B P V - g i d s (augustus 2010) (BOL-2+3+4) Techniek & ICT. BPV-gids-aug zonder foto's # 1-37

BPV-gids 2010-2011

(augustus 2010)

(BOL-2+3+4)

Techniek & ICT

BPV-gids-aug-2010---01 zonder foto's # 1 -37

BPV-gids (BOL-2+3+4)

Afdeling / opleiding: Bouw- en Civiele Techniek (bol-4) Elektrotechniek (E) (bol-4) ( oude structuur, stopt in 2008 ) Elektrotechniek --- WEI (bol-4) ( nieuwe structuur, sinds 2005) Elektrotechniek --- Sound & Vision (bol-3+4) Werktuigbouwkunde (WB) (bol-4) ( oude structuur, stopt in 2008 ) Werktuigbouwkunde --- WEI (bol-4) ( nieuwe structuur, sinds 2005) Werktuigbouwkunde --- Industrieel Design (bol-4) ICT (is in ontwikkeling) MVT (is in ontwikkeling)

(voor alle BPV-zaken):

Bemiddelingsbureau Techniek Thorbeckestraat 6 6828 TV Arnhem Postbus 5461 6802 EL Arnhem Telefoon: (026) 352 37 77 Fax: (026) 352 37 70 E.mail: [email protected]

(schoollokatie):

Techniek & ICT Laboratorium & Research Thorbeckestraat 6 6828 TV Arnhem Telefoon: (026) 36 55 900 www.rijnijssel.nl



Voorwoord Voor u ligt de gids BeroepsPraktijkVorming (BPV) van de Beroeps Opleidende Leerweg (=BOL) opleidingen van

regionaal opleidingen centrum

Techniek & ICT Laboratorium & Research Afdeling / opleiding: Bouw- en Civiele Techniek; g Elektrotechniek --- (WEI); g Elektrotechniek --- Sound & Vision; g Werktuigbouwkunde --- (WEI) g Werktuigbouwkunde --- Industrieel Design, g

De BPV vormt een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Direct betrokkenen zijn de stagiair, de Praktijkopleider en de BPV-begeleider. Door middel van deze gids willen wij u informeren over de opzet en indeling van: BPV-oriënterend; g BPV-afsluitend. g

Tevens dient deze gids als leidraad voor de stagiair. Omwille van de leesbaarheid is gekozen voor de mannelijke vorm van het woord stagiair en heeft de tekst betrekking op BOL-4, tenzij anders is vermeld. Wij wensen u allen positieve ervaringen met de BPV toe.

Directie en docenten van


Techniek & ICT Laboratorium & Research



Inhoudsopgave Titel

Hoofdstuk

Verklaring van gebruikte termen en afkortingen

1

Inleiding

2

Schema’s diverse opleidingen

3

Taakverdeling

4

Taakomschrijving

5

De BPV-overeenkomst

en algemene voorwaarden

6

Bemiddelingsbureau Techniek

7

Doelstellingen en eindtermen

8

Voorwaarden en beoordeling

9

Richtlijnen voor het maken van BPV verslagen

10

Stagiairs en de sociale zekerheid

11

De stagiair en z’n “Top-10”

12

Slot

13

Bijlagen: • •

Bijlage 1: Data en BPV-personeel van de opleiding. Bijlage 2: Bedrijfsbeoordeling-BPV (inclusief eindtermen).


Verklaring van gebruikte termen en afkortingen Term / afkorting

Omschrijving

School

Onderwijsinstelling

1


Techniek & ICT Laboratorium & Research Leerbedrijf

BPV-bedrijf / instelling

Stagiair

Onderwijsdeelnemer / cursist

LOB

Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs: - Fundeon (t.b.v. BCT) - Kenteq (t.b.v. E en Wbt)

BPV

BeroepsPraktijkVorming

BPV-kennismaking (KS)

Kennismakingsstage

BPV-oriënterend (OS)

Oriënterende stage

BPV-afsluitend (AS)

Afsluitende stage

BPV-begeleider

BPV-begeleider vanuit de school

Praktijkopleider

Praktijkopleider vanuit het leerbedrijf


Aanspreekpunt binnen de school

BPV–verslag

Stageverslag


Inleiding

2

BPV-oriënterende periode De BPV-oriënterende perioden zijn per opleiding verschillend. Voor een overzicht van deze perioden zie schema opleiding BOL in hoofdstuk 3. De algemene doelstelling van de oriënterende BPV-periode is de stagiair een oriëntatie te bieden op de toekomstige beroepsuitoefening en het tot dan toe geleerde in de praktijk te laten brengen. Voor de meeste stagiairs betekent de BPV een eerste kennismaking met het arbeidsproces. BPV-afsluitende periode De BPV-afsluitende perioden zijn per opleiding verschillend. Voor een overzicht van deze perioden zie schema opleiding BOL-4 in hoofdstuk 3. Deze perioden richt zich op de specialisatie van de stagiair. Hij heeft die specialisatie vooraf gaand aan deze periode gekozen. Hier wordt dan ook hoofdzakelijk leerstof behandeld die belangrijk is voor de gekozen specialisatie. De algemene doelstelling van de afsluitende BPV-periode is de stagiair de op school opgedane kennis van theorie en praktijk van het werkgebied waarin de stagiair afstudeert, te laten integreren in een bedrijfssituatie. Deze integratie dient te zijn gerelateerd aan de eindtermen. De verantwoordelijkheid voor de voorbereiding ligt bij de school, terwijl de begeleiding een samenspel tussen de BPV-begeleider van de school en de Praktijkopleider van het leerbedrijf dient te zijn. Van de stagiair mag worden verwacht dat hij zich volledig inzet en de raadgevingen van de begeleiders ter harte neemt.


Schema’s diverse opleidingen

3

Volgorde schema’s -

Bouwkunde Infratechniek Elektrotechniek --- oud Elektrotechniek --- WEI Elektrotechniek --- Sound&Vision Werktuigbouwkunde --- oud Werktuigbouwkunde --- WEI Werktuigbouwkunde --- Industrieel Design

bol-4 bol-4 bol-4 bol-4 bol-3+4 bol-4 bol-4 bol-4











Taakverdeling en verantwoordelijkheden 4 Het leerbedrijf

De school

Het leerbedrijf is verantwoordelijk voor: g De inhoudelijke begeleiding en opleiding. g Planning van de opdrachten en taken. g Medebeoordeling BPV. De school is verantwoordelijk voor: Het afsluiten van de BPV-overeenkomst. g Het bewaken van de te behalen eindtermen en de beoordeling. g Het informeren van de stagiair en het leerbedrijf. g De sociaal pedagogische begeleiding. g

Het LOB

Het Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs (LOB) is verantwoordelijk voor: De kwaliteitsborging van de BPV-plaats. g De kwaliteitsbevordering van de BPV-plaats. g De scholing van de Praktijkopleider. g

Het betrokken LOB zal het bedrijf geregeld (naar behoefte) bezoeken om de kwaliteitsbevordering inhoud te geven.

De stagiair

De verantwoordelijkheid van de stagiair: In de onderwijsovereenkomst - die tussen de school en de stagiair wordt afgesloten bij de start van een opleiding- worden de wederzijdse verplichtingen vastgelegd. Met betrekking tot de stagiair gaat het dan om algemene bepalingen en gedragsregels zoals de verplichting om het onderwijs te volgen, opdrachten uit te voeren en aan de examens deel te nemen en te handelen volgens de voorschriften die op de school gelden. In relatie tot de beroepspraktijkvorming betekent dit dat de stagiair zich inspant om de BPV-eindtermen te realiseren.

Samenhang van de partijen binnen de BPV


Taakomschrijving Leerbedrijf:

Het takenpakket van de Praktijkopleider ziet er als volgt uit: g Introductie van de stagiair (wegwijs maken in het bedrijf en de opleiding). g Communicatie met de BPV-begeleider. g Uitvoeren van het opleidingstraject in samenspraak met de BPV-begeleider. g Plannen van de opdrachten (volgorde vaststellen, afstemmen productiewerk met de opleidingstaken en bedrijfsspecifieke taken formuleren). g Begeleiding van de stagiair: - zie ook “Bedrijfsbeoordeling-BPV”; - in technische vaardigheden; - in sociale en communicatieve vaardigheden; - in het maken van de BPV-verslagen. g

School:

5

Zorgdragen voor de “Bedrijfsbeoordeling-BPV”.

De taken van de BPV-begeleider: Voorlichting geven aan de stagiair. g Bewaken van de eindtermen. Treffen van maatregelen als de stagiair in gebreke blijft. g Vaststellen van het opleidingstraject. g Afspraken maken over de communicatiemomenten (schoolbijeenkomsten, bedrijfsbezoek enz.). g Aanspreekpunt zijn voor de stagiair en Praktijkopleider. g Beoordelen van de verslagen en de BPV-periode. g

Stagiair:

De taken van de stagiair: Het bereiken van de doelstellingen: a) oriënteren op beroepen en functies; b) kennismaken met een arbeids-/productieorganisatie; c) binden/toepassen van het op school geleerde aan/in een concrete bedrijfssituatie; d) ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden. g Het voldoen aan de eindtermen volgens bijlage. g Het voldoende praktijkervaring opdoen gedurende de BPV-periode. g Het maken van verslagen / opdrachten. g


De BPV-overeenkomst en algemene voorwaarden

6

Binnen de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) dient de onderwijsinstelling, Rijn IJssel zorg te dragen voor een BPV–overeenkomst. Deze BPV-overeenkomst is een wezenlijk onderdeel van de Middenkaderopleiding. De volgende partijen zijn betrokken bij de beroepspraktijkvorming en sluiten daartoe een overeenkomst af: g de stagiair g het leerbedrijf g de school De overeenkomst heeft als doel, dat alle partijen zich gedurende de BPV-periode maximaal inzetten om te komen tot een optimale verwezenlijking van de eindtermen.

Bij de BPV-overeenkomst betrokken partijen

Ter informatie is het model BPV-overeenkomst met algemene voorwaarden op de volgende bladzijden weergegeven.


Beroepspraktijkvormings Overeenkomst Ondergetekenden verklaren het volgende te zijn overeengekomen: Deelnemer: Achternaam: ……………. Aanspreeknaam: ……………….. Geboorteplaats: ………………. Adres: ………………… Woonplaats: ……………….. vertegenwoordigd door:1

Geslacht: Voorletters: Geboortedatum: Postcode: Telefoon: Sofi-nummer:

……….. ……………. …………….. ………………… …………………. ………………….

………………………. …………………… …………………

Adres: Vestigingsplaats: Vertegenwoordigd door:

…………………. …………………… …………………

6828 TV 026-3655900

Adres: Vestigingsplaats: Vertegenwoordigd door:

Thorbeckestraat 6 ARNHEM

Praktijkbiedende organisatie: Naam: Postcode: Telefoon:

Onderwijsinstelling: Rijn IJssel, Postcode: Telefoon:

Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs: Naam:

………………..

Vertegenwoordigd door:

Type opleiding: Crebo-code/naam opleiding: …………… Leerweg : ………………………

Werkzaamheden: De praktijkbiedende organisatie zal met in achtneming van de voorwaarden op de achterzijde van deze overeenkomst de deelnemer in de gelegenheid stellen werkzaamheden en taken uit te voeren, die het de deelnemer mogelijk maken om te voldoen aan de door de onderwijsinstelling gestelde leerdoelen. In de BPV periode van: ……………… Voor …. Uur BPV per week, voor BPV totale opleiding …. Uur. De deelnemer is werkzaam in de praktijkbiedende organisatie als:

Begeleiding van de deelnemer: In de praktijkbiedendeorganisatie door:

Vanuit de onderwijsinstelling door:

Arbeidsovereenkomst: Is er een arbeidsovereenkomst afgesloten:

J/N

De praktijkbiedende organisatie betaalt:

aan de onderwijsinstelling

€ …………..

aan de cursist als vergoeding voor onkosten

€ …………..

1.

Bij deelnemers onder de 18 jaar tekent de ouder of voogd.

2.

De deelnemer verklaart middels ondertekening van deze BPV overeenkomst akkoord, met verstrekking van zijn sofinummer aan de praktijkbiedende organisatie

Handtekeningenblok Deelnemer Plaats: Datum:

Leerbedrijf Plaats: Datum:

Onderwijsinstelling Plaats: Datum:

Arnhem …………

Landelijk Orgaan Plaats: Datum:


Algemene voorwaarden beroepspraktijkvorming van Rijn IJssel Artikel 1 Werktijd Op de in overleg met de opleiding vastgelegde dagen, is de dagelijkse praktijktijd voor de deelnemer in overeenstemming met de arbeidstijd die geldt voor de praktijkbiedende organisatie waar hij/zij geplaatst is, tenzij die anders is overeengekomen. Ten aanzien van vrijaf en verlof gelden de bepalingen opgenomen in de arbeidsvoorwaarden geldende voor de praktijkbiedende organisatie. Ook in het geval er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst volgt de deelnemer, tenzij anders is overeengekomen, de verlofregeling die geldt in de praktijkbiedende organisatie. Artikel 2 Inhoud van de beroepspraktijkvorming Gelet op hetgeen in de WEB is bepaald, is uitgangspunt voor de beroepspraktijkvorming de voor de opleiding geldende landelijke eindtermen, competenties/kerntaken. In het handboek beroepspraktijkvorming1 behorend bij de in de overeenkomst vermelde opleiding, wordt het deel van de eindtermen, competenties/kerntaken genoemd, dat de deelnemer tijdens de beroepspraktijkvorming dient te realiseren. In het handboek is omschreven op welke wijze de begeleiding vanuit de instelling en de begeleiding op de praktijkplaats wordt uitgevoerd. Artikel 3 Aansprakelijkheid en verzekeringen Tussen het stagebiedende bedrijf en de deelnemer blijven onverminderd van kracht de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek ten aanzien van de verhoudingen tussen stagebieder en ondergeschikte, en zoals bedoeld in artikel 170 en volgende van BW 6, boek 6, titel 3, afdeling 2 (Aansprakelijkheid voor personen en zaken.) Daarnaast sluit de instelling ten behoeve van de deelnemer en bpv-begeleider (tijdens het bezoeken van de praktijkbiedende organisatie) een verzekering af tegen het financiële risico van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de praktijkbiedende organisatie of derden, evenals het financiële risico van ongevallen tijdens werken reisuren. Bij WA- schade heeft de deelnemer een eigen risico van € 250. De instelling aanvaardt geen aansprakelijkheid anders dan die welke uit hoofde van de door haar gesloten WA-verzekering wordt aanvaard en tot een maximum dat door de betreffende verzekeringsmaatschappij wordt uitgekeerd. In het geval van beroepspraktijkvorming in het buitenland wordt sterk aanbevolen een aanvullende studenten stageverzekering af te sluiten. De praktijkbiedende organisatie treft, overeenkomstig de arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de deelnemer. Artikel 4 Beoordeling De instelling heeft de eindverantwoordelijke bij de beoordeling of de deelnemer de eindtermen behorend bij de beroepspraktijkvorming heeft gerealiseerd. De beoordeling vindt plaats overeenkomstig de procedure zoals omschreven in het handboek beroepspraktijkvorming voor de opleiding. Bij deelkwalificaties betrekt de instelling het oordeel van het bedrijf/de organisatie, met inachtneming van de desbetreffende in de onderwijs- en examenregeling voor de opleiding opgenomen regels. De praktijkbiedende organisatie verklaart zich bereid beoordeling van de beroepspraktijkvorming, indien mogelijk, op de praktijkplaats mogelijk te maken. De deelnemer wordt door de praktijkbiedende organisatie in staat gesteld deel te nemen aan toetsen of examens van de onderwijsinstelling die tijdens de periode van de beroepspraktijkvorming plaats vinden. Artikel 5 Vergoeding aan de onderwijsinstelling Vergoedingen die in het kader van de beroepspraktijkvorming aan de instelling worden verstrekt, worden na aftrek van eventuele organisatie- en begeleidingskosten die direct verband houden met de beroepspraktijkvorming, ten gunste van deelnemers aangewend ter voldoening van diverse kosten zoals excursies, praktijkweken. Artikel 6 Gedragsregels De deelnemer is verplicht de binnen de praktijkbiedende organisatie in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen. Deze zijn de deelnemer bij het sluiten van de overeenkomst bekend gemaakt. Indien de deelnemer zich niet houdt aan de gedragsregels, vindt een gesprek plaats tussen de bpv-begeleider (de instelling), praktijkopleider (praktijkbiedende organisatie) en deelnemer en wordt de uitkomst van dit gesprek schriftelijk bevestigd.


vervolg: Algemene Voorwaarden Beroepspraktijkvorming van Rijn IJssel Artikel 7 Geheimhouding De deelnemer is verplicht alles geheim te houden wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim ter kennis is gekomen of waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen. Ook de bpv-begeleider zal de door de deelnemer aan hem/haar toevertrouwde gegevens vertrouwelijk behandelen. Artikel 8 Absentie De deelnemer is verplicht in het geval van absentie en bij terugkomst na absentie onverwijld de praktijkopleider en de bpv-begeleider hiervan op de hoogte te stellen. Artikel 9 Beëindiging praktijkovereenkomst Deze overeenkomst eindigt; a. na afloop van de overeengekomen periode; b. door het behalen van het diploma van de opleiding waarop de beroepspraktijkvorming betrekking heeft; c. indien de arbeidsovereenkomst tussen de praktijkbiedende organisatie en de deelnemer verbroken wordt; d. indien de deelnemer de desbetreffende opleiding beëindigt; e. bij onderling goedvinden van de praktijkbiedende organisatie en deelnemer, nadat daarover een gesprek gevoerd is tussen deelnemer, praktijkopleider, bpv-begeleider en eventueel vertegenwoordiger van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. De overeenkomst eindigt nadat de praktijkopleider, de bpvbegeleider en de deelnemer dit bij onderling goedvinden, schriftelijk bevestigen; f. door schriftelijke aanzegging van de instelling dan wel het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven aan partijen indien de instelling of het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven zich ervan heeft overtuigd dat de begeleiding tekortschiet of ontbreekt, de praktijkbiedende organisatie niet langer beschikt over een gunstige beoordeling door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven of dat er sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren zal kunnen plaatsvinden; g. door ontbinding of verlies van rechtspersoonlijkheid van de praktijkbiedende organisatie of wanneer de organisatie ophoudt het in de praktijkovereenkomst bedoelde beroep of het genoemde bedrijf uit te oefenen. Artikel 10 Vervangende praktijkplaats Als er sprake is van beëindiging van de praktijkovereenkomst op grond van artikel 9 lid g, dan streven de instelling en het betrokken kenniscentrum er naar om een toereikende vervangende voorziening zo spoedig mogelijk beschikbaar te stellen. Artikel 11 Verlenging Indien de deelnemer de eindtermen, competenties/kerntaken zoals vermeld in artikel 2, dan wel het examen niet binnen de gestelde tijdsduur met goed gevolg heeft behaald, kunnen partijen overeenkomen dat de periode van de beroepspraktijkvorming wordt verlengd. Artikel 12 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming Bij problemen tijdens de beroepspraktijkvorming richt de deelnemer zich in eerste instantie tot de praktijkopleider. Wordt daarmee voor de deelnemer geen oplossing bereikt, dan wordt het voorgelegd aan de bpv-begeleider van de opleiding. Indien zij in gezamenlijk overleg niet tot een oplossing komen, moet de zaak worden voorgelegd aan het bevoegd gezag van de desbetreffende sector van de instelling. De praktijkbiedende organisatie treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. Artikel 13 Slotbepaling In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de directies van de praktijkbiedende organisatie en de instelling in overleg met de deelnemer. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven raken, wordt deze daarbij betrokken. Deelnemer en praktijkbiedende organisatie verklaren dat zij de documenten waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen en/of die als aanhangsel/bijlage aan de overeenkomst zijn toegevoegd, hebben ontvangen en/of daar kennis van hebben genomen. 1) De benaming praktijkhandboek/stagegids/handboek leren en waarderen wordt hier ook wel voor gebruikt. versie 1 23-04-08



7

Bemiddelingsbureau Techniek is het bureau voor alle BeroepsPraktijkVorming. Het bureau verzorgt de administratie en organisatie van de BPV tussen school, leerbedrijf en stagiair. Docenten van Rijn IJssel verzorgen de organisatie. Medewerkers van het bureau verzorgen de administratieve en financiële afhandelingen. Het bureau is gedurende het gehele jaar het aanspreekpunt voor: g de stagiair; g de Praktijkopleider; g de BPV-begeleider.


Doelstellingen en eindtermen

8

8.1 BPV-oriënterend 8.1 Doelstellingen – (BPV-oriënterend) De door Rijn IJssel gestelde algemene doelstellingen van de BPV tijdens de oriënterende periode zijn: 1oriënteren op beroepen en functies; 2kennismaken met een arbeids/productie organisatie; 3binden/toepassen van het op school geleerde aan/in een concrete bedrijfssituatie; 4ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden volgens maatschappelijk aanvaardbare normen.

8.1.1.Eindtermen – (BPV-oriënterend) De door de Minister goedgekeurde eindtermen ter bewaking van de kwaliteit van de opleiding.

Algemeen Aan het eind van de periode evalueert de Praktijkopleider van het bedrijf de BPV. Hiertoe zal gebruik worden gemaakt van een door Rijn IJssel te verstrekken “Bedrijfsbeoordeling-BPV” waarop de aan de orde gekomen eindtermen dienen worden afgevinkt. Tevens zal een schriftelijke beoordeling plaatsvinden. De Praktijkopleider licht de beoordeling toe aan de leerling en eventueel aan de BPV-begeleider van Rijn IJssel.

Per opleiding – (BPV-oriënterend) Bouwkunde (BK) Kantoor en bouwplaats: g Deelkwalificatie: Algemeen vormend g Deelkwalificatie: Maatschappelijk culturele vorming Kantoor: g Deelkwalificatie: Woningbouw/Utiliteitsbouw/Vernieuwbouw Bouwplaats: g Deelkwalificatie: Woningbouw g Deelkwalificatie: Utiliteitsbouw g Deelkwalificatie: Vernieuwbouw

Infra Techniek (infra) (voorheen de opleiding GWW en Geodesie) g g g

Deelkwalificatie: Algemene Landmeetkunde Deelkwalificatie: Ontwerp en Beheer Deelkwalificatie: Uitvoering

Elektrotechniek (E) g g

( oude structuur, stopt in 2008 )

Deelkwalificatie: Basis Energietechniek (EN) Deelkwalificatie: Basis Informatietechniek (EC)

Elektrotechniek (WEI)

( nieuwe structuur, sinds 2005 )

( Energietechniek – Elektronica ) Deze opleiding is gestart in 2005. De opleiding valt binnen het kwalificatiedossier Technicus Middenkader (WEI – crebo 91142) en wordt uitgevoerd volgens het model “CompetentieGerichtOnderwijs”.

Elektrotechniek (E) --- Sound & Vision (BOL-3) g

Deelkwalificatie: Audiovisueel medewerker (SV) BPV-gids-aug-2010---01 zonder foto's # 26 -37

Werktuigbouwkunde (WB)

( oude structuur, stopt in 2008 )

Er worden vijf clusters van werkzaamheden onderscheiden die richtinggevend zijn voor de BPV tijdens de oriënterende stage. Het is de bedoeling dat tijdens de oriënterende stage twee van de clusters 1, 2 en 3 aan de orde komen en beide clusters 4 en 5.

2 van de 3 clusters: g g g

cluster 1. BPV-werkzaamheden verspanen, plaat en constructie; cluster 2. BPV-werkzaamheden montage en onderhoud; cluster 3. BPV-werkzaamheden tekenen en construeren;

Beide clusters: g g

cluster 4. BPV-werkzaamheden algemene bedrijfskunde; cluster 5. BPV-werkzaamheden kwaliteitszorg, arbozorg en milieuzorg.

Werktuigbouwkunde (WEI)


Deze opleiding is gestart in 2005. De opleiding valt binnen het kwalificatiedossier Technicus Middenkader (WEI – crebo 91142) en wordt uitgevoerd volgens het model “CompetentieGerichtOnderwijs”.

WB Industriëel Design (ID) Er worden drie clusters van werkzaamheden onderscheiden die richtinggevend zijn voor de BPV tijdens de oriënterende stage. Het is de bedoeling dat tijdens de oriënterende stage deze clusters 1, 2 en 3 aan de orde komen.

clusters: g g g

cluster 1. BPV-werkzaamheden algemene bedrijfskunde; cluster 2. BPV-werkzaamheden construeren,design en productie cluster 3. BPV-werkzaamheden kwaliteitszorg, arbozorg en milieuzorg.


8.2 BPV-afsluitend 8.2.1

Doelstellingen – (BPV-afsluitend)

De door Rijn IJssel gestelde algemene doelstellingen van de tijdens de BPV-afsluitende periode zijn: 1. uitvoeren van werkzaamheden in een arbeids-/productieorganisatie: g ervaren van het werken in een arbeidsorganisatie (direct geconfronteerd worden met aspecten als productieomstandigheden, werkdruk en rendement); g ervaren van het deelnemen aan een arbeidsproces (direct geconfronteerd worden met aspecten als discipline, samenwerken, leiding ontvangen, verantwoordelijkheid voor bepaalde werkzaamheden, aangesproken worden op uit te voeren en uitgevoerde taken); g ervaren van een bedrijfscultuur en een beroepscultuur. 2.

integreren van het op school geleerde in een concrete bedrijfssituatie: binding doen ontstaan tussen de kennis en vaardigheden die zijn opgedaan op school en de praktische uitvoering binnen een bedrijf: g productief inzetten van kennis en vaardigheden in de praktische uitvoering binnen een bedrijf waardoor verdieping en/of verbreding wordt bereikt en nieuwe kennis en vaardigheden worden verworven. g

3 g

volgens maatschappelijk aanvaardbare normen functioneren op persoonlijk , sociaal en communicatief terrein.

8.2.2

Eindtermen – (BPV-afsluitend)

De door de Minister goedgekeurde eindtermen ter bewaking van de kwaliteit van de opleiding.

Algemeen Aan het eind van de periode evalueert de Praktijkopleider van het bedrijf de BPV. Hiertoe zal gebruik worden gemaakt van een door Rijn IJssel te verstrekken “Bedrijfsbeoordeling-BPV” waarop de aan de orde gekomen eindtermen dienen worden afgevinkt. Tevens zal een schriftelijke beoordeling plaatsvinden. De Praktijkopleider licht de beoordeling toe aan de leerling en eventueel aan de BPV-begeleider van Rijn IJssel.

Per opleiding – (BPV-afsluitend) Bouwkunde (BK) De inhouden en werkzaamheden tijdens de BPV-afsluitende stage verschillen al naar gelang de door de leerling gekozen deelkwalificatie in het vierde schooljaar van de opleiding. In de vierjarige Middenkaderopleiding Bouwkunde is volgens het eindtermendocument sprake van de keuze van één uit de vier volgende deelkwalificaties: g Deelkwalificatie: Ontwerp; g Deelkwalificatie: Uitvoering; g Deelkwalificatie: Beheer; g Deelkwalificatie: Doorstroom HBO.

Infra Techniek (voorheen de opleiding GWW en Geodesie) De inhouden en werkzaamheden tijdens de BPV-afsluitende stage verschillen al naar gelang de door de leerling gekozen deelkwalificatie in het vierde schooljaar van de opleiding. In de vierjarige Middenkaderopleiding Infratechniek is volgens het eindtermendocument sprake van de keuze van één uit de twee volgende deelkwalificaties: g Deelkwalificatie: Civiele Techniek; g Deelkwalificatie: Landmeetkunde;

Energietechniek (EN) ( oude structuur, stopt in 2008 ) BPV-gids-aug-2010---01 zonder foto's # 28 -37

De inhouden en werkzaamheden tijdens de BPV-afsluitende stage verschillen al naar gelang de door de leerling gekozen richting in het vierde schooljaar van de opleiding. In de vierjarige Middenkaderopleiding Elektrotechniek is volgens het eindtermendocument sprake van de keuze van één uit de twee volgende opleidingen per afdeling: g Automatiserings Energietechniek; g Elektrotechnische Installatietechniek.

Informatietechniek (EC) ( oude structuur, stopt in 2008 ) De inhouden en werkzaamheden tijdens de BPV-afsluitende stage verschillen al naargelang de door de leerling gekozen richting in het vierde schooljaar van de opleiding. In de vierjarige Middenkaderopleiding Elektrotechniek is volgens het eindtermendocument sprake van de keuze van één uit de twee volgende opleidingen per afdeling: g Telemom / ICT Engineer; g Automatiserings Elektronica.

Elektrotechniek (WEI) g


Deelkwalificatie: ( in ontwikkeling)

Elektrotechniek (E) --- Sound & Vision (BOL-3) g


Werktuigbouwkunde (WB) ( oude structuur, stopt in 2008 ) De inhouden en werkzaamheden tijdens de BPV-afsluitende stage verschillen al naar gelang de door de leerling gekozen deelkwalificatie in het vierde schooljaar van de opleiding. In de vierjarige Middenkaderopleiding Werktuigbouwkunde is volgens het eindtermendocument sprake van de keuze van één uit de vier volgende deelkwalificaties: g Deelkwalificatie: Productie en Productievoorbereiding; g Deelkwalificatie: Mechaniseren en Installeren; g Deelkwalificatie: Tekenen en Construeren; g Deelkwalificatie: Commerciële Techniek.

Werktuigbouwkunde (WEI) g



WB Industrieel Design (ID) De inhouden en werkzaamheden tijdens de BPV-afsluitende stage verschillen al naar gelang de door de leerling gekozen deelkwalificatie in het vierde schooljaar van de opleiding. In de vierjarige Middenkaderopleiding (WB) Industrieel Design is volgens het eindtermendocument sprake van de keuze van één uit de twee volgende deelkwalificaties: g Deelkwalificatie: Techniek; g Deelkwalificatie: Design.


Voorwaarden en beoordeling

9

9.1 BPV-oriënterend De stagiair moet aan de onderstaande voorwaarden hebben voldaan, voordat een beoordeling kan plaatsvinden: 9.1.1

Voorwaarden: 1. 2.

Tenminste aan het aantal BPV-stagedagen, overeenkomstig de periode zoals vermeld in bijlage 1, binnen het bedrijf te hebben voldaan; De stagiair dient aan alle in de BPV-gids vermelde taken, tijdsplanningen te voldoen

Indien de stagiair niet aan de voorwaarden voldoet om voor beoordeling in aanmerking te komen, kan hij schriftelijk een gedeeltelijke of gehele ontheffing aanvragen bij de examencommissie.

9.1.2

Beoordeling: 1. 2.

“Bedrijfsbeoordeling-BPV” Beoordeling van de per deelkwalificatie vereiste activiteiten / werkstukken / verslagen.

De beoordelingen worden verwerkt overeenkomstig het OnderwijsExamenReglement (OER) van de opleiding.


9.2 BPV-afsluitend De stagiair moet aan de onderstaande voorwaarden hebben voldaan, voordat een beoordeling kan plaatsvinden: 9.2.1

Voorwaarden: 1. 2.

Tenminste aan het aantal BPV-stagedagen, overeenkomstig de periode zoals vermeld in bijlage 1, binnen het bedrijf te hebben voldaan. De stagiair dient aan alle in de BPV-gids vermelde taken, tijdsplanningen te voldoen

Indien de stagiair niet aan de voorwaarden voldoet om voor beoordeling in aanmerking te komen, kan hij schriftelijk een gedeeltelijke of gehele ontheffing aanvragen bij de examencommissie.

9.2.2

Beoordeling: 1. 3.

“Bedrijfsbeoordeling-BPV” Beoordeling van de per deelkwalificatie vereiste activiteiten / werkstukken / verslagen.

De beoordelingen worden verwerkt overeenkomstig het OnderwijsExamenReglement (OER) van de opleiding.


Richtlijnen voor het maken van BPV verslagen

10

Een goed verslag bestaat uit: g titelpagina, g pagina met stagegegevens, g inhoudsopgave, g samenvatting, g inleiding-kern-slot, g bronvermelding, g bijlage(n).

a. Titelpagina Op de titelpagina staat de juiste titel van je verslag. Je moet zorgen dat de titel goed is, dat "de vlag de lading dekt". Als het verslag gaat over zuigpompen, dan moet dat ook de titel zijn. "Pompen" alleen is dan een te ruime titel. De titel mag ook niet te beperkt zijn. Gebruik geen vragen als titels, dus niet: "Wat zijn zuigpompen"? Op de titelpagina komen ook je naam, de datum en het nummer van het verslag te staan.

b. Pagina met stagegegevens/lijst van werkzaamheden Opmerking: je kunt ook met b. beginnen en dan a. de titelpagina.

c. Inhoudsopgave (bladzijde 1 van je verslag) De inhoudsopgave geeft de structuur van je verslag weer. De lezer vindt er puntsgewijs de onderwerpen die je in je verslag behandelt, maar ook waar hij die onderwerpen kan vinden. Geef dus de bladzijden aan. Aan het eind van deze richtlijnen vind je een voorbeeld van een correcte inhoudsopgave.

d. Samenvatting De samenvatting is een stuk tekst waarin je duidelijk de hoofdzaken van je verslag beknopt weergeeft. Als je een onderzoek hebt gedaan naar bijvoorbeeld de samenstelling van asfaltbitumen, dan bevat de samenvatting ook de belangrijkste conclusies. Je schrijft de samenvatting als het echte verslag af is, maar je plaatst haar vooraan op bladzijde 2 van je verslag.

e. Inleiding De inleiding, het eerste hoofdstuk van je verslag, leidt de lezer in het onderwerp in. Je vertelt iets over het onderwerp dat je gaat behandelen, hoe je aan dat onderwerp bent gekomen en in welk groter geheel je onderwerp thuishoort. Als je een onderzoek gaat beschrijven, geef je de gevolgde methode weer.

f. Kern van het verslag Hier begint het verslag pas goed. Je moet je goed afvragen hoe je het verslag opbouwt. Daartoe moet je een structuur bepalen. Structuur De inhoudsopgave helpt je bij de structuur van je verslag, maar ook omgekeerd. Geef de hoofdstukken en paragrafen duidelijk aan met titels en subtitels. Maak van de titels geen vragen en houd ze kort en duidelijk. Gebruik voor de indeling het decimale indelingssysteem. N.B. De titel, de inhoud en de samenvatting geven zeer kort de structuur èn de hoofdzaken van het verslag weer. De lezer kan met behulp van deze delen bepalen of hij het verslag verder zal lezen. Tekst Het verslag gaat over één onderwerp. Je moet in het verslag niet teveel informatie willen "proppen", maar ook niet te weinig. Om het onderwerp van verschillende kanten te benaderen, moet je je afvragen BPV-gids-aug-2010---01 zonder foto's # 32 -37

welke onderdelen, facetten of aspecten van het onderwerp behandeld moeten worden. Om dat te bereiken stel je allemaal vragen bij het te behandelen onderwerp. Bespreek ieder aspect apart en beperk je tot de belangrijkste zaken. Illustraties Gebruik duidelijke illustraties en geen vage knipsels. Beperk het gebruik van illustraties: het verslag moet geen plakboek worden! Voor een goed gebruik van illustraties is het nodig dat je ze nummert (bijvoorbeeld figuur 1, enz.) en dat je ze zoveel mogelijk plaatst op de bladzijde(n) waar ze beschreven worden.

g. Slot Als je verslag over een onderzoek gaat, zet je in het slot (dat het laatste hoofdstuk van je verslag is) nog eens de conclusies. Geeft je verslag alleen maar een beschrijving, dan noem je nog eens de belangrijkste punten uit het verslag zodat de lezer het belangrijkste nog eens onder ogen krijgt. Qua inhoud lijkt het slot veel op de samenvatting. Het taalgebruik is echter anders. Je kunt in dit hoofdstuk bijvoorbeeld zinnen gebruiken als: "In dit hoofdstuk kan men zien dat ......" of "Daaruit kan geconcludeerd worden dat ......". De lezer kan dus aan het taalgebruik zien dat het verslag in dit hoofdstuk wordt afgerond.

h. Bronvermelding Iedere onderzoeker gebruikt informatie van anderen. Dat is heel normaal. Je moet dan wél aangeven waar je je informatie vandaan hebt. Dat gebeurt in de bronvermelding. Je dient daarmee de lezer die zich verder in dit onderwerp wil verdiepen. Er zijn regels voor het aangeven van gebruikte literatuur: a. een boek: auteursnaam, titel onderstreept, plaats en jaar van uitgave (+ eventueel de geraadpleegde hoofdstukken), b. een tijdschrift: titel tijdschrift, onderstreept, jaargang en nummer (+ eventueel bladzijden uit dat nummer). Denk eraan dat je ook gesprekken met chefs en anderen als bron kunt vermelden. c. een internetsite: www…………nl

i. Bijlagen Grote illustraties, omvangrijke tabellen, schema's e.d. storen de kern van het verslag teveel. Ze nemen teveel ruimte in om het eigenlijke verslag goed te kunnen lezen. Daarom moet die extra informatie apart achter aan het verslag als bijlage worden opgenomen. Je moet de bijlagen nummeren en er ook correct naar verwijzen, bijvoorbeeld zie bijlage IV, bladzijde ...

j. Taalgebruik g

g g

Controleer je verslag (of laat het controleren) op spelling en gebruik de spellingscontrole van je tekstverwerker. Gebruik geregeld je woordenboek en pas de regels voor de spelling van werkwoordsvormen toe. Let op je formuleringen, maak je zinnen niet te lang. Zorg voor logische verbanden binnen de zin, tussen zinnen en tussen de alinea's.

k. Lay-out g g g

g

g

Sla na elke alinea een regel over (witregel). Houd rekening met later te plaatsen tekeningen en/of illustraties. Begin een nieuw hoofdstuk op een nieuwe bladzijde. Sla minstens twee regels over tussen hoofdstuk en paragraaf . Onderstreep de titels van de hoofdstukken anders dan die van paragrafen, bijvoorbeeld =========, __________, -----------. Gebruik de standaard regelafstand van je tekstverwerker. Maak ook zinvol gebruik van de mogelijkheden die de tekstverwerker heeft op het gebied van accentueren. Gebruik lettergrootte 12. BPV-gids-aug-2010---01 zonder foto's # 33 -37

l. Voorbeeld inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Titel 2.1 Titel 2.2 Titel (etc) (etc) (etc)

blz. 1 blz. 2 blz. 3 blz. .. blz. .. blz. .. blz. .. blz. .. blz. ..

7. Slot Bronvermelding Bijlagen: I omschrijving II idem

blz. .. blz. ..


Stagiairs en de sociale zekerheid

11

De stagiair is een cursist die, als onderdeel van zijn opleiding, stage loopt in een leerbedrijf. Hij is enerzijds cursist en anderzijds werknemer. De stagiair is soms wel, soms niet verzekerd, afhankelijk van de financiële regeling. Deze financiële regeling kan gevolgen hebben voor de kinderbijslag of studiefinanciering. Informatie hierover kun je vinden op de internetpagina’s van: g Het voorlichtingscentrum Sociale verzekeringen: http://www.vsv.nl/ g

De Informatie Beheer Groep: http://www.ib-groep.nl

g

“Postbus 51” : http://www.postbus51.nl/

Dezelfde informatie is ook te vinden in brochures te verkrijgen bij de onderstaande instellingen: Gemeentelijke Sociale Dienst; g Inspecteur der Directe Belastingen; g

Voordat je informatie gaat opvragen is het belangrijk dat je weet welke financiële regeling bij jou van toepassing is. Er zijn vier mogelijkheden waarvan de eerste twee het meest voorkomen. g

g g g

Het Bemiddelingsbureau Techniek verloont met de stagiair. Het bedrijf betaalt een vast bedrag aan het Bemiddelingsbureau Techniek dat vervolgens sociale lasten e.d. afdraagt en een vast deel betaalt aan de leerling. Dit is dus loon, je krijgt dan ook een loonstrookje. Het bedrijf verloont met de stagiair. Je krijgt loon, dus ook een loonstrookje, direct via het leerbedrijf. Het bedrijf geeft een beloning in natura, onder andere vrije kost en inwoning. Ook dit is loon. Een vergoeding van noodzakelijke kosten, een reiskosten- of onkostenvergoeding is géén loon.

Aansprakelijkheid en verzekeringen De praktijkbiedende organisatie aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade die de deelnemer mocht lijden tijdens of in verband met zijn/haar aanwezigheid binnen de praktijkbiedende organisatie, dan wel bij de uitvoering van praktijkactiviteiten, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld of nalatigheid van de praktijkbiedende organisatie of haar werknemer. Rijn IJssel sluit ten behoeve van de deelnemer een verzekering af tegen het financiële risico van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de praktijkbiedende organisatie of derden, evenals het financiële risico van ongevallen tijdens werken reisuren. Bij (praktijk)activiteiten met een verhoogd risico dient de deelnemer een aanvullende ongevallenverzekering af te sluiten. Verdere inlichtingen zijn verkrijgbaar bij de administratie.


De stagiair en z’n “Top-10” A)

Verwachtingen

1.

Een volledige inzet op de stageplaats, interesse voor het Leerbedrijf, de medewerkers en de werkzaamheden die verricht moeten worden. Zich houden aan de regels die het Leerbedrijf stelt. Veiligheidsmaatregelen binnen het Leerbedrijf naleven. Collegiale houding is vanzelfsprekend. Het tijdig bij de Praktijkopleider aanleveren van de verslagen, zodat er voldoende tijd is voor correctie, bijwerking etc.

2. 3. 4. 5.

12

B)

Praktische zaken

6.

Voor stageperiode, werkstaatperiode, verslagperiode, inleverdata, en schoolbijeenkomst(en) zie bijlage 1. Schoolvakanties zijn niet van toepassing op de BPV-periode. Ziekte of bijzonder verlof direct melden aan het Leerbedrijf en Bemiddelingsbureau Techniek. Voortijdig beëindiging van je BPV-periode kan consequenties hebben voor het verdere verloop van je studie. Sluit je BPV-periode bij het Leerbedrijf op een correcte manier af (je weet maar nooit……).

7. 8. 9. 10.


Slot

13

In gevallen waarin deze BPV-gids niet voorziet, beslist de examencommissie van de opleiding.


B P V - g i d s (augustus 2010) (BOL-2+3+4) Techniek & ICT. BPV-gids-aug zonder foto's # 1-37

Recommend Documents