Basisregistratie ondergrond (BRO) Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek
Datum Versie
1 juni 2015 0.8
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Colofon Bestuurskern Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Plesmanweg 1-6 Den Haag Algemeen contact
Programmabureau BRO Directoraat-Generaal Ruimte en Water
[email protected]
Versie
0.8
Auteur
TNO Geologische Dienst Nederland
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Inhoudsopgave 1
Inleiding ............................................. 5 1.1
Doel en doelgroep uitgiftehandboek .................. 5
1.2
Samenhang met andere documentatie .............. 5
1.3
Leeswijzer ......................................................... 7
1.4
Versiehistorie .................................................... 7
1.5
Contactinformatie .............................................. 7
2
Uitgifte van gegevens ......................... 8 2.1
Twee manieren van uitgifte ............................... 8
2.2
DINOloket of de uitgiftewebservice ................... 8
2.3
Uitgifte via de webservice ............................... 10
3 Opvragen van geotechnisch sondeeronderzoek via de webservice ..... 12 3.1
Het formuleren van een verzoek...................... 12
3.2 Een verzoek tot levering van de kengegevens van geotechnische sondeeronderzoeken .................... 13 3.3 De berichten .................................................... 14 3.3.1 Het verzoek tot levering ................................ 14 3.3.2 Toegang geweigerd ....................................... 15 3.3.3 Bericht van afwijzing ..................................... 15 3.3.4 Bericht van levering....................................... 16 3.4 Een verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek .......................... 18 3.5 De berichten .................................................... 19 3.5.1 Het verzoek tot levering ................................ 19 3.5.2 Toegang geweigerd ....................................... 19 3.5.3 Bericht van afwijzing ..................................... 19 3.5.4 Bericht van levering....................................... 19
4 Opvragen van geotechnisch sondeeronderzoek via het DINOloket ..... 21 5 Specificatie van de berichtgegevens bij uitgifte via de webservice ....................... 22 5.1
Inleiding .......................................................... 22
5.2
Attributen en entiteiten ................................... 22
Pagina 4 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
1
Inleiding
1.1
Doel en doelgroep uitgiftehandboek In de basisregistratie ondergrond (BRO) wordt een aantal typen gegevens geregistreerd, de registratieobjecten. Een van de registratieobjecten is geotechnisch sondeeronderzoek. Het uitgiftehandboek richt zich op de partijen die geotechnisch sondeeronderzoek van de BRO willen opvragen en beschrijft hoe het proces van gegevensuitgifte globaal verloopt. Het doel is de afnemers van gegevens, de data-afnemers, in algemeen begrijpelijke bewoordingen inzicht te geven in de stappen die in dit proces worden doorlopen, in de begrippenwereld die wordt gehanteerd, in de vormen van controle en in de berichten die tussen de afnemer en de registerbeheerder worden uitgewisseld.
1.2
Samenhang met andere documentatie Voor ieder registratieobject in de BRO worden de volgende beschrijvende documenten opgesteld: een catalogus, de handboeken voor inname en uitgifte; de koppelvlakbeschrijvingen voor inname en uitgifte. In de catalogus staan de definities van alle entiteiten en attributen van het registratieobject beschreven. Tevens zijn hierin een beschrijving van de kardinaliteit (het aantal keer dat de entiteit of het attribuut voorkomt), regels voor het gebruik en de waardes die toegestaan zijn voor de attributen te vinden. Tot slot wordt de samenhang tussen de entiteiten beschreven. De catalogus beschrijft dus de inhoud van de BRO en vormt de basis voor de andere beschrijvende documenten. Een handboek voor inname of uitgifte beschrijft het proces dat bij inname of uitgifte van gegevens wordt doorlopen. Alle registratieobjecten kunnen aangeboden worden via webservices, bepaalde registratieobjecten kunnen ook aangeboden worden via het innameloket. Bij uitgifte is het anders en kan de afnemer voor alle objecten kiezen tussen webservices of DINOloket. In een handboek worden ook de gegevens gedefinieerd die betrekking hebben op het proces van inname of uitgifte. Om te
Pagina 5 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
zien wat er aangeleverd moet worden of wat er uitgeleverd kan worden, heeft men de catalogus nodig. De koppelvlakbeschrijvingen zijn geschreven voor softwareontwikkelaars en zijn bedoeld voor de partijen die de webservices gaan gebruiken. Op basis van de twee vorige typen documenten staat hierin beschreven hoe het registratieobject en de processen van inname of uitgifte worden vertaald naar het technische koppelvlak dat is gerealiseerd door middel van webservices. De koppelvlakbeschrijving gaat dus in op de technische kant van de overdracht van gegevens. Voor geotechnisch sondeeronderzoek is er nog een bijzonder document, de handreiking voor conversie. In die handreiking wordt inzichtelijk gemaakt hoe de informatie uit het GEF-CPT formaat naar IMBRO-XML moet worden omgezet. Het GEF formaat is de thans in het werkveld gebruikte standaard voor uitwisseling, en IMBRO-XML is het formaat dat de BRO vraagt. Deze documenten hangen samen zoals hieronder afgebeeld.
Dataleveranciers
Handreiking conversie
Gegevensdefinitie registratieobject
Beschrijving transacties
Beschrijving technische realisatie
Data-afnemers
GEF-CPT Report naar IMBRO-XML
Catalogus voor BRO Geotechnisch Sondeeronderzoek
Innamehandboek voor BRO Geotechnisch Sondeeronderzoek
Uitgiftehandboek voor BRO Geotechnisch Sondeeronderzoek
Koppelvlakbeschrijving CPT Innamewebservice
Koppelvlakbeschrijving CPT Uitgiftewebservice
Figuur 1: Samenhang tussen documentatie
Pagina 6 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
1.3
Leeswijzer Hoofdstuk 1 geeft het doel en de doelgroep, de samenhang met andere documenten en de versiehistorie van dit uitgiftehandboek. Hoofdstuk 2 geeft een inleiding op de uitgifte van geotechnisch sondeeronderzoek. Hierbij wordt ingegaan op de keuzen die een data-afnemer moet maken als hij gegevens wil opvragen. Hoofdstuk 3 legt uit hoe het opvragen van gegevens via de webservice verloopt. Het hoofdstuk vertelt welke gegevens een data-afnemer moet meesturen met zijn verzoek en welke gegevens hij terug kan verwachten als antwoord. Hoofdstuk 4 legt globaal uit hoe het opvragen via DINOloket verloopt. Hoofdstuk 5 geeft een specificatie van de gegevens die nodig zijn om de uitgifte via de webservice goed te laten verlopen.
1.4 Versie 0.8
1.5
Versiehistorie Datum 1 juni 2015
Omschrijving Versie t.b.v. ketentest uitgiftewebservice
Contactinformatie Voor vragen, suggesties of opmerkingen kunt u
[email protected] contact opnemen met servicedesk van de Basisregistratie ondergrond (BRO).
Pagina 7 van 29
via de
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
2
Uitgifte van gegevens
2.1
Twee manieren van uitgifte Iedereen mag gegevens opvragen uit de registratie ondergrond en men heeft daarbij de keuze uit twee mogelijkheden, via DINOloket of via een uitgiftewebservice. De verschillen tussen de twee zijn groot en wat de gebruiker kiest hangt af van de technische mogelijkheden waarover hij beschikt en van zijn informatiebehoefte. DINOloket is een website die toegang geeft tot de gegevens van alle registratieobjecten in de BRO. De gebruiker van het loket wordt stapsgewijze door het proces van uitgifte geleid. Hij kan op de website bepalen in welke objecten hij geïnteresseerd is, de belangrijkste gegevens daarvan bekijken en uiteindelijk besluiten van welke objecten hij gegevens wil opvragen. De opgevraagde gegevens worden hem vervolgens per e-mail toegestuurd. DINOloket is een laagdrempelige manier om gegevens uit de registratie ondergrond te krijgen. Een gebruiker die het loket gebruikt om gegevens te krijgen, een data-afnemer, hoeft bij het indienen van zijn aanvraag alleen zijn contactgegevens op te geven. De data-afnemer die gebruik maakt van de webservice moet zelf over een systeem beschikken dat geschikt is gemaakt voor het aanroepen van de webservice. Via de webservice worden de gegevens onmiddellijk geleverd. De data-afnemer die gebruik wil maken van de webservice moet zich eerst bij de BRO laten registreren om het gebruiksrecht te verkrijgen. De enige eis die daarbij wordt gesteld is dat de organisatie waar de dataafnemer werkt beschikt over een PKI-overheidscertificaat.
2.2
DINOloket of de uitgiftewebservice Uitgifte van gegevens is niet veel meer dan het verwerken van een verzoek tot de levering van bepaalde gegevens. Uitgifte lijkt daarmee een simpel proces maar, zoals gezegd, maakt het verschil of het DINOloket of de uitgiftewebservice wordt gebruikt. De verschillen beginnen al met de inhoud van het verzoek.
Pagina 8 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Voordat een gebruiker van DINOloket een verzoek tot levering van gegevens kan indienen moet hij een aantal keuzen maken. De website leidt de gebruiker stapsgewijze naar het indienen van het verzoek, en het is de gebruiker zelf die bepaalt wat hij allemaal uit de BRO geleverd wil krijgen1. Wil hij bijvoorbeeld gegevens hebben van alle grondwatermonitoringsputten en alle booren sondeeronderzoek in een bepaald gebied, dan kan hij dat allemaal tegelijk opvragen. Is hij in eerste instantie alleen geïnteresseerd in sondeeronderzoek, dan kan hij zich daartoe beperken. Het loket kan de belangrijkste gegevens van de objecten waarin de gebruiker geïnteresseerd is laten zien, en biedt ook het allerlei filtermogelijkheden om selecties te maken. Met dat soort functionaliteit kan de gebruiker desgewenst ook een heel gerichte keuze maken. Kortom, het scala aan keuzen dat DINOloket biedt is groot en dat betekent dat er een grote verscheidenheid aan verzoeken mogelijk is. De website zelf is zo gebouwd dat men eigenlijk geen fouten kan maken bij het invoeren van keuzen zodat er bij het verwerken van het verzoek niet veel controles meer nodig zijn. Opvragen van gegevens via de uitgiftewebservice kent minder vrijheidsgraden. Allereerst is er voor ieder type registratieobject een aparte webservice. Wil men gegevens van meer dan een type hebben, dan moet men verschillende webservices gebruiken. Een ander verschil is dat men de gegevens altijd in het IMBRO-XML formaat krijgt. Een derde verschil is dat het verzoek dat via de webservice wordt ingediend elementair is. De gebruiker kan of alle gegevens van een enkel registratieobject opvragen of een beperkte selectie van gegevens van een aantal registratieobjecten tegelijk. De reden die daarachter ligt is dat een webservice alleen in algemene gebruikerswensen voorziet. De meer specifieke wensen moeten afgehandeld worden door het systeem dat de data-afnemer gebruikt om de service aan te roepen. Dat systeem moet toegesneden zijn op de eisen die het bedrijfsproces van de data-afnemer stelt en de functionaliteit bieden die als aanvulling op de webservice gewenst is. Een laatste verschil is dat het proces van uitgifte bij het gebruik van de webservice strikt geformaliseerd is. De webservice 1
Gebruikt men het loket dan kan men naast gegevens uit de BRO ook gegevens uit het DINO-systeem opvragen, maar op dat aspect gaat dit handboek niet verder in.
Pagina 9 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
verzorgt de communicatie tussen twee softwaresystemen en om te borgen dat de verwerking van een verzoek automatisch kan verlopen zijn er allerlei controles ingebouwd. 2.3
Uitgifte via de webservice Het proces van uitgifte via de webservice verdient nadere aandacht omdat het een generiek karakter heeft en voor alle registratieobjecten op gelijke wijze verloopt. Uitgifte van gegevens via de webservice is een proces dat onmiddellijk verloopt en slechts enkele stappen kent. Het eerste houdt in dat tussen het moment waarop een verzoek wordt ingediend en de levering van de gegevens vrijwel geen tijd verloopt. Dat het voor alle registratieobjecten op gelijke wijze verloopt, betekent dat uitgifte een vast patroon volgt. Het systeem van de data-afnemer doet een verzoek tot levering van gegevens, het systeem van de BRO beoordeelt het verzoek, het haalt de gegevens op en levert ze uit. Dat wil zeggen wanneer alles goed verloopt. Zit er een per ongeluk een fout in, dan wordt het verzoek door het systeem afgewezen. In alle gevallen krijgt het systeem van de data-afnemer een antwoord terug van de basisregistratie ondergrond.
Data-afnemer
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
Verzoek
Systeem van de data-afnemer
Antwoord op het verzoek Systeem van de BRO
Figuur 2: Interactie tussen systeem van de data-afnemer en systeem van de BRO
Een verzoek tot levering van gegevens is zoals gezegd elementair omdat het aansluit bij een standaard informatiebehoefte. De aanname is dat de gebruiker aanvankelijk niet precies weet welke objecten hij wil hebben en dat hij daarom eerst op zoek gaat naar de objecten die aan bepaalde criteria voldoen. Weet de gebruiker eenmaal welke objecten aan zijn criteria voldoen, dan kan hij alle gegevens per object opvragen. Vanuit dit perspectief ondersteunt de basisregistratie ondergrond de volgende typen verzoeken.
Pagina 10 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
1. Een verzoek tot levering van de kengegevens van een aantal registratieobjecten. De data-afnemer geeft in zijn verzoek de eisen mee waaraan de registratieobjecten die hij zoekt moeten voldoen. In antwoord daarop krijgt hij van ieder van de objecten die aan de eisen voldoet de gegevens geleverd die het object karakteriseren. 2. Een verzoek tot levering van de gegevens van een bepaald registratieobject. De data-afnemer geeft in zijn verzoek het BRO-ID van het registratieobject dat hij wil hebben mee. In antwoord daarop krijgt hij alle gegevens van het object geleverd. Voor bepaalde typen registratieobject is er geen nuancering van dit type verzoek nodig. Dat zijn de objecten waarvan na registratie geen nieuwe gegevens meer aangeleverd worden. Geotechnisch sondeeronderzoek is daar een voorbeeld van. Andere typen registratieobject vertegenwoordigen een object waarvan de eigenschappen in de werkelijkheid kunnen veranderen. Die veranderingen worden geregistreerd en zo bouwt het object in de registratie ondergrond een geschiedenis op. De grondwatermonitoringsput is een voorbeeld daarvan. Voor registratieobjecten met een geschiedenis, zijn er twee varianten van dit type verzoek: 2.1 Een verzoek tot levering van de actuele gegevens van een bepaald registratieobject. Als antwoord krijgt de data-afnemer alleen de gegevens die de actuele toestand beschrijven. 2.2 Een verzoek tot levering van de actuele en historische gegevens van een bepaald registratieobject. Als antwoord krijgt de dataafnemer alle gegevens van het object.
Pagina 11 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
3
Opvragen van geotechnisch sondeeronderzoek via de webservice
3.1
Het formuleren van een verzoek Opvragen van geotechnisch sondeeronderzoek via de webservice verloopt geheel automatisch, maar het systeem van de data-afnemer moet wel een aantal dingen weten om de gegevens te kunnen opvragen. Om te beginnen moet het systeem weten welke BRO-webservice moet worden aangeroepen. Het gaat daarbij om het adres waar de uitgiftewebservice op het internet te vinden is. In het geval van geotechnisch sondeeronderzoek is het adres: https://www.broservices.nl/wus/oscpt-v0.8. Het laatste stukje in het adres (-v0.8) geeft het versienummer van de uitgiftewebservice aan. Het nummer verandert met het in gebruik nemen van een nieuwe versie2. Vervolgens moet het systeem weten wat voor type verzoek de data-afnemer wil indienen. Als de data-afnemer zijn keuze heeft gemaakt, weet het systeem welke functie van de service het moet gebruiken. De data-afnemer heeft de keuze uit twee typen verzoek. Geotechnisch sondeeronderzoek heeft namelijk een eenmalig karakter. Nadat het is afgerond worden alle gegevens in een keer geregistreerd in de BRO. Het registratieobject kunt dus geen verschil tussen actuele en historische gegevens. Heeft de data-afnemer een globaal idee van wat hij wil hebben en wil hij dus eerst op zoek naar de geotechnische sondeeronderzoeken die aan bepaalde eisen voldoen, dan zal hij kiezen voor een verzoek tot de levering van de kengegevens van geotechnische sondeeronderzoeken. Weet hij al precies welk geotechnisch sondeeronderzoek hij wil hebben, dan vraagt hij om de levering van de gegevens van dat sondeeronderzoek. Voor beide typen verzoeken moet de data-afnemer aangeven op welke kenmerken hij de levering wil baseren. Om de verwerking van een verzoek tot levering goed te laten verlopen moet de data-afnemer ook een eigen identificatie aan het verzoek meegeven.
2
De versie die in de ketentest wordt gebruikt (0.8) is nog niet de versie die in productie zal worden genomen, maar de directe voorloper daarvan.
Pagina 12 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Wanneer de data-afnemer zijn keuzen aan het eigen systeem kenbaar heeft gemaakt kan het verzoek worden ingediend en begint de basisregistratie ondergrond met de verwerking. In de volgende paragrafen wordt de verwerking in meer detail beschreven en worden de inhoud van de berichten die worden uitgewisseld toegelicht. 3.2
Een
verzoek
tot
levering
van
de
kengegevens
van
geotechnische sondeeronderzoeken De verwerking van een verzoek tot levering van de kengegevens verloopt volgens een vaste opeenvolging van stappen. Dit is waar het in het kort op neerkomt: 1. De data-afnemer stuurt vanuit zijn systeem een verzoek tot levering van de kengegevens van geotechnische sondeeronderzoeken. Daarbij geeft hij de kenmerken mee waarop de levering moet worden gebaseerd. 2. Het systeem van de BRO voert een toegangscontrole uit. O Wanneer toegang wordt geweigerd, ontvangt (het systeem van) de data-afnemer daarvan een melding. 3. Wanneer toegang tot het systeem van de BRO is verkregen, begint de controle van het verzoek en wordt vastgesteld of het verzoek technisch en inhoudelijk aan de gestelde eisen voldoet. O Wanneer de controle fouten oplevert, wordt het verzoek afgewezen en ontvangt (het systeem van) de data-afnemer daarvan bericht. 4. Wanneer het verzoek correct is verzamelt het systeem van de BRO de kengegevens van de sondeeronderzoeken die aan de meegegeven kenmerken voldoen. O Wanneer de verzameling gegevens te groot is, wijst het BRO-systeem het verzoek tot levering alsnog af en ontvangt (het systeem van) de data-afnemer daarvan bericht. 5. Wanneer de verzameling onder het gestelde maximum ligt stuurt het BRO-systeem de data-afnemer als antwoord de opgevraagde gegevens. Het verzoek van de data-afnemer en het antwoord dat de BRO daarop geeft worden berichten genoemd. De stappen en de bijbehorende berichten worden in het onderstaande plaatje uitgebeeld.
Pagina 13 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Systeem van de data-afnemer
Systeem van de BRO
Stap 1: Doen van een verzoek tot levering
!
Data-afnemer
Stap 2: Uitvoeren toegangscontrole
Toegang geweigerd
Verzoek tot levering
Stap 3: Controleren verzoek
Bericht van afwijzing
Stap 4: Verzamelen gegevens
Bericht van levering Verwerking
Figuur 3: Verwerking van een verzoek tot levering van kengegevens
3.3
De berichten 3.3.1 Het verzoek tot levering
Verzoek tot levering uw transactiekenmerk kenmerken
Het belangrijkste onderdeel van het verzoek tot levering van de kengegevens van geotechnische sondeeronderzoeken is het geheel aan kenmerken waarop de levering moet worden gebaseerd. Door het meegeven van kenmerken kan de dataafnemer de zoekvraag preciseren naar plaats, tijd, kwaliteit en aard van het onderzoek. De kenmerken die de data-afnemer kan kiezen, worden in hoofdstuk 5 gespecificeerd. Het is een selectie van de gegevens van geotechnisch sondeeronderzoek, zoals opgenomen in de catalogus, met daarbij aangegeven hoe de waarde moet worden gespecificeerd. De dataleverancier kan één kenmerk meegegeven of kenmerken combineren. Naast de kenmerken, moet de data-afnemer het verzoek een eigen identificatie meegeven en dat wordt uw transactiekenmerk genoemd. Het transactiekenmerk is nodig in de communicatie,
Pagina 14 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
bijvoorbeeld als er iets mis is gegaan en de data-afnemer daarover contact zoekt met de servicedesk. 3.3.2 Toegang geweigerd
!
Toegang geweigerd
Als bij het uitvoeren van de toegangscontrole blijkt dat de toegang moet worden geweigerd, ontvangt (het systeem van) de data-afnemer daarvan melding. De toegangscontrole bestaat uit twee stappen:
Het systeem van de BRO controleert of de data-afnemer daadwerkelijk is wie hij beweert te zijn. Hiervoor gebruikt de data-afnemer een soort van ‘digitaal paspoort’, het PKI-overheidscertificaat. Het systeem van de BRO controleert of de data-afnemer al het recht heeft gekregen voor het gebruik van de uitgiftewebservice voor geotechnisch sondeeronderzoek.
3.3.3 Bericht van afwijzing
Bericht van afwijzing uw transactiekenmerk foutmelding tijdstip van afwijzing Het bericht van afwijzing bestaat uit verschillende onderdelen. Het belangrijkste is de reden van afwijzing, de foutmelding. Het bericht van afwijzing bevat verder het tijdstip van afwijzing en een verwijzing naar het verzoek. In de verwerking van een verzoek tot levering van kengegevens zijn twee controles ingebouwd die na elkaar worden uitgevoerd. Een bericht van afwijzing kan (1) worden gestuurd als de BRO tegen fouten aanloopt in het verzoek zelf of (2) als blijkt dat de levering het toegestane maximum overschrijdt.
Pagina 15 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Stap 3: Controleren verzoek
Stap 4: Verzamelen gegevens
Bericht van afwijzing
Figuur 4: Twee controles die kunnen leiden tot een bericht van afwijzing
De eerste controle, de controle die de BRO op het verzoek zelf uitvoert, dekt twee aspecten. Er wordt een technische controle uitgevoerd, en vervolgens vindt een inhoudelijke controle plaats van de gegevens die de data-leverancier mee heeft gegeven. Foutmeldingen die op technische fouten betrekking hebben zijn alleen bedoeld voor programmeurs en worden uitgebreid behandeld in de koppelvlakbeschrijving. Fouten in de gegevens die de data-afnemer heeft meegegeven kunnen juist ook voor hem van belang zijn. In zo’n foutmelding wordt van iedere fout opgenomen -
bij welk gegeven de fout is geconstateerd wat eventueel de waarde van het gegeven is wat de fout is
Een bericht van afwijzing dat gestuurd wordt als de gegevens al verzameld zijn, de tweede controle, heeft een heel ander karakter. Het aantal objecten waarvan kengegevens worden geleverd is beperkt tot 2000. De foutmelding geeft in dit geval alleen aan dat het maximum van 2000 is overschreden. Het verzoek wordt niet verder verwerkt, en de data-afnemen wordt gevraagd een aangepast verzoek in de dienen. 3.3.4 Bericht van levering
Bericht van levering uw transactiekenmerk aantal objecten tijdstip van uitgifte De kengegevens van de geotechnische sondeeronderzoeken Het bericht van levering bestaat ook weer uit verschillende onderdelen. Het belangrijkste zijn de gegevens die zijn opgevraagd.
Pagina 16 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Het bericht van levering bevat verder een verwijzing naar het verzoek tot levering, een vermelding van het aantal objecten waarvan kengegevens geleverd zijn, en het tijdstip waarop de gegevens zijn uitgegeven. De kengegevens die standaard worden uitgegevens zijn in de onderstaande tabel opgenomen. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de catalogus. Entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek
Attribuut BRO-ID rapportagedatum bronhouder sondeernorm kwaliteitsregime kader inwinning
Registratiegeschiedenis
tijdstip registratie object in onderzoek
Gestandaardiseerde locatie
locatie referentiestelsel
Aangeleverde locatie
locatie referentiestelsel
Aangeleverde verticale positie
verschuiving lokaal verticaal referentiepunt verticaal referentievlak
Traject
voorgeboord tot einddiepte
Sondeonderzoek
dissipatietest uitgevoerd kwaliteitsklasse
Conuspenetratietest
starttijd meten
Er is een uitzondering op de standaardlijst en dat is wanneer een object door de registerbeheerder uit registratie is genomen. Dat geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer er een object ten onrechte is opgenomen in de registratie en de registerbeheerder na onderzoek en in overleg met de bronhouder heeft moeten besluiten het object uit registratie te nemen. In dat uitzonderlijke geval ontvangt de data-afnemer enkel de volgende gegevens over het betreffende registratieobject: Entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek Registratiegeschiedenis
Attribuut BRO-ID uit registratie genomen tijdstip uit registratie genomen
Pagina 17 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Tot slot kan het voorkomen dat er geen enkel registratieobject bestaat dat aan de kenmerken voldoet die zijn meegegeven. Dan ontvangt de data-afnemer wel een bericht van levering, maar zal aantal objecten nul bedragen en het blok met kengegevens van geotechnische sondeeronderzoeken leeg zijn.
3.4
Een verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek De verwerking van een verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek verloopt iets anders dan dat van een verzoek tot levering van kengegevens. Systeem van de data-afnemer
Systeem van de BRO
Stap 1: Doen van een verzoek tot levering Data-afnemer
!
Toegang geweigerd
Stap 2: Uitvoeren toegangscontrole
Verzoek tot levering
Bericht van afwijzing
Stap 3: Controleren verzoek
Bericht van levering
Stap 4: Verzamelen gegevens Verwerking
Figuur 5: Verwerking van een verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek
Het verschil is dat er na stap 4 geen controle op volume hoeft te worden uitgevoerd, aangezien er maar van één geotechnisch sondeeronderzoek gegevens worden opgevraagd. De berichten die worden uitgewisseld zijn eigenlijk alleen qua inhoud anders. Een bijzonderheid is dat dat bronhouders en data-leveranciers in dit geval iets meer gegevens geleverd krijgen dan andere afnemers.
Pagina 18 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
3.5
De berichten 3.5.1 Het verzoek tot levering
Verzoek tot levering uw transactiekenmerk BRO-ID Het verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek bestaat uit slechts twee gegevens. Het transactiekenmerk en het BRO-ID van het geotechnisch sondeeronderzoek dat de data-afnemer wil krijgen. 3.5.2 Toegang geweigerd De toegangscontrole is voor alle typen verzoeken hetzelfde en de melding die het systeem van de data-afnemer krijgt na weigering van de toegang is dus ook altijd hetzelfde. 3.5.3 Bericht van afwijzing Een bericht van afwijzing wordt bij dit type verzoek alleen gestuurd als de BRO tegen fouten aanloopt in het verzoek zelf. De technische controle is voor alle typen verzoeken hetzelfde, en het kenmerkende verschil zit in de inhoudelijke controle en die betreft alleen het transactiekenmerk en het BRO-ID. De controle is eenvoudig: de twee gegevens moeten aan de specificaties (zie hoofdstuk 5) voldoen.
3.5.4 Bericht van levering
Bericht van levering uw transactiekenmerk tijdstip van uitgifte De gegevens van het geotechnisch sondeeronderzoek Het bericht van levering bestaat ook bij dit type verzoek uit drie elementen. Het belangrijkste element wordt gevormd door de gegevens van het geotechnisch sondeeronderzoek dat opgevraagd is. De andere twee elementen zijn het tijdstip waarop de gegevens zijn uitgegeven en een verwijzing naar het verzoek tot levering.
Pagina 19 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Welke gegevens er precies worden uitgegeven hangt in de eerste plaats af van de vraag of de data-afnemer ook de bronhouder of de dataleverancier van het betreffende geotechnisch sondeeronderzoek is. De bronhouder en de dataleverancier krijgen alle gegevens van het registratieobject geleverd. Dat geldt zelfs in het uitzonderlijke geval dat het registratieobject door de registerbeheerder uit registratie is genomen. De andere data-afnemers krijgen niet alle gegevens. Wat zij krijgen hangt af van de vraag of een object uit registratie is genomen. Normaliter krijgen deze gewone data-afnemers alle gegevens van het geotechnisch sondeeronderzoek geleverd op vijf na. De vijf gegevens die ze niet geleverd krijgen zijn: Entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek
Attribuut uitvoerder object-ID bronhouder dataleverancier
Aangeleverde locatie
uitvoerder locatiebepaling
Aangeleverde verticale positie
uitvoerder verticale plaatsbepaling
In het uitzonderlijke geval dat het registratieobject uit registratie is genomen, krijgen de gewone data-afnemers alleen de volgende gegevens: Entiteit Geotechnisch sondeeronderzoek Registratiegeschiedenis
Attribuut BRO-ID uit registratie genomen tijdstip uit registratie genomen
Tot slot kan het voorkomen dat de data-afnemer een BRO-ID heeft opgegeven dat niet bestaat. In dat geval ontvangt hij een bericht van levering waarin het element met gegevens van het geotechnisch sondeeronderzoek leeg is.
Pagina 20 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
4
Opvragen van geotechnisch sondeeronderzoek via het DINOloket
Dit hoofdstuk is in deze versie van het uitgiftehandboek niet uitgewerkt.
Pagina 21 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
5
Specificatie van de berichtgegevens bij uitgifte via de webservice
5.1
Inleiding Bij uitgifte via de webservice horen verschillende typen berichten. De opbouw van de berichten is besproken in hoofdstuk 3 en de elementen die daarin zijn genoemd worden in dit hoofdstuk gespecificeerd. Uitzondering daarop zijn de twee elementen die de gegevens omvatten die opgevraagd worden en die de essentie vormen van een bericht van levering.
5.2
Attributen en entiteiten
1. Naam attribuut uw transactiekenmerk Definitie
Een kenmerk dat de data-afnemer meegeeft om het verzoek tot levering te identificeren.
Domein
Tekst
Maximale lengte
200
2. Naam entiteit
kenmerken
Definitie
De eigenschappen waaraan de gegevens die de data-afnemer geleverd wil krijgen moeten voldoen.
Regels
Een verzoek tot levering van de kengegevens van geotechnische sondeeronderzoeken omvat één of meer kenmerken; het enige kenmerk dat niet gebruikt kan worden is het BRO-ID. Een verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek kent één kenmerk: het BRO-ID.
Toelichting
De waarden die door de data-afnemer worden ingevuld voor de kenmerken moeten voldoen aan de gegevensdefinitie die in de catalogus staat. De gegevens die worden uitgegeven voldoen aan alle meegegeven kenmerken.
Naam kenmerk
BRO-ID
Definitie
De identificatie van een object dat in de registratie ondergrond is opgenomen.
Kardinaliteit
1-1
Domein
Registratieobjectcode
Pagina 22 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Type
Code
Opbouw
CPTNNNNNNNNNNNN
Regels
Naam kenmerk
kwaliteitsregime
Definitie
De aanduiding van de kwaliteitseis waaraan de gegevens van het object voldoen.
Kardinaliteit
0-1
Domein
Kwaliteitsregime
Type
Het BRO-ID wordt alleen gebruikt in een verzoek tot levering van de gegevens van een geotechnisch sondeeronderzoek.
Codelijst
Naam kenmerk
bronhouder
Definitie
De identificatie die het bestuursorgaan dat bronhouder is van de gegevens in de basisregistratie ondergrond als onderneming in het Handelsregister heeft.
Kardinaliteit
0-1
Domein
KvK-nummer
Type
Code
Opbouw
NNNNNNNN
Naam kenmerk
starttijd meten conuspenetratietest
Definitie
De datum en het tijdstip waarop de conuspenetratietest is gestart.
Waardebereik
Voor de starttijd meten conuspenetratietest kan een ‘van’ en een ‘tot’ waarde worden meegegeven.
Kardinaliteit
starttijd meten conuspenetratietest ‘van’: 0-1 starttijd meten conuspenetratietest ‘tot’: 0-1
Domein
DatumTijd
Domein IMBRO/A
OnvolledigeDatum
Regels
Indien alleen ‘van’ wordt opgegeven (en niet ‘tot’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven vanaf starttijd meten conuspenetratietest ‘van’ en later. Indien alleen ‘tot’ wordt opgegeven (en niet ‘van’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven tot en met starttijd meten conuspenetratietest ‘tot’. Indien ‘tot’ eerder in de tijd ligt dan ‘van’, dan wordt het verzoek tot levering afgewezen.
Pagina 23 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Naam kenmerk
tijdstip registratie object
Definitie
De datum en het tijdstip waarop er voor het eerst gegevens van het object in de registratie ondergrond zijn opgenomen.
Waardebereik
Voor het tijdstip registratie object kan een ‘van’ en een ‘tot’ waarde worden meegegeven.
Kardinaliteit
Tijdstip registratie object ‘van’: 0-1 Tijdstip registratie object ‘tot’: 0-1
Domein
DatumTijd
Regels
Indien alleen ‘van’ wordt opgegeven (en niet ‘tot’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven vanaf tijdstip registratie object ‘van’ en later. Indien alleen ‘tot’ wordt opgegeven (en niet ‘van’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven tot en met tijdstip registratie object ‘tot’. Indien ‘tot’ eerder in de tijd ligt dan ‘van’, dan wordt het verzoek tot levering afgewezen.
Naam kenmerk
tijdstip laatste correctie
Definitie
De datum en het tijdstip waarop de laatste verbetering in de gegevens van het object is doorgevoerd.
Waardebereik
Voor het tijdstip laatste correctie kan een ‘van’ en een ‘tot’ waarde worden meegegeven.
Kardinaliteit
Tijdstip laatste correctie ‘van’: 0-1 Tijdstip laatste correctie ‘tot’: 0-1
Domein
DatumTijd
Regels
Indien alleen ‘van’ wordt opgegeven (en niet ‘tot’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven vanaf tijdstip laatste correctie ‘van’ en later. Indien alleen ‘tot’ wordt opgegeven (en niet ‘van’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven tot en met tijdstip laatste correctie ‘tot’. Indien ‘tot’ eerder in de tijd ligt dan ‘van’, dan wordt het verzoek tot levering afgewezen.
Naam kenmerk
einddiepte
Definitie
De diepte waarop het sondeonderzoek is beëindigd.
Waardebereik
Voor de einddiepte kan een ‘van’ en een ‘tot’ waarde worden meegegeven.
Kardinaliteit
einddiepte ‘van’: 0-1 einddiepte ‘tot’: 0-1
Pagina 24 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Domein
Rationaal getal
Maximale lengte
3.3
Eenheid
m (meter)
Regels
Indien alleen ‘van’ wordt opgegeven (en niet ‘tot’), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven vanaf einddiepte ‘van’ en hoger. Indien alleen ‘tot’ wordt opgegeven (en niet van), dan worden de geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven tot en met einddiepte ‘tot’. Indien ‘tot’ hoger ligt dan ‘van’, dan wordt het verzoek tot levering afgewezen.
Toelichting
De waarden van de einddiepte van de geotechnisch sondeeronderzoek in de BRO liggen tussen de 0 en 200 meter.
Naam kenmerk
sondeernorm
Definitie
De norm die omschrijft volgens welke afspraken, specificaties en/of criteria het geotechnisch sondeeronderzoek is uitgevoerd.
Kardinaliteit
0-1
Domein
Sondeernorm
Type
Codelijst
Naam kenmerk
kwaliteitsklasse
Definitie
De klasse binnen de sondeernorm volgens welke het geotechnisch sondeeronderzoek is uitgevoerd.
Kardinaliteit
0-N (N is gelijk aan het aantal kwaliteitsklassen)
Domein
Kwaliteitsklasse
Type
Codelijst
Regels
Er kan geen kwaliteitsklasse worden opgegeven als de sondeernorm niet is ingevuld. De volgende norm - klasse combinaties zijn toegestaan: 5140 klasse 1, 2, 3, 4 22476-1 klasse 1, 2, 3, 4 22476-12 klasse 5, 6, 7 3680 nvt Voor IMBRO/A-gegevens geldt als aanvullende regel dat de kwaliteitsklasse de waarde onbekend kan hebben, wanneer de sondeernorm ongelijk is aan NEN 3680.
Naam kenmerk
dissipatietest uitgevoerd
Definitie
De aanduiding die aangeeft of er een of meer
Pagina 25 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
dissipatietesten zijn uitgevoerd in het sondeonderzoek. Kardinaliteit
0-1
Domein
IndicatieJaNee
Type
Codelijst
Naam kenmerk
in onderzoek
Definitie
De aanduiding die aangeeft of het object door de registerbeheerder in onderzoek is genomen.
Kardinaliteit
0-1
Domein
IndicatieJaNee
Type
Codelijst
Naam kenmerk
Bepaalde parameters
Definitie
De 25 parameters die in een conuspenetratietest bemeten kunnen worden met de aanduiding of de waarde in het onderzoek is vastgesteld.
Kardinaliteit
sondeertrajectlengte: 0-1 diepte: 0-1 verlopen tijd: 0-1 conusweerstand: 0-1 gecorrigeerde conusweerstand: 0-1 netto conusweerstand: 0-1 magnetische veldsterkte x: 0-1 magnetische veldsterkte y: 0-1 magnetische veldsterkte z: 0-1 totale magnetische veldsterkte: 0-1 elektrische geleidbaarheid: 0-1 helling oost-west: 0-1 helling noord-zuid: 0-1 helling x: 0-1 helling y: 0-1 hellingresultante: 0-1 magnetische inclinatie: 0-1 magnetische declinatie: 0-1 plaatselijke wrijving: 0-1 porienratio: 0-1 temperatuur: 0-1 waterspanning u1: 0-1 waterspanning u2: 0-1 waterspanning u3: 0-1 wrijvingsgetal: 0-1
Domein
IndicatieJaNee (voor iedere opgegeven <parameter naam>)
Type Toelichting
Codelijst Indien <parameter naam> is opgegeven worden alle geotechnisch sondeeronderzoeken uitgegeven waar de waarde van <parameter naam> = ‘ja’.
Pagina 26 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Naam kenmerk
gebied
Definitie
Een deel van het aardoppervlak, gedefinieerd als een vierhoek.
Kardinaliteit
0-1
Domein
Op te geven bounding box: Coördinatenpaar links boven: Coördinatenpaar voor ETRS89 (φ,λ) Coördinatenpaar rechts onder: Coördinatenpaar voor ETRS89 (φ,λ)
Getalswaarde
2.9
Eenheid
° (graden, decimaal)
Regels
Er kan geen gebied worden opgegeven als de locatie is opgegeven. De coördinatenparen bevinden zich in Nederland of zijn Exclusieve Economische Zone. Beide coördinatenparen moeten gevuld zijn. Het referentiestelsel van het gebied is ETRS89. Geeft alle geotechnisch sondeeronderzoeken binnen het opgegeven bounding box. Uitgifte vindt plaats op basis van de gestandaardiseerde positie.
Naam kenmerk
locatie
Definitie
Een deel op het aardoppervlak, gedefinieerd als een cirkel.
Kardinaliteit
0-1
Domein
Op te geven punt met straal: Coördinatenpaar: Coördinatenpaar voor ETRS89 (φ,λ) Φ: Getalswaarde2.9 (° graden, decimaal) Λ: Getalswaarde2.9 (° graden, decimaal) Straal: Getalswaarde2.9 (° graden, decimaal)
Regels
Er kan geen locatie worden opgegeven als het gebied is opgegeven. Het coördinatenpaar bevindt zich in Nederland of zijn Exclusieve Economische Zone. Het referentiestelsel van de locatie is ETRS89. Indien de straal leeg is, wordt de exacte locatie uitgegeven. Geeft alle geotechnisch sondeeronderzoeken binnen de opgegeven straal rondom het coördinatenpaar Uitgifte vindt plaats op basis van de gestandaardiseerde positie.
3. Naam entiteit
foutmelding
Definitie
De verzameling van foutomschrijvingen die onderdeel zijn van een bericht.
Pagina 27 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Toelichting
Een ‘Foutmelding op inhoud’ is een foutmelding n.a.v. een controle op aangeleverde berichtgegevens. Indien een fout gevonden wordt na controle op aangeleverde berichtgegevens wordt verder gegaan met controleren. ‘Foutmelding op inhoud’ bevat 1 of meer foutomschrijvingen. Een ‘foutmelding op verzoek’ is een foutmelding n.a.v. een technische controle op protocol en schema. De ‘Foutmelding op verzoek’ bevat 1 foutomschrijving. Een ‘Foutmelding op volume’ is een foutmelding n.a.v. een controle op volume. Indien een fout gevonden wordt na controle op volume wordt verdere controle gestopt. De ‘Foutmelding op volume’ bevat 1 foutomschrijving. Een foutmelding wordt bij afwijzing van een verzoek tot levering door de BRO gegenereerd. De foutmelding wordt in het bericht van afwijzing meegegeven.
Naam attribuut
foutomschrijving
Definitie
De tekst die de gevonden fout omschrijft.
Domein
Tekst
Maximale lengte Toelichting
200 De foutomschrijving is een onderdeel van de foutmelding.
4. Naam attribuut tijdstip van afwijzing Definitie
De datum en het tijdstip waarop een verzoek tot levering door de BRO is afgewezen.
Domein
DatumTijd
Regels
Toelichting
Het tijdstip van afwijzing wordt door de BRO toegekend.
Het tijdstip van afwijzing wordt in het bericht van afwijzing meegegeven.
5. Naam attribuut aantal objecten Definitie
Het aantal verzamelde objecten uit de Registratie Ondergrond die voldoen aan de opgegeven kenmerken.
Pagina 28 van 29
BRO-Uitgiftehandboek Geotechnisch sondeeronderzoek versie 0.8
Domein Maximale lengte Regel
Natuurlijk getal 4
Het aantal objecten wordt in het bericht van levering dat als antwoord op een verzoek tot levering van kengegevens wordt verstuurd meegegeven. Het maximum aantal objecten is 2000.
6. Naam attribuut tijdstip van uitgifte Definitie
De datum en het tijdstip waarop de gegevens door de BRO zijn uitgegeven.
Domein
DatumTijd
Regels
Toelichting
Het tijdstip van uitgifte wordt door de BRO toegekend.
Het tijdstip van uitgifte wordt in het bericht van levering meegegeven.
Pagina 29 van 29