunten geven de kaders en richting aan waarbinnen de nieuwe organisatie verder wordt vormgegeven. Hoofdpunten zijn: • het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland stelt de beleidsdoelen vast en bepaalt de middelen die daarvoor ingezet worden; • de ambtelijke organisatie van de Veiligheidsregio Zeeland is verantwoordelijk voor de uitvoering van bestuurlijk vastgesteld beleid; • gewerkt wordt met een directiemodel: centrale aansturing en gedecentraliseerd werken vanuit het principe integraal management; • gewerkt wordt met een toezicht- en verantwoordingssystematiek die aansluit op de werkwijze van de gemeenten; • ingezet wordt op gedegen management voor financiën, personeel, informatie, facilitaire zaken, ICT en communicatie; • de Veiligheidsregio Zeeland wil medewerkers binden en boeien; • de leiderschapsstijl van managers wordt gekenmerkt door situationeel leiderschap; • medewerkers geven primair zelf, vanuit hun specialisme, vorm en inhoud aan hun werk; • medewerkers zijn representant en ambassadeur van de organisatie; • zowel extern als intern kent de Veiligheidsregio Zeeland korte lijnen: kennis en expertise wordt gedeeld; • deskundigheid van andere organisaties wordt erkend en benut.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
2 van 22
Inhoudsopgave
Bestuurssamenvatting ............................................................................................................ 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................ 3 Hoofdstuk 1 Inleiding .......................................................................................................... 4 1.1 Inleiding ............................................................................................................................... 4 1.2 Wettelijke kaders ................................................................................................................. 4 1.3 Bestuurlijke kaders .............................................................................................................. 5 Hoofdstuk 2 Strategisch kader .......................................................................................... 6 2.1 Missie................................................................................................................................... 6 2.2 Visie ..................................................................................................................................... 6 2.3 Kernwaarden ....................................................................................................................... 7 2.4 Strategie .............................................................................................................................. 7 2.4.1 Relatie met de gemeenten en andere (veiligheids)partners ...................................... 8 Hoofdstuk 3 Bouwstenen van de organisatie................................................................... 9 3.1 Structuur .............................................................................................................................. 9 3.1.1 Uitgangspunten .......................................................................................................... 9 3.1.2 Sturingsconcept ......................................................................................................... 9 3.1.3 Organogram op hoofdlijnen ..................................................................................... 10 3.2 Cultuur ............................................................................................................................... 11 3.3 Mensen .............................................................................................................................. 13 3.4 Middelen ............................................................................................................................ 13 3.4.1 Besturingscyclus ...................................................................................................... 13 Hoofdstuk 4 Vervolg.......................................................................................................... 15 4.1 Vervolg............................................................................................................................... 15 Bijlagen ................................................................................................................................... 16 Bijlage 1 Wettelijke taken ........................................................................................................ 17 Bijlage 2 Bestuurlijke kaders ................................................................................................... 19
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
3 van 22
Hoofdstuk 1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding van de totstandkoming van het voorliggende organisatieplan op hoofdlijnen, het doel van het plan alsmede de kaders, randvoorwaarden en uitgangspunten waarbinnen het plan is opgesteld.
1.1 Inleiding De Veiligheidsregio Zeeland is de organisatie voor fysieke veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing in Zeeland. De Veiligheidsregio Zeeland omvat de volgende disciplines: • Brandweerzorg; • Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR); en • Gezamenlijke Meldkamer Zeeland (GMZ). De basis voor het bestaan van de Veiligheidsregio Zeeland wordt gevormd door de Wet veiligheidsregio’s, waarin ondermeer prestatievereisten voor de organisatie zijn opgenomen. In opdracht van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland wordt de organisatie getransformeerd tot één integrale veiligheidsorganisatie in Zeeland, inclusief de geregionaliseerde brandweerzorg. De aanleiding voor deze opdracht vloeit voort uit de bestuurlijke conferentie van 26 maart 2010. Het voorliggende organisatieplan op hoofdlijnen geeft invulling aan deze opdracht en beschrijft de kaders waarbinnen de integrale veiligheidsorganisatie, die een bijdrage levert aan een meer efficiënte en effectieve rampenbestrijding en crisisbeheersing in Zeeland, ingericht wordt. Het organisatieplan op hoofdlijnen is geen stappenplan om tot de nieuwe organisatie te komen; het zegt niets over de functies en plaatsing van medewerkers. Dit wordt in een separaat plan uitgewerkt. In de volgende hoofdstukken worden het strategische kader van de integrale veiligheidsorganisatie (missie, visie, strategie en kernwaarden) alsmede de organieke structuur en het besturings- en managementconcept beschreven. Dit op basis van de vastgestelde grofstructuur1, de wettelijke taken en de bestuurlijke kaders. In de volgende paragrafen worden de wettelijke en bestuurlijke uitgangspunten/randvoorwaarden verwoord.
1.2 Wettelijke kaders De wettelijke context voor de Veiligheidsregio Zeeland wordt gevormd door ondermeer de Wet veiligheidsregio’s (Wvr), de Wet publieke gezondheid (Wpg) en de Wet ambulancezorg (Waz). In de Wvr zijn ondermeer opgenomen: de bestuurlijke inbedding en de basisvereisten voor de veiligheidsregio alsmede de taken en de minimumeisen voor personeel en materieel. Aanvullende prestatie- en kwaliteitseisen worden gesteld door Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB)2. Het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland bepaalt hoe uitvoering wordt gegeven aan de wettelijke eisen. Het uitgangspunt is te voldoen aan het minimaal vereiste niveau. In bijlage 1 worden de wettelijke kaders beschreven die primair van belang zijn voor het voorliggende organisatieplan.
1
2
De ‘nadere uitwerking grofstructuur integrale veiligheidsorganisatie VRZ’ is vastgesteld op 23 juni 2010 door het AB-VRZ Te weten: Besluit veiligheidsregio’s en Besluit Personeel veiligheidsregio’s met bijbehorende regeling
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
4 van 22
1.3 Bestuurlijke kaders Naast wettelijke eisen worden ook bestuurlijke kaders gesteld aan de Veiligheidsregio Zeeland. Deze worden gevormd door de: • raadsbesluiten, gesteld in december 2009 door de gemeenteraden van Zeeland; en • kaders vanuit de bestuurlijke conferentie op 26 maart 2010. In de raadsbesluiten hebben de gemeenten ingestemd met de overgang van het beheer en de organisatie van brandweerzorg, de overgang van de brandweervrijwilligers en de vorming van één brandweer onder de Veiligheidsregio Zeeland. De gemeenteraden hebben daarbij voorwaarden gesteld op met name het financiële en personele vlak. De bestuurlijke kaders, zoals die gesteld zijn tijdens de conferentie op 26 maart 2010, zijn onder te verdelen in verschillende categorieën: inrichtingsprincipes, sturingsprincipes, personeel, kwaliteit en financiën. In bijlage 2 worden alle bestuurlijke kaders in een tabel weergegeven. Bij elk kader wordt aangegeven hoe deze geborgd wordt in het voorliggende organisatieplan op hoofdlijnen.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
5 van 22
Hoofdstuk 2 Strategisch kader In dit hoofdstuk worden de visie, missie, kernwaarden en strategie voor de integrale veiligheidsorganisatie Veiligheidsregio Zeeland beschreven. Daarnaast wordt de relatie met de gemeenten en andere (veiligheids)partners belicht.
2.1 Missie De missie vormt het bestaansrecht van de Veiligheidsregio Zeeland en geeft de bijdrage weer aan de samenleving. Uit de missie blijkt wat de organisatie belangrijk vindt en waar zij voor staat, nu en in de toekomst. De Veiligheidsregio Zeeland levert een maatschappelijke bijdrage aan een veilige woon-, werk- en recreatieomgeving, op het gebied van brandbestrijding en (medische) hulpverlening. Dat is wat de burger van de Veiligheidsregio mag verwachten en waar ze voor staat, 24 uur per dag, 7 dagen per week. De Veiligheidsregio Zeeland is de centrale schakel als het gaat om fysieke veiligheid in Zeeland. Zij draagt zorg voor een veilige (leef)omgeving door het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, ongevallen, rampen en crises. Het bundelen van deskundigheid, het delen van (specialistische) kennis en intensieve samenwerking en afstemming met burgers, overheden en bedrijven, zorgt ervoor dat de inzet van de medewerkers van de Veiligheidsregio Zeeland professioneel, duurzaam en daadkrachtig is op elk moment dat het nodig is. De missie van de Veiligheidsregio Zeeland is als volgt samen te vatten:
“Samen voorkomen, beperken en bestrijden voor een veilig Zeeland!”
2.2 Visie De visie geeft weer hoe de Veiligheidsregio zich ziet in de wereld van morgen, waar wil de organisatie met haar medewerkers naartoe en waarmee motiveert zij haar medewerkers? De visie is een hulpmiddel om strategische besluiten te maken en keuzes te toetsen. De Veiligheidsregio Zeeland voldoet aan haar wettelijke verplichtingen en komt haar afspraken na. Ze benut het vakmanschap en de gedrevenheid van haar medewerkers en maakt gebruik van nieuwe technieken en middelen. Uitblinken doet de Veiligheidsregio Zeeland in het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, ongevallen, rampen en crises. In dialoog met haar (veiligheids)partners bepaalt de Veiligheidsregio het na te streven veiligheidsniveau. Zij richt zich daarbij in het bijzonder op risico’s die specifiek voor Zeeland gelden, zoals incidenten op de Westerschelde of ongevallen in de kerncentrale3. De Veiligheidsregio Zeeland staat open om te leren, met als doel zichzelf te verbeteren. Geleerd wordt van het eigen optreden tijdens incidenten. Nieuwe (internationale) ontwikkelingen op het vakgebied worden op de voet gevolgd en daar waar mogelijk overgenomen. Ook vindt intensieve samenwerking en kennisdeling met andere (veiligheids)partners en burgers plaats. De Veiligheidsregio Zeeland neemt initiatieven om onderlinge samenwerking te stimuleren en partners te (ver)binden. De visie van de Veiligheidsregio Zeeland voor de komende jaren is als volgt samen te vatten:
“In dialoog met onze partners en de Zeeuwse burgers, op basis van vakmanschap en professionaliteit, zorgdragen voor een optimaal niveau van veiligheid.” 3
Deze risico’s komen terug in het nog vast te stellen risicoprofiel van Zeeland
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
6 van 22
2.3 Kernwaarden De kernwaarden zijn een weerspiegeling van de ambities die vastgelegd zijn in de missie en visie van de Veiligheidsregio Zeeland. De waarden fungeren als een kompas. Ze leiden medewerkers in de dagelijkse bezigheden en zorgen ervoor dat ze de houding niet vergeten, die ze ten opzichte van het werk, (veiligheids)partners, overheden, burgers en collega’s moeten innemen. •
Behulpzaam We stellen ons behulpzaam op. We zijn open en gemakkelijk benaderbaar voor allerlei hulpvragen. We geven gevraagd en ongevraagd advies vanuit onze verantwoordelijkheid voor de maatschappij. We nemen de verantwoordelijkheid om te helpen, maar zijn ook eerlijk in de verantwoordelijkheid die burgers zelf hebben voor hun eigen veiligheid.
•
Daadkrachtig We hebben passie voor ons vak, we doen wat we zeggen en wel direct. We zijn een sterk team dat van aanpakken weet, niet alleen wanneer er gevaar dreigt of is, maar juist ook om dit te voorkomen.
•
Deskundig We verstaan ons vak bij noodhulptaken maar ook bij taken om noodhulp te voorkomen en te beperken. We weten op basis van ervaring waar onze omgeving mee te maken heeft en bieden op basis daarvan voortdurend betere hulp, helder advies en oplossingen.
•
Duurzaam We gaan bewust om met geld en hebben respect voor mens en milieu. We zijn betrouwbaar en integer en bouwen zo duurzame en persoonlijke relaties op waarbij we gaan voor structurele oplossingen.
•
Verbindend We zijn de centrale schakel voor fysieke veiligheid in Zeeland. We kijken van buiten naar binnen, werken samen met partners en stimuleren onderlinge samenwerking en kennisdeling. We bouwen bruggen tussen medewerkers en organisaties.
•
Innovatief We zijn up to date en maken gebruik van nieuwe technieken en middelen. We houden ontwikkelingen in ons vakgebied bij en leren daarvan.
2.4 Strategie Extern Om de ambities voor de komende jaren te realiseren zet de organisatie in op het versterken van de banden met de (veiligheids)partners en het samen met hen betrekken van de burger bij het creëren van een veilig(er) Zeeland. Sturing op en verantwoording door de organisatie aan haar opdrachtgevers, de 13 Zeeuwse gemeenten, vindt plaats aan de hand van bestuurlijk vastgestelde beleidsprogramma’s en de daarin geformuleerde doelstellingen. Intern Intern wordt de focus gelegd op vakmanschap, het bundelen van gelijksoortige taken4 en het integraal werken tussen medewerkers van de verschillende organisatiedisciplines, zoals brandweer en GHOR. Samenwerking staat hoog in het vaandel. Tegelijkertijd blijft de herkenbaarheid van de organisatiedisciplines geborgd. 4
Te weten risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
7 van 22
2.4.1 Relatie met de gemeenten en andere (veiligheids)partners Omdat de Veiligheidsregio een overkoepelend samenwerkingsverband is op het gebied van rampenbestrijding, crisisbeheersing en fysieke veiligheid in de provincie Zeeland, wordt het onderwerp ‘samenwerking’ extra belicht. In de Veiligheidsregio Zeeland werken verschillende partijen samen, om zorg te dragen voor een optimaal niveau van veiligheid voor de burger. Samenwerking vindt plaats door de dialoog aan te gaan. Dit betekent met elkaar in gesprek gaan en investeren in duurzame relaties. Gezamenlijk wordt gekomen tot een gedragen aanpak of standpunt. Dit geldt zowel voor de interne partijen binnen de Veiligheidsregio als voor de externe (veiligheids)partners. De samenwerking heeft als doel een efficiëntere en effectievere aanpak van rampen en crisis en de voorbereiding daarop, en staat sterk in het teken van kennisdeling. Dit betekent in de praktijk bijvoorbeeld het houden van gezamenlijke oefeningen en het gezamenlijk opstellen van (operationele) plannen. De Veiligheidsregio Zeeland is van en voor de gemeenten. Het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland bestaat uit de burgemeesters van de Zeeuwse gemeenten, die participeren in een Gemeenschappelijke Regeling. De gemeenten van Zeeland hebben dan ook, vergeleken met de andere partners, een unieke positie. Van belang is dat de Veiligheidsregio Zeeland de gemaakte besturingsafspraken tussen haar als ambtelijke organisatie en het bestuur nakomt op een zo doelmatig en doeltreffend mogelijke wijze. Voor de gemeenten is het van belang dat de Veiligheidsregio Zeeland een organisatie van nabij is. Een sterke koppeling tussen de Veiligheidsregio Zeeland en de gemeenten dient geborgd te worden, op alle organisatieniveaus.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
8 van 22
Hoofdstuk 3 Bouwstenen van de organisatie Dit hoofdstuk beschrijft het besturings- en managementconcept van de Veiligheidsregio Zeeland aan de hand van vier aandachtsgebieden: structuur, cultuur, mensen, middelen.
3.1 Structuur Het aandachtsgebied structuur gaat over de organisatie- en de processtructuur. In essentie gaat het om de vraag hoe de activiteiten van de Veiligheidsregio Zeeland georganiseerd zijn en welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden de medewerkers hebben. 3.1.1 Uitgangspunten Uitgangspunten voor de organisatiestructuur vormen de bestuurlijk vastgestelde grofstructuur van de integrale veiligheidsorganisatie Veiligheidsregio Zeeland alsmede de bestuurlijk 5 gestelde kaders . Dit betekent dat de Veiligheidsregio Zeeland: • uitgaat van het directiemodel: een compacte ambtelijke directie met daaronder managers op tactisch niveau en leidinggevenden op operationeel niveau. De Veiligheidsregio Zeeland wordt gekenmerkt door centrale aansturing en gedecentraliseerd werken in een integrale veiligheidsorganisatie voor en met de gemeenten. De organisatie wordt zo ingericht dat zij op tussentijdse ontwikkelingen flexibel kan reageren. Alle 13 gemeenten worden op gelijke wijze benaderd. • vijf taakonderdelen kent: incidentbestrijding, operationele voorbereiding, risicobeheersing, meldkamer en bedrijfsvoering. De meldkamer kent gezamenlijke aansturing met de Politie Zeeland. Bedrijfsvoering is ondersteunend aan de primaire processen en wordt gepositioneerd in de staf. Uitvoering van taken door de organisatie vindt plaats op locaties die invulling geven aan de wettelijke eisen ten aanzien van dekking en opschaling. • de deskundigheid erkent van specialismen van andere organisaties. Wat een andere organisatie beter kan wordt door een andere uitgevoerd, mits dit niet conflicteert met de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio Zeeland voor het in stand houden van de operationele hoofdstructuur. 3.1.2 Sturingsconcept De Veiligheidsregio Zeeland wordt, zoals de Wet op de veiligheidsregio’s stelt, als een vorm van verlengd lokaal bestuur vormgegeven binnen een Gemeenschappelijke Regeling. De organisatie wordt bestuurd door een Algemeen en Dagelijks Bestuur en gestuurd door een directie die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken. In deze paragraaf wordt gedefinieerd op welke wijze de organisatie wordt aangestuurd, hoe de ambtelijke organisatie dit ondersteunt en welke rolverdeling van toepassing is. Uitgaande van de voorgaande hoofdstukken en in aansluiting op de gemeentelijke besturingsstructuur, zijn drie bestuurslagen te onderscheiden: Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de ambtelijke organisatie Veiligheidsregio Zeeland. De rolverdeling is als volgt: Externe sturing (bestuur) • Het Algemeen Bestuur stelt, zowel financieel als beleidsmatig, de organisatiedoelen en -kaders vast en controleert de uitvoering ervan. • Het Dagelijks Bestuur bestuurt de organisatie, zodat de organisatiedoelstellingen binnen de gegeven kaders worden uitgevoerd. • De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het bestuurlijk vastgestelde beleid ligt bij de ambtelijke organisatie van de Veiligheidsregio Zeeland. Zij ondersteunt het bestuur vanuit deskundigheid en professioneel en onafhankelijk advies. De ambtelijke organisatie voert het vastgestelde beleid uit op de meest efficiënte en effectieve wijze. 5
De ‘nadere uitwerking grofstructuur integrale veiligheidsorganisatie VRZ’ is vastgesteld op 23 juni 2010 door het AB-VRZ. De bestuurlijke kaders worden weergegeven in bijlage 2.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
9 van 22
Bij bestuurlijk of financieel gevoelige aspecten, vindt terugkoppeling naar het bestuur plaats. Zij blijft eindverantwoordelijk, ook voor de uitvoering. Interne sturing (ambtelijke organisatie) • De directie en het managementteam van de Veiligheidsregio Zeeland richten zich op de hoofdlijnen van de advisering over het strategische beleid. De organisatieontwikkeling, de samenwerking en integraliteit staan hierbij hoog in het vaandel. • heeft managers in dienst die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het integraal functioneren van de organisatie en individueel verantwoordelijk voor het eigen onderdeel (afdeling), programma of project binnen de integrale organisatie. De aan de managers toegekende bevoegdheden zijn dusdanig ruim, dat ze samen met hun medewerkers alle beslissingen kunnen nemen om hun eigen eenheid resultaatgericht, slagvaardig, klantgericht en efficiënt te leiden. Kortom: managers gaan over de output, de borging van deze output en alle benodigde/toegewezen middelen. 3.1.3 Organogram op hoofdlijnen Het organogram op hoofdlijnen volgt uit de (wettelijke en bestuurlijke) uitgangspunten en het sturingsconcept, zoals beschreven in de voorgaande paragrafen. Dit betekent in hoofdzaak dat de samenhang tussen warme en koude taken als richting voor de organisatie geldt. Tevens dient rekening gehouden te worden met de geografische indeling van Zeeland om zo te komen tot een effectief en efficiënt organisatiemodel waarin eenheden helder en functioneel zijn toebedeeld met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Kortom: de Veiligheidsregio Zeeland sluit aan op de schaal van Zeeland en is herkenbaar voor burgers, bestuur en medewerkers. De Veiligheidsregio Zeeland kent een platte organisatiestructuur met drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Het tactische niveau betreft voornamelijk de beleidsvoorbereiding. Het operationele niveau betreft de uitvoering en geeft de herkenbaarheid van de organisatiedisciplines (brandweer/GHOR) aan. De Veiligheidsregio Zeeland bestaat uit drie sectoren die het primaire proces van de organisatie omvatten: 6 risicobeheersing, operationele voorbereiding, incidentbestrijding . Daarnaast is de meldkamer, een ondersteunend stafonderdeel bedrijfsvoering en een op zichzelf staande controlfunctie te onderscheiden. Een grove beschrijving van deze onderdelen wordt hieronder gegeven. Deze paragraaf mondt uit in het organogram zoals weergegeven op de pagina 12. Risicobeheersing De sector risicobeheersing betreft een bundeling van taken op het gebied van proactie en preventie. Risicobeheersing zorgt er voor dat de noodzaak tot incidentbestrijding wordt geminimaliseerd. Een belangrijk onderdeel dat een steeds grotere rol krijgt, is het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers. Operationele voorbereiding De sector operationele voorbereiding is voorwaardenscheppend voor incidentbestrijding: operationele voorbereiding maakt incidentenbestrijding mogelijk. Operationele voorbereiding omvat de taken die behoren tot het voorbereiden op incidenten en het verbeteren van de organisatie: preparatie en nazorg. Incidentbestrijding De sector incidentbestrijding, ofwel repressie, vormt de kern van het werk van de Veiligheidsregio Zeeland en bevat de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en rampen- en crisisbestrijding. 6
Dit zijn de multidisciplinair gebundelde (wettelijke) taken uit de veiligheidsketen conform de vastgestelde
grofstructuur (AB-VRZ, 23 juni 2010). Het warme en koude deel van de organisatie zijn hierin nauw met elkaar verweven.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
10 van 22
Bedrijfsvoering De sectoren risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding stellen vanuit de primaire taken, eisen aan de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering ondersteunt en verbindt het primaire deel van de organisatie. Control Het taakonderdeel controlling ondersteunt het bestuur, de directie en het management bij het besturen en beheersen van de organisatie. De controlfunctie wordt apart benoemd en gepositioneerd in de Veiligheidsregio Zeeland, omdat een onafhankelijke plaats van controlling in de organisatie het mogelijk maakt objectieve taakvervulling uit te oefenen en kwaliteitszorg te borgen conform het INK-managementmodel. Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland De Gezamenlijke Meldkamer Zeeland (GMZ) is ondermeer verantwoordelijk voor de alarmering van de hulpdiensten. De meldkamer neemt in de organisatie een aparte positie in door de gezamenlijke aansturing en verantwoordelijkheden van de Veiligheidsregio Zeeland en de Politie Zeeland.
3.2 Cultuur Het aandachtsgebied cultuur gaat over de vraag hoe mensen met elkaar omgaan. Het betreft hier de zachte of informele kant van de omgangsvormen. In essentie gaat het om de basiswaarden van de organisatie. De Veiligheidsregio Zeeland: • werkt vanuit een heldere organisatiefilosofie gericht op de wijze van sturing van de organisatie door leidinggevenden. Het binnen de overheid en bedrijfsleven bekende begrip ‘good governance’ ligt daarvan in het verlengde. Hiermee wordt bedoeld het waarborgen van de onderlinge samenhang tussen sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht. Niet als doel op zich, maar met het oog op het bereiken van de organisatiedoelstellingen op een efficiënte en effectieve wijze en het op open wijze communiceren met en verantwoording afleggen aan belanghebbenden. • werkt onder de verantwoordelijkheid van het bestuur. Bestuur en ambtenaren werken vanuit een houding van wederzijds respect. De ambtelijke organisatie accepteert en respecteert de sturende en beslissende rol van het bestuur en zorgt ervoor dat het bestuur zich als zodanig kan manifesteren. Het bestuur accepteert en respecteert de ambtelijke professionaliteit en onafhankelijke adviesrol en geeft hen ruimte. • heeft medewerkers in dienst die vakbekwaam, zelfstandig en gedreven zijn. Het zijn professionals, die vanuit hun eigen specialisme primair zelf vorm en inhoud geven aan hun werk en daarvoor verantwoordelijkheid dragen. De leiderschapsstijl van managers sluit hierbij aan en wordt gekenmerkt door situationeel leiderschap door de gehele organisatie heen. Medewerkers en actoren in de samenleving worden zodanig gemotiveerd, dat zij optimaal willen bijdragen aan de resultaten van de organisatie. De leiderschapstijl wordt uitgewerkt in competentieprofielen voor het management en de directie. • heeft managers en medewerkers in dienst die actief afstemming met elkaar zoeken en elkaar aanspreken op het nakomen van (management)afspraken. • heeft medewerkers in dienst die te herkennen zijn aan de in paragraaf 2.3 genoemde kernwaarden: behulpzaam, deskundig, daadkrachtig, duurzaam, verbindend en innovatief. De Veiligheidsregio Zeeland stimuleert en koestert deze eigenschappen en benut ze om haar organisatiedoeleinden te bereiken. • geeft ruimte aan de lokale verankering van parttime professionals (vrijwilligers) en het behoud van gemeenschapszin op de werk- en uitruklocaties. • kent zowel in- als extern korte lijnen en expertise en ervaringen worden gedeeld.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
11 van 22
Veiligheidsregio Zeeland op hoofdlijnen
Bestuur VRZ
Regionaal College
Directie VRZ
Korpschef Politie
Bedrijfsvoering GMZ Control
Risicobeheersing
Incidentbestrijding
Beleidsprogramma 1
Beleidsprogramma 2
Beleidsprogramma 3
Beleidsprogramma x
Beleidsprogramma x
Werk- en uitruklocaties
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
12 van 22
Operationele voorbereiding
3.3 Mensen Het aandachtsgebied mensen gaat in hoofdzaak over het managen van de competenties (kennis- en vaardigheden). Binnen de Veiligheidsregio Zeeland wordt daarbij gebruik gemaakt van twee invalshoeken: de ontwikkeling en borging van kennis- en vaardigheden van de organisatie en de persoonlijke (loopbaan)ontwikkeling van de medewerker zelf. De Veiligheidsregio Zeeland: • profileert zich als een aantrekkelijke werkgever voor (potentiële nieuwe) medewerkers en wil haar medewerkers boeien en binden. • hanteert modern HRM-beleid, waarbij sprake is van een wederkerigheid: wat verwacht de organisatie van de medewerker en wat mag de medewerker verwachten van de organisatie? Daarbij past zij personeelsinstrumenten toe als functiewaardering, gesprekscyclus, beloningsbeleid, opleidingsbeleid, loopbaanontwikkeling etc. • heeft professionals in dienst die vele contacten hebben met gemeenten, provincie en collega-maatschappelijke organisaties in het Zeeuwse en daarbuiten. Nauwe aansluiting op gemeenten is een uitgangspunt en lokale contacten worden onderhouden. Medewerkers zijn allemaal representant van en ambassadeur van de fysieke veiligheidszorg in Zeeland. • faciliteert en koestert de vrijwilligers die zij in dienst heeft. • brengt tijdens de vertaling van het voorliggende ‘organisatieplan op hoofdlijnen’ helder in kaart welke kennis en expertise benodigd is om de organisatiestrategie te kunnen realiseren en beschrijft deze in een functieboek.
3.4 Middelen Het aandachtsgebied middelen gaat over een breed scala van onderwerpen, zoals: besturingscyclus, financieel management, informatiemanagement, facilitair management en communicatiemanagement. In het middelpunt van deze paragraaf staat de besturingscyclus (incl. financieel management en informatiemanagement). Ook komen de facilitaire zaken kort aan bod. De Veiligheidsregio zet ondermeer in op: • service gericht en efficiënt facilitair management; • gezamenlijk inkoopbeleid waarbij gestreefd wordt naar standaardisatie; • goed bereikbaarheidssysteem van alle werklocaties inclusief een gedegen post- en documentatiesysteem; • up to date ICT; en • intern en extern communicatiebeleid, gericht op transparantie in handelen. 3.4.1 Besturingscyclus Conform de Wet veiligheidsregio’s stelt het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland elke vier jaar een beleidsplan vast, gebaseerd op het regionaal vastgestelde risicoprofiel en het gemeentelijke veiligheidsbeleid. Het beleidsplan is integraal voor Zeeland van toepassing en vormt een strategisch en multidisciplinair beleidskader dat de bestuurlijke verantwoordelijkheden en ambities vertaalt naar een basisniveau van benodigde operationele voorbereiding en hulpverleningscapaciteit. Met de hulpverleningscapaciteit wordt de crisis- en rampenbestrijdingsorganisatie ingevuld. Deze capaciteit wordt separaat vastgelegd in het vast te stellen crisisplan, als wettelijke planvorm. Het beleidsplan geeft richting aan de inspanningen van de samenwerkende gemeenten en partners in en van de Veiligheidsregio. Het maakt, ook naar de samenleving toe, inzichtelijk hoe de regio omgaat met fysieke risico’s, hoe zij zich op deze risico’s voorbereidt en hoe zij de samenwerking met partners in de samenleving gestalte geeft.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
13 van 22
Het beleidsplan wordt uitgewerkt in meerdere beleidsprogramma’s. Hierin worden de globale 1. Risicoprofiel 2. Beleidsplan doelstellingen uit het beleidsplan geconcretiseerd en uitgewerkt in doelstellingen per jaar. Deze programma’s bevatten bestuurlijk vast te stellen beleidsthema’s, die voor de veiligheid van de Zeeuwse burger van belang zijn. Een meerjarenraming maakt deel uit van het beleidsprogramma’s. Het vierjarige beleidsplan inclusief de beleidsprogramma’s wordt, voordat dit door het 3. Crisisplan bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland wordt vastgesteld, voorgelegd aan de gemeenteraden zodat zij hun wensen kenbaar kunnen maken. Daar waar gemeenteraden het in belang van hun burgers noodzakelijk vinden om een hoger veiligheidsniveau te realiseren, dan hetgeen het beleidsplan aangeeft, zullen in een dienstverleningsovereenkomst nadere afspraken tussen het bestuur van de Veiligheidsregio en het college van burgemeesters en wethouders worden vastgelegd. De Veiligheidsregio Zeeland kiest, in navolging van de gemeentelijke cyclus, er voor om in de sturing- en verantwoording systematiek te werken met programmabegrotingen. Per jaar worden de jaarschijven uit de beleidsprogramma’s uitgewerkt in een programmabegroting. Hierin wordt aangegeven welke doelstellingen van de beleidsprogramma’s in het desbetreffende jaar gerealiseerd worden en wat ze kosten. Er wordt antwoord gegeven op de 3 W-vragen (wat willen bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat hebben we daarvoor over). De Veiligheidsregio Zeeland is outcome-gericht. Het kwalitatieve resultaat binnen de beleidsprogramma’s telt zwaarder dan het kwantitatieve resultaat. De organisatie werkt met een informatiesysteem waarmee enerzijds de financiële kant van de budgettoekenning (inputzijde) inzichtelijk wordt gemaakt en anderzijds de verrichtte prestaties en effecten in de samenleving (wat is met de toegekende budgetten gedaan – de output/outcome-zijde). Dergelijke gegevens vinden hun weerslag in managementrapportages ten behoeve van de directie. Deze rapportages vormen in gecomprimeerde vorm de basis voor de periodieke rapportages van de directie aan het bestuur. De voortgang van de beleidsprogramma’s wordt door middel van een bestuursrapportage verantwoord. Het jaar wordt afgesloten met een jaarverslag en de jaarrekening. Hiermee wordt een zo maximaal mogelijke transparantie op basis van het beleidsprogramma gerealiseerd. Om tijdig de hierboven beschreven producten te kunnen opleveren wordt er binnen de Veiligheidsregio een planning & controlcyclus ingericht. Deze cyclus is er opgericht om de interne sturing op de voortgang te waarborgen en de afgesproken documenten op te leveren. De coördinatie voor de uitvoering van de planning & controlcyclus ligt bij de sector bedrijfsvoering. Het toezien op de kwaliteit van de stukken, het proces en de inhoud is de verantwoordelijkheid van de controller.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
14 van 22
Hoofdstuk 4 Vervolg Dit hoofdstuk beschrijft het vervolg van het ‘organisatieplan op hoofdlijnen’.
4.1 Vervolg In de voorgaande hoofdstukken zijn het strategische kader van de integrale veiligheidsorganisatie (missie, visie, strategie en kernwaarden) alsmede de organieke structuur en het besturings- en managementconcept beschreven. Dit op basis van de 7 vastgestelde grofstructuur , de wettelijke taken en de bestuurlijke kaders. Voor een compleet samenvattend beeld van het ‘organisatieplan op hoofdlijnen’ wordt verwezen naar de bestuurssamenvatting op pagina 2. Het ‘organisatieplan op hoofdlijnen’ wordt vertaald naar een ‘organisatieplan met fijnstructuur’. Onderdelen van de fijnstructuur zijn een inrichtingsplan, formatieplan en huisvestingsplan. In de fijnstructuur wordt bijvoorbeeld beschreven welke taken en functies aan de afdelingen worden toegekend en welke overlegvormen bestaan in de organisatie. De totstandkoming van de fijnstructuur vindt projectmatig plaats, uitgaande van de wettelijke en bestuurlijke kaders alsmede het principe dat het ‘organisatieplan op hoofdlijnen’ leidend is. Het vervolgplan met daarin opgenomen de fijnstructuur gaat gepaard met een implementatievoorstel.
7
De ‘nadere uitwerking grofstructuur integrale veiligheidsorganisatie VRZ’ is vastgesteld op 23 juni 2010 door het AB-VRZ
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
15 van 22
Bijlagen Bijlage 1: Wettelijke taken Bijlage 2: Bestuurlijke kaders
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
16 van 22
Bijlage 1
Wettelijke taken
De wettelijke hoofdtaken van de veiligheidregio’s zijn conform de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) als volgt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de Wvr zelf. Het bestuur van de veiligheidsregio bevordert een multidisciplinaire aanpak en draagt zorg voor (art. 10): a. inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises; b. adviseren van bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; c. adviseren van het college van burgemeesters en wethouders over haar taken; d. voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; e. instellen en in stand houden van een brandweerorganisatie; f. instellen en in stand houden van een GHOR; g. voorzien in een meldkamerfunctie; h. aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; i. inrichten en in stand houden van informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f en g genoemde taken. Brandweerorganisatie De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer voert in ieder geval de volgende taken uit (art. 25): a. voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; c. waarschuwen van de bevolking; d. verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; e. adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Eisen aan de brandweerorganisatie over ondermeer slagkracht, functies, kwaliteit en opleiding zijn geregeld bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). GHOR De GHOR regelt de taken van de GHOR. De directeur GHOR is belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening. In de Wvr wordt de GHOR en haar taken als volgt geformuleerd (art. 32 en 33): a. Instellingen als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen, zorgaanbieders als bedoeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, ambulancevervoerders en gezondheidsdiensten in die regio, die een taak hebben binnen de geneeskundige hulpverlening, treffen de nodige maatregelen met het oog op hun taak en de voorbereiding daarop. b. Het bestuur van de veiligheidsregio en de in die regio werkzame instellingen, zorgaanbieders, ambulancevervoerders en diensten, bedoeld in het eerste lid, maken schriftelijke afspraken over de inzet van deze instellingen, zorgaanbieders, ambulancevervoerders en diensten bij de uitvoering van hun taak en op de voorbereiding daarop.
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
17 van 22
c.
De instellingen, zorgaanbieders, ambulancevervoerders en diensten, bedoeld in het eerste lid, verstrekken het bestuur van de veiligheidsregio alle informatie over hun inzet en de voorbereiding daarop door middel van het jaardocument maatschappelijke verantwoording als bedoeld in artikel 16 van de Wet toelating zorginstellingen.
Eisen aan de GHOR, instellingen en personeel zijn geregeld bij AMvB. Meldkamer Het bestuur van de Veiligheidsregio beschikt over een meldkamer ten behoeve van de brandweertaak, de geneeskundige hulpverlening, het ambulancevervoer en de politietaak, met dien verstande dat het regionale college (art. 22 Politiewet) zorg draagt voor het in stand houden van de meldkamer politie, als onderdeel van de meldkamer (art. 35, lid 1). De meldkamer is belast met: a. ontvangen, registreren en beoordelen van alle acute hulpvragen ten behoeve van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening, het ambulancevervoer en de politie, het bieden van een adequaat hulpaanbod, en het begeleiden en coördineren van de hulpdiensten (art. 35, lid 2). b. de meldkamer staat onder leiding van een directeur. Het bestuur van de veiligheidsregio benoemt de directeur na overleg met het regionale college van de politie. De directeur rapporteert periodiek aan het bestuur van de veiligheidsregio over de wijze waarop de meldkamer functioneert, en heeft instemmingsrecht bij het aanstellen en aangesteld houden van personeel van de meldkamer (art. 35, lid 3). Eisen aan de Meldkamer en haar professionaliteit zijn geregeld bij AMvB. Coördinerend functionaris Het bestuur van de veiligheidsregio wijst een functionaris aan die is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis (art. 36).
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
18 van 22
Bijlage 2
Bestuurlijke kaders
Legenda A I S P K F BC RG SG Nr.
Algemeen kader Inrichtingsprincipe: kader met een directe invloed op organisatiestructuur Sturingsprincipe: kader dat invulling geeft aan verantwoordelijkheden, verhoudingen en samenwerking binnen en buiten de organisatie Kader met een direct raakvlak met personeel Kader met een direct raakvlak met kwaliteit Kader met een direct raakvlak met financiën Bron: Verslag bestuurlijke conferentie 26 maart Bron: Raadsbesluiten gemeenten Bron: Stuurgroepvergadering Integrale Veiligheidsorganisatie, d.d. 10 juni 2010 Kader
Type
Gemeenten
Bron
Verwerkt in
BC
H2
BC
§ 3.1
BC
§ 3.1
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
S (I)
BC
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
S (I)
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
S
BC
H2
Algemeen Gezamenlijke waarde veiligheidsregio: "de organisatie levert een maatschappelijke bijdrage A aan een veilige woon-, werk- en recreatieomgeving" Sturingsprincipes De directeur Publieke Gezondheid is eindverantwoordelijk conform de Wet VR voor de 2 S (I) GHOR en adj. directeur binnen de tweehoofdige directie VRZ Centrale aansturing en gedecentraliseerd werken 3 S (I) Eén vast aanspreekpunt basisbrandweerzorg voor gemeenten (de lokaal brandweercommandant hoeft niet gemeentelijk commandant te zijn), onder 4 S (I) verantwoordelijkheid van de regionaal commandant 1
5
6
7
De regionaal commandant brandweer overlegt voor wat betreft de basis-brandweerzorg rechtstreeks met de lokaal commandanten (momenteel aangeduid met RMO) De regionaal commandant brandweer is operationeel eindverantwoordelijke (één commandant/ kapitein op het schip), eindverantwoordelijk conform de Wet VR voor de brandweerzorg, primair aanspreekpunt voor de organisatie VRZ, WOR-bestuurder en voorzitter van het VoZ De burger staat centraal
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
19 van 22
Nr. 8 9 10
11 12 13 14
Kader Gezamenlijk dragen de twee directeuren de verantwoordelijkheid voor het multidisciplinair functioneren van de organisatie VRZ De burgemeester houdt het contact met de in zijn gemeente gevestigde brandweerposten (lokale binding vrijwilligers) Binnen de mogelijkheden, vanuit financieel gescheiden paden, gericht op krachtenbundeling in Zeeland en efficiency, mogelijkheden onderzoeken met partnerorganisaties (primair Politie Zeeland en GGD) Inzetten op samenwerkingsverbanden binnen alle niveaus van de organisatie (multidisciplinaire insteek) met ketenpartners in relatie tot kwaliteit, het product ‘veiligheid’ en efficiency De Politie houdt de eigen bedrijfsvoering, waarbij er wel mogelijkheden dienen te zijn voor eventuele samenwerking op dit gebied Ieder deel zal worden aangestuurd door een lokale commandant. Deze lokale commandanten vormen tezamen een overleg dat momenteel het Regionaal Management Overleg (RMO) wordt genoemd Democratisch gelegitimeerd
Type
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
Gemeenten
Verwerkt in
BC
§ 3.1
S
BC
Wordt uitgewerkt in de fjinstrctuur
S
BC
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
S
BC
§ 2.4
S
BC
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
S
BC
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
S
Functionaris voor burgemeester, aanspreekpunt over volle breedte van de basisbrandweerzorg Inrichtingsprincipes Duidelijk is dat er één organisatie brandweer in de nieuwe organisatie VRZ (vanuit de idee 16 van integrale organisatie) wordt gevormd. Deze wordt aangestuurd door de Regionaal Commandant 17 Uitgegaan wordt van een directiemodel 18 Nauwe aansluiting op gemeentelijke organisaties moet uitgangspunt zijn 19 De nieuwe organisatie Veiligheidsregio Zeeland kent geen algemeen directeur De GMZ blijft als uitvoeringsorganisatie en ter ondersteuning van de regie op regulier operationeel optreden, rampenbestrijding en crisisbeheersing, gepositioneerd onder de 20 directie VRZ en de korpschef van Politie Zeeland. Aan het hoofd staat de in de Wet VR genoemde directeur GMZ Een organisatie nieuwe VRZ van maximaal drie lagen: Strategisch (twee directeuren), 21 Tactisch (primair multidisciplinair van opzet) en Operationeel (als uitvoeringsorganisatie en ten behoeve van herkenbaarheid voor burgers) 22 De laag kringmanagers komt in de nieuwe organisatie VRZ niet meer terug Bedrijfsvoering VRZ (PIOFACH) primair ten behoeve van totale organisatie VRZ eerst op 23 orde brengen Op het strategische niveau bevindt zich de Veiligheidsdirectie (Veiligheidsoverleg Zeeland, primair rood, wit, blauw en oranje). Regionaal commandant brandweer (Vz.), Directeur 24 Publieke Gezondheid, Korpschef, coördinerend Gemeentesecretaris, periodiek aangevuld met ketenpartners of relaties binnen de fysieke veiligheid Het tactische niveau (vergelijkbaar met afdelingen in een directiemodel) wordt zo beperkt en overzichtelijk mogelijk daar waar mogelijk multidisciplinair ingericht (integrale 25 veiligheidsorganisatie) 15
Bron
S
BC
§ 3.1
RG
§ 3.3
I
BC
§ 4.2
I/S I (S) I
BC BC BC
§ 3.1 § 2.4 § 3.1
I
BC
§ 3.1
I
BC
§ 3.1
I
BC
I
BC
§ 3.1 Vindt plaats in het project integrale veiligheidsorganisatie VRZ
I
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
I
BC
§ 3.1
S
Tholen
20 van 22
Nr. 26
27
28 29 30 31 32 33 34 35 36
Kader Het operationele niveau geeft de herkenbaarheid van de organisatieonderdelen aan. Dit niveau levert een bijdrage aan het tactische niveau Boven de strategische laag van de VRZ wordt het Veiligheidsbestuur geplaatst en boven de Korpschef komt het Regionaal College. In de praktijk komt dit neer op de 13 Zeeuwse burgemeesters, hetgeen betekent dat de vergaderingen van zowel het Veiligheidsbestuur als van het Regionaal College aan elkaar dienen te worden gekoppeld Vervolgens wordt besloten het onderdeel “Bedrijfsvoering” onder de tweehoofdige directie te plaatsen De organisatie kent géén kringen. Districten (zelfstandige eenheden met centrale bedrijfsvoering) mogen niet worden gevormd Samenwerking binnen het totale regionale grondgebied mag gezocht worden op basis van taken, specialisaties en operationeel optreden (ROL) De organisatie van de basisbrandweerzorg zal worden gesplitst in een tot nu toe onbekend aantal tactische en operationele delen Schaal, omvang en kwaliteit afgestemd op het regionaal risicobeeld van Zeeland als tweede risicogebied van Nederland Organisatieopzet echter afgestemd op de en herkenbaar binnen de schaal van Zeeland Herkenbaar voor burgers, bestuur en medewerkers Ingebrachte formatie ook minimaal voor (basis)brandweerzorg gemeente(n) inzetten Het aantal definitief in gebruik te geven posten worden op grond van de uitkomsten naar het dekkingsgraad nader bepaald
Bron
Verwerkt in
I
Type
Gemeenten
BC
§ 3.1
I
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
I
BC
§ 3.1
I
BC
§ 3.1
I
BC
§ 3.1
I
BC
§ 3.1
I
BC
H2
I I I
Middelburg, Tholen
BC BC RG
§ 3.1 § 3.1 Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
I
Schouwen-Duiveland
RG
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
P/F
Vlissingen
RG
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
P/F
Middelburg, Tholen
Personeel 37 38 39 40 41 42 43 44
Personeel Trainingscentrum Brandweer Vlissingen (TRC) gaat over naar Veiligheidsregio Zeeland, maar blijft onverkort beschikbaar voor TRC. En dienstverlening SGB onverkort overgaat naar de VRZ Goed sociaal plan en dito arbeidsvoorwaardenregeling zonder afbreuk van opgebouwde rechten Eén rechtspositie voor de totale VRZ (incl. beroeps en vrijwillig brandweerpersoneel) Bij het plaatsen van het personeel binnen de nieuwe organisatie dient te worden uitgegaan van de beste kandidaat voor een nieuwe functie en dient het gehele nieuwe personeelsbestand te worden betrokken Inzet op zoveel mogelijk lokale binding van het specifieke (vrijwillig)brandweerpersoneel (cultuur en identiteit) Geen wijzigingen lokale regelingen voor vrijwilligers Instellen van een Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) en een Bijzonder Georganiseerd Overleg(BGO) Een zorgvuldig overgangsproces en vooraf helderheid over de structuur, met tijdige informatieverstrekking naar de medewerkers, ondernemingsraden en gemeentebestuur
RG
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
P
BC
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
P
BC
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur
P
BC
§ 3.2
P
Middelburg, Tholen
RG
P
Middelburg, Tholen
RG
P
Terneuzen, Schouwen-Duiveland RG
Wordt uitgewerkt in de fijnstructuur Vindt plaats in het project integrale veiligheidsorg. VRZ Vindt plaats in het project integrale veiligheidsorg. VRZ
K/F
Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland; Reimerswaal, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen
Kwaliteit 45
Binnen gezamenlijk budget voldoen aan kwaliteitseisen Wet Veiligheidsregio’s (= hogere kwaliteit)
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
21 van 22
RG
§ 1.2
Nr. 46 47 48 49 50 51 Financiën 52 53 54 55 56 57
Kader Uitgangspunt is de Wet Veiligheidsregio’s Prestatieafspraken binnen de veiligheidsregio (o.a. 62,5%) Realiseer kwaliteitsverbetering (bestuurlijke opdracht) Maak een eventueel pluspakket (aanvullende individuele wensen gemeenten en voor eigen extra kosten) mogelijk Voldoen aan wettelijke prestatie- en kwaliteitseisen Op adequate wijze voorzien in repressieve taken op leidinggevend niveau Veiligheidsregio Zeeland is mede verantwoordelijk voor de afname van trainingen bij het Trainingscentrum Brandweer Vlissingen (TRC) VZG-norm 2011 (-3%) Resultaat werkgroep Financieringssystematiek Efficiencyverhoging Er dient op voorhand rekening te worden gehouden met mogelijke aanvullende taakstelling vanuit de kant van de gemeenten Binnen de huidige financiële kaders (waarbij rekening dient te worden gehouden met de eerdere opmerkingen in relatie tot de financiën) Onderzoek en voorstel van de financiële commissie voorleggen aan de gemeenteraad en voorstel opstellen voor begrotingstechnische ontvlechting (frictiekosten)
58
59 60 61
62
63
Inbreng activa op voorwaarden gemeente(n) Kosten toerekenen aan specifieke risicobronnen Huidige totale kosten voor de komende vier jaar gelijk (bij gelijke taken) en opstellen van maatregelen om kosten op langere termijn te beheersen. Egalisatie van kosten en kosten over redelijke termijn afbouwen Vanuit de gemeenten is opdracht gegeven rekening te houden met de financiële situatie van de komende jaren (bezuinigingen). De voorgestelde reorganisatie van de Veiligheidsregio Zeeland dient dan ook gezien te worden in een breder perspectief. De Veiligheidsregio Zeeland is van, voor en met de gemeenten Gemeenten niet confronteren met fiscale nadelen
Organisatieplan Veiligheidsregio Zeeland | definitief concept | versie 1.0
Type K K K
Gemeenten
Bron BC BC BC
Verwerkt in § 1.2 Wordt uitgewerkt in fijnstructuur Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
K
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
K K
Middelburg, Tholen
BC RG
§ 1.2 Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
F (S)
Vlissingen
RG
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
F
BC
F
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ
F
BC
F
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
F
BC
Wordt uitgewerkt in fijnstructuur
F
Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord Beveland, Reimerswaal, SchouwenDuiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen
RG
Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ
F
Goes
RG
F
Goes
RG
F
Goes, Borsele, Middelburg, Schouwen-Duiveland, Tholen
RG
Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ
SG
Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ
RG
Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ
F
F
Tholen
22 van 22
Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ Vindt plaats binnen het project nieuwe veiligheidsorg. VRZ