Be JAARGANG NO. 2 APRIL—MEI 1976
Redaktie : M. P. J. van Bracht R. v. Grondelle P. J. M. v. d. Hoogen A. A. Vissers
STICHTING IGNATIUS-ZIEKENHUIS Wilhelminasingel 33, Breda
Inhoud In Memoriam
C. Poppelaars
12 1/2 jaar Centrale Sterilisatie
Rosemarie van Boxel
5, 6 en 7
Betekenis van de Sterilisatie
7 en 8
Dankbetuiging
8
Afscheid van de heer Vervoort
9
Mededeling
9 10 en 11
12 Mei, dag van de verpleging
12
„Nieuwe stijl"
13
Inas-Opleiding
14
Afscheid van Zuster Silvia
15
Dankbetuiging, dankwoord
16
Dankwoord mevr. Schoutse, Fresco
17
„Het Magazijn" III Omslag :
2 en 3
Rondzendbrief Elly Deurwaarder 3 en 4
Voorjaar Foto's en tekeningen
Blz.
18 en 19
Noot van de redaktie
19
Unitverpleging
20
Zuster Silvia, Curacao en het Ignatius-ziekenhuis 21 en 22
Druk. :
Afscheid Zuster Yvonne
23
Uitslagen tussentijdse verkiezingen O.R. 9 juni 1976
23
Personalia
24
Drukkerij West Brabant B.V. Dreef 58, Breda
1
IN MEMORIAM
Dr. J. A. Klein Swormink werd op 6 september 1893 te Amsterdam geboren. Als zoon van streng katholieke ouders werd hij groot gebracht volgens de toen geldende wetten van nauwgezetheid en zelfbeheersing. Reeds op zeer jeugdige leeftijd onderscheide hij zich door opmerkelijke intelligentie. In korte tijd beeindigde hij de medische studies om zich spoedig daarna te vestigen als huisarts te Breda. Door zijn markant optreden als arts in de toenmalige uitermate liberale medische kringen van Breda, trok hij al spoedig de aandacht van de kerkelijke hierarchie. Mgr. Hopmans, bisschop van het bisdom Breda en Moeder Ignatia, algemeen overste van de orde „Alles voor Allen", hadden in onderling overleg besloten tot de bouw van een nieuw ziekenhuis ter vervanging van het rusthuis aan de Haagdijk, dat niet meer aan de eisen van de tijd voldeed. De nog geen 30 jaar oude Klein Swormink werd door hen belast met het ontwerpen en de bouw van het Ignatius-ziekenhuis. In ongelooflijke korte tijd slaagde hij als eenling er in het gebouw uit te dokteren en tot stand te brengen, dat heden ten dage nog in grote lijnen funktioneert als het Ignatiusziekenhuis. Een prestatie, die na hem door geen enkele geneesheer-direkteur ooit werd gedvenaard. Door zijn grote energie, kennis en kunde, was Klein Swormink in staat met sukses meerdere taken gelijktijdig iwbet ziekenhuis op zich te nemen. Naast geneesheer-direkteur, was hij internist, hoofd van de interne afdeling, hoofd van de rontgenafdeling en !eider van het toenmalig medisch laboratorium. Hij kreeerde bovendien, als eerste in Nederland, een school voor verpleegsters, waarvan de faam spoedig de Brabantse grenzen vèr overschreed. De oorlogsdagen van 1940 bracht Klein Swormink met patienten, medici, zusters en verpleegsters door in de duistere kelders van het ziekenhuis. Gedurende de oorlogstijd wist hij het ziekenhuis van grote rampen te vrijwaren. Onmiddellijk na de oorlog trof hij, aktief als altijd, in het Ignatius-ziekenhuis voorzieningen om de in de oorlog op medisch diagnostisch gebied opgelopen achterstand snel in te !open. In de jaren vijftig achtte ook Klein Swormink de tijd gekomen de in het ziekenhuis werkende specialisten tot een medische staf te bundelen. Voorwaar geen gemakkelijke opgave. Door.zijn grote schranderheid, zijn grote welsprekendheid en bovendien door zijn benijdigswaardige gave om ogenschijnlijke onoplosbare vraagstukken op te lossen, slaagde hij er in korte tijd in het vertrouwen van de medische staf te winnen. 2
Tot 1962 was hij de bezielende geneesheer-direkteur van het St. Ignatiusziekenhuis. Het was dan ook geen toeval, dat de toenmalige minister Dr. Veltkamp op 14 november 1962 de fraai gebouwde school voor verplegend personeel van het St. Ignatius-ziekenhuis opende. Dit bouwwerk betekende de afsluiting van een meer dan briljante Ioopbaan van een man, die praktisch zijn gehele aktieve medische karriére in dienst had gesteld van zijn eigen geesteskind het Ignatius-ziekenhuis. In 1963 werd hij voor zijn werk op medisch en sociaal terrein benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Het Vaticaan benoemde Klein Swormink in 1968 tot Ridder in de Orde van de Heilige Gregorius. In de stillere dagen van zijn !even volgde hij nog steeds met grote belangstelling het wel en wee van zijn Ignatius-ziekenhuis. Vele oude vrienden, medici, zusters en verpleegsters werden door hem en zijn aktieve en geinteresseerde vrouw steeds gastvrij ontvangen. Op 30 maart 1976 kwam een einde aan dit welbestede leven. Moge hij rusten in vrede. Dr. A. J. M. Karthaus.
Elly Deurwaarder, verpleegkundige op de afdeling Neurologie, vertrok op 1 maart j.l. naar Zambia om daar haar beroep van verpleegkundige te gaan uitoefenen en zo haar steentje bij te dragen tot de ontwikkeling van dat land. Onlangs zond zij aan de Redaktie van de Singel een brief met daarin haar eerste ervaringen. Hieronder drukken wij deze brief in zijn geheel af, om U een eerste indruk te geven, onder welke omstandigheden een oud-kollega leeft en werkt in een „ontwikkelingsland".
Eerste rondzendbrief van Elly Deurwaarder Nyanje Mission Hospital Private Bag 1 Sinda ZAMBIA
DOG 59/76
Nyanje, 4 april 1976. Ontv. : 12-4-1976.
Lieve mensen, Het is alweer bijna drie weken geleden, dat ik uit Holland ben vertrokken. Het lijkt veel !anger, maar dat komt waarschijnlijk door alle nieuwe indrukken, die ik te verwerken krijg, het Engels spreken, wat me nog moeite kost en daarnaast proberen enkele woorden Nyanja te leren. Maar laat ik bij het begin beginnen. Maandag 15 maart was het dan zover. Na een jaar van voorbereiding, kon ik dan vertrekken. Het afscheid nemen van mijn familie was even moeilijk, twee en een half jaar is een hele tijd realiseer je je dan. Maar ik had het druk met douane, juiste vertrekpier zoeken en bagage kontrole, wat me over dit moeilijk moment heen hielp. Om 13.00 uur ging ik dan de lucht in, richting Londen, waar ik over moest stappen op een vliegtuig naar Lusaka. Hier vertrok ik om 16.00 uur Engelse tijd om de volgende morgen klokslag 7.00 uur in Lusaka te landen. We maakten nog een tussenlanding in Khartoem in Soedan en in Nairobi in Kenia. Het aantal uren dat de reis duurde heb ik niet exact bij kunnen houden, want bij iedere landing was er tijdsverschil. Tenslotte moest ik in Lusaka mijn horloge weer een uur achteruit zetten. Tussen Nederland en Zambia is er een uur tijdsverschil, we leven Her een uur later. Toen ik in Lusaka uit het vliegtuig stapte, voelde ik een vochtige warmte en rook een lucht die naar aarde geurde. Het temperatuursverschil met Nederland was duidelijk merkbaar, daar ik met echt Hollands weer was vertrokken, mistig, miezerig en koud. Het was warm en dat al om 7 uur 's morgens. De douane en immigratiedienst leverden geen moeilijkheden op, behalve dat ik allerlei
3
formulieren moest invullen, geld wisselen om met Kwarcha m'n visum te betalen en een douanebeambte overtuigen, dat ik beslist een bewijs wilde hebben, dat ik Amerikaanse dollar reis-cheques had ingevoerd. Als je het land uitgaat mag je namelijk maar een bepaald bedrag aan geld meenemen of je moet kunnen aantonen, dat je geld het land ingebracht hebt. Hier maakte ik kennis met een Nederlandse arts, die via medicus-mundi was uitgezonden en in hetzelfde vliegtuig had gezeten. Hij, z'n vrouw en twee kinderen moesten ook wachten op iemand van CMAZ. Deze letters staan voor : Churches Medical Association of Zambia. Deze organisatie behartigt de belangen van het medisch personeel, dat via een internationale kerkelijke organisatie is aangemeld en in een missie- of zendingshospitaal gaat werken. In ons geval was dat Pat Pace. Zij is de nieuwe sekretaresse van CMAZ. Het vliegveld van Lusaka ligt buiten de stad, ± 20 min. rijden met de auto. Langs de weg konden we al iets van de Zambiaanse natuur zien. Alles zag even groen en er stonden grote bomen met gele en fel oranje bloemen. Er gingen veel Zambiaanse vrouwen richting stad met de bagage op hun hoofd. lk vind dit zo knap, iedere keer als ik het zie, kijk ik er met bewondering naar. Het verkeer in Lusaka (en heel Zambia) rijdt links en is er druk. Na een kop koffie en een douche waren we weer zo fit, dat we ons met onze papieren bezig konden houden. Pat nam ons mee naar het ministerie van gezondheid, hier brachten we twee dagen zoek. Toen hadden we onze papieren. Aileen voor een voorschot op ons salaris moesten we de volgende dag nogmaals terugkomen. lk had' me er op voorbereid, dat het ambtenarenapparaat langzaam werkte, maar toch wordt je ongeduldig als men zegt kom om 11.30 uur maar terug, je wacht dan tot 12.30 uur en er wordt dan verteld, lunchpauze, kom om 14.00 uur maar terug. Het is voor mij ook onbegrijpelijk hoe de mensen, die daar werken papieren terug kunnen vinden. Er liggen stapels mappen op de bureau's. Naar de map van Paul is dan ook een uur gezocht voor die boven water kwam. Lusaka zelf heeft als stad geen bijzonderheden. Er zijn twee lange winkelstraten, waarin tevens alle regerings- en bankgebouwen zijn gevestigd. M'n bagage was goed overgekomen, evenals de bagage die ik vooruit had gestuurd. Zaterdag, 20 maart ben ik dan vanuit Lusaka vertrokken met de familie Mosselman naar Katete. Leo Mosselman is in dienst van de Reformed Church of Zambia. Hij is administrateur voor 7 gezondheidscentra en 2 ziekenhuizen, waaronder Nyanje, waar ik nu werk. Nyanje is gelegen in de East-Provence, wat het zuid-oosten van Zambia is, tegen de grens van Mozambique. Er loopt een goed geasfalteerde weg van Lusaka naar Chipata (wat de provincie hoofdstad is). Bij de plaats Sinda is een afslag naar Nyanje. Deze weg is niet geasfalteerd, maar redelijk te berijden. 60 km verder ligt Katete waar je redelijk goed inkopen kunt doen, die voor je eerste levensbehoefte van belang zijn. Na maandag 22 maart een bezoek te hebben gebracht aan de Provincial Medical Officer, een provinciaal inspekteur voor de volksgezondheid, en hier inkopen te hebben gedaan, heeft Leo me naar Nyanje gebracht. Het is een klein dorp, met het ziekenhuis en daaromheen de huizen van het personeel, een kerkje, een lagere school en veel verspreid liggende hutten. De omgeving is prachtig. Veel groen en rotsachtige bergen, met weinig begroeing. Er is een meer op 15 min. !open van Nyanje, om daar te komen moet je eerst door een snelstromend riviertje waden. Na laet regenseizoen droogt dit riviertje op. Bij het meer zijn kleine kale plateau's van marmerachtig gesteente. Het ziekenhuis is in 1956 gebouwd. Het was de laatste 18 jaren erg verwaarloosd. Het bestaat uit aparte gebouwen, verbonden door open gangen. De kraam- en tbc-afdeling staan apart. Vanaf 1973 tot december 1975 is er geen arts in dit ziekenhuis geweest. Sinds december 1975 is er een Nederlandse arts die blijft tot eind april, dan hopen we dat Hugo Heij gearriveerd is. Hij zou begin deze maand al hier zijn, maar wacht nog steeds op z'n werkvergunning. Sinds er weer een arts is, is de bedbezetting gestegen tot ± 100 patienten per dag. De kapaciteit van het ziekenhuis is 184 bedden. Er is een nieuw X-ray apparaat gearriveerd, nu is het wachten op de technicus, die het toestel komt installeren. lk ben op een goed moment hier begonnen, want men is begonnen het ziekenhuis te schilderen. Het wordt iedere clFg lichter binnen. De operatieafdeling is weer in ere hersteld, nu er een arts is. Het is vaak wel improviseren, maar voor kleine operaties is het doenlijk. Er werken hier nog twee Deense verpleegsters. lk moet zowel het werk van Hanne als Kirsten kunnen doen en dienst doen in de kraamafdeling. 1k heb nog niet het gevoel dat ik echt werk, maar dat komt wel met de tijd. Verder heeft iedere afdeling zijn eigen personeel. Het zijn Zambian Enrolled Nurses en dressers. De eersten hebben een opleiding van 2 jaar, zowel theorie als praktijk. De dressers hebben hun kennis enkel vanuit de praktijk. lk woon in een huis met twee Zambiaanse vroedvrouwen, die ieder een aantal kinderen hebben. lk heb een zit-slaapkamer, koken gebeurt op een wood-stove. Een fornuis dat wordt gestookt met hout. lk moet er nog aan wennen, want het is moeilijk het vuur goed brandend te houden. 's Avonds hebben we van 18.00-22.00 uur elektriciteit, in het weekend tot 23.00 uur. Zo, ik hoop jullie allemaal wat geInformeerd te hebben over mijn eerste indrukken. lk hoop dat jullie tijd zullen kunnen vinden om te-schiiiven, post is altijd welkom. Wil iemand iets speciaals weten over het land of m'n werk, stel dan vragen, ik zal proberen ze te beantwoorden. De post wordt driemaal per week gehaald en weggebracht naar Sinda, waar een postkantoortje is. Allemaal heel veel groeten en tot schrijfs. ELLY.
4
6 JULI 1976
6 JANUARI 1964
121/2 JAAR CENTRALE STERILISATIE
Op 6 juli 1976 is het 12 1/2 jaar geleden dat de Zeereerwaarde Heer Rector van de Donk de Centrale sterilisatieafdeling inzegende. Hiermede werd de afdeling officieel in gebruik genomen. Hij was de derde in het land, doch de eerste in zijn soort, qua ruimten, afmetingen en sterilisatoren. Voorwaar een grote sprong in vooruitgang en ontwikkeling in het St. Ignatius-ziekenhuis. Deze afdeling is tot stand gekomen, mede door de stuwende kracht en vooruitziende blik van Dr. A. J. M. Karthaus, die zich altijd en nog, inzette voor het bereiken van een optimale steriliteit. Het eerste Hoofd van de Centrale Sterilisatie was dhr. J. Bastiaansen, die samen met Zr. v. Steen, Corry Koning en Jeanne Wiegeraad het moeilijke pionierswerk verrichtten. Zij werden regelmatig gadegeslagen door gasten, die van heinde en verre kwamen, om deze unieke afdeling te bekijken. Onder de vele werkzaamheden van het eerste uur, die bij vele lezers een glimlach op het gelaat zal doen ontstaan, noem ik o.a. : Het zelf maken van sterilisatiezakjes. Het, d.m.v. een ponsbeitel en hamer, slaan van lapjes uit oude handschoenen om hiermede gaatjes te dichten in nog bruikbare handschoenen. Het aanplakken van manchetten aan handschoenen. Het tellen en verpakken van verbandgaas. Dit moest gebeuren onder streng silentium. De radio mocht bij deze gebeurtenis ook niet aan staan. Dit was vooral gedaan om een optimale telling te bereiken die voor de operatiekamer onontbeerlijk was. Het wassen van gebruikt verbandgaas en het weer gebruiksklaar maken ervan. Het schoonmaken van spuiten en naalden en het slijpen van deze laatsten op een slijpsteentje.
Tot zover een kleine greep uit de vele werkzaamheden van toen, die voor die tijd enorm vooruitstrevend waren Zet men deze werkzaamheden tegenover de werkzaamheden van nu, dan moet men konkluderen dat onze pioniers onder moeilijke omstandigheden moesten werken, waarvoor wij een enorm respekt hebben. De ontwikkeling is snel gegaan. Disposable artikelen deden hun intrede en daarmee moest veel vertrouwd materiaal verdwijnen, o.a. : Plastic spuiten kwamen, de glazen verdwenen. Disposable handschoenen kwamen, de re-steriliseerbare verdwenen. Machinaal vervaardigde sterilisatiezakjes kwamen, het zelf maken van deze zakjes werd verleden tijd. Sael-apparatuur kwam om zakjes luchtdicht of te sluiten, de rollen plakband werden hiervoor taboe verklaard. Ook bouwkundig werd de afdeling in. de loop van de jaren aangepast. Een kleine niet volledige greep uit de bouwkundige voorzieningen laat ik volgen: Afzuigapparatuur werd aangebracht in de linnen-vouwkamer. Koeling voor de afdeling werd geinstalleerd (hiervoor heeft Zr. M. Stolk, het derde Hoofd van de Centrale Sterilisatie zich vooral ingezet). Recentelijk een verbouwing om binnen de afdeling drie gedeelten te krijgen, n.l. een steriel, een schoon en een „vuil" gedeelte. Deze drie gedeelten worden streng van elkaar gescheiden gehouden, o.a. door het instellen van bepaalde looproutes en het instellen van een eenrichtingsverkeer voor de steriele en de „vuile" kant. De steriliteit van de afgegeven materialen is gegarandeerd, mede door de manier van werken. Om u een inzicht te geven van de verwerking van de door u aangeboden materialen, laat ik een beschrijving volgen van een pincet zoals die door de centrale sterilisatieafdeling wordt verwerkt. De pincet komt binnen via het vuile gedeelte (zie schema) waarin hij wordt schoongemaakt. Vervolgens verlaat hij dit gedeelte d.m.v. een doorgeefsterilisator (contaminatie uitgesloten) en komt in de schone ruimte waarin hij wordt ingepakt. De verpakking wordt voorzien van een vervaldatum (de datum waarop de steriliteit vervalt) en gaat vervolgens in de sterilisator. Ook deze is een doorgeefsterilisator door middel waarvan de pincet in de steriele ruimte komt vanwaar hij wordt uitgegeven.
1- I nen/ Effi
oub lonER
NsrR u TEN
Hew{a _
KANO;
sTr tIfts
Ru irtre-14,
p*IfiRe
4.%
ScWoow
e
• MP.
0
kantocut
INPAICTII/EL 4,
4'
6
A
--
U ziet, een bewerkelijke maar verantwoorde methode. Uit dit alles moet gekonkludeerd worden dat de medewerkers van de Centrale Sterilisatieafdeling goed werk verrichten, waarvoor we ze bij gelegenheid van het 12 1/2-jarig bestaan van de afdeling zullen huldigen. Hulde aan : Corry Koning en Jeanne Wiegeraad, twee van de vier pioniers die heden nog op de Centrale Sterilisatie werken. Verder aan Mej. J. Oomen, Hoofd van de afdeling en aan haar medewerk(st)ers. Laten we hopen, dat we nog vele jaren van hun diensten gebruik mogen maken. P. A. M. Meijvis.
BETEKENIS VAN DE CENTRALE STERILISATIE VOOR HET ZIEKENHUIS Nadat Dhr. Meijvis het verleden van de Centrale Sterilisatie (C.S.) de revue heeft laten passeren, en de veranderingen heeft gememoreerd die er in de loop der jaren in het C.S.-gebeuren hebben plaats gevonden, iets over C.S. vandaag. Wat doet een C.S.? Primair desinfecteert en steriliseert een C.S. die instrumenten, utensilieen en verbanden, die bij verpleegkundige verzorging van patienten steriel dienen to zijn. Daartoe zijn o.m. een aantal uitgekiende setjes bedacht (bijv. hechtingsverwijderings-setjes, verband-verwisselsetjes etc.). In een pakket heeft men dan alles wat men redelijkerwijs voor die behandeling nodig heeft. Hoewel inmiddels ook dit soort setjes commercieel verkrijgbaar zijn, geven we nog steeds de voorkeur aan de eigen setjes. T.b.v. de Operatiekamers zijn uitgebreide pakketten samengesteld, waarin alle operatielinnen (groene doeken) voor een operatie zit, dit wordt in een keer gesteriliseerd en steriel aan de O.K. aangeboden (bijv. pakketten t.b.v. maagoperaties, blinde darmoperaties, etc.). U ziet, alles is aangepast aan het gebruik, zodat men niet tijdens operatie of verzorging van de patient moet gaan zoeken naar die One steriele doek of die ene steriele schaar of pincet, die men dan juist nodig heeft. 7
Alhoewel door de komst van de disposibel materialen, als verband, urineweg-catheters, intraveneuze catheters etc., een groot deel van het werk van de C.S. door de industrie is overgenomen, Iigt ook hier een taak voor de personeelsleden van de C.S. Uitgifte van deze materialen alsmede kontrole op vervaldata, voorkomen van doublures van identieke materialen, kontrole van opslag van die artikelen op de afdelingen, bijhouden van de afdelingsvoorraden etc. etc., behoren tot de vele taken van de C.S. Zijn alle materialen die de C.S. verlaten nu inderdaad steriel? We hopen van wel, we kunnen natuurlijk niet elke schaar of pincet die we gesteriliseerd hebben bacteriologisch laten onderzoeken. Daarom werken we met zgn. proefpakketten. Dat gaat als volgt in zijn werk : Elke ochtend, voordat instrumenten gesteriliseerd mogen worden, gaat zo'n pakket, dat bestaat uit zeer veel lagen operatielinnen, in elke autoclaaf. Midden in dit pakket zit een papiertje met zeer moeilijk te doden bacterieen, en een zgn. indicator-vel. Na sterilisatie moet dit vel egaal verkleurd zijn en de bacterieen gedood. De bacteriologie bekijkt of de bacterieen inderdaad dood zijn, dit onderzoek duurt helaas 3 dagen, daarom gaan we of op het verkleurde indicator-vel; is dit goed dan kan men beginnen met het steriliseren van instrumenten etc. Is het indicator-vel niet egaal verkleurd, dan moet eerst de autoclaaf door de Technische Dienst of de leverancier worden nagezien, dan volgt weer een proefpakket etc. In de praktijk gebeurt dit echter zelden en blijkt er een goede relatie te bestaan tussen de verkleuring van het indicatie-vel en de uitslag van de bacteriologie over het at of niet gedood zijn van de bacterieen. Door at deze handelingen en de strenge kontrole op de steriliteit hoopt de Centrale Sterilisatie haar steentje bij te dragen tot een optimale verzorging van, de patient, om wie immers alles draait. Drs. A. Stuurman, apotheker.
DANKBETUIGING Langs deze weg wil ik gaarne, mede namens mijn vrouw en kinderen, mijn innige dank betuigen aan Direktie, Leiding Civ. Dienst, kollega's en verder alien, die door hun blijken van belangstelling mijn laatste dag in dienst van het ziekenhuis tot een onvergetelijke hebben gemaakt. Het was voor ons een groots feest. Dank voor de bloemen, de cadeaux en het overheerlijke diner. Mijn dank voor dit alles. De Heer A. Vervoort, Huishoudelijke dienst.
8
AFSCHEID VAN DE HEER VERVOORT
Op 31 maart jongstleden, nam, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, afscheid van het ziekenhuis de heer A. Vervoort, medewerker van de Huishoudelijke Dienst. Bijna 17 jaar duurde het dienstverband met het ziekenhuis, 17 jaar waarin de heer Vervoort onverstoorbaar en plichtsgetrouw zijn werk op verschillende afdelingen heeft gedaan. In zijn toespraak tot de pensionaris gaf de heer Vergeer, Hoofd van de Civiele Dienst, zeer terecht blijk van zijn dank voor de inzet en plichtsbetrachting van de heer Vervoort. Tijdens de, door de Direktie aan de heer Vervoort aangeboden receptie, namen zeer velen afscheid van de heer Vervoort. Als redaktie sluiten wij ons gaarne aan bij dit huldebetoon en wensen de heer Vervoort voor de toekomst alle goeds.
MEDEDELI NG Hierdoor verzoeken wij u, er bij uw medewerkers op aan te dringen hun auto's niet te parkeren op het terrein van het revalidatiecentrum. De parkeergelegenheid voor onze eigen medewerkers, en in het bijzonder voor onze patienten is toch al zo beperkt. Voor uw medewerking zeggen wij u bij voorbaat dank. Hoogachtend, Stichting Revalidatiecentrum Breda. H. Melis, administrateur. 9
VOORJ AAR In alles merken we weer dat het voorjaar is, de langere dagen, de vakantieplannen die nu konkreet gestalte krijgen, de nieuwe voorjaarsmode. Het nieuwe voorjaar kondigt zich echter het duidelijkst aan in de natuur. De natuur die inmiddels vergevorderd is met het wisselen van haar winterse kaalheid voor een overdadig weelderige zomertooi. De seizoenswisseling, zoals deze blijde gebeurtenis met een wat at te zwaar wegend woord genoemd wordt, is voor ons een vanzelfsprekendheid. Toch is voor een aantal mensen in ons ziekenhuis deze nieuwe lente, de nieuwe zomer er niet zo-maarzonder-meer. En wij bedoelen nu de mensen van onze tuindienst, in totaal 6 medewerkers. Met zijn zessen nemen zij zeven hectare tuin onder handen, weliswaar een miniem klein stukje van moeder aarde, maar toch groot genoeg om, wil men de uitbundigheid van de natuur enigszins in de hand houden, je handen er aan vol te hebben. Reden voor ons om de Neer Brouwers, voorman in onze tuindienst, te vragen wat een extra werk nu zo een nieuw voorjaar met zich meebrengt. Direkt echter al blijkt onze vergissing. „Tuinieren" zo zegt hij, „dat doe je niet alleen in het voorjaar, dat doe je het hele jaar door. Als je in het voorjaar pas begint, nou dan kun je je tuin voor de rest van het jaar wel afschrijven". En dan noemt hij een indrukwekkend aantal aktiviteiten op waarvan bij de schrijver dezes, zou hij deze werkzaamheden zelf ter hand nemen, in gedachten al het transpiratievocht langs zijn hoofd stroomt, en blaren in zijn handen verschijnen. De Neer Brouwers gaat echter onverstoorbaar verder. Maar om nu toch een begin te hebben noemt hij allereerst de winterbeurt, oftewel „de tuin netjes maken". Natuurlijk wij maken onze tuin ook „netjes", maar die 10 vierkante meter doe je in twee uur tijd, stel je voor, 7 hectare tuin Enfin vanaf oktober tot aan het begin van de winter wordt er gesnoeid, gespit, geplant, verplant, gezaaid en ga zo maar door. En als het nieuwe jaar begonnen is, worden veel van deze aktiviteiten nog eens herhaald en uitgebreid met weer nieuwe werkzaamheden zoals het rechtmaken van graskanten, het onkruid wieden, rozen snoeien (op het ziekenhuisterrein staan erg veel rozen), enz. enz. In de maand mei wordt het „zonnergoed" geplant, de planten die elk jaar weer voor een grandioze kleurenweelde zorgen. Ook het aantal is indrukwekkend : zo'n 4500 stuks. Dit jaar ligt in de tuin het aksent op het vlijtig liesje. Hiervan zijn er dan ook erg veel ingekocht. Verder de „vaste Klanten", zoals Afrikanen, Salvia's, Begonia's („semperfirens" verduidelijkt de Neer Brouwers), Dahlia's, Petunia's en aqueratum Lobelia's. Tot slot voor de talloze bloembakken van het ziekenhuis zo'n slordige 750 Geraniums. Verder wordt ook de kruidentuin nog op orde gebracht, zodat de koks de kruiden uit eigen tuin kunnen oogsten. Totdat weer aan de winterbeurt in oktober moet worden begonnen, heeft de tuindienst de handen vol aan het onderhoud van al dit „kleine grut". Een belangrijke aktiviteit is ook, zo haast hij zich te vertellen, de groerwoorziening in het ziekenhuis zelf. Voortdurend is een medewerker hiermee bezig : het opkweken van jonge plantjes, het vervangen van verdorde planten en het verzorgen van de vele bloembakken. 10
Zo praten wij nog een tijd lang over het werk van de tuindienst, maar gaandeweg blijkt er bij de heer Brouwers de behoefte te bestaan om niet alleen over het werk in de tuindienst („wij doen ons werk met liefde en plezier"), maar vooral over de tuin zelf te praten. „Het is jammer", zegt hij, „dat zo weinig mensen van het ziekenhuis de vele mooie dingen die wij in onze tuin hebben niet kennen. Zo bijvoorbeeld de geitenwei. Achter de heidetuin valt deze geitenwei wellicht niet zo erg op, maar daarom is hij er niet minder interessant om. Eind mei, begin juni zullen er een aantal jonge geitjes geboren worden. De krielkippen die er rondscharrelen hebben reeds een nest met kuikens uitgebroed. Zeer to spreken is de heer Brouwers over het bomenbestand op het terrein van het ziekenhuis. Bomen vormen een onmisbaar onderdeel van elke tuin, vindt hij. Naast enkele prachtige Linden, Beuken, Wilgen en Kastanjes wil hij graag wijzen op twee zeer zeldzame bomen op het ziekenhuisterrein, tussen afdeling 02 en 07, n.l. de Vleugelnoot en de Carpinus Betulus Quercipholius, een boom die zo zeldzaam is dat er zelfs geen Nederlands woord voor bestaat, alleen een botanische naam (de latijnse naam betekent zoiets als Haagbeuk, op Berk gelijkend, maar dan met Eikenblad). Ook bezienswaardig is de Acacia op hetzelfde terrein tussen 02 en 07. Jammer is dat de mooie dennengroep, ook al tussen 02 on 07, door spint is aangetast en op den duur wel zal moeten verdwijnen. En dan natuurlijk de onvolprezen heidetuin. Liefst 25 verschillende soorten heide hebben hier hun plaatsje gevonden, maar ook een schitterend uitgegroeide, gedraaide Hazelaar en een tweetal zeldzame bomen : de Pluim-Es en de Esculus Pavium, een zeldzame Kastanjeboom. Verder ook de wildgroei, waaronder verstaan wordt de verschillende wilde planten, die, door ze zorgvuldig to beschermen, een extra aksent aan de tuin geven. Zo groeit er onder andere Salomonszegel, het Lelietje van Dalen, Bosanemonen, etc. Bijzonder trots is de heer Brouwers op de wilde Orchideedn die hier en daar op stille plekjes groeien. Waar dat precies is wil hij liever niet gepubliceerd zien („deze planten kunnen nu eenmaal niet tegen drukte"). Tja, en wie zo dicht bij de natuur staat, hier op het terrein van de Stichting Ignatius-ziekenhuis, komt al gauw tot de ontdekking dat ook anderen zich op dit terrein uitstekend thuisvoelen. Daar zijn konijnen, de egels on de muizen. En dan natuurlijk het grote aantal vogels die op vele plaatsen hun nesten hebben. Wij noemen de Mussen, de Spreeuwen, Vlaannse Gaaien, Eksters, Vinken, MereIs, Lijsters, Roodborstjes, Winterkoninkjes, Kwikstaartjes, Koolmezen, Houtduiven on Tortelduiven. (Nee, de heer Brouwers bedoelt niet de bewoners van de Personeelsflat). Onder de vele vogels die dit terrein bezoeken, maar er niet nestelen, komen onder andere voor : Uilen, Reigers en Torenvalkjes. Er schijnt in de winter zelfs een Usvogel gesignaleerd to zijn. Begrijpelijk, dat de heer Brouwers slechts een uur voor dit gesprek wilde uittrekken, om weer zo gauw mogelijk in zijn tuin terug to zijn. 11
12 MEI, DAG VAN DE VERPLEGING
De vlaggen bij de hoofdingang en de flat, het feestelijke menu en het gebak bij de koffie hadden reeds gezorgd voor een feestelijke stemming, die uitermate geschikt bleek voor een feestelijke avond. Ondanks een belangrijke voetbalwedstrijd op de t.v. liep 's avonds de Aula toch goed vol. De heer Melcherts opende de avond met een toespraak, getiteld: „Omgaan met elkaar, ons een zorg", waarin het belang van een goede onderlingo verstandhouding en sfeer naar voren werd gebracht.
Vergezeld van de strijdlustige „Internationale" en gesierd met de vlag van de dag van de verpleging, maakte de tot op heden onbekende groep „Achgil's" haar opwachting. Zij vulden de rest van de avond met een wervelende, satirische on humoristische show, waarbij het enthousiasme van de spelers de enkele technische missers ruimschoots vergoedde. Doktoren, Direktie, afdelingshoofden Opleiding, maar ook de verpleegkundigen on leerlingen zelf, kregen op een vriendelijke manier maar toch redelijk hard de kast uitgeveegd, ook fouten on missers uit de dagelijkse praktijk werden op het toneel nog eens duidelijk gemaakt. Duidelijk opgelucht, men had kennelijk lets anders verwacht, dankte de heer Melcherts laat op de avond de groep voor het gebodene on onder het genot van bier on andere dranken werd er nog lang nagekaart over deze geslaagde avond. F. A. Wiegerink. 12
"NIEUWE STIJL" Eind februari slaagden 21 van onze leerlingen voor hun eindexamen ziekenverpleging A. Daarmee hield de geschiedenis van de leerlingen-groep Euanthes op na een 3 1/2-jarig bestaan. Het afsluiten van een opleiding ziekenverpleging is op zich al een bijzondere gebeurtenis, maar wat voor mij de aanleiding is om er iets over te schrijven, is het feit dat deze ex-leerlingengroep voor het eerst uit ons ziekenhuis deeinam aan de geheel gewijzigde vorm van eindexamen. Zij hebben het niet meer meegemaakt : een uur eindexamen, waarin de gehele kennis aan de tand gevoeld moest worden! Zij weten niet wat het betekent : „officieel" eindexamen te doen voor een groep examinatoren onder toeziend oog van een Rijksgedelegeerde! Zo klinkt het alsof deze leerlingen heel wat gemist hebben of op een onwaardige wijze aan „hun eind" gekomen zijn, maar niets is minder waar. Zij hebben een lange en moeilijke afsluitingsperiode van hun opleiding achter de rug en kunnen terecht zeggen dat zij hun diploma behaald hebben. In slechts enkele jaren tijd zagen we een verdubbeling van de leerstof; een intensievere en grondige aanpak van de thorie en een andere toetsingswijze - het multiple-choice systeem - waardoor ook de leermethode wijzigde. Dit heeft er mede toe bijgedragen om tot een andere afronding van de opleiding te komen : een afronding waarin elk verplicht onderdeel van de verpleegkundige opleiding extra aandacht krijgt. Om toegelaten te worden tot het eindexamen - voortaan spreken we van het eindgesprek - moet de leerling verplichte landelijke toetsen afleggen; in vijf vakken worden zij getest, te weten de vakken : anatomie / fysiologie chirurgie, en de daarbij behorende verpleegkunde interne geneeskunde, en de daarbij behorende verpleegkunde kindergeneeskunde, en de daarbij behorende verpleegkunde menselijke voortplanting, en de daarbij behorende verpleegkunde. Ongeveer een half jaar voor de einddatum startten ze met de toetsen. Ze gingen naar Utrecht, Eindhoven en in het Bredase Turfschip om er in indrukwekkende zalen samen met honderden andere leerling-verpleegkundigen computerlijsten in te vullen met naar hun mening de juiste antwoorden op de in totaal 350 gestelde vragen. Euanthes deed het goed; weinig herexamens en gemiddeld goede scores. Binnen de gestelde tijd hadden ze alien de schriftelijke proeven doorstaan en konden ze deelnemen aan het laatste onderdeel : het eindgesprek. Aan de hand van een verpleegkundige casus - een geval, een bepaalde situatie - ging de eindexamen-kandidaat in gesprek met een viertal deskundigen uit verscheidene disciplines (verpleegkundigen, psychologen, sociologen, maatschappelijk werkers, artsen, etc.), waarbij de totale zorg en benadering van de patient onder de aandacht kwam. Voorbereiding op het gesprek : ruim een half uur. Het eindgesprek zelf duurde exact een half uur, waarna gezamenlijk een kwartier gedvalueerd werd met een hieruit volgende beoordeling. Dit alles uiteraard onder toezicht van diezelfde Rijksgecommitteerde. Deze nieuwe stijl eindexamen gaf de meeste leerlingen de voldoening van een goede afronding van de opleiding : het gevoel dat hun mening belangrijk is, kwam sterk naar voren en is hoopgevend op het moment van de diplomering. Ex-Euanthes, gefeliciteerd en doe er wat mee! ! ! L. Demarbaix. 13
INAS-OPLEIDING Misschien is het U al opgevallen, dat sinds 1 april van dit jaar het vertrouwde beeld van de groene uniformen van de „Inassers" verdwenen is uit ons ziekenhuis. De oorzaak hiervan is het op de helling zetten van de Inasopleiding, welke inhoudt : van 2 naar 3 jaar en 1 jaar geen stage-periode. Als er al ooit weer Inas-stagiaires binnen onze ziekenhuismuren komen zal het beslist in een andere hoedanigheid zijn. Naar aanleiding van deze verandering wil ik graag in deze Singel 33 hierover wat meer vertellen. We moeten teruggaan naar 1960, toen de eerste zes Inas-stagiaires in het Ignatius-ziekenhuis werden verwelkomd. Voor het werk, dat zij verzetten destijds, ontvingen zij het astronomische bedrag van f 25,— per maand plus kost en inwoning, een half jaar lang. Het aantal van zes is in de loop der jaren geleidelijk uitgegroeid tot 25 stagiaires per groep. Het salaris werd „drastisch" verhoogd in die jaren van f 25,— naar f 35,— en als laatste „trap" f 50,— per maand. Natuurlijk plus kost en inwoning! Ook de reiskosten en de schooldagen nam de tijdelijke werkgever voor zijn rekening. In ons geval het ziekenhuis. Bovendien hadden zij recht op 10 werkdagen vakantie per half jaar. De bedoeling van de opleiding, die 2 jaar duurde was, de meisjes, na een jaar schoolbanken en 1 jaar stage, op te leiden tot inrichtingsassistenten. De stageperiode was als volgt verdeeld : 3 maanden gezin 3 maanden bejaarden- of zwakzinnigenverzorging 6 maanden ziekenhuis. In deze stageperiode moesten de meisjes verschillende verslagen maken en hadden via een stageleidster en de schooldagen kontakt met de school. Na deze 2 jaar deden zij examen en, nu komt het gekke, verdwenen voor 95% in een voortgezette opleiding van de verzorgende beroepen, zoals verpleging, bejaardenzorg, kinderverzorging. Slechts 5% ging inderdaad als inrichtingsassistente werken. Na deze ervaring is men zich gaan bezinnen of de opleiding nog wel aan haar oorspronkelijk doel voldeed, en na veel wikken en wegen besloot men de opleiding meer te richten naar die verzorgende beroepen, waar blijkbaar de voorkeur van de meeste Inassers naar uit ging. En dat ombuigen van die opleiding is de oorzaak, dat het ziekenhuis nu zonder Inassers zit. Omdat ik persoonlijk veel te maken had met deze Inassers en er erg prettig mee heb gewerkt, plaats ik graag een woord van dank aan dit groene leger van meisjes, dat de afgelopen jaren ons ziekenhuis als stageplaats kregen toegewezen. Want - een enkele uitzondering daargelaten - zij hebben zich in de tijd, die zij bij ons werkten geweldig ingezet on een goede indruk achtergelaten. lk hoop dan ook van harte, dat de opleiding in haar nieuwe opzet niet het doel voorbij schiet, dan kunnen wij waarschijnlijk binnen afzienbare tijd weer Inas-stagiaires nieuwe stiji binnen onze muren verwachten. In de toekomst kunnen dan via deze opleiding, de gelederen van verpleegkundigen, ziekenen bejaardenverzorgsters versterkt worden met goed gemotiveerde mensen. Want het moet worden gezegd, dat in het verleden de Inasser die in opleiding ging een behoorlijke ondergrond had, on ook in de opleiding meestal goed meekon on beslist niet onderdeed voor mavoleerlingen. Als de nieuwe stijl dit ook kan bereiken kunnen wij de toekomst met vertrouwen tegemoetzien. lk neem afscheid van de „oude hap" met een welgemeend DANK JE WEL en wens de nieuwe lichting veel sukses. J. Sebregts 14
AFSCHEID VAN ZUSTER SILVIA
Op 29 april j.l. nam Zuster Silvia afscheid van het ziekenhuis, na bijna 14 jaar in dienst to zijn geweest van het ziekenhuis. Het moest er dan eindelijk van komen, dit afscheid, drie jaar nadat zij al de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. En heimelijk zal Zuster Silvia het betreuren dit afscheid van het ziekenhuis, Mar ziekenhuis. Ook voor degenen die blijven had dit afscheid lets pijnlijks; want wie kende haar niet, Zuster Silvia, klein in gestalte maar groot in levensblijheid en levensvreugde. In zijn afscheidsrede, stond de heer Vergeer uitvoerig stil bij haar vroegere Antilliaanse werkkring en wat Zuster Silvia voor ons ziekenhuis betekend heeft. Een gevoel van dankbaarheid blijft. Wij wensen Zuster Silvia het allerbeste voor de toekomst.
15
DANKBETUIGING Mag ik langs deze weg alien hartelijk danken, die voor mij het afscheid van het Ignatius-ziekenhuis tot een onvergetelijke dag hebben gemaakt. Al is afscheid nemen toch iets pijnlijks, de wijze waarop het gebeurd is, heeft veel van het leed weggenomen. Ook voor mijn zus, die het afscheid van nabij mee mocht maken is het een onvergetelijke dag geworden. Daarom maak ik van deze gelegenheid gaarne gebruik om alien, die hieraan direkt of indirekt hebben meegewerkt van harte to bedanken. Op de eerste plaats Bestuur, Direktie en Pastores voor de mooie afscheidsspeech, vooral van de heer Mallens en het mooie cadeau dat daarmee vergezeld ging. Verder dank aan de heer Vergeer, Hoofd Civiele Dienst en zijn staf. De mooie boeken over Curacao en de speech in het Papiamento (door de heer Vergeer) hebben diepe indruk op mij gemaakt. En dan natuurlijk de chef-kok en alle mensen van de keuken en het restaurant, bedankt voor het heerlijke afscheidsdiner. In het bijzonder de heer Marcelis, die mijn wasmachine zo natuurgetrouw van suiker heeft nagemaakt. Ook Ad van Noort die weer zo zijn best gedaan heeft op de mooie pouffe en waarbij hij zich heeft laten assisteren door onze kleuters en peuters van de kinderafdelingen. Verder natuurlijk de naaikamer, de linnenkamer, de postkamer, Radio Ignatius, de personeelsvereniging, enz. enz. Er zijn mensen of afdelingen die ik niet genoemd heb, er waren er ook zoveel die persoonlijk afscheid kwamen nemen. Mijn dank voor hun belangstelling is er echter niet minder groot om. Nogmaals alien hartelijk dank voor deze geweldige afscheidsdag. Zuster Silvia.
DANKWOORD De viering van mijn 12 1/2-jarig dienstjubileum op 1 mei 1.1., is voor mij groots en onvergeteiijk geworden. Daarom dank aan de Direktie, de Civiele Dienst, Personeelsvereniging DIO, personeel Huishoudelijke Dienst, mijnheer Gielen, als de prinsessen van de afdelingskeukens en vooral het personeel en vrienden van de Centrale- en afwaskeuken en broodkamer. U alien zeg ik mijn welgemeende en oprechte dank. Jan Verwijmeren, Centrale keuken.
DANKBETUIGING Langs deze weg wil ik iedereen hartelijk bedanken voor de attenties en gelukwensen, die ik mocht ontvangen bij mijn 12 1/2-jarig dienstjubileum. Dhr. A. A. Vriends, Huishoudelijke Dienst. 16
DANKWOORD MEVR. SCHOUTSEN
Acht en een half jaar heb ik hier gewerkt. Op een mensenleven is het niet veel, maar op mijn leeftijd betekend het toch „iets" meer. Maar altijd heb ik het met plezier gedaan, dank zij alien met wie ik mocht samenwerken. Speciaal dank hiervoor aan de heer Vergeer, die mij heeft ingewerkt en waar ik het zo bijzonder goed mee getroffen heb. Dank aan de heer Doggen, met wie ik elke ochtend mee mocht rijden. Dank ook aan mejuffrouw Stallaert, voor het gezelschap in de middagpauze. De heren Maliens, Vissers, Voets en Verhoeven, hier aanwezig, voor hun prettige samenwerking. Het zou te ver voeren, om alien met wie ik in aanraking kwam en hulp van mocht ondervinden, hier te bedanken. In mijn herinnering, zullen zij echter nog lang blijven voortleven, geen enkele uitgezonderd. In de stellige hoop, dat mijn samenwerking met U, voor alien ook wederkerig even prettig mag zijn geweest, dank ik U bij deze hartelijk. Niettegenstaande het uitstel, is de afscheidsdag voor mij een onvergetelijke dag geworden. Aan alien, die hierbij aanwezig waren en zij, die de zorg voor een en ander hebben gehad, betuig ik mijn oprechte hartelijke dank. Dank ook, voor de vele cadeaux, bloemen en wensen, die ik mocht ontvangen. Hartelijk dank ik het keukenpersoneel, voor de verrukkelijke lunch; speciaal de kok, die het prachtige koffieservies gemaakt heeft, dat iedereen kan komen bewonderen, want het heeft een ereplaatsje in mijn kamer gekregen en ik zal proberen, het nog lang te behouden. Nogmaals dank aan alien, met wie ik zo prettig heb mogen samenwerken, in het bijzonder de heer Vergeer, die mij mijn deurplaatje „Gastvrouw", niet alleen zinnebeeldig heeft aangeboden. Heel hartelijk dank. Mevrouw J. Schoutsen-van de Wal.
FRESCO Fresco, zo is de naam van de nieuwe leerlingengroep, die in februari van start is gegaan. Fresco, de naam die een belofte inhoudt, ook voor de Redaktie van de Singel. Immers de volgende groepsleden hebben beloofd in de volgende Singel lets over hun groep en de naam van hun groep te vertellen : Leon Schelfhout, Monique Vanhuffei, Corrie de Hoon, Marianne Scheepers, Peter Hartmans) Ton de Kok, Annie Engelen en Hanny v. d. Vorm-Wessels. Wij zijn benieuwd, U ook? 17
"HET MAGAZIJN" III Vorige keer beloofde ik in dit laatste stukje over het wel en wee van ons Centraal Magazijn in te gaan op de relatie INKOOPMAGAZIJN. Alvorens daartoe over te gaan, zal ik trachten U een inzicht te geven in de taak van de Magazijnmeester en zijn medewerkers. De Magazijnmeester is verantwoordelijk voor de aanwezige voorraad, die onder zijn beheer is gesteld. We kunnen deze verantwoordelijkheid vergelijken met die van een kassier bij een bankinstelling. Deze is immers verantwoordelijk voor de hoeveelheid betaalmiddelen, welke volgens de kasadministratie aanwezig moet zijn. Het spreekt vanzelf dat de Magazijnmeester ddri alleen kan instaan voor de aanwezige voorraad, indien alleen onder toezicht, het magazijn kan worden betreden en niemand buiten zijn medeweten over magazijngoederen kan beschikken. In het magazijn moeten de artikelen ordelijk liggen opgeslagen. Dezelfde artikelen moeten steeds op dezelfde plaats terug te vinden zijn. „Soort zoekt soort" geldt niet alleen voor mensen, maar zeker ook voor magazijngoederen. Een belangrijke taak ligt hier voor de le assistent, dhr. de Vree of „Hartle", klinkt misschien beter. Teneinde een duidelijk overzicht te krijgen van de diverse artikelen in het magazijn, werken wij met een bepaald systeem, zowel administratief als ten behoeve van de indeling. Administratief volgens zgn. code- of artikelnummers. Zo heeft elke artikelgroep een eigen codenummer + volgnummer. Als voorbeeld nemen we de groep zeepartikelen, zo heeft artikel „Spiral 8" nr. 301570087; „Spiral 3" heeft nr. 301570088; „Spiral 1" nr. 30157089, enz. enz. De eerste zes cijfers vormen de artikelgroep (in dit geval dus zeepartikelen) en de laatste drie cijfers vormen de volgnummers. Andere groepen : Kantoorartikelen : 301900; Disposable : 301350; Civiel : 301550, om er maar eens een paar te noemen. Qua indeling liggen al deze groepen, per groep gerangschikt in het magazijn + bijmagazijnen. Zo, dat was een kijkje in de „keuken" van het Centraal Magazijn. En dan de relatie INKOOP-MAGAZIJN. Het spreekt vanzelf dat al de goederen, aanwezig in het magazijn, moeten worden ingekocht. Daar is de afdeling Inkoop voor. De afdeling magazijn is eigenlijk een verlengstuk van de afdeling Inkoop. Het magazijn en daarmee ook de magazijnmeester en zijn medewerkers zijn direkt verantwoording schuldig aan het Hoofd van Inkoop, dhr. Voets. 18
Wanneer een artikel moet worden bijgevuld, hetgeen blijkt uit de voorraadkaart die op een zeker moment aangeeft ddt zo'n artikel moet worden bijbesteld, geeft de magazijnmeester dat door aan de afdeling Inkoop. In principe gaat dat een keer per week. Op donderdag worden alle kaarten gekontroleerd, De kaarten die op „bestellen" staan, worden op „reklameren" gezet, nadat tot de eveneens op de kaart te ziene maximum voorraad is besteld op de daarvoor bestemde bestelbonnen van afdeling Inkoop. Van deze interne bonnen worden externe bestelbonnen gemaakt door Inkoop, nadat het Hoofd van die afdeling zijn fiat er aan gegeven heeft. Spoedbestellingen worden telefonisch doorgegeven en achteraf „op bon" gezet. Een kopie van zo'n bestelbon komt als bewijs van besteffleig terug in het magazijn. Verder is deze bestelbon van belang voor het administreren van deze artikelen bij binnenkomst. Uit bovenstaande mag blijken, dat de samenwerking tussen magazijn en inkoop uitstekend moet zijn, en dat dit in ons ziekenhuis ook zeker het geval is. In deze drie stukjes, die voor „Singel 33" zijn geschreven, heb ik getracht om iets over ons werk (in de kelder) te vertellen. Mochten er nog vragen zijn over het een of ander, kom dan gerust eens langs (als u toch in het magazijn moet zijn?). Bedankt voor de aandacht, mensen en Redaktie van dit blad : bedankt voor de ruimte! Piet Eelants, Magazijnmeester.
NOOT VAN DE REDAKTIE Piet Eelants, je besluit met de redaktie dank te zeggen, de dank is echter geheel aan onze kant. Dit is nu wat wij van de redaktie met de Singel bedoelen : een blad voor en door het personeel. Bijna 1000 medewerkers telt het Ignatius-ziekenhuis met tientallen funkties, afdelingen, taken en ga zo maar door. De afdeling Personeelszaken heeft in haar introduktieprogramma voor nieuwe medewerkers een dia-serie over het ziekenhuis laten maken, waarmee deze medewerkers getracht wordt een beeld te geven van het ziekenhuis in zijn totaliteit. Niemand kan echter beter vertellen over het werk dat een afdeling of een medewerker op een afdeling doet, dan mensen op de afdeling zelf. In de serie van drie artikelen heeft de Neer Eelants dit voor zijn afdeling (het magazijn) duidelijk onderstreept. Daarom, beste mensen, gaarne kopie over uw werk, over uw funktie, de afdeling, leuke voorvalletjes die zich op de afdeling voordoen, wetenswaardigheden, etc. etc. Het geeft daarbij niet of U in uw stukje een diepserieuze toon aanslaat of dat U met veel humor uw verhaal omkteedt. En mocht U er niet helemaal uitkomen, de redaktie is gaarne bereid om voorzover dit mogelijk is, U een handje te helpen. 19
UNITVERPLEGING
ledereen heeft het gemerkt; er is wat gaande op afdeling 07. Er werd gebouwd, gekleurd, veranderd, geruchten deden de ronde, kortom er broeide daar lets. 1 Mei is het eerste broedsel uitgekomen en ziet men daar in een keer vier groepen funktioneren en praat men over units en unitverpleging. Wat is dat, unitverpleging!? Het woord valt veel in de verpleegkundige wereld en is daardoor misschien wat geladen geworden. Wij verstaan er het volgende onder : We willen gaan werken in kleinere groepen, zogenaamde units, vanuit de volgende doelstelling : Bij het werken in die groepen gaan we er vanuit dat een groep verpleegkundig personeel met uiteenlopende bekwaamheden en bepaalde gedachten over verpleging en verzorging, verantwoordelijk is voor de optimale verpleging van een groep patienten. Deze gedachte is gekomen uit de stelling, dat de patient in zijn totaliteit centraal moet staan, met daar tegenover dat er op het terrein van de verpleging een verscheidenheid van kennis en verantwoordelijkheidsniveau's bestaat. Vanuit de huidige organisatievorm die hierarchisch opgebouwd is en als zodanig een funktionele methode van verplegen kan inhouden, is het moeilijk aan het bovenstaande te voldoen. Het lijkt ons wel te realiseren als we een groep verpleegkundigen zorg laten dragen voor een groep patienten. Deze zorg houdt niet alleen in het verrichten van een aantal technische handelingen, maar is bovendien gericht op de patient in zijn totaliteit. Het verantwoordelijk zijn voor de totale zorg houdt in, dat een betrokkenheid van de andere disciplines en diensten hierbij wenselijk, zoniet onontbeerlijk is. Met deze veranderde organisatievorm hopen wij te kunnen komen tot een optimale verpleging. Dat is dus hetgeen we willen op afdeling 07 Dit zal niet van vandaag op morgen te realiseren zijn. We zullen nog heel wat fouten maken, problemen en weerstanden moeten overwinnen. We hopen en verwachten alleen, dat iedereen met ons mee wil denken en ons mee wil helpen, zodat ook onze verdere broedsels uit kunnen komen en levenskansen krijgen. A. H. Aurik. 20
ZUSTER SILVIA, CURACAO EN HET IGNATIUS-ZIEKENHUIS Terecht stond dhr. Vergeer in zijn afscheidsspeech lang stil bij het Antilliaans verleden van zuster Silvia. Immers, zuster Silvia, deel uitmakend van een klein team van missiezusters, bouwde hier mee aan het Elisabeth-ziekenhuis en gaf zo in belangrijke mate mede gestalte aan de gezondheidszorg op de Antillen. De heer Vergeer, Hoofd Civiele Dienst, is een tijdlang mede ingezetene van Curacao geweest in een funktie waarin hij regelmatig kontakt had met de zusters van het Elisabeth-ziekenhuis. Het toeval wil dat beiden, zuster Silvia en dhr. Vergeer, elkaar als medewerkers van de Stichting Ignatius-ziekenhuis weer in Breda ontmoetten. In zijn afscheidsspeech kwam dhr. Vergeer hier nog eens op terug. Zeer toepasselijk bracht hij zijn persoonlijke dank uit in het Papiamento, de taal van Curacao. Gaarne drukken wij deze speech voor U nog eens in zijn geheel af.
Sjon Silvia, Awe ta un dia grandi (y un tiki tristu) pasobra ta bai laga nos. Ya cu nos dos a traha na dushi corsow, un tempu masha bonita, ma dicidi di cuminsa 6 prome palabranan na papiamentu. Masque nos ta macamba, toch nos curason a queda un tiki na corsow. Quen por a imagina cu nos dos cu a traha den panja blancu na corsow, por bin traha den mes un hospital aqui na breda. Pero laga nos ban sigi den hulandes, ya tur hende por comprende nos.
Aan Zr. Silvia, Wat verder teruggaande dan de jaren hier in het ziekenhuis, kom ik dan aan uw verblijf in Curacao. Over uw werk daar kan ik niet veel zeggen, hoewel ik er wel bekend was, was dit alleen een kwestie van ziekenbezoek, en zakelijk om partijen of feesten to verzorgen, hetwelk ik dan overliet aan de assistent die katholiek was, hij deed het bij de paters en bij de zusters, ik bij de bisschop.
Curacao, eiland van rots en droogte. A. C. J. Kraft beschreef in het boek „Oude Curacaose families" : Verrukkelijk eiland met Uw grijze rotsen, paars-bruine bergen om Uw blauwe baaien, waarover staag de oostenwind komt waaien, waartegen blanke golven klotsen. En dan Uw hoofdstad met haar felle kleuren, waar tussen, kerkenspitsen kruisen beuren, Wie onzer had ooit vroeger kunnen dromen dat zoveel schepen zouden binnenstromen. 21
Op dat eiland staat het Elisabeth-ziekenhuis, waar U met uw mede zusters iets opbouwde van heel klein en heel weinig tot iets groots. In de boeken van Joh. Hartog kom je een kleine passage tegen over het ontstaan. Het was kapelaan Ferdinand E. C. Kieckens als voorzitter van de begrafenis sociêteit die het toch maar beter vond om de mens te genezen dan te begraven. Hij stichtte in 1854 een ziekenfonds, wat een flop werd. Hoewel er toen op Habaai al wel een gebouw was voor melaatsen en psychisch gestoorden, was er van een ziekenhuis geen sprake. In 1854 waren 3 zusters Franciscanen uit Breda aangekomen en naar ik aanneem zoals toen bij de kloosterlingen de gedachte was :
lk zal den weg slechts gaan die gij mij wijst den steilen weg die moeizaam wordt bereid dan zal ik haken waar Uw heerlijkheid bij iedere voetstap op het hart is geplaveid. Willem Brand.
In 1855 kwam het plan voor een ziekeninrichting tot stand : een kollekte ook in de cunucu bracht f 3000,— op, een opbrengst ver boven de verwachting, het oude gebouw werd verkocht voor f 6000,— de rest kwam van welgestelde joden en christenen, daar er geen rijke katholieken waren. Veel heeft kapelaan Kieckens bijgedragen, die dan waarschijnlijk de enige rijke katholiek was. Daar aan dat nu zo inmense gebouw, waar U met Uw mede-zusters iets tot stand bracht, waar U samen vele goede jaren aan heeft gegeven is nu niet meer het ziekenhuis van de zusters, de zusters zijn praktisch weg, zoiets doet vaak denken aan een architect die altijd bouwt maar nooit in zijn bouwwerken woont, als hij klaar is, verdwijnt hij. Zo is het met U alien ook. Nu naar het heden, vandaag afscheid, niet van harte. U had graag doorgegaan, maar dit is lets wat ons allemaal wacht. In korte tijd bent U de derde in onze schare. Silvia, klein, grijs, onopvallend in het hele huis, iemand die allerlei zaken opknapte, hoewel bescheiden soms fel wanneer er dingen gebeurden die volgens haar niet juist waren, haar zaken goed geregeld en goed bewaakt. 13 Jaren hebben we samen gewerkt en goed en prettig, hoewel het voor U en Zr. Irmgardus in het begin niet eenvoudig was te weten dat er een man de scepter ging zwaaien, en 0 foei, een protestant. Maar de samenwerking groeide, het begrip hoe moeilijk ook vaak was er, en in de verte lag de gebondenheid van die rots in de zon. Regelmatig moest ik naar het moederhuis on zie ik Zr. Mechtildus weer voor mij, in mijn ogen een echte moeder-overste, wel streng maar zeer begrijpelijk en vol vertrouwen in een ander. Zo zijn we nu 13 jaar samen geweest, samen gewerkt, veel zien veranderen, en ook nu verandert er iets; Zr. Silvia, dank, veel dank namens de Civiele Dienst, geniet van dit kado, nu je zoveel rustige uren hebt. 22