afdeling Naarden – Bussum
BANG De donkere kant in mij. 16 maart 2014
Welkom en mededelingen Aansteken kaarsen Wij ontsteken deze kaars als symbool van ons zoeken naar licht en naar wijsheid. Drempeltekst/openingsgebed God, help ons om zo nu en dan even stil te staan, zoals nu, om na te denken over onszelf en de wereld. Geef dat we dan dromen over hoe het kan zijn. dan ontdekken we ook wat er nog moet veranderen. Openingslied Nieuwe Liedboek: 321, 1 en 2 Niet als een storm, als een vloed, niet als een bij aan de wortel komen de woorden van God, niet als een schot in het hart
Maar als een glimp van de zon, een groene twijg in de winter, dorstig en hard deze grond zo is het koninkrijk Gods.
Woord ten geleide (toelichting) Goedemorgen. Zoals u weet hebben we in maart vier keer een thema dat gaat over de belangrijke emoties waar we allemaal weleens van tijd tot tijd last van hebben. Ze worden ook wel de 4-B emoties genoemd. Alle vier beginnen ze met de letter ‘B’. Verleden week was ‘boos’ aan de beurt en vandaag gaan we kijken waar we ‘bang’ voor zijn. Dan blijven voor de twee komende weken over ‘blij’ en ‘bedroefd’. 1
‘Bang’ dus, vandaag. Allemaal kennen we angst. Als kind komen we er al mee in aanraking. En door ervaringen op allerlei gebied hebben we geleerd om angstig te zijn. Want hoewel we het ons niet altijd bewust zijn, heeft deze emotie een functie. In ons lichaam maakt alles zich gereed om bij een dreiging te kunnen vluchten. Vanmorgen gaat het niet over de voor de hand liggende angsten, zoals bijvoorbeeld de angst om te vliegen, of hoogtevrees, of bang zijn voor spinnen, liften, of smetvrees, hoe ingrijpend die ook kunnen zijn. Ik bedoel ook niet de angst voor oorlog, hoe vreselijk ook. Mijn moeder zou, als ze nog had geleefd, door de toestand in de Oekraïne van de afgelopen weken, druk in de weer zijn met hamsteren, zoals zeep, lucifers, blikken conserven enz. Een overblijfsel uit de oorlogstijd en de koude oorlog daarna. Nee, Ik wil het hebben over een angst die diep in ons binnenste wortelt. Die ik ook wel de donkere kant in mezelf wil noemen. Iets waar ik liever niet mee te koop loop. Wat speelt zich daar af? En zetelt daar wellicht ook mijn Tegenover? En mogelijk of waarschijnlijk is wat we vandaag horen niet alleen gericht op mij??? Daarom graag samen het volgende lied: Laten we het elkaar toezingen… Vrede voor jou! Lied Groene bundel 12: 1 (melodie lied nr. 865) Vrede voor jou, hierheen gekomen, Zoekend met ons om mens te zijn. Jij maar alleen, jij met je vrienden, Jij met je last, verborgen pijn. Vrede, genade, God om je heen, Vergeving, nieuwe moed voor jou en iedereen. Lezing Laten we nu eerst luisteren naar Genesis 32:23-32. Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ De ander vroeg: 2
‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij. Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ Jakob vroeg: ‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar. Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’ Zodra hij bij Peniël was overgestoken, zag hij de zon opkomen. Jakob liep mank. (‘peni’ = ‘gezicht’ + ‘El’ = ‘God’)
Lied: Groene bundel 12: 3 (melodie lied nr. 865) Gij die ons kent, Gij die ons aanvoelt, Gij die de hele wereld draagt: Kom naar ons toe, leer ons te leven, help ons te zien wat ieder vraagt tijd om te leven, kans om te zijn, een plek om nu en ooit gezien, aanvaard te zijn. Overdenking We zongen net: een plek om nu en ooit gezien, aanvaard te zijn. Een wens, of liever gezegd een bede. Een bede om verlost te worden van die lastige, duistere kant in onszelf. Een kant in ons waar we zelfs bang van kunnen worden. Ben ik dat? Denk en doe ik dit soort dingen? Donkere kanten die ook Jakob volop kent. Het verhaal van Jakob is groter dan het bijbel-gedeelte dat we zojuist hoorden. Het vertelt over de duistere kanten die in een mens kunnen zijn. U kent natuurlijk de geschiedenis van Jakob wel. Esau, zijn broer, omkopen met een bord linzensoep voor het eerstgeboorterecht. Zijn vader bedriegen door zich voor te doen als zijn broer en daarbij de zegen afdwingen. Daarbij geholpen door zijn moeder. Ook zij heeft dus haar donkere kanten. Zij houdt van de ene zoon meer dan van de andere. Toen Esau er achter kwam wat Jakob hem had aangedaan, ontstak hij in woede en moest Jakob vluchten. In het verhaal daarover wordt verteld hoe, Jakob op de vlucht de eerste nacht ging uitrusten, de zon was ondergegaan. Ook in het net gelezen gedeelte horen we: het was nog nacht en aan het eind van ditzelfde gedeelte lezen we …zag hij de zon opkomen. Twee – zo op het oog - gewone 3
tijdsaanduidingen. Maar het gaat hier om meer dan alleen maar tijdsaanduidingen. Het geeft de gemoedsstemming weer van Jakob. Eerst was het nog donker en na de strijd met de onbekende kwam de zon op. Over die onbekende straks meer. Trouwens op uw liturgieboekje ziet u een afbeelding van het gevecht van Jakob met de onbekende. Het is een standbeeld van Phillip Ratner. Jakob komt sterk uit het gevecht. Hij is die nacht alleen gebleven en is gaan nadenken over alles wat hij met zijn daden heeft aangericht. Hij is doodsbenauwd voor Esau die hem verderop opwacht. Staat Esau hem nog naar het leven? Over het gevoel dat Jakob bij zichzelf weet op te roepen tijdens het gevecht, horen we het kwartet zingen. Het is een Kyriegebed en heet ‘Wees genadig’. U hoort Kyrie eleison zingen, dat betekent: Heer, ontferm u over mij. Het is een smeekbede waarin God wordt aangeroepen om ontferming. Een tekst die Jakob gezongen zou kunnen hebben in zijn nood. Lied: Wees genadig – Kyrie-gebed (verzameld liedboek: liturgische gezangen op teksten van Huub Oosterhuis)
Wees genadig, Gij die genade zijt was mij schoon en ik zal witter worden dan sneeuw. Geef een nieuw hart. Zend uw geest dat ik herschapen word. Als dat zou kunnen. Wees genadig, kom bevrijden. Wees genadig, kom bevrijden. Kyrie eleison. God van God, licht van licht Ware God van ware God Wees genadig, kom bevrijden. Kyrie eleison. Wees genadig, kom bevrijden. Kyrie eleison. Geboren, niet gemaakt één van hartstocht en bezieling één in wezen met de Vader Wees genadig, kom bevrijden. Kyrie eleison. 4
De vertelling over Jakob is dus niet alleen een boeiend en spannend avontuurlijk verhaal, het is vooral ook van betekenis voor onszelf. Dat vraagt om het verhaal op een andere manier te lezen. Het gaat over nacht en zonsopgang. Het gaat over de rivier oversteken en de oude wereld achterlaten en een nieuwe betreden. Het gaat over de duistere kanten die beschreven staan en die we als we eerlijk durven zijn ook in onszelf herkennen. Ik noem er een aantal die ik al lezende in het hele verhaal ben tegengekomen, begrippen, zoals: liegen - bedriegen - jaloezie - belangrijk voelen – opscheppen - trots - vijandschap rancunes, om bang van te worden. En het gaat over een botsing. Een botsing met de broer, met de vader, een botsing van de moeder met de andere zoon. Maar bovenal een botsing, liever gezegd een gevecht, met “iemand” – zoals het verhaal zegt – of zoals ook wel geschreven wordt een gevecht met een engel of God. Het wordt in het verhaal niet echt duidelijk wie die “iemand” nu eigenlijk is. Zou het kunnen zijn dat het een worsteling is met jezelf? Met God in jezelf? Jakob is bang. Hij ziet met angst en beven de komende ontmoeting met Esau tegemoet. ‘s Nachts wordt hij geplaagd door schuldgevoel over alles wat hij Esau heeft aangedaan. Misschien herkent u het: ook ik wordt weleens – bij voorkeur ‘s nachts - geplaagd door allerlei gevoelens. Ze houden me uit de slaap, ze bezorgen me steeds weer opnieuw als het ware een blos van schaamte en in zo’n - extra lange – nacht komt ook vaak het gevoel dat sommige dingen niet meer recht te zetten zijn. Net zoals Jakob ook niet meer zijn vroegere daden kan rechtzetten. De theoloog en psychotherapeut Herman Andriesen schrijft daarover: De gestalte van iemand die we tekort deden, kan ineens in ons opstaan. Soms zijn er verontrustende dromen. En ook al weten we niet precies waar die over gaan, we voelen heel goed aan dat ze te maken hebben met de oneffenheden in ons verleden. Het is gebeurd, voorbij en onherroepelijk. Dat vraagt om aanvaarding en eventueel het opnemen van onze schuld, Wanneer dat gebeurt sluiten we wellicht toch nog vriendschap met onze donkere tijd. Zo iets vraagt aandacht en ruimte. Ik vond een gedichtje wat vertelt over hoe dat verleden je parten kan blijven spelen. Het gedicht trof ik aan in een boek van onze kleindochter. Zij had een CD gekregen met de muziek van Moessorgski en dat De Schilderijententoonstelling heet. In het boek was bij elk muzikale schilderij een verhaal geschreven. Mij trof het verhaal: Het oude kasteel Er staat een kasteel in het bos van Tevoren. Een donker en somber kasteel. Met keldergewelven en donkere gangen. Met muren van steen die nog nooit zijn behangen. 5
Zo zijn er waarschijnlijk niet veel. Men zegt dat het spookt in het bos van Tevoren. Vooral bij dat oude kasteel. Daar kun je ze voelen, daar kun je ze horen. Daar zweven de geesten gewoon om je oren. Het zijn er onnoemelijk veel. Dus ben je een keer in het bos van Tevoren En zie je dat oude kasteel, Denk dan om die geesten en blijf daar niet hangen, Ze zullen je lokken, ze zullen je vangen En opsluiten in hun kasteel! Dat is wat we in ieder geval moeten zien te voorkomen. Opgesloten worden in het donkere kasteel van je binnenste. Net als Jakob moeten we het gevecht aan met de spoken en geesten. Hoe stond dat ook al weer in de tekst? … Eerst was het nog donker en na de strijd met de onbekende kwam de zon op. Wie is die onbekende? Die mij confronteert met de duisternis van mijn zwakheden? In het scheppingsverhaal wordt geschreven hoe Adam een partner krijgt, ‘een tegenover’, die hem tot hulpe is en die bij hem past. Is de onbekende die in mij strijdt ook ‘mijn tegenover’? De tegenover die mij gegeven is om mij ook de andere kant te laten zien. Gaat het over zelfkennis en over geweten? Durven we bij het lezen van het verhaal een gesprek aan te gaan met onszelf? Of praten we er snel overheen. Soms onbewust zouden we het uit de weg kunnen gaan, omdat we vermoeden dat een dergelijk gesprek/gevecht met jezelf pijn zal gaan doen? Het verhaal over Jakob gaat over groei, over mens worden. Jakob spreekt over “God zien” (peniël) en de betekenis daarvan is menswording. Het verhaal over Jakob gaat ook over mijn menswording. Over de erkenning dat we het onvolmaakte en het volmaakte beide in ons dragen. Het verhaal van Jakob brengt mij bij de innerlijke wijsheid dat in ieder mens ‘dag en nacht’ aanwezig zijn en dat we daarin gelijk zijn aan de ander èn met die ander verbonden. Als we door de pijn zijn heengegaan kunnen we mogelijk ook komen tot het besef dat er heus nog wel eens momenten zijn dat de geesten uit het “bos van Tevoren” ons dreigen te gaan plagen. Maar…. Ooit zei iemand tegen mij : het is als een litteken, een wond die genezen is, maar soms met een noordwestenwind voel je dat je ooit een open wond had. Zo zal Jakob altijd hinken, omdat zijn heup werd aangeraakt door de “onbekende”. Het gevecht in de nacht brengt Jakob verzoening met zijn broer en bevrijding van de aanklagende gevoelens. Zo wordt Jakob Israël, strijder vóór God 6
Het kwartet zal daarover zingen het lied: Lied: ik zal niet rusten (nr. 999 nieuwe liedboek) Ik zal in mijn huis niet wonen ik zal op mijn bed niet slapen ik zal mijn ogen niet dichtdoen ik zal niet rusten, geen ogenblijk, voordat ik heb gevonden: een plek waar Hij wonen kan, een plaats om te rusten voor Hem die God is, de enige ware. Ik zal in mijn huis niet wonen ik zal mijn ogen niet dichtdoen ik zal niet rusten, geen ogenblijk, ik mag versmachten van dorst, tot ik gevonden heb: een plek waar de doden leven, een plaats waar recht wordt gedaan aan de verworpenen der aarde. Stilte en muzikale meditatie Gebed Laat ons bidden: Het Vredesgebed (gebaseerd op een boeddhistische meditatie) Laat ons - als we bij elkaar zijn om voor vrede te bidden - waarlijk samen zijn. Laat ons in harmonie zijn met onszelf, ons lichaam en onze geest, onze emoties en onze ziel. Daar waar de donkere gevoelens wonen en waar mijn helpende ‘Tegenover’ huist. Laat ons naar onszelf terugkeren en helemaal onszelf worden. Laat ons ons bewust zijn van onze oorsprong, die voor ons en al wat leeft gemeenschappelijk is. Laat ons bidden dat alle levende wezens beseffen dat ze elkaars broeders en zusters zijn, allen gevoed uit dezelfde levensbron. Laat ons bidden dat we ermee ophouden de oorzaak van lijden voor elkaar te zijn. Laat ons bidden met nederigheid, bewustzijn van de uniekheid van het leven en met mededogen voor degenen om heen die lijden, Laat ons in dit gebed ook denken aan de mensen in onzekere tijden zoals in de Krim en in de Oekraïne. Ook denken we aan de mensen in Syrië, die zich nu al drie jaar in een uitzichtloze toestand bevinden. En aan allen op deze wereld die zich zo graag gehoord zouden willen voelen. 7
Laten we in stilte denken aan hen en aan al diegenen die verlangen naar een teken van liefde en verlangen naar een ontmoeting waarin men zich gekend voelt. …… We bidden dat we net als Jakob de rivier over kunnen gaan om weer opnieuw te beginnen.
Amen Collecte Slotlied nr. 419: 1, 2, 3 Wonen overal Zegen De Eeuwige zegent u en beschermt u, de Eeuwige doet het licht van zijn gelaat over u schijnen en is u genadig, de Eeuwige wendt zijn gelaat u toe en geeft u vrede. Amen Doven van de kaars
8