2015-2019
Basisschool Titus Brandsma
Schoolgids BS Titus Brandsma 1e Maasveldstraat 2 5921 JM Blerick 077-3240097
[email protected] www.titusbrandsma.kerobei.nl
Pagina 0
EEN WOORD VOORAF Al eens nagedacht over hoeveel uur per jaar je de zorg voor je kind aan leerkrachten overlaat? Als kinderen na 8 jaar de basisschool verlaten, hebben ze er dik 7500 uur school op zitten! Dat geeft aan dat het kiezen van een basisschool met zorg dient te gebeuren en dat het gevoel dat je als ouder bij een school hebt heel belangrijk is. Jullie kinderen brengen zoals gezegd een groot deel van de tijd op school door, maar denk eens aan de momenten die je als ouder in school bent. Halen en brengen van je kind, oudergesprekken, helpen met activiteiten, meekijken in de groep etc. Scholen verschillen, in manier van werken, in sfeer en in hoe ze kinderen in staat stellen zich te ontwikkelen. In deze schoolgids staat beschreven hoe het team van de Titus Brandsma, samen met ouders en kinderen onze school vormgeeft. De informatie in deze schoolgids is bedoeld voor de ouders/verzorgers van onze huidige leerlingen maar ook om ouders/verzorgers die nog een school voor hun kind zoeken te helpen bij het maken van de juiste keuze. Deze schoolgids staat voor iedereen toegankelijk op de website van onze school. Voor ouders die geen Internet hebben of graag een papieren versie willen ontvangen, zijn er exemplaren op school te verkrijgen. Indien gewenst wordt deze gids ook uitgereikt bij inschrijving van nieuwe leerlingen. Het is tevens de uitwerking van een wettelijke verplichting en wordt daarom toegezonden aan de Inspectie voor het Onderwijs. Jullie kunnen deze gids ook lezen als een verantwoordingsbrochure waarin we opgeschreven hebben wat van onze school verwacht mag worden. Op deze manier krijgen jullie een beeld van de zaken die van belang zijn om te weten. In deze schoolgids staat algemene informatie en verschijnt maar één keer per vier jaar, tenzij niet voorziene omstandigheden een eerdere uitgave noodzakelijk of gewenst maken. We hebben hiervoor gekozen, omdat de schoolgids dan gelijk loopt met de uitgave van het nieuwe schoolplan. In dit plan staat omschreven hoe de school zich gedurende vier jaren denkt te gaan ontwikkelen. Door de uitgave van de schoolgids hieraan te koppelen, dragen we bij aan een samenhangend geheel. Bij deze schoolgids hoort een schoolkalender. Daarin staat alle informatie die specifiek geldt voor dat schooljaar. Deze kalender verschijnt ieder schooljaar en wordt aan alle gezinnen van onze school uitgereikt en op de website geplaatst. Als je zelf wil ervaren hoe wij op de Titus Brandsmaschool werken, je bent nieuwsgierig geworden naar wie we zijn of er zijn na het lezen van de gids nog vragen, maak dan gerust een afspraak om een keer langs te komen. Er is altijd wel een moment te vinden waarop we je kunnen rondleiden en kunnen vertellen over onze school.
juli 2015 Inge Ambaum-Jordens, directeur
Pagina 1
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
DE SCHOOLGIDS Richting Geschiedenis Schoolleiding Situering van de school Schoolgrootte Katholiciteit Procedure aanmelding/inschrijving leerlingen Verwijderen van leerlingen
5
2 2.1 2.2
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Visie van de Titus Brandsmaschool Klimaat van de school
8
3 3.1 3.2 3.3 3.4
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Kenmerken van de school Groepsindeling De samenstelling van het team De activiteiten voor de kinderen en de verdeling van de uren over de verschillende vakken
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15
DE ZORG VOOR DE KINDEREN Aanmelding en toelating Tussentijdse aanmelding (zij-instroom) Inschrijfprocedure Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Ondersteuning op school en de ondersteuningsniveaus De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs Leerlingenondersteuning binnen Kerobei De stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning en bovenschoolse ondersteuningscommissie van Kerobei Toewijzing van extra ondersteuning: het interdisciplinair overleg De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Onderwijskundige rapporten Langdurig zieke kinderen Zorg en Advies Trajecten en Bureau Jeugdzorg op onze school Jeugdgezondheidszorg voor schoolgaande jongeren vanaf 4 jaar De logopediste
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.8 5.9
DE OUDERS Contact ouders en leerkrachten De oudervereniging en de ouderraad De Medezeggenschapsraad (MR) De Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR) Speciale activiteiten Overblijfmogelijkheden (Tussenschoolse opvang, TSO) Klachtenregeling Kosten waarmee u op school te maken krijgt
6
7
9
10 11 12 13 14 15 16 17 19
20 21
22 23 24 25 26 27 Pagina 2
5.10 5.11
Verzekeringen Inzagerecht ouders
6 6.1 6.2
DE ONTWIKKELING Verdere ontwikkeling schoolconcept Zorg voor de relatie school en ‘omgeving’
7
DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN Schooltijden Leerplichtwet Spreekuren Ziekmelden van leerlingen Vrijstelling Maatregelen ter voorkoming van lesuitval
30
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
NAMEN Het schoolteam College van Bestuur Stichting Kerobei Raad van Toezicht Stichting Kerobei Ouderraad Medezeggenschapsraad (MR) Bereikbaarheid inspectie
33
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 10.15 10.16 10.17 10.18 10.19 10.20 10.21 10.22 10.23
AANDACHTSPUNTEN Gymnastiek Gymnastiekrooster Kinderpostzegels en Jantje Beton Okki, Taptoe en Hello You (groep 3 t/m 8) Reclame op school Foto’s op school Met de fiets naar school Schoonhouden schoolterrein Kleding, paraplu’s, hoofddeksels Huiswerk?! Trakteren op school Verantwoord eten en drinken tijdens de ochtendpauze Luizen Besmettelijke ziekten Persoonsgegevens Problemen Schoolmaterialen Waar schrijven we mee? Sponsoring Gedragscode website Protocol zorgvuldig handelen Veiligheidsbeleid Informatievoorziening aan gescheiden ouders
28
31 32
34
35
36
37 38
39
40 Pagina 3
10.24 10.25 10.26 10.27 10.28 10.29 10.30
Verboden sites op school GSM’s en sociale media Actief burgerschap en sociale integratie Buitenschoolse opvang Voorschoolse opvang Peuterspeelzaal de Duizendpoot VVE: Voor- en vroegschoolse educatie
11
SPECIAAL VOOR DE GROEPEN 1, 2 EN 3
12
AFKORTINGENLIJST
13
DISCLAIMER
41 42
44
Pagina 4
1 DE SCHOOLGIDS Titus Brandsmaschool 1e Maasveldstraat 2 5921 JM Venlo-Blerick 077-324 00 97
[email protected] www.titusbrandsma.kerobei.nl
De medezeggenschapsraad van de Titus Brandsmaschool heeft deze schoolgids vastgesteld en de gids is vastgesteld door het schoolbestuur. De gids wordt aangereikt aan ouders/verzorgers via onze site. Indien dat gewenst wordt, geven we een papieren versie mee. Bovendien geven wij de schoolkalender, met alle dagelijkse zaken, vakantierooster en belangrijke telefoonnummers, aan het begin van het schooljaar aan alle kinderen en bij het intakegesprek van nieuwe leerlingen mee. Deze kalender is ook op onze site te vinden. 1.1 Richting Basisschool Titus Brandsma maakt deel uit van de stichting Kerobei, een stichting voor katholiek en openbaar, primair onderwijs. Wij geven inhoud aan ons onderwijs vanuit de waarden en normen die horen bij de katholiekchristelijke grondslag. Het past bij ons om op een respectvolle manier met iedereen om ons heen om te gaan. Dit dragen wij ook uit. Kerobei is een stichting die onderwijs verzorgt in Baarlo, Beesel, Belfeld, Blerick-Venlo, Maasbree, Reuver en SteylTegelen. Tot deze stichting behoren in totaal 21 basisscholen, waaronder 2 scholen voor speciaal basisonderwijs. Alle scholen binnen Kerobei realiseren hoogwaardig passend onderwijs en betekenisvolle kinderopvang op levensbeschouwelijke grondslag voor ieder kind van 0 – 14 jaar. Kerobei kiest voor één kernwaarde: EIGENAARSCHAP. Onder “eigenaarschap” verstaan we: o eigenaar van de grondslag; o eigenaar van de missie; o eigenaar van de relatie met de doelgroepen; o eigenaar van eigen ontwikkeling. 1.2 Geschiedenis De Titus Brandsmaschool komt voort uit de oude dorpsscholen van centrum Blerick. De geschiedenis van de school gaat terug tot 1573. Deze geschiedenis wordt beschreven in het in 1991 verschenen boek: “....en toen ging de schoolbel....” De school is genoemd naar een katholieke verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog. 1.3 Schoolleiding directeur: teamleiders:
Inge Ambaum-Jordens Marcel Geomini René van Ewijk
[email protected] [email protected] [email protected] Pagina 5
De schoolleiding bestaat uit een directeur en twee teamleiders. De belangrijkste taakgebieden voor de teamleiders zijn de onderwijskundige ontwikkeling en de leerlingenzorg. In eerste instantie is de leerkracht aanspreekpunt voor ouders, indien nodig kunnen zij een beroep doen op de teamleiders of de directeur. In principe is er iedere dag van de week tenminste een lid van de schoolleiding aanwezig. Wanneer de gehele schoolleiding afwezig is, treden de leerkrachten op als vervanger. 1.4 Situering van de school De school ligt in het centrum van Blerick (een stadsdeel van Venlo). In dit centrum is een grote diversiteit van woningen te vinden. Oude ‘jaren-dertig-huizen’ en nieuwbouw zijn beide vertegenwoordigd in de wijk. De verdeling koopen huurwoningen is niet gelijk verdeeld. In onze buurt liggen vooral veel koophuizen. 1.5 Schoolgrootte De school is gehuisvest in een 13 klaslokalen tellend gebouw en herbergt bij de start van dit schooljaar ruim 370 leerlingen en 23 medewerkers. De school heeft tussen de 14 en 15 groepen, waarvan de groepen 1 en 2 heterogeen zijn ingedeeld (combinatieklas) en vanaf de groepen 3 er homogene groepen zijn. Op dit moment maken we, buiten ons regulier schoolgebouw, gebruik van een dislocatie. Deze is gelegen aan de Urbanusstraat, nabij de school. 1.6 Katholiciteit We kiezen uitdrukkelijk voor het woord katholiciteit en niet voor Rooms-Katholiek. Katholiek betekent voor ons “het geheel betreffend” en is daarmee open, transparant, respectvol t.a.v. ieders mening en opvatting en is gebaseerd op ontmoeting in en met de gemeenschap. Hiermee geven wij richting aan ons onderwijs, waarbij iedereen welkom is. Concreet betekent dit: o De kinderen leren de waarden op school door: gedragsregels; voorbeeldgedrag (de leerkracht geeft het goede voorbeeld); didactiek (zelfstandig en coöperatief leren); inzicht te geven in sociaal gedrag (sociaal-emotionele ontwikkeling) o Binnen ons onderwijs en in de wereld om ons heen, komen we voortdurend in aanraking met zaken die we bespreken in onze groepen. Al deze zaken en onze waardering hiervan, houden verband met onze katholiciteit en cultuur. Onze beleving en identiteit spelen een grote rol in de manier waarop wij anticiperen op de dagelijkse gang van zaken. Door eigentijdse methodes, ICT en sociale media kunnen we adequaat inspelen op wat er leeft en kunnen we hierin een rol spelen in de ontwikkeling van kinderen. o Op onze school vindt een aantal vieringen plaats (Sint Maarten, Sinterklaas, Kerst, Pasen, maandsluiting, voorleesontbijt, koningsspelen etc.). Uiteraard besteden we aandacht aan de herkomst van vieringen en vertellen we de bijbehorende (Bijbel-)verhalen. De nadruk ligt voornamelijk op ‘samen vieren’. o In onze school kiezen we voor een voorbereiding op de Communie en het Vormsel in de parochie met de kinderen die zich daarvoor hebben opgegeven (Overigens kan deze voorbereiding onder verantwoordelijkheid van de geestelijke in ons gebouw plaatsvinden met kinderen die zich daarvoor hebben aangemeld). De school faciliteert een aantal zaken en ouders van school helpen mee in werkgroepen.
Pagina 6
1.7 Procedure aanmelding/inschrijving leerlingen Binnen Kerobei hebben ouders vrijheid van schoolkeuze, m.u.v. toelating tot de SBO-scholen en de school voor meer- en hoogbegaafden. Wanneer er echter sprake is van te veel aanmeldingen, kan de school besluiten om kinderen niet te plaatsen. Broertjes en zusjes van kinderen die al op school zitten en leerlingen die dicht bij de school wonen, worden in dat geval eerder geplaatst dan leerlingen die verder weg wonen. Vanaf schooljaar 2015-2016 is er op onze school sprake van een aannamestop, aangezien we kampen met ruimtegebrek. Dit betekent dat we een aantal kinderen niet aannemen. We laten de ouders van deze kinderen zo snel mogelijk weten of we hun kind al dan niet kunnen plaatsen. 1.8 Verwijderen van leerlingen Hoewel we als school er alles aan zullen doen om het te voorkomen, kan het toch zijn dat een leerling zich zodanig ontwikkelt dat we als school niet meer in staat zijn om het kind die zorg en begeleiding te bieden die het kind nodig heeft. Soms is die ontwikkeling zo ernstig dat we als school tot verwijdering van een Als sanctie bij ernstig wangedrag van het kind en/of de ouders, of ernstig gedrag dat in strijd is met de grondslag van onze school. 1. Als onderwijskundige maatregel wanneer onze school niet meer kan voldoen aan de zorgbehoefte van het kind en dit voor het kind ernstige sociaal-emotionele gevolgen heeft. Dit kan zich uiten in het gedrag van de leerling (wangedrag of juist erg in zichzelf gekeerd). We zullen uiteraard niet zo maar tot verwijdering over gaan, dit gebeurt alleen in ernstige gevallen (ter beoordeling aan de directie en het bevoegd gezag/bestuur). In de regel zullen we een aantal stappen doorlopen: Preventief: 2. We blijven in overleg met de ouders over de ontwikkeling van het kind, zeker als de school denkt niet langer te kunnen voldoen aan de zorgbehoefte van het kind. Daarbij kan een afweging worden gemaakt of een vorm van speciaal (basis-) onderwijs beter zal kunnen aansluiten. Als de grenzen van wat de school kan bieden (dreigen te) worden bereikt, kunnen ouders en/of school de commissie leerlingenzorg van Kerobei inschakelen, om samen te kunnen bekijken welke (extra) mogelijkheden er eventueel nog zijn. We streven naar goed inhoudelijk overleg met de ouders. Meestal komen we er in dit stadium samen wel uit. 3. Een (ernstig) incident kan in eerste instantie leiden tot een “time-out” met onmiddellijke ingang. Dit betekent dat de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school wordt ontzegd, de ouders worden vooraf telefonisch geïnformeerd. De time-out kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij is de groepsleerkracht en minstens een lid van het managementteam aanwezig. Het incident en de inhoud van het gesprek met de ouders worden schriftelijk vastgelegd; dit verslag wordt in het leerling-dossier opgeslagen. De time-out maatregel wordt alleen toegepast na goedkeuring van de directie van de school; deze rapporteert de genomen maatregel aan het bevoegd gezag (bestuur, via de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning). Als dit in het voortraject nog niet is gebeurd, zal de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning worden gevraagd om advies over de mogelijkheden voor verdere begeleiding. Formeel: 1. Overleg met de ouders over de zorgen die de school heeft over de ontwikkeling die kan leiden tot schorsing. Hierbij horen ook afspraken over maatregelen die de dreigende schorsing kunnen voorkomen. De school informeert de ouders dat dit de eerste stap is van dit formele traject. Van het overleg wordt schriftelijk verslag opgemaakt; de ouders krijgen een kopie van dit document. We hopen natuurlijk dat het hier bij zal kunnen blijven! 2. Schorsing van het kind voor bepaalde tijd, als uiterste maatregel om aan te geven dat een grens is bereikt. Dit besluit zal door de schoolleiding worden genomen, de schoolleiding neemt vooraf contact op met het bevoegd gezag (via de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning). Bij schorsing langer dan één dag zal ook de onderwijsinspectie en de ambtenaar leerplicht op de hoogte worden gesteld. Op de eerste Pagina 7
schorsingsdag zal er een gesprek plaatsvinden met de ouders en de directie van de school. Van dit gesprek wordt een schriftelijk verslag opgemaakt. 3. Als bovenstaande niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd, zal de schoolleiding het bevoegd gezag vragen om een afweging te maken en een besluit te nemen. Daarbij maakt het bestuur een afweging tussen het belang van de school bij verwijdering en het belang van het kind om op school te blijven. Voor school kan bijvoorbeeld van belang zijn dat zonder verwijdering de rust en veiligheid op school niet langer gegarandeerd kunnen worden. Op basis van deze afweging zal het bestuur een voorgenomen besluit nemen over het al dan niet verwijderen. 4. Als het voornemen tot verwijdering definitief is zullen de ouders (schriftelijk) worden uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek wordt aan de ouders medegedeeld dat het bevoegd gezag van onze school niet langer bereid is een oplossing binnen de school te zoeken. Daarbij wordt de ouders aangegeven waarom het belang van het kind moet wijken voor het belang van de school. Na schriftelijke mededeling kunnen de ouders schriftelijk bezwaar maken, waarna het bestuur een definitief besluit ook weer schriftelijk zal versturen aan de ouders. Formeel kunnen de ouders hier tegen in beroep gaan. 5. Na het versturen van het definitieve besluit zal het bestuur zich gedurende 8 weken inspannen om een andere school te zoeken die bereid is de leerling toe te laten. Indien nodig wordt het kind vanaf stap 3 t/m 5 geschorst. In elk van bovenstaande stappen, doch liefst nog tijdens de preventieve fase, kan zowel door school als door ouders het kind worden aangemeld bij de commissie leerlingenzorg van Kerobei (voorzitter Frank Evers, 077-3968888,
[email protected]). De commissie leerlingenzorg kan dan met zowel ouders als school meedenken over een passende oplossing en waar nodig extra maatregelen treffen. Nogmaals: we zullen er als school alles aan doen om bovenstaande procedure te voorkomen. 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Visie van de Titus Brandsmaschool
In de herijking van onze visie in schooljaar 2014-2015 zijn we op zoek gegaan naar het vastleggen van onze hedendaagse praktijk en de zone van naaste ontwikkeling van onze school en ons team. Dat betekent dat we dichtbij onszelf zijn gebleven, waardoor we stappen kunnen zetten die recht doen aan de leerkrachten en onze kinderen. Leerkrachten zijn eigenaar van deze visie en in de verschillende expertisegroepen wordt hieraan stapsgewijs, in blokken van 90 dagen gewerkt. De visie kunnen we verdelen in vijf pijlers waarop we ons onderwijs, onze interactie met leerlingen, ouders, externe stakeholders en elkaar bouwen. We gaan uit van: o o o o o
leerlingen onderwijs en ondersteuning team ouders eigenaarschap
Deze deelaspecten hebben we gevuld met concreet waarneembaar gedrag, waaraan we onszelf houden en gehouden willen worden door anderen.
Pagina 8
Leerlingen We hebben een duidelijk beeld van onze leerlingen. Door kindgesprekken, gesprekken met ouders en observaties komen we tot een totaalplaatje waarbij we kunnen aansluiten in ons leerkrachthandelen en ons aanbod. Onze leerlingen komen veelal kansrijk binnen, ouders zijn betrokken en vinden ontwikkeling en leerprestaties belangrijk. Kwaliteiten en talenten van kinderen bepalen waarbij wij aansluiten en hoe we de creatieve vakken gaan aanpakken. We zorgen voor een veilig klimaat in onze school en zetten hierbij de SoEmO (sociaal emotionele ontwikkeling) kaarten in om meer expliciet in de klassen hieraan te werken op de speelplaats zorgen leerlingen, de zogenaamde ‘tevredenmakers’, ervoor dat conflicten op een goede manier opgelost worden. In kindgesprekken praten we met de leerlingen over hun welbevinden, hun plek in de groep en wat hen bezighoudt. Bovendien vindt in deze gesprekken de verkenning en verankering plaats resp. de te zetten stappen en de reeds gemaakte stappen in de ontwikkeling van de leerling. Hierdoor ontstaat meer eigenaarschap en reflecteren we op zowel cognitief als affectief gebied met kinderen. Onderwijs en ondersteuning We verzorgen op de Titus Brandsmaschool hedendaags onderwijs, waarbij we gebruik maken van eigentijdse methodes. We werken planmatig met behulp van groepsoverzichten en –plannen aan ons beredeneerd aanbod, waarbij we zoveel als mogelijk aansluiten bij onze leerlingen. Hierbij nemen we leerlingen mee in hetgeen we aanbieden en geven we hen meer en meer ruimte om, samen met de leerkracht, een aanpak te vinden die goed bij hen past. Hierbij stellen we concrete doelen en hebben we hoge verwachtingen. We zien in ons onderwijs dat de kinderen veelal kansrijk instromen en dat we, in de acht jaren onderwijs die we bieden, het verschil maken door aan te sluiten, te verdiepen en de ontwikkeling te waarborgen. We kunnen bogen op de kennis en vaardigheden van ervaren leerkrachten en hebben weet van elkaars kwaliteiten. We zetten deze kwaliteiten in en versterken elkaar. Erkende ongelijkheid is een begrip dat we niet alleen in woord, maar ook in daad in onze praktijk terugvinden. De expertisegroepen en de maatjes die met elkaar werken, zijn op basis van deze erkenning in ongelijkheid samengesteld. De teamleiders steken hierop in vanuit support aan leerkrachten, met als doel uit te bouwen waar mensen goed in zijn, op te bouwen waar interesse of affiniteit ligt en te compenseren (door anderen in te schakelen) op gebieden waarvan we weten dat anderen dit veel beter kunnen. Dit alles zorgt voor hoge opbrengsten en een gedegen onderwijsaanbod. In de ondersteuning van leerlingen die iets extra’s nodig hebben, bieden we zorg voor kinderen die verdieping en verrijking vragen en zorgen we voor ondersteuning van kinderen die verlengde instructie of een eigen leerlijn nodig hebben. Bovendien stemmen we, zoals uitvoerig beschreven in ons SOP (schoolondersteuningsprofiel), conform de wet Passend Onderwijs af op kinderen met ondersteuningsbehoeften op een heel breed vlak. Te denken valt aan kinderen met leer- en gedragsproblemen. Team We weten waar onze sterke kanten liggen en weten ook waar we nog ontwikkelpunten vinden, zowel persoonlijk, als op teamniveau. Hierover wordt open gecommuniceerd en zoeken mensen elkaar op, om samen verantwoordelijk te zijn voor elkaars ontwikkeling. Ontwikkel- en beoordelingsgesprekken vinden op onze school plaats, zoals dit beschreven is in de notitie ‘Gesprekkencyclus’. De teamleiders bieden support aan leerkrachten, zodat zij zich kunnen ontwikkelen en eigenaar kunnen zijn van die ontwikkeling. Reflectie zet altijd aan tot actie en in de reflectie zoeken we elkaar op, zodat we een genuanceerd beeld krijgen. In team- en schoolontwikkeling spelen de expertisegroepen een belangrijke rol. Het team is eigenaar van de ontwikkeling, het MT stuurt en begeleidt het proces, bakent het speelveld af en bewaakt deadlines. Pagina 9
Ouders Ouders zijn onze partners in het zorgdragen voor een goede ontwikkeling van de kinderen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd. We vragen praktische hulp aan ouders, bij het verzorgen van activiteiten, maar ook meer inhoudelijke hulp, bij het ontwikkelen van thema’s of het doen van vrijwilligerswerk in de school. We informeren ouders vroegtijdig en volledig en delen onze zorgen en onze trots met hen. We communiceren open en transparant. Dit doen we in ‘klassenmail’ die tenminste eenmaal per maand verzonden wordt en in onze nieuwsbrief die wekelijks gevuld wordt. In de loop van schooljaar 2015-2016 zal het gebruik van Isy de wekelijkse nieuwsbrief gaan vervangen. Eigenaarschap De term eigenaarschap is door de gehele school vertegenwoordigd. We geven ouders, leerlingen en onszelf de ruimte eigenaar te zijn van ontwikkeling, partnerschap en samenwerking. Dit betekent dat we inzichtelijk maken aan elkaar waarmee we bezig zijn en dat we samen praten over de te nemen stappen. Hierin zien we dat het eigenaarschap van de een daar begint, waar het voor de ander ophoudt en vice versa. Leerlingen geven aan waarin ze zich willen bekwamen, leerkrachten bieden stof aan die bijdraagt aan het behalen van de kerndoelen van ons onderwijs. De leerlingenraad is een voorbeeld van het vergroten van eigenaarschap bij leerlingen voor de totale schoolontwikkeling. Leerkrachten zijn hier eveneens eigenaar van. Bovendien zijn we samen eigenaar van de opbrengsten die we genereren en van onze teamcultuur. 2.2 Het klimaat van de school Het creëren van veiligheid, geborgenheid en het omgaan met elkaar volgens de normen en waarden binnen onze maatschappij zien wij als onze belangrijkste pedagogische taak. Om dit te kunnen realiseren bestaat ons sociaal emotioneel beleid uit de volgende 5 sporen : 1. Pestbeleid. Wij hanteren bij pestgedrag en om dit te voorkomen een pestprotocol. Wij maken hierin onderscheid tussen pesten en plagen. Het herkennen van pestgedrag wordt beschreven. Pestende en gepeste leerlingen worden getypeerd, we bekijken de rol van meelopers. Ook digitaal pesten komt aan de orde. 2. Normoverschrijdend gedrag. Naast een pestprotocol hebben we een beleidsstuk opgesteld met de titel; “Het vangnet voor regel- en normoverschrijdend gedrag.” Hierin beschrijven we hoe we ongewenst gedrag zoveel mogelijk willen voorkomen en wat te doen wanneer we toch geconfronteerd worden met dit gedrag. 3. Sociaal emotioneel volgsysteem. Om kinderen met sociaal emotionele problemen eerder te kunnen ontdekken, gebruiken we een volgsysteem. In de groepen 1, 2 en 3 doen we dat met het observatie- en registratieprogramma Kijk!. Vanaf groep 4 gebruiken we Viseon. Leraren, en vanaf groep 5, ook de leerlingen vullen op gezette tijden een uitgebreide lijst met vragen in die we waar nodig met de ouders bespreken. 4. Voorzorg. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom is het van belang om kinderen sociale vaardigheden bij te brengen. We gaan ervan uit dat het voorbeeldgedrag van de leerkrachten, het aanspreken van kinderen op ongewenst gedrag en sturen op gedrag (goede gedrag benoemen en aanreiken van gewenst gedrag) gewenst gedrag bevordert, waardoor we zorgen voor een veilig klimaat. Consequent handelen van leerkrachten binnen onze organisatie is, naast het ‘kennen’ van je leerlingen, de sleutel. Jaarlijks organiseert de school in samenwerking met de ouderraad een aantal activiteiten die bijdragen aan een ontspannen en plezierige sfeer. Zie hiervoor “Speciale Activiteiten” (punt 5.6). 5. Leerlingenraad. Onze leerlingenraad (gevuld met kinderen van de groepen 4 t/m 8) draagt significant bij aan een goed (leef)klimaat op onze school. In deze raad worden zaken besproken met kinderen die ertoe doen. Pagina 10
Leefbaarheid, sfeer, omgangsvormen en ‘hoe speel je met elkaar?’ staan (bijna) iedere bijeenkomst op de agenda. Zo hebben we met ingang van schooljaar 2015-2016 ‘tevredenmakers’ op het schoolplein die ervoor zorgen dat het buitenspelen goed verloopt. Deze tevredenmakers zijn leerlingen uit de groepen 7 en 8, die gekozen zijn door hun eigen klasgenoten en die een opleiding hebben genoten tot mediator. 3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 Kenmerken van de school Werkwijze De groepen 1 en 2 van onze school zijn heterogeen samengesteld. Dit betekent dat we kinderen van verschillende niveaus en leeftijden in één groep plaatsen . Ons uitgangspunt hierbij is het ontwikkelingsgericht werken volgens het principe van “Basisontwikkeling”. Kinderen worden uitgedaagd om zich in de zone van de naaste ontwikkeling te begeven (steeds een stapje verder). Door middel van thema’s met de daarbij behorende activiteiten en routines zoals kring, werklessen en taakkaarten, bieden we kinderen leerstof aan die aansluit bij hun niveau. Het kan zijn dat we er, om organisatorische redenen, voor kiezen een aparte groep 1 te starten gedurende het schooljaar. De kinderen die in deze groep komen, stromen, het schooljaar volgend op het jaar dat zij starten op school, door naar een groep 1/2. Voor de groepen 3 t/m 8 kiezen we voor homogene groepen, tenzij om organisatorische redenen anders van ons gevraagd wordt. We zullen er dan in ieder geval voor zorgen dat de wijze waarop de keuze tot stand is gekomen, transparant wordt gecommuniceerd en dat ouders en kinderen zo vroeg mogelijk op de hoogte worden gebracht van het voornemen. Vanuit het werken met groepsplannen worden kinderen op hun eigen niveau geïnstrueerd, uitgaande van het groepsoverzicht waarin de specifieke onderwijsbehoeften van elke leerling beschreven staan. Verwerking vindt deels plaats op eigen niveau en in eigen tempo. Daarnaast is zelfstandig werken voor ons een belangrijk moment om de kinderen eigen keuzes te laten maken die passen binnen hun ontwikkeling. Gedurende deze tijd heeft de leerkracht ook tijd om aandacht te geven aan kinderen die extra aandacht nodig hebben of waarvoor we een handelingsplan hebben opgesteld. Het werken met coöperatieve werkvormen heeft ook een plek binnen ons onderwijs. Hedendaagse methodes geven hiervoor zelf suggesties en ons team is hiervoor toegerust middels een cursus. Deze manier van werken draagt bij aan het met en van elkaar leren. Evaluatie van ons onderwijs vindt plaats door afname van methodegebonden toetsen en CITOtoetsen. Dit gebeurt in iedere groep. In groep 8 wordt bovendien de ‘eindCITO’ afgenomen. Tenminste 2x per jaar vindt er een analysegesprek plaats. De groepsleerkracht en de teamleider kijken samen verdiept naar de resultaten van de CITOtoetsen en de analyse van deze gegevens. De opbrengst van dit gesprek kan aanleiding zijn tot het opstellen van een handelingsplan voor individuele leerlingen, het aanpassen van het groepsoverzicht en -plan of verder onderzoek. De uitvoering van de extra ondersteuning vindt plaats binnen de groep door de groepsleerkracht. Uiteraard nemen wij ouders mee als het gaat om het doen van verdiept onderzoek. Er wordt nooit onderzoek gedaan, een HGA of handelingsplan opgesteld zonder instemming van de ouders. Organisatie De directeur en de teamleiders vormen samen de schoolleiding. Voor de dagelijkse gang van zaken op school zijn de teamleiders verantwoordelijk. Zij zijn ook het eerste aanspreekpunt na de groepsleerkracht. Uiteraard is het altijd mogelijk binnen te lopen bij of een afspraak te maken met de directeur.
Pagina 11
Groepsgrootte: Uiteraard proberen wij de groepen zo klein mogelijk te houden. Wij zijn echter afhankelijk van de financiering door het Rijk. Wij proberen de personeelsformatie die wij ter beschikking hebben, zo effectief mogelijk in te zetten en wel zodanig dat de klassen niet groter dan noodzakelijk worden. 3.2 Groepsindeling Aangezien we ieder jaar opnieuw zorgvuldig kijken naar het inzetten van de middelen die we ter beschikking hebben, kan het zo zijn dat de groepsindeling niet ieder schooljaar hetzelfde is. In de schoolkalender nemen wij per schooljaar op hoe de indeling er voor dat schooljaar uitziet. Bovendien informeren wij ouders middels onze nieuwsbrief over de groepsindeling, zo gauw deze definitief is. De MR (zie 5.3) is in deze een belangrijke partner. Zij kijkt met ons mee naar de indeling, wordt vaak gevraagd om mee te denken aan de voorkant van een proces en bevraagt ons op de keuzes die we maken.
3.3 De samenstelling van het team Wie werken er in de school? Directeur Teamleider
Groepsleerkracht Vakleerkracht muziek Ambulante begeleiding Onderwijsassistent Conciërge Administratief medewerker LIO-stagiair(e)
Algemene leiding van de school. Er zijn twee teamleiders op onze school. Zij zijn verantwoordelijk voor de leerlingenzorg en zorgen voor ondersteuning voor leerkrachten in hun ontwikkeling. Om e.e.a. werkbaar te houden, hebben we ervoor gekozen de teamleiders qua leerlingenzorg te verdelen over resp. de groepen 1 t/m 3 en de groepen 4 t/m 8. Geeft les aan een vaste groep en is eerstverantwoordelijke voor deze groep. Verzorgt in de meeste klassen de muzieklessen. Daar waar de leerkracht zelf de capaciteiten heeft, doet de leerkracht dit zelf. Leerkrachten vanuit speciale scholen en onze interne ambulante dienst die leerkrachten van de basisschool begeleiden bij het werken met kinderen die speciale zorg nodig hebben. Biedt hulp in de onderbouwgroepen. Voert allerlei praktische zaken op schoolniveau uit. Voert diverse administratieve taken uit en ondersteunt de directeur en het team bij het goed laten verlopen van de dagelijkse gang van zaken. Een student in het laatste jaar van de PABO (lerarenopleiding). De betreffende student komt gedurende het hele schooljaar regelmatig in dezelfde klas. Gedurende een periode van 4 weken geeft de student alle lessen in betreffende klas.
3.4 De activiteiten voor de kinderen en de verdeling van de uren over de verschillende vakken Over de activiteiten die de kinderen in school uitvoeren, worden ouders geïnformeerd op de infoavonden voor de groepen 1 t/m 3 aan het begin van het schooljaar. Voor de groepen 4 t/m 8 wordt dan een info-/kennismakingsavond gehouden. De data van deze avonden zijn te vinden op de schoolkalender. Pagina 12
De verdeling van de uren over de verschillende vakken kan per (leer)jaar verschillen, vandaar dat wij dit wel ter inzage hebben voor ouders die hierin geïnteresseerd zijn. Als wij afwijken van de reguliere verdeling, zullen wij dit communiceren met de ouders van de leerlingen van de betreffende groep en met de MR. Wij wijken alleen af als wij ons genoodzaakt zien dit te doen door het achterblijven de opbrengsten.
Pagina 13
4. DE ZORG VOOR DE KINDEREN 4.1 Aanmelding en toelating Bij de centrale aanmelding, jaarlijks in januari, melden ouders hun kind aan dat in het schooljaar daarna 4 jaar wordt. Formeel beschouwen we deze aanmelding als een “vooraanmelding”. Je kunt immers niet van school verwachten dat ze op het moment van aanmelding, vaak vele maanden voorafgaande aan de dag dat de kinderen 4 jaar worden, bij alle kinderen al kunnen inschatten of de school passend onderwijs kan bieden. Uiterlijk 10 weken voorafgaande aan de datum dat het kind 4 jaar wordt, voert de school een aanmeldingsgesprek met de ouders. In dat aanmeldingsgesprek bevestigen de ouders de aanmelding door het aanmeldingsformulier te ondertekenen. De ouders geven daarbij ook aan wie, of welke instanties, relevante informatie over hun kind kan geven m.b.t. de voorgeschiedenis en de actuele situatie. Van ouders wordt hierbij openheid verwacht. Vervolgens wordt samen met ouders overwogen of het nodig is om verder te onderzoeken of de school aan de begeleidingsbehoeften van het kind kan voldoen, al dan niet met basisondersteuning of extra ondersteuning. Uiterlijk 4 weken voorafgaande aan de datum waarop het kind 4 jaar wordt, krijgen de ouders bericht over de stand van zaken van de besluitvorming over de toelating van de leerling. Zie verder onderstaand stappenplan. 4.2 Tussentijdse aanmelding (zij-instroom) Van tussentijdse aanmelding is sprake als een leerling op een school zit maar waarbij de ouders overwegen om hun kind op een andere school te plaatsen. Ook dan geldt de 6- tot 10-wekentermijn, die ingaat op het moment dat de ouders ook formeel (schriftelijk) op de beoogde nieuwe school hebben aangemeld. Het is aan de nieuwe school om dit moment met de ouders te markeren; slechts informeren over eventuele mogelijkheden van de beoogde school geldt niet als een formele aanmelding. Voor de wet geldt de nieuwe school als zorgplichtige school, ook al zit het kind al op een andere school. De nieuwe school zal dus moeten onderzoeken of het kind op deze school passend onderwijs kan worden geboden maar kan daarbij, mits voldoende onderbouwd, de inschatting resp. het aanbod van de vorige school overnemen. Zie verder onderstaand stappenplan. Stappenplan: -
Ouders melden formeel aan (middels een aanmeldingsformulier)
-
De school verzamelt z.s.m. de nodige informatie. Waar nodig met toestemming van ouders worden gegevens opgevraagd bij relevante voorzieningen (de vorige school, externe instanties, etc.). De school schat op basis daarvan in of deze school voldoende tegemoet kan komen aan de begeleidingsvragen van de leerling. Daarmee kan de school inschatten of inschrijving op deze school tot de mogelijkheden behoort. Kernvragen bij dit besluitvormingstraject zijn: o
wat is de wens van de ouders?
o
heeft het kind extra ondersteuning nodig?
Pagina 14
-
zo nee, dan lijkt plaatsing op korte termijn haalbaar en stelt de school de ouders op de hoogte.
zo ja, of de school twijfelt hier over, dan brengt de school in beeld:
wat is het probleem, wat is de oorzaak van dat probleem en welke succesfactoren (compenserende factoren) zijn van belang bij de begeleiding van de leerling? De omschrijving van deze drie factoren noemen we een “weging”. Zo nodig brengt de school ook de ontwikkelingshistorie van het kind in beeld en de actuele stand van zaken van de HGPD-verklaringsgebieden. Hiermee ontstaat overzicht, op basis waarvan de weging kan worden geformuleerd.
welke hulpvragen vloeien er voort uit de weging?
wat heeft de school (extra) nodig om aan deze hulpvragen te kunnen voldoen
kan de school dit bieden?
wat is het advies van ketenpartners?
Als de basisschool op enig moment twijfelt over de mogelijkheden om zelf tot plaatsing over te gaan, of als de school overweegt af te wijzen en er is geen alternatief op een van de andere scholen in het scholencluster (de basisscholen in de directe omgeving), dan legt de school de aanmelding voor aan de bovenschoolse ondersteuningscommissie van Kerobei. Vanwege de wettelijk besluitvormingstermijn van 6-10 weken is het raadzaam om bij twijfel al in een vroeg stadium de bovenschoolse ondersteuningscommissie er bij te betrekken. Ouders kunnen ook kiezen voor rechtstreekse aanmelding bij de bovenschoolse ondersteuningscommissie. De bovenschoolse ondersteuningscommissie brengt, na overleg met alle betrokkenen, een zwaarwegend advies uit over toelating tot een reguliere school van Kerobei of geeft een toelaatbaarheidsverklaring af voor een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs (conform procedure van het samenwerkingsverband) resp. de school voor voltijds onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen. Zie verder de paragraaf over de bovenschoolse ondersteuningscommissie.
4.3 Inschrijfprocedure Scholen schrijven de leerling pas officieel in nadat de aanmeldingsprocedure met een positief besluit is afgerond. Voorafgaande aan de inschrijving krijgen de ouders de schoolgids (en/of worden gewezen op informatie op de website) die betrekking heeft op het schooljaar van inschrijving. Daarmee zijn de ouders tijdig op de hoogte van de gang van zaken op school, maar ook over interventies die de school kan plegen als blijkt dat een kind meer ondersteuning nodig heeft dan de school zelf kan bieden.
Pagina 15
4.4 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school rapport Elke dag geven de leerkrachten les op heel veel verschillende vakgebieden en worden de prestaties van de kinderen door de leerkrachten beoordeeld volgens vastgestelde normen. Vaak liggen die normen vast in de door de leerkrachten gebruikte methodes; soms ook zijn die normen ontstaan door afspraken in het team. Beoordelingen van leerkrachten worden vastgelegd en worden door hem of haar gebruikt voor de verslaggeving aan de ouders in een rapport. observaties Naast de beoordeling van prestaties volgens vastgestelde normen, zijn er ook de observaties van de kinderen die leiden tot een beoordeling van zaken zoals concentratie, werkhouding, zelfstandigheid e.d. Deze beoordeling is meestal in de vorm van een beschrijving met woorden en wordt ook bij de verslaggeving aan de ouders gebruikt. lezen Bij de kinderen van groep 3 wordt in de herfstperiode de zogenaamde ‘herfstsignalering’ afgenomen. Dit om zo vroeg mogelijk zicht te krijgen op de resultaten en indien noodzakelijk zo vlug mogelijk stappen te ondernemen. Vanaf de groepen 4 starten we met lezen om het lezen van woordrijen te oefenen en leesmeters te maken. We doen dit gedurende onze gezamenlijke leesstart ’s morgens van 8.30 uur tot 9.00 uur. Gedurende deze tijd leest iedereen vanaf groep 3. CITO Naast deze permanente beoordeling en beschrijving van de prestaties van de kinderen, hebben we met ons team gekozen voor een systematische toetsing op het gebied van technisch lezen, rekenen, spelling, begrijpend lezen, woordenschat en gedrag. De groepen 1 en 2 nemen de CITOtoets taal af en de CITOtoets ordenen. Deze toetsing vindt afhankelijk van het vak en de groep 1 tot 4 maal per schooljaar plaats. Voor de meeste vakken is dat 2 keer per jaar, meestal in januari en juni, dus in het midden en op het einde van het schooljaar, resp. de M- en de E-toets. De toetsen die we hiervoor gebruiken zijn methodeonafhankelijk en worden door heel Nederland gebruikt met daaraan gekoppeld vastgestelde normen. Zo’n systeem noemen we ook wel een leerlingvolgsysteem. Het heeft tot doel ons onderwijs te evalueren en successen en tekorten snel te ontdekken. Door deze resultaten te analyseren en met elkaar en de teamleider te bespreken, verankeren we onze successen en kunnen we kinderen die uitvallen die hulp kunnen bieden die het best bij hen past. We gebruiken daarvoor het CITO-leerlingvolgsysteem en Viseon (volgen van sociaal emotionele ontwikkeling). Hierin geven leerkracht en leerling (ieder afzonderlijk) een beeld over hoe hij/zij zich voelt in de sociale omgang met leerkracht, medeleerlingen en het welbevinden m.b.t. leren en school. De opbrengsten van het onderwijsleerproces die de 2 toetsrondes in januari en juni laten zien, worden door de groepsleerkracht met de teamleider besproken. Tijdens deze analysegesprekken wordt bekeken welke leerlingen in aanmerking komen voor extra begeleiding en hoe die ondersteuning wordt georganiseerd. De gekozen begeleiding wordt omschreven in de groepsplannen of in een individueel handelingsplan.
Pagina 16
Leerlingdossier Alle gegevens die wij over kinderen krijgen of zelf verzamelen, worden gebundeld in Eduscope, in het zogenaamde digitale leerlingdossier. Hierin brengen we alle relevante gegevens onder zoals: administratieve gegevens, oudergesprekken, verslagen van onderwijs- of zorginstanties, handelingsplannen, groepsplannen en –overzichten etc. Papieren documenten die wij ontvangen, worden gescand en ook in dit leerlingdossier bewaard. De groepsplannen en –overzichten staan ook in Eduscope. Hierdoor hebben we een goed overzicht van zowel de individuele onderwijsbehoefte van onze kinderen, als de behoefte en het niveau van de groepen. De groepsoverzichten worden voor het nieuwe schooljaar gevuld door de ‘oude’ groepsleerkracht. Samen met de ‘nieuwe’ leerkracht wordt dit overzicht bekeken en besproken. Aan de hand van dit overzicht en het gesprek worden de nieuwe groepsplannen gemaakt. Hierdoor kunnen leerkrachten meteen goed aansluiten bij hetgeen de kinderen nodig hebben. Ook de kinderen met een eigen leerlijn, HGA of handelingsplan krijgen een plek in het gesprek. 4.5 Ondersteuning op school en de ondersteuningsniveaus Het handelen van de leraar is bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs, zeker voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Om die kwaliteit te vergroten is een constant proces van samenwerking tussen leerkrachten noodzakelijk. Elke school werkt in het schoolondersteuningsprofiel uit op welke manier dit proces binnen school wordt aangezet, versterkt en geborgd. Thema’s hierbij zijn: leren van en met elkaar, kennis delen, gebruik maken van elkaars sterke kanten, groepsoverstijgend differentiëren, HGPD als basis voor het handelen van elke leerkracht (in niveau 1), etc. Het handelen van de leerkracht (dus niet de kindkenmerken) bepaalt op welk ondersteuningsniveau een leerling wordt begeleid. Uitgangspunt is, dat elke leerkracht in de basis goed inspeelt op de ondersteuningsvragen van de aan hem toevertrouwde kinderen (met inachtneming van kenmerken van de populatie van de school), waardoor het inzetten van ondersteuning op een hoger niveau kan worden vermeden. Om dit inzichtelijk te maken wordt iedere leerling ingedeeld in een van de ondersteuningsniveaus 1 t/m 5. Niveau 1 (onderdeel van de basisondersteuning)
Omschrijving Het kind krijgt ondersteuning binnen de groep of samenwerkende groepen die door (samenwerkende) leraren zijn ingericht. De leerkracht biedt onderwijs op maat, gebruik makend van de mogelijkheden die reguliere middelen, methodieken en activiteiten bieden. De leerkracht(en) beslist (beslissen) zelf of er aanpassingen in het programma nodig zijn en hoe deze het beste kunnen worden uitgevoerd. De leerkracht(en) kan (kunnen) hiervoor consultatief collega’s raadplegen. Verkorte tekst t.b.v. toelichting in Eduscope: Onderwijs en basisondersteuning door de leerkracht zelf, al dan niet in collegiale afstemming binnen de eigen school.
Pagina 17
Niveau 2 (onderdeel van de basisondersteuning)
Omschrijving Na overleg tussen leerkracht en teamleider wordt ondersteuning geboden door medewerkers van de basisschool (binnen of buiten de groep). De algemene ondersteuning door de eigen leerkracht (zoals in niveau 1) is niet voldoende. De benodigde gegevens worden door de school zelf verzameld en bieden voldoende basis voor handelingsgerichte interventies. Waar nodig kan ook een buitenschools hulpverlener (uit ondersteuningsniveau 3) kortdurend consultatief worden geraadpleegd.
Verkorte tekst t.b.v. toelichting in Eduscope: De leerkracht doet een beroep op de basisondersteuning van de school zelf om tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoefte van het kind. 3 Een medewerker van de basisschool (leraar, teamleider) voert regelmatig overleg met een (onderdeel van buitenschools hulpverlener (bijv. BCO, co-teacher, bovenschoolse ondersteuningscommissie, de extra gezinscoach Jeugdzorg) om handelingsgerichte adviezen te verkrijgen. Deze adviezen worden ondersteuning) beoordeeld, in activiteiten vertaald en uitgevoerd door medewerkers van de school of door de buitenschools hulpverlener zelf. Hieruit volgt dat kinderen die extra ondersteuning ontvangen (dus uit middelen van het samenwerkingsverband) in dit ondersteuningsniveau worden ondergebracht. Verkorte tekst t.b.v. toelichting in Eduscope: De leraar en school doen een beroep op deskundigen van buiten school. 4 Na afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring (via de bovenschoolse ondersteuningscommissie) (onderdeel van is het kind geplaatst in het Speciaal Basisonderwijs. de extra ondersteuning) Verkorte tekst t.b.v. toelichting in Eduscope: Het kind is geplaatst in het Sbo. 5 Na afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring (via de bovenschoolse ondersteuningscommissie) (onderdeel van is het kind geplaatst in het Speciaal Onderwijs. de speciale ondersteuning) Verkorte tekst t.b.v. toelichting in Eduscope: Het kind is geplaatst in het SO. 4.6 De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs Elk school is verplicht binnen 6 tot 10 weken nadat de ouders hun kind hebben aangemeld, een aanbod te doen aan ouders voor een passende plek voor hun kind in het onderwijs. Deze passende plek kan zijn op de eigen reguliere basisschool, op een andere reguliere basisschool of op een speciale (basis-)school binnen de regio. Als het kind op een school is of wordt geplaatst, regelt die school dus ook de nodige extra ondersteuning of, als de school niet langer aan de onderwijsbehoefte van het kind kan voldoen, regelt de school een passend alternatief. Een veelvoorkomend misverstand is, dat elke basisschool aan alle kinderen passend onderwijs moet kunnen bieden, ongeacht hun ondersteuningsbehoefte. Elke school moet wel regelen dat er een passend aanbod aan ouders wordt gedaan, ook al is dat op een andere school. Na aanmelding door de ouders zal de school samen met de ouders onderzoeken of de leerling specifieke ondersteuningsbehoeften heeft en of de school de nodige ondersteuning kan bieden. Een gesprek met de ouders (uiterlijk 10 weken voorafgaande aan de beoogde plaatsingsdatum of anders z.s.m.) en het opvragen van gegevens bij peuterspeelzaal, bij de vorige school en/of instanties maakt onderdeel uit van het onderzoek. Als duidelijk is dat de school het kind kan begeleiden, kan het kind worden ingeschreven. Als dat niet kan of men is onzeker, dan kan Pagina 18
een stappenplan in werking worden gezet om in beeld te krijgen van wat het kind nodig heeft en welke onderwijsvorm daar het beste bij past. Dit stappenplan maakt deel uit het bestuursondersteuningsprofiel en is op te vragen bij school. 4.7 Leerlingenondersteuning binnen Kerobei Onze school volgt systematisch de ontwikkeling van alle kinderen, in elk geval op het gebied van rekenen en wiskunde, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, sociaal-emotionele ontwikkeling (gedrag). Sommige scholen hanteren ook een zorgcyclus woordenschat. De ontwikkeling van kleuters wordt op een speciale manier gevolgd. Onze school heeft een teamleider die leerkrachten ondersteunt bij het bieden van ondersteuning op maat. De teamleider heeft speciale aandacht voor de ontwikkeling van de leerkracht en voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast onderhoudt de teamleider contacten met externe hulpverleners, instanties en adviseurs die bij de ontwikkeling van het kind en/of de school belangrijk zijn. De leerkracht is voor u het eerste aanspreekpunt. Als deze u niet verder kan helpen, dan kunt u uiteraard ook zelf contact opnemen met de teamleider. als school hebben we een aantal mogelijkheden om extern advies in te winnen, bijvoorbeeld: o de adviseur (orthopedagoog) van BCO-Onderwijsadvies (kortweg BCO) is regelmatig bij ons op school om te praten over leerlingen en leerlingenondersteuning. o de GGD (schoolarts), Bureau Jeugdzorg, de gezinscoach en vertegenwoordigers van het Centrum voor jeugd en gezin (CJG, Jeugdstation.nl, sociale wijkteams) zijn belangrijke partners in het bieden van ondersteuning op maat voor alle kinderen. Deze externe hulpverleners zijn regelmatig op onze school aanwezig om de school te adviseren over zaken die van belang zijn voor de ontwikkeling van het kind, waarbij ook zaken buiten school een belangrijke rol (lijken te) spelen. Een van de overlegvormen is het ZAT (zorgadviesteam), maar er kan door school ook een overleg worden gepland op andere momenten. Hiermee wordt onderwijs en jeugdzorg meer op elkaar afgestemd, een belangrijk onderdeel van landelijk beleid. De betreffende medewerker biedt ondersteuning aan school en, als dat nodig is, kortdurend binnen de opvoedingssituatie, als blijkt dat het kind er op school ook onder lijdt. Indien nodig kan het deze medewerker u doorverwijzen naar overige instanties en kan tevens samen met u de aanmelding bij een instantie oppakken. Deze personen kunnen zonder meer door school worden geraadpleegd en/of betrokken bij overleg over uw kind, desnoods anoniem. Hoewel deze medewerkers in dienst kunnen zijn bij verschillende instellingen (denk aan Bureau Jeugdzorg, MEE, Wel.kom, Synthese) is er nooit sprake van aanmelding van uw kind bij de betreffende instantie. U legt dus gewoon contact via de teamleider van de school en beslist altijd zelf als u bij bijv. Bureau Jeugdzorg zou willen aanmelden. o een co-teacher (voorheen ambulant begeleider) is regelmatig op de scholen in ons scholencluster aanwezig. De co-teacher is een speciale leerkracht, in dienst van Kerobei of van het speciaal onderwijs, en goed op de hoogte van ondersteuning aan kinderen met ernstige spraak- en taalmoelijkheden, kinderen die zeer moeilijk leren, lichamelijke en/of motorische problemen hebben en kinderen met gedrags- en omgangsproblemen (bijv. vanwege ADHD of een vorm van autisme). Daarnaast is er een co-teacher die scholen adviseert over onderwijs aan meer- en hoogbegaafde kinderen. De co-teacher is betrokken bij kinderen aan wie extra ondersteuning is toegewezen (voormalige rugzakmiddelen), maar kan incidenteel ook om advies worden gevraagd over andere kinderen. Voordat een co-teacher voor een leerling in actie kan komen moet een speciaal toewijzingstraject worden doorlopen. Dit traject staat elders in deze schoolgids vermeld. Als u vragen heeft, dan neem gerust contact op met de leerkracht of de teamleider..
Pagina 19
o
de bovenschoolse ondersteuningscommissie adviseert namens het bestuur de scholen (op afroep) bij het bieden van ondersteuning op maat. De school kan de bovenschoolse ondersteuningscommissie inschakelen voor advies over de ontwikkeling van een kind, met name als de grenzen van de zorg (dreigen te) worden bereikt. Als de school er voor kiest om uw kind aan te melden bij de bovenschoolse ondersteuningscommissie, dan zal aan de ouders om medewerking worden gevraagd. Ook u als ouder kunt de bovenschoolse ondersteuningscommissie inschakelen. School en ouders hebben in principe van elkaar geen toestemming nodig om de bovenschoolse ondersteuningscommissie in te schakelen, maar het beste is natuurlijk als de aanmelding in gezamenlijk overleg gebeurt. Zie verder de paragraaf over de bovenschoolse ondersteuningscommissie.
wanneer de basisschool speciaal onderzoek (bijvoorbeeld intelligentieonderzoek, persoonlijkheidsonderzoek, dyslexieonderzoek, dyscalculieonderzoek) nodig vindt om te kunnen blijven aansluiten bij de mogelijkheden van uw kind, kan de basisschool dit onderzoek laten uitvoeren door een extern bureau, meestal BCOOnderwijsadvies. De kosten voor dit onderzoek worden dan door de school betaald. Als u zelf wilt dat speciaal onderzoek wordt uitgevoerd, maar de school vindt dit niet nodig, dan kan de school u adviseren waar u dit onderzoek kunt laten uitvoeren, maar draagt u als ouder de kosten. Onder voorwaarden wordt dyslexieonderzoek en –behandeling door de zorgverzekeraar betaald. Ook hier kan de school u nader over informeren. als ouders en school samen het belang zien van verwijzing naar een externe deskundige (denk aan GGZinstelling, onderzoek en behandeling, verwijzing naar een kinderarts), dan zal school deze aanmelding ook schriftelijk inhoudelijk ondersteunen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt tussen scholen en zorgverleners, vastgelegd in een “Leidraad verwijzingen”. Deze leidraad is op te vragen bij de school of via de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning, Frank Evers (
[email protected] of 077-3968888) We zullen u als school op de hoogte stellen als we extern advies denken nodig te hebben, of als uw kind met externe hulpverleners of adviseurs (bijv. in een ZAT) wordt besproken. Bij de voorbereiding van een gesprek met de adviseurs zullen we meestal onze hulpvraag en een samenvatting van de reeds uitgevoerde ondersteuning voor uw kind aan hem/haar overhandigen. In de regel is dit het “Journaal” van uw kind. Als het nodig is dat de adviseur inzage krijgt in het dossier van het kind, zullen we u als ouder daarvan vooraf op de hoogte stellen. Natuurlijk zullen we u informeren over wat er besproken is. Het komt ook regelmatig voor, dat u als ouder bij een overleg met externen wordt uitgenodigd. Dit is afhankelijk van welke vraag de school en u als ouder heeft. Soms heeft een kind een ouder zonder formeel gezag over het kind. Deze “niet-gezaghebbende ouder” heeft het recht op feitelijke informatie over de ontwikkeling van het kind, maar heeft niet zonder meer het recht om mee te praten of mee te beslissen over het onderwijs voor het kind. De ouder die wel het gezag heeft, heeft de plicht om de niet-gezaghebbende ouder te informeren. Deze ouder moet er dus voor zorgen dat de andere ouder zich een beeld kan vormen van de ontwikkeling van het kind. Die informatieplicht ligt dus niet bij de school. We zullen bij een verzoek om informatie van een niet-gezaghebbende ouder altijd eerst de mogelijkheden bekijken of de welgezaghebbende ouder die informatie heeft en deze ook kan verstrekken. Echter, de ene ouder kan wettelijk de school niet verbieden om feitelijke informatie over de schoolvorderingen van een kind (zoals vermeld in het rapport van de leerling) door te geven aan de niet-gezaghebbende ouder. Zo nodig nemen we met beide ouders contact op en geven we beide ouders dezelfde informatie. Echter, we zullen als school altijd proberen te voorkomen dat we tussen de beide ouders in komen te staan. In ons handelen naar de ene en/of de andere ouder zullen we daarom nadrukkelijk onze inschatting van het belang van het kind voorop stellen. Een uitzondering op deze werkwijze wordt gemaakt als er sprake is van vermoedens van kindermishandeling. Dan geldt de wettelijke meldplicht van beroepskrachten, zoals de medewerkers van onze school. Daarvoor is geen toestemming van de ouders nodig. Om zorgvuldig om te kunnen gaan met vermoedens van kindermishandeling, hanteert elke school een Protocol Kindermishandeling. In dit protocol is vastgelegd hoe de school omgaat met
Pagina 20
vermoedens van kindermishandeling. U kunt het opvragen bij de school. We hopen natuurlijk dat er nooit aanleiding zal zijn om dit protocol te gaan gebruiken. 4.8 De stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning en bovenschoolse ondersteuningscommissie van Kerobei Voor ouders, scholen en externe instanties is het vaak een hele zoektocht om de goede ondersteuning voor hun kind te realiseren. Binnen het Passend Onderwijs in Noord-Limburg wordt er naar gestreefd om de toegang tot alle speciale vormen van onderwijs en de daarnaast noodzakelijke ondersteuning, onder te brengen bij één aanspreekpunt per bevoegd gezag. Daarvoor heeft elk bestuur in Noord-Limburg een bovenschoolse ondersteuningscoördinator. Binnen Kerobei is dit deze taak ondergebracht bij de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning, dhr. Frank Evers (
[email protected]). Kerobei heeft er daarnaast voor gekozen om een bovenschoolse ondersteuningscommissie in te richten, onder voorziterschap van de stafmedewerker bovenschoolse ondersteuning. Zowel de ouders als de school kunnen een kind aanmelden bij de bovenschoolse ondersteuningscommissie. Het is natuurlijk het beste, als de aanmelding van een kind bij de bovenschoolse ondersteuningscommissie in gezamenlijkheid door school en ouders gebeurt. Aanmelding bij de bovenschoolse ondersteuningscommissie is in elk geval nodig voor het verkrijgen van een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal basisonderwijs (de Schans en De Lings), de school voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen en het speciaal onderwijs. Een aanmeldingsformulier met daarin een uitgebreide toelichting over de bovenschoolse ondersteuningscommissie is via school verkrijgbaar of op te vragen bij de bovenschoolse ondersteuningscommissie, dhr. Frank Evers (077-3968888 of
[email protected]). 4.9 Toewijzing van extra ondersteuning: het interdisciplinair overleg Als de behoefte aan extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband blijkt (cluster 3 en 4), zal bovenstaande proces worden versterkt door inbreng van extra expertise in een interdisciplinair overleg met ouders. De inhoudelijke afweging geschiedt op basis van HGPD. De teamleider van de school is initiatiefnemer voor dit overleg en zorgt voor organisatie ervan. De samen stelling van dat interdisciplinair overleg is flexibel, waarbij ook de potentiële uitvoerder van de extra ondersteuning wordt betrokken (bijv. de co-teacher, zie hierna). Voorafgaande aan het interdisciplinair overleg stuurt de teamleider een zo volledig mogelijk HGPD ter voorbereiding aan alle deelnemers toe. Hiermee wordt beoogd dat het overleg zich vooraf overzicht kan verschaffen en zich in het overleg zelf primair kan richten op het concretiseren van de ondersteuningsbehoefte van kind en leraar. Als dan blijkt dat extra ondersteuning nodig is, dan zal deze door het betreffende overleg worden toegewezen en in de regel op het niveau van het scholencluster worden gerealiseerd. 4.10 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Op basisschool Titus Brandsma organiseren we een info-avond waar de ouders/verzorgers algemeen geïnformeerd worden. Op vooraf bekend gemaakte momenten wordt de CITO-eindtoets afgenomen en brengt de leerkracht van groep 8, in samenspraak met andere teamleden en de teamleider, voordat de uitslag van deze toets bekend is, advies uit aan de ouders tijdens een schoolkeuzegesprek. Het resultaat wordt aan ouders en Voortgezet Onderwijs verstrekt. Het schooladvies van de basisschool staat los van de conclusies de CITO-eindtoets. De functie van de CITO-eindtoets is meer die van een “second opinion” betreffende het reeds gegeven schooladvies. Het voortgezet onderwijs beslist over aanname. Door jarenlang contact met leerkrachten bij ons op school in de ouderavonden, -gesprekken en daarbuiten zijn de ouders in groep 8 goed op de hoogte van de ontwikkeling en de mogelijkheden van hun kind. De ouders ontvangen bij het adviesgesprek het schriftelijke advies.
Pagina 21
De overdracht van gegevens van onze school naar het voortgezet onderwijs wordt vervolgens digitaal geregeld. Onze school volgt de vorderingen van de oud-leerling nog een aantal jaren door middel van gesprekken met de mentor en door toezending van afschriften van de cijferlijsten van het voortgezet onderwijs. 4.11 Onderwijskundige rapporten Wanneer leerlingen naar een andere school gaan, verstrekt de school ten behoeve van die andere school een onderwijskundig rapport. Dit is het geval bij leerlingen die naar het speciaal onderwijs gaan, maar ook ten behoeve van het voortgezet onderwijs of een andere school voor basisonderwijs. 4.12 Langdurig zieke kinderen Het is een wettelijke plicht om voor elke leerling van onze school, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs aangepast aan de mogelijkheden van de leerling en de school. Indien een leerling langere tijd niet naar school kan komen, wordt samen met de ouders/verzorgers gekeken hoe het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, voortgezet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden en voorzieningen die op school aanwezig zijn. Eventueel wordt de consulent “onderwijsondersteuning zieke leerlingen” ingeschakeld bij het opstellen van een zorgplan. Ook wanneer een leerling opgenomen is in een ziekenhuis wordt de leerling door een consulent ondersteund. Daarnaast is het belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenootjes en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. 4.13 Zorg en Advies Trajecten en Bureau Jeugdzorg ook op onze school Al langer wordt er intensief samengewerkt in onze regio als het gaat om leerlingenzorg. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Zorg en Advies Trajecten. Hierin werken onder anderen de school, de speciale leerlingenzorg van het BCO (de regionale Onderwijsbegeleidingsdienst), Bureau Jeugdzorg, jeugdartsen en de leerplichtconsulent van de gemeente samen. De zorg voor leerlingen wordt zo verbeterd en hulp kan zo nodig sneller tot stand komen. Tot nu toe hebben deze ZAT-teams in het voortgezet onderwijs hun succes bewezen. Leerkrachten, leerlingen en hun ouders worden sneller en op maat geholpen en zo worden veel problemen voorkomen. Sinds 2005 is deze vorm van samenwerking ook voor alle basisscholen in de regio’s Venlo en Helden beschikbaar. Waar gaat het om? De school wil de zorg voor de leerling nog meer verbeteren en sneller de zorg kunnen inroepen die nodig is. Daarvoor is nu ook Bureau Jeugdzorg beschikbaar. Als er vragen of zorgen zijn over de leerling, dan doen we ons best om daar een passend antwoord of passende hulp op te vinden. Samen weten en kunnen we meer. Uiteraard bent u als ouder de eerste met wie we overleggen. Veel vragen en problemen kunnen we als school zelf beantwoorden. Waar ons dat niet voldoende lukt, omdat er bijvoorbeeld vragen zijn over de ontwikkeling van het kind, vragen over gedrag, emotionele problemen enzovoorts, dan kan de school in overleg met u als ouders snel gebruik maken van de adviezen of de hulp van Bureau Jeugdzorg. Elke school heeft een vaste contactpersoon die een aantal malen per jaar naar de school toekomt en met ons meedenkt. Is er snel hulp of advies van Bureau Jeugdzorg nodig, dan kan de school de medewerker oproepen. Er worden afspraken gemaakt die met u besproken worden. Dit kan leiden tot een gesprek met u als ouder/opvoeder als u dat wenst. Zo kan ook hulp, als dat wenselijk is, zonder veel “drempels” opgestart worden. Wat is en wat doet Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is er voor vragen en problemen bij opvoeden en opgroeien. Jeugdigen van 0-18 jaar en hun ouders/opvoeders kunnen er terecht voor informatie en advies en voor hulp. Opvoeden en opgroeien valt soms niet mee. Elke ontwikkelingsfase van kinderen en jeugdigen gaat immers gepaard met specifiek problemen en zorgen. Pagina 22
Vaak weet u zelf de oplossing, vaak kunt u bijvoorbeeld ook op school terecht, maar soms kan hulp en ondersteuning van een deskundige uitkomst bieden. Misschien wil uw kind niet luisteren, of maakt u zich zorgen omdat uw kind negatief gedrag vertoont en altijd angstig is. Daarnaast kunnen ook omstandigheden, ziekte, echtscheiding of alleenstaand ouderschap de opvoeding bemoeilijken. Wat de vraag of wat uw probleem ook is, u kunt er mee terecht bij Bureau Jeugdzorg. Sinds 2005 komt indien nodig een medewerker van Bureau Jeugdzorg naar de school voor informatie, advies of hulp. De eerste contacten lopen dan via het ZAT-overleg op de school. Voor meer informatie over Bureau Jeugdzorg Limburg in het algemeen en Bureau Jeugdzorg Venlo in het bijzonder: zie www.bjzlimburg.nl . Bureau Jeugdzorg Venlo is gevestigd aan de Prinsenstraat 4 te Venlo. Het postadres is: Postbus 219, 5900 AE Venlo. Telefoon: 077 – 3540959. E-mail
[email protected] . Het bureau is geopend van 8.30 uur tot 17.00 uur. Buiten deze kantooruren geldt de bereikbaarheidsdienst. 4.14 Jeugdgezondheidszorg voor schoolgaande jongeren vanaf 4 jaar Indien u informatie wenst over de gezondheidsonderzoeken die op school door de GGD worden uitgevoerd kunt op onderstaande link klikken of dit adres in de adresbalk van uw browser intypen. U vindt daar ook de namen en contactgegevens van de medewerkers die bij ons op school komen. www.ggdlimburgnoord.nl/schoolboekje 4.15 De logopediste De taak van de logopediste is de kinderen met spraak- en stemgebreken te helpen en leerkrachten en ouders te adviseren. In het begin van het schooljaar worden jongere kinderen onderzocht. Hierbij wordt vooral gelet op uitspraak, stemkwaliteit en spreekvaardigheid / spontaniteit. Als er kinderen voor een logopedische behandeling in aanmerking komen, dan worden de desbetreffende ouders hiervan op de hoogte gesteld. Indien nodig kunt u onze schoollogopediste mevrouw Reuvers bereiken d.m.v. het volgende e-mailadres:
[email protected] of telefonisch op maandag van 15:00 – 16:00 uur telefoon 077 8504861. 5 DE OUDERS 5.1 Contact ouders en leerkrachten Ouders en school zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid, kinderen zo goed mogelijk begeleiden, opvoeden, in ontwikkeling brengen en houden. Wij vinden het waardevol elkaar te informeren over: o het welbevinden, gedrag, thuissituatie, leerinstelling, leerprestaties van het kind; o de werkwijze en het programma van de school. Het draagt ertoe bij dat kinderen door school en ouders worden begrepen en aangepast begeleid. Uiteraard is het voor ouders belangrijk te weten ‘hoe hun kind het doet’ op school, maar ook voor ons is het van groot belang op de hoogte te zijn van het wel en wee thuis. Deze wederzijdse betrokkenheid vanuit het belang van ieder kind geven wij als volgt vorm:
Pagina 23
o o o
o
o
De ouders worden via de “Wekelijkse Nieuwsbrief” op de hoogte gehouden van actuele praktische informatie. Deze nieuwsbrief wordt zoveel mogelijk per mail verspreid. Door middel van het aanreiken van de waarderingslijsten (rapporten) aan ouders, vindt er informatieoverdracht plaats rondom de opbrengsten van ons onderwijs en de ontwikkeling van de kinderen. Op gezette tijden (zie de schoolkalender) gaan ouders en leerkrachten in gesprek met elkaar over de ontwikkeling van hun zoon of dochter. In deze gesprekken wordt er naast de waarderingslijst, ook gekeken naar welbevinden, betrokkenheid en wat het kind thuis bezig houdt. Mocht de leerkracht of mochten de ouders het nodig vinden om een wat langer persoonlijk gesprek te hebben, dan kan dat uiteraard altijd gepland worden. Het spreekt natuurlijk vanzelf dat, mochten de ouders of de leerkracht het nodig achten om tussendoor een gesprek te hebben, zij dan met elkaar contact kunnen opnemen om een afspraak te maken. Wij stellen ouders graag in de gelegenheid in de groep van hun kind de lessen bij te wonen. Dit kan hun kijk op het onderwijs en de deelname van het kind daaraan verdiepen en verbreden. Ouders kunnen aan de groepsleerkracht laten weten als zij gebruik willen maken van dit aanbod. De privacy van kinderen vraagt van elke ouder voorzichtigheid in spreken en gedrag t.a.v. andere kinderen. Filmen/fotograferen in de klas mag alleen na toestemming van de leerkracht. Verder zijn er gedurende het schooljaar speciale ouderavonden, zoals: een info-/kennismakingsavond voor de groepen 1,2 en 3 aan het begin van het schooljaar; een info-/kennismakingsavond voor groep 4 t/m 8 aan het begin van het schooljaar. De ouders van leerlingen in de groepen 4 t/m 8 ontvangen een boekje met speciale informatie over het schooljaar waarin hun kind zit; een ouderavond voor groep 8 i.v.m. de overgang naar het voortgezet onderwijs; Indien er gedurende het jaar een situatie zich aandient waarin de behoefte ontstaat om een extra ouderavond voor de school of een groep ouders te organiseren, dan zullen we dit in de nieuwsbrief of in een aparte uitnodiging kenbaar maken.
Voor al onze ouderavonden geldt dat de betreffende ouders ruim van tevoren schriftelijk worden uitgeno digd. De data staan op de schoolkalender. 5.2 De oudervereniging en de ouderraad De school kent een oudervereniging waarvan ouders lid zijn. In principe zijn alle ouders lid van deze vereniging, tenzij zij schriftelijk te kennen hebben gegeven geen lid te willen zijn. Leden betalen jaarlijks een ouderbijdrage, deze bijdrage is op de jaarlijkse ledenvergadering vastgesteld. De hoogte van deze bijdrage wordt vermeld in de schoolkalender. Het verenigingsjaar van de oudervereniging valt samen met het schooljaar. Het bestuur van de oudervereniging functioneert als ouderraad. Het streven van de oudervereniging is om in samenwerking met team, bestuur en medezeggenschapsraad het schoolgaan van de kinderen zo soepel en aangenaam mogelijk te laten verlopen. Het werk van de ouderraad bestaat voornamelijk uit het organiseren van schoolse en buitenschoolse activiteiten, middels een hechte samenwerking met het team. In de ouderraad wordt o.m. gewerkt aan: Sintermerte, Sinterklaas, Kerstmis, carnaval en schoolreisjes. Om bovenstaande activiteiten goed te kunnen organiseren komt de ouderraad ongeveer één keer per 8 weken bij elkaar en bespreekt de voortgang van de te organiseren activiteiten en evalueert de gepasseerde activiteiten. Gedurende de tweemaandelijkse bijeenkomsten sluiten ook teamleden aan. Naast het bespreken van de activiteiten wordt er op de bijeenkomsten informatie uitgewisseld tussen ouderraad en team.
Pagina 24
Een keer per jaar roept de ouderraad een jaarvergadering van de oudervereniging bij elkaar. Deze jaarvergadering heeft een formeel karakter waarin teruggekeken wordt naar het afgelopen verenigingsjaar, wat betreft de organisatorische (bestuursverkiezingen) en financiële gang van zaken van de vereniging. De namen van de leden van de ouderraad staan in de schoolkalender. 5.3 Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad is een raad die iets mee te zeggen heeft. Een school wordt bestuurd door een schoolbestuur. De eindverantwoordelijkheid voor alle schoolaangelegenheden ligt bij het schoolbestuur. Een schoolbestuur was vroeger volledig zelfstandig bij het nemen van besluiten. Of er overleg was met de directie, leerkrachten en ouders bepaalde het bestuur zelf. Nu is bij wet geregeld, dat elke school een medezeggenschapsraad moet hebben. Daarin hebben ouders en leerkrachten zitting. De wet schrijft voor in welke situaties een bestuur verplicht is de MR in te schakelen. Hiervoor zijn twee mogelijkheden: 1. De MR moet instemmen met een besluit dat een bestuur wil gaan nemen. Zonder die instemming mag het besluit niet genomen worden en dient er overlegd te worden tussen MR en bestuur. 2. De MR wordt in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over voorgenomen besluiten van het bestuur. In het MR reglement staat precies beschreven over welke zaken de MR advies dient te geven en over welke zaken zij instemmingsrecht heeft. Ook bestaat de mogelijkheid dat de MR zelf zaken kan aandragen bij het bestuur, welke zij belangrijk vindt. De MR op onze school bestaat uit tenminste 4 leden: 2 ouderleden, 2 leerkrachten. Bovendien is er een aantal ouders dat, zonder lid te zijn van de MR, aansluit om mee te denken en mee te praten. Ook de directeur is aanwezig als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag, maar heeft geen stemrecht. Het MR reglement schrijft voor op welke wijze er vertegenwoordigers gekozen moeten worden. De zittingsperiode is voor ieder lid 3 jaar. De vergaderingen vinden 6 à 8 keer per jaar plaats in school en zijn openbaar. De data en de namen van de leden van de MR staan in de schoolkalender en de agenda en notulen worden openbaar gemaakt in de nieuwsbrief. Boven de MR van elke school staat een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van de scholen die onder dezelfde stichting vallen. De GMR bespreekt schooloverstijgende aangelegenheden. Daartoe zijn bepaalde bevoegdheden van de MR overgeheveld naar de GMR. 5.4 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Voor de stichting Kerobei, met meer dan één school onder haar beheer, geldt een verplichte GMR. De verplichte GMR heeft een eigen taak, positie en wettelijk toegekende bevoegdheden. In de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) is bepaald dat de GMR in de plaats treedt van de MR’ en van de scholen “indien het aangelegenheden betreft die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen of voor de meerderheid van de scholen”. In de GMR wordt op bovenschools niveau schooloverstijgend en kaderstellend beleid aan de orde gesteld. Dat geeft de ruimte aan de directeuren van de individuele scholen om dat beleid concreet op schoolniveau verder in te vullen in samenspraak met de MR van die school. Daardoor kan de MR zich toeleggen op schoolspecifieke aangelegenheden. Met deze systematiek is een tweedeling gelegd: schooloverstijgend en op schoolniveau. Dit is bepalend voor de (inhoud van de) documenten en gespreksonderwerpen in zowel de GMR als de MR’en. De informatie- overdracht en communicatie tussen GMR en MR’en zijn belangrijke aandachtspunten.
Pagina 25
GMR-leden hoeven geen lid te zijn van een MR. GMR-leden worden uit de ouders en de leerkrachten gekozen, door de leden van de afzonderlijke MR’en. De vergaderingen van de GMR zijn openbaar. Aanvullende informatie over de WMS, MR en GMR is beschikbaar op de internetsite www.infowms.nl. Dagelijks bestuur GMR: Voorzitter: Vice-voorzitter/secretaris: Leden:
Dhr. C. Eulenpesch Dhr. Bart Klerken
ouder Titus Brandsma leerkracht ‘t Palet
Mevr. Jeannette van Heugten Dhr. Paula Lemmen-Hof Mevr. Gertia Knorr Mevr. Monique v. Wijlick Mevr. E. Geurts Mevr. Ine Lücker Dhr. Christian Eulenpesch Dhr. Han Peters Mevr. Juliëtte Benders
leerkracht De Bolleberg ouder Regenboog ouder De Springbeek leerkracht Meander ouder De Violier leerkracht interne ambulante dienst ouder Titus Brandsma ouder De Schalm orthopedagoog Kerobei
5.5 Speciale activiteiten In en rond school vinden jaarlijks enkele min of meer vaste activiteiten plaats, die veelal verband houden met de lessen, maar er soms ook geheel los van staan. De data waarop deze activiteiten plaatsvinden staan wederom op de schoolkalender.. a. b. c. d. e.
f.
g.
Sport- en spellendag In september vindt de jaarlijkse sport- en spellendag plaats. Voor de groepen 1 t/m 4 in en rond “Os Blië Riek”, terwijl de bovenbouw daarvoor de sportvelden opzoekt. Sintermerte Kort voor het feest van onze stadspatroon (11 november) is er voor de groepen 1 t/m 4 een optocht met zelfgemaakte “luchjes” (lampions). Hierna volgt een traktatie voor de hele school. Sinterklaas De Sint brengt ieder jaar een bezoek aan onze school. De leerlingen van de groepen 5 t/m 8 maken voor die dag surprises voor elkaar. Kerstviering De laatste dag voor de kerstvakantie vinden er in iedere klas passende activiteiten plaats. Carnaval Ieder jaar wordt er in principe op de vrijdag vóór carnaval “schoolcarnaval” gevierd. Er is een zittingsmorgen in de school en er wordt een optocht door Blerick georganiseerd met joekskapel(len). Iedere groep beeldt iets uit aan de hand van een afgesproken schoolthema. Maandsluiting en jaarsluiting Enkele keren per jaar houden we in de hal van de school een “maandsluiting”. Kinderen voeren voor elkaar liedjes, dansjes, sketches e.d. op. Elke groep komt een keer aan de beurt. Enkele onderdelen worden tijdens de jaarsluiting voor de ouders opgevoerd. Deze jaarsluiting vindt plaats op een avond aan het einde van het schooljaar. Afscheid van groep 8 Op het einde van het schooljaar heeft groep 8 enkele schoolverlatersdagen. Voor deze activiteit vragen we van de ouder(s) een financiële bijdrage. Hulp van enkele ouders van de leerlingen van groep 8 is onmis-
Pagina 26
h. i. j.
k.
l.
m. n. o. p.
baar. Met de ouders van deze leerlingen wordt tevoren overleg gepleegd. Op de laatste schooldag vindt het zogenaamde ‘Uitzwaaien’ plaats, waaraan alle kinderen van de school deelnemen. Herfst- of lentewandeling groepen 1, 2 en 3 Paasspeurtocht Vlak voor Pasen wordt jaarlijks voor de groepen 1, 2 en 3 een speurtocht georganiseerd. Bezoek aan kinderboerderij, uitvoeringen, tentoonstellingen enz. Alle groepen brengen wel eens een bezoek aan de kinderboerderij, de Maaspoort, een tentoonstelling, een schoolconcert, het Limburgs Museum, enz. Ook worden er wel eens excursies georganiseerd. Aan al deze evenementen zijn voor de ouder(s) meestal geen extra kosten verbonden. Wekelijkse Nieuwsbrief Iedere week op vrijdagmorgen wordt per mail de nieuwsbrief toegestuurd. De ouders die geen mailadres hebben, ontvangen een papieren versie via hun oudste kind. In de nieuwsbrief vindt u actuele mededelingen. Deze nieuwsbrief staat samen met veel voorgaande nieuwsbrieven ook op de website. www.titusbrandsma.kerobei.nl, klik op de knop “Nieuwsbrieven”. In de loop van schooljaar 2015-2016 zal Isy, een digitale omgeving waarin nieuws gedeeld wordt met ouders, operationeel zijn en de nieuwsbrief vervangen. Schoolreis De schoolreis vindt plaats in deelgroepen: de groepen 1, 2 en 3, de groepen 4 t/m 7 (mogelijk groep 4/5 en 6/7 apart, afhankelijk van het reisdoel). De bestemming wordt ieder jaar opnieuw bepaald in overleg met de oudervereniging. Voor deze activiteiten wordt een bijdrage van de ouder(s) gevraagd. Deelname aan Venloos schoolvoetbaltoernooi De leerlingen van de hoogste groepen kunnen in schoolverband deelnemen aan het Venlose schoolvoetbaltoernooi of schoolzaalvoetbaltoernooi, indien begeleiding voorhanden. Deelname aan NSA (NaSchoolse Activiteiten) Zeer regelmatig kunnen de leerlingen zich in hun klas opgeven om deel te nemen aan sportactiviteiten. Er zijn activiteiten voor alle groepen. Declamatiewedstrijd ‘Veldeke’ Ieder jaar wordt onze school door een groot aantal leerlingen vertegenwoordigd tijdens de declamatiewedstrijd die door ‘Veldeke’ wordt georganiseerd. Tevens bestaat door de inzet van de oudervereniging de mogelijkheid om in schoolverband deel te nemen aan de Venlose Avondvierdaagse.
5.6. Overblijfmogelijkheden (Tussenschoolse opvang, TSO) Uiteraard bieden we ouders en kinderen de mogelijkheid over te kunnen blijven op onze school. Tussen de middag in een veilige omgeving samen een boterham eten, omdat dat thuis (een keer) niet kan. Brood & Spelen verzorgt op onze school de tussenschoolse opvang. Een aparte eetgelegenheid, met onderscheid tussen jongere en oudere kinderen, voldoende speelmateriaal en genoeg aanwezige vriendjes of vriendinnetjes vinden ze fijn. Met deze wensen in het achterhoofd verzorgt Brood & Spelen de tussenschoolse opvang. Het overblijven gebeurt tenslotte in de vrije tijd van de kinderen. Zij letten erop dat er een goed evenwicht is tussen eten en spelen. Daarnaast zorgen zij ervoor dat de sfeer en de gewoontes tijdens het overblijven aansluiten bij de identiteit van onze school. De exacte afspraken over het overblijven op onze school kunnen jullie vinden in de schoolspecifieke overblijfinformatie die op school verkrijgbaar is. De meeste informatie vind je op de site van Brood en Spelen. Willen jullie meer weten over Brood & Spelen kijk dan eens op www.broodspelen.nl
Pagina 27
5.7 Voorschoolse opvang en naschoolse opvang De voorschoolse opvang wordt op de Titus Brandsma in eigen beheer gerealiseerd. Ouders kunnen hun kind(eren) opgeven via de school. Vanaf 7.30 uur wordt er, indien gewenst, tegen een kleine vergoeding gezorgd dat er iemand de kinderen opvangt. De naschoolse opvang op onze school wordt uitgevoerd door Spring kinderopvang binnen buitenschoolse opvang “Otje”, gevestigd in het gebouw van basisschool Mikado of “Zoef”. Meer informatie vindt u op de website van Spring (www.spring-kinderopvang.nl). U kunt hier ook terecht voor opvang in de vakantie en tijdens studiedagen. 5.8 Klachtenregeling Onder de klachtenregeling vallen klachten m.b.t.: seksuele intimidatie discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten onpedagogische aanpak verleende zorg/onderwijs Onder discriminerend gedrag wordt verstaan: elke vorm van ongerechtvaardigd onderscheid als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet gelijke behandeling. Onder agressie, geweld en pesten worden verstaan: gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen waarbij bedoeld of onbedoeld sprake is van geestelijke of lichamelijke mishandeling van een persoon of groep personen die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. Klachten kunnen ook gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school zullen in eerste instantie in goed overleg tussen betrokkenen worden opgelost. Indien dit niets oplevert, kan daarna overleg met onder andere de teamleider of de directeur plaatshebben. Wanneer ook deze afhandeling niet tot tevredenheid heeft geleid, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Hiervoor kunnen jullie op school terecht bij de groepsleerkracht, de aangestelde contactpersoon of bij de directeur of teamleider. De taak van de contactpersoon is: de klager verwijzen naar de door het bestuur aangestelde vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zal in eerste instantie nagaan of de klager getracht heeft de problemen met de aangeklaagde of met de directeur op te lossen. De vertrouwenspersoon kan een klager in overweging geven, gelet op de ernst van de zaak, geen klacht in te dienen, de klacht in te dienen bij de klachtencommissie, de klacht in te dienen bij het bevoegd gezag, dan wel aangifte te doen bij politie/justitie. Indien de klager dit wenst, begeleidt de vertrouwenspersoon hem bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. De klachtencommissie zal de klacht afhandelen zoals in de klachtenregeling staat aangegeven. Deze klachtenregeling ligt op school ter inzage. De vertrouwenspersonen binnen Kerobei zijn: Mw. M.A. van Megen-Driessen Dhr. F.T.M. Heldens Dhr. B.J.M. Woltering
T 077 474 24 63 T 077 474 11 06 T 06 53840383
Pagina 28
Contactpersoon van de school: - mevrouw Nel Smits (leerkracht), tel. (077) 324 00 97 (school) of (077) 477 02 53 (privé). Klachtencommissie: - Klachtencommissie Katholiek Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. (070) 356 81 14. Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 1113111 (tijdens kantooruren tegen lokaal tarief) (Meldpunt voor: seksueel misbruik/intimidatie, fysiek geweld, psychisch geweld zoals grove pesterijen, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme etc.) 5.9 Kosten waarmee u op school te maken krijgt (Prijzen bij benadering; voor juiste bedragen zie schoolkalender) Abonnementen op jeugdbladen, volledig vrijwillige verzekeringsmogelijkheden e.d. zijn buiten beschouwing gelaten. 1. Contributie oudervereniging; ongeveer € 10,00 per jaar(inclusief traktatie verjaardag). 2. Groepsfoto: ongeveer € 5,00 (alleen wanneer u de foto koopt). 3. Individuele foto: ongeveer € 7,50 (alleen wanneer u de foto koopt). Voor de volgende zaken zal van de ouders een bijdrage worden gevraagd: 1. Schoolreis groep 1, 2 en 3 ± € 10,00. Schoolreis groep 4 t/m 7 ± € 15,00. 2. Schoolverlatersactiviteiten (groep 8) ongeveer € 60,00. Indien het voor u in redelijkheid niet mogelijk is om deze bijdragen te betalen, laat dit dan even weten aan de directeur. Op deze manier kan er samen naar een oplossing gezocht worden. 5.10 Verzekeringen De school is verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid (WA). Wanneer lichamelijke en/of materiële schade voor u of uw kind te wijten is aan nalatigheid van de school of de leerkracht(en), kunt u de school daarvoor aansprakelijk stellen. Als de school hiervoor inderdaad aansprakelijk is, volgt vergoeding van de schade krachtens deze verzekering. Deze verzekering geldt eveneens voor personen die helpen bij schoolse activiteiten “onder toezicht” van school/leerkracht, zoals “leesmoeders”, begeleiding excursies, hulp bij sportdag, enz. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het maar zelden voorkomt dat de school wettelijk aansprakelijk is. Wij gaan er van uit dat alle ouders zelf verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid ten gevolge van schade veroorzaakt door hun kinderen tijdens school en op weg naar en van school. Het college van bestuur heeft tevens voor alle kinderen van de school een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Dit is een verzekering tegen de financiële gevolgen van een ongeluk tijdens, op weg naar en van school (hieronder vallen ook de sportdag, schoolreizen en schoolverlatersdagen van groep 8, waarvoor geen afzonderlijke verzekering wordt afgesloten). Bij schade Ongevallen dienen zo spoedig mogelijk middels een schade-aangifteformulier aan de verzekering gemeld te worden. Deze formulieren zijn op school verkrijgbaar. Bij overlijden dient dat zeer spoedig middels een op school bekend telefoon- of faxnummer te geschieden. In geval van een ongelukje op de speelplaats, bellen wij, indien een bezoek aan de dokter noodzakelijk is, altijd eerst hiervoor de ouder(s).
Pagina 29
5.11 Inzagerecht ouders Als ouder heeft u het recht om de dossiers die over uw kinderen worden bijgehouden in te zien. Wanneer u het leerlingdossier wilt inzien, kunt u dit vragen aan de leerkracht of een afspraak maken met de teamleider van de bouw waartoe uw kind behoort.
6 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 6.1 Verdere ontwikkeling schoolconcept We zien dat we een professionaliseringsslag te maken hebben ten aanzien van onze werkwijze op onze school. Ieder jaar vinden er studiemomenten plaats (op woensdag- en vrijdagmiddagen) waarop we kijken naar onze sterke kanten en onze ontwikkelpunten. Hieruit komt een aantal zaken naar voren dat we in 90-dagen-actieplannen gieten. Deze manier van werken zorgt ervoor dat we op een dynamische manier met ons onderwijs en de doelen die we ons gesteld hebben omgaan. We houden ouders op de hoogte middels onze nieuwsbrief (en Isy), middels het op de site zetten van onze 90-dagen-actieplannen en, indien nodig, middels ouderavonden. 6.2 Zorg voor de relatie school en ‘omgeving’ Samenwerking met de inpandige peuterspeelzaal. Onze school werkt nauw samen met de peuterspeelzaal (De Duizendpoot) die in hetzelfde gebouw gehuisvest is. Deze samenwerking vindt plaats op organisatorisch, maar ook op onderwijskundig gebied (o.a. samenwerking in het kader van VVE). Daarnaast vindt er samenwerkingplaats met het Kinderdagverblijf. (‘t Sproetje) Samenwerking met buurtscholen Onze school werkt op allerlei manieren samen met scholen uit onze omgeving. Binnen onze stichting is een aantal ontmoetingsmomenten gecreëerd. Dit zijn de zogenaamde Werkplaatsen. Op deze werkplaatsbijeenkomsten wordt er gesproken en gewerkt over en aan onderwijskundig leiderschap. Hoe leiden we scholen, hoe zetten we mensen in hun kracht, om ervoor te zorgen dat ieder kind binnen Kerobei de beste juf of meester voor de klas heeft staan. Deze werkplaatsen zijn er voor directeuren, voor teamleiders en voor leerkrachten. Zij hebben altijd ten doel kwaliteitsverbetering tot stand te brengen. Samenwerking met de sbo-school ‘De Schans’ Samenwerking met het Voortgezet Onderwijs in de regio door middel van het POVO-project Samenwerking met allerlei welzijnsinstellingen, bibliotheek, schoolbegeleiding en met de PABO.
7 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS Kwaliteit staat hoog in ons vaandel. We zijn doorlopend gericht op het verzamelen van informatie over: o de vorderingen van onze leerlingen; o de mate van tevredenheid van de ouders over de kwaliteit van de school, de mate van tevredenheid van de medewerkers en over het functioneren van de school (waarvoor enquêtes worden afgenomen); o de maatschappelijke waardering van ons onderwijs/onze school. Bij het vaststellen van de vorderingen van de kinderen maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem volgens het CITO-model. De gegevens daarvan worden grotendeels geautomatiseerd verwerkt. Pagina 30
Leerkrachten volgen regelmatig de vorderingen van de kinderen door observaties, afnemen van toetsen en het maken van foutenanalyses. Twee keer per jaar meten we de resultaten met behulp van niet-methode-gebonden instrumenten (zie 4.2). In groep 8 nemen de leerlingen deel aan de CITO-eindtoets. Deze geeft een beeld van het ontwikkelingsniveau van de leerling en doet aanbevelingen voor een verantwoorde schoolkeuze na de basisschool. Tevens ontvangen wij dan een schoolrapport op grond waarvan wij kunnen besluiten ons onderwijs bij te stellen. In groep 7 wordt deelgenomen aan de Entreetoets. Gegevens uit het leerlingvolgsysteem en uit de CITO-eindtoets (gemiddelde standaardscore 2015: 535,4 2014: 531,3 2013: 529,5 2012: 536,4) laten zien, dat de resultaten van ons onderwijs te vergelijken zijn met die van het landelijk gemiddelde voor scholen met ongeveer dezelfde leerling-populatie als onze school. De voorgaande twee schooljaren lieten een ander beeld zien. Dit heeft onze aandacht en heeft ervoor gezorgd dat we een aantal interventies gepleegd hebben m.b.t. opbrengstgericht werken. Ons team maakt per leerjaar een analyse en actieplan op de vakgebieden waar vooruitgang geboekt dient te worden. Door samen de analyses te bespreken en elkaar te bevragen op acties hierop, ontstaat diepgang en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Uitstroom naar het VO: 1 augustus 2015: VWO 9%, HAVO 36%, VMBO Theoretisch 16%, VMBO Kader 32%, VMBO Basisberoeps 6%, (6% van de leerlingen krijgt LWOO) 1 augustus 2014: VWO 4,3%, HAVO/VWO 15,2%, Theoretisch/HAVO 26,1%, Kader/Theoretisch 39,1%, Basisberoeps 15,2% (8,7% van de leerlingen krijgt LWOO) 1 augustus 2013: VWO 7%, HAVO/VWO 7%, Theoretisch/HAVO 39%, Kader/Theoretisch 29%, Basisberoeps 2%, LWOO 12%, praktijkonderwijs 2% 1 augustus 2012: VWO 23%, Havo/VWO 17%, Theoretisch/Havo 37%, Kader/Theoretisch 17%, Basisberoeps 6% (6% van de leerlingen krijgt LWOO) Wij zijn transparant in onze communicatie op alle gebieden. Zo ook over de kwaliteit van het onderwijs. Graag leggen wij verantwoording af over de dingen die we op school doen, de koers die we varen, de prioriteiten die we stellen en de opbrengsten die we genereren. In gesprekken met ouders krijgen we signalen over hoe er tegen onze school wordt aangekeken en hoe ouders de communicatie en de omgang van en met medewerkers van de Titus Brandsma ervaren. Via een enquête, de ouderraad of de medezeggenschapsraad, krijgen we ook de nodige informatie waar we actiepunten aan koppelen. Ouderavonden met een bepaald thema (oudercommunicatie, de kwaliteit van ons onderwijs, andere schooltijden) geeft ook voeding aan hoe mensen de school ervaren. De schoolleiding inventariseert regelmatig de tevredenheid van de medewerkers over het functioneren van de organisatie. Dit vindt plaats op teamniveau tijdens de teamvergaderingen en de beleidsdag. Individueel gebeurt dat onder meer door het voeren van ontwikkel- en beoordelingsgesprekken met alle medewerkers, tevens worden er op gezette tijden enquêtes gehouden. Onze school heeft naast haar pedagogisch-didactische opdracht de bepalingen na te leven zoals beschreven in de WPO (Wet op het Primair Onderwijs). Namens het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen voert de inspectie regelmatig onderzoek uit naar de kwaliteit van het onderwijs in onze school. De inspecteur doet dat door toetsing van de schooldocumenten en door het afleggen van schoolbezoeken. Al de hier genoemde kwaliteitsanalyses leiden tot voortdurende bezinning op de vragen "Doen we de goede dingen?" en "Doen we de dingen goed?". Dit wordt vertaald in de activiteiten van de school en het jaarlijks opstellen van een plan van aanpak voor de kwaliteitsverbetering (het zogenaamde ‘Dynamische Jaarplan’) opgedeeld in 90dagen-actieplannen. Hoe wij verdere vernieuwing, dan wel verankering, opbouwen en uitbouwen zien over een periode van 4 jaar staan beschreven in het Dynamisch Schoolplan. Pagina 31
8 REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 8.1 Schooltijden Groepen 1 t/m 8: Dagen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Ochtend 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.30 uur 8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.30 uur
Pauze 1 ¼ uur 1 ¼ uur 1 ¼ uur
Middag 13.15-15.15 uur 13.15-15.15 uur VRIJ 13.15-15.15 uur VRIJ
- Samen verantwoordelijk voor de vergroting van de verkeersveiligheid: 1. Auto’s - Er is maar weinig parkeerruimte bij de school. Wij verzoeken ouders dan ook om het wegbrengen en halen van de kinderen met de auto zo veel mogelijk te beperken. Is het niet anders mogelijk, parkeer dan wanneer er geen parkeerplaatsen meer vrij zijn, wat verder weg van de school of op het terrein van de moskee. Auto’s vlak bij de school (ook wanneer de chauffeur er in zit), belemmeren het zicht voor overstekende kinderen en ouders. 2. Fietsen – Parkeer uw fiets zodanig dat kinderen niet over de weg moeten lopen om voorbij te kunnen. Een beperkt aantal fietsen kan tegenover de school geparkeerd worden. 3. Honden – Aangezien sommige kinderen en ouders bang zijn voor honden, vragen we ouders met hun viervoeter(s) niet op het schoolplein of in de school te komen. - Brengen en halen: 1.
2.
VOOR SCHOOL Een kwartier voor aanvang van school gaat de poort open en mogen de kinderen op het schoolplein. Zij gaan naar hun eigen speelplaats. De leerlingen zijn vanaf genoemd tijdstip i.v.m. de verkeersveiligheid op de speelplaats. Ouders en team dragen er samen zorg voor dat er geen kinderen op de stoep blijven ‘hangen’. Bij regenweer is onze school 15 minuten voor het gebruikelijke belsignaal open. Wanneer de kinderen eenmaal op de speelplaats zijn, blijven zij ook op de speelplaats. Vijf minuten voordat de school begint (na de eerste bel) gaan alle leerlingen naar het groepslokaal. Om 8.30 uur en 13.15 uur gaat de tweede bel en beginnen de lessen. Hierbij enkele regels betreffende het naar school brengen van de kleuters. 1. Deur open ongeveer 10 minuten voor aanvang school. 2. De grotere broers en zussen van de kleuters blijven, indien een van de ouders de kinderen wegbrengt, op de voor hen bestemde speelplaats. We willen graag dat de kleinsten van onze school zich veilig voelen bij het naar binnen en gaan, daarom vragen we de grotere kinderen buiten te blijven tot de eerste bel. 3. De kleuters komen binnen via de gele deur. 4. We willen graag op tijd kunnen beginnen met de lessen, om zoveel mogelijk onderwijstijd te kunnen benutten. Om deze reden klinkt er om 8.30 uur het tweede belsignaal. De starttijd van de lesdag. NA SCHOOL Pagina 32
In verband met de verkeersveiligheid en het overzicht voor de kleuters tijdens het afhalen om 12.00 en 15.15 uur zouden wij het erg op prijs stellen als u daarbij op de speelplaats voor de school wacht en de poort zoveel mogelijk vrijlaat! Tevens verzoeken wij u niet voor een van de zij-ingangen te gaan staan. U staat dan voor de ramen van de leslokalen, waardoor kinderen afgeleid kunnen worden. De groepen waarvan de deuren uitkomen op de centrale hal, dienen het schoolterrein, wanneer ze te voet zijn, via de zijpoort (rode deur) te verlaten. 8.2 Leerplichtwet Het blijkt dat er nogal eens misverstanden bestaan over jullie en onze verplichtingen t.a.v. het schoolbezoek van de kinderen, daarom volgen hier kort de belangrijkste bepalingen uit de leerplichtwet. 1. In artikel 3 wordt beschreven, dat de ouders/verzorgers verplicht zijn er voor te zorgen dat hun kind op een school staat ingeschreven: uiterlijk op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarin het kind 5 jaar wordt. Het kind moet dan naar school want het is leerplichtig. 2. Het kind mag echter al naar school als het 4 jaar is. Let op: artikel 4 van de leerplichtwet schrijft voor, dat als ouders hun kinderen op een school laten plaatsnemen (dus ook als ze nog geen 5 jaar oud zijn!) zij verplicht zijn ervoor te zorgen dat dan hun kind het onderwijs ook daadwerkelijk volgt. Het is dus niet zo dat ouders van 4 jarige kinderen zelf kunnen bepalen wanneer hun kind wel of niet de school bezoekt. 3. Ouders van ingeschreven leerlingen die vrijstelling van deze verplichting willen vragen, dienen zich altijd te wenden tot de directeur van de school. 4. De directeur mag niet naar eigen inzicht verlof verlenen, maar dient zich strikt te houden aan de wettelijke voorschriften. De directeur mag maximaal 10 dagen verlof per schooljaar verlenen voor: a. bruiloften, begrafenissen, jubilea b. het uitoefenen van godsdienstige verplichtingen c. (besmettelijke) ziekte d. andere, niet van te voren nader te benoemen gewichtige omstandigheden. Daarnaast kan hij in bepaalde gevallen extra verlof verlenen voor 4- en 5 jarige kinderen (art.11a). 5. Extra vakantieverlof buiten de schoolvakanties is niet mogelijk. Alleen wanneer vanwege de specifieke aard van het beroep van de ouders het slechts mogelijk is om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan de directeur van de school voor ten hoogste 10 schooldagen toestemming geven voor extra vakantie (echter nooit aan het begin van het schooljaar!). Ter beoordeling van dit verzoek dient hiertoe een werkgeversverklaring te worden overlegd, waaruit blijkt dat geen verlof binnen de schoolvakanties mogelijk is. 6. In gevallen waarin de directeur niet mag beslissen, worden de ouders altijd verwezen naar de leerplichtconsulent van de gemeente Venlo. 7. De directeur is verplicht om de leerplichtconsulent mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen de ouders die hun kinderen zonder toestemming van school houden, zal op grond van de Leerplichtwet proces-verbaal worden opgemaakt. 8. In artikel 26 en 27 van deze wet is bepaald, dat zowel de ouders als de directeur, bij niet nakomen van deze verplichtingen, worden gestraft met hechtenis of een geldboete. Voor nadere informatie over deze Leerplichtwet kunt u zich, behalve tot de directeur van de school, ook altijd wenden tot de leerplichtconsulent van de gemeente Venlo. Verlof Indien jullie verlof willen aanvragen dient dit te gebeuren d.m.v. het invullen van het verlofformulier, af te halen bij de administratie of directie.
Pagina 33
Vakanties en vrije dagen Deze staan vermeld op de schoolkalender. 8.3 Spreekuren Na schooltijd blijven de leerkrachten nog enige tijd op school. Gedurende deze tijd kunt u gerust de lokalen binnenlopen om met een van hen iets te bespreken. Ook kunt u hen opbellen of mailen om een afspraak te maken voor een gesprek of om iets door te geven. 8.4 Ziek melden van leerlingen Wanneer uw kind ziek is, moet dit zo snel mogelijk, ‘s morgens op dezelfde dag, aan de school gemeld worden. U kunt dit doen door ongeveer 30 minuten vóór schooltijd te bellen naar telefoonnummer: (077) 324 00 97 (a.u.b. naam en groep vermelden). De contactpersoon van TSO Brood en Spelen kunt u telefonisch bereiken (zie site). 8.5 Vrijstelling De directeur kan namens het schoolbestuur op verzoek van de ouders, op grond van geloofs- of levensovertuiging, een leerling vrijstellen van het deelnemen aan bepaalde activiteiten of lessen. 8.6 Maatregelen ter voorkoming van lesuitval De laatste jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten vaker een probleem. Het hieronder beschreven beleid geeft een overzicht van de stappen die genomen moeten worden bij ziekte of verlof van een van de leerkrachten. BELEID BIJ ZIEKTEVERVANGING 1. Bij een ziektemelding moeten we eerst trachten in te schatten hoe lang vervanging noodzakelijk is. 2. Er wordt een aanvraag gedaan voor vervanging bij de vervangerscentrale van Kerobei. 3. De centrale regelt een vervanger. 4. Indien dit geen vervanger oplevert, dienen we andere mogelijkheden om tot een oplossing te komen te overwegen: o als er intern iemand beschikbaar is, deze inzetten; o indien een L(eraar) I(n) O(pleiding) aanwezig is: de vrijgeroosterde leerkracht inzet ten (niet de LIO dus); o twee groepen de hele dag of alleen tijdens instructiemomenten samenvoegen; o de groep verdelen over andere groepen (maximaal voor een dag en alleen als het redelijkerwijs mogelijk is). 5. Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan is er geen andere mogelijkheid dan de betreffende groep thuis te laten, met daarbij de volgende afspraken volgens de richtlijnen van de hoofdinspectie: o in principe niet de eerste dag; o alleen in het uiterste geval ertoe overgaan; o ouders schriftelijk op de hoogte stellen; o voor leerlingen die thuis geen opvang hebben, binnen de school de opvang regelen. NB. Roostertechnisch (er vervallen namelijk lesuren) zal het meestal beter zijn om op opeenvolgende dagen verschillende groepen naar huis te sturen. 6. De directeur of teamleider dient in principe niet voor vervanging beschikbaar te zijn in zijn ambulante tijd, tenzij er verschuiving mogelijk is en zijn geplande werkzaamheden die verschuiving toestaan. Pagina 34
7.
Dit protocol is niet definitief en kan eventueel nog worden bijgesteld.
9 NAMEN 9.1 Het schoolteam Leerkrachten:
Vakleerkracht muziek: Directeur: Teamleider onderbouw Teamleider bovenbouw Administratie: Onderwijsassistente: Conciërge:
Carolien Boitelle Susan Cremers Mariska van Deur Margot Göbbels Monique Hendrickx Nicole Hendrikx Annelies ‘t Hoen Vivian Houben Mirjam Jacobs Harrie Klaassens Piet van Knippenberg John Schwachöfer Nel Smits Marjolein Schouren Jolein Thiesen Hans Vaessen Marjan Verberk Hanneke Versleijen Peter Zegers Paul Mestrom Inge Ambaum-Jordens Marcel Geomini René van Ewijk Ruud de Mulder Monique Sieben John Hutjens
9.2 College van Bestuur Stichting Kerobei Het College van Bestuur bestaat uit: Naam: H. Soentjens H. Hovens
Functie: Voorzitter Lid
Het bestuurskantoor van Kerobei is gevestigd aan de Wijlrehofweg 115912 PM te Venlo. Telefoon: 077-3968888 E-mail:
[email protected] Website: www.kerobei.nl
Pagina 35
Missie/visie Kerobei Alle scholen binnen Kerobei realiseren hoogwaardig passend onderwijs en betekenisvolle kinderopvang op levensbeschouwelijke grondslag voor ieder kind van 0 – 14 jaar. Kerobei kiest voor één kernwaarde: EIGENAARSCHAP. Onder “eigenaarschap” verstaan we: o eigenaar van de grondslag; o eigenaar van de missie; o eigenaar van de relatie met de doelgroepen; o eigenaar van eigen ontwikkeling. 9.3 Raad van Toezicht Stichting Kerobei Naam: R. den Dekker H. Palmen S. Canjels A. Hinssen-Kuijpers H. Jacobs J.H. de Wit
Functie: Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid Lid Lid
9.4 Ouderraad Leden van de Ouderraad vindt u op de schoolkalender. 9.5 Medezeggenschapsraad (MR) Leden van de MR vindt u op de schoolkalender. 9.6 Bereikbaarheid inspectie De inspectie is als volgt te bereiken:
[email protected] - www.onderwijsinspectie.nl - vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) - klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-111 3 111 (lokaal tarief).
10. AANDACHTSPUNTEN 10.1 Gymnastiek De groepen 1 en 2 krijgen bewegingslessen in de speelzaal van de school. Hiervoor hebben de kleuters geen speciale gymkleding nodig. De groepen 3 t/m 8 krijgen elke week tenminste een gymles. Voor een goed verloop van de gymles is het nodig dat jullie kind steeds alle gymspullen bij zich heeft. Hiertoe behoren: Pagina 36
1. een korte gymbroek met T-shirt of een gympakje Dit geldt niet voor de kinderen van groep 1 en 2. Wanneer jullie voor jullie dochter nog een keuze moet maken tussen een korte broek met T-shirt of een gympakje geven wij op school de voorkeur aan een korte broek en een Tshirt. De gymzaal is altijd voldoende verwarmd. Het is dus niet nodig jullie kind extra kleding, zoals bijv. een lange broek, mee te geven. 2. sportschoenen In het belang van de veiligheid en de behendigheid van alle kinderen is het dragen van turnschoentjes tijdens de lessen op school niet toegestaan. Wij vragen jullie erop toe te zien dat de gymschoenen alleen voor de gymnastieklessen worden gebruikt. Geen straatschoeisel! Verder worden met de kinderen nog enkele afspraken gemaakt zoals: o geen hemd dragen onder de gymkleding (hygiëne) o lange haren vast m.b.v. een elastiekje o sieraden e.d. afdoen voor de les (gevaar voor verwondingen) en zelf opbergen o deodorant mag; alleen een roller of stick, geen spuitbus 10.2 Gymnastiekrooster Het gymrooster vindt u op de schoolkalender. 10.3 Kinderpostzegels en Jantje Beton Elk jaar wordt via de school geld ingezameld voor enkele goede doelen speciaal voor kinderen. De acties waar onze school aan meewerkt zijn: o De Kinderpostzegelactie De leerlingen van groep 7 gaan elk najaar langs de deur om kaarten en kinderpostzegels te verkopen. o Jantje Beton. Deze actie, uitgevoerd door groep 8, vindt in september plaats. De opbrengst van beide acties is bestemd voor allerlei projecten in binnen- en buitenland of om zaken te realiseren voor onze school. 10.4 Okki, Taptoe en Hello You (groep 3 t/m 8) Ook dit jaar doet onze school weer mee aan de verspreiding van Okki, Taptoe en Hello You. Okki is bedoeld voor groep 3 en 4, Taptoe voor groep 5, 6, 7 en 8. Mocht u een abonnement op een van deze bladen willen nemen, dan kunt u dit doen via het bestelformulier, dat uw kind mee naar huis krijgt. Hierop vindt u verder alle informatie. Meer informatie kunt u vinden op www.malmberg.nl. De beide bladen verschijnen voor het eerst eind september en daarna om de veertien dagen, gedurende het hele schooljaar. 10.5 Reclame op school Onze school wordt evenals andere scholen bedolven onder de vele aanvragen voor reclame voor allerlei doeleinden. Wij verspreiden geen reclame.
Pagina 37
10.6 Foto’s op school a. Groepsfoto. Wij maken 1x per jaar een groepsfoto. Deze kleurenfoto wordt gemaakt door de schoolfotograaf. Ieder kind krijgt de foto mee naar huis. U bent vrij om de foto, nadat u ze gezien heeft, al of niet te nemen. De foto wordt omstreeks mei gemaakt. b. Pasfoto’s / gezinsfoto’s in kleur. Eenmaal per jaar worden op school pasfoto’s gemaakt van alle kinderen. Enige tijd na het fotograferen krijgt uw kind de foto’s vrijblijvend mee naar huis. 10.7 Met de fiets naar school Kinderen die verder weg wonen, kunnen met de fiets naar school komen. Zij zetten hun fiets in de fietsbeugels. Fietsers maken gebruik van het kleine poortje aan de voorkant. Het spreekt voor zich dat op het schoolplein gelopen wordt i.v.m. de veiligheid van de andere kinderen. Ondanks het feit dat we het toejuichen als kinderen met de fiets naar school komen, hebben we in verband met de beperkte parkeerruimte op de speelplaats, een bepaalde ‘fietsgrens’ moeten instellen op school. Het gebied waarbuiten met de fiets naar school gekomen mag worden, wordt grofweg begrensd door: Burg. Gommansstraat, Scholtis Coopmansstraat/Ruysstraat, Baarlosestraat en het deel dat verder weggelegen is dan de Hoekstraat. 10.8 Schoonhouden schoolterrein Wij moeten allemaal proberen de speelplaats en ons milieu ‘schoon’ te houden. Daarom gooit iedereen papier in de oud-papierbak. De rest van het afval kan in de gewone vuilnisbakken. De leerlingen van groep 7 zorgen verder dat de speelplaats en de omgeving van de school netjes blijven. Zij doen dit per toerbeurt onder schooltijd. Bovendien nemen kinderen zoveel mogelijk \hun eten mee in een trommeltje i.p.v. in een plastic zakje. Drinken doen we niet uit wegwerppakjes, maar uit een beker of uit de kraan. 10.9 Kleding, paraplu’s, hoofddeksels Dit is ook erg aan te bevelen voor andere kleren, zoals jassen, dassen, mutsen en handschoenen en vooral voor gymkleren. Natte paraplu’s dienen ingeklapt in het halletje achter de ingang in de daartoe aangebrachte rekjes geplaatst te worden. Het is verstandig geregeld na te gaan of uw kind zijn of haar kleren nog allemaal heeft. Als na een koude ochtend tussen de middag de zon schijnt, blijft er vaak kleding ongebruikt in school achter. Ieder jaar verzamelen we kleding die van “niemand” blijkt te zijn. Gevonden kleding enz. bewaren wij en na een tijdje doen we deze weg. Het dragen van (niet-religieuze) hoofddeksels (petten, mutsen, modieuze hoofddoeken enz.) in de klaslokalen is verboden. 10.10 Huiswerk?! Ons streven is het kind niet met onnodig veel huiswerk op te zadelen. In de volgende gevallen geven wij huiswerk: o in de klassen waar tafeltjes moeten worden geleerd (groep 4 t/m 6), worden hier vaak oefenwerkjes over meegegeven. Het is belangrijk hieraan ook in de hogere klassen regelmatig aandacht te besteden; o vanaf groep 6 moeten er vaker thuis proefwerken geleerd worden; o als een kind ondersteuning nodig heeft in iets waarin het in school niet genoeg training kan krijgen (bijv. hardop lezen), vragen we wel eens thuis wat extra te oefenen (in samenspraak met ouders);
Pagina 38
o o
In groep 6 wordt 1x per week een huiswerktaak meegegeven, in groep 7 geven we wekelijks 2x een taak mee naar huis. In groep 8 gebeurt dit 3x per week, dit als voorbereiding op het huiswerk in het Voortgezet Onderwijs; natuurlijk kan het nooit kwaad als een kind thuis vrijwillig schools werk doet; ook werk waarin het minder sterk is. De leerkracht zal op verzoek graag raad geven. Zo is leesmeters maken absoluut een goede zaak.
10.11 Trakteren op school De ouderraad zorgt voor een verantwoorde traktatie in een koektrommel die in de klas aanwezig is. De verjaardag wordt wel gevierd, maar de traktatie is voor iedereen gelijk. Kinderen hoeven dus geen traktatie mee te nemen naar school. 10.12 Verantwoord eten en drinken tijdens de ochtendpauze Kinderen die behoefte hebben om tussendoor iets te eten, kunnen ‘s morgens een kleinigheid meebrengen in de vorm van fruit of boterham (geen zoetigheid). Geef geen snoep mee en geef niet teveel mee. De ochtendpauze is uiteindelijk bedoeld om even een frisse neus te halen en buiten te kunnen spelen. Hiervoor moeten de kinderen wel voldoende tijd overhouden. Bovendien heeft een kind dat behoorlijk ontbeten heeft voldoende aan een kleinigheid in de kleine pauze. 10.13 Luizen Zo langzamerhand weten we allemaal dat iedereen hoofdluis kan oplopen, net als bijv. een verkoudheid. Hoofdluis is geen teken van slechte hygiëne. Overal waar mensen bijeen zijn (school, zwembad, kantoor, wachtkamer, enz.) kan men met hoofdluis besmet worden. Hoofdluis is geen schande, maar wel erg hinderlijk. Heeft iemand hoofdluis en wordt er niets ondernomen, dan kan het zich zeer snel uitbreiden. Controles worden uitgevoerd door een speciaal team. Dit team is geïnstrueerd door medewerkers van de GGD. Wij verzoeken u beleefd om onmiddellijk de school ervan op de hoogte te brengen als u bij uw kind hoofdluis constateert. Protocol luispreventie: 1) Controle vindt plaats op de eerste dag na een vakantie. In principe na de volgende vakanties: a. zomervakantie b. herfstvakantie c. kerstvakantie d. carnaval e. Meivakantie 2) Bij constatering luizen: Er wordt door school telefonisch contact opgenomen met de ouders. 3) Bij constatering neten: Ouders krijgen een standaardbrief. 4) Hercontrole Klassen waar bij de algemene controle luizen/neten ontdekt werden en klassen waar vanuit de ouders nog een melding binnen is gekomen, worden na ongeveer 1 week nogmaals gecontroleerd. Pagina 39
5) Tussentijdse meldingen Bij een enkele melding wordt, na controle, een briefje meegegeven. Ook die klas(sen) worden na 1 week nogmaals gecontroleerd. 6) Niet behandelen van kinderen door ouders Wanneer ouders niet willen of kunnen behandelen of in geval van zeer hardnekkig terugkerende luizen wordt door de school contact opgenomen met de GGD Noord Limburg. 10.14 Besmettelijke ziekten Wanneer uw kind ziek is, geef dit dan even door. Bij diverse besmettelijke ziektes is het van belang dat wij dat weten, omdat er daardoor mogelijk besmettingsgevaar is op school, terwijl er ook kinderziektes zijn waarbij de kinderen gewoon naar school kunnen blijven gaan. De GGD heeft hiervoor richtlijnen die wij volgen. Vaak is de incubatietijd van een kinderziekte al voorbij, voordat de symptomen zichtbaar worden. Het heeft dan geen zin meer kinderen thuis te houden, aangezien het besmettingsgevaar al geweken is. 10.15 Persoonsgegevens Bij het opgeven van uw kind op school geeft u een aantal persoonsgegevens door. Die zijn voor ons erg belangrijk, maar we behandelen ze natuurlijk ook vertrouwelijk. Als in die gegevens verandering optreedt (wijziging adres, telefoonnummer (denk vooral ook aan een nieuw GSMnummer), verantwoordelijke persoon door scheiding, 2e huwelijk, adoptie, huisarts, enz.) geef dat dan s.v.p. zo spoedig mogelijk door aan school. Bij voorkeur schriftelijk of per mail. Indien het gaat om het wegvallen van de ouderlijke macht, vragen we de beschikking te overleggen. 10.16 Problemen Waar mensen met elkaar omgaan, kunnen misverstanden, zelfs problemen ontstaan. Op school kan het gebeuren dat we niet van alles op de hoogte zijn, een beoordelingsfout maken of iets verkeerd inschatten. Als u meent dat uw kind onjuist behandeld werd, als u meent dat er problemen zijn, wacht dan niet, maar neem direct contact op met de leerkracht van uw kind. Indien dit niet besproken kan worden met de leerkracht (of al besproken is, maar dit gesprek heeft niet het gewenste effect gehad), neem dan contact op met een van de teamleiders. Als ook dit geen soelaas biedt, wend u dan tot de directeur. Samen komen we er (meestal) wel uit. 10.17 Schoolmaterialen De leer- en hulpmiddelen die uw kind op school (mede) gebruikt, kosten veel geld. Wij verwachten dat uw kind daar op een goede manier mee omgaat. Wanneer er moedwillig of door eigen schuld iets beschadigt of kwijtraakt, vragen wij een redelijke vergoeding voor vervanging. 10.18 Waar schrijven we mee? De kinderen krijgen balpennen en potloden om mee te schrijven op school. Wanneer zij dat willen, mogen zij van thuis een deugdelijke vulpen meenemen om op school te werken. Leerlingen die problemen hebben met schrijven, kunnen op advies van de leerkracht een Stabilo viltschrijver aanschaffen.
Pagina 40
10.19 Sponsoring Stichting Kerobei heeft sponsorbeleid vastgesteld. Bij sponsoring gaat het om geld goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen of ouders in schoolverband worden geconfronteerd. Gedacht kan worden aan: gesponsorde lesmaterialen, advertenties in de schoolkrant, uitdelen van producten, sponsoring van activiteiten (schoolfeesten sportdagen), sponsoring van gebouw, ict, inrichting. Afspraken tussen sponsor en scholen worden op schrift gesteld in de vorm van een overeenkomst. Hiermee wordt o.m. duidelijkheid verschaft over de te leveren tegenprestaties. Uitgangspunten voor sponsoring zijn: o Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. o Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. o Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. 10.20 Gedragscode website Op internet heeft onze school een eigen website (het adres staat direct na de inhoudsopgave in deze gids genoemd). Op deze website kunnen ook foto’s van evenementen geplaatst waarop ook leerlingen te zien zijn. Indien ouders hiertegen bezwaar hebben, dient dit schriftelijk kenbaar gemaakt te worden bij de directie. Deze leerlingen worden op een lijst geplaatst. Degene die namens onze school de website onderhoudt, raadpleegt bij publicaties deze lijst. Deze leerlingen worden niet op de website geplaatst. Bij vermelding op de website van persoonlijke gegevens wordt volstaan met vrij verkrijgbare informatie. Alleen met toestemming van de betrokkene wordt aanvullende informatie gepubliceerd. Ditzelfde geldt voor onze Facebookpagina. 10.21 Protocol zorgvuldig handelen Sommige van onze leerlingen kunnen door hun persoonlijkheidsontwikkeling en/of omgevingsvariabelen in conflict komen met medewerkers en/of leerlingen binnen een school van Kerobei. Om op een professionele wijze met dergelijke conflictsituaties om te kunnen gaan heeft Kerobei een protocol opgesteld. Het protocol is verkrijgbaar bij de directeur. 10.22 Veiligheidsbeleid De school besteedt aandacht aan veiligheidsbeleid. Hierbij gaat het met name om een drietal elementen van sociale veiligheid te weten: o het inzicht hebben in de beleving van sociale veiligheid door leerlingen en personeelsleden; o het realiseren van een veiligheidsplan dat incidenten kan voorkomen; o het vaststellen van beleid dat adequaat optreden na incidenten mogelijk maakt. De school heeft om dit veiligheidsbeleid te realiseren een aantal maatregelen genomen zoals de afname van de diagnosematrix van “de veilige school”, de afname van tevredenheidsonderzoeken , de actualisering van de RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) en maakt daarnaast werk van het scheppen van een zo optimaal mogelijk pedagogisch schoolklimaat in de klas en op de school. Door gebruik te maken van het sociaal emotioneel volgsysteem Viseon krijgen wij een goed zicht op het sociaal emotionele klimaat binnen de school en weten we of leerlingen zich veilig voelen. Pagina 41
10.23 Informatievoorziening aan gescheiden ouders Er zijn kinderen bij ons op school, waarvan de ouders gescheiden leven. Wij vinden het belangrijk om beide ouders goed te informeren over de ontwikkeling van hun kind of kinderen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur en de leerkracht. Aan beide ouders wordt op verzoek de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan. 10.24 Verboden sites op school In onze maatschappij dienen kinderen te leren wat goed is en wat niet, wat kan en wat niet. Het gebruik van het internet als informatiemiddel is een faciliteit die alle leerlingen onder de knie moeten krijgen. Daarbij wordt de strategie van het “begeleidend confronteren” toegepast. “Begeleidend confronteren” houdt in dat je kinderen leert omgaan met internet, zoveel mogelijk zoals het is. Internet is een afspiegeling van de maatschappij. Zoals je ze leert om te gaan met televisie en druk verkeer, zo moet dat ook met het internet. Voor het internetprotocol van Kerobei verwijzen we graag naar www.kerobei.nl onder het hoofdstuk “onderwijs/ICT”. Het is de kinderen op school uitdrukkelijk verboden om sites met geweld en porno etc. te bezoeken. Het is niet uitvoerbaar gebleken om deze sites volledig te blokkeren op het schoolnetwerk, alhoewel dit door een filter nagenoeg altijd lukt. In principe is er toezicht, wanneer de kinderen de computer gebruiken. Natuurlijk komen er onbewaakte momenten voor waarop, kinderen toch een ongewenste site kunnen bezoeken of ongewenste mail naar andere kinderen kunnen doorsturen. Wanneer dit door ons wordt opgemerkt, leggen wij de kinderen een sanctie op en delen wij dit aan de ouders mede. 10.25 GSM’s en sociale media Sociale media en GSM’s zijn niet meer weg te denken uit ons leven en dat van onze kinderen. Ook hiervoor geldt; uitbannen kan niet, kinderen ondersteunen hiermee ‘wijs’ om te gaan wel. Op school hebben we de regel dat er geen GSM’s mee naar school komen, tenzij dit noodzakelijk is. Indien er een GSM mee naar school komt, wordt de leerkracht door de ouders op de hoogte gebracht en wordt de telefoon aan de leerkracht in bewaring gegeven. Na school wordt deze meegegeven. Als een leerling een telefoon bij zich heeft, waarvan niet door ouders is aangegeven dat dit noodzakelijk is, dan wordt deze telefoon ingenomen en na school weer meegegeven. Ouders worden op de hoogte gebracht en er wordt meteen verteld wat de volgende stap is, indien dit nogmaals voorkomt. We zien bovendien een sterke toename van het aantal misverstanden en onenigheden die hun oorsprong hebben in GroepsApps op WhatsApp. We nemen hierin als school absoluut onze verantwoordelijkheid en bespreken WhatsApp-misbruik en de gevolgen daarvan in de betreffende groep. In de groepen 6, 7 en 8 bespreken we preventief hoe leerlingen hiermee om dienen te gaan. We onderstrepen hierbij echter ook dat de primaire verantwoordelijkheid van het media-wijsheid aanbrengen bij kinderen bij de ouders ligt. Zij zijn immers degenen die een telefoon aanschaffen voor hun kind(eren). We zullen dan ook altijd contact opnemen met de ouders van de betrokken kinderen. 10.26 Actief burgerschap en sociale integratie Wij hebben de opdracht het ‘actief burgerschap en de sociale integratie’ van leerlingen te bevorderen. Binnen de school wordt hieraan structureel gewerkt. Het onderwijs op onze school: o gaat er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; o is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en Pagina 42
o
is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
10.27 Buitenschoolse opvang Spring Kinderopvang verzorgt de naschoolse opvang voor onze Titus kinderen. De website www.springkinderopvang.nl Kosten De kosten voor buitenschoolse opvang zijn afhankelijk van uw persoonlijke situatie en de prijs van opvang die de betrokken kinderopvangorganisatie vraagt . Het kan ook zijn dat u recht heeft op een kinderopvangtoeslag, in dat geval betaalt de rijksoverheid een groot deel van de kosten. Voor Informatie hierover kunt u terecht op www.toeslagen.nl
10.28 Voorschoolse opvang Aangezien er te weinig deelname voor de voorschoolse opvang was om dit onder te brengen bij Pluim, bieden we op onze school voorschoolse opvang aan. Dat wil zeggen: de school biedt voorschoolse opvang (vso) aan tussen 07.30 en 08.45 uur tegen een vergoeding van € 5,00 per kind per dag. Dit bedrag is lager dan de marktconforme prijs omdat wij, in de zin van de Wet Kinderopvang, geen geregistreerde instelling zijn en niet aan alle gestelde criteria kunnen voldoen. U kunt dan ook geen kinderopvangtoeslag via de Belasting verkrijgen. De vso wordt momenteel verzorgd door vier mensen, waarvan er in principe iedere dag één vanaf 07.30 uur aanwezig zal zijn (tijdens de schoolvakanties en vrije (studie-)dagen wordt er geen vso aangeboden). Gelieve er wel rekening mee te houden dat er op de woensdagen en vrijdagen niet altijd iemand aanwezig is! Dus voor deze dagen altijd even bellen voor aan- of afmelding naar de betreffende persoon op het maandrooster. Dit werkrooster met de vso-mensen en hun telefoonnummers wordt maandelijks aan de deelnemers verstrekt. Ook van de leerlingen die flexibel of incidenteel deelnemen, is het wenselijk steeds even van tevoren te weten of zoon of dochter naar de vso komt. Aan het zogenaamde vier-ogen-criterium van het ministerie kunnen we tegemoet komen, omdat vanaf 07.30 uur de eerste leerkrachten binnenstromen. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad is om positief advies voor de pilot gevraagd. Deze is afgegeven in de vergadering van 12 mei 2011 in afwachting van een definitieve regeling. Ook in schooljaar 2012-2013 gaat deze pilot door. Wanneer u concreet interesse heeft voor de vso, dan kunt u bij op school een aanmeldingsformulier verkrijgen. Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de contactpersoon van de VSO. Voor het mailadres, zie de schoolkalender. 10.29 Peuterspeelzaal de Duizendpoot. Peuterspeelzaal de Duizendpoot is inpandig in de school. De peuterspeelzaal is een ontmoetingsplaats voor kinderen tussen 2 en 4 jaar. Het doel van de peuterspeelzaal is dat peuters de gelegenheid krijgen om leeftijdsgenootjes te ontmoeten en met elkaar te spelen en van elkaar te leren. De peuterspeelzaal biedt vooral een vertrouwde en veilige omgeving zodat de kinderen zich prettig voelen. Ze kunnen zich dan in eigen tempo ontwikkelen. De peuterspeelzaal creëert optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar door het aanbieden van veelzijdige speelmogelijkheden, vooral ook gericht op taal. Pagina 43
10.30 VVE: Voor – en vroegschoolse educatie Voor- en vroegschoolse educatie is erop gericht dat kinderen extra aanbod en ondersteuning krijgen, zodat ze zich al spelend ontwikkelen en vloeiend kunnen overgaan naar de basisschool Door de intensieve samenwerking met school zal een doorgaande lijn gewaarborgd zijn. U kunt uw kind al opgeven met 1 jaar en 6 maanden. Hebt u vragen of wilt u gewoon eens komen kijken, stap dan gerust binnen tijdens de openingsuren of belt u naar de peuterspeelzaal. U kunt ook onze site bezoeken: www.spring-kinderopvang.nl .
11. SPECIAAL VOOR DE GROEPEN 1, 2 EN 3 Zelfredzaamheid Met zelfredzaamheid bedoelen we dat het kind zichzelf kan verzorgen: o.a. de jas zelf aan doen, knopen losmaken en weer dicht, de kleren zoveel mogelijk zelf aan- en uittrekken i.v.m. de gymnastiekles. De schoenen zelf aantrekken. Riempjes zelf los en vast maken. Het is belangrijk dat het kind zo zelfstandig mogelijk is, als het naar onze school komt. WC Als het kind naar school komt, moet het zindelijk zijn en zelfstandig naar de WC kunnen gaan, dus ook zelf de bips kunnen afvegen. Omdat wij vanaf de WC’s geen overzicht op de rest van de groep hebben, kunnen wij niet met de kinderen meegaan. Tevens hoort bij het naar de WC gaan, dat er doorgespoeld wordt en dat de handen gewassen worden. Natuurlijk gaan wij er vanuit dat het kind vóór school naar de WC gaat. Omdat we ’s morgens en ’s middags meestal met een kringactitviteit starten, willen we u vragen er voor te zorgen dat uw kind voor schooltijd naar de WC is geweest, zodat er tijdens de kringactiviteit zo min mogelijk gestoord wordt, Letters in de kleuterklas Wilt u weten welke letters we gebruiken en hoe ze geschreven moeten worden, neem dan contact op met de leerkracht. Ook in het klasseninfoboekje dat in september wordt uitgedeeld, komen de letters te staan. Hiernaast geven we u alvast een indruk. Leren lezen in de kleutergroep De kleuters die het komend schooljaar naar groep 3 gaan, hebben geleidelijk ontdekt wat letters en woordjes zijn. Ze willen gaan lezen. In de kleutergroepen zijn we op veel verschillende manieren met de voorbereiding op het leren lezen bezig. Maar thuis zullen de kinderen ook gaan vragen. Wat staat hier of welke letter is dit? Het is dan heel belangrijk dat u de letters hetzelfde benoemt, zoals dit straks in groep 3 ook gedaan wordt. Wij benoemen de letters zoals ze klinken. En niet zoals we ze spellen. We leren de kinderen de zogenaamde dubbelklanken in groep drie als één letter aan. Onder de dubbelklanken verstaan we de aa, ee, oo, uu ,oe, ie, ei, eu, ou, au, ij. Bij medeklinkers geldt het volgende: de k wordt uitgesproken als “kù” en niet als “kaa”; de p wordt uitgesproken als “pù” en niet als “pee”; enzovoort! Bovenstaande wil niet zeggen, dat u nu thuis met de kinderen moet gaan oefenen. Het is alleen bedoeld voor de kinderen die er mee bezig zijn. Belangstelling voor het lezen kunt u wekken door regelmatig voor te lezen. En samen met de kinderen boeken te gaan lenen bij de bibliotheek. Pagina 44
Uitnodigingen voor kinderfeestjes Om teleurstellingen bij “niet uitgenodigde” kinderen te voorkomen, mogen er geen uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes in de klas worden uitgedeeld. Laarzen Bij regenweer is het fijn, als een kind zelf laarzen aan en uit kan trekken. Hier zijn een paar tips voor u: o Zet binnen in de laarzen twee kruisjes, als uw kind rechts en links goed heeft staan, komen de kruisjes tegen elkaar. o Zet de naam in de regenjas en de laarzen. o Geef uw kind schoenen of pantoffels mee voor in de klas, want op sokken glijden ze nogal gauw uit. o Sneeuwlaarzen komen in het kleine halletje. Eten op school De kleuters mogen tijdens het buitenspelen iets eten. Dit kan een boterham, liga of fruit zijn. Soms echter kunnen de kinderen hun eten niet meer vinden. Om dit te voorkomen, kan men het eten voorzien van de naam van het kind eventueel d.m.v. een sticker. Ieder kind krijgt dan zeker z’n eigen eten en er blijft niets liggen. Abonnement kleuterblad In groep 1 en 2 kunnen de kinderen een abonnement nemen op een kleuterblad. Het blad is geschikt zowel voor groep 1 als voor groep 2. In het begin van het schooljaar krijgen de kinderen een kennismakingsexemplaar met daarbij een bestelformulier mee naar huis. Cadeautjes maken De leerkrachten van de groepen 1, 2 en 3 krijgen de laatste jaren steeds meer verzoeken om cadeautjes te maken voor gezins- en familieleden: vader, moeder, broertje, zusje, opa, oma, tante of oom; het aantal verplichte werkjes is niet meer bij te houden. Wij willen het maken van een cadeautje op school beperken tot een jarige vader en moeder. Tevens willen wij u vragen uw kind dan tijdig een briefje mee te geven waarop de datum van de verjaardag vermeld staat. Wij vertrouwen erop dat u begrip heeft voor deze maatregel.
12. AFKORTINGENLIJST BCO CITO CvI GMR ICT JGZ LIO MR OR CL POVO REC
-
BegeleidingsCentrum voor Onderwijs en Opvoeding Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling Commissie voor Indicatiestelling Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad Informatie en Communicatie Techniek Jeugd GezondheidsZorg Leraar In Opleiding MedezegenschapsRaad OuderRaad Commissie Leerlingenzorg Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Regionaal ExpertiseCentrum Pagina 45
SBO TSO VSO WPO ZAT
-
Speciaal BasisOnderwijs TussenSchoolse Opvang Voorschoolse opvang Wet op het Primair Onderwijs Zorg en Adviestrajecten
13. DISCLAIMER Soms lijkt deze schoolgids erg uitgebreid. Wij zijn echter aan bepaalde richtlijnen gebonden die zijn vastgesteld door het Ministerie van Onderwijs en dienen derhalve een en ander uitvoerig te beschrijven. Zijn er zaken die niet kloppen, geef dit even door via
[email protected]. Hartelijk dank hiervoor.
Pagina 46