Masarykova univerzita Filosofická fakulta
Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky
Bakalářská diplomová práce
2008
Martina Veliká
Masarykova univerzita Filosofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura
Martina Veliká
Onderworpen aan de Koran: De beeldvorming van een liefdesrelatie tussen een Nederlander en een allochtoon in Robert Ankers Hajar en Daan en Abdelkader Benali´s De Langverwachte Bakalářská diplomová práce
Vedoucí práce: Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A.
Brno 2008
Graag wil ik mijn dank uitspreken aan Sofie Royeaerd voor haar begeleiding, hulpvaardigheid en vooral voor haar geduld. Ik dank ook mijn familie voor een onbeperkt vertrouwen en voor hun steun. Ráda bych poděkovala Sofie Royeaerd za vedení, rady, ochotu pomoci a především za ohromnou trpělivost. Děkuji také rodině za neutuchající důvěru a podporu.
-1-
„Prohlašuji, že jsem diplomovou práci vypracovala samostatně s využitím uvedených pramenů a literatury.” ............................................................... podpis autorky práce
-2-
Inhoud: 1
Inleiding ............................................................................................................................. 4
2
Methodologie ..................................................................................................................... 6
3
Close reading ...................................................................................................................... 8 3.1
Liefdesgeschiedenissen .............................................................................................. 8
3.1.1
Hajar en Daan .................................................................................................... 8
3.1.2
De langverwachte ............................................................................................. 10
3.2
Personages ................................................................................................................ 11
3.2.1
Hajar en Daan .................................................................................................. 11
3.2.2
De langverwachte ............................................................................................. 14
3.2.3
Samenvatting .................................................................................................... 17
3.3
Vertellers en focalisatie ............................................................................................ 19
3.3.1
Hajar en Daan .................................................................................................. 19
3.3.2
De langverwachte ............................................................................................. 21
3.3.3
Samenvatting .................................................................................................... 22
3.4
Motieven................................................................................................................... 23
3.4.1
Allochtoon gezin ............................................................................................... 23
3.4.2
De islam en enkele onderdelen daarvan .......................................................... 26
3.4.2.1
Houding tegenover vrouwen ........................................................................ 27
3.4.2.2
Hoofddoek .................................................................................................... 28
3.4.2.3
De imam ....................................................................................................... 29
3.4.3
Vrouwelijke kracht ........................................................................................... 30
4
Conclusie .......................................................................................................................... 32
5
Literatuur .......................................................................................................................... 34
-3-
1 Inleiding Nederland is elke dag steeds meer een multiculturele maatschappij aan het worden. Het aantal allochtonen, met name het niet-westerse daarvan, stijgt elk jaar. Daarmee verspreiden er zich verschillende nieuwe, zowel positieve als negatieve, verschijnselen. Ernstige problemen lieten niet lang op zich wachten. Integratie is moeilijk en tolerantie niet eindeloos. Al die feiten hebben invloed onder andere op de kunst. In de laatste tien jaar van de twintigste eeuw zijn er veel auteurs binnen de Nederlandse literatuur gekomen, die als allochtone schrijvers worden beschouwd. Deze term betekent dat die schrijvers hun wortels ergens anders dan in Nederland hebben. Of ze zijn in het buitenland geboren of ze zijn kinderen van immigranten. Allochtone literatuur kan echter geen bepaalde stroming vormen, want de schrijvers verschillen wat hun culturele achtergrond (auteurs uit de Maghreblanden, maar ook van Oost-Europa of van China) en ook wat de thematiek van hun boeken betreft. Maar het feit dat ze vaak de multiculturele samenleving in Nederland onder woorden brengen valt niet te ontkennen. Herbert Van Uffelen heeft echter in zijn artikel Geboren worden is een vorm van herinneren, waarin hij de Nederlandse allochtone schrijvers onderzoekt, opgemerkt dat men zich bij het begrip allochtone literatuur iets exotisch voorstelt. „Literatuur van allochtone schrijvers staat voor een exotische vorm van Nederlandse literatuur en is een literatuur die er wel bij hoort en toch weer niet.” [Uffelen 2004: 691] Verder in het artikel beweert hij dat er weinig verschillen opvallen tussen de allochtone en de Nederlandse schrijvers van het eind van 20e/het begin van 21e eeuw. Wat de thematiek betreft bevinden deze twee groepen van schrijvers zich allebei in een postmoderne wereld van ontworteld-zijn en van nergens-ergenszijn. Een man kan dus makkelijk een allochtoon in de wereld van een vrouw zijn. Ik heb een thema gekozen die met de allochtonen in Nederland samenhangt. In mijn scriptie staat een liefdesrelatie centraal die zich tussen een Nederlander/Nederlandse en een allochtoon afspeelt. Dergelijke relaties komen in de werkelijkheid vaak voor en zijn een gevolg van de multiculturele samenleving. Hoe groot is de rol van de islam in deze liefdesrelaties? Een van de allochtone auteurs, Abdelkader Benali, beschrijft in zijn boek De langverwachte een liefdesrelatie tussen een Marokkaanse jongen en een Nederlands meisje. Hajar en Daan van Robert Anker behandelt een gelijkaardig thema, maar in dit geval gaat het om een relatie tussen een Nederlandse leraar en zijn Marokkaanse studente.
-4-
In mijn scriptie zal ik dus de volgende vraagstelling verwerken: Hoe beschrijft Robert Anker een liefdesrelatie tussen een Nederlander en een allochtoon en hoe doet Abdelkader Benali dat? Mijn aanpak bevat telkens de liefdesrelatie tussen man en vrouw. Daarnaast zal ik mijn scriptie tot de Nederlands-allochtone relaties beperken. De stellen waar beiden Nederlanders of beiden allochtonen zijn laat ik staan. Ik wil de beeldvorming van de liefdesrelatie bij beide schrijvers bestuderen. Daarvoor heb ik de methode van close reading gekozen. In het Close reading deel van mijn scriptie zal ik me op de teksten van de romans concentreren zonder gebruik te maken van cultuurhistorische en biografische informatie. Ik zal mijn aandacht richten op de manier waarop de keuze van focalisator en verteller de beeldvorming beïnvloedt. In het geval van boeken waarin de cultuurverschillen een belangrijke rol spelen kan de beeldvorming van verschillende aspecten (gemeenschappen, religies) op de verteller/focalisator gebaseerd zijn. De thematiek van een relatie die met de islam te maken heeft biedt ook de mogelijkeid om de beeldvorming van deze religie te bestuderen. Eerst wil ik de verhaaltechnieken en de manieren waarop personages, focalisators en vertellers optreden analyseren. Daarna vestig ik de aandacht op enkele motieven, namelijk op het allochtone gezin, op de islam en de onderdelen daarvan en op de vrouwelijke kracht. Deze motieven vallen in beide boeken op of ze tot de feiten behoren die aan de islam vaak gekoppeld zijn. In beide boeken spelen ze kortom een belangrijke rol. Aan het eind van elk hoofdstuk maak ik ook een korte samenvatting die ook een vergelijking tussen Hajar en Daan en De langverwachte bevat.
-5-
2 Methodologie In navolging van mijn vraagstelling zal ik een analyse van Hajar en Daan van Robert Anker en De langverwachte van Abdelkader Benali uitvoeren die zich op de representatie van een liefdesrelatie tussen een Nederlander en een allochtoon richt. In mijn werk staat close reading centraal (hoofdstuk Close reading) en ik zal de verhaaltechnieken analyseren. Als theoretisch kader gebruik ik de publicatie Het leven van teksten samengesteld door Ann Rigney, voornamelijk het hoofdstuk Verhalen daarvan. Dit hoofdstuk houdt zich met vertellingstructuren en verhalen bezig en laat een aantal kernbegrippen de revue passeren. Ik zal vooral personages, vertellers en focalisators bespreken want ze beïnvloeden de beeldvorming van de liefdesrelatie het meest. Verder richt ik de aandacht op de motieven. Daar gebruik ik de terminologie uit het hoofdstuk Verhalen ook mee. De theoretische verklaring en toelichting van de termen uit Het leven van teksten vinden in de inleiding van elk hoofdstuk plaats.
Close reading is een methode van minutieuze lezing van bepaalde tekst zelf zonder gebruik te maken van biografische of andere extra-literaire informatie.1 Ik ga ervan uit dat elke laag van een tekst en elk onderdeel daarvan zijn eigen functie heeft. Ik probeer deze lagen en onderdelen te ontdekken en te beschrijven. De nadruk wordt op die aspecten gelegd die met de liefdesrelatie van de hoofdpersonages iets te maken hebben. Eerst, in het hoofdstuk Liefdesgeschiedenissen, geef ik twee chronologische samenvattingen van gebeurtenissen die bij die twee liefdesgeschiedenissen horen. De reden is tweeërlei: ten eerste wil ik onvermengde verhalen uit boeken halen die rond de liefde draaien. Ten tweede is het handig om het hele verhaal te kennen, het einde inbegrepen, om verdere passages van mijn scriptie te kunnen volgen. Bij dit hoofdstuk hoort echter geen samenvatting bij wat uit de inhoud van het hoofdstuk logisch af te leiden is. Daarna analyseer ik de hoofdpersonages van Hajar en Daan en De langverwachte in termen uit Het leven van teksten (hoofdstuk Personages). Ik behandel expliciete en impliciete karakterisering en round en flat characters. Daarmee schets ik de karaktertrekken van de hoofdpersonages. Dat doe ik om te laten zien wie de geliefden zijn en hoe ze zich in het verhaal gedragen.
1
Close reading. [online]. [Geraadpleegd op 19. 12. 2008]. Adres:
-6-
In het volgende hoofdstuk Vertellers en focalisatie staan vertellers en de focalisatie centraal. Met termen zoals bv. homo- en heterodiëgetische verteller of verteller-focalisator en personage-focalisator laat ik zien hoe deze strategieën uitwerking van het verhaal beïnvloeden en welke effecten dat kan hebben. Het laatste hoofdstuk, die Motieven heet, stelt motieven voor die in een of beide boeken opvallend en kenmerkend zijn. Daarnaast wordt er een analyse van die motieven in functionalistische termen uitgevoerd. Ik vermeld termen gebonden en vrij motief en dynamisch en statisch motief. In correlatie met mijn vraagstelling zijn deze motieven de volgende: allochtoon gezin, de islam en enkele onderdelen daarvan, vrouwelijke kracht. Bovendien maak ik een vergelijking tussen de uitwerking van motieven in deze twee boeken. In de conclusie maak ik een samenvatting van alles wat kenmerkend, opvallend, gemeenschappelijk of verschillend aan de aanpakken van Anker en Benali is.
Er zijn er termen die tot de close reading analyse behoren, maar ik behandel ze niet. Ik besteed geen aandacht aan de wisselwerking tussen sujet en fabula, want het geeft geen bijdrage aan mijn analyse. De aanpak daarvan in beide boeken valt weinig op en is voor mijn vraagstelling niet relevant. Hetzelfde geldt voor een omschrijving van tijd- en ruimteverhoudingen. Een dergelijke analyse zou weinig nieuws naar voren brengen en ze zou ook van de richting afwijken die ik met mijn vraagstelling aangaf.
-7-
3 Close reading 3.1 Liefdesgeschiedenissen Voordat ik met de eigenlijke analyse begin, zal ik hier de geschiedenissen van de liefdesverhalen tussen een Nederlander en een allochtoon in beide boeken kort samenvatten. Zowel in Hajar en Daan als in De langverwachte vinden meerdere (liefdes)verhalen plaats en er treden veel personages op. Zoals ik al vermeld heb beschrijft mijn scriptie de beeldvorming van een liefdesrelatie die zich tussen een persoon met Nederlandse afkomst en een persoon die als allochtoon beschouwd wordt, afspeelt. Dus bespreek ik hier de liefdesrelatie tussen de Marokkaanse Hajar en de Nederlander Daan in Ankers Hajar en Daan, en de relatie tussen het Nederlandse meisje Diana en de Marokkaan Mehdi in De langverwachte. De doel van deze twee samenvattingen is om een basisvoorstelling te schetsen hoe die liefdesrelaties eruit zien en hoe ze verlopen en aflopen. Ook geef ik daarmee een korte voorstelling van de hoofdpersonages zodat ik naar hen in de volgende hoofdstukken makkelijker kan verwijzen.
3.1.1 Hajar en Daan De liefdesrelatie tussen Daan Hollander en Hajar Nait Sibaha staat in het boek Hajar en Daan centraal, maar Robert Anker beschrijft er ook actuele maatschappelijke trends in Nederland zoals de verloedering van het onderwijs, de islamisering van scholen, geweld op straten, problemen tussen oosterse en westerse culturen en religies, de levenswijze van Marokkanen. Daarmee wil ik me in dit hoofdstuk niet bezighouden. Ik zal me telkens op de liefdegeschiedenis van Daan en Hajar concentreren. Daan Hollander is 32 en werkt als leraar geschiedenis aan het DataCare College in Amsterdam. In zijn ongebonden leven kwam verandering vanaf het moment dat hij een liefdesrelatie met Hajar Nait Sibaha had begonnen. Het is namelijk Hajar, een 17-jarige Marokkaanse, die eerst op hem verliefd wordt en hun eerste vrijage initieert. Daarna ontmoeten ze elkaar vrij vaak om de liefde te bedrijven. Ze worden met elkaars werelden, inzichten en karakters geconfronteerd. Hajar richt een Moeder Marokko Vadertje Holland stichting op waar Marokkaanse vrouwen Nederlands leren. Tijdens de vakantie zien ze elkaar helemaal niet. Daan leidt intussen een wild leven vol met vrouwen, feesten, drugs, luxueuze kleren en oppervlakkigheid. Als het nieuwe schooljaar
-8-
begint en Daan weer Hajar ziet, komt hun liefde ten volle tot uiting. Daan is smoorverliefd, hele dagen wacht hij op Hajars telefoon en hij probeert zich met boeken te vermaken. Hij heeft nu geen zin in dingen die hij vroeger graag deed. Zijn vrienden Jimmy en Brian zijn dan ook met andere activiteiten bezig. Maar de eerste problemen aan het licht komen. Hajar moet zich heel oplettend gedragen, want de imam van haar moskee heeft bezwaar tegen de stichting voor Marokkaanse vrouwen, en haar vader wil dat Hajar met haar oom trouwt. Hajar en Daan zien elkaar niet vaak en Daan voelt zich steeds wanhopiger. Dan krijgt hij een brief van Hajar, waarin ze afscheid van hem neemt. Dagen zonder enige zin volgen, Hajar legt de eindexamens af en daarmee ze helemaal van Daans leven verdwijnt. Toch had ze een diepe invloed op zijn leven gehad: Daan verdiept zich in boeken en cultuur, interesseert zich in zijn omgeving, hij wil kortom Hajars kwaliteiten ook bereiken. Met Jimmy trekt hij naar Venetië. Deze stad blijkt een magische invloed op hem te hebben en hij begint van zijn liefdesverdriet te genezen. Verder engageert hij zich in het schoolleven. Op een dag maakt hij met Maaike kennis, die zijn vriendin wordt. Van Hajar heeft hij geen berichten, totdat hij in een krant een interview met haar ziet. Hij beseft dat hij haar nooit heeft vergeten. Dan, anderhalve jaar na haar bittere brief, ontmoeten Hajar en Daan elkaar toevallig in een bibliotheek. Ze gaan samen naar een café, waar ze urenlang zitten om van hun verzoening te genieten en hun liefdesrelatie te herstellen. Hajar vertelt Daan dat ze met een Marokkaanse leraar Frans getrouwd is. Het huwelijk was een slechte oplossing, een poging om van Daan te ontsnappen. Maar nu als ze weer met Daan samen is wil ze scheiden. Ze zijn allebei zeker dat hun liefde zal overwinnen en behalve de scheiding staat hen niks in de weg. Hajar vertrekt naar Marokko om zich over de scheidingsprocedure te informeren. Er duiken enkele problemen op, meestal met haar conservatieve, radicale opa, maar eindelijk komt ze naar Amsterdam terug. Ze heeft een toezegging voor de scheiding gekregen. Op 11 september 2001 begint zowel die westerse panische angst voor de islam en moslimterroristen als de mooiste periode van Hajars en Daans leven. Deze periode van hun gelukkige samenleving in Daans nieuwe huis duurt ongeveer drie maanden. Op Sinterklaas verdwijnt Hajar uit het huis en uit de wereld zonder enig spoor. Daan probeert alles om haar te vinden, maar de enige zekerheid blijft dat ze door haar familie ontvoerd werd naar Marokko. Daan reist ernaar toe en voelt Hajars aanwezigheid en ook een soort van verrassende eenheid in dat arabische land. Hij neemt ontslag van de school en vertrekt voorgoed naar Marokko. Intussen schrijft Hajar talloze liefdesbriefen naar Daans adres met woorden van verdriet en hoop tegelijkertijd.
-9-
3.1.2 De langverwachte De langverwachte is in het begin van het boek een nog ongeboren kind van Mehdi Ajoeb en Diana Doorn. Het is een meisje. Ze heeft de gave om in het verleden en in de toekomst te zien. Daar maakt ze gebruik van om het hele verhaal te vertellen. Diana Doorn en Mehdi Ajoeb zijn zeventien en gaan naar dezelfde school. Diana is een mooi blond Nederlands meisje. Mehdi is van Marokkaanse komaf, maar in Nederland geboren en opgegroeid. Ze worden verliefd op elkaar en op een dag nodigt Diana Mehdi uit om naar haar huis te komen. Meteen bedrijven ze de liefde en daar begint hun echte relatie mee. Uit hun tweede gemeenschappelijke nacht zal de langverwachte voortkomen. Beiden verzoenen zich met die situatie en beslissen om het kind te houden. Ondertussen duiken enkele problemen in Mehdi´s gezin op die nauw samenhangen met zijn psychische toestand: zijn moeder begint te zwijgen en dan gaat ze bij haar vriendin logeren. Zijn vader lijkt zijn vader niet te zijn en wil de familieslagerij verkopen. Mehdi´s zus verlaat plotseling hun huis. Mehdi ondergaat een soort van identiteitscrisis en zoekt hulp bij verschillende mensen. Diana is bezorgd over hem, ze is niet zeker hoe ze zich moet gedragen. De ouders van Diana zien haar Marokkaanse partner niet graag en vooral haar stiefvader Rob is bang voor de islam. Hij gaat zelfs naar een moskee om de imam te vragen wat Mehdi en Diana volgens de islam moeten doen. De twee maatschappelijke achtergronden - Diana´s ouders en Mehdi´s gezin ontmoeten elkaar pas in het kinderziekenhuis tijdens Diana´s bevalling. De langverwachte wacht tot iedereen erbij is. Met haar geboorte in de eerste minuten van het Nieuwjaar van 2000 worden allemaal bevredigd met elkaar. De dingen zijn na de lange en moeilijke familiegeschiedenis eindelijk in orde. Twee weken na de geboorte reizen Mehdi, Diana en zijn dochtertje naar Arizona naar Diana´s eigenlijke vader. Daar vraagt Mehdi haar ten huwelijk. En Diana geeft hem het jawoord.
- 10 -
3.2 Personages Ann Rigney [Rigney 2006: 165] geeft in Het leven van teksten in het hoofdstuk Verhalen een aantal begrippen aan die in de analyse van een personage bruikbaar zijn: „Hoeveel karaktertrekken een personage krijgt, hangt af van het belang dat dit personage heeft binnen de verhaalwereld. In verhalen bestaat het gelijkheidsprinsipe niet [...] Men maakt daarom een onderscheid tussen round characters, waar wij veel over te horen krijgen en die steeds in ontwikkeling lijken te zijn, en flat characters, die slechts schetsmatig worden neergezet en verder op de achtergrond blijven.”
Daarna onderscheidt ze impliciete en expliciete karakterisering. In het eerste geval beschrijft de verteller een personage direct in de tekst: hij geeft haar persoonlijkheid en kwaliteiten in de tekst aan. Impliciete karakterisering gebeurt bijvoorbeeld met behulp van waarnemingen van andere personages. Het karakter van een personage is kortom in het verhaal verstopt zonder een rechtstreekse omschrijving. In dit hoofdstuk concentreer ik me telkens op personen die bij de centrale liefdesrelaties betrokken zijn. In Hajar en Daan zijn het Daan Hollander en Hajar Nait Sibaha. In De langverwachte beschrijf ik Mehdi Ajoeb en in het kort ook Diana Doorn.
3.2.1 Hajar en Daan Volgens het bovenaan voorgestelde gezichtspunt kunnen we Daan Hollander als een round character beschouwen. Hij is zonder enige twijfel het hoofdpersonage en hij fungeert ook als focalisator (daarover later) in dit verhaal. Daan ondergaat een duidelijke ontwikkeling van een oppervlakkige fuifnummer die stripverhalen leest naar een geëngageerde intelligente man die zijn roots heeft gevonden zonder dat deze roots iets met zijn familieachtergrond te maken hebben. Hij heeft Hajars roots overgenomen. Zijn uiterlijk is vrij precies beschreven: „In een soort zilveren skibroek op rood-witte Nikes, een oranje sweatshirt met LOVE erop en op de rug een smiley. Daan met zijn brede kop en stekend blauwe ogen, met brede, dunne lippen [...] en dat wilde, donkerbruine haar dat door de diadeem van een Gucci met gele glazen in bedwang gehouden wordt.” [Anker 2004: 71] Vaak noemt Anker beroemde merken van kleren of parfums, die Daan draagt of gebruikt. Zo heeft Daan een jas van Replay aan en gebruikt cK One parfum. Een beschrijving van zijn
- 11 -
winkeltocht met Jimmy door de Amsterdamse P. C. Hooftstraat is tenminste één pagina lang en Anker laat een groot aantal van merknamen de revue passeren. Armani, Prada, Versace of Gucci zijn winkels waarin Daan met een gold card betaalt. Daarmee is Daans hipheid en oppervlakkigheid geïllustreerd. Het uiterlijk is voor Daan heel belangrijk. Zijn innerlijk is niet expliciet gekarakteriseerd zolang Daan de focalisator is en hij denkt over zichzelf zelden na. De karakterisering van Daan is impliciet. In Hajar en Daan wordt accent op Daans flat gelegd. De plaats waar Daan eerst woont is een groot winkelcentrum in de Amsterdamse Poort. Zijn flat is een ultramoderne verzameling van roestvrijstalen hippe voorwerpen, kussens, CD´s, glossy tijdschriften en Donald Ducks. Hij heeft geen stoelen maar een reusachtig wit bed vol met kussens. Op de muren hangen grote kleurige foto´s en plaatjes uit Micha Kleins beamer. Micha Klein is een echt bestaande Nederlandse beeldend kunstenaar. Net zoals andere echt bestaande personen, bv. vj Daniëlle Kwaaitaal en DJ Marcello, fungeert hij als een illustratie van een kleurrijk gezelschap, waarin Daan verkeert. Het is een gezelschap van movers-and-shakers, party animals: fotomodellen, fotografen, reclametypes. Ze zijn met weinig andere dingen bezig dan met feesten, drinken, pillen innemen en de liefde bedrijven. Al deze details vormen het beeld van Daans karakter, voordat hij door Hajar veranderd werd. Alles wat hip en modern is absorbeert hij. Hij heeft geen eigen opinie of persoonlijkheid. Alles doet hij met behulp van zijn vrienden Jimmy en Brian (Dungeons and Dragons spelen, investeren, feesten, reizen) of in een groter gezelschap van mensen die op hem lijken. Hij nuttigt alles wat de hedendaagse westerse vrije maatschappij aanbiedt. Hij bouwt geen waardes op. Daan mist maatschappelijke basiskennis en cultuurkennis. Bijvoorbeeld moderne Nederlandse schrijvers zeggen hem niks. Ook in zijn vak is hij niet goed thuis: toen Hajar haar eindexamen van geschiedenis bij hem deed, verwarde hij de bijeenkomst van Potsdam met de conferentie van Jalta. Hajar moest hem corrigeren. Toch is Daan een populaire leraar: hij was geschiedenis gaan studeren vanwege zijn fascinatie voor mooie verhalen. Toen hij klein was las hij graag grote verhalen en liet zich met plezier boeien met de voordrachten van leraren. Dat Lyotard die Grote Verhalen betwijfelde, daar maalt Daan niet om. Op het moment dat hij zijn eigen groot verhaal met Hajar meemaakt, begint hij door en door te veranderen. Hoewel Hajar het tweede hoofdpersonage van dit boek is, haar innerlijke karakterisering vrij vaag is. Deze karakterisering kan dus als impliciet beschouwd worden. Gedachtegangen kent Anker alleen aan Daan toe. De lezer krijgt over Hajar alleen te weten wat Daan ontdekt of wat ze hem vertelt. Hajar ondergaat ook geen ontwikkeling. Tenminste - 12 -
volgens de informatie die Daan (en de lezer) over haar heeft lijkt ze steeds over dezelfde eigenschappen te beschikken en dezelfde morele maatstaven te handhaven. Haar uiterlijk wordt vaak van Daans oogpunt beschreven. Uit het volgende citaat kunnen we ons deels voorstellen hoe Hajar eruit ziet. Het gaat er om een impliciete karakterisering, want Daan neemt waar: „Met zijn middelvinger tekende hij haar wenkbrauwen na, die begonnen in een stip en na een sierlijke boog eindigden in een punt, als de Arabische faa, maar dan omgekeerd, kachelzwarte wenkbrauwen die op haar getinte huis geplakt leken te zitten. Daaronder ronde zwarte ogen met romaans beboogde leden. Hij streek over de licht gebogen neus en sprong van het puntje naar de omhoog krullende rand van haar bovenlip.” [Anker 2004: 11]
Hajar groeit nu alleen, met haar broer en vader. Haar moeder overleed vier jaar voordien en twee oudere zussen leven in andere steden. Ze is van Marokkaanse afkomst en het merendeel van haar familie woont in Tetouan, Marokko. Hajars vader is een gematigd moslim die geen druk qua geloof op haar uitoefent. Maar haar broer Khalid is een gevaarlijke jonge man die strenge islamitische wetten naleeft. Hajar is geleerd en vrijmoedig, wat sommige moslims ergert. Ze houdt van Multatuli´s Max Havelaar en kan het slot uit haar hoofd citeren, maar ze vindt Harry Potter net zo leuk (daarbij sluit Daan ook aan). Vrijwillig draagt ze een hoofddoek: „Het betekent dat ik ergens bij hoor. Bij mijn cultuur. Dat geeft me steun. Dan ben ik niet alleen.” [Anker 2004: 17] Zij heeft echter een tweeslachtige houding tegenover haar geloof. Ze beschouwt de uitleg van de islam, zoals die van haar imam, achterlijk en soms gevaarlijk. Ze gelooft in een God, die van geen bepaald geloof is. Ze wil haar leven zelf bepalen, maar toch voelt ze dat ze erbij hoort, tussen ´haar mensen´. Daarom leert ze ook Marokkaanse vrouwen Nederlands die naar Nederland zijn gekomen zonder enige taalkennis. Ze stelt haar opinies over de relaties tussen Nederlanders en de allochtonen in het gesprek met Daan voor: „ [...] de moslims zelf moeten veranderen, kritischer worden, meer van deze tijd, dat ze leren dat dat niet bedreigend hoeft te zijn. Hajar vindt dat ze deel moeten nemen aan de Nederlandse samenleving [...]. Maar de Nederlandse samenleving moet ook iets doen. Misschien is het belangrijkste dat ze de scheiding tussen zwarte en witte scholen opheft want hoe moeten zwarte kinderen integreren in een witte samenleving als ze de hele dag door in een zwarte omgeving zitten? Jawel, desnoods met harde hand, boven de veertig procent geen leerlingen meer toelaten et cetera. En eisen stellen, hè, Nederlands leren bijvoorbeeld, op straffe van straf. Precies, wat zij met Moeder Marokko doet, [...], ze wil graag iets voor haar medemensen betekenen en dan
- 13 -
ligt voor de hand om bij haar eigen volk te beginnen. Later gaat ze misschien in de politiek [...].”[Anker 2004: 158]
Tijdens het verhaal verandert niks aan haar opinies en houdingen. Zoals al gezegd blijven haar innerlijke gevoelens geheim. Daan moet zich op haar woorden en haar daden verlaten. Als Hajar hem die scheidingsbrief schrijft, gelooft Daan de redenen die ze noemt niet maar respecteert haar beslissing. Hoewel Hajar over de verschillen tussen hen en over de onmogelijke relatie schrijft voelt Daan dat ze toch van hem houdt. Ook de lezer kent op de brieven na Hajars echte gevoelens niet en moet de brieven vertrouwen. Hajar schrijft namelijk brieven die in het hele boek hier en daar voorkomen en met actuele gebeurtenissen samenhangen. Pas op de laatste pagina ziet de lezer dat die brieven in de laatste periode van het verhaal geschreven zijn en dat Daan ze waarschijnlijk nooit heeft gelezen. Hajar schrijft ze als ze in het Marokkaanse gevangenschap zit en op gekunstelde wijze vertelt ze alles over haar gevoelens tegenover Daan. De lezer leest dan wel verklaringen voor haar gedrag maar of zij de waarheid schreef blijft onzeker.
3.2.2 De langverwachte De structuur van De langverwachte zelf - een groot aantal verhalen die door elkaar vermengd zijn en die de aandacht van centrale relatie verschillende richtingen trekken - biedt weinig ruimte voor expliciete karakterisering van alle personages. Beschrijvingen van uiterlijk, bv. van het gezicht of van het lichaam, komen zelden voor. In dit boek zijn ze van marginale betekenis. Als er een opmerking over het uiterlijk van iemand voorkomt, dan is het poëtisch gekleurd. Op deze manier komt de lezer te weten dat Diana een mooi meisje is: „zegt Gazet van Antwerpen [...] geen antwoord terug verwachtend van [Diana] die haar qua schoonheid verre overtreft, maar qua ervaring en menselijk inzicht ver achter blijft.” [Benali 2005: 18] De aandacht is meer op de indruk van personages gericht die ze in de interactie met andere personages wekken, zoals in het volgende citaat waar Mehdi aan Diana denkt: „Ze had alles bij hem achtergelaten, haar lichaamsgeur, haar peukjes, haar lichaamsstaal, haar inzicht ... alleen haar naam...” [Benali 2005: 132]. Al die expliciete beschrijvingen van uiterlijk zijn zeer zichtbaar emotioneel gekleurd door de waarneming van personages. Diana draagt een beugel en als Mehdi dat ziet: „Het straalde als een zilveren halssieraad.” [Benali 2005: 135] Ook de innerlijke karakterisering is emotioneel gekleurd door de verteller - de langverwachte - en komt redelijk weinig voor. Volgende alinea laat een korte karakterisering van Diana zien die door de langverwachte vermeld wordt:
- 14 -
„Diana komt niet uit een kansarm gezin, heeft geen onafgemaakte opleiding achter de rug, ze heeft goddelijke sproeten, lacht altijd zonder haar tandvlees te laten zien en probeert altijd de waarheid te spreken.” [Benali 2005: 14] „Ik heb gezien hoe Diana alles wat ze tegenkomt beantwoordt met liefde, totdat ze week en slap als een vergeelde madelief is geworden.” [Benali 2005: 17]
Het hele verhaal is met impliciete karakterisering doorweven. De persoonlijkheden van personages zijn herkenbaar aan hun daden en uitspraken, maar er wordt geen duidelijk beeld daarvan gegeven. Geen personage heeft een vaste karakter. De dingen, die de personages tegenkomen, bepalen de reacties daarop vaak zonder uitleg. De reacties zijn ook dikwijls onvoorspelbaar. Maar alles wat in vorige alinea vermeld is geldt niet voor hoofdpersonage Diana. In vergelijking met Mehdi lijkt zij steeds hetzelfde, zonder diepere expliciete of impliciete karakterisering en behalve de zwangerschap ondergaat ze ook weinig actie. Meer aandacht wordt in dit boek op de Marokkaanse personages gevestigd, op Mehdi en zijn familie in de eerste plaats. Benali geeft er een soort van inleiding mee in de mentaliteit van Marokkanen. Hij probeert ook veel huidige problemen te schetsen die in de NederlandsMarokkaanse samenleving verschijnen en vooral richt hij zich op identiteitscrisis van Marokkanen. Dat zal ik verder in de karakterisering van Mehdi bespreken. Mehdi is bijna achttien en op het eind van het boek heeft hij het eindexamen op een havo met succes afgelegd. Hij wil zijn rijbewijs halen, maar dat lukt hem ten slotte niet. Dat heeft hij met zij vader gemeen, die al jaren een Nederlandse rijbewijs zonder succes probeert te halen. Maar verder heeft hij met zijn vader weinig trekken en eigenschappen gemeen wat hem op het idee brengt dat zijn vader zijn eigenlijk vader niet is. In het volgende citaat denkt Mehdi erover na: „De verschillende redenen waarom zijn vader zijn vader niet zou kunnen zijn [...]. reden die zich aandienden in de vorm van verschillen tussen Driss en Mehdi. De manier waarop Driss zijn jas aantrok, bij voorbeeld, eerst de linker - en dan pas de rechtermouw, terwijl Mehdi eerst de rechtermouw van zijn jas pakte en dan pas de linker. [...] Hij sprak vloeiend Nederlands, zijn vader nou niet bepaald. Hij droomde in het Nederlands, zijn vader droomde nooit, of misschien wel, of misschien niet. [...] Zijn vader was geen roker. Mehdi rookte - stiekem - een half pakje per dag.” [Benali 2005: 145]
- 15 -
Mehdi verstaat zijn vader helemaal niet. Driss Ajoeb wil dat Mehdi met hem naar Mekka gaat, maar Mehdi is nu met andere dingen dan het geloof bezig. Er was een periode wanneer Mehdi sterk met de islam bezig was en religielessen volgde. Sidi Mansoer, zijn imam, voorspelde hem een grote toekomst in dienst van het geloof. Dit idee lijkt Mehdi nu beschamend. De verteller karakteriseert dit verleden van Mehdi in het volgende citaat: „Maar hij had toch een duidelijke keuze gemaakt? Of was de devotie, de overgave die hij een aantal jaar had gevoeld, gewoon plotseling door een gebrek aan olie gedoofd?” [Benali 2005: 36] Mehdi voelt geen verbinding met zijn Marokkaanse wortels. Hij is zelfs nooit in Iwojen, de stad waarvan zijn ouders kwamen, geweest. Zijn ontworteling is des te pijnlijker en verwarrender hoe vaker hij over zijn gelovige plichten hoort. Mehdi´s vriend, Boedoeft, is streng islamitisch opgericht, en samen met Mehdi´s gezin vormt hij een deel van Mehdi´s persoonlijkheid dat met dat westerse, Nederlandse deel vecht elke dag. Mehdi is vaak onder de macht van moeders bijgeloven en Boedoefts preken en raakt daarom in de war. Al die dingen samen met zijn vaderschap leiden tot een kritische situatie, waarin hij op Diana´s onschuldige woorden redelijk woedend reageert: „Hij keek haar aan met een blik die ze nog niet kende [...]. de blik beende al de liefde die hij voor haar had, alle zachtheid, die hij van haar in zich voelde vloeien, alles wat hen als spinnenwebdraden bond, met een messtek uit, tot er niets anders tussen hen stond dan ruwe naakte stronteigenwijze trots [...]. Nu zag ze voor het eerst waar die ogen vandaan kwamen, en nu wist ze voor het eerst dat ze door een tunnel vloog, dat wist ze al, maar of ze er ooit nog uit zou komen, dat wist ze niet meer.” [Benali 2005: 199]
Mehdi werd boos op Diana zonder een grote reden daarvoor te hebben. In de wachtruimte van een dokter begint hij een poster te scheuren en op Diana te schreeuwen. Nadat wordt hij naar Riagg gestuurd. Daar vertelt hij veel over zijn identiteitscrisis, die de Marokkaanse jongens in Nederland vaak tegenkomen. Mehdi is een wijze jongen en formuleert deze problemen heel duidelijk. Het lijkt alsof hij heel goed wist wat hij onderging, maar hij kan dat alleen niet oplossen. Mehdi denkt dat hij door een fkih, een Berberse medium en helderziende, geholpen kan worden. Hij vertelt aan de dokter: „Je bent niet meer de baas over jezelf, en het kan zover gaan dat je niet meer weet of je wel ooit de baas over jezelf bent geweest. En het gaat gepaard met dikke watten van gevoelens van schuld. Je bent de lul, weetjewel, omdat je je niet aan de regels hebt gehouden. [...] We respecteren onze vader, we noemen hem niet bij de voornaam en zeker weten dat we niet met
- 16 -
hem gaan kamperen of zo. [...] Dat hij het liever niet wil weten dat je tot iemand uitgroeit die hij niet kan bevatten.” [Benali 2005: 205]
Met zijn moeder beweert Mehdi daarentegen geen problemen te hebben, „Over mijn moeder niets dan goeds.” [Benali 2005: 208]. Maar hij is steeds onder de invloed van haar bijgeloven. Bovendien kan hij haar droefheid niet snappen. Mehdi´s vriend Boedoeft, die halverwege het verhaal overlijdt, had een groot invloed op Mehdi. Boedoeft, hoewel hij zich in teenagerskringen bewoog en een rapstar wilde worden, was een orthodoxe moslim. Hij probeerde Mehdi te vermanen en waarschuwde hem tegen Diana, ofwel Nederlandse meisjes: „Boedoeft was zelfs zo ver gegaan voor te stellen haar eerst hoogstpersoonlijk te wassen en haar tanden te poetsen voor hij haar mee naar bed nam. Je wilt toch niet dat er varkensvlees of witterode wijn meekomt, als je een Hollandia kust?” [Benali 2005: 173] Mehdi probeert dan Diana van zich verder af te houden, maar dat lukte alleen totdat zij hem de eerste kus gaf. Dat heeft tot Mehdi´s schuldgevoel bijgedragen. Maar Mehdi begint langzamerhand van al die slechte gevoelens te genezen. Bijvoorbeeld als hij naar diner bij Diana´s ouders uitgenodigd wordt, begint haar vader hem lastige vragen over de islam te stellen. Mehdi antwoordt hem dat Diana van hem de islam mag aannemen, maar het hoeft niet. En dat hij het met de imam Sidi Mansoer niet eens is. Daarna flitsten Boedoefts woorden door zijn hoofd dat de hel op hem wacht. „Onzin, denkt Mehdi, onzin, alleen ik, Diana en wat op ons wacht.” [Benali 2005: 306] Dit citaat geeft impliciet weer dat het met Mehdi weer beter gaat.
3.2.3 Samenvatting In beide boeken krijgen de mannelijke hoofdpersonages meer ruimte dan de vrouwenlijke en ondergaan een duidelijke ontwikkeling. Daan Hollander is een round character. Zijn persoonlijkheid is precies aangeduid met het gebruik van impliciete karakterisering. Ze bestaat uit zijn woorden en zijn handelingen, een expliciete beschrijving van zijn karaktertrekken komt niet voor wat met de focalisatie samenhangt (zie 3. 3. 1). In de loop van het verhaal zien wij als hij zich van een oppervlakkig fuifnummer in een intelligente man verandert die weet wat hij wil. Mehdi is ook een round character die meer impliciet als expliciet gekarakteriseerd wordt. Zijn persoonlijkheid is op zijn handelingen en uitspraken zichtbaar. Mehdi voelt zich verward want hij verkeert tussen twee verschillende culturen - de wersterse en de islamitische - en staat onder druk aan de ene kant van zijn familie en aan de andere kant van de relatie met Diana.
- 17 -
Hoewel mannelijke personages meer aandacht krijgen en meer gekarakteriseerd zijn, zijn de vrouwen de baas. De toegang tot de persoonlijkheid van Hajar krijgen wij alleen door Daan en zijn perspectief. Alles wat over Hajar geschreven wordt, wat Hajar doet en zegt is door Daan waargenomen. Hajars innerlijk blijft geheim, maar enkele karaktertrekken geeft ze weer. Daarop kunnen wij ook zien dat ze zich niet ontwikkelt en steeds dezelfde blijft. Ze heeft hoge morele maatstaven en inspireert Daan tot beter zijn. In hun relatie heeft Hajar de doorslaggevende rol en beslist over hun afspraakjes en over hun toekomst. Zij is de initiator van hun liefdesrelatie. Daan laat zich aan haar onderwerpen. Diana blijft, net zoals Hajar, zonder een duidelijke ontwikkeling en krijgt ook minder ruimte. Toch is zij een belangrijke figuur in het verhaal, want ze initieert haar relatie met Mehdi en zij is knap genoeg om met moeilijke Mehdi te weten omgaan.
- 18 -
3.3 Vertellers en focalisatie In dit hoofdstuk maak ik van de begrippen van Gérard Genette gebruik, zoals die in Het leven van teksten uitgelegd worden. Het gaat met name over de termen heterodiëgetische en homodiëgetische verteller, autodiëgetische verteller en getuige-verteller. Heterodiëgetische vertellers houden zich buiten de verhaalwereld. Zulke vertellers hoeven dus niks van zichzelf bloot te geven. Maar ze kunnen ook zelven op voorgrond treden. Een schrijver kan het verhaal door iemand buiten de verhaalwereld laten vertellen die een andere persoonlijkheid heeft dan de schrijver. Een homodiëgetische verteller manifesteert zich expliciet als een ´ik´. Deze ´ik´ vertelt het verhaal vanuit een positie binnen de verhaalwereld zelf. Bij dit type van verteller zijn dan twee situaties mogelijk: de autodiëgetische verteller die een van de actanten in het verhaal is, en de getuige-verteller die alleen als een observant van het verhaal fungeert. [Rigney 2006: 177] Verder wil ik de term focalisatie hanteren die in Het leven van teksten in het hoofdstuk Verhalen [Rigney 2006: 183] behandeld wordt. Focalisatie betreft de relatie tussen de verhaalwereld en het waarnemen (bewustzijn) en betekent dan een breed proces van zien, waarnemen, reageren, beoordelen en interpreteren. Er vindt dan een taakverdeling plaats tussen een primaire verteller die dingen onder woord brengt, en een focalisator, die de verhaalwereld waarneemt. Als een instantie in een boek als verteller en als focalisator tegelijkertijd optreedt, noemen wij haar een verteller-focalisator. Soms komt er situatie voor dat een personage waarneemt (focaliseert) en een verteller vertelt. Dan gaat het om een personage-focalisator. In het geval van fictie mag de verteller-focalisator in principe alwetend zijn, maar bij de personage-focalisator is het niet mogelijk: als een verhaal realistisch wil overkomen, moeten personages alleen beperkte inzicht hebben en ook beperkt waarnemen.
3.3.1 Hajar en Daan Robert Anker werkt met de methode van een heterodiëgetische verteller, die van zichzelf niks laat zien. Het gaat met name om een ´hij-vorm´ van vertelling, waar Daan als een ´hij´ fungeert. De verteller kent alles van Daans inner- en uiterlijk en vertelt alles vanuit Daans perspectief. Maar de schrijver treedt helemaal niet op de voorgrond en neemt geen afstand van de gebeurtenissen. Hij geeft geen commentaar op Daans gedrag, hij oordeelt hem niet. De verteller weet alles over Daans gedachten en daden, bv. „Daar kon Daan geen
- 19 -
antwoord op geven. Hij had het idee dat zijn liefde voor Hajar was overgevloeid in zijn gevoel voor deze stad, maar zoiets laat zich niet eventjes articuleren.“ [Anker 2004: 214] We kunnen zeggen dat de verteller vanuit Daans perspectief vertelt en ervaart. Hij weet, ziet en hoort alleen wat Daan weet, ziet en hoort. Maar brieven van Hajar sluiten bij deze theorie niet aan, want het is duidelijk dat Daan ze niet heeft gelezen. Ze verschijnen in verschillende hoofdstukken in de roman hoewel hun plaats pas aan het eind van het verhaal is. Als ze ergens in het boek voorkomen blijft het zeker dat Daan ze toen niet las. (Het is nog de vraag of hij ze wel óóit kon lezen.) Daan is niet alwetend, want hij kan niet in het bewustzijn van andere personages, vooral van Hajar, doordringen. In volgende alinea hebben we het over focalisatie, want deze term kan die paradox verhelderen. In Hajar en Daan wordt met de methode van een personage-focalisator gewerkt. Daan neemt waar, oftewel focaliseert. Maar de verteller vertelt het verhaal van de relatie tussen Daan en Hajar, dus hij kan ook over die brieven beschikken. Hij kan ze voorleggen op welke plaats dan ook in het boek om het beoogde effect te bereiken. Dan komt er een situatie voor die in het hele boek helemaal uniek is. Het is een korte monoloog van Daan, een soort van zelfverdediging: „Zo is het gegaan, geachte leden van jury. De toen nog zeventienjarige Hajar Nait Sibaha uit vijf vwo is uit eigen beweging met mij meegefietst naar mijn huis [...] Schaamte? Ik heb me nooit ergens voor geschaamd behalve voor mijn ouders. [...] Misschien helpt het als ik u zeg dat er ook gewenste intimiteiten bestaan. Ook als het een Marokkaans meisje betreft. Ook als ze zeventien is (en de leraar nog net tweëndertig).” [Anker 2004: 31]
Het gaat niet om een directe rede, deze passage is door de diëgesis niet gemotiveerd. Het is het enige geval waar er een homodiëgetische terwijl ook autodiëgetische verteller naar voren komt. Daan is telkens in deze alinea de verteller-focalisator, want hij neemt waar en vertelt ook. De reden om deze alinea aan het boek toe te voegen kan zijn: het versterkt de betekenis van een gekozene focalisatie - dat Daan Hollander, een blanke Nederlandse leraar, ervaart deze relatie met Marokkaanse studente. Het hele verhaal is uit zijn oogpunt verteld. En alle waarnemingen hoe ´echt´ dan ook zijn altijd subjectief.
- 20 -
3.3.2 De langverwachte In De langverwachte is de vertelstructuur meer bijzonder wat niet noodzakelijk ingewikkelder betekent. Verteld vanuit het perspectief van een (nog ongeboren) kind die een gave heeft lijkt het een beetje sprookjesachtig of bovennatuurlijk. Dat kind kan namelijk in het verleden en ook in de toekomst zien en weet alles van de brede familiegeschiedenis. Tegen saaie, droge logica van vertellen en chronologie waarschuwt de schrijver in de inleiding: „[...] in deze realistische roman moet iets geweld aangedaan worden [...].”[Benali 2005: 7] In deze bovennatuurlijke sfeer is er plaats voor de methode van een vertellerfocalisator. Dat kind, oftewel de langverwachte die als de verteller optreedt, is ook een van personages. Beperkt door zijn staat (ongeboren/net geboren baby) ondergaat ze weinig acties maar ze is wel aanwezig: in Diana´s buik en daarna in een kinderziekenhuis. Vanwege haar gave is ze dan ook ´aanwezig´ bij gebeurtenissen die in het verleden gebeurden. Dus de langverwachte neemt zowel waar als vertelt. Ze is alwetend: zij beschrijft wat er zich in het bewustzijn van alle personages afspeelt, bij Mehdi: „De gedachte had hem niet meer losgelaten, het idee dat hij op zoek zou gaan naar een man aan wie hij zich zou voorstellen als de verloren zoon [...].”[Benali 2005: 152]of bij Diana: „Ze heeft gehoord dat hij de doodstraf verdient en dat hij binnenkort van school zal worden getrapt, maar elke keer als ze hem ziet, verdwijnen die waarschuwingen als sneeuw voor de zon. Ze wil hem. Helemaal.” [Benali 2005: 18] De verteller is homodiëgetisch en in geringe mate ook autodiëgetisch. Bij het merendeel van de gebeurtenissen is de langverwachte alleen als een ´getuige´ aanwezig, maar op het moment van Diana´s bevalling speelt ze ook een actieve rol. Volgend citaat laat zien hoe de langverwachte actief probeert te zijn: „Ik lig in mijn moeder´s armen, duim in de mond, en zet mijn beste glimlach op, de ogen wijdopen, maar de vrouw die tegenover ons zit, kan ik er niet mee verwarmen.“ [Benali 2005: 14] De verteller treedt expliciet op de voorgrond door ´ik´ te gebruiken, bv. de eerste zin van de roman „Ik heb een gave.“ [Benali 2005: 9], maar meestal wordt er van de ´hij-vorm´ gebruik gemaakt, bv.: „Mehdi Ajoeb lag met zes uur vijfentwintig minuten op de klok voor het eerst in zijn leven uitgeput op een eenpersoonsmeisjesbed [...]. “[Benali 2005: 142]
- 21 -
3.3.3 Samenvatting Uit de analyse van focalisatie en vertelling blijkt dat het een belangrijke onderdeel van de beeldvorming van de relaties is. Focalisator - die waarneemt - bepaalt de manier waarop het verhaal met de motieven omgaat. Het is zeker dat de focalisator de verwerking van de motieven meer beïnvloedt dan de verteller. Daan Hollander is de focalisator in Hajar en Daan, maar de verteller staat in dit boek buiten de verhaalwereld, dus hij is heterodiëgetisch. Daan is een personage-focalisator en het hele verhaal zien wij uit zijn perspectief. Daarom hebben wij geen toegang tot de gedachten en het bewustzijn van Hajar. Daan wordt smoorverliefd op haar en het verhaal draait rond zijn gevoelens - de gevoelens van het geluk of de wanhoop - maar in het gezichtspunt van Hajar dringen wij niet door. De betekenis van Daan als de focalisator wordt vooral in het geval van de islam versterkt. Het perspectief van Daan is het perspectief van een blanke Nederlander die zich nooit voor de islam interesseerde. Als hij in de relatie met Hajar is, fungeert hij als een waarnemer van verschillende aspecten van de islam en de islamitische gemeenschap. Deze waarnemer staat altijd buiten de islamitische gemeenschap en kan er niet doordringen. Zijn kijk op de islam - hoewel weinig expliciet geuit - is kritisch en hij ziet alleen de nadelige kanten van deze religie, want ze hebben een nauwe banden met zijn relatie. Hajar Daan wegens haar islamitische gemeenschap verlaat en later wordt zij door haar sterkgelovige familie ontvoerd, maar ten slotte probeert Daan in dit geloof doordringen. Hij vertrekt naar Marokko. In vergelijking met Hajar en Daan werkt Abdelkader Benali in De langverwachte met de methode van een verteller-focalisator. Een kind, de langverwachte, heeft niet alleen de functie van de verteller-focalisator in het verhaal, maar ook een gave. Dankzij haar vermogen om in de toekomst en in het verleden te zien vertelt ze de liefdesgeschiedenis van Mehdi en Diana. Zij kan in de gedachten van beide personages inkijken en is alwetend. Op die manier stelt zij de grote liefde tussen Diana en Mehdi als iets voorbestemds voor dat de problemen van de allochtonen/Mehdi kan oplossen. De geboorte van het kind heeft echter een bevredigend effect op alle personages. De verteller-focalisator richt hier meer aandacht op Mehdi en zijn islamitische gemeenschap. De langverwachte is het kind van een Nederlandse en een allochtoon, maar ze concentreert zich meer op het allochtone gezin. Dit gezin, net zoals de islamitische gemeenschap, is niet als iets kwaads beschreven wat een verschil tegenover Hajar en Daan is. De beeldvorming van de islam, zijn tradities en de identiteitscrisissen van de allochtonen valt op. Dat zal ik in het volgende hoofdstuk onder woorden brengen.
- 22 -
3.4 Motieven In dit hoofdstuk zal ik enkele motieven bespreken die in beide boeken voorkomen en hun uitwerking vergelijken. Ik gebruik er het hoofdstuk Verhalen uit Het leven van teksten bij, dat de motieven vooral vanuit het functionalistische oogpunt behandelt. 2 Een motief is een essentieel onderdeel voor een verhaal, maar even belangrijk is zijn functie daarin en de verwerking daarvan. Ik zal hier bij het functionalistische perspectief aansluiten dat beweert dat elk motief in een verhaal gemotiveerd is en zijn eigen functie heeft. Een motief kan statisch of dynamisch zijn. Dat hangt af van de veranderingen die het motief naar het verhaal brengt. Een statisch motief verandert het verhaal niet, het is in het verhaal inbegrepen om het geloofwaardig of voorstelbaar te maken of om een bepaalde illusie en emotie te creëren. Daarentegen brengt een dynamisch motief veranderingen met zich mee, het schuift het verhaal verder. Een andere verdeling aan gebonden en vrije motieven heeft met de logische samenhang van het geheel te maken. Terwijl een gebonden motief nodig is om een verhaal coherent te houden en een logica daar te geven, kan een vrij motief wel weggelaten worden zonder een verandering in het hele verhaal. Vrije motieven zijn er om achtergrondinformatie te geven. Met het oog op de vraagstelling zal ik alleen die motieven bespreken die opvallend zijn met betrekking tot de liefdesrelatie met een allochtoon. Sommige motieven komen in beide boeken voor en die zal ik daarna vergelijken. Als er een motief is dat telkens in een van deze boeken verschijnt en als belangrijk kan beschouwd worden, vermeld ik het ook.
3.4.1 Allochtoon gezin De familie van Daan Hollander wordt zorgvuldig beschreven, maar die beschrijving werkt alleen als een illustratie van Daans leven. Zijn ouders zijn al lang gescheiden maar ze hebben een rustige relatie met elkaar. Daan bezoekt ze vrij vaak. Hij heeft enkele bezwaren tegen het leven van zijn moeder en ook zijn vader, maar eigenlijk ziet hij ze graag. De beelding van Daans gezin is voor het centrale verhaal nutteloos. Aan de afloop van de liefdesrelatie voegt het niks toe. Het is dus een statisch en vrij motief.
2
RIGNEY, Ann - BRILLENBURG WURTH, Kiene (red.) (2006): Het leven van teksten. Een inleiding in de literatuurwetenschap. Amsterdam: Amsterdam University Press.
- 23 -
Net zoals in Hajar en Daan, ook in De langverwachte is het oorspronkelijke Nederlandse gezin disfunctioneel. Diana´s ouders waren nooit getrouwd en haar moeder verliet haar Amerikaanse vader toen Diana ongeveer één jaar was. Daarna ging ze met een Nederlander - Rob - leven wat ook ongelukkig eindigde. Toch beschouwt Diana Rob als haar vader en zolang hij in de buurt woont slaapt ze bij hem en eet ze bij haar moeder. Ook in dit geval zien de ouders elkaar vaak en hebben een rustige verhouding. Op Rob na is de functie van dit gezin ook statisch en vrij. Rob zelf fungeert als een tegenstander en heeft bezwaar tegen Diana´s vriend Mehdi. Hij is bang voor de invloed van de islam op zijn dochter. Daar zal ik in een ander hoofdstuk meer aandacht op vestigen. In beide boeken heeft het allochtone gezin een doorslaggevende rol. Hajar groeit zonder haar moeder. Haar vader is een gematigde moslim. Maar haar broer en een groot deel van haar familie in Marokko zijn orthodoxe moslims die zich sterk aan de islamitische gewoontes vasthouden. Dat Hajar wil studeren zien ze niet graag en dat ze met haar stichting voor Marokkaanse vrouwen bezig is vinden ze niet geschikt voor een vrouw. Zo heeft haar broer Khalid gezegd: „Ze doet slechte dingen. Ze gaat niet meer naar de moskee. [...] Ze houdt vrouwen tegen die de koran willen bestuderen. Ze jaagt ze daarmee de hel in!” [Anker 2004: 123] Als Hajar naar Tetouan gaat om haar scheiding te regelen, wordt ze door haar strenge grootvader opgesloten. Hij hield vol dat ze bij haar echte man moest blijven. Maar de eerste keer is het Hajar gelukt om daaruit te ontsnappen. De tweede keer is ze uit Nederland ontvoerd. Dat blijft onzeker, Daan kan dat alleen veronderstellen want hij weet niks van Hajar. Voordat Khalid Daan op een dag op straat afranselt, laat hij hem weten: „Ze moet gestraft worden. En jij ook. Jullie verdienen straf. Ze zouden jullie moeten stenigen.” [Anker 2004: 264] Het allochtone gezin is een dynamisch motief want het heeft een duidelijke betrekking tot de toekomst van de personages en zonder Hajars reis naar haar Marokkaanse familie en de ongelukkige gevolgen daarvan zou het verhaal er heel anders uitzien. Daarom is het ook een gebonden motief. De langverwachte is grotendeels uit familiebanden en familiegeschiedenissen samengesteld. Naast de Nederlandse familie van Diana wordt er de aandacht vooral op de familie Ajoeb gevestigd. Deze Marokkaanse familie heeft echter niet zo veel leden en de oudste van hen is Driss, Mehdi´s vader. Driss is al lang geleden uit Iwojen naar Nederland gekomen en zijn vrouw Malika heeft hem een paar jaar daarna gevolgd. In Rotterdam houdt Driss een slagerij en Malika is een huisvrouw.
- 24 -
Ze zijn eigenlijk een soort van vertegen-woordigers van veel huidige allochtone families in Nederland. De familie Ajoeb komt gewone moeilijkheden van allochtone integratie tegen. In De langverwachte worden ook de oorzaken van de identiteitscrisis gegeven. Alle leden van de familie Ajoeb ondergaan moeilijkheden en de identiteitscrisis. De oorzaken daarvan zijn vrij zichtbaar, maar de oplossing in de vorm van de geboorte van de langverwachte komt als een deus ex machina . Malika, moeder van volwassen kinderen, zit haar hele Nederlandse leven lang thuis. Ze is met het huishouden, haar kinderen en Driss bezig en ze verzorgt alles wat haar gezin betreft. Ze heeft een vreemde hobby - glazen poetsen die ze uit Iwojen heeft meegebracht. Malika is namelijk haar verleden kwijt, heeft alles achtergelaten en ging een nieuw leven in Nederland leiden. De obsessie met glazen verbeeldt haar heimwee, haar verlangen om of weer naar Marokko te gaan of iets grondigs in haar leven te veranderen. In het verhaal gebeurt dat door de geboorte van haar kleindochter. Driss Ajoeb heeft moelijkheden met zijn integratie. Hij is een echte moslim, gaat naar de moskee en is bereid naar Mekka op pelgrimage te gaan. Maar hij heeft weinig ondersteuning in zijn zoon, die hem steeds slechter verstaat. En Driss snapt zijn vrouw helemaal niet. De positie van Mehdi, als een in Nederland geboren kind van immigranten die zich tussen twee verschillende culturen beweegt, besprak ik in 3. 2. 2. Hij is onzeker over zijn afkomst. Mehdi betwijfelt zijn eigen vader, want hij ziet dat de problemen tussen hen de oorzaak niet telkens in het generatieverschil hebben. Zijn vader is in de Nederlandse maatschappij met weinig succes geïntegreerd en leeft op de islamitische manier. Bovendien dwingt hij hem om de oude islamitische wetten na te leven, de pelgrimage naar Mekka inbegrepen. Mehdi, doordat hij op een Nederlandse havo zit, heeft meer contacten met de Nederlanders. Eigenlijk speelt zijn hele leven zich in Nederland af en Mehdi heeft een westerse levensstijl. Verder wordt hij op een Nederlands meisje verliefd wat volgens zijn vriend Boedoeft een grote fout is. Mehdi is helemaal in de war en probeert zijn situatie met een helderziende op te lossen. Maar die kan hem alleen tot de islamitische bijgeloven en tradities terugbrengen. Dit allochtone gezin is een statisch motief. Wat de dynamiek van het verhaal betreft is het vrij nutteloos, want in De langverwachte zijn het twee mensen - Mehdi en Diana - die het verhaal voortschuiven. Zij staan aan het begin van deze geschiedenis die met het kind eindigt. Het gezin zelf speelt de hoofdrol niet, het is eerder de levenswijze van Marokkanen in Nederland die Mehdi in de war heeft gebracht. Het statisch motief hier is dus als een beeldvorming van de realiteit van Marokkanen (en niet alleen Marokkanen) in de huidige - 25 -
Nederlandse maatschappij. Maar het is ook een gebonden motief want Mehdi´s afkomst en achtergrond zijn voor hem beslissend hoewel hij er ten slotte probeert aan te ontkomen. Dit motief van een allochtoon gezin is heel belangrijk om alle daden en gedachten van de personages te volgen. Het grootste verschil tussen allochtone gezinnen in Hajar en Daan en in De langverwachte zie ik in zijn uitbeelding. Die hangt samen met verhaaltechnieken en focalisatie. Hajar en Daan, verteld vanuit het perspectief van een blanke Nederlander, vertoont geringe kennis van het milieu. Het allochtone gezin lijkt een kwade, achterlijke gemeenschap die Daans en Hajars geluk in de weg staat. Het is bedoeld om het beeld van het allochtone milieu te schetsen vanuit de positie van een vreemdeling. Zulke vreemdeling, Daan, kan er niet helemaal doordringen en sommige aspecten van islamitische levenswijze kan hij nooit begrijpen. Toch probeert Daan het, op het eind van het boek, als hij Hajars wortels aanvaardt en naar Marokko vertrekt. De langverwachte is met een grondige kennis van de allochtone situatie uitgewerkt, wat heeft te maken met de verteller-focalisator - de langverwachte - die de gave beheerst en alwetendheid weergeeft. Het is hier de verteller-focalisator die over de informatie die de lezer krijgt beschikt. Hoewel het een kind van zowel een allochtoon als een Nederlandse is, wordt de aandacht van de langverwachte meestal op de allochtone personages gericht. Zij beschrijft hun geschiedenissen, traditionele handelingen, relaties en gedachten. In het verhaal worden meerdere feiten verklaard die in de huidige multiculturele samenleving in Nederland voorkomen. Het boek biedt geen oplossing van problemen, maar wel een kijk op het leven van een allochtoon gezin. De beeldvorming van het leven van de familie Ajoeb toont dat haar levenswijze noch positief noch negatief is, maar zeker vol met tradities en religieuze gewoontes. Of ze in de huidige westerse maatschappij houdbaar zijn blijft nog vraag.
3.4.2 De islam en enkele onderdelen daarvan Het vorige hoofdstuk over allochtone gezinnen hing deels met dit motief - islamitische religie - samen, maar hier zal ik nog andere feiten onder woorden brengen die iets met de islam te maken hebben. De keuze daarvan was niet willekeurig. Op basis van de boeken Hajar en Daan en De langverwachte heb ik drie onderdelen van de islam gekozen die voor mijn vraagsteling relevant zijn en behoren dus tot de beeldvorming van een liefdesrelatie met een allochtoon. Deze motieven zijn: de houding tegenover vrouwen, een hoofddoek en de imam.
- 26 -
3.4.2.1 Houding tegenover vrouwen Hoe de islamitische gemeenschap met vrouwen omgaat in Hajar en Daan heb ik al in het hoofdstuk 3. 4. 1 vermeld. Hajar moet zich aan de mannelijke leden van haar familie helemaal onderschikken. Als ze de Marokkaanse vrouwen Nederlands wil leren, preekt de imam tegen haar. Als ze de scheiding gaat regelen, sluit haar grootvader haar op, want ze moet bij haar echtgenoot blijven. Maar Hajar geeft een zekere hoop weer dat het niet zo slecht is. Ze spreekt vaak over gematigde moslims die haar met respect behandelen, bv. haar vader en een deel van haar familie. Ze voelt zich door haar geloof niet onderdrukt (zie 3. 2. 1.) en ze vindt het goed dat ze erbij hoort. Dit motief hangt met het allochtone gezin van Hajar en Daan samen, dus kan het op gelijke manier als dynamisch en gebonden gezien worden. Vrouwen in De langverwachte hebben geen last van de islam. Hoewel moeder Malika enkele pogingen maakt om een geschikte jongen voor haar dochter te vinden, zijn vrouwen nergens toe gedwongen en worden ze nooit bedreigd. Behalve voor de kritische situatie tussen Mehdi en Diana, wanneer Mehdi boos wordt: „En jij probeert mij te vertellen hoe ik moet kijken, denken, voelen, proeven, zeggen. Ik wil dat je hiermee kapt! Ik wil dat je niet vraagt waar ik naar toe ga! Ik wil dat je ophoudt over hulp te praten! We zitten goed waar we nu zitten! Het wordt tijd dat je eens een keer naar mij luistert!“ [Benali 2005: 200] Maar deze situatie herhaalt zich niet en kan als een uitwas van Mehdi´s langdurende stress verklaard worden. Het motief van de houding van de islam tegenover vrouwen is eigenlijk in Robs episode verwerkt. Rob, onder de indruk van berichten uit televisie, krant en internet, is veronstrust over de relatie van Diana. Hij gaat zelfs naar de moskee en praat met de imam over zijn situatie. De imam antwoordt: „Dat het volgens hem een goed idee was als de dame in kwestie zich zo snel mogelijk tot de islam bekeerde.” [Benali 2005: 305] In 3. 2. 2. heb ik Mehdi´s reactie daarop beschreven. Mehdi laat zijn tolerantie zien en wil Diana tot de islam niet dwingen. Deze episode werkt als een illustratie van westerse vooroordelen die vaak het idee van onderdrukte vrouwen bevatten. Deze vooroordelen over de houding van de islam tegenover vrouwen fungeren als een dynamisch motief, want ze schuiven Mehdi en zijn verzoening vooruit, maar verder ook een vrij motief. Het zou kunnen wegwerpen worden zonder dat het verhaal duidelijk uitkomt. De verbeelding van de islam in De langverwachte is neutraal of redelijk positief. De islamitische mannen behandelen de vrouwen met respect en een zekere liefde. De leden van de allochtone minderheid in De langverwachte denken er eigenlijk zelden over na. Zij leven
- 27 -
in het milieu en sommige gewoontes en ´wetten´ komen ze elke dag tegen, dus reageren ze domweg daarop. De boodschap van het boek Hajar en Daan is somberer: de islamitische vrouwen zouden liever veel moeten opletten als ze een westerse levenswijze willen nadoen. Ze moeten de oeroude wetten van de islam naleven en worden aan de islamitische mannen onderworpen. De islamitische gemeenschap is voor Daan ondoordringbaar, heeft zijn eigen regels. Hij weet er niet veel van en vanuit Daans perspectief, net zoals vanuit het oogpunt van veel Nederlanders, lijken moslims als gevaarlijke primitieven die de vrouwen onderdrukken.
3.4.2.2 Hoofddoek Dit motief komt in De langverwachte helemaal niet voor, dus zal ik het alleen in de context van het tweede boek bespreken. Voor het eerst verschijnt de hoofddoek zich in de eerste zin van de roman: „Toen Daan Hollander, leraar geschiedenis aan het DataCare College in Amsterdam, Hajar Nait Sibaha, uit vijf vwo, voor de eerste keer neukte, hield zij haar hoofddoek om - op zijn verzoek.“ [Anker 2004: 11] De hoofddoek vormt voor Daan een deel van Hajars beeld. Hij neemt ze waar met de hoofddoek op haar hoofd: „Hajar met hoofddoek. Hij wist al meteen niet meer hoe ze er zonder had uitgezien, een moderne hoofddoek weliswaar, strak over de oren in een knoop gedraaid en verder geen franje, maar toch.“ [Anker 2004: 15] Voordat hun verkering is begonnen, had Daan zich over die hoofddoek verbaasd. Hij - als Hajars mentor - verzocht haar een gesprek daarover te voeren. Zij heeft hem verteld dat een hoofddoek een bescherming tegen mannen is en dat ze hem vrijwillig draagt. Daan snapt het helemaal niet, zijn vrije westerse mentaliteit kent geen hoofddoeken. Hij heeft haar gezegd: „Een hoofddoek betekent: afblijven, dit is mijn vrouw, mijn dochter, mijn bezit. Een hoofddoek bevestigt de tweederangs positie van de moslimvrouw.” [Anker 2004: 17] Pas nadat ze hun relatie beginnen, houdt Hajar met de hoofddoek op, zodat ze onherkenbaar voor haar klasgenoten is. Dan, als er problemen met de imam en haar Marokkaanse omgeving verschijnen, draagt ze de hoofddoek weer. Daan blijkt er heel verbaasd over. Hij beschouwde Hajar als een gelijkwaardige mens die modern is: „Hoewel Daan gewaarschuwd was, door Hajar zelf namelijk, schokt het hem toch om zijn hemeling met een hoofddoek binnen te zien komen, een zwarte nog wel en ook niet ´modern´, dus onder de kin door.” [Anker 2004: 182] Hier functioneert de hoofddoek als een symbool van Hajars ondergeschiktheid. Niet aan de islam zelf, want ze is niet een sterkgelovige, maar aan de maatschappij van mensen waarin ze verkeert. Deze mensen zijn orthodoxe islamieten. Als ze bij ´haar mensen´ wil horen moet ze
- 28 -
hen nadoen en op hun manier leven. Ze moet zich onderwerpen aan de Koran. De hoofddoek is dus zowel een vrij als een statisch motief. Het heeft een symbolische functie, maar voor de uitwerking van het verhaal en het verloop daarvan heeft het geen betekenis.
3.4.2.3 De imam Het personage van de imam, het hoofd van een islamitische gemeenschap in een bepaalde wijk of buurt, treedt in beide boeken op en heeft ook een gelijkaardige betekenis. De imam Sidi Mansoer is het hoofd van een Rotterdamse moskee in De langverwachte. Hij is een oude indrukwekkende man: „Driss kende de reputatie van de imam: diens karakter en doortastendheid werden geroemd, hij was ook onder de indruk van zijn witte baard, zijn bijgekamde wenkbrauwen en een blik die naar de wereld keek alsof hij in staat was goed en kwaad, scherp als een scheermes, te onderscheiden.” [Benali 2005: 274] Het is precies deze imam die Rob tegenkomt als hij naar Diana vraagt. De imam beveelt hem aan om zich volgens de traditie te gedragen wat Rob niet tot rust kan stellen. Ook Driss schrijft een vraag aan de imam - hij wil namelijk de zwijgzaamheid van Malika oplossen. Maar in dit geval kan Sidi Mansoer geen bruikbaar advies geven. Zijn functie is vrij en statisch, ook figuurlijk: als een symbool van oeroude traditie zonder vooruitgang staat hij in de moskee om zijn hulp te bieden of een advies in de zaak van het geloof te geven. Maar als er iemand met een ongewoon probleem komt, zoals Driss, weet Sidi Mansoer zich geen raad. Daarentegen Hajars imam is niet alleen een orthodoxe volgeling van de islam, op een bepaalde manier kan hij ook gevaarlijk zijn. Hij houdt radicale preken, in het volgende citaat vertelt Hajar Daan erover: „Twee jaren geleden heeft een Marokkaanse jongen toch een sigarenwinkelier doodgestoken, [...]. Toen zei de imam in zijn preek dat het de wil van God was! [...] Het is gewoon de schuld van die knul en die moet daar gewoon voor boeten,” [Anker 2004: 158] Volgens de imam is geweld in de naam van God verdedigbaar. Het is niet onmogelijk dat hij enkele orthodoxe islamieten tot terroristische daden inspireert. Hajar beschrijft zijn preken heel kort: „Och, je weet wel, het bekende werk: homo´s, joden, jihad, vrouwenplichten.” [Anker 2004: 183] Deze imam begint tegen Hajars stichting te preken en maakt het deel uit van de redenen waarom Hajar Daan voor de eerste keer verliet. De functie van deze imam als motief is dynamisch: zoals vermeld droeg hij aan Hajars besluit bij om Daan te verlaten. In beide boeken treedt de imam naar voren als een held van het geloof en een profeet die hier blijft om de oude orde op aarde te behouden. Door zijn opinies en gevaarlijke preken staat hij beide liefdesrelaties in de weg. Er valt toch een verschil op tussen de beeldvormingen
- 29 -
van de imams. Terwijl in Hajar en Daan de imam iets kwaads en gevaarlijks voorstelt, in De langverwachte, net zoals de beeldvorming van de islam en het allochtone gezin daarin, fungeert de imam als een illustratie van het islamitische geloof. De langverwachte levert geen kritiek op de imam. Hij is er als een onderdeel van iets onverstaanbaars en exotisch maar niet negatiefs - de islam. De imam in Hajar en Daan fungeert als een soort van vijand en wordt overal bekritiseerd. In 3. 4. 1. heb ik het over Daans perspectief gehad. De focalisator - Daan weet weinig van de islam en de islamitische maatschappij. Hij kan er niet helemaal doordringen en heeft telkens tweedehands informatie (van Hajar, van haar broer, enz.). Hij komt alleen de negatieve gevolgen van de islam tegen: de ontvoering van Hajar, het geweld van haar broer. Vanuit zijn oogpunt wordt dus de imam op een kritische manier voorgesteld.
3.4.3 Vrouwelijke kracht Hoe zouden deze twee liefdesverhalen er eigenlijk uitzien zonder de vrouwen? Hajar en Diana, beiden hebben als eerste hun mannen aangesproken en hen verleid. De vrouw en haar kracht als motief heeft zeker een gebonden en dynamisch functie in beide verhalen. Ze schuift de actie voort, ze begint de hele liefdesrelatie, ze is noodzakelijk om het verhaal compact te houden. In Hajar en Daan begint Hajar de relatie met Daan Hollander en ook initieert hun eerste vrijage. Ze fungeert als Daans lerares, ze verbreidt zijn culturele activiteiten en interessen. Daarna neemt ze van hem afscheid, dus heeft ze weer een hoofdrol in hun relatie. Als ze weer samen zijn, hangt het ook van Hajar af wanneer en waar ze elkaar ontmoeten. Ze is intussen getrouwd dus moet ze opletten en zich met Daan verbergen. Hajar is altijd de baas van deze relatie. Hoewel ze door haar familie ontvoerd wordt en niet meer met Daan is, heeft ze de invloed op Daan. Hij beslist om naar Marokko te gaan en zoekt Hajar. Diana Doorn heeft minder ruimte in De langverwachte dan Mehdi, maar ze fungeert als een katalysator van de gebeurtenissen. Eerst initieert ze, net zoals Hajar, de kennismaking met Mehdi. Dan nodigt ze hem uit om bij haar te komen. Daarna slaap ze met hem en wordt zwanger. Haar zwangerschap is de enige ding die ze zelf niet oplost. Ze wou graag het kind hebben, maar ze is niet zeker van Mehdi´s reactie. Ze vertelt hem het en hij beslist om dat kind te hebben. Verder kan Mehdi over weinig dingen beschikken wat deels zijn identiteitscrisis versterkt. Hij bevindt zich in de loop der gebeurtenissen en pas de langverwachte betekent een soort van bevrijding voor hem. De vrouw in deze boeken verandert haar man. Net als Hajar die een zo doorslaggevend invloed op Daan had dat hij niet alleen zijn leven veranderde maar zelfs háár leven wilde
- 30 -
leiden, heeft Diana ook haar Mehdi op goede pad gebracht. Door zijn dochtertje het leven te geven heeft ze Mehdi van zijn identiteitscrisis genezen. Diana liet alle geloofsverschillen achter en maakte Mehdi gelukkig. In beide gevallen zijn het de mannen die zich ontwikkelen en veranderen. Ze zijn aan hun vrouwen onderworpen, ook Mehdi wordt door Diana geleid.
Maar al die vrouwelijke kracht van Hajar eindigt ten slotte in een onderworpenheid aan de islam. Als Hajar nog in Nederland is, moet ze zich heel oplettend gedragen om de imam en de islamitische gemeenschap niet beledigen. Ze draagt de hoofddoek zodat ze geen aandacht op zich en op haar Moeder Marokko Vadertje Holland stichting trekt. Met Daan ontmoeten ze elkaar stiekem want haar broer Khalid is een radicale islamiet en wil haar thuis laten zitten. Als ze naar Marokko gaat om de scheiding te regelen, wordt ze door haar opa opgesloten. Ten slotte wordt ze naar Marokko ontvoerd. Diana in De langverwachte hoeft ze zich niet aan de islam onderwerpen, want van Mehdi is dat niet nodig. De islam heeft op haar geen invloed, ze weet er niks over. Ze neemt Mehdi als een gewone jongen. Tot zekere mate is het ook waar, want Mehdi leeft meer als een Nederlander. Maar toch is hij een Marokkaan en zijn islamitische wortels spelen een grote rol in zijn leven. De mensen in Mehdi´s omgeving - zijn familie, Boedoeft, de imam - een groot invloed op hem hebben. Ze dwingen hem de islamitische tradities te houden terwijl hij er weinig gemeen mee heeft. Zijn identiteitscrisis is door zijn onderworpenheid aan de islamitische maatschappij veroorzaakt.
Ik heb mijn scriptie ´Onderworpen aan de Koran´ genoemd want de liefdesrelatie is in beide boeken aan de islam of aan het allochtone gezin die de islamitische tradities houdt, onderworpen. De vrouwelijke kracht is wel belangrijk en vooral aan het begin van de boeken doorslaggevend, maar in Hajar en Daan moet een vrouw zich ten slotte aan de islam onderwerpen. In De langverwachte beïnvloedt het allochtone gezin Mehdi en speelt dus ook voor Diana een grote rol.
- 31 -
4 Conclusie In mijn scriptie wilde ik de beeldvorming van een liefdesrelatie tussen een Nederlander en een allochtoon bestuderen. Dat deed ik in twee boeken: De langverwachte van Abdelkader Benali en Hajar en Daan van Robert Anker. Op basis van close reading heb ik de vertaaltechnieken, zoals het gebruik van de focalisatie, de personages en de verteller, en de motieven onderzocht. De manieren waarop Robert Anker en Abdelkader Benali een liefdesrelatie tussen een allochtoon en een Nederlander behandelen tonen natuurlijk veel verschillen die als het gevolg van het gekozen perspectief of de focalisatie verklaard kunnen worden. Maar er vallen vrij veel overeenkomsten op wat de motieven betreft. Uit de close reading analyse blijkt dat er een groot verschil ontstaat dat met de focaliserende personages samenhangt. Dit verschil beïnvloedt verder vooral de beeldvorming van de islamitische gemeenschap bij de beide boeken. De liefdesrelatie is er sterk met de islamitische gemeenschap gebonden. Hierbij ook de titel van mijn scriptie.
In Hajar en Daan is het mannelijke deel van het stel de focalisator. Hij heeft de toegang tot Hajars gedachten niet. Alles wat de lezer over Hajar weet, wordt door Daan bemiddeld en is dus subjectief. Daan is voorts een blanke Nederlander, die weinig over de islamitische maatschappij weet. Daarom is de verbeelding van de islamitische gemeenschap een beetje oppervlakkig. Daan heeft alleen tweedehands informatie over de islam en het lukt hem niet om naar de islamitische gemeenschap te doordringen. Aan het eind van het boek vertrekt hij naar Marokko, want het is de enige manier om Hajar te vinden en de islamitische maatschappij te snappen. De langverwachte biedt een alwetende verteller-focalisator, die tot het bewustzijn van elk personage kan doordringen. Toch richt zij zich meestal op Marokkaanse personages en schetst met een grondige kennis de allochtone gemeenschap en problemen die zij tegenkomt. De aandacht is duidelijk op de verbeelding van het Nederlandse allochtone gezin gericht met tradities en identiteitscrisissen. Maar de liefdesrelatie tussen Mehdi en Diana werkt als een katalysator van die multiculturele problemen. De geboorte van het kind fungeert ten slotte als een verzoening tussen de Nederlandse en de Marokkaanse culturen.
- 32 -
De motieven, die ik in mijn scriptie onder woorden heb gebracht, laten zien dat er twee doorslaggevende factoren zijn in die liefdesrelaties: het allochtone gezin oftewel de islam, en de vrouw. Het allochtone gezin speelt in beide boeken een belangrijke rol. In Hajar en Daan staat het allochtone gezin de liefde in de weg. Het veroorzaakt ook het slechte eind van de relatie, als Hajar naar Marokko ontvoerd wordt. De islam beïnvloedt niet alleen de allochtone gemeenschap, maar ook de personage Hajar. Hajat is een zelfbewuste krachtige vrouw. Daan kan haar persoonlijkheid nooit goed leren kennen en laat zich door haar en haar handeling geleiden. Hajar is de initiator van zijn relatie en ook zij beslist of ze samen blijven of niet. Vooral haar culturele, allochtone achtergrond, speelt daarbij een gewichtige rol. Ze wil de gemeenschap waaruit ze komt niet verlaten. Ze hoort erbij. Het allochtone gezin staat in De langverwachte centraal. Het houden van islamitische gewoontes terwijl de westerse maatschappij andere richting opgaat, veroorzaakt de identiteitscrisissen van alle allochtone personages. Mehdi verkeert tussen de westerse en de islamitische maatschappij en wordt in de war gebracht. De relatie met een Nederlandse Diana draagt aan zijn verwarring bij. Diana is de baas en Mehdi onderschikt zich aan haar, maar natuurlijk heeft hij er veel problemen mee. Het kind helpt hem van het gezag van zijn familie te ontsnapen en met zijn relatie te verzoenen.
Mijn scriptie toont verder dat in Hajar en Daan en in De langverwachte het allochtone gezin een grote rol speelt en ten slotte veel opvallender dan de liefdesrelatie zelf is. Beide liefdesrelaties onderschikken zich aan de islam. De verwerking van de motieven die met de islam samenhangen, en de keuze van vertellers en focalisators beïnvloeden de beeldvorming van de islam.
- 33 -
5 Literatuur ANKER, Robert (2004): Hajar en Daan. Amsterdam: Em. Querido´s Uitgeverij.
BENALI, Abdelkader (2005): De langverwachte. Amsterdam: Vassallucci- Pockethuis.
RIGNEY, Ann - BRILLENBURG WURTH, Kiene (red.) (2006): Het leven van teksten. Een inleiding in de literatuurwetenschap. Amsterdam: Amsterdam University Press.
UFFELEN, Herbert Van (2004): Geboren worden is een vorm van herinneren (Over de Nederlandstalige literatuur van de allochtonen). In: Kowalska-Szubert Agata, Kiedron Stefan (eds.): Thesaurus polyglottus et flores quadrilingues. Festschrift für Stanislaw Predota zum 60. Geburtstag. Wrocław: Oficyna Wydawnicza, s. 691 – 708.
Internet: Close reading [online]. [Geraadpleegd op 19. 12. 2008]. Adres:
- 34 -