. ,S .A TI A KA FI L ht © rig op y C
Basis om te leren breien
W
BEGINNEN MET BREIEN
E
BEGINVORMEN
Trek elke draad aan met de overeenkomende hand om de nieuwe steek op de naald te zetten. Herhaal vanaf de tweede stap.
Met de rechterhand de draad nemen en deze over de naald halen, hierbij het gevormde lusje met de linkerhand niet loslaten.
TI A
,S .A
.
Er valt een draad aan elke kant van de naald, de draad die uit de bol komt wordt vastgehouden met de rechterhand en de andere draad met de linkerhand, met de linkerhand een lusje vormen en de naald in het midden insteken.
op y
rig
I
Met de linkerhand, het lusje over de punt van de naald halen, hierbij de andere draad vasthouden met de rechterhand.
KA
W
Haal een draad uit de bol garen, 3 maal de breedte van het te breien werkstuk, maak een knoop op de naald zoals aangegeven op het figuur, met beide handen elke draad aantrekken zodat er een lusje gevormd wordt rondom de naald, dit lusje is de eerste steek.
FI L
K
Simpele opzet
ht ©
R
J
C
Opzetten in buissteek
Met een draad van een andere kleur, de helft van het aantal gewenste steken opzetten, plus 1 steek. Met de draad waarmee gebreid wordt
Z
E
1e naald:
* 1 st. rechts, 1 draadomslag *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. rechts.
2e naald:
* haal de draad naar de voorkant van het werk, zet 1 st. zonder te breien op de rechternld. en hierbij insteken alsof deze st. averechts gebreid wordt (van rechts naar links), brei de draadomslag rechts *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald zetten.
3e naald:
* 1 st. rechts, haal de draad naar de voorkant van het werk, zet 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. rechts.
4e naald:
* zet 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald, haal de draad naar de achterkant v.h. werk, brei 1 st. rechts *, herhaal van * tot * en eindig met 1 st. zonder te breien averechts op de rechternaald zetten.
Herhaal de 3e en 4e naald 1 of 2 keer afhangend van de dikte van het garen, indien het garen dun is 2 naalden meer breien. Bij het beeïndigen, de draad van de andere kleur afknippen en verderbreien met de aangegeven steek.
2
W
BASIS VAN DE BREISTEKEN Steek rechts
W
I
,S .A
.
Met de rechterhand de draad over de rechternaald halen en vasthouden zodat deze draad op de naald blijft ( er komt een lus op de rechternaald). Trek de rechternaald naar achter en haal hierbij de lus door de binnenkant van de steek op de linkernaald.
Steek averechts
Met de rechterhand de draad over de rechternaald halen, naar boven houden en vasthouden zodat deze draad op de naald blijft ( er komt een lus op de rechternaald). Trek de rechternaald naar achter en haal hierbij de lus door de binnenkant van de steek op de linkernaald.
Wanneer de lus door de steek gehaald is, de steek van de linkernaald laten vallen. Er is een nieuwe steek gevormd op de rechternaald.
TI A
Met de draad aan de voorkant van het werk, de rechternaald insteken in het midden van de eerste steek van de linkernaald, haal hierbij de naald achter de steek.
KA
K
Wanneer de lus door de steek gehaald is, de steek van de linkernaald laten vallen. Er is een nieuwe steek gevormd op de rechternaald.
FI L
R
Met de draad aan de achterkant van het werk, de rechternaald insteken in het midden van de eerste steek van de linkernaald, haal hierbij de naald vóór de steek.
ht ©
E
rig
Draadomslag
Zet de draad aan de voorkant van het werk en haal de draad over de rechternaald.
In de volgende naald, de draadomslag idem breien zoals de andere steken van de naald, op deze manier is er één steek gemeerderd.
C
J
op y
Dit is het toevoegen van steken om zo gaatjes te vormen.
Z
Brei de volgende steek van de linkernaald. De draadomslag zal hierna een steek meer vormen op de naald, maar bij de basis van de draadomslag vormt zich een gaatje.
Steek zonder te breien of verlengde steek E
3
Zet de draad aan de achterkant van het werk, steek de rechternaald in de volgende steek van rechts naar links (alsof deze steek averechts gebreid wordt). Laat deze steek zonder te breien overglijden op de rechternaald en brei normaal verder.
Omdat deze steek niet gebreid is, is deze steek langer dan de andere steken en aan de verkeerde kant van het werk valt een draad. In de naald aan de verkeerde kant van het werk, deze steek averechts breien.
W
Twee steken rechts samenbreien Steek de rechternaald in de 2 eerste steken van de linkernaald om rechts te breien (van links naar rechts).
Houdt er rekening mee, dat bij het samenbreien van 2 steken rechts, zal er 1 steek minder zijn in het totaal aantal steken.
E
Zet een draad op de rechternaald en haal deze door de 2 steken.
K
Verdraaide steek
Enkele mindering
I
Houdt er rekening mee dat er 1 steek minder zal zijn in het totaal aantal steken.
C
J
Met de linkernaald, de ongebr. steek van de rechternaald opnemen en over de steek rechts halen (laatste steek van de rechternaald).
op y
rig
Brei de volgende steek rechts.
ht ©
Laat 1 steek zonder te breien overglijden op de rechternaald en insteken alsof deze steek averechts gebreid wordt.
FI L
W
KA
TI A
Steek de naald aan de achterkant in van de te breien steek en brei rechts.
,S .A
.
R
Dubbele mindering Z
Laat 1 steek zonder te breien overglijden op de rechternaald en insteken alsof deze steek averechts gebreid wordt.
Met de linkernaald, de ongebr. steek van de rechternaald opnemen en over de 2 samengebr. steken rechts halen (laatste steek van de rechternaald).
E
Brei de volgende 2 steken samen rechts.
Houdt er rekening mee dat er 2 steken minder zijn in het totaal aantal steken.
4
W
E
Twee steken gebreid in eenzelfde steek Er zijn verschillende manieren om 2 steken in eenzelfde steek te breien. Steek de naald in de steek die zich onder de te breien steek bevindt en brei rechts.
Houdt er rekening mee dat er 1 steek meer zal zijn in het totaal aantal steken. De andere manier is om 1 steek rechts te breien en zonder van de linkernaald te halen, de rechternaald opnieuw insteken in dezelfde steek, maar aan de achterkant en opnieuw rechts breien.
Brei de steek van de linkernaald rechts.
,S .A
.
R
Steken laten wachten
W
Wordt veel gebruikt voor het breien van kabels. Kabel naar links: zet de steken van de linkernaald op een hulpnaald aan de voorkant van het werk, hierna het gewenste aantal steken breien, opnieuw de steken van de hulpnaald op de linkernaald zetten en uiteindelijk deze steken breien.
TI A
ht ©
Een naald of toer, is breien van rechts naar links over alle steken van de naald. Wanneer in de beschrijving aangegeven wordt: meerderen of minderen elke 2 naalden als volgt tellen: Naald aan de goede kant van het werk, waarin bij het begin en einde van de naald gemeerderd of geminderd wordt. De volgende naald, aan de verkeerde kant van het werk, tellen als de eerste naald. De volgende naald, aan de goede kant van het werk, tellen als de tweede naald waarin opnieuw gemeerderd of geminderd wordt.
J
Kantsteek
op y
rig
I
FI L
Naald of toer
Kabel naar rechts: zet de steken van de linkernaald op een hulpnaald aan de achterkant van het werk, hierna het gewenste aantal steken breien, opnieuw de steken van de hulpnaald op de linkernaald zetten en uiteindelijk deze steken breien.
KA
K
C
Dit is de steek op de uiteinden. (deze steek valt aan de binnenkant wanneer het werkstuk in elkaar gezet wordt). Voor een mooie kantsteek, de eerste steek van elke naald andersom breien dan deze voorkomt.
Z
E
5
Alvorens te beginnen met een werkstuk, is het heel belangrijk een proeflapje te maken van 10x10 cm. in dezelfde steek als waarmee het werkstuk gebreid wordt en dit te vergelijken met de aangegeven steekverhouding in het tijdschrift, zoniet, dan komen de maten niet overeen met de aangegeven maten in het tijdschrift. Indien je minder steken en naalden hebt, het proeflapje opnieuw maken, maar met dikkere naalden. Indien je echter meer steken en naalden hebt, moet je dunnere naalden gebruiken. Het naaldnummer wat aangegeven staat in het tijdschrift is het naaldnummer wat gebruikt is door degene die dit werkstuk uitgevoerd heeft, maar iedereen heeft een andere manier van breien. Het belangrijke is niet het naaldnummer dat gebruikt wordt, maar dat het proeflapje van 10x10 cm. precies overeenkomt met wat het tijdschrift aangeeft, op deze manier zijn we er zeker van dat het werkstuk dezelfde afmetingen heeft als aangegeven op het patroon.
W
MEEST GEBRUIKTE BASISSTEKEN BELANGRIJKE OPMERKING:
Rechtse tricôtsteek 1e naald: rechts breien
Ribbelsteek
1e naald: averechts breien
Alle steken en alle naalden rechts breien
2e naald: rechts breien
TI A
K
2e naald: averechts breien
Averechtse tricôtsteek
.
R
In de beschrijving of grafiek van een steek, komt de 1e naald altijd overeen met de goede kant van het werk; indien dit niet zo is, wordt dit vermeld in de tekst. Het is ook erg belangrijk er rekening mee te houden dat de grafieken weergegeven zijn zoals de steken naald voor naald gebreid moeten worden (d.w.z. goede kant van het werk en verkeerde kant van het werk) en niet zoals de steken eruit zien op de foto.
,S .A
E
1e naald: * 1 steek rechts., 1 steek averechts *, herhaal van * tot *. 2e naald en alle volgende naalden: brei de steken zoals ze voorkomen (brei rechts de steken die rechts voorkomen en averechts de steken die averechts voorkomen).
ht ©
I
1e naald: * 2 steken rechts., 2 steken averechts *, herhaal van * tot *. 2e naald en alle volgende naalden: brei de steken zoals ze voorkomen.
FI L
W
Boordsteek 2x2
KA
Boordsteek 1x1
rig
Jacquardsteek
Met de twee draden aan de achterkant van het werk, het aangegeven aantal steken in een kleur breien tot alle steken aangegeven op de grafiek gebreid zijn.
C
J
op y
Wordt gebreid in rechtse tricôtsteek, maar wissel de kleur om zo een motief te vormen als aangegeven op een grafiek. Elk vierkantje van de grafiek komt overeen met 1 steek en 1 naald.
Z
E
6
Neem een draad van een andere kleur en brei verder, houdt er rekening mee dat het erg belangrijk is om de draden te kruisen wanneer de kleur wisselt.
De draden vallen aan de achterkant van het werk zoals te zien op het figuur.
Wanneer het motief erg groot is of wanneer de motieven ver uit elkaar liggen, om te vermijden dat er lange draden komen aan de achterkant van het werk, een klein bolletje garen nemen voor elk kleurgedeelte en rechtse tricôtsteek breien volgens grafiek. Het allerbelangrijkste is om de draden te kruisen bij elke kleurwisseling, indien dit niet gebeurd vallen er gaatjes in het breiwerk.