I
B!BLIOTHZEK RIJWSDIEE:ST VOOR
1 Dm
W E R K D O C U M E N T
RAMING VAN DE BEHOEFTE AAN RUIMTE VOOR KLEINE BEDRIJVEN'TERREINEN I N LELYSTAD TOT 2 0 1 0 (CONCEPT)
door
,
.
K R. H. J o h n s o n
april
,877
K S . D I E N S T
'JOOR
D E
I J S S E L M E E R P U L D E R S
S M E D I N G H U I S
Inhoudsopgave
<
Blz. 1.
Inleiding
1
2.
Uitgangspunten
2
3.
Globale.karakterisering van kleine bedrijven en kleine bedrijventerreinen Kleine bedrijven Kleine bedrijventerreinen
2 2
3.1. 3.2.
4.
2
3
Wijze van berekenen 4.1. De arbeidsplaatsen 4.1.1. De selectie van het aandeel arbeidsplaatsen op kleine bedrijventerreinen 4.2. Het terreinquotient 4.2.1. De ruirntebehoefte
4
5.
Resultaten De beschikbare oppervlakte aan kleine bedrijventerreinen Confrontatie tussen de behoefte en de voorraad aan kleine bedrijventerreinen
5
Conclusie
6
5.1. 5.2.
6.
Bi jlagen. 1.
Tabel A. Het aantal arbeidsplaatsen in het gebied Lelystad van 1975 tot 2010
2
Tabel A. Benadering van de toekomstige werkgelegenheidsstructuur in gebied Lelystad in 8. Tabel B. Benadering van het aantal arbeidsplaatsen in gebied Lelystad per sector van 1975 tot 2010. Tabel C. Netto terreinquotienten per bedrijfssector uitgedrukt in m2 per werkzaam persoon
3.
Lijst van bedrijven welke goed passen op kleine bedrijventerreinen
4.
Gebiedsindelingskaart Lelystad
3 3 4
5
6
.1
1.
INLEIDING Het doe1 van deze nota is het geven van een inzicht in de ruimtebehoefte van kleine bedrijven die men,gezienhun aard op kleine bedrijventerreinen ruimte wil aanbieden. De tot dusver algemeen gevolgde methode voor de raming van de toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen berust op een prognose van de groei van de beroepsbevolking naar sectoren, het selecteren van het gedeelte daarvan dat een arbeidsplaats moet vinden op specifieke bedrijventerreinenen het vermenigvuldigen van dit aantal arbeidsplaatsen met een zgn. tefreinquotient*. Deze methode is ook bij deze raming gevolgd Inherent aan ramingen van toekomstige behoeften zijn de onzekerheden ten aanzien van bepaalde aspecten. Bij deze raming van de behoefte aan ruimte voor kleine bedrijventerreinen betreft het de volgende aspecten: - het selecteren van het gedeelte van de beroepsbevolklng dat een arbeidsplaats op kleine bedrijventerreinen zal bezetten (de ontwikkelingen op de kleine bedrijventerreinen in het nog jonge Lelystad zijn moeilijk te schatten, bovendien maakt de relatief geringe omvang hiervan schattingen extra hachelijk), - het bepalen van terreinquotienten voor bedrijven op kleine bedrijventerreinen (de factoren die bepalend zijn voor de ontwikkeling van het. terreinquotient - b.v, ontwikkeling van de automatisering of ploegenarbeid - zijn niet te kwantificeren). Ten aanzien van de bovengenoemde onzekere aspecten worden een aantal ver~nderstellin~en als uitgangspunten gehanteerd. In deze nota komen
-
achtereenvolgens aan de orde:
Uitgangspunten/veronderstellingen
- Globale karakterisering van kleine bedrijven en kleine bedrijventerreinen. - De raming (wijze van berekenen) - Resultaten. - Conclusies.
. .
a. Ten aanzien van het aantal arbeidsplaatsen wordt verondersteld dat het aandeel van het totaal aantal arbeidsplaatsen per sector dat OD kleine bedrijventerreinen zal werken met uitzondering van de sector bouwnijverheid gelijk zal blijven aan de situatie per31 december
1977.
De ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen bij deze sectoren nijverheid en diensten - is dan ook volledig gebaseerd op de groei van het totaal der sectoren zoals aangegeven in het Structuurplan Lelystad en in de bijlage I1 tabel a van deze notitie. b. In het Structuurplan Lelystad wordt er vanuit gegaan dat bij de afronding van het woningbouwprogramma (37.400 woningen gereed voorhet jaar 2010) en het gereedkomen van grote bouwprojecten de werkgelegenheid in de bouwnijverheid zal afnenen we1 als volgt van 1980 - 1990 met 4% en van 1990 - 2000 met + 3%. Hiertegenover staat echter dat'bij afronding van de grote nieuwbouw activiteiten de behoefte aan woningonderhoud en reparatle sterk zal groeien. Dit betekent mede gezien het karakter van de bouwbedrijven -die op kleine bedrijven gevestigd zullen worden - gericht op woningonderhoud en reparatie - een toename in het aandeel van het aantal arbeidsplaasen in de sector bouw dat op kleine bedrijventerreinen zal werken.
*
= oppervlakte uit te geven bedrijventerrein per arbeidsplaats.
,
c. len aanzien van de terreinquotienten is aangenomen dat het gemiddelde tussen de huidige terreinquotienten op kleine bedrijventerreinen in Lelystad en de terreinnuotienten uit het t e r r e i n a u o t i e n t e n o n d e r z o e k * bruikbare terreinquotienten zijn vaar daze raming (zie tabel 3, punt 4.2.0.).
3.1. Kleine bedrijven In het kader van deze notitie wordt onder kleine bedrijven verstaan die Dedrijven met maximaal 20 arbiedsplaatsen en.een kaveloppervlakte van maximaal ca. 5.000 m2. Deze criterla hebben een enigszins arbitrair karakter. In het algemeen betreft het hier ambachtelijke bedrijven. De grens tussen industrie en ambacht is echter niet scherp te trekken. De kleine bedrijven waar het in deze notitie am gaat zullen als regel een vestigingsplaats op een klein bedrijventerrein worden aangeboden 3.2. Kleine bedrijventerreinen Hiermee worden bedoeld terreinen van maximaal ca. 5 ha bruto; waarop een concentratie van kleine bedrijven gevestigd is. Deze bedrijventerreinen zijn geheel of gedeeltelijk in het woongebied en/of in de centrumzone gesitueerd. Tn gebied Lelystad zijn er momenteel drie kliene bedrijventerreinen operationeel, te weten: - het Gildenhof opp. 8,2 ha (netto) - de Kempenaar opp. 2,5 ha (netto) - de Jol opp. 3,O ha (netto) In de woongebieden** 2.4 en 4.1 zijn resp. 2,2 en 2,3 ha gereserveerd voor kleine bedrijventerreinen. Zowel qua oppervlakte a19 qua ligging moet het Gildenhof gezien vanuit bet structuurplan Lelystad als een uitzondering worden beschouwd- De oppervlakten van de toekomstige kleine bedrijventerreinen zullen beduidend kleiner zijn en deze terreinen zullen bovendien dichter bij de woonbebouwing worden gesitueerd dan bij het Gildenhof het geval is. Vanwege de ligging van deze bedrijventerreinen t.0.v. het woongebied en centrumzone zal in het vestigingsbeleid extra aandacht besteed worden aan de milieu-aspecten. Allereerst zullen bedrijven op kleine bedr1,iventerreinen niet in conflict mogen komen met een aantalbasis-milieueisen. Het zullen dus zeer "milieuvriendelijke" vormen van bearijvigheid moeten zijn die geen overlast -ontploffingsgevaar, stanK, geluidshinder, te veel autoverkeer e.d.- voor het woongebied veroorzaken. Mede op grond van het bovenstaande zal het primair gaan om bedrijven met een plaatselijk consument verzorgend karakter zoals dienstverlenehde, installatie-, reparatie- en toeleveringsbedrijven. In bijlage I11 wordt als leidraad voor het beleid en ter verduidelijking van welk soort bedrijven bedoeld wordt, een lijst van bedrijven die geschikt zijn voor vestiging op een klein bedrijventerrein opgenomen. In principe kunnen bedrijven die aan bovengenoemde criteria voldoen in alle bedrijfssectoren voorkomen. De bedrijfssector landbouw wordt in deze notitie buiten beschouwing gelaten omdat deze bedrijven zeer arbeidsextensief ziin en als zodanig niet geschikt voor vestiging op kleine bedrijventerreinen.
* **
Structuurplan Lelystad 1975-2000 bijlagen 7.6. Zie gebiedsindelingskaart bijlage IV
.f
.
i
.'
t
4.
WIJZE VAN BEREKENEN Allereerst wordt globaa1,aangegeven welke stappen zijn genomen om te komen tot een raming van de benodigde ruimte voor kleine bedrijventerreinen. In deze raming zijn drie fasen te onderscheiden t.w.: - de berekening van het aantal arbeidsplaatsen en het aandeel daarvan dat op kleine bedrijventerreinen zal werken, - de bepaling van het gemiddelde terreinquotient per sector bij kleine bedrijven, - de r u i m t e b e h o e f t e b e r e k e n i n g (het resultaat van de raming).
4.1.
De arbeidsplaa* Het totaal aantal arbeidsplaatsen van 1977 tot 2010 in gebied Lelystad wordt in bijlage I weergegeven. De aantallen arbeidsplaatsen tot 1990 zijn overgenomen uit de kerncijfers*. Vanaf 1990 tot.2010 is de prognose van de beroepsbevollcing aan het Dernografisch model Lelystad ontleend en wordt evenals bii de kerncijfers het aantal arbeidsplaatsen aan de beroepsbevolking gelijk gesteld. De tabel a in bijlage I1 geeft de benadering van de werkgelegenheidsstructuur weer in gebied Lelystad van 1975 tot 2010 naar de sectoren en in procenten. Deze tabel is een afgeleide van tabel 12 uit het Structuurplan Lelystad en is tot stand gekomen door het percentage dat in het structuurolan toebedeeld wordt aan arbeidsreserve evenredig over de sectoren te verdelen. Door deze percentages te betrekken op het totaal. aantal arbeidsplaatsen vindt men het totaal aantal arbeidsplaatsen per sector (zie bijlage I1 tabel b).
41.1.
De selectie van het aandeel arbeidsplaatsen op kleine bedrijventerreinen ........................................................................ Het is duidelijk dat niet alle arbeidsplaatsen toegerekend kunnen worden aan 'kleine bedrijven c.q. kleine bedrijventerreinen Het aandeel van het totaal aantal arbeidsplaatsen per sector dat te Lelystad op kleine bearijventerreinen werkt bedroeg op 31 december 1977 voor de sector ni jverheid , bouwnijverheid en diensten respectievelijk 9,8%, 5,2% en 6,8%. Op grond van de huidige inzichten is.het niet mogelijk om met enige zekerheid aan te geven hoe deze percentages voor de sectoren'nijverheid en diensten zich in de loop der tijd zullen ontwikkelen. Daarom wordt er van uitgegaan, dat het aandeel van de sectoren nijverheid en diensten ongeveer stabiel zal blijven. Gezien het uitgangspunt b is het, bij de k~antitatl~ve benadering van de groei van het aandeel aan arbeidsplaatsen in de sector bouwnijverheid op kleine bedrijventerreinen, allerzins redelijk aan te nemen dak de toename'van 1980-1990 2 4%, van 1990-1995 1,5% en van 1995-2000 + 1% zal bedragen. Dit betekent dat het aandeel van het totaal aantal arbeidsplaatsen in de sector bouw dat op kleine bedrijventerreinen zal werken er als volgt uitziet : - -~
*
Jaar
Aandeel
Jaar
Aandeel
1977 1979 1985 1989
5,2% 5,9% 7,6% 9,2%
1995 1999 2009
10,7%
Kerncijfers 1977
11,7% 12,7%
Door de hiervoor genoemde percentages te betrekken op het aantal arbeidsplaatsen in gebied Lelystad per bedrijfssector (bijlage 11, tabel b), vindt men de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen per sector op kleine bedrijventerreinen in Lelystad, zoals weergegeven in tabel 2.
Tabel 2. -~
~p
ector
Nijverheid
1977 1979 1985 1989 1995 1999 2009
4.2.
115 2 34 46 1 610 74 6 80 1 85 1
Bouw
87 158 307 415 495 515 594
Diensten
31 1 518 913 1137 1355 1433 1522
Totaal
513 910 1681 2162 2596 2749 2967
Het terreinquotient
.
Een terreinquotient geeft de verhouding aan tussen werkzame personen en grondoppervlak. Meestal wordt dit uitgedrukt in aantal m2 per werkzaam persoon. Terreinquotienten zijn te onderscheiden in bruto en netto terreinquotienten. Bij de behoefteraming van het oppervlakte bedrijventerrein wordt in deze nota steeds het netto terreinquotient gebruikt. Het gaat hierbij om de uit te geven oppervlakte bedrijventerrein per arbeidsplaats. Voor het bepalen van de terreinquotienten per sector is gebruik gemaakt van bijlage 7.b. van het Structuurplan Lelystad en van de.terreinquotienten op kleine bedrijven in gebied Lelystad per 31 december 1975 (zie bijlage 2, tabel c). Het gemiddelde van deze quotienten is goed bruikbaar voor deze raming en wordt hieronderintabel 3 weergegeven. Tabel 3. Gemiddelde terreinquotient voor kleine bedrijventerreinen in Lelystad van 1977 tot 2010
Sector
Nijverheid Bouwnijverheid Diensten 4.2.1.
Oppervlakte per werknemer (netto) 162 m2 147 m2 220 m2
De ruimtebehoefte ----------------Uiteindelijk wordt met behulp van de arbeisplaatsen uit tabel 2 en de terreinquotienten uit tabel 3 voor de sectoren nijverheid, bouwnijverheid en diensten de benodigde oppervlakte kleine bedrijventerrein (arb.pl. x terreinq.) over de diverse jaren berekend. Dit wordt weergegeven in tabel 5.
'.
5.
RESULTATEN Het resultaat van de hierboven beschreven wijze van berekenen wordt in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 5. De nettd ruimtew-behoefte voor kleine bedrijventerreinen in gebied Lelystad per sector en totaal uitgedrukt in ha
Nijverheid
*
Bouw
Diensten
Totaal
oppervlakte uit te geven bedrijventerrein
:
Na aftrek van de reeds gerealiseerde oppervlakte kleine bedrijventerreinen per 31 december (tabel 71, resteert de nog aan te leggen netto oppervlakte (de additionele behoefte). 5.1.
De beschikbare oppervlakte aan kleine bedrijventerreinen in Lelystad Tabel 6 geeft een overzicht van de aanwezige, uitgegeven en nog beschikbare bedrijventerreinen in Lelystad per 31 december 1977. Tabel 6.
Kleine bedrijventerreinen
Totaal opp. aan- Uitgegeven opp. Beschikbaar voor uitgifte in ha, wezig in ha netto in ha, netto netto
'~ildenhof Kempenaar Jol Totaal
13,7
10,9
2,8
Uit de gegevens in tabel 6 blijkt dat per 31 januari 1977 in totaal 10,9 ha terrein is uitgegeven aan kleine bedrijventerrein. De in deze raming berekende behoefte bedraagt echter 9.98 ha per 31 ,december 1977. Dit verschil met de werkelijk uitgegeven oppervlakte kleine bedrijventerrein kan zijn oorzaak vinden in het feit dat bedrijven met het Oog op mogelijke uitbreiding overgaan tot de aankoop van meer terrein dan op grond van de personeelsbezetting bij vestiging nodig zou zijn ("0p groei kopen").
5.2.
Confrontatie tussen de behoefte en voorraad aan kleine bedrijventerreinen De confrontatie van de totale behoefte aan kleine bedrijventerreinen in Lelystad tot 2010 met de aanwezige voorraad bedrijventerreinen per 31 december 1977 resulteert in de additionele behoefte en wordt in tabel 7 en grafiek 1 weergegeven. Het is hier door mogelijk een inzicht te krijgen in de kritieke tijdstippen. Tabel 7 Behoefte aan kleine bedrijventerreinen in ha netto
* 6.
Voorraad kleine bedrijventerreinen per 31-12-1977
Additionele behoefte aan kleine bedrijventerreinen na 31-12-1977.
reeds uitgeaeven terrein
CONCLUSIE
Deze uitkomsten worden onder enig voorbehoud gepresenteerd. Veranderende uitgangspunten (aandeel arbeidsplaatsen op kleine bedrijventerreinen, terreinquotienten enz.) dan veranderen uiteraard ook de uitkomsten. Uit tabel 7 en grafiek 1 blijkt dat er medio 1979 behoefte bestaat aan uitbreiding van het beschikbare oppervlak aan kleine bedrijventerreinen. Realisering van de kleine bedrijventerreinen in de gebieden 2.4 en 4.1 (zie gebiedsindeling bijlage IV) zal slechts tot medio 1979 in de behoefte voorzien.
Lelystad, april 1978
C . ' .,.I
Tabel A. Het aantal arbeidsplaatsenl) in het gehele gebied Lelystad vanaf 1975 t o t . 2 0 1 0 --
Jaar 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984
Arbeidsplaatsen 5.352 6.631 7.40'7 11.400 13.200 14.800 16.400 18.000 ,19.600 21.200
Jaar 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994
Arbeidsplaatsen 22.800 24.400 26.000 27.000 28.000 29.000 29.900 30.700 31.400 32.000
~ p p
Jaar
Arbeidsplaatsen
Jaar
Arbeidsplaatsen
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
32.400 32.700 33.100 33.400 33.600 33.800 34.000 34.200 34.400 34.600
2005 2006 2007 2008 2009
34.900 35.100 35.300 35.500 35.700
1) Bron voor de
van 1979 t/m 1989 zijn de kerncijfers van jan. 1977 gegevens van 1975 t/m 1978 is de Werkgelegenheidsstatistiek, - gegevens voor 1979 t/m 1989 zijn de kerncijfers jan. 1977 ) waarbij beroepsbevolking = arbeidsplaatsen gegevens voor 1990 t/m 2009 is bet demografisch model ~elystad) Het aantal arbeidsplaatsen in op honderdtallen afgerond.
Tabel A. Benadering van detoekomstige werkgelegenheidsstructuur in gebied Lelystad in % . .
Jaar 1 ) Sector
1 9 7 5 ~ )1 9 7 7 ~ )1979
1985
1989
1995
1999
2005
2009
Nijvertieid Bouw Diensten
1 19,l 5498
2096 17,7 58,9
2292 16,l 61,5
23,5 1 4 , 62,7
24,3 13,l 62,7
24,3 13,l 62,7
24,3 13,l 6 2 , ~
14,6 20,9 5790
18,l 20,2 57,7
.
Tabel b. Benadering van het aantal arbeidsplaatsen in gebied Lelystad per bedrijfssector van 1975 tot 2010
Sector Nijverheid Bouw Diensten
Jaar 1 ) 19752) 197T2) 1979 920 1247 3581
1168 1674 4577
2390 2670 7620
1985
1989
1995
1999
4700 4040 13430
6220 4510 16720
7610 4630 19930
8170 4400 21070
- -- --
%_-
-
2009
,
8680 4680 22380
Tabel c . Netto terreinquotienten per bedrijfssector uitgedrukt in m2 per werkzaam persoon
Nijverheid Bouw Kleine bedrijventerreinen in gebied Lelystad per 31 decernber 1975 Structuurplan Lelystad bijlage 7 . b .
'Diensten
110
202
214
214
91
226
4
1 ) per 31 december 2 ) Bron = W e r k g e l e g e n h e i d s s t a t i s t i e k Lelystad
Bijlage 3 Lijst van bedrijven welke goed passen op kleine bedrijventerreinen
-
Dakdekkersbedrijf
- Stukadoorsbedrijf - Schildersbedrijf
-
Onderhoudsaannemers Hoveniersbedrijven (tuincentra) - Steenhouwerij - Pottenbakkerij
-
Meubelmakerij Stoffeerderij Markiezen- en rolluikbedrijf Parketvloerenbedrijf Klein scheepsbouw en verkoop van boten (pleziervaartuigen)
- Familiedrukkerijen
- Fotocopieerinrichting - Boekbinderij - Lederwaren ambacht- Maat en orthopedische schoenmakerij - Schoenherstellersbedrijf - Sadelmakerij
- Autoreparatiebedrijven
-
Autowasinrichting Autoverhuurbedrijven en/of taxibedrijven Verhuisbedrijven Expeditiebedrijven Gereedschapslijperij Goud en zilversmidsbedrijf - Instrument- en gereedschapmakerij
- Muziekinstrumentenmakerij
-
Broodbakkerij Slagerij Consumptie-ijsbereiding - Melkuitgiftestation
-
Magazijnen Expeditiebedrijven Garages en opslag publieke diensten Benzinepompen