Bedrijfsmatige taken kappers
Titel
Bedrijfsmatige taken kappers
Projectnummer
11067.01
Auteur Datum
Anna Geertsma en Fons van Rooijen December 2006
Versie
Eindrapport
Pettelaarpark 1 Postbus 1585 5200 BP ’s-Hertogenbosch Tel: 073-6800800 Fax: 073-6123425 www.cinop.nl
©
CINOP 2006
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud 1
Inleiding .............................................................................................. 1
2
Onderzoek.......................................................................................... 3
2.1 2.2
Telefonische enquêtes .................................................................................................................................3 Groepsdiscussie m.b.v. Meetingworks ....................................................................................................3
3
Leeswijzer........................................................................................... 5
4
Samenvatting resultaten onderzoek................................................. 7
5
Resultaten onderzoek ...................................................................... 11
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Achtergrondgegevens ............................................................................................................................... 11 Relevante onderwerpen op het gebied van bedrijfsvoering/niet-vaktechnische vaardigheden12 Belang van activiteiten............................................................................................................................... 14 Belang van competenties.......................................................................................................................... 19 Belang van kennis van instanties............................................................................................................. 24 Belang van kennis van wet- en regelgeving.......................................................................................... 27 Algemene suggesties voor de opleiding ............................................................................................... 32 Algemene aandachtspunten voor het starten van een eigen bedrijf............................................. 33
Bijlagen........................................................................................................ 35 Uitnodigingsbrief telefonische enquête................................................................................................................. 35 Vragenlijst telefonische enquête............................................................................................................................. 37 Uitnodigingsbrief groepsdiscussie........................................................................................................................... 49 Vragenlijst groepsdiscussie....................................................................................................................................... 50 Deelnemers groepsdiscussie 3 oktober 2006..................................................................................................... 53
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
1
1 Inleiding In 2004 zijn de beroepscompetentieprofielen voor de kappers en de afro-kappers opgesteld. In de beroepscompetentieprofielen staan voornamelijk de vakmatige activiteiten benoemd. Sociale partners (ANKO, Kappersbond FNV/FNV schoonheidsverzorging en CNV Kappers), verenigd binnen het Brancheplatform Kappers, ervaren het als een gemis dat er in de reguliere beroepsopleidingen weinig aandacht wordt besteed aan vakoverstijgende beroepstaken/competenties, die meer in de richting gaan van de bedrijfsvoering en basale ondernemersvaardigheden. Sociale partners (ANKO, Kappersbond FNV/FNV Schoonheidsverzorging en CNV Kappers), verenigd binnen het Brancheplatform Kappers, hebben CINOP gevraagd in kaart te brengen of het wenselijk is dat leerlingen naast vaktechnische en sociale- en communicatieve vaardigheden meer kennis verkrijgen over bedrijfsmatige aspecten van de kapsalon. Onder bedrijfsmatige aspecten wordt ondermeer kennis over kassa-afhandeling, planning, verkopen van producten, materialen reinigen, inzicht in de kostprijs en arbeidsvoorwaarden verstaan. Sociale partners zijn van mening dat leerlingen in brede zin goed voorbereid moeten worden op een toekomst in de kappersbranche. Daarom hebben ze laten onderzoeken of de bedrijfsmatige kant van het kappersvak, behalve voor (startende) ondernemers, ook van belang kan zijn voor werknemers en zo ja, in welke mate dat het geval is. Het hebben van bedrijfsmatige kennis van de kapsalon is immers in het belang van alle kappers. Zeker toekomstige ondernemers doen er goed aan in een vroeg stadium te weten wat er komt kijken voor succesvol ondernemerschap en in te schatten of zij over de juiste competenties beschikken. Op dit moment beginnen behoorlijk wat kappers als zelfstandige zonder personeel zonder dat zij goed voorbereid zijn op het ondernemerschap met alle risico’s van dien. Maar ook voor werknemers is het belangrijk om meer kennis en inzicht van de bedrijfsmatige kant van de kapsalon te hebben waar zij werkwerkzaam zijn. Zo krijgen zij meer inzicht in zaken waar de werkgever mee te maken krijgt zoals een kostprijsberekening en wat dat betekent voor het kappen in de dagelijkse praktijk. Wellicht kunnen de werknemers in de toekomst ook een aantal taken van de ondernemer overnemen. In de voorbereiding op het onderzoek is gebruik gemaakt van de beroepscompetentieprofielen. Bij het verwerken van de onderzoeksresultaten is daar verder niet mee gewerkt. Er is in het rapport dus geen vergelijking te vinden met de bestaande competentieprofielen. De vertaling naar de gevolgen voor de beroepscompetentieprofielen en de opleidingen zal door het brancheplatform opgepakt worden. In het volgende hoofdstuk is een beschrijving opgenomen van de onderzoeksopzet. In hoofdstuk drie is een leeswijzer bij de onderzoeksgegevens opgenomen die daarna worden beschreven. Mede namens het brancheplatform kappers wil CINOP via deze weg alle respondenten danken voor hun deelname aan het onderzoek. CINOP, oktober 2006
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
1
2
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
2 Onderzoek In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van diverse onderzoeksmethoden: ·
Literatuurstudie van bestaande bronnen;
·
Interviews met twee kapper-ondernemers;
·
Telefonische enquêtes;
·
Groepsdiscussie m.b.v. Meetingworks.
2.1 Telefonische enquêtes Om een goede respons te halen is er voor gekozen om de kapper-ondernemers telefonisch te benaderen. De enquêteurs maakten een afspraak om samen met de kapper-ondernemers de vragenlijst door te nemen. In sommige gevallen vulden de kapper-ondernemers de vragenlijst zelf in en stuurden deze terug. Uit het adressenbestand van ANKO-leden is een steekproef getrokken van:
· · · ·
35 zelfstandigen zonder personeel; 90 ondernemers met personeel, met een omzet lager dan € 175.000,-; 90 ondernemers met personeel, met een omzet hoger dan € 175.000,-; 35 ketenbedrijven.
Van tevoren was tot doel gesteld om 50 interviews af te nemen. Uiteindelijk hebben 65 kapperondernemers aan dit onderzoek meegedaan. Voor de precieze verdeling wordt verwezen naar hoofdstuk 5. 2.2 Groepsdiscussie m.b.v. Meetingworks Naar aanleiding van de resultaten van de telefonische enquête is een aantal kapper-ondernemers uitgenodigd om hier verder over te discussiëren en dieper in te gaan op een aantal aspecten. Op 3 oktober 2006 hebben 15 kapper-ondernemers deelgenomen aan een groepsdiscussie. In deze groepsdiscussie is er gebruik gemaakt van het programma Meetingworks. Dit is een elektronische brainstormsessie waarin door middel van laptops op een gestructureerde en eenvoudige manier informatie uitgewisseld kan worden. Deelnemers aan de bijeenkomst beschikken allemaal over een laptop waarop ze gelijktijdig hun gedachten, ideeën en meningen kunnen invoeren. Deze worden op een centraal scherm geprojecteerd. In dit systeem worden snel antwoorden gegenereerd en deze kunnen worden geordend en gewaardeerd. De deelnemers zien in één overzicht waarover men het eens is en waar de verschillen zitten.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
3
De groep kapper-ondernemers kregen de volgende vragen voorgelegd: ·
Waar liep u tegen aan toen u startte met uw eigen onderneming. Wat had er volgens u aan bod moeten komen tijdens de opleiding?
·
Wat is het belang van de activiteiten in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) en kapper (niveau 3)?
·
Wat is het belang van de competenties in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) en kapper (niveau 3)?
·
Wat is het belang van de instanties in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) en kapper (niveau 3)?
·
Wat is het belang van wet- en regelgeving in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) en kapper (niveau 3).
Deze onderwerpen waren ook al in de telefonische enquêtes geïnventariseerd. Verder werd de deelnemers gevraagd een toelichting te geven waarom ze het wel of niet belangrijk vonden dat er aan deze onderwerpen aandacht werd besteed in de opleiding voor junior-kapper en kapper.
4
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
3 Leeswijzer In dit rapport wordt in hoofdstuk 4 een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten van het onderzoek. In hoofdstuk 5 (onderzoekgegevens) worden in een aantal paragrafen de belangrijkste resultaten gepresenteerd van de telefonische enquêtes, aangevuld met de toelichtingen (kwalitatieve resultaten) uit de groepsdiscussie. In paragraaf 5.1 worden enkele achtergrondgegevens genoemd van de kapper-ondernemers die aan dit onderzoek hebben meegedaan, zoals omzet en aantal jaar dat men al ondernemer is. In paragraaf 5.2 wordt dieper ingegaan op de onderwerpen die de kapper-ondernemers zelf belangrijk vinden tijdens de opleiding, zodat je goed voorbereid bent op het starten en hebben van een eigen onderneming. Hierna hebben we de respondenten diverse activiteiten voorgelegd en gevraagd in hoeverre ze vinden dat deze aan bod moet komen in de opleiding voor junior-kappers en kappers (paragraaf 5.3). En verder is gevraagd op welke plaats in de opleiding dit het beste geleerd kan worden. Het belang van verschillende competenties voor het kunnen uitvoeren van bedrijfsmatige taken wordt in paragraaf 5.4 nader beschreven. Paragraaf 5.5 bevat een overzicht van het belang van de kennis van diverse instanties en er is hier gekeken of er verschil bestaat tussen het belang voor junior-kappers (niveau 2) en kappers (niveau 3). Het laatste onderdeel van de vragenlijst bevatte vragen over het belang van kennis van diverse wet- en regelgeving (paragraaf 5.6). Ook hier is een onderscheid gemaakt tussen junior-kappers en kappers. Tot slot zijn er twee paragrafen kort gewijd aan suggesties en aandachtspunten voor de opleiding (paragraaf 5.7) en het starten van een eigen onderneming (paragraaf 5.8). In dit onderzoek komen diverse vragen voor, die op een vijf-puntsschaal worden gewaardeerd. De resultaten van de vragen worden op twee manieren gepresenteerd. ·
Gemiddelde score: om snel te zien welke onderwerpen (competenties, instanties et cetera) gemiddeld het belangrijkste worden gevonden.
·
Frequentieverdeling: om te zien hoe de antwoorden zijn verdeeld over de vijf antwoordmogelijkheden van zeer onbelangrijk tot zeer belangrijk1. Hiermee is ook te zien in hoeverre er overeenstemming bestaat tussen de verschillende respondenten.
Per tabel volgt een korte samenvatting van de belangrijkste resultaten en eventuele toelichtingen, die de respondenten geven bij hun antwoord. Ook wordt er aangeven over welke onderwerpen de meningen het meest verdeeld waren. Als de helft van de respondenten een onderwerp (zeer) onbelangrijk vindt, terwijl de andere helft het juist (zeer) belangrijk vindt, krijg je een gemiddelde score. Dit kan dus dezelfde score zijn, als wanneer iedereen het belangrijk noch onbelangrijk vindt (neutraal), In de groepsdiscussie zijn met name deze onderwerpen, waarover er een duidelijk verschil van mening is, interessant om te bespreken. Ondanks het feit dat het aantal respondenten onder de honderd ligt, zullen we hier de percentages noemen in verband met de leesbaarheid en zo bestaat de mogelijkheid om de gegevens met elkaar te vergelijken. Dit betekent dus wel dat 10 personen samen 15% vormen. Bij elke vraag zal aangegeven worden hoeveel mensen deze vraag hebben beantwoord (N), aangezien dit per vraag kan verschillen.
1 Voor de leesbaarheid zijn de categorieën zeer onbelangrijk en onbelangrijk samengevoegd, net zoals de categorieën belangrijk en zeer belangrijk. 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
5
6
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
4 Samenvatting resultaten onderzoek In een telefonische enquête zijn 65 kapper-ondernemers benaderd, zowel zelfstandigen zonder personeel, ondernemers met personeel en ketenbedrijven. Deze kapper-ondernemers is gevraagd naar hun mening of bepaalde bedrijfsmatige taken meer aandacht zouden moeten krijgen in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) en/of kapper (niveau 3). Verder is in het onderzoek dieper ingegaan op het belang van bedrijfsmatige competenties, relevante instanties en wet- en regelgeving waar kappers (-ondernemers) mee te maken kunnen krijgen. Het gaat hier zowel om zelfstandig ondernemers als medewerkers in een kapsalon. Deelnemers aan dit onderzoek konden op een 5puntsschaal aangeven hoe belangrijk ze het vinden dat leerlingen voor de opleiding van junior-kapper en kapper hier meer over zullen leren tijdens de opleiding. De deelnemers konden ook een toelichting geven bij hun antwoord waarom ze een onderwerp wel of niet belangrijk vinden om opgenomen te worden in de opleiding voor junior-kapper en kapper. Naast de telefonische enquêtes is er ook een groepsdiscussie geweest, waarvoor 15 kapper-ondernemers zijn uitgenodigd. In deze groepsdiscussie is dieper ingegaan op de vraag waarom deze activiteiten, competenties, instanties en wet- en regelgeving belangrijk zijn om in de opleiding aan bod te komen. In het algemeen zijn er veel onderwerpen op het gebied van bedrijfsvoering die volgens kapperondernemers, in ieder geval globaal, in de opleiding horen terug te komen. Het is belangrijk dat een beginnende kapper er in ieder geval ooit van heeft gehoord en weet waar hij/zij meer informatie kan krijgen. Er is echter wel vaak een verschil tussen wat leerlingen zouden moeten weten die de opleiding afronden na twee jaar (junior-kapper) en leerlingen die nog een jaar doorgaan met de opleiding tot kapper (niveau 3). Voor junior-kappers is het vaak genoeg dat sommige onderwerpen even worden aangestipt. Voor kappers (niveau 3) zal er dieper ingegaan moeten worden op deze onderwerpen. Bijvoorbeeld in de eerste twee jaar van de opleiding worden de aspecten genoemd op basis waarvan de kostprijs wordt berekend, zoals salariskosten, materiaalkosten, huur van de salon, en de inrichting. Leerlingen die verder gaan met de opleiding voor kapper (niveau 3) leren dan ook om op basis van deze aspecten zelf de kostprijs te berekenen. Ondanks het belang van deze bedrijfsmatige onderwerpen voor een kapper moet er wel rekening mee gehouden worden dat de tijd in de opleiding beperkt is en dat aandacht voor bedrijfsmatige onderwerpen niet ten koste mag gaan van de vakmatige activiteiten. Een goede integratie van de verschillende onderwerpen is dan ook essentieel, zodat op efficiënte wijze meerdere belangrijke onderwerpen aan bod zullen komen in de opleiding. Hier zullen de meest belangrijke onderwerpen worden genoemd met een korte toelichting waarom het belangrijk wordt gevonden en in welke fase van de opleiding het het beste kan worden aangeboden, in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) of kapper (niveau 3). Voor een uitgebreide toelichting over het belang van deze onderwerpen wordt verwezen naar het rapport.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
7
Bedrijfsmatige taken/activiteiten Volgens minstens driekwart van de respondenten van de telefonische enquête zou er voor veel verschillende taken en activiteiten meer aandacht moeten zijn in de opleiding voor junior-kapper en kapper. Als toelichting waarom men vindt dat een groot deel van deze activiteiten wel tijdens de opleiding aan bod moet komen, wordt genoemd dat het belangrijk is dat een medewerker zich bewust worden wat er allemaal bij een kapsalon komt kijken. Het is belangrijk dat er al een basis in de opleiding wordt gelegd, zodat de kapper in de beroepspraktijk meteen goed inzetbaar is en ook verder kan leren over het reilen en zeilen van deze specifieke kapsalon. In de eerste twee jaar van de opleiding (junior-kapper) zou, volgens nagenoeg alle respondenten, in ieder geval aan bod moeten komen:
· ·
werkplek/kapsalon opruimen; materialen reinigen en desinfecteren;
Verder zijn er een aantal taken en activiteiten die volgens een (ruime) meerderheid wel al in de eerste twee jaar moeten worden aangeboden, maar die volgens andere kappers vooral relevant zijn voor kappers (niveau 3):
·
adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging;
· · · · · ·
verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging; kassa bedienen; eigen werk plannen; met collega’s overleggen/werkoverleg; planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning); kennis, ervaringen delen met collega’s.
Met name aandacht in de opleiding voor klantenkring opbouwen/onderhouden en acquisitie van nieuwe klanten zou voor veel mensen wel belangrijk zijn voor kappers maar minder voor juniorkappers, dus dit zou pas in het derde jaar van de opleidingen hoeven worden aangeboden of facultatief voor junior-kappers. Naast het opnemen van deze taken en activiteiten in de basis van de opleiding zou er ook de mogelijkheid moeten bestaan om sommige taken en activiteiten als keuzemodule aan te bieden, zodat de leerlingen, die daarin geïnteresseerd zijn, hier meer over te weten komen. Het gaat hier vooral om:
· ·
8
stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden; artikelen inkopen/inkoopadministratie.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Competenties De volgende competenties op het gebied van ondernemen worden het meest belangrijk genoemd voor zowel junior-kappers als kappers en zouden al in de eerste twee jaar van de opleiding aan bod moeten komen:
· · · · · · · · ·
gepaste omgangsvormen; samenwerken; zichzelf willen blijven ontwikkelen; gevolgen kunnen overzien van eigen handelen; doorzettingsvermogen; initiatief nemen; flexibel; plannen; kunnen relativeren.
De deelnemers aan de groepsdiscussie vonden dat de volgende competenties vooral in de opleiding voor kapper relevant zijn maar minder voor junior-kappers. Dus dit kan ook in het derde jaar aan bod komen in de opleiding voor kappers (niveau 3) en facultatief voor junior-kappers (keuzemodule). Het gaat hier om: ·
inzicht in doelgroepen;
·
inzicht in kosten in verband met kostprijsberekening/ tarieven;
·
inzicht in bedrijfsformule;
·
inzicht in personeelsbeleid (taken, verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden);
·
creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap);
·
inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan;
·
sterkte-zwakte analyse van jezelf als ondernemer.
Instanties In het algemeen wordt het veel belangrijker gevonden dat instanties wel in de opleiding van de kapper worden behandeld, maar wordt het niet noodzakelijk geacht in de opleiding voor juniorkapper, dus deze instanties hoeven pas in het derde jaar uitgebreider aan bod hoeven te komen. Alleen Arbo wordt door een meerderheid ook belangrijk geacht voor junior-kappers. Voor kappers wordt het vooral belangrijk gevonden dat ze meer te weten komen over: · algemene wettelijke regelingen van toepassing op kappersbedrijf en haar medewerkers(zoals Arbo en zo ook benoemd in het onderzoek); · brancheafspraken en -regelingen (zoals het Arboconvenant); · uitvoeringsinstelling sociale zekerheid of werknemersverzekeringen (nu UWV en zo ook in het onderzoek benoemd); · Belastingdienst; · accountant; · werkgevers- en werknemersorganisaties; · verzekeraars en · banken. In het algemeen wordt aangegeven dat het voldoende is dat in de opleiding deze instanties kort worden besproken zodat een kapper, die daadwerkelijk voor zichzelf wil beginnen, weet waar hij meer informatie kan krijgen. 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
9
Wet- en regelgeving Voor kappers (niveau 2) worden alleen de CAO voor het kappersbedrijf en Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken) belangrijk genoeg gevonden om in de opleiding aan bod te komen. Voor de kappers van niveau 3 zijn meerdere wetten en regelgeving relevant om aan bod te komen in de opleiding. Naast de CAO voor het kappersbedrijf en Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken), die ook al voor junior-kappers relevant worden geacht, zijn dat:
· · · · · · · ·
aansprakelijkheid; brand en veiligheid; BTW; belastingwet; rechtsvormen; bedrijfshulpverlening; verzekeringen; vestigingseisen.
Het is belangrijk dat deze wet- en regelgeving in de opleiding hetzij kort wordt aangestipt hetzij uitgebreider behandeld, zodat de kappers er in ieder geval een keer van gehoord hebben en altijd later zelf kunnen uitzoeken als het voor hen aan de orde is, bijvoorbeeld als ze daadwerkelijk ondernemer willen worden.
10
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
5 Resultaten onderzoek 5.1 Achtergrondgegevens Vooraf zijn er enkele algemene vragen gesteld over de kapper-ondernemer zelf. Met dit beeld van de respondenten bestaat ook de mogelijkheid om te controleren of bepaalde antwoorden samenhangen met bijvoorbeeld het soort bedrijf of het aantal jaar dat men zelf als ondernemer werkt. Aantal
Percentage
Alleen haarverzorging
54
83
Combinatie met schoonheidsverzorging, visagie en manicure
9
14
Combinatie met andere dienstverlening
2
3
Tabel 1: Type dienstverlening (N=65)
Een ruime meerderheid van de kapsalons van de ondervraagde ondernemers hield zich alleen bezig met haarverzorging (83%). Bij 14% bestond de dienstverlening naast haarverzorging ook uit schoonheidsverzorging, visagie en/of manicure. Drie procent combineerde haarverzorging met een andere dienstverlening. Aantal
Percentage
Herensalon
3
5
Damessalon
2
3
Gemengde salon
60
92
Tabel 2: Type kapsalon (N=65)
Bijna alle ondervraagde ondernemers waren werkzaam in een gemengde salon voor zowel dames als heren (92%). Slecht een enkeling werkte in een specifieke herensalon (5%) of een damessalon (3%).
Zelfstandige Zonder Personeel, omzet < € 25.000,-
Aantal
Percentage
4
6
Zelfstandige Zonder Personeel, omzet > € 25.000,-
4
6
Ondernemer met personeel, omzet < € 175.000,-
31
49
Ondernemer met personeel, omzet > € 175.000,-
19
30
Ketenbedrijf
5
8
Tabel 3: Omzetklasse (N=63)
Verreweg de grootste groep respondenten werd gevormd door de ondernemers met personeel (79%). 31 Ondernemers (49%) gaven aan een omzet lager dan € 175.000,- te hebben en 19 ondernemers met een omzet groter dan € 175.000,- deden mee aan dit onderzoek (30%). De groep ondernemers met personeel is enigszins oververtegenwoordigd in vergelijking met de steekproef uit het adressenbestand van de ANKO. Aan dit onderzoek deden verder acht zelfstandigen zonder personeel mee (13%). De helft had een omzet onder de € 25.000,-, de andere helft boven de € 25.000,-. Verder waren er vijf ondernemers (8%), afkomstig uit een ketenbedrijf.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
11
Het merendeel van de deelnemende kapper-ondernemers aan dit onderzoek is een erkend leerbedrijf (82%). Op dit moment hadden iets minder dan de helft van de ondernemers (45%), met een erkend leerbedrijf, BBL-leerlingen in dienst. Meestal gaat het dan om 1 of 2 leerlingen, maar er zijn ook bedrijven met wel 7 of zelfs 13 BBL-leerlingen. Eenderde van de bedrijven, die erkend zijn als leerbedrijf, hebben op dit moment één of twee BOL-leerlingen in hun kapsalon. Aantal
Percentage
Aan huis
9
14
Gevestigd
53
83
Ambulant
0
0
Anders
2
3
Tabel 4: bedrijfsvorm (N=64)
De meeste kapsalons zijn gevestigd in een bedrijfspand (83%). Veertien procent van de respondenten had een kapsalon aan huis. En twee kappers hebben een andere bedrijfsvorm (3%). Er was niemand in dit onderzoek die ambulant werkt. De respondenten is gevraagd in welk jaar ze waren begonnen met hun eigen kapsalon. Gemiddeld waren ze 17,9 jaar werkzaam als ondernemer. Één persoon was dit jaar, 2006, als ondernemer begonnen, terwijl er ook 4 mensen al 39 jaar als ondernemer werkzaam waren. In onderstaande tabel is de frequentieverdeling te zien van het aantal jaar dat men als ondernemer werkzaam is. Aantal
Percentage
0 - 2 jaar
3
5
3 - 5 jaar
8
13
6 -10 jaar
9
15
11 - 15 jaar
9
15
16 - 20 jaar
8
13
21 - 25 jaar
12
19
26 - 30 jaar
1
2
31 - 35 jaar
5
8
36 - 40 jaar
7
11
Tabel 5: Aantal jaar dat men ondernemer is (N=62)
5.2 Relevante onderwerpen op het gebied van bedrijfsvoering/niet-vaktechnische vaardigheden De kapper-ondernemers is in de telefonische enquête en de groepsdiscussie gevraagd welke onderdelen op het gebied van bedrijfsvoering/niet-vaktechnische vaardigheden er, volgens hen, tijdens de opleiding aan bod moeten komen, zodat ze goed voorbereid zijn op het starten en hebben van een eigen onderneming. In het vervolg van de vragenlijst wordt specifieker in gegaan op de taken en competenties op het gebied van ondernemerschap en met welke instanties en wet- en regelgeving ondernemers te maken krijgen.
12
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Deze vraag is vooral bedoeld om er achter te komen wat de kapper-ondernemers zelf als eerste zouden noemen op het gebied van belangrijke bedrijfsmatige taken/competenties. Hierin werden de volgende onderwerpen genoemd:
·
kostprijsberekening, je moet weten wat je moet omzetten om je eigen loon te verdienen, inzicht in rendabel werken;
· · ·
kostenbeheersing;
·
pensioen: je moet er zelf aan denken dat je zelf geld opzij moet zetten voor je oudedagsvoorziening, maar het is vaak onduidelijk hoeveel je daar daadwerkelijk aan over houdt;
· · · · · · · · · · · · · · · ·
verzekeringen (ziektekosten, arbeidsongeschiktheid);
· ·
overnemen van een gevestigde kapsalon;
financiën, kasboek, boekhouding; belastingen (met name BTW), maar ook nuttig dat je weet dat je soms achteraf nog belastingen moet betalen;
Kamer van Koophandel; inkoop en hoe om te gaan met reclame en bedrijven die je benaderen; verkoop; productinformatie; marketing en marktonderzoek; bedrijfsstructuur; ondernemingsvormen; sociale en communicatieve vaardigheden/omgangsvormen; ICT, gebruik van software; management; personeel: werving, coaching, organisatie, kosten en hoe te handelen in conflictsituaties; milieu-eisen bepalen van een goede locatie; huisstijl; vestigingseisen; branchekennis.
Een aantal mensen noemde expliciet dat de inhoud van het vroegere middenstandsdiploma nodig is om goed voorbereid zijn op het starten en hebben van een eigen onderneming en vindt het jammer dat dat nu niet meer verplicht is gesteld. Tot slot maakte iemand bij deze vraag al de kanttekening dat je niet te veel kappers zou moeten willen opleiden tot zelfstandig ondernemer in plaats van als werknemer in een kapsalon, omdat je elkaar dan dood concurreert.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
13
5.3 Belang van activiteiten De kapper-ondernemers kregen een aantal activiteiten voorgelegd. Hier werden twee vragen bij gesteld. Eerst werd hen gevraagd of ze vinden dat deze activiteiten aan bod moeten komen tijdens de opleiding. Als de respondenten vonden dat de activiteiten wel belangrijk zijn voor een medewerker, werd gevraagd waar dit het beste geleerd kan worden:
· · ·
op school; tijdens de bpv; later in de beroepspraktijk (als ze zijn afgestudeerd en werknemer zijn in een kapsalon).
De respondenten konden een toelichting geven bij hun antwoorden. 5.3.1 Belang van activiteiten in de opleiding De respondenten konden aangeven of ze vonden dat de activiteit relevant is voor junior-kappers (niveau 2) en/of voor kappers (niveau 3). Ook konden de respondenten aankruisen als ze vonden dat de genoemde activiteit alleen als keuzemodule aangeboden zou moeten worden tijdens de opleiding. Dit zou dan alleen voor leerlingen zijn, die daar belangstelling voor hebben. De vierde antwoordmogelijkheid is dat men het niet nodig vindt dat deze activiteiten in de opleiding aan bod komen, noch als verplichte module in de basisopleiding, noch als keuzemodule. Wel in de opleiding Juniorkapper(2) en Kapper (3)
Alleen voor kappers (3)
Alleen als keuzemodule
Niet nodig in de opleiding
1.
eigen werk plannen
62%
24%
8%
6%
2.
planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning)
57%
25%
8%
10%
3.
adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
72%
22%
6%
0%
4.
verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
69%
25%
3%
3%
5.
werkplek/kapsalon opruimen
94%
3%
3%
0%
6.
materialen reinigen en desinfecteren
94%
1%
5%
0%
7.
bijdragen aan de inrichting van de salon
25%
24%
14%
37%
8.
stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden
34%
25%
28%
14%
9.
kennis, ervaringen delen met collega’s
52%
31%
8%
9%
10. met collega’s overleggen/ werkoverleg
60%
26%
9%
5%
11. klantenkring opbouwen/ onderhouden
35%
41%
8%
16%
12. acquisitie van nieuwe klanten
28%
42%
11%
18%
13. voorraad controleren en bijhouden
43%
26%
16%
15%
14. artikelen inkopen/inkoopadministratie
12%
38%
25%
25%
15. kassa bedienen
63%
23%
5%
9%
16. kas opmaken
19%
35%
15%
31%
Tabel 6: Moeten deze activiteiten aan bod komen in de opleiding? 14
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Bovenstaande tabel wordt hierna nog eens gepresenteerd, maar nu bestaat het uit drie kolommen. De kolommen
· ·
Junior-kapper (2) en kapper (3);
Alleen voor kappers (3) zijn samengevoegd tot één kolom. In deze kolom staat het percentage mensen dat vindt dat het in de opleiding hoort, in ieder geval voor kappers (niveau 3) en volgens sommige mensen ook voor juniorkappers (niveau 2). Wel in de opleiding
Alleen als keuzemodule
Niet nodig in de opleiding
1.
eigen werk plannen
86%
8%
6%
2.
planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning)
82%
8%
10%
3.
adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
94%
6%
0%
4.
verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
94%
3%
3%
5.
werkplek/kapsalon opruimen
97%
3%
0%
6.
materialen reinigen en desinfecteren
95%
5%
0%
7.
bijdragen aan de inrichting van de salon
49%
14%
37%
8.
stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden
59%
28%
14%
9.
kennis, ervaringen delen met collega’s
83%
8%
9%
10. met collega’s overleggen/ werkoverleg
86%
9%
5%
11. klantenkring opbouwen/ onderhouden
76%
8%
16%
12. acquisitie van nieuwe klanten
70%
11%
18%
13. voorraad controleren en bijhouden
69%
16%
15%
14. artikelen inkopen/inkoopadministratie
50%
25%
25%
15. kassa bedienen
86%
5%
9%
16. kas opmaken
54%
15%
31%
Tabel 7: Moeten deze activiteiten aan bod komen in de opleiding?
De meeste activiteiten worden relevant gevonden in de opleiding voor kappers en meestal ook voor junior-kappers.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
15
Hieronder staan de activiteiten die volgens minstens driekwart van de respondenten aan bod zouden moeten komen in de opleiding:
· · ·
werkplek/kapsalon opruimen (97%);
· · · · · ·
verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging (94%);
·
klantenkring opbouwen/ onderhouden (76%).
materialen reinigen en desinfecteren (95%); adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging (94%); eigen werk plannen (86%); met collega’s overleggen/werkoverleg (86%); kassa bedienen (86%); kennis, ervaringen delen met collega’s (83%); planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning) (82%);
Als er wordt bekeken of er belangrijke verschillen bestaan tussen het oordeel of het relevant is voor junior-kappers (niveau 2) of voor kappers (niveau 3) blijkt dat nagenoeg iedereen werkplek/kapsalon opruimen en materialen reinigen en desinfecteren nodig vindt voor zowel junior-kappers als kappers. Activiteiten die vooral in de opleiding voor kappers nodig worden gevonden en minder voor juniorkappers zijn:
· · · ·
acquisitie van nieuwe klanten; klantenkring opbouwen/onderhouden; artikelen inkopen/inkoopadministratie; kas opmaken.
Activiteiten waarvan een aanzienlijk deel van de respondenten (tussen de 25% en 37%) vindt dat het niet nodig is in de opleiding zijn:
· ·
bijdragen aan de inrichting van de salon;
·
artikelen inkopen/inkoopadministratie.
kas opmaken;
Als toelichting waarom men vindt dat een groot deel van deze activiteiten wel tijdens de opleiding aan bod moet komen, wordt genoemd dat het belangrijk is dat een medewerker zich bewust worden wat er allemaal bij een kapsalon komt kijken. Het is belangrijk dat de medewerkers het belang van efficiency begrijpen op het gebied van tijdsplanning en gebruik van producten, bijvoorbeeld geen nieuwe verpakkingen openen van een product als er al één open is. Ervaring met het plannen van de behandeling is belangrijk voor de voortgang van de onderneming, zodat de kostprijs van de behandeling duidelijk is en gerealiseerd kan worden. Met inzicht in een goede planning kunnen de medewerkers de behandelingen beter plannen en de agenda sturen. Een goede planning geeft minder afwijkingen onderling en dit is beter voor de werksfeer. Kostprijsberekening in de opleiding is essentieel zodat duidelijk is waarom er een bepaald tarief wordt gevraagd en wat daar allemaal van betaald moet worden. Het gaat hier vooral om de aspecten die de kostprijs bepalen, dan specifiek de berekening. Het adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging begint al bij het eerste klantcontact bij de wasbak. 16
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Uitleg bij handelingen over gekozen producten stimuleert verkoop. Met goede informatie en advies kan een kapper zich onderscheiden van concurrenten. Productkennis is dan ook essentieel in de opleiding. Werkplek/kapsalon opruimen wordt zo vanzelfsprekend genoemd dat één iemand vindt dat het niet eens apart in de opleiding aan bod hoeft te komen, omdat het overal terugkomt. Er moet in de opleiding herhaaldelijk gehamerd worden op het belang van hygiëne. Verder noemt iemand het nuttig dat leerlingen meer leren over de inrichting van de salon, zodat ze al snel breder ingezet kunnen worden dan alleen bij het haren wassen en vegen van de vloer. Je krijgt zo frisse nieuwe ideeën en de medewerker voelt zich ook meer betrokken. Naast inhoudelijk overleg zorgt regelmatig werkoverleg ook voor een betere teamvorming, zodat de medewerkers goed op elkaar zijn ingespeeld. Medewerkers moeten het werk in de kapsalon zien en soepeltjes van elkaar over kunnen nemen, zonder daar telkens om te hoeven vragen. Het wordt belangrijk gevonden dat er in de opleiding aandacht wordt besteed aan het opbouwen en onderhouden van een klantenkring, omdat medewerkers moeten leren vooruit te kijken ‘Een tevreden klant komt weer terug’. Inkoopadministratie zou voor iedereen van belang zijn, aangezien dit een administratieve handeling is en ook een junior-kapper dit kan uitvoeren in een kapsalon. Inkopen van artikelen wordt toch meer als een taak van de ondernemer beschouwd omdat hierbij ook komt kijken dat iemand het eigen assortiment bepaalt uit een groter aanbod. Veel activiteiten zijn echter specifiek per kapsalon, zoals de planning van de behandeling van de klant, verkopen van producten en de kassa bedienen. Dus je zou dit pas in de kapsalon moeten leren waar je gaat werken. 5.3.2 Plaats waar men de activiteiten het beste kan leren Als de respondenten vonden dat kappers meer over een activiteit moesten weten werd hen gevraagd wat de beste plaats zou zijn om hier meer over te leren:
·
op school;
· ·
tijdens de bpv; in de beroepspraktijk (als werknemer).
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
17
In tabel 8 staat per plaats het percentage respondenten weergegeven dat vindt dat de activiteit hier goed kan worden geleerd2. Op school
Tijdens de bpv
N
1.
eigen werk plannen
50%
46%
In de beroepspraktijk (als werknemer) 52%
2.
planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning)
49%
43%
49%
53
3.
adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
57%
49%
48%
61
4.
verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
56%
51%
41%
61
5.
werkplek/kapsalon opruimen
60%
52%
40%
63
6.
materialen reinigen en desinfecteren
74%
45%
39%
62
7.
bijdragen aan de inrichting van de salon
45%
19%
61%
31
8.
stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden
29%
55%
68%
38
9.
56
kennis, ervaringen delen met collega’s
33%
52%
57%
54
10. met collega’s overleggen/ werkoverleg
24%
56%
65%
54
11. klantenkring opbouwen/ onderhouden
17%
48%
71%
48
12. acquisitie van nieuwe klanten
21%
42%
70%
43
13. voorraad controleren en bijhouden
31%
38%
71%
42
14. artikelen inkopen/inkoopadministratie
40%
17%
80%
24
15. kassa bedienen
55%
52%
52%
56
16. kas opmaken
60%
31%
69%
35
Tabel 8: Plaats waar men het beste over deze bedrijfsmatige activiteiten kan leren
2
Omdat mensen meerdere antwoorden konden aankruisen, tellen de percentages niet op tot 100%. 18 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Voor een groot aantal activiteiten is er geen duidelijk onderscheid tussen de voorkeur voor mogelijke plaatsen waar het geleerd zou kunnen worden. Ongeveer een gelijk percentage respondenten kiest voor ‘op school’, ‘tijdens de bpv’ en ‘in de beroepspraktijk (als werknemer)’. Juist een combinatie van plaatsen waarop je iets leert/oefent zou ideaal zijn. Bijvoorbeeld dat je de theoretische basis op school krijgt en weet waarom iets belangrijk is en wat er van de medewerker wordt verwacht. In de bpv kun je deze kennis dan in de praktijk oefenen, ook omdat veel activiteiten zeer verschillen per kapsalon. Opleiding en bpv-plaats zouden hierbij goed moeten afstemmen voor een optimaal leerproces. Voor de activiteit materialen reinigen en desinfecteren is er een duidelijke voorkeur voor leren op school (74%). Op de werkplek, als men eenmaal werknemer is, is voor een ruime meerderheid de beste plaats om meer te leren over de activiteiten:
· · · · ·
artikelen inkopen/inkoopadministratie (80%); klantenkring opbouwen/onderhouden (71%); voorraad controleren en bijhouden (71%); acquisitie van nieuwe klanten (70%); met collega’s overleggen/werkoverleg (65%).
Voor onderstaande activiteiten is zowel de bpv als de werkplek voor de meeste respondenten een goede plaats om hierover meer in de praktijk te leren, beter dan op school:
· · ·
stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden; kennis, ervaringen delen met collega’s; met collega’s overleggen/werkoverleg.
De deelnemers aan dit onderzoek konden ook aangeven of er nog andere belangrijke bedrijfsmatige activiteiten zijn, die leerlingen van niveau 2 en/of 3 tijdens de opleiding of op de werkplek zouden moeten leren. Er werd nog eens extra de nadruk gelegd op inzicht in de kosten van een kapsalon en daar bewust mee omgaan (onder andere materiaalverbruik, belastingen, loonafdracht, et cetera). Een ander belangrijk punt waar meer aandacht aan besteed zou moeten worden is het omgaan met klanten en het gebruik van de juiste omgangsvormen. Ook is het belangrijk om contacten te onderhouden met collega’s/concurrenten, bijvoorbeeld om samen te adverteren met bepaalde acties of gezamenlijk in te kopen. 5.4 Belang van competenties De kapper-ondernemers werd een aantal competenties voorgelegd en hen is gevraagd hoe belangrijk deze competenties zijn voor het uitvoeren van bedrijfsmatige taken. Op een vijf-puntsschaal konden ze hun oordeel geven. 1= zeer onbelangrijk 5= zeer belangrijk
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
19
In tabel 9 staat het gemiddelde oordeel over het belang van de competenties. Gemiddelde score 1.
inzicht in kosten in verband met kostkostprijsberekening/ tarieven
4,16
2.
inzicht in de verschillende soorten kapsalons
3,65
3.
inzicht in bedrijfsformule
4,06
4.
inzicht in doelgroepen
4,03
5.
inzicht in de wijze waarop afspraken gepland worden
4,34
6.
gepaste omgangsvormen (klanten, collega’s)
4,79
7.
informatievaardig (gebruik kunnen maken van informatie- en communicatievoorzieningen)
4,13
8.
zich zelf willen blijven ontwikkelen (op de hoogte blijven van ontwikkelingen)
4,65
9.
samenwerken
4,70
10. stressbestendig
4,40
11. flexibel
4,57
12. commercieel inzicht
4,31
13. plannen (goed overzicht van de werkzaamheden en de tijdsduur)
4,52
14. gevolgen kunnen overzien van je eigen handelen
4,65
15. sterkte-zwakte analyse van jezelf als ondernemer
4,38
16. creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap)
4,55
17. doorzettingsvermogen
4,63
18. kunnen relativeren
4,52
19. initiatief nemen
4,62
20. inzicht in personeelsbeleid (taken, verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden)
4,27
21. inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan
4,13
Tabel 9: Gemiddelde score belang van competenties
Op één onderwerp na, inzicht in de verschillende soorten kapsalons (3,65) scoorden alle genoemde competenties gemiddeld hoger dan 4 (belangrijk). De aspecten die gemiddeld het hoogste scoren en dus het meest belangrijk, zijn:
·
gepaste omgangsvormen (4,79);
· · · ·
samenwerken (4,70);
·
initiatief nemen (4,62);
· · ·
flexibel (4,57);
·
kunnen relativeren (4,52).
zichzelf willen blijven ontwikkelen (4,65); gevolgen kunnen overzien van eigen handelen (4,65); doorzettingsvermogen (4,63);
creativiteit (4,55); plannen (4,52);
Naast de gemiddelde score worden de resultaten ook gepresenteerd als een tabel met het percentage mensen dat dit antwoord heeft gegeven. Hiermee kun je snel zien of er overeenstemming is tussen de respondenten of dat de antwoorden erg uiteenlopen.
20
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
In onderstaande tabel staat weergegeven, als percentage, hoeveel belang de kapper-ondernemers hechten aan de genoemde competenties. De antwoordcategorieën zeer onbelangrijk en onbelangrijk zijn samengevoegd, net zoals zeer belangrijk en belangrijk. (Zeer) onbelangrijk
Neutraal
(Zeer) belangrijk
1.
inzicht in kosten in verband met kostkostprijsberekening/ tarieven
8%
6%
86%
2.
inzicht in de verschillende soorten kapsalons
10%
21%
70%
3.
inzicht in bedrijfsformule
5%
10%
86%
4.
inzicht in doelgroepen
6%
6%
88%
5.
inzicht in de wijze waarop afspraken gepland worden
6%
0%
94%
6.
gepaste omgangsvormen (klanten, collega’s)
2%
0%
98%
7.
informatievaardig (gebruik kunnen maken van informatieen communicatievoorzieningen)
3%
3%
94%
8.
zich zelf willen blijven ontwikkelen (op de hoogte blijven van ontwikkelingen)
0%
0%
100%
9.
samenwerken
0%
2%
98%
10. stressbestendig
0%
5%
95%
11. flexibel
0%
2%
98%
12. commercieel inzicht
0%
3%
97%
13. plannen (goed overzicht van de werkzaamheden en de tijdsduur)
2%
0%
98%
14. gevolgen kunnen overzien van je eigen handelen
2%
0%
98%
15. sterkte-zwakte analyse van jezelf als ondernemer
2%
3%
95%
16. creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap)
0%
0%
100%
17. doorzettingsvermogen
0%
2%
98%
18. kunnen relativeren
0%
0%
100%
19. initiatief nemen
0%
2%
98%
20. inzicht in personeelsbeleid (taken, verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden)
3%
6%
91%
21. inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan
5%
16%
79%
Tabel 10: Belang van competenties
Alle competenties die in de vragenlijst zijn benoemd, worden door een zeer ruime meerderheid (70%-100%) van de respondenten belangrijk of zeer belangrijk gevonden. De kapper-ondernemers zijn unaniem over het grote belang van
·
zichzelf willen blijven ontwikkelen (op de hoogte blijven van ontwikkelingen);
· ·
creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap); kunnen relativeren;
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
21
Voor enkele competenties is er een grotere variatie in de gegeven antwoorden. Sommige competenties die door een aantal mensen belangrijk of zelfs zeer belangrijk worden gevonden, worden door anderen zeer onbelangrijk of onbelangrijk genoemd. Voor de volgende competenties bestond er de grootste variatie in het oordeel3:
· · · · ·
inzicht in kosten in verband met kostkostprijsberekening/tarieven; inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan; inzicht in de verschillende soorten kapsalons; inzicht in bedrijfsformule; inzicht in doelgroepen.
In de groepsdiscussie waren de deelnemers nagenoeg unaniem in hun oordeel over het belang van alle genoemde competenties in de opleiding voor kappers. Van een aantal competenties wordt het echter minder belangrijk gevonden dat hier in de opleiding voor junior-kapper aandacht aan wordt besteed, dus dit kan in het derde jaar aan bod komen. Het gaat hier om: ·
inzicht in doelgroepen;
·
inzicht in kosten in verband met kostprijsberekening/ tarieven;
·
inzicht in bedrijfsformule;
·
inzicht in personeelsbeleid (taken, verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden);
·
creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap);
·
inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan;
·
sterkte-zwakte analyse van jezelf als ondernemer.
Bij een aantal competenties is een nadere toelichting gegeven bij het antwoord.
·
Inzicht in de kosten in verband met kostprijsberekening/tarieven wordt voor alle deelnemers aan de opleiding belangrijk gevonden, met name zodat de kapper begrijpt wat hij/zij moet omzetten om de kosten terug te verdienen om rendabel te zijn. ‘tijd is geld’. De kapper leert dan ook beter om te gaan met tijd (efficiënt werken), kortingen en bestellingen en probeert verspillingen van producten (bijvoorbeeld meerdere aangebroken tubes verf) en materialen zo veel mogelijk te beperken. Commercieel inzicht is hierbij dan ook van belang.
·
Wat betreft het inzicht in de verschillende soorten kapsalons, bedrijfsformules en doelgroepen is het belangrijk dat men zo een goede keuze kan maken welke soort kapsalon het beste bij de eigen persoonlijkheid en vaardigheden past.
·
Ook moet een kapper goed inzicht hebben in de doelgroepen, zodat hij goed afgestemd advies kan geven.
·
Inzicht in de bedrijfsformule is relevant zodat de medewerkers beter weten wat van hen verwacht wordt en te werken volgens deze formule.
·
Inzicht in doelgroepen is nodig om je in te kunnen leven in de klant en advies te geven dat is afgestemd op de persoon.
·
Inzicht in de wijze waarop afspraken worden gepland draagt bij aan effectief plannen en werken (tijd is geld), zodat je ook voldoende tijd hebt voor persoonlijke aandacht en advies.
3
Grootste standaarddeviatie. 22
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
·
Gepaste omgangsvormen zijn essentieel. Voor elke kapsalon is dat echter weer anders. In sommige kapsalon is de sfeer wat meer amicaal, terwijl het er in andere kapsalons formeler aan toe gaat. Maar de klant blijft altijd koning. Hier hoort bijvoorbeeld ook bij hoe je iemand een kopje koffie aanbiedt, maar ook hoe je in de salon de telefoon opneemt en een klant te woord staat.
·
Informatievaardigheid is zowel belangrijk in het gebruik van diverse media voor het volgen van de trends, maar ook in de manier waarop je gebruikt maakt van de computer en telefoon.
·
Zichzelf willen blijven ontwikkelen is zeer belangrijk en kappers zouden regelmatig trainingen moeten volgen om bij te blijven.
·
In de opleiding moet ook aandacht worden besteed aan mogelijke onverwachte omstandigheden. Leerlingen moeten beseffen dat niet altijd alles loopt zoals gepland en dat ze daar dan op moeten kunnen inspelen. De kapper moet met kritiek/feedback kunnen omgaan en leren relativeren. Dingen kunnen vaak anders zijn dan ze tijdens de opleiding hebben geleerd en daar moeten ze flexibel mee kunnen omgaan.
·
De klant moet altijd de indruk hebben dat hij de volle aandacht krijgt, ook als de kapper onder (tijds)druk staat.
·
Kappers moeten leren anticiperen op mogelijke situaties en ze moeten ook kunnen inschatten wat hun eigen gedrag teweeg kan brengen, een gemaakte fout kan soms grote gevolgen hebben.
·
Creativiteit is zowel relevant in het kappersvak als op het gebied van ondernemerschap. Nieuwe medewerkers kunnen een goede bijdrage leveren aan vernieuwing. Eigenaars van een kapsalon zijn soms zo gewend om dingen op dezelfde manier te doen en het is goed als een medewerker kritische vragen stelt waardoor een kapper-ondernemer ook nieuwe inzichten krijgt.
·
Inzicht in personeelsbeleid is voor iedereen belangrijk zodat de medewerkers ook weten wat er van hen wordt verwacht en hoe zij worden beoordeeld.
·
Wat ict/software betreft is er vooral behoefte aan kennis van kassagebruik, klantenregistratie en voorraadadministratie, maar omdat er meerdere verschillende salonprogramma’s zijn moet men het programma vooral in de salon zelf leren gebruiken. Een algemene basis zou dan in de opleiding gegeven kunnen worden. Voor iedereen is het belangrijk dat ze weten hoe ze zulke software moeten gebruiken en de gegevens kunnen invoeren. Niet iedereen hoeft de informatie die gegenereerd wordt door deze software te kunnen interpreteren.
·
Inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan (persoonlijke gegevens en motivatie van de ondernemer, marketingplan, financieel plan/begroting en organisatie) wordt meestal alleen van belang geacht voor de ondernemer. Als de ondernemer zijn team goed aanstuurt zou dit voor de werknemers niet van direct belang zijn.
Naast de genoemde competenties hebben de kapper-ondernemers in dit onderzoek nog enkele competenties toegevoegd die essentieel zijn in de uitvoering van de bedrijfsmatige taken. Als ondernemer is het goed om zaken aan je werknemers uit te leggen en ze er bij te betrekken, zowel bedrijfsmatig, klantgericht als vakmatig. Hierdoor begrijpen de werknemers beter hoe alles in zijn werk gaat. Maar de kapper-ondernemers geven ook aan dat dit niet voor alle werknemers geldt, omdat het hen aan inzicht en de capaciteiten ontbreekt. Ook kunnen sommige werknemers deze verantwoordelijkheid niet aan. De kapper-ondernemer kijkt dan wie van zijn personeel wel zaken van hem zou kunnen overnemen of dit samen met hem kan doen. Verder is nauwkeurigheid met gegevens belangrijk voor een goede administratie. 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
23
Een ander genoemd punt is het omgaan met vertegenwoordigers en reclame en adverteren. Een andere competentie die belangrijk is bij het uitvoeren van bedrijfsmatige taken is het kunnen inspelen op de omgeving, maar ook op veranderingen en de ambitie om innovatief te zijn en je kapsalon steeds te vernieuwen. Leerling-kappers moeten zich er van bewust zijn dat ze door het volgen van trainingen en cursussen beter in hun vak worden. Ze kunnen dan ook meer gaan verdienen. Medewerkers moeten hier ook zelf eigen initiatief in tonen, omdat hun kennis anders snel veroudert. Verder is genoemd dat kappers het belang van een goede gezondheid moeten beseffen. Omdat je het grootste deel van de dag staat kan het werk ook fysiek zwaar zijn. Daarom is het belangrijk dat de kappers goed voor hun eigen gezondheid zorgen, bijvoorbeeld door middel van voeding, sport, rust en ontspanning. Meerdere keren werd genoemd dat omgangsvormen, representativiteit en etiquette cruciaal zijn. Ook moet een kapper weten hoe hij omgaat met klachten. Kennis van bedrijfshulpverlening (BHV) en EHBO wordt ook nuttig gevonden voor het werk van een kapper. De kapper moet weten welke wettelijke regels bestaan en ook weten waar hij hier meer informatie over kan krijgen. Naast puur bedrijfsmatige competenties is er volgens de respondenten ook behoefte aan een nog betere beheersing van een aantal vaktechnieken, zoals permanenten, watergolven, haarverven, scheren, wassen en haaranalyse. 5.5 Belang van kennis van instanties Ondernemers hebben met diverse instanties te maken. De respondenten kregen een overzicht voorgelegd van mogelijke instanties en hen werd gevraagd in hoeverre het belangrijk is dat deze aan bod komen in de opleiding voor junior-kapper en kapper. Op een vijf-puntsschaal konden ze het belang aangeven. 1 = zeer onbelangrijk 5 = zeer belangrijk Ze konden ook een toelichting geven bij hun antwoord. In onderstaande tabel staat de gemiddelde score, apart voor junior-kappers (niveau 2) en kappers (niveau 3). Junior-kapper
Kapper
1.
Kamer van koophandel
1,95
3,40
2.
banken
2,16
3,52
3.
notaris
1,85
2,93
4.
belastingdienst
2,55
3,82
5.
gemeente
2,07
3,07
6.
accountant
2,39
3,72
7.
verzekeraars
2,44
3,66
8.
Arbo
3,26
4,05
9.
Buma en Sena (vergoeding voor muziek in de kapsalon)
1,80
2,77
10. winkeliersvereniging
1,95
2,95
11. UWV
2,73
3,84
12. werkgeversorganisatie
2,79
3,67
13. werknemersorganisaties
2,59
3,13
14. MKB
2,11
3,10
15. HBA
2,00
2,64
Tabel 11: Belang van deze instanties in de opleiding voor junior-kapper en kapper 24
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
In het algemeen vonden de deelnemers aan zowel de telefonische enquêtes als de groepsdiscussie het veel belangrijker dat deze instanties in de opleiding van de kapper worden behandeld. Maar het wordt niet zo noodzakelijk geacht in de opleiding voor junior-kapper. 5.5.1 Belang van kennis van instanties voor de junior-kapper Voor de junior-kapper scoort alleen de ARBO meer dan gemiddeld belangrijk (3,26). De andere instanties scoren allemaal onder de 3 (noch onbelangrijk, noch belangrijk). In onderstaande tabel staat de frequentieverdeling, zodat te zien is hoe zeer de meningen hierover verdeeld zijn. (Zeer) onbelangrijk
Neutraal
(Zeer) belangrijk
1.
Kamer van koophandel
70%
20%
11%
2.
banken
60%
24%
16%
3.
notaris
72%
15%
13%
4.
belastingdienst
51%
18%
31%
5.
gemeente
66%
18%
16%
6.
accountant
56%
20%
24%
7.
verzekeraars
60%
15%
26%
8.
Arbo
35%
11%
54%
9.
Buma en Sena (vergoeding voor muziek in de kapsalon)
78%
11%
11%
10. winkeliersvereniging
66%
26%
9%
11. UWV
45%
23%
32%
12. werkgeversorganisatie
42%
23%
35%
13. werknemersorganisaties
44%
29%
27%
14. MKB
61%
27%
13%
15. HBA
68%
20%
13%
Tabel 12: Belang van de kennis van deze instanties voor de junior-kapper
Als je kijkt naar de verdeling van de antwoorden, zie je dat alleen ARBO door iets meer dan de helft van de respondenten belangrijk of zeer belangrijk wordt gevonden voor junior-kappers (54%). Van de andere instanties vindt hooguit eenderde van de respondenten dat ze aan bod moeten komen tijdens de opleiding van junior-kappers. Voor de meeste instanties geldt dat een meerderheid van de respondenten dit nauwelijks belangrijk vindt voor junior-kappers. Voor de volgende instanties loopt het oordeel van de respondenten het meest uiteen.
·
Arbo;
·
UWV;
· · ·
werkgeversorganisatie; belastingdienst; verzekeraars.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
25
Belang van kennis van instanties voor de kapper De instanties die het meest belangrijk worden gevonden om tijdens de opleiding van de kapper (niveau 3) behandeld te worden, zijn in afnemende volgorde van belang:
5.5.2
· · · · · · ·
Arbo (4,05); UWV (3,84); belastingdienst (3,82); accountant (3,72); werkgeversorganisatie (3,67); verzekeraars (3,66); banken (3,52).
De meningen over of het belangrijk is of leerling-kappers meer over deze instanties zouden moeten leren, zijn echter sterk verdeeld. Sommige kapper-ondernemers geven het cijfer 1 of 2 om aan te geven dat ze het niet belangrijk vinden dat leerling-kappers (niveau 3) tijdens hun opleiding meer te weten komen over deze instanties. Maar een iets groter gedeelte vindt de genoemde instanties meestal wel relevant voor leerling-kappers. (Zeer) onbelangrijk
Neutraal
(Zeer) belangrijk
1.
Kamer van koophandel
22%
28%
50%
2.
banken
23%
23%
54%
3.
notaris
39%
25%
36%
4.
belastingdienst
16%
16%
67%
5.
gemeente
34%
33%
33%
6.
accountant
15%
25%
61%
7.
verzekeraars
19%
19%
61%
8.
Arbo
10%
13%
77%
9.
Buma en Sena (vergoeding voor muziek in de kapsalon)
43%
30%
28%
10. winkeliersvereniging
36%
36%
29%
11. UWV
13%
25%
62%
12. werkgeversorganisatie
20%
23%
57%
13. werknemersorganisaties
44%
29%
27%
14. MKB
29%
39%
32%
15. HBA
46%
31%
23%
Tabel 13: Belang van de kennis van deze instanties voor de kapper
De instanties die door de meeste respondenten belangrijk of zeer belangrijk worden genoemd zijn, in afnemende volgorde van belang:
· ·
Arbo (77%);
· ·
UWV (62%);
· · · ·
verzekeraars (61%);
26
belastingdienst (67%); accountant (61%); werkgeversorganisatie (57%); banken (54%); Kamer van koophandel (50%). 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Sommige instanties, die door een aantal mensen belangrijk of zelfs zeer belangrijk worden gevonden, worden door anderen zeer onbelangrijk of onbelangrijk genoemd. Over onderstaande instanties bestond er de grootste variatie in het oordeel.
· · · · · ·
banken; notaris; werknemersorganisaties; gemeente; Buma en Sena (vergoeding voor muziek in de kapsalon); Kamer Van Koophandel.
Banken zijn met name relevant bij het opstellen van een ondernemersplan om een lening te krijgen. Wat betreft de Kamer van Koophandel is het belangrijk dat de leerling weet dat alle bedrijven ingeschreven moeten worden bij de Kamer van Koophandel en dat de gegevens opvraagbaar en openbaar zijn. Het is belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan wat de belastingdienst doet. Naast het begrijpen van je eigen loonstrook en de werkelijke kosten die werkgevers kwijt zijn aan hun personeel is het belangrijk om meer te weten over afdrachten, meldingen en verplichtingen. Kennis van verzekeraars op het gebied van ziektekosten, brand, inboedel, aansprakelijkheid en verzuim zorgt voor meer verantwoordelijkheidsgevoel. Kappers leren zo waar ze zich tegen kunnen verzekeren en waar ze dan aanspraak op kunnen maken, maar ook wat er van hen wordt verwacht. Het belang van de winkeliersvereniging ligt vooral in het feit dat men op bepaalde gebieden kan samenwerken, bijvoorbeeld publiciteit of inrichting van het ‘winkelgebied’ In het algemeen wordt genoemd dat het handig is dat kappers (niveau 3) van deze instanties hebben gehoord, en dat ze weten dat het bestaat, voor het geval ze zelf ooit voor zich zelf willen beginnen. Als ze daadwerkelijk een eigen onderneming willen starten, kunnen ze verder informeren bij diverse instanties. De respondenten noemden zelf nog het CWI en uitzendbureaus voor de werving van werknemers als andere belangrijke instantie die in de opleiding genoemd zou moeten worden. Verder noemde iemand dat het belangrijk is dat de pensioeninstanties tijdens de opleiding genoemd worden. Veel van de genoemde instanties zijn voor elke burger in Nederland relevant en zouden ook al in de vooropleiding aan bod moeten komen, bijvoorbeeld in een vak als maatschappijleer. 5.6 Belang van kennis van wet- en regelgeving De kapper-ondernemers is gevraagd in hoeverre het belangrijk is dat diverse wet- en regelgeving aan bod komt in de opleiding. Op een vijf-puntsschaal konden ze het belang aangeven.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
27
1 = zeer onbelangrijk 5 = zeer belangrijk In onderstaande tabel staat de gemiddelde score, apart voor junior-kappers (niveau 2) en kappers (niveau 3). Junior-kapper
Kapper
1.
vestigingseisen
2,26
3,72
2.
winkelsluitingswet
2,19
3,28
3.
Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken)
3,56
4,25
4.
wet op de Ruimtelijke Ordening
2,00
3,03
5.
CAO voor het kappersbedrijf
3,58
4,34
6.
brand en veiligheid
3,36
4,03
7.
bedrijfshulpverlening
2,95
3,75
8.
aansprakelijkheid
3,09
4,04
9.
belastingwet
2,48
3,78
10. verzekeringen
2,46
3,73
11. precario-vergunning
1,69
2,56
12. BTW
2,74
3,82
13. rechtsvormen
2,47
3,77
Tabel 14: Belang van wet- en regelgeving in de opleiding van junior-kapper en kapper
In het algemeen wordt de kennis van wet- en regelgeving veel belangrijker gevonden voor kappers dan voor junior-kappers. 5.6.1 Belang van kennis van wet- en regelgeving voor de junior-kapper Voor de junior-kapper zijn er maar een paar onderwerpen op het gebied van wet- en regelgeving die meer dan gemiddeld belangrijk worden genoemd. Wet- en regelgeving die het meest belangrijk worden gevonden om tijdens de opleiding van de junior-kapper te worden behandeld zijn: § CAO voor het kappersbedrijf (3,58); § Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken) (3,56); § brand en veiligheid (3,36); § aansprakelijkheid (3,09). De andere onderwerpen scoren allemaal onder de 3 (noch onbelangrijk, noch belangrijk).
28
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
In onderstaande tabel staat de frequentieverdeling van de gegeven antwoorden, zodat te zien is de antwoorden zijn verdeeld over de antwoordcategorieën. (Zeer) onbelangrijk
Neutraal
(Zeer) belangrijk
1.
vestigingseisen
65
12
23
2.
winkelsluitingswet
61
21
18
3.
Arbo-wetgeving (beleidsregels, gezond
26
14
60
4.
wet op de Ruimtelijke Ordening
67
16
16
5.
CAO voor het kappersbedrijf
25
14
61
6.
brand en veiligheid
28
21
52
7.
bedrijfshulpverlening
38
26
36
8.
aansprakelijkheid
36
21
43
9.
belastingwet
55
18
27
10. verzekeringen
54
25
21
11. precario-vergunning
84
12
4
12. BTW
46
19
35
13. rechtsvormen
56
18
26
Tabel 15: Belang van wet- en regelgeving in de opleiding van junior-kappers
Wet- en regelgeving op de volgende gebieden wordt door een meerderheid belangrijk of zelfs zeer belangrijk gevonden om in de opleiding van een junior-kapper te worden behandeld:
· · ·
CAO voor het kappersbedrijf (61%); Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken) (60%); brand en veiligheid (52%).
Over de volgende onderwerpen bestond het meeste verschil van mening. Sommige respondenten vonden het (zeer) belangrijk, terwijl anderen het niet zo belangrijk vonden.
· ·
Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken);
· · ·
BTW;
· ·
brand en veiligheid;
aansprakelijkheid; CAO voor het kappersbedrijf; bedrijfshulpverlening; belastingwet.
5.6.2 Belang van kennis van wet- en regelgeving voor de kapper In tegenstelling tot de junior-kappers is volgende respondenten veel wet- en regelgeving wel relevant voor kappers (niveau 3) om tijdens de opleiding te worden behandeld.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
29
In volgorde van belang, met tussen haakjes de gemiddelde score, zijn dat:
· · · · · · · · · ·
CAO voor het kappersbedrijf (4,34); Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken) (4,25); aansprakelijkheid (4,04); brand en veiligheid (4,03); BTW (3,82); belastingwet (3,78); rechtsvormen (3,77); bedrijfshulpverlening (3,75); verzekeringen (3,73); vestigingseisen (3,72).
In onderstaande tabel staat weergegeven hoe de meningen zijn verdeeld wat betreft het belang van wet- en regelgeving voor kappers. (Zeer) onbelangrijk
Neutraal
(Zeer) belangrijk
1.
vestigingseisen
17
17
67
2.
winkelsluitingswet
30
27
43
3.
Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond
7
15
76
4.
wet op de Ruimtelijke Ordening
33
28
40
5.
CAO voor het kappersbedrijf
5
12
83
6.
brand en veiligheid
10
18
72
7.
bedrijfshulpverlening
18
20
62
8.
aansprakelijkheid
10
17
73
9.
belastingwet
15
17
68
10. verzekeringen
17
20
63
11. precario-vergunning
56
17
28
12. BTW
17
12
72
13. rechtsvormen
17
18
65
Tabel 16: Belang van wet- en regelgeving in de opleiding van kappers
De meeste onderwerpen op het gebied van wet- en regelgeving worden door een ruime meerderheid van de respondenten belangrijk tot zeer belangrijk gevonden in de opleiding voor kapper (niveau 3).
· · ·
CAO voor het kappersbedrijf (83%);
· · · ·
brand en veiligheid (72%);
·
rechtsvormen (65%);
· ·
verzekeringen (63%);
30
Arbo-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken) (76%); aansprakelijkheid (73%); BTW (72%); belastingwet (68%); vestigingseisen (67%);
bedrijfshulpverlening (62%).
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Ook in de groepsdiscussie vonden de meeste deelnemers de meeste wet- en regelgeving wel relevant genoeg om in de opleiding van de kappers aandacht aan te besteden, maar sommige onderwerpen waren minder relevant voor de junior-kappers, zoals de precario-vergunning, wet op de ruimtelijke ordening, vestigingseisen en winkelsluitingswet. Het begrip precariovergunning is niet bij iedereen bekend en wordt door maar een klein gedeelte van de respondenten belangrijk gevonden (28%). In de groepsdiscussie zijn er een aantal toelichtingen gegeven waarom het belangrijk is dat er in de opleiding aandacht wordt besteed aan bepaalde wet- en regelgeving. Vestigingseisen zijn relevant in verband met het schrijven van een ondernemersplan. Het is voor kappers belangrijk om te weten wat de winkelsluitingswet inhoudt. Aan de ene kant omdat men dan weet dat men verplicht is om op een bepaald moment de winkel te moeten sluiten, maar het is ook belangrijk om te beseffen dat Nederland steeds meer naar een 24uurseconomie gaat, waar ook kappers op in moeten gaan spelen, door bijvoorbeeld ook ’s avonds open te zijn. Kennis van de ARBO-wetgeving is belangrijk zodat de kappers het belang beseffen van goede zorg voor de eigen gezondheid en wat je daar zelf allemaal voor kunt doen, zodat je langer in het vak kunt doorwerken en niet met lichamelijke klachten uitvalt. Onder ARBO valt o.a. de inrichting van de werkomgeving, de werkmethoden en de hulpmiddelen. In het kader van ARBO voert de werkgever een beleid met betrekking tot het beschermen van werknemers tegen seksuele intimidatie en tegen agressie en geweld. CAO voor het kappersbedrijf is zowel relevant voor kappers die zelfstandig ondernemer zijn met personeel als voor de kapper die als werknemer in een kapsalon werk. In de CAO worden zowel de rechten als plichten beschreven. Bedrijfshulpverlening is voor iedereen essentieel omdat iedereen moet weten hoe je moet handelen bij calamiteiten en zodat je eerste hulp bij ongelukken kunt verlenen. Dit zou zo vroeg mogelijk in de opleiding aan bod moeten komen. Verder zouden alle kappers meer informatie moeten krijgen over aansprakelijkheid: Voor welke problemen/situatie je allemaal aansprakelijk kan worden gesteld als kapper, maar ook om duidelijk te maken dat er hiervoor ook verzekeringen zijn, die ook geld kosten. Belastingen en de belastingdienst moeten in ieder geval globaal aan bod komen in de opleiding, zodat men weet waar men voor moet betalen maar ook om in te zien wat er allemaal met deze belastingen wordt betaald. Van BTW moeten de kappers in ieder geval weten dat er een laag en hoog BTWtarief is en dat dit in de kostenopbouw meegenomen moet worden, omdat een deel afgedragen moet worden. Een hoog tarief kan veel invloed hebben op de branche en de arbeidsmarkt. Sommige wet- en regelgeving hoeft alleen maar heel kort genoemd te worden, zodat de kappers er in ieder geval een keer van gehoord hebben en het altijd later zelf kunnen uitzoeken als ze daadwerkelijk ondernemer worden of er om een andere reden meer over willen weten, zoals precariovergunning, verschillende rechtsvormen. Over het belang van wet- en regelgeving op het gebied van Ruimtelijke Ordening, precariovergunning, winkelsluitingswet, BTW en bedrijfshulpverlening in de opleidingen zijn de meningen van de deelnemers aan de telefonische enquête het meest verdeeld. 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
31
De respondenten in de telefonische enquête vonden de lijst met wet- en regelgeving volledig en hebben zelf geen aanvullingen meer gegeven. In de groepsdiscussie werd nog genoemd dat wetgeving op het gebied van pensioen en milieu-eisen belangrijk is in de opleiding. 5.7 Algemene suggesties voor de opleiding Tijdens de telefonische enquêtes en de ingevulde vragenlijsten zijn er nog enkele suggesties gegeven voor de opleiding. Veel informatie op het gebied van bedrijfsmatige taken is vooral nuttig voor kappers, maar niet voor junior-kappers. Het is wel belangrijk dat ze weten dat bepaalde instanties en wetgeving bestaat, maar het kan verder ‘luchtig’ behandeld worden in de opleiding. Leerlingen moeten vooral weten dat het bestaat en het belang hiervan inzien. Veel informatie kan ook makkelijker in een bedrijf geleerd worden, als ze de kennis meteen in de praktijk kunnen toepassen. Bovendien zijn er veel verschillende handelwijzen per bedrijf, bijvoorbeeld de planning en klantenregistratie. Wel is het handig om bijvoorbeeld al een keer met een kassa te hebben geoefend tijdens de opleiding. Mochten leerlingen later een eigen zaak willen beginnen, dan weten ze waar ze moeten zijn om meer informatie hierover te vinden. Een vaak gehoorde opmerking is dat het goed is als kappers die ondernemer willen worden, dit ook allemaal zelf gaan uitzoeken, met welke instanties en wet- en regelgeving ze te maken krijgen en niet alles op een presenteerblaadje aan te bieden. Dit getuigt van doorzettingskracht en ondernemingszin. In de opleiding zou er ook meer aandacht moeten worden besteed aan vakmatige competenties, zoals permanent, watergolf, haaranalyse. Iemand vond het dan ook erg zwaar als er in de opleiding ook meer bedrijfsmatige taken voor alle leerlingen aan bod komen, omdat er al te weinig tijd is voor de vakmatige vakken en er weinig animo wordt verwacht voor iets extra’s. Zeker voor BBLleerlingen die maar één dag in de week lessen volgen. Iemand gaf aan dat het belangrijk is dat er op school meer aandacht wordt besteed aan houdingsleer, zodat rug- en schouderklachten worden voorkomen. Het onderwijs op het gebied van bedrijfsvoering zou praktisch moeten zijn, waarin gewerkt zou worden met casussen. Veel mensen pleiten voor een betere samenwerking en contact tussen school en bedrijfsleven (bpv-plaats en kapsalon waar iemand komt te werken), zodat er een goede afstemming kan zijn tussen wat leerlingen op school en in de bpv leren. Dit zou elkaar moeten versterken en aanvullen. Het is belangrijk om hier goede lesstof voor te ontwikkelen. Er wordt meerdere keren genoemd dat een aparte opleiding, bijvoorbeeld het vierde jaar, het meest geschikt is voor vakken op het gebied van ondernemerschap voor mensen die ondernemer willen worden. Veel leerlingen zouden hierin niet geïnteresseerd zijn of gemotiveerd om hier meer over te weten te komen.
32
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
5.8 Algemene aandachtspunten voor het starten van een eigen bedrijf
· · · ·
Eerst zorgen voor stabiliteit in je leven. Weet dat je veel vrije tijd in je vak moet steken om ondernemer te zijn. Besef dat het werk ook fysiek zwaar is, dus zorg goed voor je gezondheid. Onderhoud contacten met collega-kappers met meer ervaring, die je ook advies kunnen geven.
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
33
34
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Bijlagen Uitnodigingsbrief telefonische enquête 14 juni 2006 Betreft: vooraankondiging onderzoek
Kenmerk: 20060508-050/hh
Geachte heer, mevrouw, Sociale partners (ANKO, Kappersbond FNV/FNV schoonheidsverzorging en CNV Kappers), verenigd binnen het Brancheplatform Kappers, hebben onderzoeksbureau CINOP gevraagd in kaart te brengen of het wenselijk is dat leerlingen naast vaktechnische en sociale- en communicatieve vaardigheden meer kennis verkrijgen over bedrijfsmatige aspecten van de kapsalon. Onder bedrijfsmatige aspecten verstaan wij ondermeer kennis over kassa-afhandeling, planning, verkopen van producten, materialen reinigen, inzicht in de kostprijs en arbeidsvoorwaarden. Sociale partners hebben CINOP deze opdracht verleend, omdat zij van mening zijn dat leerlingen in brede zin goed voorbe-reid moeten worden op een toekomst in de kappersbranche. Daarom laten sociale partners onderzoeken of de bedrijfsmatige kant van het kappersvak, behalve voor (startende) ondernemers, ook van belang kan zijn voor werknemers en zo ja, in welke mate dat het geval is. Het hebben van bedrijfsmatige kennis van de kapsalon is immers in het belang van alle kappers. Zeker toekomstige ondernemers doen er goed aan in een vroeg stadium te weten wat er komt kijken voor succesvol ondernemer-schap en in te schatten of zij over de juiste competenties beschikken. Op dit moment beginnen behoorlijk wat kappers als zelfstandige zonder personeel zonder dat zij goed voorbereid zijn op het ondernemerschap met alle risico’s van dien. Maar ook voor werknemers is het belangrijk om meer kennis en inzicht van de bedrijfsmatige kant van de kapsalon te hebben waar zij werkwerkzaam zijn. Zo krijgen zij meer inzicht in zaken waar de werkgever mee te maken krijgt zoals een kostprijsberekening. Wellicht kunnen in de toekomst de werknemers ook een aantal taken van de ondernemer overnemen. Naar onze mening zijn de huidige ondernemers bij uitstek in staat om aan te geven welke onderwerpen op het gebied van bedrijfsmatige taken en competenties belangrijk zijn voor aankomende kappers en waar meer aandacht aan zou moeten worden besteed tijdens de opleiding. Ondernemers kunnen immers putten uit eigen ervaringen en uit ervaringen met werknemers. Ook u behoort tot de ondernemers in de kappersbranche. Dat betekent dat u mogelijkerwijs in de komende periode door een onderzoeker van CINOP benaderd kunt worden voor een enquête. Wij hopen dat u mee wilt werken aan dit voor ons belangrijke onderzoek en willen u daarvoor bij voorbaat danken. Met vriendelijke groet, Marga Patijn, voorzitter voor deze:
Chris Boerland, voorzitter
Hans van den Hoeven, directeur
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
35
36
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Vragenlijst telefonische enquête
Algemene vragen 1. Type dienstverlening Alleen haarverzorging Combinatie met schoonheidsverzorging, visagie en manicure Combinatie met voetverzorging Combinatie met andere dienstverlening, namelijk .................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................. 2. Type kapsalon Herensalon Damessalon Gemengde salon 3. Omzetklasse Zelfstandige zonder personeel (ZZP’er), omzet < € 25.000,Zelfstandige zonder personeel (ZZP’er), omzet > € 25.000,Ondernemer met personeel, omzet < € 175.000,Ondernemer met personeel, omzet > € 175.000,Ketenbedrijf 4. Is uw bedrijf een erkend leerbedrijf? Ja Nee 5. Hoeveel leerlingen/stagiairs heeft u op dit moment in dienst? a. b.
Aantal BBL-leerlingen op dit moment .......................................................................................................................... Aantal BOL-stagiairs op dit moment ............................................................................................................................
6. Bedrijfsvorm Ambulant Aan huis Gevestigd Anders, namelijk ................................................................................................................................................................ 7. In welk jaar bent u als ondernemer/zelfstandige begonnen? ......................................................................... 8. Als u terugkijkt hoe u zelf ondernemer/zelfstandige bent geworden. Welke onderdelen op het gebied van bedrijfsvoering/niet-vaktechnische vaardigheden zouden er, volgens u, tijdens de opleiding aan bod moeten komen, zodat je goed voorbereid bent op het starten en hebben van een eigen onderneming? ......................................................................................................................................................................................................... 11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
37
Taken en activiteiten 9. Met in het achterhoofd, wat u nu zelf als ondernemer weet willen we u 2 vragen stellen: a. Moeten de volgende taken/activiteiten, volgens u, aan bod komen in de opleiding: ·
Als u vindt dat deze taken/activiteiten in de opleiding horen, kunt u aangeven of dit geldt voor junior kapper (niveau 2) en/of kapper (niveau 3).
·
Of hoeven deze taken/activiteiten alleen worden aangeboden in een keuzemodule, zodat alleen de leerlingen, die hierin geïnteresseerd zijn, dit in hun opleiding krijgen.
·
Als u vindt dat het niet nodig is dat deze taken/activiteiten worden behandeld in de opleiding, zet u een kruisje in de kolom ‘Niet nodig dat dit aan bod komt in de opleiding’. U kunt ook een toelichting geven bij uw antwoord:
b. Als u vindt dat de activiteiten wel belangrijk zijn voor een medewerker, kunt u aangeven waar dit het beste geleerd kan worden. ·
Op school
·
Tijdens de BPV
·
Later in de beroepspraktijk (als ze zijn afgestudeerd en werknemer zijn in een kapsalon)
Maak een keuze voor één van de plaatsen en zet één kruisje in de kolom van het antwoord van uw keuze. U kunt een toelichting geven bij uw antwoord
38
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging
4.
Verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuid-verzorging
5.
Werkplek/kapsalon opruimen
6.
Materialen reinigen en desinfecteren
7.
Bijdragen aan de inrichting van de salon
C. Onderhoud/ schoonmaken
D. Inrichting van de salon
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
39
(als werknemer)
3.
B. Verkoop
In de beroepspraktijk
Planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning)
Toelichting
Tijdens de BPV
2.
Waar kun je dit het beste leren?
Op school
Eigen werk plannen
bod komt in de opleiding
1.
Niet nodig dat dit aan
A. Planning
Alleen als keuzemodule
Activiteiten
Kapper (3)
Taken
Junior kapper (2)
Moet aan bod komen tijdens de opleiding
Toelichting
10. Met collega’s overleggen/ werkoverleg F.
Marketing en PR
11. Klantenkring opbouwen/ onderhouden 12. Acquisitie van nieuwe klanten
G. Inkoop en voorraadbeheer
13. Voorraad controleren en bijhouden 14. Artikelen inkopen/ inkoopadministratie
H. Financiën
40
15. Kassa bedienen
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
(als werknemer)
In de beroepspraktijk
Kennis, ervaringen delen met collega’s
Tijdens de BPV
9.
Toelichting
Waar kun je dit het beste leren?
Op school
Stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden
bod komt in de opleiding
8.
Personeel en organisatie
Niet nodig dat dit aan
E.
Alleen als keuzemodule
Activiteiten
Kapper (3)
Taken
Junior kapper (2)
Moet aan bod komen tijdens de opleiding
Toelichting
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
41
(als werknemer)
In de beroepspraktijk
Toelichting
Tijdens de BPV
Waar kun je dit het beste leren?
Op school
bod komt in de opleiding
Niet nodig dat dit aan
Alleen als keuzemodule
Activiteiten 16. Kas opmaken
Kapper (3)
Taken
Junior kapper (2)
Moet aan bod komen tijdens de opleiding
Toelichting
10. Zijn er nog andere belangrijke bedrijfsmatige taken/activiteiten, die niet in bovenstaand overzicht zijn genoemd, maar waarvan u wel vindt dat afgestudeerde kappers van niveau 2 en/of 3 dit tijdens de opleiding moeten leren? .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................
11. Zijn er nog andere belangrijke bedrijfsmatige taken/activiteiten, die niet al bij vraag 9 zijn genoemd, maar waarvan u wel vindt dat afgestudeerde kappers van niveau 2 en/of 3 dit het beste op de werkplek kunnen leren? .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................
42
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Competenties
a.
Inzicht in kosten i.v.m. kostprijsberekening/ tarieven
b.
Inzicht in de verschillende soorten kapsalons
c.
Inzicht in bedrijfsformule
d.
Inzicht in doelgroepen
e.
Inzicht in de wijze waarop afspraken gepland worden
f.
Gepaste omgangsvormen (klanten, collega’s)
g.
Informatievaardig (gebruik kunnen maken van informatie- en communicatievoorzieningen) Zich zelf willen blijven ontwikkelen (op de hoogte blijven van ontwikkelingen)
h. i.
Samenwerken
j.
Stressbestendig
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
43
Zeer belangrijk
Belangrijk
Noch onbelangrijk noch belangrijk
Onbelangrijk
Zeer onbelangrijk
12. Hoe belangrijk zijn onderstaande competenties voor het uitvoeren van bedrijfsmatige taken? Zet een kruisje in de juiste kolom. U kunt ook een toelichting bij uw antwoord geven.
Toelichting
Flexibel
l.
Commercieel inzicht
m. Plannen (goed overzicht van de werkzaamheden en de tijdsduur) n.
Gevolgen kunnen overzien van je eigen handelen
o.
Sterkte-zwakte analyse van jezelf als ondernemer
p.
Creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap)
q.
Doorzettingsvermogen
r.
Kunnen relativeren
s.
Initiatief nemen
t.
Inzicht in personeelsbeleid (taken, verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden)
u. v.
44
Inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Zeer belangrijk
Belangrijk
Noch onbelangrijk noch belangrijk
Onbelangrijk
Zeer onbelangrijk k.
Toelichting
13. Zijn er nog andere competenties, die belangrijk zijn bij het uitvoeren van bedrijfsmatige taken? ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................
Ondernemersschap Instanties, waar je als ondernemer mee te maken krijgt 14. Hoe belangrijk is het dat onderstaande instanties in de opleiding voor junior kapper (niveau 2) en/of kapper (niveau 3) aan bod komen. Geef een cijfer van 1 tot 5
a.
Kamer van Koophandel
b.
Banken
c.
Notaris
d.
Belastingdienst
e.
Gemeente (afdeling vestiging, bouwwoningtoezicht)
f.
Accountant/Accountantskantoor
g.
Verzekeraars (ziektekosten, brand, inboedel, aansprakelijkheid, verzuim)
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Kapper (3)
Junior kapper (2)
1 = zeer onbelangrijk 5 = zeer belangrijk U kunt hier ook een toelichting bij geven.
Toelichting
45
ARBO
i.
BUMA en SENA (vergoeding voor de muziek in de kapsalon)
j.
Winkeliersvereniging (publiciteit, algemene belangen)
k.
UWV
l.
Werkgeversorganisaties (Anko, Fusion)
Kapper (3)
Junior kapper (2)
h.
Toelichting
m. Werknemersorganisaties (FNV, CNV) n.
MKB
o.
HBA (Collectieve reclamecampagne)
15. Zijn er nog andere instanties, die belangrijk zijn voor ondernemers, die in de opleiding voor junior kapper (niveau 2) en kapper (niveau 3) aan bod zouden moeten komen. ........................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................
46 11067..01, CINOP Advies BV, december 2006
Wet- en regelgeving
a.
Vestigingseisen
b.
Winkelsluitingswet
c.
ARBO-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken)
d.
Wet op de Ruimtelijke Ordening
e.
CAO voor het kappersbedrijf
f.
Brand en veiligheid
g.
Bedrijfshulpverlening
h.
Aansprakelijkheid
i.
Belastingwet
j.
Verzekeringen
k.
Precario-vergunning
l.
BTW
Kapper (3)
Junior kapper (2)
16. Hoe belangrijk is het dat onderstaande wet- en regelgeving in de opleiding voor junior kapper (niveau 2) en/of kapper (niveau 3) aan bod komt. Geef een cijfer van 1 tot 5 1 = zeer onbelangrijk 5 = zeer belangrijk U kunt hier ook een toelichting bij geven.
Toelichting
m. Rechtsvormen
47
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
17. Is er nog andere wet- en regelgeving, die belangrijk is voor ondernemers, die in de opleiding voor junior kapper (niveau 2) en/of kapper (niveau 3) aan bod zouden moeten komen. .................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................
18. Heeft u nog opmerkingen naar aanleiding van dit onderzoek? Zijn er misschien nog andere punten die u van belang vindt m.b.t. de opleiding van kappers? .................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................
Bedankt voor uw medewerking! U kunt deze vragenlijst terugsturen naar CINOP t.a.v. mevrouw C. van den Heuvel, Antwoordnummer 10.0005, 5200 VB ’s-Hertogenbosch (postzegel niet nodig) of faxen naar 073-6123425.
48 11067..01, CINOP Advies BV, december 2006
Uitnodigingsbrief groepsdiscussie Geachte ondernemer, In opdracht van sociale partners (ANKO, Kappersbond FNV en CNV Kappers) heeft CINOP deze zomerperiode telefonische enquêtes uitgevoerd onder 65 kapper-ondernemers. De enquête was bedoeld om te achterhalen of ondernemers het wenselijk vinden dat leerlingen tijdens hun opleiding (naast vaktechnische kennis) kennis opdoen over bedrijfsmatige aspecten in de kapsalon. Via de enquête is achterhaald welke bedrijfsmatige onderwerpen op welk niveau aan bod zouden kunnen komen. Naar aanleiding van de resultaten nodigen we een aantal kapper-ondernemers uit om hier verder over te discussiëren en dieper in te gaan op een aantal aspecten. Verder zal tijdens de groepsdiscussie worden bepaald in welke fase van de opleiding de benoemde activiteiten/competenties het beste aan bod kunnen komen. Tijdens de groepsdiscussie wordt er gebruik gemaakt van het programma Meetingworks. Dit is een elektronische brainstormsessie waarmee met behulp van laptops op een gestructureerde en eenvoudige manier informatie uitgewisseld kan worden. Deelnemers aan de bijeenkomst beschikken allemaal over een laptop waarop ze gelijktijdig hun gedachten, ideeën en meningen kunnen invoeren. Deze worden vervolgens op een centraal scherm geprojecteerd. In dit systeem worden snel antwoorden gegenereerd en deze kunnen worden geordend en gewaardeerd. De deelnemers zien in één overzicht waarover men het eens is en waar de verschillen zitten. De groepsdiscussie zal plaatsvinden op 3 oktober 2006 vanaf 17.00 uur in het kantoor van CINOPPettelaarpark 1 in ’s-Hertogenbosch, 073-6800800. Een routebeschrijving is bijgevoegd. Met vriendelijke groet, Chris Boerland
49
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
Vragenlijst groepsdiscussie Groepsdiscussie bedrijfsmatige aspecten kappers 3 oktober 17.00-21.30 CINOP Den Bosch In deze bijeenkomst willen we de kapper-ondernemers een aantal vragen voorleggen over het belang van bedrijfsmatige ondewerpen in de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) en kapper (niveau 3). Naar aanleiding van vier thema’s ·
Activiteiten.
·
Competenties.
·
Instanties, waar je als ondernemer mee te maken krijgt.
·
Wet- en regelgeving.
willen we de deelnemers vragen een drietal vragen stellen ·
Hoe belangrijk is het dat dit aan bod komt in de opleiding o In de opleiding voor junior-kapper (niveau 2) o In de opleiding voor kapper (niveau 3)
·
Kunt u per activiteit toelichten waarom u vindt dat het belangrijk is dat dit in de opleiding aan bod komt
·
Heeft u nog aanvullingen op onderwerpen die van belangrijk zijn voor de opleiding, maar die hier nog niet genoemd zijn.
A. Activiteiten 1. Eigen werk plannen. 2. Planning van de behandeling van de klant (hoeveel tijd kost de behandeling, efficiënte planning). 3. Adviseren en informeren over diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging. 4. Verkopen van diensten, artikelen en producten voor de haar- en hoofdhuidverzorging. 5. Werkplek/kapsalon opruimen. 6. Materialen reinigen en desinfecteren. 7. Bijdragen aan de inrichting van de salon. 8. Stagiairs/medewerkers begeleiden bij de werkzaamheden. 9. Kennis, ervaringen delen met collega’s. 10. Met collega’s overleggen/ werkoverleg. 11. Klantenkring opbouwen/onderhouden. 12. Acquisitie van nieuwe klanten. 13. Voorraad controleren en bijhouden. 14. Artikelen inkopen/ inkoopadministratie. 15. Kassa bedienen. 16. Kas opmaken. 17. Marketing/marktonderzoek. 50 11067..01, CINOP Advies BV, december 2006
B. Competenties 1. Inzicht in kosten in verband met kostprijsberekening/ tarieven 2. Inzicht in de verschillende soorten kapsalons 3. Inzicht in bedrijfsformule 4. Inzicht in doelgroepen 5. Inzicht in de wijze waarop afspraken gepland worden 6. Gepaste omgangsvormen (klanten, collega’s) 7. Informatievaardig (gebruik kunnen maken van informatie- en communicatievoorzieningen) 8. Zich zelf willen blijven ontwikkelen (op de hoogte blijven van ontwikkelingen) 9. Samenwerken 10. Stressbestendig 11. Flexibel 12. Commercieel inzicht 13. Plannen (goed overzicht van de werkzaamheden en de tijdsduur) 14. Gevolgen kunnen overzien van je eigen handelen 15. Sterkte-zwakte analyse van jezelf als ondernemer 16. Creativiteit (zowel vakmatig als op het gebied van ondernemerschap) 17. Doorzettingsvermogen 18. Kunnen relativeren 19. Initiatief nemen 20. Inzicht in personeelsbeleid (taken, verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden) 21. Inzicht in de onderdelen van een ondernemersplan 22. Gebruik van ICT/software 23. Inzicht in belang van eigen gezondheid C. Instanties, waar je als ondernemer mee te maken krijgt 1. Kamer van Koophandel 2. Banken 3. Notaris 4. Belastingdienst 5. Gemeente (afdeling vestiging, bouw-woningtoezicht) 6. Accountant/Accountantskantoor 7. Verzekeraars (ziektekosten, brand, inboedel, aansprakelijkheid, verzuim) 8. BUMA en SENA (vergoeding voor de muziek in de kapsalon) 9. Winkeliersvereniging (publiciteit, algemene belangen) 10. UWV 11. Werkgeversorganisaties (Anko, Fusion) 12. Werknemersorganisaties (FNV, CNV) 13. MKB 14. HBA (Collectieve reclamecampagne) 15. KOC 16. Brancheplatform kappers
51
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006
D. Wet- en regelgeving 1. Vestigingseisen 2. Winkelsluitingswet 3. ARBO-wetgeving (Beleidsregels, gezond werken) 4. Wet op de Ruimtelijke Ordening 5. CAO voor het kappersbedrijf 6. Brand en veiligheid 7. Bedrijfshulpverlening 8. Aansprakelijkheid 9. Belastingwet 10. Verzekeringen (ziektekosten, arbeidsongeschiktheid, inboedel) 11. Precario-vergunning 12. BTW 13. Rechtsvormen 14. Pensioen 15. Milieu-eisen
52 11067..01, CINOP Advies BV, december 2006
Deelnemers groepsdiscussie 3 oktober 2006 Stephan Buringa Marcel Arp Teus Brand Peggy van Ganzewinkel René Rombout Maurice Crusio Harry Northausen Mari de Wit Henk Karelsen Mirjam Reijnders-Kantens Patricia Hunchs Richard Koffijberg Fred Hoen Piet Klok Joep Szejnoga
53
11067.01, CINOP Advies BV, december 2006