BASISOVERLEGCOMITÉ
Datum
16.12.2010
Catalogering Agendapunt nr
1.
A. AGENDAPUNT GOEDKEURING VERSLAG D.D. 18.11.2010 B. TOELICHTING Het Basisoverlegcomité gelieve kennis te nemen van het verslag d.d. 18.11.2010.
C. VOORSTEL TOT BESLISSING Aan de vakorganisaties wordt gevraagd voorliggend verslag GOED TE KEUREN.
D. BESPREKING
E. ADVIES
BOC 2010.12.16 - Voorbereiding - 1. Goedkeuring verslag van 18.11.2010.doc
03/12/10
BASISOVERLEGCOMITE UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT SECRETARIAAT 11K12A
Verslag Vergadering van het Basisoverlegcomité van 18.11.2010 DATUM VERGADERING
VOORZITTER
Donderdag 18.11.2010 om 9u30.
dhr. J. Peeters, afgevaardigd bestuurder
AANVANGSUUR
PLV. VERSLAGGEVER
De voorzitter opent de vergadering om 9u37.
dhr. C. Vanlerberghe, stafmedewerker algemene directie
EINDUUR
PAGINA’S
De voorzitter heft de vergadering om 11u25.
11
AANWEZIG BENEVENS DE VOORZITTER
VERONTSCHULDIGD
-
De vertegenwoordigers van het beheer dhr. F. Demeyere, directeur Verpleging dhr. M. Naeye, departementshoofd Personeel & Organisatie
-
De vertegenwoordigers van de vakorganisaties ACOD dhr. Y. Derycke, mevr. K. Van Keirsbilck, dhr. W. Beeckman ACV Openbare Diensten mevr. M. Vindevoghel, dhr. M. Flamand VSOA Mevr. I. Peers, mevr. N. Verstuyft
-
dhr. C. Vandenbulcke, ACV Openbare Diensten dhr. E. Blauwblomme, ACV Openbare Diensten mevr. A. Schouppe, ACOD prof. dr. E. Mortier, wd. hoofdarts mevr. K. Michielsen, secretaris BOC – stafmedewerkster algemene directie
Wonen de vergadering bij op uitnodiging: Mevr; H. Goedertier, zorgmanager Kritieke Diensten (i.v.m. agendapunten 4.1, 4.2 en 4.3) dhr. Ph. Boucherie, diensthoofd Verpleging OK en PACU (i.v.m. agendapunten 4.1, 4.2 en 4.3) dhr. G. Schouppe, zorgmanager MCA (i.v.m. agendapunten 6.1 en 6.2) dhr. J. Vercruysse, zorgmanager Klinisch Ondersteunende Sector (i.v.m. agendapunt 9.1) mevr. I. Van Damme, ICT – Diensthoofd eindgebruikersondersteuning en dienstverlening (i.v.m. agendapunt 10.4)
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 1 van 11
AGENDA
1.
GOEDKEURING VERSLAG VAN 21.10.2010
Mevr. Vindevoghel verzoekt volgende toevoeging te willen noteren bij het verslag van 21.10.2010, punt 6.1 (polikliniek oogheelkunde): “ACV-OD stelt dat de lange wachttijden een groot probleem vormen; in het licht daarvan is het belangrijk de urgenties te scheiden van de rest. ACV-OD pleit ook voor bijkomende personeelsbestaffing, vooral dan in de voormiddag zouden er twee medewerkers aanwezig moeten zijn op de onderzoeken fluo, electro en glaucoom om dit vlot te laten verlopen.” ACOD wenst met betrekking tot punt 9.1 (problematiek labo bacteriologie) op te merken dat glijdende uren volgens het sectoraal akkoord mogelijk blijven. ACOD herinnert aan zijn vraag om reële BFTE’s in de catering voor te leggen. Het beheer neemt hiervan akte. De voorzitter antwoordt dat dit, zoals vorig BOC gesteld, geen specifieke vraag is voor het diensthoofd Catering en Services. Het verslag van het Basisoverlegcomité van 21.10.2010 wordt, rekening houdend met bovenvermelde aanvullingen en bemerkingen, GOEDGEKEURD. 2.
ALGEMEEN
2.1
Aanwervingen verpleging – stand van zaken 04.11.2010
Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van het overzicht van de aanwervingen van verpleegkundigen (stand van zaken 04.11.2010). Dhr. Derycke verwijst naar een artikel in Jobat, waarin werd gesteld dat vorig jaar 130 nieuwe verpleegkundigen werden aangenomen in het UZ Gent, en vraagt gelet op de vaststelling dat er dit jaar tussen 01.01.2010 en 04.11.2010 nog maar 88 verpleegkundigen werden aangenomen, of UZ Gent minder behoefte heeft aan nieuwe verpleegkundigen. Hierop antwoordt dhr. Demeyere dat er in 2009 een stuk van de achterstand 2008 werd opgehaald waardoor het aantal in 2009 vrij hoog lag. Spreker vermoedt tevens dat de turnover kleiner is geworden. Spreker stelt ook vast dat verpleegkundigen langer blijven werken dan enige jaren geleden. Tot slot stelt spreker dat de behoefte 2010 quasi volledig en dus meer dan vorige jaren werd ingevuld; op heden staan nog slechts drie vacatures open. Dhr. Demeyere wijst erop dat er op heden ook nog een vrij uitgebreide werfreserve is van 86 verpleegkundigen. UZ Gent dient in deze wel op te letten dat dit potentiële nieuwe medewerkers niet gaat afschrikken om toch te solliciteren. Op de jobbeurs werd aan de bezoekers medegedeeld dat er op heden wel nog mensen op de werfreserve staan, maar dat dit hen niet mag weerhouden te solliciteren. Dhr. Peeters wenst vorige spreker aan te vullen en stelt dat UZ Gent ook voorzichtig moet omspringen met het “wegpikken” van medewerkers bij de partnerziekenhuizen; dat kan in het nadeel spelen van UZ Gent. Dhr. Derycke treedt vorige spreker bij dat het UZ Gent inderdaad niet te overmoedig mag worden op het vlak van rekrutering van nieuwe medewerkers.
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 2 van 11
Mevr. Verstuyft stelt de vraag of het vaak voorkomt dat de termijn van een werfreserve is verlopen vooraleer ze is uitgeput. Dhr. Demeyere stelt dat dit probleem zich in de meeste gevallen niet stelt, behalve voor wat betreft meer specifieke functies met een bijzondere specificatie. Dhr. Peeters stelt dat zijns inziens ook altijd voorkeur moet worden gegeven aan interne mutatie boven externe aanwerving voor de invulling van een specifieke functie. Als er een reeds in dienst zijnde personeelslid interesse heeft, dient dit personeelslid, voor zover het aan de gestelde criteria voldoet, de voorkeur te krijgen. Cf. bijlage 1 3.
SECTOR BEWEGINGSSTELSEL
Nihil 4.
SECTOR KRITIEKE DIENSTEN
4.1
Stand van zaken verlof en overuren
Met betrekking tot IZ – BWC – SO – Algemene KD stelt mevr. Goedertier dat de stand van het verlof goed is. Voor het merendeel van de afdelingen verloopt ook het opnemen van de RV-uren vlot. Wat betreft de overuren, merkt spreekster op dat de keuze van de medewerker om deze te laten uitbetalen, steeds wordt aangeboden en gerespecteerd. Mevr. Goerdertier stelt dat voor 12K12B de overuren wel opvallen. Ondanks het feit dat deze afdeling niet onderbestaft is, moeten vanuit de algemene dienst inspanningen worden gedaan. Tegen het einde van het jaar voorziet spreekster echter geen problemen.
Spreekster merkt tot slot nog op dat, gelet op een vrijwillige mutatie van een medewerkster, er begin
volgend jaar wel een extra personeelslid zal moeten bijkomen op 12K12B (ter vervanging) zodat in de toekomst verbetering te verwachten is. Dhr. Boucherie licht de toestand voor wat betreft OK en PACU toe. Spreker stelt dat de evolutie daar minder gunstig is. Tegenover de norm is het OK krap bestaft; op heden normaliseert zich dat echter. Gevolg is wel dat het uitstaand verlof per einde september 2010 3% hoger lag dan op datzelfde tijdstip één jaar eerder. Vooral in Cluster 1 wordt er een moeilijkheid vastgesteld, hoewel vanuit die cluster nog geen problemen zijn gemeld. De stijging in het aantal overuren in cluster 6 valt op, doch kan worden verklaard door de afwezigheid van een medewerker tengevolge een arbeidsongeval en het feit dat er meer diende gepresteerd tijdens wachturen. De vakorganisaties maken met betrekking tot voorgaande de volgende bemerkingen : -
Mevr. Vindevoghel stelt dat op een vorig BOC werd gesteld dat IIB-VPKn ALG KD in de zomerperiode insprongen op 5K12E. De medewerkers van laatstgenoemde afdeling merkten op dat ook zij in die periode extra inspanningen deden.
-
Mevr. Vindevoghel stelt dat er goede instructies en afspraken moeten komen met betrekking tot de planning van het verlof in de eindejaarsperiode; het personeel moet voldoende ruim op voorhand zekerheid ter zake hebben. Spreekster stelt dat één maand op voorhand duidelijkheid krijgen haars inziens te kort is voor de eindejaarsperiode. Spreekster is van oordeel dat dit vroeger zou moeten;
-
Mevr. Van Keirsbilck merkt op dat de overurenproblematiek van OK-cluster 6 mede het gevolg is van het terugbrengen van het aantal nachtdiensten van drie naar twee;
-
Dhr. Derycke merkt op nog steeds een toename van de activiteit in het OK vast te stellen. Spreker wenst erop te wijzen dat de huidige equipe geen verdere toename van de werkdruk meer kan dragen. Als de werkdruk nog hoger wordt, dan vreest spreker herhaling van de problematiek 2000-2001.
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 3 van 11
Hierop antwoordt dhr. Boucherie dat er 5 200 uur extra zaalcapaciteit werd gecreëerd, met daaraan gekoppeld extra omkadering. Dat creëert een buffer voor de komende anderhalf tot twee jaar. Spreker maakt zich niet veel zorgen met betrekking tot de capaciteit omdat ook volgend jaar nog extra operatiezalen in gebruik zullen worden genomen. Spreker stelt nog dat, zodra het CDZ operationeel is, hij een strategisch plan ter optimalisatie van de OK-capaciteit zal opmaken. Het doel is te bekijken hoe de bestaande infrastructuur op de meest optimale manier kan worden benut. Mevr. Verstuyft merkt met betrekking tot voorgaande op dat daarbij ook rekening moet worden gehouden met de zwaarte van de ingrepen; er moet ook worden geanticipeerd op een toename van het aantal zware ingrepen. Dhr. Boucherie stelt dat dit aspect zal worden meegenomen in zijn strategisch plan. Het Basisoverlegcomité weidt uit over de algemene problematiek van het opnemen van het verlof en RV-uren. Dhr. Beeckman stelt dat er binnen het UZ Gent, over het gehele jaar beschouwd, op de norm wordt gewerkt. Verlof kan moeilijk worden opgenomen. Dhr. Peeters stelt dat het, zoals door ACV-OD reeds opgemerkt, in november inderdaad te laat is om problemen met betrekking niet opgenomen verlof nog op te lossen voor het einde van het jaar. Spreker stelt dat er moet worden nagedacht over stimuli om en afspraken over meer gespreid over het jaar en vroeger tijdens het jaar verlof opnemen. Wil men ter zake sturend kunnen optreden, dan moeten er richtlijnen ter zake komen. Dhr. Peeters stelt voor dat debat echter niet in het Basisoverlegcomité, doch wel in de Werkgroep Verlof te voeren. Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van de stand van zaken verlof, recuperatie- en overuren tot en met september 2010 binnen de sector Kritieke Diensten. Het Basisoverlegcomité ondersteunt de noodzaak om stimuli en afspraken te maken met betrekking tot het meer gespreid opnemen van verlof door de medewerkers, en dit niet enkel voor de sector Kritieke Diensten, doch voor het geheel van het ziekenhuis. Het Basisoverlegcomité onderkent dat bedoeld debat dient gevoerd binnen de werkgroep Verlof, die terzake een voorstel dient uit te werken. Cf. bijlage 2 4.2
Invulling van langdurige afwezigheden op basis van inzet medewerker met vervangweek (zgn. “bolletjesweek”)
Dhr. Boucherie licht toe en stelt dat men wordt geconfronteerd met de situatie dat de dienst in de “afwijkende uren“ niet meer kan gegarandeerd worden. Spreker stelt dat dit op één of andere manier dient te worden opgevangen. Een mogelijkheid is een intern uitzendkantoor. Spreker stelt dat sowieso iemand het werk zal moeten doen. Hij wijst er wel op dat, om een intern uitzendkantoor te bestaffen, er elders personeel zal moeten worden weggetrokken. Spreker stelt zich dan ook de vraag of men daarmee niet enkel een verschuiving, en eventueel zelfs verergering, van het probleem in de hand werkt. Mevr. Vindevoghel stelt vooral problemen te hebben met de verwatering van de definitie van de “bolletjesweek”. Spreekster stelt dat er nog nauwelijks sprake is van vrijwilligheid bij het inspringen. Spreekster heeft daar wat betreft de vrije dagen vooral moeite mee. Mevr. Peers treedt vorige spreekster bij en wijst erop dat de “bolletjesweek” initieel tot doel had acute afwezigheden wegens ziekte op te vangen. Mevr. Van Keirsbilck stelt dat het voorgelegde voorstel ook niet werd afgetoetst bij de betrokkenen.
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 4 van 11
Het Basisoverlegcomité besluit aan de zorgmanager Kritieke Diensten te vragen een alternatief voorstel te exploreren in samenspraak met de vakorganisaties. Het Basisoverlegcomité besluit tevens aan het departementshoofd Personeel & Organisatie te vragen een overzicht te maken van alle systemen van “bolletjesweek” die op heden gangbaar zijn binnen UZ Gent. Het Basisoverlegcomité bespreekt de problematiek verder in zijn zitting van 20.01.2011. Cf. bijlage 3 4.3
Structurele uitwisseling medewerkers PACU en CDZ
Dhr. Boucherie licht toe dat het voorstel om structureel personeel uit te wisselen tussen PACU en CDZ op weerstand van de medewerkers is gestoten. Om die reden werd de idee tijdelijk in de schuif gelegd. Te gelegener tijd (voorjaar 2011) zal worden bekeken hoe dat kan worden gereactiveerd en hoe men de samenwerking concreet vorm kan geven. Bedoeling is de patiënt, ongeacht op welke van de beide bedoelde afdelingen hij wordt opgenomen, de nodige zorg te kunnen geven. Spreker voegt nog toe vast te stellen dat er toch reeds een zekere bereidheid tot nauwer samenwerken begint te groeien bij PACU en CDZ. Dhr. Derycke stelt zijn pleidooi te willen herhalen om de samenwerking met “de nodige massage” te bewerkstelligen. Ook mevr. Vindevoghel pleit ervoor dat er ter zake met de betrokken partijen zou worden gepraat. Mevr. Verstuyft voegt toe dat er eerder sprake moet zijn van een “streven naar” dan van een “moeten”. Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van de stand van zaken met betrekking tot structurele uitwisseling medewerkers PACU en CDZ. Het Basisoverlegcomité neemt er tevens kennis van dat het dossier tijdelijk in de schuif wordt gelegd, dat het in het voorjaar 2011 zal worden gereactiveerd en dat er te gelegener tijd ter zake zal worden gerapporteerd aan het Basisoverlegcomité. 5.
SECTOR MAN, VROUW, KIND
Nihil 6.
SECTOR HOOFD, HALS EN ZENUWSTELSEL
6.1
Problematiek hospitalisatieafdeling Neurochirurgie 6K12B – Opvolging
Dhr. Schouppe deelt mede dat de vijfde vroegdienst op weekdagen op de hospitalisatieafdeling neurochirurgie 6K12B ook na 01.01.2011 wordt behouden. Op basis van de MVG-gegevens zal de noodzaak dan verder worden bekeken. Dhr. Schouppe voegt nog toe dat op bedoelde afdeling ook het logistieke probleem is opgelost. Tot eind 2010 is er een tijdelijke medewerker aan de slag. Afhankelijk van de terugkeer van het afwezige personeelslid, zal bedoeld contract al dan niet worden verlengd na 01.01.2011. Het Basisoverlegcomité NEEMT er KENNIS van dat de vijfde vroegdienst op weekdagen na 01.01.2011 wordt behouden op de hospitalisatieafdeling Neurochirurgie 6K12B. Het Basisoverlegcomité NEEMT er tevens AKTE van dat het logistiek probleem is opgelost door de inzet van een tijdelijke medewerker. Cf. bijlage 4
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 5 van 11
6.2
Bestaffing Centrum voor Neurofysiologische Monitoring (CNM)
Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van de brief van 04.11.2010 van prof. Vogelaers en prof. Joos. Mevr. Verstuyft merkt op dat briefschrijvers stellen dat het scoren van de slaapstudies “vermoedelijk” haalbaar zal zijn met de bestaffing van 4 FTE; spreekster stelt zich vragen bij de zekerheid van deze uitspraak. Dhr. Schouppe verduidelijkt dat, gegeven de huidige activiteit, vier voltijds equivalenten volstaan. Per persoon kunnen er per dag 4 slaapstudies worden gescoord, wat dus neerkomt op 12 per dag (er zijn steeds minstens drie medewerkers effectief aanwezig) voor 9 patiënten. Met een equipe van FTE technologen is het haalbaar het maximaal mogelijke aantal slaapstudies per week (zijnde 63) te scoren. Mevr. Van Keirsbilck merkt op dat het schrijven niet echt een antwoord geeft op de vragen die door ACOD werden gesteld. Spreekster stelt dat er niet wordt gescoord op de dag van de consultatie (vraag ter zake van mevr. Verstuyft: kan de garantie worden gegeven dat het resultaat van de slaapstudie voorligt bij de arts als de patiënt op consultatie komt) en dat er niet is geantwoord op de problematiek van de niet volledige productiviteit van de technologen in opleiding. Spreekster stelt dat het probleem volgens ACOD zeker niet is opgelost. Met betrekking tot de verpleegkundige bestaffing heeft ACOD geen bemerkingen, doch wat betreft de technologen blijft ACOD wel vraagtekens hebben. Mevr. Peers is van oordeel dat met gemiddeld drie technologen aanwezig, en gelet op het feit dat één technoloog vier slaapstudies per dag kan scoren, men maar 60 slaapstudies per week kan scoren, wat dus betekent dat als het CNM op volle capaciteit draait (63 studies), men steeds een achterstand opbouwt. Dhr. Schouppe antwoordt met betrekking tot voorgaande dat medio februari 2011 de problematiek van de dossiers zal zijn opgelost. Aan de opleiding van de technologen wordt ook de volle aandacht gegeven; in de loop van het voorjaar 2011 zullen zij volledig zijn opgeleid. Dhr. Schouppe antwoordt ook nog op de vraag van mevr. Verstuyft (cf. supra), dat de garantie wel kan worden gegeven dat de arts het resultaat van de slaapstudie kent als de patiënt op consultatie komt. Mevr. Van Keirsbilck haalt verder aan dat de technologen ook nog andere taken krijgen, naast het scoren van de slaapstudies; ze worden ook gevraagd de verpleegkundigen (technische) ondersteuning te geven. Dhr. Schouppe antwoordt dat de taakomschrijving van de slaaptechnologen niet inhoudt dat zij technische ondersteuning moeten bieden; dat is de taak van de biomedische technische dienst. De ondersteuning die de slaaptechnologen moeten bieden aan de verpleegkundige is dan ook zeer minimaal. Tot slot wenst dhr. Schouppe er nog op te wijzen dat het engagement werd genomen in het coördinatiecomité van het CNM om twee posities te sluiten tot eind februari 2011. Mevr. Vindevoghel haalt in de bespreking nog aan te hebben opgevangen dat de kwaliteit van de scoring van de slaapstudies lijdt onder de
vastgestelde problemen. Dhr. Demeyere spreekt dit zeer formeel tegen. Spreker stelt
andersluidende berichten te hebben gekregen; men (externe bronnen) heeft hem gezegd dat de kwaliteit zéér goed is. Mevr. Vindevoghel wenst toch ook te pleiten voor een kwaliteitsvolle werkomgeving voor de slaaptechnologen. Nu zitten ze samen in één lokaal. Het werk dat ze dienen te verrichten, vereist toch enige concentratie en daarom zou het aangewezen zijn dat ze in een omgeving zouden kunnen werken waar ze zich ten volle kunnen concentreren. Het Basisoverlegcomité BESLUIT een follow-up van de problematiek te agenderen op de zitting van 17.03.2011. Aan de zorgmanager van de sector Hoofd, Hals en Zenuwstelsel wordt gevraagd te rapporteren over de werking van het CNM over de eerste vier maanden. Cf. bijlage 5
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 6 van 11
7.
SECTOR METABOLE EN CARDIOVASCULAIRE AANDOENINGEN
Nihil 8.
SECTOR BLOED, ADEMHALING EN SPIJSVERTERING
8.1
Personeelstekort Sector BAS – Stand van zaken
Dhr. Peeters leidt in en stelt dat de bestaffing op de dagkliniek BAS is aangevuld, dat de wissel van de verantwoordelijken is doorgevoerd, dat er een taakdifferentiatie is gebeurd en dat het aantal slots (40 patiënten per dag) is beperkt tot eind juli 2011. De interim-kracht is ook verder in dienst gehouden tot eind oktober. Dat alles leidde tot een normalisering van de situatie. Mevr. Vindevoghel stelt dat de situatie veel mooier wordt omschreven dan dat ze in realiteit lijkt. In realiteit blijven de medewerkers, inclusief de artsen-assistenten, op de tippen van de tenen lopen. Zeker in de korte werkweken (zoals vorige week) is de druk hoog. Ook de hoofdverpleegkundige stuurt aan op meer evenwicht. Er blijft een zeer grote druk om patiënten tegen een bepaald uur buiten te krijgen, wat aanleiding geeft tot overuren van het personeel (aldus mevr. Van Keirsbilck moeten personeelsleden vaak blijven tot na 18u00 omdat de patiënten nog aanwezig zijn). Om de werklast te verlichten binnen de dagkliniek BAS, pleit spreekster ook nog voor hulp vanuit gastro-enterologie en hematologie. In het licht van de overurenproblematiek, stelt mevr. Verstuyft dat het interessant zou zijn het overzicht van de overuren van het personeel van de dagkliniek BAS te krijgen. In de rand wordt nog de vraag gesteld wat de norm is voor de dagkliniek BAS. Dhr. Demeyere stelt dat de norm is vastgesteld op 11,40 FTE. Na bespreking wordt besloten dat de directeur verpleging de problematiek verder zal bespreken met de zorgmanager van de sector Bloed, Ademhaling en Spijsvertering. 9.
KLINISCH ONDERSTEUNENDE SECTOR
9.1
Invoeren roulementen en uurroosteraanpassingen verpleegkundige equipe – MTD Bloedprikploeg
Dhr. Vercruysse licht toe en stelt dat, mede in samenspraak met het betrokken personeel, een voorstel tot roulement is uitgewerkt. Er werd gestreefd naar de meest optimale balans tussen inzetbaarheid van personeel en werkvolume. Mevr. Vindevoghel stelt dat het roulement voor het personeel een grote verandering zal betekenen, doch één die meer duidelijkheid zal brengen. Spreekster wenst wel dat het roulement zou worden geëvalueerd zes maand na invoering op 03.01.2011. Spreekster stelt nog dat het vastprikken van de ADV-dagen wel moeilijker ligt. Dhr. Derycke wenst, in aansluiting op de woorden van vorige spreekster, te benadrukken dat artikel 10 van het protocol betreffende uitvoering van de eindeloopbaanmaatregelen moet worden gerespecteerd. De drie vakorganisaties (ACOD, ACV-Openbare Diensten en VSOA) verlenen GUNTSIG ADVIES met betrekking tot de roulementen en uurroosteraanpassingen verpleegkundige equipe MTD Bloedprikploeg, doch verzoeken een evaluatie over de eerste zes maanden voor te leggen in het Basisoverlegcomité van 14.07.2011. Cf. bijlage 6
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 7 van 11
10.
BEDRIJFSONDERSTEUNENDE SECTOR
10.1
Departement Personeel & Organisatie
10.1.1
Overzicht aanwervingen en uitstroom oktober 2010
De vakorganisaties vragen het beheer of volgende verbeteringen in de rapportering zouden kunnen worden aangebracht : -
Toevoegen van de graad van het betrokken personeelslid;
-
Toevoegen van de einddatum van de tijdelijke contracten;
-
Toevoegen van de reden van de contractuele aanstelling (vervangingscontract, FOD-project,…).
Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van het overzicht van de aanwervingen en uitstroom (september 2010). Cf. bijlage 7 10.2
Departement Financiën
Nihil 10.3
Departement Facilitair Beheer
10.3.1
Overzicht personeelsbestaffing Catering
ACOD herhaalt de vraag om de reële cijfers te krijgen. VSOA stelt te hebben gevraagd de roulementen te krijgen. Er wordt immers niet gewerkt volgens de officieel goedgekeurde roulementen. Men meende dat het diensthoofd catering de roulementen zou voorleggen aan het Basisoverlegcomité, doch deze zijn niet bij de voorbereiding opgenomen. Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van geactualiseerde overzicht van de bestaffing in de catering (stand van zaken tot en met september 2010). Cf. bijlage 8 10.4
Departement ICT
10.4.1
Evaluatie aangepaste werkregeling op de eerstelijns ICT Service Desk
Mevr. Van Damme stelt dat de behoeften van de eindgebruikers werd bekeken. Het aantal oproepen per maand is gestegen in vergelijking met 2009. Daarbij dient opgemerkt dat het aantal oproepen buiten de kantooruren zeer beperkt is. In september waren er vrij veel oproepen naar aanleiding van de nieuwe studenten, wat tot een zekere achterstand aanleiding gaf. Inmiddels is die achterstand weggewerkt. Mevr. Van Damme stelt vervolgens dat er reeds 3 FTE medewerkers zijn bijgekomen op de eerstelijns ICT Service desk. Er komen er binnenkort nog 2 FTE bij (drie nieuwe voltijdsen, maar twee deeltijdsen gaan weg). Mevr. Van Keirsbilck stelt toch vrij regelmatig klachten te horen over de back-up. Spreekster stelt zich de vraag of er nog wijzigingen in de roulementen worden voorzien. Hierop antwoordt mevr. Van Damme dat, eens de equipe nog is uitgebreid, men weer een vroege en late dienst kan invoeren, wat de flexibiliteit zal verhogen.
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 8 van 11
Dhr. Derycke wenst toch te wijzen op de kern van de zaak: de malaise binnen de groep blijft bestaan. Deze is nog steeds niet opgelost omdat een aantal mensen gewoon niet met een aantal andere wenst te praten. Spreker stelt zich niet van de indruk te kunnen ontdoen dat de leiding niet de wil heeft dat op te lossen en dus maar laat begaan. Spreker is van oordeel dat het hoog tijd is om de koe bij de horens te nemen; de leidinggevenden hebben in deze ook een verantwoordelijkheid. Mevr. Van Damme antwoordt op voorgaande dat er inderdaad soms wrijvingen zijn in de groep. Ter zake zijn er echter al gesprekken geweest, zowel met de betrokkenen als met cel Welzijn. Spreekster stelt toch ook te willen opmerken dat de technische lat toch ook steeds hoger wordt gelegd; dat creëert binnen de groep ook druk. De minimale kennisvereisten zijn nu vastgelegd, en desgevallend zullen medewerkers moeten worden bijgeschoold om deze vereisten te halen. Dhr. Peeters stelt te constateren dat er toch reeds maatregelen zijn genomen om de spanningen binnen de groep te reduceren. Spreker raadt ICT aan om dit ook te bespreken met het departement Personeel & Organisatie (evt. aanstelling van een consultant). Het Basisoverlegcomité NEEMT KENNIS van de evolutie van het aantal oproepen naar de eerstelijns ICT Service desk. Het Basisoverlegcomité dringt er bij het departement ICT op aan de spanningen binnen de groep medewerkers te bespreken en te zoeken naar constructieve oplossingen. Cf. bijlage 9 11.
OVERIGE DIENSTEN
11.1
Wijziging roulement ondergronds vervoer en aanvullend roulement bij de dienst Patiëntenvervoer
Dhr. Demeyere licht toe dat, in het licht van de wijziging van het vervoer (van ondergronds naar via de campusader), een nieuw roulement ondergronds vervoer en aanvullend roulement bij de dienst Patiëntenvervoer werd uitgewerkt. Het betrokken personeel werd daarbij gehoord. De vakorganisaties maken met betrekking tot het voorstel de volgende bemerkingen: -
VSOA pleit ervoor de middagshift te laten beginnen om 12u00 in plaats van 11u30;
-
In het rooster 100% staat in week 7 een fout: er is maar een halfuur pauze voorzien in plaats van 1 uur;
-
Er wordt gevraagd consistent CD te gebruiken (en niet CD en VD dooreen).
De wijziging roulement ondergronds vervoer en aanvullend roulement bij de dienst Patiëntenvervoer wordt ONGUNSTIG GEADVISEERD. Er wordt gevraagd het voorstel rekening houdend met bovenvermelde bemerkingen aan te passen en dit volgend BOC opnieuw voor te leggen. Cf. bijlage 10 12.
VARIA
12.1
Boordtabel
-
Met betrekking tot punt 3 (project BILUKA) wordt gesteld dat het project een nieuwe timing heeft gekregen. Gelet op deze nieuwe timing is de opleiding niet meer acuut aan de orde. Derhalve zal in de boordtabel de termijnaanduiding “a.s.a.p.” worden vervangen door “september 2011”.
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 9 van 11
-
Met betrekking tot punt 6 (verzelfstandiging D.R.U.G.) stelt dhr. Naeye dat op 25.11.2010 een personeelsvergadering met alle medewerkers van de D.R.U.G. plaatsvindt. Spreker stelt dat een verzelfstandiging echter nog niet onmiddellijk realiseerbaar is. Opdat dit mogelijk zou zijn, moet nog veel gebeuren. Dhr. Peeters vult vorige spreker aan en stelt dat een verzelfstandiging inderdaad een complex probleem is. Er is tijd nodig om alle aspecten ervan te onderzoeken. Het beheer heeft zeker niet de intentie de groei van de D.R.U.G. in te perken of af te remmen; de tewerkstelling komt dan ook zeker niet in gevaar. Wel wordt bestudeerd hoe men de activiteit kan optimaliseren, wil men de D.R.U.G. verder laten groeien. Mevr. Vindevoghel stelt dat het personeel zo snel mogelijk gerustgesteld moet worden. Spreekster stelt ook graag uitgenodigd te willen worden op de personeelsvergadering van 25.11.2010.
Cf. bijlage 11 12.2
Polikliniek Neurochirurgie
Mevr. Verstuyft stelt dat de bereikbaarheid van de poli Neurochirurgie veel te wensen over laat. Op de poli zouden ook zaken gebeuren die absoluut niet kunnen, zoals het uitvoeren van consultaties op de gang. Daarnaast is er ook een tekort aan bureelruimte (één arts heeft zelfs geen bureel). Dhr. Peeters stelt dat men naar aanleiding van de asbestproblematiek hoopt te komen tot relatief snelle verbouwingen. Een plan ter zake wordt uitgewerkt; op korte termijn zal dat wel extra druk zetten op K12, maar op termijn zal dat ook aanleiding geven tot een herschikking binnen K12, die op haar beurt moet leiden tot het oplossen van problemen zoals dat aangehaald met betrekking tot de poli Neurochirurgie. 12.3
Onthaal Spoedopname
Mevr. Van Keirsbilck stelt dat het roulement van het onthaalpersoneel op de spoedopname is gewijzigd naar aanleiding van de opening van het CDZ (er is nu minder onthaalfunctie aanwezig op de Spoedopname). Spreekster vraagt dat volgende keer te agenderen. 12.4
Salarisstrook
Dhr. Derycke stelt dat de salarisstrook van oktober 2010 zéér laattijdig is verstuurd. De meeste personeelsleden hebben die pas gisteren ontvangen. Er wordt gevraagd naar de oorzaak. Dhr. Naeye stelt dat een technisch probleem aan de basis lag van het laattijdig kunnen versturen van de salarisstrookjes. Het is zeker geen structureel probleem. 12.5
Neonatologie
Dhr. Derycke waarschuwt het beheer voor het uitbreken van een spontane acties op de dienst Neonatologie, die – in voorkomend geval en welke de acties ook zijn die door het personeel zouden worden genomen – ten volle zal worden gesteund door ACOD. Alle interventies ten spijt, is de situatie er nog steeds niet veranderd; een situatie die een dienst met een internationale reputatie onwaardig is. Spreker stelt dat het beheer dringend moet ingrijpen.
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 10 van 11
12.6
SP-Expert
Mevr. Vindevoghel merkt op dat in SP-Expert een verlofdag genomen in vervanging van een feestdag automatisch wordt vastgelegd op de eerste werkdag volgend op de feestdag. Het personeelslid heeft echter een vrije keuze; de verlofdag dient niet d’office op die dag te worden genomen. SP-Expert dient ter zake aangepast te worden.
De plv. secretaris
Carl VANLERBERGHE stafmedewerker Algemene Directie
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, B-9000 Gent www.uzgent.be
De voorzitter van het Basisoverlegcomité
Jef PEETERS afgevaardigd bestuurder
BOC 2010.18.11 – Notulen ter goedkeuring – Blz. 11 van 11