Business Administration /
Naam student
: __________________________
Examennummer
:
Handtekening
: __________________________
Bedrijfskunde
Schriftelijk Tentamen Algemeen Vak:
Human Resources management
Vakcode:
BKB 1022
Datum:
19 maart 2009
Soort tentamen (open of gesloten boek): Tijd:
Docent(en):
J. Sirks D. van Dierendonck
Totaal aantal pagina’s (inclusief 2 voorbladen):
gesloten van 9.30 uur tot 12.30. uur
Instructies
Lees eerst het tentamen door alvorens te beginnen met het maken van de opgaven! Vermeld op alle stukken die u inlevert uw naam en examennummer!
In principe zijn hulpmiddelen tijdens een tentamen niet toegestaan, tenzij deze hier vermeld worden. Mag een (grafische) rekenmachine worden gebruikt? Nee Vermelding naam op antwoordformulier? ja Tenatmenblad mag NIET worden meegenomen, inleveren met het antwoord formulier.
Opbouw tentamen, puntenverdeling en cijferberekening en waarschuwing
Human Resources management 3-2009
Blad 1 van 10 bladen
Opbouw tentamen
Totaal aantal gestelde multiple choice vragen:40
Puntenverdeling en cijferberekening
Het tentamen telt voo 70% mee in het eindcijfer De simulatie telt voor 30% mee in het eindcijfer
Waarschuwing Let op! Tijdens het tentamen wordt gecontroleerd op fraude. Mobiele telefoons dienen tijdens tentamens uitgeschakeld te zijn en opgeborgen in jas of tas. Gebruik van mobiele telefoons is verboden. Ook als blijkt dat uw mobiele telefoon aan staat, wordt dat aangemerkt als fraude. Ook andere elektronische apparatuur is niet toegestaan. Studiemateriaal zoals een grafische rekenmachine, woordenboek of wetboek mag slechts gebruikt worden als dit uitdrukkelijk is toegestaan. Onder ‘instructie’ op dit voorblad is vermeld of dit het geval is. Woordenboeken en wetboeken mogen niet geannoteerd zijn. Indien fraude wordt geconstateerd kan de examencommissie een sanctie opleggen tot een maximum van uitsluiting van alle tentamens voor één jaar.
Human Resources management 3-2009
Blad 2 van 10 bladen
1.
In de 21e eeuw zijn organisaties drastisch veranderd in vergelijking tot de 20e eeuw. In hoofdstuk 1 van Cascio staan deze verschillen in een tabel genoemd. Welke aspecten
zijn typisch voor de 21e eeuw op de aspecten: structure, products en motivation? a. b. c. d.
structure: interdependencies; products: mass customization, motivation: to compete structure: interdependencies; products: mass customization, motivation: to build structure: interdependencies; products: mass production, motivation: to build structure: self-sufficiency; products: mass customization, motivation: to compete B-5
2.
Managers zijn verantwoordelijk voor het optimaal gebruiken van de resources materiaal, kapitaal en mensen. Er zijn vijf activiteiten waar managers zich in meerdere of minder mate mee bezig moeten houden. Onder welke activiteit vallen (1) rewarding employees for performing effectively, (2) ensuring harmonious working conditions, en (3) maintaining a safe, health work environment? a. b. c. d.
Staffing Managing change Retention Development C-6
3.
Wat is de meest accurate term voor „fundamental rethinking and radical redesign of business processes to achieve dramatic improvements in coast, quality and speed‟? a. b. c. d.
Restructuring Total Quality Management Reengineering Quality of Work life C 18
4.
Geef aan welke van onderstaande stelling(en) waar is/ zijn: 1. Positieve discriminatie helpt om effecten uit het verleden te corrigeren. 2. Een essentieel onderdeel van diversiteitsmanagement is een werkomgeving creëren waarbij elke persoon puur op zijn merites wordt beoordeeld. a. b. c. d.
Alleen 1 is waar. Alleen 2 is waar. 1 en 2 zijn beide waar. 1 en 2 zijn beide niet waar. C 202
5.
In hoofdstuk 4 wordt op basis van leeftijd onderscheid gemaakt in verschillende generaties. Welke generatie is geboren na1980? a. b. c. d.
Silent Generation Swing generatie Generatie X Generatie Y D 134
Human Resources management 3-2009
Blad 3 van 10 bladen
6.
In hoofdstuk 4 worden vijf redenen genoemd waarom diversiteit zo‟n belangrijk element is geworden van human resource management. Welk van onderstaande redenen hoort NIET tot deze vijf? a. b. c. d.
Beeindiging van life-time employment Globalisatie van de markten Nieuwe bedrijfsstrategie vraagt om meer teamwerk Veranderende arbeidsmarkt A 120
7.
Een belangrijke taak van HRM is om van bij medewerkers in de organisatie het volgende te realiseren: a. b. c. d.
terugdringen van de leegloop standaardisatie van de lonen verbetering van het personeelsdossier optimalisatie van de productiviteit D7
8.
In het boek wordt Quality of Work Life gedefinieerd als a. b. c. d.
een objectieve indicator van het welzijn van de werknemers het niveau van de productiviteit behaald door de werknemers de percepties van de werknemers ten aanzien van hun werk de mate waarin de organisatie het Japans Management heeft geïmplementeerd C 24
9.
De maat waarin de output van producten en diensten met betrekking tot de input van arbeid, kapitaal en machines wordt gemeten heet: a. b. c. d.
kwaliteitsverbetering winst productiviteit resources C 22
10. Hoe noemen wij een allesomvattende samenvatting van taakeisen (task requirements)? a. b. c. d.
Job analysis Job description Job specification Job summary B 158
11. Welke methode van job analysis kun je het beste gebruiken voor job evaluation? a. b. c. d.
Job performance Observation Interviews Critical incidents C-169
Human Resources management 3-2009
Blad 4 van 10 bladen
12. Managers nemen aan dat werknemers die ontevreden zijn over hun werk en die niet sterk gecommitteerd zijn aan de organisatie het volgende gedrag zullen vertonen: a. b. c. d.
Zij besteden minder aandacht aan klantvriendelijkheid Zij zullen sneller ontslag nemen Zij zijn vaker afwezig van het werk Alle bovenstaande D 46
13. Wanneer bedrijven ontdekken dat zij beter kunnen communiceren met hun klanten doordat hun werknemerspopulatie die lijkt op de populatie van de klanten, welke diversiteit hebben zij dan verbeterd: a. b. c. d.
globale diversiteit nationale diversiteit interne diversiteit externe diversiteit C 121
14. In het boek van Cascio staat een schema van het selectie en wervingsproces. Wat is de volgorde waarin verschillende aspecten van HRM elkaar in dit proces opvolgen? a. b. c. d.
recruitment ........ selection & placement...... orientation ........................ training job analysis ........ recruitment ...................... selection & placement ...... training HR planning ....... recruitment ...................... selection & placement ...... training HR planning ....... recruitment ...................... screening & placement .... job analysis C 158
15. Wat is een belangrijke functie van het realistic job preview? a. b. c. d.
Positieve verwachtingen verminderen Pessimistische verwachtingen bekrachtigen Positieve verwachtingen bekrachtigen en pessimistische verwachting verminderen (Te) positieve verwachtingen verminderen en (te) pessimistische verwachtingen bekrachtigen A+D 169
16. Hoe heet een mandaat om specifieke vrouwen of minderheden aan te nemen of te promoveren, zodat niemand op grond van vroegere of huidige discrimiantie wordt uitgesloten? a. b. c. d.
Passive non-discrimination Pure diversity-based recruitment Diversity-based recruitment with preferential hiring Hard quotas B 202
17. Om de deelname van vrouwen aan het arbeidsproces te ondersteunen worden door bedrijven verschillende maatregelen genomen. Cascio beschrijft zes manieren die bedrijven tegenwoordig gebruiken. Wat behoort NIET tot deze specifiek op vrouwen gerichte „opportunities‟? a. b. c. d.
Alternative career paths. Job Sharing. Training and Counselling Flexible Scheduling C 137 Human Resources management 3-2009
Blad 5 van 10 bladen
18. Wat is, volgens Cascio, de meest gebruikte methode voor selectie? a. b. c. d.
Vaardighedentest Medisch onderzoek Intelligentietest Persoonlijkheidstest A 200
19. Wanneer hebben realistische job previews (RJP) weinig nut? a. b. c. d.
als er veel werkeloosheid is. als er veel mensen worden aangenomen (lage selectie ratio) als er weinig mensen worden aangenomen.(hoge selectie ratio). wanneer de organisatie sterk verandert. A+C 221
20. Voor veel werknemers gaat de midlife overgang op het werk vergezeld van: a. b. c. d.
Overplaatsing naar een andere, vaak hogere functie Stagnatie (Career plateau) Mogelijkheid voor salarisverbetering Verlaging van de functieinhoud (Demotie). B 385
21. Welke selectie theorie beschrijft het proces dat organisaties mensen zoeken, en dat mensen banen en organisaties zoeken die passen bij hun persoonlijkheid en carrière verwachtingen. a. b. c. d.
matching theory hunting theory discerning theory mating theory D 235
22. Om ervoor te zorgen dat trainingen hun volle potentie kunnen waarmaken zijn ook structurele aspecten belangrijk. Cascio identificeert negen aspecten die op macro niveau vaak tot problemen leiden. Een van deze aspecten is het belang dat werkgevers en scholen sterkere banden ontwikkelen. Waarom gebeurt dit te weinig? Geef het meest accurate antwoord volgens Cascio. a. Scholen reageren niet voldoende op de eisen van de arbeidsmarkt. Bedrijven vertellen te weinig aan scholen wat ze nodig hebben. b. Scholen zijn alleen bezig met wetenschappelijke kennis. Bedrijven komen bij de scholen bij een gesloten deur. c. Bedrijven overladen scholen met wat ze nodig hebben. Scholen hebben te weinig docenten in dienst om dat aan te kunnen. d. Scholen hebben te weinig docenten in dienst. Bedrijven staan bij de scholen voor een gesloten deur. A 202
Human Resources management 3-2009
Blad 6 van 10 bladen
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
23. Om een nieuwe vaardigheid te leren, is oefenen tijdens de training belangrijk. Voor welk soort taken is „overlearning‟ met name belangrijk? a. b. c. d.
Gemakkelijke taken die geen aandacht vragen Moeilijke taken die veel aandacht vragen Taken die slechts zelden, maar wel onder druk, uitgevoerd moeten worden Taken die dagelijks moeten worden uitgevoerd
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
C-301
24. In het hoofdstuk over training wordt een opmerkelijk effect genoemd, het Paul principle. Wat is het Paul principle? a. Dat mensen steeds efficienter worden in het werk dat ze doen. b. Dat mensen worden gepromoveerd tot ze op een niveau komen waarop ze incompetent blijken. c. Dat mensen steeds incompetenter worden om hun werk op hetzelfde niveau te blijven doen. d. Dat mensen gedemoveerd (teruggezet in functie) moeten worden naar het niveau waarop ze nog steeds competent zijn. C 316
25. Financiële beloningen bestaan uit directe beloningen en indirecte beloningen. Wat zijn de indirecte beloningen? a. b. c. d.
Internal equity Pensioen plan Employee benefits Bedrijfsopties C 418
26. Hoe noemen we een systeem waarbij werknemers direct beloond worden voor de hoeveelheid die ze produceren. a. b. c. d.
Marktconform belonen Prestatie beloning Taakgericht belonen Stukloon D college
27. Prestatiebeloning wordt steeds meer toegepast, ook in Europa. Toch is dat niet zonder risico. Wat zijn drie van deze risico‟s? a. b. c. d.
Loon naar werk is duurder; werkdruk managers neemt toe; geld motiveert Loon naar werk is duurder; werkdruk managers neemt toe; geld leidt tot te hard werken. Loon naar werk is duurder; Iedereen een hoge beoordeling; geld motiveert . Collega‟s worden concurrenten; werkdruk managers neemt toe; geld motiveert niet. D college
Human Resources management 3-2009
Blad 7 van 10 bladen
28. Om de prestatie van iemand te kunnen bepalen zijn verschillende scoringsmethodieken te gebruiken. Management by Objectives wordt beschreven als een op resultaten gerichte methode. Waarom is dat? a. b. c. d.
Omdat de focus van de methode het gedrag is Omdat het gericht is op het meten van iemands bijdrage aan de organisatie Omdat de focus van de methode het behalen van voorgestelde doelen is Omdat er niet naar de persoon zelf wordt gekeken, maar alleen naar wat de persoon presteert
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
B 342
29. Deze vraag is vervallen, omdat het blijkbaar verwarrend was. Het effect is dat de norm
voor 5.5. één lager is komen te liggen.
30. Eerlijkheid is een belangrijke doelstelling van een beloningssysteem. Dit wordt vaak aangeduid als billijkheid, oftewel equity. Welke vorm van equity wordt bedoeld met eerlijkheid in termen van de relatieve waarde van een baan binnen een organisatie? a. b. c. d.
Internal equity External equity Individual equity Organizational equity
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
A 419
31. Wat is volgens Cascio, als hij beloningssystemen bespreekt (hfst 11), uiteindelijk de belangrijkste factor die ervoor zorgt dat werknemers productief en gemotiveerd zijn? a. b. c. d.
Meer belonen dan de markt. Werknemers snel naar hoge salarisgroepen laten doorstromen. Goede secundaire arbeidsvoorwaarden. De wijze waarop het beloningssysteem is ontworpen en wordt gemanaged.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
B+D 439
32. Er zijn verschillende vormen van stakingen te onderscheiden. Wat is een belangrijk risico bij onbeschermde stakingen (unprotected strikes)? a. b. c. d.
Dat oneerlijke praktijken van de werkgever voortduren. Dat onderhandelingen over de cao voor de komende jaren vastlopen. Dat stakers ontslagen kunnen worden door hun werkgevers. Dat collega‟s woedend worden op de stakers. C 524
33. Geert Hofstede identificeerde vijf dimensies om in bedrijven culturele verschillen tussen landen te omschrijven. Welke dimensie wordt bedoeld met een oriëntatie op werk, carrière en geld versus een oriëntatie op kwaliteit van leven en mensen helpen? a. Power distance b. Individualism c. Masculinity 37. Long-term versus short-term orientation
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
C-635
Human Resources management 3-2009
Blad 8 van 10 bladen
34. Bij het beoordelen van mensen kunnen observatoren fouten maken. Hoe noem je de fout die optreed als een beoordelaar zich met name laat leiden door de meest recente prestaties van een werknemer? a. b. c. d.
Halo error Contrast error Recency error Haste error
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
C 354
35. In de video over de wasserij County Linen (college) kwam naar voren dat Gordon (de bedrijfsleider) moeite had met zijn ontslag. Welk psychologisch proces sprak met name uit zijn woorden toen hij de dag van zijn afscheid beschreef? a. b. c. d.
Gebrek aan rechtvaardigheid vanwege zijn grote inzet. In-out group vooroordelen van de familie ten opzichte van de rest van het personeel. Een gebrek aan intrinsieke motivatie. Een gebrek aan extrinsieke motivatie. A college
36. Binnen de HRM kunnen vier typen van verloop onderscheiden worden: functioneel verloop, vrijwillig verloop, onvrijwillig verloop en disfunctioneel verloop. Van welk type verloop is sprake bij toppresteerders die moeilijk te vervangen zijn? a. b. c. d.
Functioneel Vrijwillig Onvrijwillig Disfunctioneel D College
37. Welke vier fasen kunnen bij een reorganisatie worden onderscheiden. De volgorde is belang! a. b. c. d.
Besluitvorming ...... bewustwording ..... planontwikkeling ..... uitvoering Bewustwording ..... planontwikkeling .. besluitvorming ........ uitvoering Bewustwording ..... besluitvorming...... overleg .................... uitvoering Planontwikkeling ... overleg ................. besluitvorming ........ realisatie B college
38. Bij ontslag op staande voet zijn een aantal elementen specifiek genoemd. Wat van de onderstaande is NIET juist? a. b. c. d.
Er moet een dwingende reden zijn. De reden moet objectiveerbaar zijn. Het ontslag is niet geldig bij zwangerschap. Er is geen doorbetaling van loon C college
39. Een werkovereenkomst kan de vorm hebben van een “Aanneming van opdracht of werk”. Dit geldt vooral: a. b. c. d.
Bij thuiswerkers. Bij overeenkomsten van bepaalde tijd. Wanneer er direct toezicht is door de leidinggevende. Wanneer er geen loon maar een prijs wordt afgesproken. D college
Human Resources management 3-2009
Blad 9 van 10 bladen
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
40. Het verschijnsel dat een organisatie meestal vanzelf groeit als er nieuwe taken worden geintroduceerd heet: a. b. c. d.
het bloempje van Catharina het Pygmalion effect het Milgram verschijnsel het Peter Principle A-college
Human Resources management 3-2009
Blad 10 van 10 bladen