Schoolgids 2014-2015
Basisschool Franciscus Bunde
Basisschool Franciscus Bunde Schoollaan 2 6241BM Bunde 043-3641508 www.bsfranciscusbunde.nl
I. Colofon Basisschool Franciscus Schoollaan 2 6241 BM Bunde Tel. 043-3641508 E-mail:
[email protected] Website: www.bsfranciscusbunde.nl Bestuur: INNOVO Stichting voor Katholiek Onderwijs Bezoekadres: Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC Heerlen Postadres: postbus 2602 6401 DC Heerlen Tel. 045-5447144 E-mail:
[email protected] Website : www.innovo.nl Inspectie van het Onderwijs Kantoor Eindhoven Postbus 530 5600 AM Eindhoven (Zernikestraat 6) www.onderwijsinspectie.nl Tel. 040-2197000 Fax. 040-2370486 BSO BSO “Binnenste Buiten” Lindenlaan 73 6241 BB Bunde Tel. 043-3655648 Stichting Overblijven Bs Franciscus Bunde Coördinator: Jan Henssen, tel. 043-3646724
Deze schoolgids is vastgesteld na verkregen instemming van de Medezeggenschapsraad van de school op 1juli 2014
BS Franciscus Bunde
-1-
Schoolgids 2014-2015
II. Organisatie Directeur: Fred Zelissen Adjunct-directeur: Peter Cabo Coördinator Leerlingenzorg: Marij Heuvelmans Bouwcoördinatoren: Onderbouw (gr. 1 t/m 4): Bovenbouw (gr. 5 t/m 8):
Onny van Rees Rob Stevens
Stagecoördinator: Paola Wouters
[email protected] ICT-coördinatie: Katja Tilly
[email protected]
Interne Begeleiding/Leerlingzorg: Groep 1 t/m 4 Marij Heuvelmans (IB) Groep 5 t/m 8 Nicole Knapen (IB/RT)
[email protected] [email protected]
Leden MR: Personeelsgeleding Raymond Nijsten Henk Sporken Gabriëlle Engelen Corrie Thomassen
Functie Secretaris Lid Lid Lid
Oudergeleding Vacature Raymond Smeets John Demarteau Jos Wiekken
Functie Lid Voorzitter, lid financiële commissie Lid Lid, financiële commissie
Dagelijks bestuur Oudercomité: Naam Functie Diana Lambrichts Voorzitter Petra Lemaire Secretaris Suzanne Ritzen Penningmeester
BS Franciscus Bunde
-2-
Schoolgids 2014-2015
GGD: Jeugdarts: Rianne Reijs Jeugdverpleegkundige: Mariel van Hoof Doktersassistente: Marjo Hendriks E:
[email protected] T: 043-8506693 Dagelijks bereikbaar 8.30-12.30 uur
De indeling in groepen schooljaar 2014-2015: 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17
Groep 1A Groep 1B Groep 2A Groep 2B Groep 3A Groep 3B Groep 4A Groep 4B Groep 5A Groep 5B Groep 6A Groep 6B Groep 6C Groep 7A Groep 7B Groep 8A Groep 8B
Onny van Rees/Jacqueline Vaissier Corrie Thomassen Chantal Smeets/Jacqueline Vaissier Ellen Graus/Lisette Verbeek Gabriëlle Engelen Sylvia de Ruyter Desirée Vlaspoel Hetty van Veggel/Wilma Gerets Jeanne Jacobs/Kitty Heijnen Martine Arnoldts /Paola Kerkhofs Rob Stevens Cobie Meesters/Tanja Urlings Raymond Nijsten Henk Sporken Katja Tilly Claudia Cuijpers EefkeJetten/Linda Kolijn
Schooltijden: maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag: 08.30-12.00 uur en 13.00-15.00 uur woensdag: 08.30-12.30 uur De groepen 1 en 2 zijn alle woensdagen vrij. Vakanties en vrije dagen: Herfstvakantie 20 oktober t/m 24 oktober 2014 Studiedagen 12 september 2014 en 12 januari en 7 april 2015 Kerstvakantie 22 december 2014 t/m 2 januari 2015 Carnavalsvakantie 16 februari t/m 20 februari 2015 Paasmaandag 6 april 2015 Meivakantie 27 april t/m 8 mei 2015 Hemelvaart 14 en 15 mei 2015 Pinkstermaandag 25 mei 2015 Zomervakantie 20 juli t/m 28 augustus 2015 De vrijdagmiddagen voor Kerstmis 2014 en de zomervakantie 2015 zijn alle leerlingen vrij
BS Franciscus Bunde
-3-
Schoolgids 2014-2015
Inhoudsopgave:
Deel I: INNOVO
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14
Vooraf Bestuurlijke en bovenschoolse zaken De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Informatievoorziening aan gescheiden ouders Wet bescherming persoonsgegevens Gronden voor vrijstelling van het onderwijs Regels voor toelating Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten Pedagogische maatregel en verwijdering Klachten en klachtenprocedure Vrijwillige ouderbijdrage Sponsoring Identiteitsplicht bij schoolreizen naar het buitenland Schoolverzekering Rookverbod
6 6 6 6 8 10 10 11 12 13 15 15 16 16 18
Deel II: BS Franciscus Vooraf Inleiding Een korte schets van onze school Onze visie op onderwijs Het pedagogisch klimaat en onze didactische uitgangspunten Actief Burgerschap Wat leert mijn kind daar eigenlijk Onderwijs op maat Toetsen Passend Onderwijs: extra ondersteuning en Speciaal Onderwijs Extra zorg binnen onze school Zorg voor leerlingen in het kader van Passend Onderwijs Sociale vaardigheidstrainingen OntwikkelingsPerspectief (OPP) OPP en Passend Onderwijs Een leerjaar overslaan Regionaal Expertisecentrum 8. Ons streven naar kwaliteit 8.1. Resultaten van het onderwijs 8.2. Actie 8.3. Inspectietoezicht 9. Leerplicht, aanmelding, in- en uitstroom 10. Meer leerkrachten voor een groep 11. Bs. Franciscus Opleidingsschool 12. Regeling schooltijden
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
BS Franciscus Bunde
-4-
19 20 20 20 21 22 23 26 26 26 27 27 28 29 29 29 30 30 31 31 31 31 34 34 35 Schoolgids 2014-2015
13. Groepsindeling en werkwijze 14 Communicatie 15 De geledingen De medezeggenschapsraad (MR) De schooladviescommissie (SAC) Het oudercomité (OC) De werkgroep luizenpreventie 16 Externe contacten INNOVO-beraad Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Het Voortgezet Onderwijs Gezondheidszorg De schoolarts Logopedie 17 Overblijven 18 Buitenschoolse Opvang (BSO) 19 Ziekte 20 Verlof 21 Veiligheid Fysieke veiligheid Sociale veiligheid Veiligheidsplan 22 Verwijsindex, Regionale Aanpak Kindermishandeling, Centrum Jeugd en Gezin, Zorgadviesteam Verwijsindex RAK Centrum Jeugd en Gezin Het Zorgadviesteam (ZAT) 23 Tevredenheidsonderzoek 24 Diversen Vrienden van Franciscus Huiswerk 25 Veilig Vervoer 26 Schoolbenodigdheden Bijlage 01: Verantwoording van de verplichte onderwijstijd Bijlage 02: Het SchoolOndersteuningsProfiel (S.O.P.) Bijlage 03: Resultaten van het onderwijs Bijlage 04: Marap begroting 2014-2015 Bijlage 05: Informatie Buitenschoolse opvang MIK Bijlage 06: De Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg
BS Franciscus Bunde
-5-
35 35 38 38 38 38 38 38 38 38 38 39 39 39 39 40 40 40 41 41 42 42 42 43 43 44 44 44 44 44 44 45 46 47 48 50 52 53 54
Schoolgids 2014-2015
zaken. De directeur van de school is integraal schoolleider. Dat betekent dat de directeur verantwoordelijk is voor de onderwijskundige inhoud en vormgeving van het onderwijs, de verdeling van de beschikbare middelen, de inzet en de ontwikkeling van het personeel, het beheer van het schoolgebouw en de communicatie met alle bij de school betrokken geledingen.
I. INNOVO Vooraf. De verwijzingen naar de uitgebreidere informatie rondom een bepaald onderwerp kunt u via de website van onze school vinden, of rechtstreeks via www.innovo.nl (ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids 20142015). Natuurlijk kunt u alle in de schoolgids benoemde onderwerpen, rechtstreeks met uw school bespreken.
2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) INNOVO heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad vertegenwoordigt alle scholen, maar niet via een rechtstreeks GMR-lid. In totaal heeft de GMR 14 zetels, gelijk verdeeld over de oudergeleding en de personeelsgeleding. Omdat de scholen niet rechtstreeks via een MR-lid vertegenwoordigd zijn, werkt de GMR met een regiostructuur en zijn er regiofunctionarissen. Op www.innovo.nl vindt u meer informatie over de GMR.
1. Bestuurlijke en bovenschoolse zaken. Onze school valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting INNOVO, een stichting voor katholiek onderwijs. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met het servicebureau of de internetsite bezoeken. In totaal zorgen ongeveer 1.200 INNOVO medewerkers dagelijks voor het onderwijs aan ongeveer 11.000 leerlingen, verdeeld over 55 scholen, waaronder 50 scholen voor basisonderwijs, twee scholen voor Speciaal BasisOnderwijs (SBO) en drie scholen voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs (V.S.O.). Het verzorgingsgebied van INNOVO strekt zich uit over Zuid- en MiddenLimburg en is verdeeld over 16 verschillende gemeenten. Het Bevoegd Gezag van de Stichting wordt gevormd door het College van Bestuur, bestaande uit de heer Bert Nelissen, voorzitter en mevrouw Joan van Zomeren, lid. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht, die een controlerende taak heeft ten aanzien van de vastgestelde doelen. Het College van Bestuur is gevestigd aan de Ruys de Beerenbroucklaan 29A te Heerlen. Hier is ook het servicebureau gevestigd dat ondersteuning biedt aan de scholen en aan het college. Op het servicebureau zijn deskundigen werkzaam in de disciplines financiën, huisvesting, ICT, administratie, personele, juridische en onderwijskundige BS Franciscus Bunde
3. Informatievoorziening aan gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie over de vorderingen van de leerling verloopt. De school heeft daarom een protocol ontwikkeld hoe zij met deze regels omgaat. De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden. In overleg kan daarvan afgeweken worden.
-6-
Schoolgids 2014-2015
raadplegen over daaromtrent te nemen beslissingen.
Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders (Protocol Vereniging Katholiek Onderwijs VKO) 1.
Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie met betrekking tot de (afzonderlijke ouders). Indien van toepassing zijn de adressen van beide ouders bij de school bekend en van de relevante passages uit het ouderschapsplan (informatierecht) en de beschikking van de (kinder)rechter. Bij wijzigingen dienen de ouders de school (de verantwoordelijke afdelingsleider) daarvan direct in kennis te stellen onder overlegging van de passages uit de gerechtelijke stukken. Wanneer beide ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag hebben (of na echtscheiding hebben behouden), dan blijven zij in gelijke mate recht op informatie en consultatie door de school houden. Ook in dit geval zijn beide adresgegevens bij de school bekend.
2.
In geval van echtscheiding of verbreking van de relatie tussen ouders, neemt de school jegens hen beiden een neutrale positie in. De school onthoudt zich dus van betrokkenheid bij conflicten tussen de ex-partners en doet geen uitspraken. Zij richt zich primair op haar pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid jegens de leerling.
3.
Er is een verplichting van ouder tot ouder om informatie te verstrekken. Op grond van artikel 1:377b BW is de ouder die belast is met het gezag gehouden om de andere ouder die niet met het gezag belast is op de hoogte te stellen van gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind en deze te
BS Franciscus Bunde
4.
Alle ouders met gezag hebben het hetzelfde recht op informatie en consultatie door de school. De wet maakt geen onderscheid tussen verzorgers en niet-verzorgers.
5.
Welke informatie de school op verzoek van de ouder, bij wie de leerling niet woont, aan hem/haar verstrekt, is afhankelijk van de wettelijke positie ten opzichte van de leerling:
A. In geval van (mede) gezag omvat de informatieverstrekking ten minste: - het verstrekken van de schoolgids, de periodebrieven, de rapporten/toetsresultaten van de leerling in kwestie, overige relevante informatie over de leerling; - uitnodiging voor ouderavond en op ouders gerichte schoolactiviteiten, dan wel activiteiten waarbij ouderparticipatie vanuit de school gewenst is; - verzoeken om toestemming voor begeleiding en onderzoek van de leerling in het kader van diens schoolloopbaan; - inzage in de door de school vastgelegde persoonsgegevens, waaronder het leerlingendossier wanneer de leerling jonger is dan zestien jaar. Uitgangspunt hierbij blijft dat beide ouders op gelijke wijze geïnformeerd en geconsulteerd worden. Met andere woorden er is geen sprake van onderscheid tussen verzorger en nietverzorger. Dit nog los van het feit dat in geval van co-ouderschap dit onderscheid niet te maken is.
-7-
Schoolgids 2014-2015
8. De school respecteert de gezinssituatie waarin de leerling feitelijk leeft. Zij heeft echter geen informatieplicht jegens een nieuwe partner van een ouder, ook niet als deze deel uitmaakt van het gezin waarin de leerling opgroeit.
B. De niet met het gezag belaste ouder ontvangt op zijn/haar verzoek informatie over belangrijke feiten en omstandigheden. Op basis van jurisprudentie: rapporten, informatie rond schoolkeuze, informatie met betrekking tot de schoolloopbaan, specifieke problemen tenzij a. de informatie ook niet aan de met het gezag of verzorging belaste ouder zou worden verstrekt ( zie artikel 377c BW) of b. het belang van de leerling zich daartegen verzet. Indien de school een verzoek om informatie afwijst, zal zij dit met redenen omkleed kenbaar maken aan verzoeker/verzoekster.
9. Als de leerling 18 jaar of ouder is dan verloopt de informatie van school altijd via de leerling. Als een leerling 16 jaar of ouder is, dan heeft alleen de leerling inzage in zijn of haar leerlingdossier. *Artikel 377c 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 377b van dit boek wordt de niet met het gezag belaste ouder desgevraagd door derden die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen, daarvan op de hoogte gesteld, tenzij die derde de informatie niet op gelijke wijze zou verschaffen aan degene die met het gezag over het kind is belast dan wel bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. 2. Indien de informatie is geweigerd, kan de rechter op verzoek van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde ouder bepalen dat de informatie op de door hem aan te geven wijze moet worden verstrekt. De rechter wijst het verzoek in ieder geval af, indien het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet.
6. De uitnodiging voor een ouderavond betreft een gezamenlijk gesprek voor beide ouders. In bijzondere situaties kan van de gezamenlijkheid worden afgeweken. Er moet dan binnen een week na de uitnodiging voor de tafeltjesavond een verzoek worden ingediend bij de verantwoordelijke afdelingsleider voor een afzonderlijk gesprek op de ouderavond (zodat dit ook tijdig georganiseerd kan worden). Partners van ex-echtgenoten worden alleen uitgenodigd indien de andere ouder hiertoe schriftelijke toestemming heeft gegeven. 7. In situaties waarin de school ten aanzien van de informatieverstrekking vermoedt dat informatieverstrekking niet in het belang van de leerling is, dan zal zij de kwestie voorleggen aan een onafhankelijke deskundige zoals de huisarts, psycholoog. Met het oog op artikel 377c* en het risico dat naar de rechter gegaan wordt, is een onafhankelijk advies een vereiste. BS Franciscus Bunde
4. Wet bescherming persoonsgegevens Ook als school moeten we voldoen aan de eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens stelt. Het leerlingdossier bestaat uit twee componenten, de leerling-administratie en het leerling-dossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de -8-
Schoolgids 2014-2015
De bewaartermijn van deze gegevens is vastgesteld op twee jaar, met uitzondering van de situatie waarin de leerling is doorverwezen via de PCL naar een school voor Speciaal Onderwijs. Dan is de bewaartermijn drie jaar conform de bepaling WPO.
onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Leerlingadministratie Met de leerlingadministratie wordt voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 van het bekostigingsbesluit WPO (wet op het primair onderwijs) tot het voeren van een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerling. De administratie bevat persoonsgegevens, die vallen onder de wet Bescherming Persoonsregistratie (WBP) en onder het Besluit gevoelige gegevens. Dit besluit geeft een aantal regels voor het opnemen van informatie over iemands geloof of levensovertuiging, ras en politieke gezindheid. In de leerlingadministratie komt een aantal van deze gegevens voor. Deze gegevens worden slechts met toestemming van de ouder(s) verstrekt aan derden. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgelegd in het bekostigingsbesluit WPO en is vastgesteld op vijf jaar nadat de leerling de school heeft verlaten. Na deze termijn worden de gegevens vernietigd.
Als uitzondering op deze bewaartermijn geldt het bewaren van adresgegevens van (oud)leerlingen. Dit is toegestaan voor reünies. Ouders hebben recht tot inzage in al deze gegevens. Er wordt binnen de termijn van vier weken voldaan aan dit verzoek. Ook bestaat er kopierecht, dat wil zeggen dat ten behoeve van de ouders kopieën van de gegevens gemaakt mogen worden. De school mag hier overigens een vergoeding voor vragen (maximaal € 4,50). Er bestaat daarnaast nog het recht tot corrigeren van de gegevens en verwijdering van de gegevens. Dit houdt in dat ouders het recht hebben op verbeteren, aanvullen, verwijderen, afschermen of op een andere manier ervoor te zorgen dat onjuiste gegevens niet langer gebruikt worden. Er is alleen een verplichting om dit ook daadwerkelijk te doen als er sprake is van feitelijk onjuiste, onvolledig of niet ter zake doende gegevens of gegevens die in strijd zijn met een voorschrift van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Ouders mogen het leerling-dossier niet meenemen buiten de school. Ten aanzien van collegascholen worden dezelfde richtlijnen gehanteerd. Zonder toestemming van ouder(s) mag het dossier niet worden ingezien en verstrekt.
Leerlingdossier Het leerlingdossier bevat rapporten, uitslagen van toetsresultaten, gegevens uit het leerlingvolgsysteem, verslagen van gesprekken met ouders en afspraken die er over de leerling zijn gemaakt. De verwerking dient alleen voor de organisatie of het geven van onderwijs en de begeleiding van de leerling. Het onderwijs valt onder het Vrijstellingsbesluit, dat onderdeel uitmaakt van de Wet Bescherming Persoonsregistratie. Hiermee is geregeld dat er meer gegevens dan enkel de persoonsgegevens mogen worden bewaard. Deze gegevens worden op een deugdelijke wijze bewaard. Ook gegevens uit deze administratie worden slechts na toestemming van de ouders aan derden verstrekt.
BS Franciscus Bunde
School, zorgteam en privacy De school respecteert de privacy van leerling en ouders en zorgt ervoor dat persoonlijke gegevens strikt vertrouwelijk blijven, conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Indien leerlingen extra zorg en begeleiding nodig hebben, mogen regionaal samenwerkende partijen volgens -9-
Schoolgids 2014-2015
genoemde wet informatie uitwisselen over een leerling, mits er sprake is van een zorgvuldige aanpak door de school en de andere partij. Belanghebbenden worden geïnformeerd over het gebruik van leerlinggegevens met betrekking tot extra zorg en begeleiding en kunnen hier eventueel bezwaar tegen maken. Indien de school voor een leerling externe hulp moet inschakelen, mag zij ervan uit gaan dat ouders het leerrecht (leerplicht) van hun kind respecteren en hierbij binnen de grenzen van de redelijkheid en billijkheid ondersteuning en begeleiding bieden.
privacyparagraaf toegezonden met het verzoek hierover te adviseren. Het CBP heeft naar aanleiding van dit verzoek een advies geformuleerd.
College Bescherming Persoonsgegevens In de onderwijssector neemt de informatisering en het verzamelen en gebruiken van leerlinggegevens toe. Er worden veel persoonsgegevens over heel veel personen uitgewisseld. Tussen scholen onderling en tussen scholen en de lokale en centrale overheid. Al dan niet wettelijke voorschriften en algemene en individuele invulling van de onderwijstaak bepalen welke soorten en aantallen persoonsgegevens worden uitgewisseld. In de loop der tijd is de taak van scholen ruimer geworden. Deze beperkt zich niet meer tot kennisoverdracht. Scholen spelen een grote rol in het jeugdbeleid. Andere organisaties willen graag met scholen samenwerken. Bijvoorbeeld gemeenten in het kader van achterstandsbeleid en jeugdbeleid Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zijn onderwijsinstellingen verplicht ouders te informeren en uit te leggen welke gegevens van de leerling/student gebruikt worden en aan wie de onderwijsinstelling wanneer welke gegevens wil verstrekken en met welk doel. De minister van OC en W heeft op 23 mei 2011 het College Bescherming Persoonsgegevens verzocht het wetsvoorstel Passend Onderwijs inclusief
De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: - deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere geloofsrichting behoren dan de R.K. én waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind de godsdienstlessen volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen een alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen een oplossing bedacht in de vorm van opvang in een andere groep. - deelname aan gymnastieklessen op basis van medische indicatie. In zo een geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt.
BS Franciscus Bunde
Passend Onderwijs: In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heeft ook consequenties voor het verstrekken van persoonsgegevens van leerlingen. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om. 5. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs
6. Regels voor toelating De wet vermeldt dat de beslissing over toelating van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk ligt deze beslissingsbevoegdheid bij de directie van onze school. De aannamecriteria van onze school zien er als volgt uit: - 10 -
Schoolgids 2014-2015
-
alhoewel onze school een katholieke school is, worden in principe leerlingen van elke geloofsovertuiging tot onze school toegelaten, mits de katholieke grondslag van onze school gerespecteerd wordt. - onze school staat in beginsel open voor alle kinderen, ook voor kinderen met een beperking. Als we moeten beslissen over de toelating, houden we er uiteraard rekening mee of we die ondersteuning en specifieke begeleiding kunnen bieden die voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is. We bespreken dan de vijf relevante kenmerken van ondersteuningsbehoeften: 1. de hoeveelheid aandacht en tijd 2. het onderwijsmateriaal 3. de ruimtelijke omgeving 4. de expertise 5. de samenwerking met andere instanties Als we besluiten tot toelating zal er op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders is samengesteld, gehandeld worden. De evaluatie en de voortgangsprocedure bekijken we van jaar tot jaar. In de wet staat een passage opgenomen met betrekking tot aanmelding en toelating. Zie ook deel II, punt 9 van deze schoolgids. 7. Bestrijden verzuim en vroegtijdig schoolverlaten Per 1 januari 2012 is een wijziging van onder meer de Leerplichtwet 1969 (Lpw) in werking getreden. Doel van de wetswijziging is de verbetering van het bestrijden van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Er komt een knip in het toezicht. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet door scholen - een goede administratie van het verzuim - wordt belegd bij de Inspectie van het Onderwijs . Deze kan een bestuurlijke boete opleggen. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door ouders en leerlingen BS Franciscus Bunde
blijft bij de gemeenten liggen. Voor gemeenten leidt de wetswijziging niet tot minder middelen in het Gemeentefonds. De Inspectie van het Onderwijs hanteert een risicogericht toezichtkader. Leerplichtambtenaren kunnen signalen doorgeven aan de Inspectie. Vanuit het toezicht op ouders en leerlingen mogen zij de verzuimadministratie van scholen blijven inzien. De verzuimregistratie op onze school voldoet aan de wet- en regelgeving Indicatoren Informatie over handhaving door de Inspectie van het Onderwijs bij verzuim De school controleert of leerlingen naar school komen. De school heeft een verzuimbeleid en administreert het verzuim van leerlingen. Bij ongeoorloofd verzuim onderneemt de school actie naar leerlingen en ouders. Ongeoorloofd verzuim van zestien uur binnen vijf werkdagen wordt door de school aan de leerplichtambtenaar gemeld. De gemeente is met de scholen verantwoordelijk voor de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten. De gemeente stelt leerplichtambtenaren aan en maakt een keuze om wel of niet een samenwerkingsovereenkomst met de inspectie af te sluiten. De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de leerlingen, de ouders en de school. Hij spreekt leerlingen en ouders aan op verzuim en kan ouders of leerlingen een boete opleggen. De leerplichtambtenaar spreekt de school aan op verzuimbeleid en -administratie. Als de school verzuim niet of onvoldoende meldt aan de leerplichtambtenaar, dan informeert de leerplichtambtenaar de Inspectie hierover. Tijdens regulier onderzoek kan de Inspectie van het Onderwijs steekproefsgewijs de verzuimadministratie van scholen controleren. Bij signalen kan de inspectie de verzuimadministratie op scholen inspecteren.
- 11 -
Schoolgids 2014-2015
8. Pedagogische maatregel en verwijdering Een ernstig incident kan leiden tot een pedagogische maatregel (het nemen van een passende maatregel in samenspraak met de ouders) met onmiddellijke ingang. Dit betreft een uitzonderlijke pedagogische maatregel van beperkte tijdsduur. De ouders worden in zo een geval meteen op de hoogte gesteld. Zowel in het (telefoon)gesprek als ook in de brief aan de ouders wordt aangegeven voor welke beperkte periode de maatregel geldt. Voordat de pedagogische maatregel wordt beëindigd, maken school en ouders goede afspraken om herhaling van het ernstig incident te voorkomen. Correspondentie en het verslag met afspraken worden bewaard in het leerling-dossier. In sommige gevallen zal de directeur genoodzaakt zijn over te gaan tot verwijdering van de leerling van de school. Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die slechts in het uiterste geval en dan ook nog uiterst zorgvuldig wordt genomen. Voor verwijdering kunnen onder andere de volgende redenen worden aangevoerd: - voortdurend storend, agressief gedrag van de leerling; - bedreigend of agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling. Voor deze beide verwijderingsgronden moet aannemelijk zijn dat herhaling niet is uitgesloten, waardoor gegronde vrees voor de veiligheid van het personeel of de andere leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs.
3.
4.
5.
Procedure verwijdering. Met betrekking tot verwijdering volgt de school een vastgestelde procedure.
6.
1. Voordat besloten wordt een leerling te verwijderen hoort de directeur zowel de betrokken ouders als de groepsleerkracht. 2. De verwijdering wordt schriftelijk aan de ouders medegedeeld. In dit besluit worden vermeld de reden voor de BS Franciscus Bunde
7.
- 12 -
verwijdering, de ingangsdatum, de eventueel andere genomen maatregelen en de mogelijkheid tot het maken van bezwaar. De directeur meldt de verwijdering terstond aan de leerplichtambtenaar, de Inspecteur en het College van Bestuur door toezending van een afschrift van de brief genoemd in punt 3. Ingeval van twijfel over de vraag of er voldoende grond is voor een verwijdering, overlegt de directeur eerst met het College van Bestuur en zonodig met de Inspecteur en de Leerplichtambtenaar, alvorens het besluit tot verwijdering te nemen. Voordat de school het besluit tot verwijdering kan uitvoeren dient ervoor worden gezorgd dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Wanneer het gedurende acht weken, gerekend vanaf het tijdstip waarop het besluit tot verwijdering aan de ouders is meegedeeld, niet lukt de leerling op een andere school te plaatsen, kan de directeur de leerling verwijderen zonder vervolgonderwijs veilig te stellen. Het bestuur moet kunnen bewijzen zich gedurende deze periode te hebben ingespannen om een andere school te vinden. Contacten met de andere scholen in dit kader worden dan ook zoveel mogelijk schriftelijk vastgelegd. Gedurende de wachttijd van acht weken stelt de school de leerling in staat, bijvoorbeeld door het meegeven van huiswerk, te voorkomen dat de leerling een achterstand oploopt. Er blijft voor de school een onderwijsverplichting bestaan. De definitieve verwijdering wordt ook schriftelijk aan de ouders medegedeeld met daarin opgenomen dezelfde punten als genoemd in punt 3 aangevuld met een weergave van de uitkomsten van het zoeken naar een andere school. De school draagt zorg voor een goed dossier, dat het besluit tot verwijdering Schoolgids 2014-2015
kan dragen, te denken valt in dit kader aan schriftelijke waarschuwingen, genomen maatregelen, schorsingsbesluit etc. 8. Op grond van artikel 63 WPO en artikel 61 WEC kunnen de ouders binnen 6 weken na de mededeling, bedoeld in het tweede lid bij het bevoegd gezag schriftelijk hun bezwaren kenbaar maken tegen de beslissing. Het bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van de bezwaren. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd gezag de ouders. 9. Indien de ouders zich niet kunnen verenigen met het besluit op het bezwaar, hebben zij nog altijd de mogelijkheid het besluit aan te vechten voor de rechter in een civiele procedure. De Wet Passend Onderwijs is op 1 augustus 2012 in werking getreden. Scholen hebben twee jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden op de ingangsdatum 1 augustus 2014. Een basisschool mag een kind in bepaalde gevallen verwijderen. Dit houdt in dat een kind geen toegang meer heeft tot de school waar het is ingeschreven. Als de Wet Passend Onderwijs is ingevoerd mag een school nog steeds een leerling verwijderen. Echter, in het kader van de zorgplicht geldt ook hier dat de school verantwoordelijk is voor het zorgen voor een nieuwe plek. In de Wet staat onderstaande tekst opgenomen met betrekking tot verwijdering. Voordat wordt besloten tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleraar. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een BS Franciscus Bunde
instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. 9. Klachten en klachtenprocedure Waarom een klachtenregeling? Met de Kwaliteitswet van 1 augustus 1998 is het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht ingevoerd. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt een zorgvuldige behandeling van klachten beoogd, waarmee het belang van betrokkenen wordt gediend als ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Een exemplaar met de volledige tekst van de klachtenregeling is via www.innovo.nl (directe link) te downloaden, of op school te verkrijgen bij de directeur of de schoolcontactpersoon. Voor alle klachten? De klachtenregeling is alleen van toepassing als u met uw klacht niet ergens anders terecht kunt. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kunt u een beroep doen op deze klachtenregeling. Bij wie kan ik terecht? Om een en ander in goede banen te leiden is er een klachtenprocedure ontwikkeld. Stap 1: zoals reeds gezegd proberen we de klacht eerst binnen de schoolorganisatie op te lossen tussen de direct betrokkenen. Stap 2: lukt stap 1 niet, of niet naar genoegen, dan kunt u met uw klacht naar - 13 -
Schoolgids 2014-2015
de contactpersoon binnen de school stappen. De contactpersoon is geen vertrouwenspersoon, maar een ‘wegwijzer’ in het klachtentraject. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u met uw klacht het beste terecht kunt. De contactpersoon is er niet om de klacht op te lossen. Stap 3: De klager kan overgaan tot actie a of actie b: a. bemiddeling tussen klager en aangeklaagde bijvoorbeeld door inschakeling van de vertrouwenspersoon; b. een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. Dit kan bij de klachtencommissie van het bestuur of bij de landelijke klachtencommissie. Bij optie a proberen we er samen op school uit te komen. Bij optie b wordt degene tegen wie de klacht gericht is, officieel aangeklaagd en zal de klacht worden onderzocht door ofwel de klachtencommissie van het bestuur of de landelijke klachtencommissie. Stap 4: een onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. de (on-)gegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. Stap 5: binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bestuur het besluit hierop kenbaar maken aan: a. de klager; b. de aangeklaagde; c. de klachtencommissie; d. de directie van de school. De contactpersoon De contactpersoon is de ‘wegwijzer’ binnen school rond het klachtentraject. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u uw klacht het beste kunt neerleggen. De contactpersoon is er niet om uw klacht inhoudelijk op te lossen.
BS Franciscus Bunde
Op elke school binnen onze stichting zijn in principe twee contactpersonen aangesteld: een ouder en een leerkracht. En indien mogelijk een man en een vrouw. Dit betekent niet dat indien de klager een ouder is, deze naar de oudercontactpersoon moet en een leerkracht naar de leerkrachtcontactpersoon. De klager is hierin vrij. Aan onze school is één contactpersoon aangesteld: Hetty van Veggel De vertrouwenspersoon Aan INNOVO zijn twee onafhankelijke vertrouwenspersonen verbonden. De vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Mocht de vertrouwenspersoon tot de conclusie komen dat dit niet wenselijk is, dan gaat deze na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. Verder begeleidt de vertrouwenspersoon de klager. De klager zelf bepaalt uiteindelijk of deze een klacht al dan niet indient bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding. De vertrouwenspersonen zijn niet verbonden aan één van de scholen van INNOVO. Naam en adresgegevens: Drs. Paul Nijpels Telefoon: 043-4078282 Mobiel: 06-46345916 E-mail:
[email protected] Bert van Oosterbosch Telefoon: 045-531 29 81 Mobiel: 06-11927004 Email:
[email protected] De landelijke klachtencommissie Stichting INNOVO is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het
- 14 -
Schoolgids 2014-2015
katholiek onderwijs van de VKO (Vereniging Katholiek Onderwijs). Adressen Landelijke klachtencommissies in het onderwijs Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail:
[email protected] Internet: www.onderwijsgeschillen.nl Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) Per 1 januari 2014 werken klachtencommissies in het bijzonder onderwijs samen in de Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO). De klachtencommissies kunt u nog wel via hun eigen adressen bereiken. Het gaat om de volgende klachtencommissies: • de klachtencommissie voor het katholiek onderwijs; • de klachtencommissie voor het het protestants-christelijk onderwijs; • de klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs; • de klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. Landelijke klachtencommissie Katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Telefoon: (070) 392 55 08 Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur Fax: (070) 302 08 36 E-mail:
[email protected] Internet: www.gcbo.nl
BS Franciscus Bunde
De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur benaderen wanneer zich in en rond de school problemen voordoen op het gebied van: - Seksuele intimidatie en seksueel misbruik - Lichamelijk geweld - Grove pesterijen - Extremisme en radicalisering Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zonodig adviseren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen tijdens kantooruren bereikbaar op 09001113111 (lokaal tarief). Overige informatie over de klachtenregeling vindt u via www.innovo.nl. 10. Vrijwillige ouderbijdrage Iedere school mag een ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken. Deze ouderbijdrage is vrijwillig, er bestaat dus géén verplichting tot betaling. Het oudercomité (OC) van onze school int de ouderbijdragen en legt verantwoording af. Het OC zorgt voor de volgende informatie: - de vermelding dat het om een vrijwillige ouderbijdrage gaat - een specificatie van de ouderbijdrage, zodat eenieder kan zien aan welke activiteiten de bijdrage besteed wordt - de hoogte van de ouderbijdrage
- 15 -
Schoolgids 2014-2015
-
-
de vermelding dat er in voorkomende gevallen een betalingsregeling kan worden afgesproken. de vermelding dat er een mogelijkheid is voor bepaalde voorzieningen of activiteiten niet te betalen. Kiezen ouders hiervoor, dan neemt hun kind aan de betreffende activiteit niet deel, maar zal op dat moment onder toezicht van een of meerdere leerkrachten een alternatieve onderwijsactiviteit worden aangeboden.
De toelating van een leerling mag niet afhankelijk worden gesteld van het voldoen van de vrijwillige bijdrage. De bijdragen voor de voor-, tussen- en naschoolse opvang vallen niet onder “vrijwillige” ouderbijdragen. 11. Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op onze school komt sponsoring voor. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel of de leerlingen waarmee de leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet onder het begrip sponsoring. Onze school en haar bestuur zijn van mening dat sponsoring binnen de school is toegestaan, mits voldaan wordt aan enkele voorwaarden. Als een mogelijke sponsor zich bij de school aanmeldt, toetst de directeur of dit verzoek voldoet aan de voorwaarden. Vervolgens wordt er een sponsorovereenkomst opgesteld. Deze sponsorovereenkomst dient door de directeur ter instemming te worden voorgelegd aan de MR. Met sponsoring gemoeide zaken die in hun geldwaarde een bedrag van € 500 te boven BS Franciscus Bunde
gaan, zal de directeur hierover het schoolbestuur vooraf informeren. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de regels. 12. Identiteitsplicht bij reizen naar het buitenland Wij wijzen u op het ‘één persoon per paspoort’ beginsel. Om deel te kunnen nemen aan bepaalde schoolactiviteiten is het verplicht dat leerlingen een eigen identiteitsbewijs hebben. U kunt voor kinderen tot en met 13 jaar een ID-kaart aanschaffen tegen een jeugdtarief (tot en met 13 jaar). Voor kinderen jonger dan 12 jaar moeten de ouder(s)/gezaghebbende(n) toestemming geven voor het aanvragen van een ID-kaart. Vanaf 12 jaar kunnen kinderen zelfstandig een ID-kaart aanvragen. Scholen die schoolreizen plannen naar het buitenland, moeten zich bewust te zijn van de regelgeving. INNOVO zal schoolreizen naar het buitenland niet verbieden.
Schoolreizen naar buitenland Scholen die een schoolreis naar het buitenland plannen, moeten ouders ruimschoots op tijd informeren over de regels en ouders verzoeken om tijdig een identiteitsbewijs aan te vragen. Uiterste consequentie in het geval de leerling geen geldig identiteitsbewijs heeft op de dag van de schoolreis, is dat deze leerling dan niet mee kan gaan. 13. Schoolverzekering Door INNOVO zijn de volgende collectieve verzekeringen afgesloten: - Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering - Ongevallenverzekering - Reisverzekering - Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen
- 16 -
Schoolgids 2014-2015
De bovenstaande verzekeringen zijn afgesloten via onze tussenpersoon, Meeùs Assurantiën te Heerlen. Deze polissen worden hieronder nader beschreven. Naast deze verzekeringen zijn er nog overige verzekeringen van toepassing niet collectief geregeld waarvoor niet het schoolbestuur, maar de gemeente verantwoordelijk is. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (doorgaans genoemd WA-verzekering) Deze verzekering heeft tot doel toegebrachte schade (personen- en zaakschade, en de hiermee gepaard gaande gevolgschade) te vergoeden, voor zover die het gevolg is van handelen of nalatigheid van verzekerden, die daarvoor aangesproken dienen te worden. De dekking is van kracht voor bestuur, leerkrachten, overig personeel, ouders, leerlingen en vrijwilligers, voor zover zij optreden in onderwijs, respectievelijk schoolverband, zowel in de school als daarbuiten.
De dekking is van kracht voor leerlingen, personeelsleden, en alle ondergeschikten van de school. Werkgeversaansprakelijkheid Motorvoertuigen (WEGAM) Deze verzekering dekt de schadevergoedingsverplichting van INNOVO op grond van artikel 7:611 BW en 7:658 BW voor niet elders verzekerde schade als gevolg van een ongeval die de verzekerden kunnen lijden tijdens verkeersdeelname doordat zij in het kader van hun werkzaamheden bij een ongeval betrokken raken. Hieronder valt eveneens personen- en zaakschade, waarvoor INNOVO op grond van artikel 7.611 BW gehouden is zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering. De dekking is van kracht voor werknemers, uitzendkrachten, oproepkrachten, stagiaires, gedetacheerden en vrijwilligers. Overige verzekeringen
Ongevallenverzekering Deze verzekering heeft tot doel een eenmalige uitkering te verstrekken naar aanleiding van een ongeval. De ongevallenverzekering is van kracht tijdens de schooluren en alle activiteiten in schoolverband, alsmede gedurende één uur hiervoor en hierna, of zoveel langer als het rechtstreeks komen en gaan van de activiteiten vergt. De dekking is van kracht voor leerlingen, personeelsleden, en alle ondergeschikten van de school. Reisverzekering Deze verzekering is van kracht tijdens reizen, kampen en excursies welke door of onder toezicht van INNOVO plaatsvinden. Er is onder andere dekking voor verlies/diefstal van eigendommen, geneeskundige kosten en extra gemaakte kosten.
BS Franciscus Bunde
Opstal en Inventaris Schade aan inventaris, gebouw en terrein van schoolgebouwen veroorzaakt door inbraak, diefstal, vandalisme of als gevolg van weersomstandigheden worden niet door het schoolbestuur verzekerd. Voor deze onderdelen is de economische eigenaar van de schoolgebouwen verantwoordelijk. Dit betreft in vrijwel alle gevallen de gemeente. Evenementen Voor schoolevenementen waarbij van derden materialen / middelen worden gehuurd (bijv. huren feesttent, audio/licht, stellages, etc.), is een aanvullende evenementenverzekering aan te bevelen. Deze dient de school zelf af te sluiten, via Meeùs Assurantiën. Let wel, de gebruikelijke aansprakelijkheid - en ongevallenverzekering is wel gewoon van toepassing op deze schoolgerelateerde evenementen. - 17 -
Schoolgids 2014-2015
13. Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: - dat er nergens in het schoolgebouw gerookt mag worden; - dat roken op het schoolplein, tijdens de lesuren en in het zicht van de kinderen, ook niet toegestaan is. Dit geldt dus ook voor ouders die op school helpen.
BS Franciscus Bunde
- 18 -
Schoolgids 2014-2015
II. Basisschool Franciscus
Een stukje geschiedenis en toekomst
Vooraf
De school werd in 1968 gebouwd. Dit gebeurde in een tijd waarin Bunde explosief groeide en de toenmalige schoolgebouwen verouderd en te klein waren. Vanaf de eerste dag was de school al te klein en moesten groepen elders gehuisvest worden. Alleen al de groepen 3 t/m 8 telden op een gegeven moment meer dan 600 leerlingen. Geleidelijk kwam er een terugloop in het aantal leerlingen, maar vanaf 1990 was er weer sprake van groei. Inmiddels is er landelijk, op provinciaal niveau en ook in Bunde sprake van een structurele terugloop van het aantal leerlingen. Het nieuwe schoolgebouw dat we in 2008 in gebruik hebben genomen, is ontworpen op basis van een aantal van zestien groepen waarop de school uiteindelijk zou stabiliseren. We constateren de afgelopen jaren wel een daling van onze leerlingaantallen, maar deze daling gaat iets langzamer dan verwacht De ontwikkeling ziet er als volgt uit: Op 1 oktober 2005: 579 leerlingen Op 1 oktober 2006: 545 leerlingen Op 1 oktober 2007: 523 leerlingen Op 1 oktober 2008: 539 leerlingen Op 1 oktober 2009: 532 leerlingen Op 1 oktober 2010: 503 leerlingen Op 1 oktober 2011: 493 leerlingen Op 1 oktober 2012: 479 leerlingen Op 1 oktober 2013: 454 leerlingen Op 1 oktober 2014: 445 leerlingen (prognose) De vertraagde terugloop wordt veroorzaakt door het gegeven dat meer ouders en leerlingen dan verwacht voor onze school hebben gekozen. Op basis van de geboortecijfers van de kern Bunde is de komende jaren een verdere daling te verwachten
Het schooljaar 2014-2015 waar deze schoolgids betrekking op heeft, is het vierde jaar van de “planperiode” 20112015. In het schooljaar 2010-2011 hebben we intensief gewerkt aan een nieuw meerjarenschoolplan dat de instemming heeft van onze Medezeggenschapsraad. We hebben ons vooral laten leiden door onderwijskundige ontwikkelingen, maar ook door ontwikkelingen op andere gebieden, zoals de daling van de leerlingaantallen in onze provincie (en met name Zuid-Limburg) en de gevolgen die deze heeft voor de bestuurlijke organisatie en inrichting van de scholen. Naast de bezuinigingen van rijkswege zullen er binnen de INNOVO-organisatie ingrijpende maatregelen geëffectueerd worden, gebaseerd op het Strategisch Beleidsplan in combinatie met de notitie “Doorontwikkeling INNOVO” en de krimp van de leerlingaantallen. Het leerlingenaantal bedroeg 454 op 1 oktober 2013, hetgeen een terugloop betekende van 25 leerlingen ten opzichte van het jaar ervoor. Bij het opstellen van de begroting 2014-2015 in maart 2014 zijn we uitgegaan van een leerlingaantal op 1 oktober 2014 van 445. We starten in augustus 2014 met 17 groepen, er zal géén sprake zijn van een instroomgroep vierjarigen. Instromende vierjarige leerlingen worden geplaatst in één van de twee groepen van leerjaar 1. Mochten binnen de school ruimtes leeg komen staan, dan zal de school in eerste instantie zoeken naar oplossingen met kindgerelateerde partners.
BS Franciscus Bunde
- 19 -
Schoolgids 2014-2015
1. Inleiding Kinderen brengen een groot gedeelte van hun jeugd door in school. Het is daarom van belang om een school te kiezen die bij u en uw kind past. Welke zaken zijn belangrijk bij de keuze van een school, waar moet u op letten? In deze schoolgids proberen we relevante informatie te geven over onze school. Voor de ouders is het een overzicht en een verantwoording van ons handelen. Voor nieuwkomers moet duidelijk worden waar we voor staan, wat wij belangrijk vinden en hoe ons onderwijs is georganiseerd. We geven u een kort overzicht van de methoden, de werkwijzen en de gang van zaken op onze school. Tijdens de introductieavonden wordt dit verder mondeling verduidelijkt. Daarnaast is het ook mogelijk een individueel informatie- of kennismakingsgesprek met de directeur van de school aan te vragen. Na aanmelding van een leerling door de ouders kan nog een intakegesprek met de Intern Begeleider van de bouw waarin het kind zal instromen plaatsvinden. Zie hiervoor de uitgebreidere informatie onder punt 9. 2. Een korte schets van onze school Onze school is genoemd naar de heilige Franciscus. Het nieuwe logo, passend bij de nieuwe huisstijl die we in mei 2008 hebben geïntroduceerd, laat een gestileerde vogel zien, verwijzend naar Franciscus als dierenvriend, die predikte tegen de vogels en de vissen. Franciscus, de man die alles weggaf aan de ander, de vriend van mensen en dieren. Als school willen we dit ideaal ook nastreven. We willen een school zijn waar kinderen graag naar toe gaan. Natuurlijk moet er geleerd worden. Onze school is een school waar de basis wordt gelegd voor de verdere ontwikkeling van een kind. We leren echter niet alleen voor later. Een kind leeft nu en moet in deze periode van BS Franciscus Bunde
zijn leven volledig mens zijn, kunnen spelen, omgaan met anderen en gelukkig zijn. Ondanks de grootte van de school moet ieder kind zich er thuis voelen. We hebben ons nieuwe gebouw en de organisatie binnen de school zodanig opgezet dat er optimaal contact is tussen leeftijdgenoten. We werken met 2 bouwen (afdelingen) met ieder een eigen bouwcoördinator. - Onder-/middenbouw (groep 1 t/m 4), - Midden-/bovenbouw (groep 5 t/m 8). De bouwen overleggen periodiek onder voorzitterschap van de bouwcoördinator.
3. Onze visie op onderwijs De visie die we in een gezamenlijk traject met het volledige team in het schooljaar 2006-2007 hebben geformuleerd is in de jaren erna bijgesteld op basis van voortschrijdend inzicht en bij de samenstelling van de nieuwe (meerjaren)schoolplannen opnieuw geëvalueerd. De visie is voor ons team doel en richtpunt voor ons onderwijs in de komende jaren. - In ons onderwijs weerspiegelen zich de katholieke identiteit en de openheid en acceptatie naar en van leerlingen en ouders met een andere levensbeschouwing. - Wij stellen als school de leerdoelen vast. Daarbij gaan we uit van enerzijds de wettelijke voorschriften, anderzijds van de behoeften van onze populatie. - We zorgen voor een rijk en gevarieerd leerstofaanbod dat mogelijkheden biedt tot ontwikkeling voor al onze leerlingen. - We kiezen voor verantwoorde methodes die structuur bieden en leidraad zijn, maar geen belemmering vormen voor eigen inbreng en keuzes van leerkrachten en leerlingen. - Onze school is een veilige leer- en werkplek voor iedereen, waar waarden en normen gestalte krijgen in een sfeer van openheid en integriteit, respect en waardering. - 20 -
Schoolgids 2014-2015
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ons onderwijs kenmerkt zich door een variatie in leer- en werkvormen, uitgaand van zelfstandigheid én samenwerking, met instructie en begeleiding naar behoefte van de leerlingen in een flexibele leeromgeving. In de organisatie van ons onderwijs is een duidelijke structuur zichtbaar die garant staat voor een doorgaande lijn gedurende de schoolloopbaan van onze leerlingen. Onze zorgstructuur is het fundament van ons onderwijs, waarmee we een sluitend systeem waarborgen voor het volgen van de ontwikkeling van elke leerling. Toetsen gebruiken we als middel voor het verkrijgen van objectieve en aan landelijke normen getoetste gegevens om de bevindingen van de leerkracht te ondersteunen. We hebben een systeem voor kwaliteitszorg dat voortdurend in ontwikkeling is. Leerkrachten blijven zich voortdurend professionaliseren, zowel individueel als in teamverband. De gezamenlijke kennis die we in huis hebben, delen we in een professionele cultuur ondersteund door warme, menselijke verhoudingen. Onze school deelt de zorg voor en begeleiding van onze leerlingen met externe instanties. We communiceren in alle oprechtheid met ouders en betrekken ouders bij de ontwikkeling van hun kind. De school voert een optimaal financieel beleid. Inzet van middelen is transparant, efficiënt en weloverwogen en dient zoveel mogelijk het primaire proces. Onze school voert een helder beleid en zorgt voor een transparante organisatie. De schoolleiding biedt steun en support op elk gebied binnen een duidelijke en geaccepteerde taakverdeling.
BS Franciscus Bunde
4. Het pedagogisch klimaat en onze didactische uitgangspunten Wij willen dat kinderen zich op hun gemak voelen. Daarom moet een kind op school weten waar het aan toe is. Hoe werkt alles, welke afspraken zijn er, wat wordt er van me verwacht? We proberen hierin duidelijk te zijn. Daarnaast willen we een sfeer creëren waarin kinderen zich durven te uiten en ze steeds met hun vragen en opmerkingen bij iedereen terecht kunnen. Daarom proberen we het praten over gevoelens een duidelijke plaats te gaan geven binnen ons onderwijs. Intimidatie in welke vorm dan ook trachten we tegen te gaan. Mochten er zich problemen voordoen die niet gemakkelijk bespreekbaar zijn, dan hebben we hiervoor procedures vastgelegd (zie deel I INNOVO, punt 9 "klachtenregeling"). We werken aan de goede sfeer in de groepen en zorgen ervoor dat kinderen binnen ons onderwijs veel samenwerken. We willen pesten zoveel mogelijk voorkomen en tegengaan door er samen alert op te zijn. Daarom wordt dit thema jaarlijks in alle groepen besproken. Onze school hanteert in dit verband een Pestprotocol. We willen verder bereiken dat de kinderen op onze school veel leren. De kerndoelen die door het ministerie zijn vastgelegd, vormen hierbij het uitgangspunt. Een goede doorstroming naar passend vervolgonderwijs moet gewaarborgd zijn. De wijze waarop dit in de praktijk wordt gebracht ligt vast in het PO-VO-protocol. Veel leren betekent een bepaalde mate van feitenkennis opdoen, maar vooral het leren redeneren en leren toepassen van oplossingsstrategieën. Daarnaast moeten leerlingen in staat zijn zelfstandig zaken aan te pakken, een eigen mening te kunnen vormen en deze mening ook aan anderen kenbaar durven te maken. - 21 -
Schoolgids 2014-2015
De leerling moet zelfredzaam zijn in maatschappelijk opzicht. Dat houdt o.a. in dat iedere leerling kennis moet kunnen nemen van, c.q. moet kunnen omgaan met digitale middelen (PC’s, smartphones, tablets), zowel in technisch opzicht als de wijze waarop de apparaten worden gebruikt en ingezet, bijvoorbeeld op het gebied van de Social Media. Naast de leerstof vinden we het heel belangrijk dat normen en waarden voor kinderen duidelijk worden. Onze katholieke identiteit vormt hierbij het uitgangspunt. We willen de christelijke waarden en normen voor de kinderen zodanig vertalen, dat ze zich deze eigen maken en er naar handelen. Onze school is een katholieke school met ruimte voor mensen met een andere geloofsopvatting. We hebben waardering voor de mening van anderen en verwachten deze houding ook bij de ander te vinden. In onze catecheselessen stellen we vanuit de ervaringswereld van het kind thema's aan de orde, waarbij alle kinderen direct betrokken zijn. In die zin kan iedere leerling deze lessen volgen. Enkele keren per jaar, veelal gekoppeld aan de kerkelijke feesten, houden we vieringen in de parochiekerk waarbij de kinderen in voorbereiding en uitvoering actief worden betrokken. 5. Actief Burgerschap Wat is actief burgerschap en sociale integratie? Het Ministerie OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daaraan een actieve bijdrage te leveren. In de toelichting op de WPO over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname BS Franciscus Bunde
van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Waarom vinden we actief burgerschap en sociale integratie belangrijk? Alleen al door onze leerlingen staat de school midden in de samenleving. Deze is steeds meer gericht op individualisering. Daarmee neemt de sociale binding (ook sociale cohesie genoemd) af. Plichten en rechten die horen bij burgerschap zijn hierdoor op de achtergrond geraakt. Ook zijn veel ouders en kinderen door een allochtone herkomst niet gewend aan de burgerschapstradities en -gebruiken van onze samenleving. Wij hebben de overtuiging dat meer menselijke solidariteit, goede manieren, sociale controle, kortom burgerschapsgedrag, bijdraagt aan de sociale cohesie. Op school verkeren alle kinderen in grote groepen leeftijdgenoten, die allemaal van elkaar verschillen. De kinderen leren met deze verschillen om te gaan en leren tevens met anderen op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Op deze wijze worden ze voorbereid om in de maatschappij goed te kunnen functioneren. Leerlingen nemen zelf ook deel aan het maatschappelijk leven in uiteenlopende situaties: op straat, bij sport, in clubjes, bij familie, onder vrienden. Wij benutten die ervaringen en stimuleren kinderen in hun maatschappelijke participatie. Wat beogen we met actief burgerschap en sociale integratie? In de kerndoelen voor het basisonderwijs is met betrekking tot burgerschap aangegeven: - De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
- 22 -
Schoolgids 2014-2015
-
-
-
-
-
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.
Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet volstaan met het aanbieden van traditionele kennis uit de schoolvakken, maar ook door het burgerschap actief te integreren en op deze manier de leerlingen zelf te laten ervaren wat dit begrip werkelijk betekent. - Wij stimuleren de leerlingen om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar buitenschoolse connecties bij. - Wij zoeken mogelijkheden voor leerlingen om een actievere rol te spelen in de schoolgemeenschap met meer verantwoordelijkheden voor besluitvorming en uitvoering. Wat doen we aan actief burgerschap en sociale integratie? Binnen de aanwezige methodes wordt aan aspecten van het Actief Burgerschap aandacht besteed, waarbij het met name gaat om de (leerstof)gebieden geschiedenis, inclusief staatsinrichting, aardrijkskunde, katechese en sociale vorming. Nog belangrijker is echter dat we binnen onze school een pedagogisch klimaat realiseren waarin we zichtbaar
BS Franciscus Bunde
maken dat we deze wezenlijke zaken ook praktiseren. 6. Wat leert mijn kind daar eigenlijk? Groepen 1 en 2 In de onderbouw hebben we een aantal jaren gewerkt met gecombineerde groepen 1-2; met ingang van het schooljaar 20142015 keren we weer terug naar “ aparte” leerjaren 1 en 2. We doen dit voornamelijk omdat we hiermee de range aan niveaus binnen de groepen kunnen beperken. De verwachting is dat met de komst van het Passend Onderwijs de (extra) zorg die we binnen onze school moeten bieden geleidelijk aan zal toenemen. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 wordt in de kleutergroepen gewerkt met “Kleuterplein”. Dit is een (jaar)programma voor kleuters rond bepaalde thema’s, waarin vrijwel alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. De periode in de kleuterbouw is van enorm belang voor de verdere ontwikkeling van het kind. Hier wordt de basis gelegd en worden de voorwaarden ingevuld voor het verdere leren. Vakken als lezen, schrijven en rekenen lukken pas als het kind daar echt aan toe is. In groep 2 vinden speelse activiteiten plaats die hierop voorbereiden. Door middel van observaties en toetsen wordt de ontwikkeling van ieder kind in deze gevolgd en waar nodig bijgestuurd. Aan het eind van groep 2 wordt bekeken of een kind de overstap naar groep 3 kan maken. Groepen 3 t/m 8, vakken en methodes Ook in groep 3 t/m 8 zitten de kinderen in jaargroepen bij elkaar. Hierin wordt gewerkt aan de diverse vakgebieden, waarvan taal, rekenen en technisch- en begrijpend lezen natuurlijk de basis vormen. Nederlandse taal Wij werken momenteel met de methode “Taalverhaal”, deze methode zal in de loop
- 23 -
Schoolgids 2014-2015
van het schooljaar 2014-2015 vervangen worden. Engels In de groepen 7 en 8 wordt door middel van veel doe-activiteiten praktische vaardigheid in het gebruik van de Engelse taal geoefend. We hanteren hiervoor de methode “Hello World”. In het schooljaar 2015-2016 zullen we voor het vak Engels een nieuwe methode kiezen. Lezen De voorbereiding hiervan vindt natuurlijk in de kleutergroepen plaats. Structureel beginnen we met het aanvankelijk technisch lezen in groep 3 en gebruiken daarbij sinds 2008-2009 de methode "Veilig Leren Lezen”. Geleidelijk aan wordt naast het technisch lezen het begrijpend lezen steeds belangrijker. Vooral van belang is dat kinderen met plezier leren lezen. Binnen de leesbeleving proberen we hieraan veel aandacht te schenken, o.a. door activiteiten rond de kinderboekenweek en door leespromotieprojecten.
Lezen is belangrijk voor ieder kind. In het schooljaar 2012-2013 hebben we hieraan op een bijzondere wijze aandacht geschonken door allerlei leesbevorderende activiteiten en de inrichting van onze eigen schoolbibliotheek. Voor dit project zijn we zelfs genomineerd voor de prijs voor de beste leesomgeving. Als ouders kunt u veel aan de leesbevordering bijdragen door veel voor te lezen, zodat uw kind de smaak te pakken krijgt van het lezen van boeken. In de bibliotheek kan uw kind gratis boeken lenen.
BS Franciscus Bunde
Begrijpend lezen Sinds het schooljaar 2011-2012 gebruiken we voor de groepen 4 t/m 8 een nieuwe methode begrijpend lezen, “Nieuwsbegrip XL”. Rekenen Voor het vakgebied rekenen gebruiken we vanaf schooljaar 2007-2008 de rekenmethode "Pluspunt", vanaf 20102011 gebruiken alle groepen de vernieuwde versie van deze methode. Het is een realistische rekenmethode die uitgaat van praktijksituaties en vooral een beroep doet op het oplossend vermogen van leerlingen, zowel individueel als gezamenlijk. Schrijven In schooljaar 2008-2009 hebben we een start gemaakt met de ingroei van de methode "Pennenstreken", die aansluit bij onze nieuwe leesmethode. Wereldoriëntatie Dit is een gebied dat in het hele onderwijs geïntegreerd is en dan ook in allerlei vakken als een totaalgebeuren aan de orde komt via projecten en thema's. Als kennisgebied onderkennen we de vakken die structureel worden aangebracht: Aardrijkskunde In het schooljaar 2012-2013 is de methode Meander ingevoerd. Geschiedenis In 2009-2010 is de methode "Brandaan" ingevoerd. Kennis van de natuur In het schooljaar 2012-2013 is de methode Naud ingevoerd. Verkeer We volgen hierbij de methodische leergang van Veilig Verkeer Nederland: - Rondje Verkeer (groepen 1 t/m 3) - Stap Vooruit (groep 4) - 24 -
Schoolgids 2014-2015
-
Op Voeten en Fietsen (groep 5 en 6) De Jeugd Verkeerskrant (groepen 7 en 8)
Lichamelijke oefening De kleuters spelen in principe in onze eigen speelzaal met volop materialen en mogelijkheden om zich motorisch goed te ontwikkelen. Bovendien is het buitenspel hier zeer belangrijk. Vanaf groep 3 zijn er gymlessen in de gymzaal in Bunde. We doen veelvuldig mee aan allerlei sportactiviteiten vanuit het verenigingswerk van Bunde en aan sporttoernooien.
Sportdag Een jaarlijks hoogtepunt voor de kinderen, een dag vol activiteiten op sportief en creatief gebied. In de schooljaren 2011-2012 en 20122013 stonden de sportdagen in het teken van “Comenius”, een Europees internationaliseringsproject waaraan onze school heeft deelgenomen, met als thema “sport en een gezonde leefstijl”. In 2011-2012 hebben we delegaties uit Engeland, Duitsland, Finland en Italië ontvangen en samen met hen een geweldige sportdag beleefd. In het schooljaar 2013-2014 hebben we onze sportdag laten samenvallen met de Koningsdag.
Zwemmen wordt een “natte gymles” We vinden het zwemmen voor kinderen zo belangrijk dat we, zolang we het financieel kunnen opbrengen, met de groepen 5 t/m 8 ongeveer 4 keer per jaar gaan zwemmen in het zwembad van Beek. Niet gericht op de eerste beginselen van het zwemmen, maar als een "natte gymles”.
Creatieve vakken In verband met het vertrek van de vakleerkracht muziek, is een werkgroep belast met de invulling van de muzieklessen. Aan handenarbeid en tekenen wordt veel aandacht besteed door middel van vaste onderwerpen en technieken die door alle groepen toegepast worden en waarvan de resultaten regelmatig worden tentoongesteld. Activiteitenmiddagen In ieder leerjaar is er een aantal middagen gepland, gericht op activiteiten in het kader van cultuur, zelfredzaamheid en maatschappelijke interesse en zoveel mogelijk gekoppeld aan de leerstof van dat jaar. Bijvoorbeeld: museumbezoek, natuurexcursies, bezoek aan gemeentehuis, schrijvers op school en muziekvoorstellingen. Schoolreisjes Voor veel kinderen is het schoolreisje een van de hoogtepunten in het schooljaar. De voorkeur gaat er nog steeds naar uit om gezamenlijk een heerlijk dagje uit te hebben. Per leerjaar zijn er enkele vaste bestemmingen die een gezellige en onbezorgde dag garanderen. De kosten van deze dag proberen we zo laag mogelijk te houden. Daarom worden in overleg met ouders en leerkrachten bestemmingen gezocht in de directe nabijheid. Het oudercomité zorgt voor de organisatie. Bus- en entreekosten worden door de ouders betaald via de ouderbijdrage van het oudercomité. Leergebiedoverstijgende doelen Deze zaken komen geïntegreerd in ons onderwijs aan de orde. Wij noemen hier: werkhouding, planmatig werken, leerstrategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag en het gebruik van nieuwe media. ICT (informatie/communicatie) Het computergebruik wordt voor alle kinderen gestimuleerd. Sinds de
BS Franciscus Bunde
- 25 -
Schoolgids 2014-2015
ingebruikname van onze nieuwe school kunnen we beschikken over een glasvezelnetwerk en in het schooljaar 2013-2014 is alle hardware weer vernieuwd. Daarnaast beschikken alle groepen over een digitaal schoolbord. De meeste PC’s staan in de centrale verwerkingsruimte tussen de groepsruimtes, zodat ze intensief gebruikt kunnen worden, makkelijk toegankelijk zijn en de leerkrachten er goed zicht op kunnen houden. De software is vooral gericht op de methodes en op mogelijkheden om voor kinderen meerdere werkvormen te verzorgen. De pc wordt veel ingezet bij het maken van teksten, bij het opzoeken van materialen en informatie (internet) en bij het vastleggen van werkstukken en verslagen. Voor het gebruik van internet is een protocol ontwikkeld dat voor alle scholen van het bestuur geldt. Onze school heeft zich ten doel gesteld in de komende jaren op het gebied van ICT te innoveren. We beschikken momenteel over meer dan dertig iPads die in de groepen ingezet kunnen worden. Het voornemen is in het schooljaar 2014-2015 een WiFinetwerk aan te leggen, zodat overal in het gebouw van draadloos internet gebruik kan worden gemaakt. We willen ons de komende jaren als individuele school, maar ook met het collectief van INNOVO op de volgende beleidsterreinen willen ontwikkelen: - De visie op ICT - De deskundigheid van leerkrachten en leerlingen - Het digitale lesmateriaal - De infrastructuur en hardware 7. Onderwijs op maat Binnen een gezin is er vaak al een duidelijk verschil tussen kinderen. Op een school is dat natuurlijk heel nadrukkelijk aan de orde. De ene leerling leert heel snel en heeft weinig hulp nodig, BS Franciscus Bunde
de andere heeft grote behoefte aan sturing en herhaalde instructie. Daartussen zijn veel gradaties mogelijk. Onze school stelt zich ten doel zoveel mogelijk aan de verschillen tussen leerlingen tegemoet te komen. Werken met het Effectieve Lesmodel, waarin we de leerlingen gedifferentieerd instructie geven en het Zelfstandig Werken zijn voorbeelden van de aanpak waarmee we dit doel proberen te realiseren.. De zwakkere leerlingen krijgen extra hulp en zo nodig andere materialen; de snellere kinderen krijgen extra verdiepingsstof. Daarnaast hebben we bij ons leesonderwijs de mogelijkheid om kinderen op verschillende niveaus te laten werken en zich het technisch lezen in hun eigen tempo eigen te laten maken. In het schooljaar 2014-2015 krijgt het thema “ meer- en hoogbegaafdheid” binnen onze school nadrukkelijk de aandacht en werken we aan de invoering van het “ Passend Onderwijs” per 1 augustus 2014. Toetsen De vakken taal, lezen en rekenen vormen de basis van ons onderwijs. Hieraan worden de meeste tijd en de grootste zorg besteed, omdat zij bepalend zijn voor alle andere vakken die geleerd moeten worden. Deze vakken worden dan ook voortdurend gecontroleerd door middel van toetsen die bij de gehanteerde methode horen en de landelijke Cito-toetsen. Passend Onderwijs: extra ondersteuning en Speciaal Onderwijs De leerlinggebonden financiering (LGF) verandert per 1 augustus 2014. In plaats daarvan wordt het Passend Onderwijs ingevoerd. In het nieuwe stelsel voor passend onderwijs verdwijnt de LGF (rugzak). Het budget blijft (vooralsnog) wel volledig beschikbaar. De bekostiging van extra ondersteuning voor een leerling is niet meer afhankelijk van een landelijke indicatie. - 26 -
Schoolgids 2014-2015
De samenwerkingsverbanden ontvangen het beschikbare geld voor extra ondersteuning en voor speciaal onderwijs en verdelen dit over de scholen. Schoolbesturen zijn vanaf 1 augustus 2014 verplicht om voor elk kind dat extra ondersteuning nodig heeft of speciaal onderwijs, een zo passend mogelijke onderwijsplek te bieden. Ouders hoeven dan niet meer zelf op zoek te gaan naar een passende plek. Extra zorg binnen onze school Jaarlijks stelt onze school een zorgplan op, waarin we aangeven hoe we komend jaar werken aan de zorgverbreding en hoe we de beschikbare middelen hiervoor inzetten. Binnen onze school zijn momenteel vier collega’s gekwalificeerd Intern Begeleider, twee van hen zijn daadwerkelijk in deze functie werkzaam (zie “ colofon”). De coördinatie van de interne begeleiding vindt plaats door de Zorgcoördinator. De Interne Begeleider (IB-er) bespreekt drie keer per jaar de groep en speciaal de zorgleerlingen met de leerkracht. Remedial Teaching De extra zorg die we tot nu toe konden bieden door de Remedial Teacher moeten we door bezuinigingen m.i.v. het schooljaar 2014-2015 helaas laten vervallen; alle zorg zal binnen de groepen moeten plaatsvinden.
Als er reden is om extra maatregelen te nemen, dan ondersteunt de Interne Begeleider de leerkracht bij het opstellen van programma’s voor deze leerlingen. Veelal kan dit in de klassensituatie gebeuren door de eigen leerkracht via het bijstellen van het programma. Het kan ook zijn dat er verder onderzoek moet plaatsvinden voordat er hulp kan worden verleend. Het komt ook voor dat we, in overleg met de ouders, besluiten dat het kind doubleert. Uitgangspunt hierbij is een betere ontwikkeling van de leerling, veelal zowel BS Franciscus Bunde
op cognitief, als op sociaal-emotioneel gebied. Soms maken we de afspraak dat een kind voor een bepaald gebied met een eigen programma gaat werken en dan voor dat onderdeel niet het eindniveau van de basisschool zal halen. Komen wij er als school niet uit, dan kunnen we met toestemming van de ouders een beroep doen op externe instanties. Zorg voor leerlingen in het kader van Passend Onderwijs Met ingang van schooljaar 2014-2015 is de Wet “ Passend Onderwijs” van kracht. In een nieuw gevormd Samenwerkingsverband (SWV) hebben de schoolbesturen de taak alle leerlingen die wonen binnen de regio van het SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden (zorgplicht). Het uitgangspunt is: regulier onderwijs als het kan, speciaal onderwijs als het moet. Het SWV heeft een Ondersteuningsplan (OP) vastgesteld waarin het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het SWV is beschreven. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad (OPR), samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld. Schoolbesturen en scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan en worden daarbij ook ondersteund door organisaties als Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), en de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) etc. Hoe werkt het op school Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze. De school heeft de taak om een passende onderwijsplek te bieden: − Basisondersteuning met extra ondersteuning op de eigen school. − Een plek op een andere basisschool in de buurt. − Een plek op een school voor speciaal (basis) onderwijs met een Tijdelijke Toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Een TLV is van tijdelijke aard, in principe voor twee jaar.
- 27 -
Schoolgids 2014-2015
Extra ondersteuning wordt gerealiseerd uit een zgn. Expertisepool. Als de school de ondersteuningsbehoefte voor een kind niet kan realiseren, worden ouders en een Trajectbegeleider (procesbegeleider) erbij betrokken en vindt er een ‘ronde tafel’ gesprek plaats. Een Deskundigen Advies (DA) adviseert over de toelaatbaarheid van een leerling tot het S(B)O. Indien een TLV van toepassing is, wordt deze door het SWV afgegeven. Op basis hiervan kan een leerling worden geplaatst in het S(B)O. Voor meer informatie, ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS. Sociale vaardigheidstrainingen Door onze IB-ers en RT-ers worden kinderen met allerlei problemen geholpen. Meestal liggen deze problemen op leergebied. Maar soms hebben ze ook te maken met gedrag of het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO). Een van de vaker voorkomende problemen is, dat kinderen niet vaardig genoeg zijn in het maken van contact met anderen of in het goed reageren op gedrag van anderen. Soms zijn ze veel te fel, pesten, duwen of ruziën, of ze zijn veel te schuchter en bang, maken geen vriendjes, worden gepest en laten zich in een hoekje duwen. Ze voelen zich daar vaak erg ongelukkig bij en het kan veel problemen veroorzaken. Om hier binnen de school structureel aandacht aan te besteden hebben we de SEO-methode “Kinderen en hun sociale talenten” aangeschaft. Voor kinderen met meer problemen op dit gebied zijn er cursussen sociale vaardigheid ontwikkeld. Hierin leren kinderen zich goed en zeker te voelen over zichzelf, wat anderen bedoelen met hun gedrag, wat voor reacties hun eigen gedrag oproept, wat goede manieren zijn om contact te zoeken, enz. De trainingen zijn geschikt voor kinderen vanaf groep 4. De cursus omvat 12 lessen van 1,5 uur (onder schooltijd) in groepjes van 4-6 kinderen en een aantal ouderavonden. Die BS Franciscus Bunde
ouderavonden zijn van essentieel belang voor het succes van de training, omdat de thuisomgeving hiervoor heel belangrijk is. De leerkracht of IB-er kan bij u aangeven, dat een sociale vaardigheidstraining iets is voor uw kind, maar u kunt er ook zelf naar vragen. Samen wordt dan beslist, hoe nu verder. Voor meer informatie kunt u terecht bij de leerkracht of bij de IB-er. Kleuterbouwverlenging en doubleren De Wet op Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat ieder kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkelingsproces. Sommige kinderen hebben mogelijk langere of kortere tijd nodig voor het doorlopen van de basisschool dan de gebruikelijke acht jaar. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo wat betreft het opnemen en beheersen van de leerstof en op sociaal/emotioneel gebied. Als een kind problemen heeft op een bepaald gebied kan met het bieden van extra hulp het probleem mogelijk worden opgelost. Als blijkt dat het kind moeite heeft de basisstof of het tempo van de groep te volgen, zal de leerkracht in overleg met de interne begeleider trachten de leerstof zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van het kind. Het kan voorkomen dat een kind, ook na extra begeleiding, niet toe is aan een volgend leerjaar. Na overleg met de ouders kunnen de leerkracht en de interne begeleider besluiten het kind niet naar de volgende groep te laten gaan. Daarbij zal door de school steeds de meerwaarde van kleuterbouwverlenging en doubleren worden aangegeven. Kleuterbouwverlenging en doubleren worden alleen overwogen als verwacht wordt dat het kind zich daardoor sociaal en emotioneel beter ontplooit of wanneer verwacht wordt dat de leerprestaties daardoor aanmerkelijk zullen verbeteren. Deze leerlingen werken vaak met een ander programma; het is de bedoeling dat de leerkracht zoveel mogelijk probeert aan te sluiten op vaardigheden die het kind al beheerst. - 28 -
Schoolgids 2014-2015
Om tot een afgewogen besluit te komen, hanteert de school de volgende procedure: 1. De leerkracht signaleert De leerkracht geeft tijdens de leerlingbesprekingen aan welke de didactische en/ of sociaal-emotionele problemen zijn. Om deze helder in beeld te brengen gebruikt de leerkracht: - methodegebonden toetsen - methode-onafhankelijke toetsen (Cito) - observaties en observatielijsten (Pravoo, SCOL, KIJK) - ervaringen van collega’s - bevindingen van externe deskundigen. 2. Aanmelding doublure en overleg Zodra er aan de wenselijkheid van doubleren gedacht wordt, volgen we het protocol 'Kleuterbouwverlenging en doublure' en het stappenplan om samen met de ouders tot een goede besluitvorming te komen. Ontwikkelingsperspectief (OPP) Sommige leerlingen hebben moeite zich de aangeboden leerstof eigen te maken binnen de gestelde tijd en op het verwachte niveau. Als dit hardnekkig is, kan er besloten worden tot het schrijven en uitvoeren van een handelingsplan. Dit is een formeel document dat ook om de instemming van de ouders vraagt. Werken aan de hand van een handelingsplan heeft een remediërend karakter en is erop gericht de leerling weer aansluiting vindt bij het programma van de groep. Als het beoogde effect achterwege blijft, is het een vraag of de leerling wel in staat is het eindniveau van de basisschool te bereiken. De school moet dan vaststellen of er sprake is van een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte. In dat geval moet in de loop van groep 6, doch uiterlijk bij de overgang naar groep 7, aantoonbaar zijn dat de betreffende leerling het eindniveau van de basisschool niet gaat halen. De school stelt voor deze leerling een Ontwikkelingsperspectief op. BS Franciscus Bunde
In het Ontwikkelingsperspectief staat het aangepaste uitstroomniveau en de tussendoelen die gehaald moeten worden om dat uitstroomniveau te realiseren. Met het Ontwikkelingsperspectief ontstaat een betere afstemming met de leerling en zijn ouders over het einddoel dat de school voor deze leerling wil bereiken. Aan de hand van het Ontwikkelingsperspectief kan de leerling langs eigen leerlijnen verder werken waardoor de aansluiting met het passend vervolgonderwijs verbeterd wordt. De school is verplicht om voor die leerlingen die het eindniveau van de basisschool niet halen een Ontwikkelingsperspectief op te stellen. Het Ontwikkelingsperspectief wordt besproken met de leerling en de ouders en tenslotte vastgesteld en door de ouders ondertekend. OPP en Passend Onderwijs Het OPP wordt geplaatst binnen het kader van Passend Onderwijs, dat erop gericht is om het leerrendement van alle leerlingen zo hoog mogelijk te laten zijn, rekening houdend met de individuele mogelijkheden van ieder kind. Wet- en regelgeving In het kader van Passend Onderwijs is een aantal wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs opgenomen die betrekking hebben op het werken met een OPP. Op basis daarvan is het opstellen van OPP verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen. Voor ondersteuning die binnen de basisondersteuning van de school valt, is het opstellen van een OPP niet verplicht. Een leerjaar overslaan: overwegingen en indicatiecriteria Als blijkt dat een kind meer leerstof aankan en meer uitdaging nodig heeft, zal de leerkracht het kind verrijkings- en verdiepingsstof aanbieden. Op deze manier - 29 -
Schoolgids 2014-2015
blijft het kind uitgedaagd en gemotiveerd. Als een leerling op meerdere gebieden een forse voorsprong heeft, kan de leerkracht in overleg met de interne begeleider de ouders adviseren het kind een leerjaar te laten overslaan. Het besluit om een groep over te slaan wordt door de ouders genomen. Indien ze dit niet willen, wordt wel goed afgesproken en vastgelegd wat er dan verwacht wordt. Het besluit om geen groep te laten overslaan (indien de school dit niet wil) wordt uiteindelijk door de directeur genomen. Regionaal ExpertiseCentrum (REC) Het speciaal onderwijs wordt momenteel verzorgd door een groot aantal scholen van verschillende schoolsoorten, die soms onevenwichtig verspreid zijn over het hele land. Om de expertise van deze scholen te bundelen en verder te ontwikkelen is het speciaal onderwijs geherstructureerd in vier clusters: - cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps - cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor-, taal- en/of spraakproblemen) - cluster 3: voor verstandelijk en/of lichamelijke gehandicapte kinderen en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap - cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen en/of ernstige leerproblemen en langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap. De scholen uit één cluster vormen een aantal regionale expertisecentra, zodat er per cluster een landelijk dekkend netwerk van REC's ontstaat. Het REC is verantwoordelijk voor de coördinatie van de inzet van ambulante begeleiding aan reguliere scholen die aan leerlingen met een handicap lesgeven. Ook begeleidt het REC ouders, als zij dat willen, bij het samenstellen van het dossier en het zoeken naar een school. BS Franciscus Bunde
Op de website Onderwijsconsulenten.nl kunt u terecht voor advies en begeleiding bij de schoolkeuze: http://www.onderwijsconsulenten.nl/ 8. Ons streven naar kwaliteit Ons onderwijs moet goed en effectief zijn. Dat geldt voor de kennisgebieden, maar ook voor de sociaal-emotionele- en creatieve ontwikkeling. Het belangrijkste hierbij zijn de mensen die bij ons werken. We denken een goed team te hebben, dat met grote inzet en de nodige ervaring de juiste keuzes weet te maken in materialen en werkvormen. Binnen ons team zijn er heel wat specialisaties van leerkrachten die ervoor zorgen dat we veel kennis in huis hebben. Nieuwe methoden en lesmaterialen worden getoetst aan de normen die de ontwikkeling in het onderwijs en onze visie hieraan stellen. Indien nodig laten wij ons in deze adviseren door de externe deskundigen. In het schooljaarplan 2014-2015 staan als belangrijkste speerpunten genoemd: - Invoering Passend Onderwijs (werkgroepen gedrag, hoogbegaafdheid etc.) - Invoering Pittige Plus Torens (PPT) t.b.v. meer- en hoogbegaafde leerlingen - Keuze/invoering nieuwe methode voor Technisch Lezen - Keuze en invoering nieuwe taalmethode - Vedergaande innovatie op ICT-gebied De kwaliteit van het onderwijs meet je door middel van observaties, toetsen en evaluaties. In de onderbouw wordt aanvankelijk alleen gebruik gemaakt van observatieschema's, later komen daar geleidelijk aan steeds meer toetsen bij. We toetsen in de eerste plaats het effect van ons onderwijs op korte termijn. Dit doen we door methodegebonden toetsen. Na een instructie- en oefenperiode wordt gekeken - 30 -
Schoolgids 2014-2015
of het geleerde begrepen is. Via voortgangstoetsen wordt duidelijk of ook op langere termijn resultaat behaald is. Steeds opnieuw wordt zichtbaar waar verdere instructie en oefening dienen plaats te vinden. Om ons onderwijs te kunnen toetsen aan landelijke normen, worden de ontwikkelingen bij technisch lezen, rekenen, spelling en begrijpend lezen twee keer per jaar getoetst met landelijk genormeerde toetsen (CITO-LOVS). Deze gegevens worden aan de ouders voorgelegd tijdens de oudergesprekken. C-, D en E-scores zijn hierbij aanleiding om betreffende leerling in het zorgtraject op te nemen. Bovendien hanteren we eind groep 7 (CITO-entreetoets) en midden groep 8 toetsen (CITO-eindtoets) die bijdragen aan een goed schooladvies. Het geheel van de toetsen geeft ons een goed beeld van de gescoorde resultaten op onze school. 8.1. Resultaten van het onderwijs Zie bijlage 03. Tevens verwijzen we naar het schooljaarplan 2014-2015, waarin de evaluatie van het achter ons liggende schooljaar is opgenomen, alsmede de plannen voor het komende schooljaar. 8.2. Actie Wij zijn alert op de signalen die in de scores verborgen zitten. Aan de hand hiervan kunnen wij ons onderwijs bijstellen, gericht op de school als geheel en op de individuele leerlingen. Zo hebben we, naast het invoeren van een nieuwe leesmethode in 2008-2009, ook de leestijd binnen de diverse groepen opgevoerd. De wijze waarop ons onderwijs wordt ontwikkeld en verbeterd, wordt vastgelegd in het (meerjaren-)schoolplan. Zoals gezegd hebben we in het schooljaar 2010-2011 ons nieuwe meerjarenschoolplan voor de planperiode 2011-2015 opgesteld. In dit plan wordt de BS Franciscus Bunde
toekomstige ontwikkeling van de school zowel inhoudelijk als in tijd vastgelegd. Het meerjarenschoolplan wordt jaarlijks vertaald naar een schooljaarplan waarin concreet de veranderingen en voornemens voor dat jaar worden geconcretiseerd. Het schooljaarplan wordt aan het eind van het jaar op onderdelen geëvalueerd en waar nodig worden delen weer meegenomen naar het volgende schooljaarplan. Belangstellenden kunnen het meerjarenschoolplan en het schooljaarplan, beide geaccordeerd door de Medezeggenschapsraad, ter inzage ontvangen bij leerkrachten en schoolleiding. 8.3. Inspectietoezicht Op dit moment kent onze school in het kader van het toezicht door de inspectie een zogenaamd basisarrangement, dat wil zeggen dat volgens de inspectie de basiskwaliteit van de school in orde is en er sprake is van een “standaard”-toezicht. De resultaten van het inspectietoezicht zijn in te zien via de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl 9. Leerplicht, aanmelding, instroom van leerlingen en administratieve procedure, uitstroom Leerplicht Kinderen kunnen vanaf de dag waarop ze vier jaar zijn naar school; vanaf 5 jaar zijn ze leerplichtig. Daarbij bestaat de mogelijkheid dat kinderen van vijf jaar zo nodig en in overleg 10 uur per week minder naar school komen. Aanmelding Op 1 augustus 2014 treedt de Wet op het Passend Onderwijs in werking. In deze wet staat de volgende passage opgenomen met betrekking tot de aanmelding en toelating van leerlingen: − De aanmelding van kinderen voor toelating geschiedt schriftelijk en kan worden - 31 -
Schoolgids 2014-2015
gedaan vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De ouders doen de aanmelding zo mogelijk ten minste 10 weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd en geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht. − Het bevoegd gezag beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft. Hiertoe kan het bevoegd gezag de ouders verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Onder extra ondersteuning wordt niet verstaan ondersteuning ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. − Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. − Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing: indien op de school waar de leerling is aangemeld geen plaatsruimte beschikbaar is, of b. indien het bevoegd gezag de ouders bij de aanmelding verzoekt te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen respecteren dan wel te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen onderschrijven, en de ouders dit weigeren te verklaren. BS Franciscus Bunde
− Het bevoegd gezag neemt de beslissing over toelating van een leerling zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanmelding. Indien de beslissing, bedoeld in de vorige volzin, niet binnen 6 weken kan worden gegeven, deelt het bevoegd gezag dit aan de ouders mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien, welke termijn ten hoogste 4 weken bedraagt. − Indien de aanmelding een kind betreft dat niet is ingeschreven op een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, de aanmelding is gedaan ten minste 10 weken voorafgaand aan de eerste dag van een schooljaar en de beslissing over toelating op de eerste dag van dat schooljaar nog niet is genomen, wordt het kind met ingang van die dag tijdelijk geplaatst op de school en als leerling ingeschreven. Indien de leerling wordt toegelaten, wordt de tijdelijke plaatsing omgezet in een definitieve plaatsing. Indien de toelating van de leerling wordt geweigerd, wordt de tijdelijke plaatsing beëindigd en wordt de leerling uitgeschreven met ingang van de dag die volgt op de dag waarop de toelating wordt geweigerd. − Een leerling wordt niet toegelaten tot een speciale school voor basisonderwijs dan nadat het samenwerkingsverband waartoe de speciale school voor basisonderwijs behoort de leerling toelaatbaar heeft verklaard tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband. De beslissing over de toelaatbaarheid is geen besluit als bedoeld in artikel 8:4 onder e van de Algemene wet bestuursrecht. − De toelating van een leerling van een basisschool tot een speciale school voor basisonderwijs van het - 32 -
Schoolgids 2014-2015
samenwerkingsverband waaraan de basisschool deelneemt wordt niet geweigerd op denominatieve gronden, tenzij de ouders van de leerling weigeren te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs van de school zullen respecteren. Vóór dat de aanmelding van een (tussentijds) instromende leerling plaatsvindt of tijdens een kennismakingsgesprek informeert de school de ouders over de (on-) mogelijkheden bij toelating tot de school, een leerjaar of een groep. Ouders die prijs stellen op een informatief- of kennismakingsgesprek kunnen contact opnemen met de school. Het informatiefof kennismakingsgesprek wordt gevoerd met één van de leden van het managementteam.
http://www.passendonderwijs.nl/oudersleerlingen/ http://www.passendonderwijs.nl/hoewerkt-passendonderwijs/verantwoordelijkheid-vanscholen/ Open middag. Meestal in de maand maart organiseren wij een “Open Middag”. Deze middag is voor iedereen toegankelijk, maar met namegericht op kinderen die het volgend schooljaar naar de basisschool gaan. Tijdens deze middag kunt u met uw kind in alle kleutergroepen kennismaken met activiteiten, materialen en werkvormen en staan directie, leerkrachten en ouders klaar om u verder te informeren.
Schoolondersteuningsprofiel Het Schoolondersteuningsprofiel beschrijft realistisch en objectief de mogelijkheden van de school voor het bieden van passend onderwijs aan alle leerlingen en expliciet de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die extra ondersteuning nodig hebben. Het geeft een helder beeld van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. Zie voor het S.O.P. van onze school bijlage 02 of onze website.
Instroom. Kinderen kunnen vanaf de dag waarop ze vier jaar zijn geworden, naar school. In de praktijk kan het voorkomen dat ouders en school in onderling overleg besluiten het instroommoment te verleggen naar een later moment (groepsgrootte, aanpassingen in de organisatie, activiteiten etc.). Mocht het inderdaad wenselijk zijn het instroommoment te verleggen en school en ouders zijn het hierover met elkaar eens, dan hanteert de school hierbij de volgende leidraad. Kinderen die in november of december vier jaar stromen als volgt in: a. Indien er sprake is van een nieuw op te richten instroomgroep voor vierjarigen per eerste schooldag van januari of februari, dan starten deze leerlingen in deze instroomgroep. b. Indien er géén sprake is van een instroomgroep of een instroomgroep die start per eerste schooldag van maart, dan beginnen de kinderen die in november of december vier jaar worden na de kerstvakantie. Kinderen geboren in mei, juni of juli starten per eerste schooldag van het volgend schooljaar.
Informatie m.b.t. aanmelden op school:
Oefenen.
De officiële aanmelding van uw kind vindt plaats door het invullen van een inschrijfformulier, met daaraan gekoppeld een intakeformulier. Op het intakeformulier kunt u aangeven of u wel/niet prijs stelt op een persoonlijk intakegesprek. Ook kan de school op basis van de ontvangen gegevens de ouders uitnodigen voor een intakegesprek. Het intakegesprek wordt gevoerd met één van de IB-ers.
BS Franciscus Bunde
- 33 -
Schoolgids 2014-2015
In de maand die voorafgaat aan het instroommoment, mogen de nieuwe vierjarigen maximaal vijf keer een dagdeel komen kennismaken en wennen aan de school, aan hun leerkracht en aan hun klasgenootjes. Voor kinderen die direct na de zomervakantie naar school komen, is er kort voor de vakantie een kennismakingsmiddag, zodat ook zij met een goed gevoel kunnen toeleven naar de eerste schooldag. Het bovenstaande geldt in algemene zin, er kunnen zich praktischorganisatorische situaties voordoen waarbij van de standaardafspraken wordt afgeweken. Ook kan dit, bijvoorbeeld door het moment van start of einde van de zomervakantie, per schooljaar verschillen. Tussentijdse instroom. Besluiten de ouders van een tussentijds instromende leerling (leerlingen ouder dan vier jaar) tot aanmelding en de school tot plaatsing, dan wordt het instroommoment in onderling overleg bepaald. Administratieve procedure. De administratieve procedure kent de volgende stappen: 1. Aanmelding van de leerling. Dit geschiedt door het inleveren door de ouders van een inschrijfformulier met daaraan gekoppeld een intakeformulier. 2. De school stuurt de ouders een bevestiging van ontvangst van het inschrijfformulier. 3. Uitnodiging voor een intakegesprek door de IB-er ( op verzoek van ouders of school) in de maand voorafgaande aan de maand dat de leerling vier jaar wordt. 4. Ouders ontvangen bericht over al dan niet plaatsen van de leerling. 5. Indien sprake is van plaatsing neemt de leerkracht in de maand voorafgaande aan de maand dat de leerling vier jaar wordt contact op met de ouders voor het plannen van de oefendagdelen.
BS Franciscus Bunde
Uitstroom. Bij het verlaten van onze school, tussentijds of na groep 8, ontvangt de leerling een onderwijskundig rapport voor de vervolgschool waarin de relevante gegevens t.a.v. vorderingen op de leer- en ontwikkelingsgebieden staan. Hiervoor bestaat een standaarddocument. 10. Meer leerkrachten voor een groep Onder een leerkracht voor de groep wordt verstaan: een persoon die structureel ten minste één dag per week in die groep lesgeeft. Door factoren als deeltijdarbeid, nieuwe onderwijsconcepten, leraren in opleiding, adjunct-directeuren en coördinatoren is het fenomeen “meer leerkrachten voor een groep” een vast gegeven. Twee leerkrachten in een groep komt regelmatig voor, méér proberen we te vermijden. De organisatie voor 2014-2015 hebben we vanuit bovenstaand beleid zorgvuldig ingericht en voor de meeste groepen blijft het aantal leerkrachten beperkt tot twee. In enkele groepen zal nog een beperkt aantal dagen door een derde leerkracht moeten worden ingevuld. Een en ander is het gevolg van wisseling van groepen, andere combinaties van leerkrachten en de BAPOregeling. 11. Bs Franciscus Opleidingsschool Een vak leer je het beste in de praktijk. Dat geldt ook voor het vak van leraar. Het is daarom voor studenten belangrijk dat ze naast hun studie aan de PABO ook als stagiaire ervaring kunnen opdoen op de werkplek: de basisschool. Omdat onze school het belangrijk vindt bij te dragen aan de opleiding van onze toekomstige leraren én denkt ook van hen te kunnen leren, hebben we ons aangemeld als Opleidingsschool voor de PABOstudenten. Dit betekent dat één van onze leerkrachten de taak “schoolopleider” heeft en dat daarnaast een aantal collega’s een mentorschap op zich neemt. De school- 34 -
Schoolgids 2014-2015
opleider wordt één dag per week door de PABO gefaciliteerd. Doelen, resultaten en voorwaarden van Opleiden in School: - De schoolopleider is deskundig op het gebied van ondersteuning van mentoren. Mentoren zijn deskundig in het begeleiden van stagiaires die op de stagedagen merendeels meewerken in de groep. - De opleidingsschool moet de student de gelegenheid bieden gevarieerde werkervaring op te doen. - De schoolopleider beoordeelt maximaal 12 studenten van pabo 1 en 2. Dit hangt af van het aantal leerlingen van de school. - Studenten moeten voldoen aan gestelde normen (deficiëntietoetsen voor spelling en rekenen). - Opleidingsschool en lerarenopleiding werken intensief samen. - Taken van mentoren en schoolopleiders staan beschreven in het handboek Werkplekleren dat jaarlijks wordt geëvalueerd en bijgesteld. - Mentoren worden door de schoolopleider regelmatig geïnformeerd over de inhoud van het opleidingsprogramma. - Mentoren wisselen twee keer per jaar hun ervaring als mentor uit met elkaar en leren van elkaar.
Vanwege het grote aantal kinderen hanteren we voor de groepen 3 t/m 5 en 6 t/m 8 twee aparte ochtendpauzes van een kwartier. Voor de kleutergroepen worden het buitenspel of het spel in de speelzaal naast het functionele karakter ervan tevens als pauzemoment gezien. In deze schoolgids onder “Colofon” en in de schoolkalender worden de schooltijden exact aangegeven. Tevens vindt u hier een overzicht van de vakantiedagen, waarvan de meesten landelijk zijn vastgesteld. Binnen de regio zijn afspraken gemaakt over het vastleggen van de resterende vakantieperioden. Onze school is bij dit overleg betrokken en neemt dezeafspraken over. Bijlage 01 bevat een overzicht en verantwoording van de verplichte lestijd, waarin tevens studie-en andere dagen zichtbaar zijn.
12. Regeling schooltijden
Binnen onze school worden de leerlingen van een bepaald leerjaar als één groep gezien. Vanuit deze gedachte is een wisseling van leerlingen, dat wil zeggen een andere samenstelling van de groepen bij de overgang naar een volgend leerjaar mogelijk. Het kan echter ook voorkomen dat er bij overgang naar een volgend leerjaar goede argumenten zijn om (zeer) beperkt te wisselen, met andere woorden: een herverdeling van alle leerlingen over de groepen is geen dwangmatigheid.
Met instemming van onze MR hebben we voor het schooljaar 2014-2015 de schooltijden en de jaarplanning, inclusief de vakanties en vrije dagen vastgesteld. Door de groepen 1 t/m 4 worden in 4 jaar minimaal 3520 uren onderwijs gevolgd. Wij hebben het zo geregeld dat de groepen 1 en 2 op woensdag vrij hebben en de groepen 1 t/m 4 een zestal extra dagen vrij krijgen, verspreid over het jaar. De groepen 5 t/m 8 volgen minimaal 4000 uren onderwijs. Deze zijn gelijkmatig over de groepen verdeeld. Per dag wordt maximaal 5:30 uur onderwijs gevolgd. BS Franciscus Bunde
13. Groepsindeling en werkwijze In de voorbereiding op een nieuw schooljaar wordt uiteraard ook de organisatie passend gemaakt en afgestemd op het te verwachten aantal leerlingen, de mobiliteit en de wensen van het personeel. De werkwijze is hierbij zo, dat eerst het aantal groepen en de inzet van het personeel worden bepaald, daarna worden de leerlingen over de groepen verdeeld.
Bij de samenstelling van de groepen wordt naar veel aspecten gekeken en rekening gehouden met het o.a. volgende: - 35 -
Schoolgids 2014-2015
De zorgleerlingen. Om de kwaliteit van en de beschikbare tijd voor de leerlingenzorg zoveel mogelijk te waarborgen streven we naar een evenwichtige verdeling van zorgleerlingen, rekening houdend met de aard van de zorg. Verhouding jongens-meisjes: we streven naar een evenwichtige verdeling tussen het aantal jongens en meisjes in een groep Leerkrachten. Door de grootte van onze school kent elk leerjaar meerdere groepen en dus ook meerdere leerkrachten. Bij het verdelen van de leerlingen houden we rekening met plaatsing bij (een) bepaalde leerkracht(en). Het sociale aspect. De leerkrachten streven naar een groepssamenstelling die in sociaal opzicht zoveel mogelijk passend is. Dit kan inhouden dat bepaalde leerlingen juist wel, maar soms ook juist niet bij elkaar worden geplaatst. Broertjes/zusjes. Indien van toepassing worden broertjes en zusjes in overleg met de ouders wel of niet samen in een groep geplaatst. Combinatiegroepen. Indien er sprake is van een combinatiegroep laten we deze groep een normale afspiegeling zijn van de leerlingpopulatie uit de leerjaren waaruit de combinatiegroep is samengesteld.
Het leerlingenaantal is bepalend voor de inkomsten die het schoolbestuur van het Rijk ontvangt. Daarnaast bepaalt het eigen beleid van het bestuur hoeveel middelen uiteindelijk bij de school terecht komen. Op basis van de toegekende middelen stelt de school een begroting op waarin middelen zijn opgenomen voor het personeel (de formatie) en materiële kosten. Onze school streeft naar zo laag mogelijke leerlingenaantallen in de groepen, maar moet dit wel betaalbaar houden. Het kan dus voorkomen dat we soms wat grotere groepen of een combinatieklas moeten maken om de organisatie te optimaliseren. Ook kan het voorkomen dat omstandigheden ons dwingen om in het schooljaar tot een herinrichting van de groepen en herverdeling van de leerlingen over te gaan. Een voorbeeld daarvan is de tussentijdse oprichting van een (extra) instroomgroep voor nieuwe vierjarige leerlingen.
De verdeling van de leerlingen is de eerste verantwoordelijkheid van de leerkrachten die rekening houden met bovengenoemde aspecten en alle beschikbare informatie. Zij kunnen hierbij afwijken van wensen of voorkeuren van de ouders. De uiteindelijke besluitvorming is voorbehouden aan de school. Voor een toelichting op de gemaakte keuzes kunnen ouders bij de leerkracht(en) terecht.
Om de uitwisseling van informatie tussen al deze groepen betrokkenen zo goed mogelijk te laten verlopen, heeft onze school een aantal afspraken gemaakt over wijze waarop met de betrokkenen wordt gecommuniceerd. Deze afspraken zorgen er enerzijds voor dat de school op een goede manier uitlegt waar zij voor staat, welke keuzes zij maakt en wat de consequenties hiervan zijn voor betrokkenen. Anderzijds kunnen kinderen, ouders en andere belangstellenden gemakkelijk de informatie vinden
-
-
-
-
-
-
Het aantal groepen en organisatorische consequenties
BS Franciscus Bunde
14. Communicatie Elke school heeft te maken met verschillende groepen betrokkenen, zoals kinderen, directie en medewerkers, ouders, bestuur, medezeggenschapsraad, ouderraad en externe partijen als de gemeente of andere scholen. Al deze groepen hebben eigen wensen en behoeften als het gaat om informatie.
- 36 -
Schoolgids 2014-2015
waarnaar men op zoek is. Communicatie met de ouders. Met name de communicatie met de ouders vinden wij van groot belang, het is zeer gewenst dat ouders en school veelvuldig contact hebben. Het samenwerken aan de ontwikkeling van een kind heeft pas echt zin, als men goed op de hoogte is van elkaars gedachten en inzet. We willen met de ouders de zorg voor hun kind delen en stellen contact op prijs.
-
We wisselen bijvoorbeeld op de volgende momenten of via de volgende mogelijkheden informatie uit. - De introductieavonden In een van de eerste weken van elk nieuw schooljaar wordt er een informatieavond georganiseerd. Op deze avond krijgen alle ouders in het algemene gedeelte informatie over organisatorische- en inhoudelijk actuele zaken. Daarna worden ouders in de klassen door de leerkrachten geïnformeerd over specifieke zaken die gelden voor de desbetreffende groep of het leerjaar. - De rapporten Over de prestaties van uw kind worden de ouders drie maal per jaar geïnformeerd door middel van een rapport met een woordwaardering. - De tien-minutengesprekken Voorafgaand aan de rapporten voor de kinderen, vinden er tienminutengesprekken plaats. Tijdens deze gesprekken bespreken de leerkrachten het functioneren van het kind en kunnen ouders vragen stellen n.a.v. de leervorderingen. - De adviesgesprekken In groep 8 krijgen de leerlingen in november van CITO een voorlopig advies, gebaseerd op de Entreetoets waarmee ouders en leerlingen zich kunnen oriënteren op het voortgezet onderwijs. Nadat de CITO-eindtoets is afgenomen vinden de gesprekken met de leerkrachten van groep 8 plaats
-
BS Franciscus Bunde
waarin het advies van de school wordt besproken. Individuele gesprekken Indien er vanuit de school of de ouders behoefte is aan een gesprek over een leerling, dan is er altijd de mogelijkheid van een individueel gesprek. Omdat het belangrijk is de ontwikkeling van een kind goed te volgen, vragen we de ouders dan ook om in voorkomende situaties direct met de school (meestal de leerkracht) contact op te nemen. Samenwijs Periodiek ontvangen de ouders informatieblad Samenwijs waarin allerlei actuele informatie is opgenomen. Ook ouders of anderen kunnen vragen informatie in de Samenwijs op te nemen. Na een proefperiode is in overleg met het OC en de MR besloten vanaf januari 2011 informatiebrieven en de Samenwijs per e-mail naar de ouders te sturen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders er voor te zorgen dat de school over het juiste email-adres van de ouders beschikt, zodat zij de ouders up-to-date van informatie kan voorzien. Ook kunnen ouders de school of leerkrachten direct per mail benaderen. De Samenwijs wordt ook op de onze website gepubliceerd, evenals andere informatie over en foto’s van schoolse activiteiten.
Informatiebronnen: - Het (meerjaren-)schoolplan. Dit beleidsplan van Basisschool Franciscus geeft de voorgestelde schoolontwikkeling voor de periode 2011-2015 weer. Het schoolplan is in te zien bij de directie. - Website Onze website bevat alle voorkomende informatie en wordt wekelijks bijgewerkt met actuele zaken uit de klassen en foto’s van activiteiten. - De schoolgids
- 37 -
Schoolgids 2014-2015
-
De schoolgids bevat alle belangrijke informatie over de school. De gids wordt jaarlijks voorgelegd aan de MR die moet instemmen met de inhoud. In overleg met de MR en het Oudercomité is afgesproken dat alleen ouders die dit wensen een papieren versie van de schoolgids ontvangen. Wel ontvangen de ouders de schoolgids per e-mail en wordt deze op de website gepubliceerd. De schoolkalender Jaarlijks krijgen alle ouders een schoolkalender uitgereikt. Hierin staan actuele roosters, zoals het zwem- en gymrooster, bijzondere activiteiten en de namen van leerkrachten en ouders (uit verschillende geledingen).
15. De geledingen De medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad is een belangrijk inspraakorgaan, waarin vier ouders (de oudergeleding) en vier leerkrachten (de personeelsgeleding) meedenken over allerlei schoolse zaken op lokaal niveau. In het MR-reglement is bepaald t.a.v. welke voorgenomen besluiten van de schoolleiding de MR instemming moet verlenen, dan wel advies moet uitbrengen. Voor beleidszaken op bestuurlijk niveau functioneert een gezamenlijke medezeggenschapsraad (GMR), zie pagina 6. Het oudercomité (OC) Het Oudercomité heeft als doelstelling: het bevorderen van een goede verstandhouding en samenwerking tussen ouders en school. De leden van het oudercomité zetten zich actief in voor een aantal zaken die te verdelen zijn in: overleg, informatie en evenementen. Om de diverse activiteiten en de schoolreizen financieel mogelijk te maken wordt door het oudercomité een jaarlijkse vrijwillige bijdrage gevraagd van de ouders. Voor het overige vraagt de school zelf, uitgezonderd voor het BS Franciscus Bunde
schoolverlaterskamp, geen financiële bijdrage van de ouders. Werkgroep luizenpreventie. In verband met het herhaaldelijk voorkomen van luizen is er vanuit het oudercomité een werkgroep gevormd die zich bezighoudt met controle van alle kinderen na de vakanties.Tevens verzorgt de werkgroep de voorlichting aan de ouders. 16. Externe contacten INNOVO-beraad Binnen de Stichting INNOVO functioneert het INNOVO-beraad. Onder leiding van het College van Bestuur wordt tijdens het beraad met de directeuren overleg gevoerd over het te voeren beleid en de praktische uitwerking hiervan.
Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Met de inwerkingtreding van de wet op het Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 maakt onze school deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Maastricht en Heuvelland. Op bestuurlijk- en op directieniveau vindt overleg plaats over de aanpak van de zorgverbreding binnen onze regio. In de komende jaren zal verdere invulling (moeten) worden gegeven aan de inrichting van de structuur, de kwaliteit van het zorgaanbod van de scholen individueel en gezamenlijk en zal voor een gezonde financiële basis gezorgd moeten worden. Het Voortgezet Onderwijs Bij de aanmelding van onze leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs hebben we vooraf contact over zaken die van belang zijn voor de specifieke leerlingen. Regelmatig worden onze oud-leerlingen met de brugklascoördinatoren doorgesproken en ontvangen wij een overzicht van de resultaten die zij scoren.
- 38 -
Schoolgids 2014-2015
Jaarlijks vindt er regionaal overleg plaats tussen de scholen uit het basisonderwijs en uit het voortgezet onderwijs. Gezondheidszorg Totdat een kind 4 jaar wordt, valt het onder de zorg van een consultatiebureau. Zodra een kind naar de basisschool gaat, wordt de zorg overgenomen door de schoolarts en de logopedist. Schoolarts Gedurende hun basisschoolperiode bezoeken de leerlingen twee keer de schoolarts. De volgende onderzoeken vinden plaats: - Groep 2: Periodiek Geneeskundig Onderzoek - Groep 5: Periodiek Geneeskundig Onderzoek - Groep 8: verkort onderzoek m.n. groei, ogen, houding.
Via berichtgeving van de schoolarts wordt u hiervan telkens tijdig op de hoogte gebracht. Logopedie Het doel van logopedie op basisscholen is het voorkomen, het opsporen, het behandelen en het begeleiden van problemen op het gebied van stem, spraak, taal, mondgedrag en luistervaardigheden. Wanneer hieromtrent twijfels bestaan, kunnen kinderen door een ieder die betrokken is bij de ontwikkeling, voor onderzoek worden aangemeld. Naar aanleiding van deze onderzoeksgegevens worden (indien nodig) vervolgacties bepaald. Dit alles gebeurt steeds in overleg met ouders en leerkracht. Daarnaast zijn de schoolarts en de logopediste beschikbaar voor verdere onderzoeken en adviezen aan ouders en/of leerkrachten.
BS Franciscus Bunde
17. Overblijven Algemeen beleid INNOVO Met ingang van 1 augustus 2007 is het bestuur niet alleen verantwoordelijk voor het overblijven op alle scholen die onder de Wet Primair Onderwijs (WPO) vallen, maar ook voor de aanwezigheid van Buitenschoolse Opvang (BSO). Overblijven. Het overblijven moet op alle (speciale) basisscholen als faciliteit worden aangeboden. De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering. Op alle INNOVO-scholen kunnen kinderen thans in de middagpauze overblijven. Daarmee komen de scholen tegemoet aan het feit dat ouders om welke redenen dan ook hun kinderen in de middagpauze zelf niet kunnen/willen opvangen. Overblijven binnen onze school Op onze school wordt het overblijven georganiseerd door de Stichting Overblijven. Via aparte informatie wordt u over de doelstelling, de werkwijze en de organisatie geïnformeerd. Voor de praktische regeling verwijzen wij naar de schoolkalender. Door de Stichting Overblijven is een “Handboek Overblijven” opgesteld dat voor alle ouders ter inzage ligt. In het handboek wordt o.a. aandacht besteed aan verschillende aspecten (elk bestaand uit diverse indicatoren) die de kwaliteit van overblijven bepalen. We noemen: - Overblijfkrachten - Veiligheid - Pedagogisch klimaat - Toezicht en begeleiding - Overblijfruimte - Materiaal De onderwijsinspectie neemt het overblijven op als onderdeel van haar schoolbezoeken en zal daarbij vooral de overeenstemming tussen de betrokken partijen en de medezeggenschap toetsen. - 39 -
Schoolgids 2014-2015
18. Buitenschoolse opvang Vanaf 1 augustus 2007 moeten scholen niet alleen het overblijven voor alle leerlingen mogelijk maken, zij moeten ook voor en na schooltijd opvang aanbieden, de zogenaamde Buitenschoolse Opvang (BSO). Onze school heeft hierbij voor het zogenaamde “makelaarsmodel” gekozen. Dit houdt in dat de school de opvang niet zelf organiseert, maar hiertoe een overeenkomst heeft afgesloten met de Stichting MIK, die in Bunde de voor- en naschoolse opvang verzorgt voor de kinderen die daarvan gebruik willen maken. Informatie over de Buitenschoolse Opvang MIK kunt u vinden in bijlage 02. We hechten er als school aan expliciet te vermelden dat de wijze waarop opvang gestalte wordt gegeven, alsmede de huisvesting, het personeel en de organisatie (denk bijvoorbeeld aan wachtlijsten) de eerste verantwoordelijkheid zijn van MIK. Aangezien er ook ouders van andere scholen gebruik maken van deze BSO, heeft onze school geen actueel zicht op de situatie. Uiteraard denken en werken we in geval van urgentie mee aan oplossingen. Naast M.I.K. kent Bunde ook nog de particuliere BSO Öpke Döpke. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 zal deze organisatie een leeg lokaal in onze gaan huren en inrichten voor de buitenschoolse opvang van de jongste leerlingen (waarschijnlijk de groepen 1 t/m 4) 19. Ziekte Ziekmelding Wij willen in het belang van ouders en school goed kunnen controleren of iedereen aanwezig is. Daarom moet u bij afwezigheid van uw kind de school voor half negen of direct hierna een bericht geven.
BS Franciscus Bunde
Indien leerkrachten afwezig zijn, wordt er steeds gezorgd dat er zo spoedig mogelijk een vervanger aanwezig is. Lesuitval komt aan onze school niet voor. Mochten we er niet in slagen een vervanger te vinden, dan zal intern opvang plaatsvinden via inzet van leerkrachten met andere taken en directie. Is de ziekte van langere duur, dan wordt u daarvan op de hoogte gesteld. Ook bij ziekte kan het onderwijs aan uw kind worden voortgezet. Wanneer de ziekte van een leerling langer gaat duren is het van belang dat ouders en school er samen voor zorgen dat de leerling tijdens de ziekte het onderwijsproces zo veel mogelijk blijft volgen. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en om sociale contacten in stand te houden. Leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis worden geholpen door de consulenten van de educatieve voorziening van het ziekenhuis. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Ook kunt u informatie vinden op de website van Ziezon, www.ziezon.nl, het landelijke netwerk van Ziek Zijn en Onderwijs. 20. Verlof Regelmatig wordt de school benaderd met verzoeken om extra verlof. Om teleurstelling bij de afhandeling van deze aanvragen te voorkomen zetten we de regeling rondom dit extra verlof voor u op een rijtje. De verlofregeling geldt voor leerplichtige kinderen. Leerlingen zijn leerplichtig vanaf de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand van de 5e verjaardag (een vijfjarige leerling heeft -in overleg met de directie- recht op tien uur extra verlof per
- 40 -
Schoolgids 2014-2015
week, als blijkt dat een hele schoolweek nog te vermoeiend is). Daarnaast is het zo dat kinderen en hun ouders recht hebben op een gezamenlijke vakantie van twee weken per schooljaar, op te nemen binnen de reguliere schoolvakanties. Alléén in gevallen waarin door de werkgever middels een verklaring kan worden aangetoond dat een gezamenlijke vakantie niet binnen de schoolvakanties mogelijk is, te denken valt bijvoorbeeld aan de agrarische en toeristische sector of de horeca, kan de directeur maximaal 10 dagen extra verlof toekennen. Dit verlof is niet toegestaan in de eerste weken van een schooljaar om te voorkomen dat kinderen de start van een schooljaar en daarmee de aansluiting bij de rest van de groep missen. In lijn met het bovenstaande heeft de school ervoor gekozen de vrije dagen zo veel mogelijk te clusteren tot bijvoorbeeld de meivakantie en mee te werken aan de vakantiespreiding. Wat uw vakanties betreft, verzoeken wij u derhalve dringend uitsluitend te boeken binnen officiële schoolvakanties en de school niet in verlegenheid te brengen met aanvragen waarvan u op voorhand weet dat ze niet gehonoreerd kunnen worden.
van familieleden (hoogstens twee dagen) en bij verhuizing of gezinsuitbreiding (één dag). Het verlof moet bijtijds en schriftelijk worden aangevraagd. Bij de administratie kunt u hiervoor speciale formulieren krijgen. Ongeoorloofd verzuim wordt altijd gemeld bij de leerplichtambtenaar van de gemeente.
Voor alle duidelijkheid: het is dus niet mogelijk om extra vakantie te verlenen voor bijvoorbeeld de wintersport, vertrekof aankomstdata van vliegreizen of voor een bezoek aan het geboorteland van allochtone ouders. Ook één of meerdere dagen eerder vertrekken voor een vakantie of later terugkeren is niet toegestaan. De school ontvangt jaarlijks veel van zulke aanvragen, waarbij het helaas ook nog regelmatig voorkomt dat de boeking of reservering al heeft plaatsgevonden vóór het indienen van de verlofaanvraag.
Fysieke veiligheid. Het schoolgebouw voldoet aan de huisvestingseisen volgens de Arbo-wet en het landelijk bouwbesluit van het Ministerie van VROM. In de Arbo-wet zijn onder andere eisen gericht op een verantwoorde inrichting van het gebouw, omgang met gevaarlijke stoffen, brandveiligheid en algemene veiligheid opgenomen. Op onze school zorgt de Werkgroep “Arbo” voor de veiligheid en coördinatie daarvan. Hij wordt daarin ondersteund door een preventiemedewerker. Tot de taken van de werkgroep behoren onder andere:
Wel kan de directeur verlof verlenen i.v.m. “gewichtige omstandigheden”, bijvoorbeeld bij het huwelijk, overlijden of jubilea BS Franciscus Bunde
21. Veiligheid Officieel begint de verantwoordelijkheid van de school voor het kind op het tijdstip dat de school opengaat en eindigt als de school dichtgaat. De school begint wanneer de kinderen naar binnen kunnen. De school gaat dicht aan het eind van de lessen of als de deuren echt worden gesloten. Als de school activiteiten organiseert die behoren bij het schoolplan, zoals voetballen, zwemmen en excursies, is de school verantwoordelijk voor het kind. Wij willen dat alle kinderen door ons onderwijs kansen krijgen en willen hen aansporen het beste uit zichzelf te halen. Hiervoor is een veilig schoolklimaat een noodzakelijke voorwaarde. Veiligheid krijgt dan ook structureel aandacht op onze school.
- 41 -
Schoolgids 2014-2015
-
Introductie van huisregels, zodat kinderen, personeel, ouders en bezoekers zich veilig gedragen. - Registratie van ongevallen en risico’s, zodat er inzicht is waar en hoe ongelukken (kunnen) gebeuren en hoe er gericht maatregelen worden genomen ter voorkoming. - Organisatie van minimaal éénmaal per jaar een ontruimingsoefening. Een goed ontruimingsplan is noodzakelijk voor als er toch iets misgaat. Alle aanwezigen op school moeten weten hoe ze moeten handelen bij brand of een andere calamiteit. Onze speeltoestellen voldoen aan de wettelijke regeling ‘Besluit veiligheid van attractie- en speeltoestellen’. Dat besluit stelt onder andere eisen aan het ontwerp, het fabricageproces en aan onderhoudswerkzaamheden. Op grond van de Arbo-wet - voeren wij verzuimbeleid, inclusief verzuimbegeleiding, - bieden we werknemers een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan, - stellen we voldoende bedrijfshulpverleners aan. - zijn we in het bezit van een goedgekeurde risico-inventarisatie en evaluatie, - leven we de brandveiligheidsvoorschriften na, - melden we ongevallen met ernstig letsel direct aan de arbeidsinspectie. Sociale veiligheid Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we een contactpersonen en is er een klachtenregeling.
BS Franciscus Bunde
Acties op school die bijdragen aan het verhogen van de sociale veiligheid kunnen zijn: - leerlingen actief betrekken bij het maken van school- en gedragsregels. - projecten sociale competenties voor leerlingen, - training ‘Omgaan met agressief gedrag’ voor personeel, - vertrouwensleerlingen aanstellen voor het oplossen van pesten en roddelen - weerbaarheidtrainingen, - goede contacten van de kinderen, het personeel en de ouders met de wijkagent, - lesmateriaal voor sociaal-emotionele vaardigheden, - het volgen van de ontwikkeling die onder andere het Ministerie van Economische Zaken en de Stichting Kennisnet nemen op het gebied van veilig internet en minderjarigen, - ‘lik-op-stuk’ beleid voeren: aangifte doen van mishandeling/bedreiging/vernieling, - bij geweld en agressief gedrag de ouders informeren over het gedrag van hun kind en betrekken bij te treffen sanctiemaatregelen, - begeleiding organiseren via bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, Bureau Halt.
Veiligheidsplan. Voor het basisonderwijs, en speciaal (voortgezet) onderwijs geldt dat de school een veiligheidsplan moet hebben. In dit plan staat wat de school doet aan fysieke veiligheid (inrichting van het schoolgebouw) en sociale veiligheid (omgaan met bijvoorbeeld agressie en geweld). In een veiligheidsplan staat beschreven wat een school onderneemt om o.a.pesten en andere ongewenste incidenten te voorkomen. Ook staat erin hoe scholen dit controleren . In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat. En hoe zij pesten - 42 -
Schoolgids 2014-2015
probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. Op 1 augustus 2015 treedt de anti-pestwet in werking. Dat betekent dat alle scholen in het funderend onderwijs vanaf dat moment een anti-pestmethode moeten gebruiken waarvan bewezen is dat deze werkt in de praktijk. Ook moeten scholen de sociale veiligheid monitoren en een vertrouwenspersoon annex pestcoördinator hebben. De Inspectie van het Onderwijs gaat erop toezien dat scholen de wet naleven. Sociale veiligheid in het onderwijs Per 1 september 2012 zijn scholen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs verplicht om (gewelds)incidenten te registreren volgens eenduidige landelijke definities. Incidenten-registratie moet onderdeel zijn van een breder veiligheidsbeleid van scholen en een instrument zijn om het veiligheidsgevoel te ondersteunen en te evalueren. Onze school werkt in het schooljaar 20142015 verder aan het veiligheidsplan waarin een aantal al bestaande protocollen zijn ondergebracht. 22. Verwijsindex, Regionale Aanpak Kindermishandeling, Centrum Jeugd en Gezin, Zorgadviesteam VerwijsIndex De Verwijsindex valt binnen de wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken BS Franciscus Bunde
over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Als er twee of meer registraties door verschillende organisaties zijn gemaakt over uw kind, ontstaat er een zogenaamde match. Alleen algemene gegevens, zoals het Burgerservicenummer, naam, adres en geboortedatum worden in de Verwijsindex opgenomen. De reden van registratie wordt niet vermeld. Als de school uw kind wilt registreren in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. Samen met u en uw kind wordt dan bekeken welke hulp en ondersteuning voor uw kind het beste is. Wat zijn uw rechten? − Over de registratie in de Verwijsindex wordt u vooraf geïnformeerd. − De persoonsgegevens kunnen alleen ingezien worden door de school en de betrokken hulpverleners. − U kunt vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen en vragen om correctie van de persoonsgegevens. − U kunt bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens van uw kind. RAK (regionale aanpak kindermishandeling) Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van ons schoolbestuur. Deze code is te vinden op de website van het bestuur of van de school. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: www.innovo.nl
- 43 -
Schoolgids 2014-2015
Centrum Jeugd en Gezin Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugdzorg en gezondheidszorg. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum Jeugd en Gezin. Bij het Centrum Jeugd en Gezin kunnen terecht: (aanstaande) ouders en verzorgers van kinderen, jeugd en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, professionals die met kinderen, jeugdigen en hun ouders werken en vrijwilligers die met kinderen/jeugdigen werken (sport en vrije tijd). Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin vallen verschillende organisaties, zogenaamde ketenpartners. Samen met deze partners zorgt het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang. Het Zorgadviesteam (ZAT) Onze school neemt deel in het zorgadviesteam, ook wel ZAT genoemd. Het ZAT is een team van professionals die zorgen over de ontwikkeling van een kind met elkaar bespreken met als doel de hulp en ondersteuning te bieden die nodig is. De ondersteuning wordt zo vroeg en zo snel mogelijk geboden. De hulp moet goed aansluiten bij de behoefte van de ouders en wordt afgestemd met andere hulpverleners. De deelnemers aan het ZAT helpen elkaar om te komen tot de best passende aanpak en die ook daadwerkelijk in gang te zetten.
BS Franciscus Bunde
Als de school de ontwikkeling van een leerling wil bespreken in het ZAT, worden de ouders vooraf geïnformeerd en wordt met de ouders nagegaan hoe zij denken over de ontwikkeling van hun kind en welke extra ondersteuning daarbij zou kunnen helpen. De uitkomsten van de bespreking in het ZAT worden weer besproken met de ouders. Het ZAT bestaat uit een aantal vaste partners zoals de interne begeleider van de school, de jeugdarts, de jeugdgezondheidsdienst, schoolmaatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. Waar nodig worden anderen zoals het peuterspeelzaalwerk, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar e.a. gevraagd om deel te nemen. 23. Tevredenheidsonderzoek In het voorjaar van 2014 heeft een tevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. Als eindcijfer kreeg onze school van de leerlingen een 8 en van de ouders een 7,8. Meer informatie over dit onderzoek is te vinden op de website van de school. 24. Diversen Vrienden van Franciscus De stichting “Vrienden van Franciscus” vergaart gelden via sponsoracties. In de jaren voorafgaand aan de nieuwbouw van onze school is vooral gespaard voor het nieuwe gebouw en de inrichting van de speelplaats. In gezamenlijk overleg is in het schooljaar 2007-2008 besloten de verkregen middelen, aangevuld met de opbrengsten van een veiling, de kerstmarkt, de sponsorloop en overige donaties, te gebruiken voor de inrichting van de nieuwe speelplaats. Dat de school zeer ingenomen is met de inzet en ondersteuning van de stichting hoeft geen verder betoog.
- 44 -
Schoolgids 2014-2015
Huiswerk Huiswerk wordt gegeven om de kinderen te leren zelfstandig een taak uit te voeren en bestaat uit: - het verzamelen van materiaal, - het opzoeken van informatie, - het maken van werkstukjes, verslagen, spreekbeurten en opstellen, - het leren voor toetsen. Vanaf groep 7 gebeurt dit structureel ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. 25. Veilig Vervoer Het is van groot belang dat onze kinderen zich in het verkeer veilig weten te gedragen. Naast de aandacht die we hieraan in de lessen besteden, is het ook van belang dat verkeersdeelnemers, dus ook onze kinderen en hun ouders, de afspraken die we samen met andere scholen en instellingen hebben gemaakt goed in acht nemen en respecteren. Doordat de school ook aan een aantal andere criteria heeft voldaan is het Limburgs label “Verkeersveilige School” behaald. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 is de verkeersafwikkeling in de schoolomgeving gewijzigd om zo de verkeersveiligheid te vergoten. De school heeft hiervoor grote inspanningen geleverd en zal er ook in de toekomst naar blijven streven de verkeerssituatie voor iedereen zo veilig mogelijk te maken. In het schooljaar 2014-2015 wordt met de gemeente en provincie opnieuw overleg gevoerd over het vergroten van verkeersveiligheid in met name de Lindenlaan en Sportlaan. Directie, MR en OC en de verkeersbrigade trekken hierin gezamenlijk op.
BS Franciscus Bunde
- 45 -
Schoolgids 2014-2015
26. Schoolbenodigdheden nodig, waar de ouders zelf voor moeten zorgen, zoals bijvoorbeeld in elke groep een grote klapper, A4-formaat. In het overzicht kunt u aflezen wat uw kind zelf mee naar school moet nemen.
Uw kind krijgt in school veel materialen, die het in de klas nodig heeft, zoals boeken en schriften. Afhankelijk van de groep, waarin uw zoon of dochter zit, zijn echter ook nog spullen
Groep:
1
2
3
4
5
6
7
8
X
X
X
X
X
X
Tabbladen
X
X
X
Klapperblaadjes (lijntjes)
X
X
X
Kladblok
X
X
X
Toetsenmap
X
X
X
Klapper 23-rings*
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Stabilo-pen
X
X
X
X
X
Stabilo- en Lamyvullingen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Schrijfpotloden X
Kleurpotloden
Stiften Rode pen Gum
X
X
X
X
X
X
Slijper+doosje
X
X
X
X
X
X
Etui
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Prittplakstift
X
X
X
Schoolagenda
X
X
X
Schaar
X
X
X
Transparante liniaal 30 cm
Gymschoentjes (in stoffen zak)
X
X
T-shirt+sportbroekje
X
X
Sportschoenen
BS Franciscus Bunde
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
- 46 -
Schoolgids 2014-2015
Bijlage 01. Verantwoording van de verplichte onderwijstijd
BS Franciscus Bunde
- 47 -
Schoolgids 2014-2015
Bijlage 02. Het SchoolOndersteuningsProfiel (S.O.P.) In het schoolondersteuningsprofiel beschrijven we welke ondersteuning en begeleiding de school momenteel kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft in zijn vergadering d.d. 7 oktober 2013 een positief advies eleven ten fanzine van ones S.O.P. Het uitgangspunt voor onze school is dat we voor al onze leerlingen een passend onderwijsaanbod realiseren. Daarom stellen we ons steeds met u als ouder de vraag: “Wat heeft het kind, van u als ouder en van ons als school, nodig om zich optimaal, naar eigen vermogen te kunnen ontwikkelen?”. In de meeste situaties kunnen we dat met ons eigen team, soms zullen we daarbij gebruik maken van externe expertise en in uitzonderlijke situaties constateren we dat een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan we op onze school nu kunnen realiseren. In dat laatste geval gaan we, in overleg met de u en met hulp van andere deskundigen, op zoek naar een school die wel de ondersteuning kan bieden die de uw kind nu nodig heeft. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is gericht op het realiseren van Passend Onderwijs conform de Wet Passend Onderwijs en binnen de financiële mogelijkheden van de Stichting INNOVO en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Maastricht-Heuvelland Het schoolondersteuningsprofiel is het sturingsinstrument om leerlingen op basis van hun ondersteuningsbehoefte op de juiste school te plaatsen. De juiste school is de school die voor de betreffende leerlingen Passend Onderwijs kan en gaat verzorgen. Het schoolondersteuningsprofiel is voor de school de basis voor de communicatie met ouders en anderen. Het document beschrijft de onderwijskwaliteit die de school realiseert en de maatregelen die de school neemt om deze kwaliteit te kunnen inzetten. Voor ouders geeft dit een duidelijk beeld van wat de school te bieden heeft. Ouders hebben een beeld van de ontwikkelingsbehoeften van hun kind en de ondersteuning die daarbij nodig is. Op basis van het profiel van de school, hun eigen verwachtingen en mogelijkheden, kunnen ze hun keuze bepalen en hun kind aanmelden. Het schoolondersteuningsprofiel helpt het team om beredeneerde keuzes te maken ten aanzien van de verdere ontwikkeling van de school. Het schoolondersteuningsprofiel geeft het schoolbestuur inzicht in de mate waarin voldaan wordt aan de zorgplicht en geeft het bestuur van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs informatie over hun opdracht te zorgen voor een dekkend onderwijsaanbod in de regio. Kengetallen van onze leerlingpopulatie. In de laatste drie jaren heeft onze school vier leerlingen verwezen naar SBaO. Afgezet tegen het totale aantal leerlingen in die drie jaren van 1529 betekent dit een verwijzingspercentage van 0.26%. Het aantal leerlingen met een rugzak ' LGF' bedroeg in deze jaren gemiddeld 6 leerlingen per schooljaar. Het aantal leerlingen waarvoor PAB is aangevraagd bedroeg per schooljaar drie; het aantal leerlingen met een OPP was in 2012-2013 zes. Op basis van bovenstaande kengetallen kan geconcludeerd worden dat de school er in is geslaagd vrijwel alle leerlingen die zijn aangemeld binnen de eigen organisatie op te vangen en tevens een onderwijsaanbod voor 6 LGF-leerlingen per schooljaar heeft gerealiseerd. BS Franciscus Bunde
- 48 -
Schoolgids 2014-2015
Dit laatste met inzet van formatieve en materiële faciliteiten en ondersteuning door externen zoals de (preventieve) ambulante begeleiders. We menen te mogen zeggen dat onze zorgstructuur en expertise zich op een positieve manier hebben (door)ontwikkeld. Bovengenoemde inzet van extra ondersteuning is voor de school een absolute voorwaarde om passend onderwijs te laten slagen, zeker als wij nog meer dan voorheen zorgleerlingen een passend aanbod moeten bieden. Het volledige S.O.P. van onze school is in te zien via onze website: www. Bsfranciscusbunde.nl
BS Franciscus Bunde
- 49 -
Schoolgids 2014-2015
Bijlage 03. Resultaten van het onderwijs De Entreetoets In groep 7 wordt in de maanden april, mei of juni de entreetoets van het CITO afgenomen. De volgende resultaten werden behaald: Jaar
Taal
Rek/Wisk
Studie Vaardigheden
Totaal Landelijk gemiddelde
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
160,8 160,8 161,3 164,2
90,7 86,8 84,9 90,1
59,8 59,5 57,0 60,1
311,6 307,5 303,6 316,7
292,1 292,0 292,8 292,7
De resultaten die weergegeven zijn, zijn de resultaten van alle groepen 7. De getallen geven per onderdeel het aantal goed gemaakte opgaven weer. De kolom “totaal” geeft de score van onze school weer. In de laatste kolom staat het landelijke gemiddelde van de scholen met een vergelijkbare populatie leerlingen. De CITO-eindtoets. De eindtoets basisonderwijs wordt ieder jaar in groep 8 afgenomen en maakt een eerlijke vergelijking mogelijk, omdat de resultaten vergeleken worden met alle scholen (landelijk gemiddelde) en met scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie. Onze school kent géén zogenaamde “gewichtenleerlingen”. De toets bestaat uit opgaven met betrekking tot de leergebieden taal, rekenen/wiskunde, informatieverwerving en wereldoriëntatie. Het betreft in totaal 240 opgaven; de totaalscore is een getal dat ligt tussen 500 en 550. Het landelijk gemiddelde ligt rond de 535. Onderstaande tabel geeft een overzicht van onze resultaten in de afgelopen jaren. Jaar
Ons gemiddelde
Gemiddelde Schoolgroep
2011-2012 2012-2013 2013-2014
537,9 535,7 537,7
537,1 537,1 537,2
Uitstroom naar het Vervolgonderwijs in aantallen.
2012 2013 2014
Vwo Havo/Vwo Havo Havo/TL
Vmbo TL Vmbo overig
21 13 16
8 10 4
8 16 6
BS Franciscus Bunde
21 28 14
- 50 -
8 10 8
Schoolgids 2014-2015
Onze uitstroom naar het vervolgonderwijs t/m 2013-2014 (in procenten).
2012 2013 2014
Vwo Havo/Vwo Havo Havo/TL
Vmbo TL Vmbo overig
32 19 33
12 14 8
12 16 13
BS Franciscus Bunde
32 41 30
- 51 -
12 10 16
Schoolgids 2014-2015
Bijlage 04. Marap begroting 2014-2015
BS Franciscus Bunde
- 52 -
Schoolgids 2014-2015
Bijlage 05. Informatie over de Buitenschoolse Opvang MIK
Opvang buiten schooltijd! Welkom bij MIK BSO BB (Buitenste Binnen). MIK zorgt voor opvang voor en na school, tijdens alle vrije dagen en vakanties van school. De BSO is geopend tussen 7.30 en 18.30 uur. Voor alle kinderen (4-13 jaar) van de basisschool. MIK BSO BB, de actieve buitenschoolse opvang in Bunde: - Ligt centraal in Bunde. Ideaal bereikbaar, ook voor de buitenwijken van Maastricht! - Vormt samen met MIK Kinderdagverblijf de Lindenburcht een kindcentrum, en ligt op loopafstand van 2 basisscholen. - Heeft samen met basisschool de Bundeling een Natuur-ontdektuin. Een heerlijke plek om te ravotten, te verstoppen en lekker uit te leven. - Maakt gebruik van de eigen MIK-bus voor het vervoer van de kinderen buiten Bunde. - Heeft een eigen ruimte voor kinderen van 8-13 jaar: Oktoplus. Daar kunnen kinderen zelf mee bepalen hoe de inrichting is en wat ze gaan doen. - Biedt opvang aan kinderen van verschillende basisscholen, er zijn dus altijd leeftijdsgenootjes om mee te spelen! - Biedt zwemles aan onder BSO-tijd! Leuk samen met vriendjes het ABC-diploma halen. - Daar kun je ook terecht vóór school, tijdens alle vakanties en voor een opvangprobleem van één dag. Ook als u normaal geen gebruik maakt van de BSO. MIK BSO BB in Bunde heeft heel wat te bieden. Wilt u meer informatie of weten wat de kosten zijn? Neem dan contact op met onze afdeling Relatiebeheer: 043-3517171 of maak zelf een berekening via de site: www.mik-kinderopvang.nl. Voor een kijkje op de locatie zelf kunt u bellen voor een afspraak. U bent van harte welkom! MIK BSO Buitenste Binnen Lindenlaan 73 6241 BB Bunde Tel. 043 365 56 48
[email protected] www.mik-kinderopvang.nl
BS Franciscus Bunde
- 53 -
Schoolgids 2014-2015
Bijlage 06. De Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 19 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG.De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg. Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht. Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Contact Naam: Rianne Reijs, jeugdarts Jeugdverpleegkundige: Mariel van Hoof Doktersassistente: Marjo Hendriks E:
[email protected] T: 043-8506693 Dagelijks bereikbaar 8.30-12.30 uur www.ggdzl.nl/jeugdgezondheidszorg
BS Franciscus Bunde
- 54 -
Schoolgids 2014-2015