B. Creative Media and Game Technologies B Game Architecture and Design

OER HBO bachelor Creative Media and Game Technologies differentiatie Game Architecture and Design Game Architecture and Design Studiejaar 2015-2016 (1 september 2015 – 31 augustus 2016)

De onderwijsen examenregeling maakt onderdeel uit van het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut. Het studentenstatuut bevat de rechten en plichten van de studenten, die voortvloeien uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en bestaat naast een opleidingsspecifiek deel ook uit een instellingsspecifiek deel. Het studentenstatuut geldt onder voorbehoud van wijzigingen in weten regelgeving.

Academie Opleiding Datum Datum Datum Datum

advies opleidingscommissie goedkeuring academiedirecteur instemming deelraad vaststelling CvB

Gewijzigde versie A.D.E. B. Creative Media and Game Technologies B Game Architecture and Design 25 augustus 2015 23 oktober 2015 25 augustus 2015 23 oktober 2015 25 augustus 2015 23 oktober 2015 31 augustus 2015 10 november 2015

Gebaseerd op raamregeling HBO bachelor 2014-2015 Datum voorgenomen besluit 13 januari 2015 vaststelling raamregeling CvB Datum instemming raamregeling MR 3 februari 2015 Datum vaststelling raamregeling CvB 10 februari 2015

Voorwoord In het kader van veranderingen in het domein van de technische opleidingen binnen het HBO is besloten dat de opleiding Game Architecture and Design (IGAD) met ingang van 1 september 2015 wordt aangeboden als een differentiatie binnen de nieuwe bacheloropleiding Creative Media and Game Technologies (CMGT). De nieuwe propedeuse instroom per 1 september 2015 wordt ingeschreven bij de opleiding CMGT. Ouderejaars studenten worden ingeschreven bij de opleiding IGAD.

Toelichting gewijzigde OER In verband met de onderwijsvernieuwing bij CMGT is de OER 2015-2016 op nog enkele punten aangepast.

OER Creative Media and Game Technologies / IGAD 2015-2016

2

Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ARTIKEL 1.1 ARTIKEL 1.2 ARTIKEL 1.3

BEGRIPSBEPALINGEN .......................................................................................................5 ALGEMENE BEPALINGEN ...................................................................................................9 TOEPASSELIJKHEID ........................................................................................................10

HOOFDSTUK 2 ARTIKEL 2.1

ARTIKEL 3.9 ARTIKEL 3.10 ARTIKEL 3.11

STUDIEBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANG...............................................22

STUDIEBEGELEIDING ......................................................................................................22 STUDIEBEGELEIDING BINNEN DE ACADEMIE/OPLEIDING .....................................................22 PERSOONLIJKE OMSTANDIGHEDEN ..................................................................................22 PERSOONLIJKE OMSTANDIGHEDEN EN ROL STUDENTENDECAAN HIERIN .............................22 STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING .........................................................................23 STUDIEVOORTGANGSREGISTRATIE ..................................................................................23

HOOFDSTUK 6 ARTIKEL 6.1 ARTIKEL 6.2 ARTIKEL 6.3 ARTIKEL 6.4 ARTIKEL 6.5 ARTIKEL 6.6 6.6.1 6.6.2 6.6.3 6.6.4

STUDIEADVIES EN BINDENDE AFWIJZING .......................................................20

STUDIEADVIES PROPEDEUSE AAN HET EINDE VAN HET STUDIEJAAR ...................................20 STUDIEADVIES PROPEDEUSE BIJ TUSSENTIJDSE UITSCHRIJVING ........................................21 INTREKKEN NEGATIEF BINDEND STUDIEADVIES .................................................................21 BEWAARTERMIJN STUDIEADVIES .....................................................................................21

HOOFDSTUK 5 ARTIKEL 5.1 ARTIKEL 5.2 ARTIKEL 5.3 ARTIKEL 5.4 ARTIKEL 5.5 ARTIKEL 5.6

INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDINGEN ..............................................13

OPLEIDINGSVORM ..........................................................................................................13 TAAL .............................................................................................................................13 GEDRAGSREGELS ..........................................................................................................13 OMVANG EN DUUR VAN DE BACHELOROPLEIDING..............................................................13 OPBOUW VAN DE OPLEIDING ...........................................................................................14 Algemeen ..................................................................................................................... 14 Afstudeerrichtingen en varianten ................................................................................. 14 Honoursprogramma ..................................................................................................... 15 Minoren ........................................................................................................................ 15 Premaster SBM (Strategic Business Management and Marketing) ............................ 16 Afstuderen met eigen bedrijf (als ondernemer) ............................................................ 17 SAMENSTELLING VAN DE EXAMENPROGRAMMA’S..............................................................17 VRIJSTELLINGEN ............................................................................................................17 Vrijstellingen voor studenten met een WEB opleiding (MBO opleiding) ...................... 17 Vrijstellingen voor reguliere studenten met VWO diploma .......................................... 17 Vrijstellingen voor studenten met een Associate degree getuigschrift ........................ 18 Bewaartermijn beslissing vrijstelling............................................................................. 18 INSCHRIJVING VOOR DE POSTPROPEDEUSE VAN DE OPLEIDING WAARVAN DE PROPEDEUSE IS GEVOLGD .......................................................................................................................18 INSCHRIJVING VOOR DE POSTPROPEDEUSE VAN EEN ANDERE NHTV OPLEIDING ................18 VERWIJZING IN DE POSTPROPEDEUSE .............................................................................19 OVERGANGSREGELING IN VERBAND MET WIJZIGING EXAMENPROGRAMMA .........................19

HOOFDSTUK 4 ARTIKEL 4.1 ARTIKEL 4.2 ARTIKEL 4.3 ARTIKEL 4.4

GRONDSLAGEN VAN DE OPLEIDING(EN) .........................................................12

HET DOEL VAN DE OPLEIDING(EN) EN DE COMPETENTIES ..................................................12

HOOFDSTUK 3 ARTIKEL 3.1 ARTIKEL 3.2 ARTIKEL 3.3 ARTIKEL 3.4 ARTIKEL 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 ARTIKEL 3.6 ARTIKEL 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3 3.7.4 ARTIKEL 3.8

ALGEMEEN ..............................................................................................................5

BEOORDELING ......................................................................................................25

COMPETENTIEGERICHT ONDERWIJS EN HET BEHALEN VAN ECTS CREDITS ........................25 INRICHTING BEOORDELING ..............................................................................................25 VOLGORDE VAN TENTAMENS/PROJECTEN ........................................................................26 TIJDVAKKEN EN FREQUENTIES VOOR HET AFLEGGEN VAN TENTAMENS/PROJECTEN ............26 VOORWAARDEN VOOR DEELNAME AAN PROJECTEN ..........................................................27 INSCHRIJVING VOOR (HER)TENTAMENS/PROJECTEN .........................................................27 Reguliere inschrijving Osiris ......................................................................................... 27 Mogelijkheid tot inschrijving na de inschrijvingsperiode Osiris .................................... 28 Mogelijkheid tot uitschrijving Osiris .............................................................................. 28 Aanmelding voor projecten .......................................................................................... 28


3

ARTIKEL 6.7 ARTIKEL 6.8 ARTIKEL 6.9 ARTIKEL 6.10 ARTIKEL 6.11 ARTIKEL 6.12 ARTIKEL 6.13 ARTIKEL 6.14 ARTIKEL 6.15 ARTIKEL 6.16 6.16.1 6.16.2 ARTIKEL 6.17 ARTIKEL 6.18 6.18.1 6.18.2 6.18.3 ARTIKEL 6.19

VERHINDERING VAN DEELNAME AAN EEN PANELBEOORDELING ..........................................28 REGELS TENTAMENS OF PANELBEOORDELINGEN ..............................................................28 STAGES EN PRAKTIJKOPDRACHTEN .................................................................................29 AFSTUDEEROPDRACHT EN/OF SCRIPTIE ...........................................................................30 BEOORDELING ...............................................................................................................32 BEKENDMAKING VAN DE UITSLAG VAN DE PANELBEOORDELING .........................................33 GELDIGHEIDSDUUR ........................................................................................................34 BEWARING .....................................................................................................................35 FEEDBACK .....................................................................................................................35 VRIJSTELLINGEN ............................................................................................................36 Vrijstellingen tot het afleggen van tentamens .............................................................. 36 Beoordelingskaders examencommissie bij het verlenen van de vrijstelling ................ 36 CALAMITEITENREGELING.................................................................................................37 FRAUDE .........................................................................................................................37 Definities ....................................................................................................................... 37 Procedure ..................................................................................................................... 38 Sancties ........................................................................................................................ 38 VERKLARING VAN TENTAMENS.........................................................................................39

HOOFDSTUK 7 ARTIKEL 7.1 ARTIKEL 7.2 7.2.1 7.2.2 ARTIKEL 7.3 7.3.1 7.3.2 ARTIKEL 7.4 ARTIKEL 7.5 ARTIKEL 7.6 7.6.1 7.6.2 ARTIKEL 7.7 ARTIKEL 7.8

PROPEDEUSE-EXAMEN ...................................................................................................40 POSTPROPEDEUSE-EXAMEN ...........................................................................................40 Postpropedeuse-examen als onderdeel van de HBO bachelor ................................... 40 Postpropedeuse-examen als onderdeel van de Associate degree ............................. 40 COMPENSATIEMOGELIJKHEDEN .......................................................................................40 Compensatiemogelijkheden in de propedeuse ............................................................ 40 Compensatiemogelijkheden in de postpropedeuse ..................................................... 40 VOORWAARDEN VOOR HET BEHALEN VAN HET POSTPROPEDEUSE-EXAMEN .......................41 BEKENDMAKING VAN DE EXAMENUITSLAG ........................................................................41 GRAADVERLENING..........................................................................................................41 HBO bachelor ............................................................................................................... 41 Associate degree ......................................................................................................... 41 JUDICIUM ‘CUM LAUDE’ ...................................................................................................42 BEWAARTERMIJN GETUIGSCHRIFT ...................................................................................42

HOOFDSTUK 8 ARTIKEL 8.1 ARTIKEL 8.2 ARTIKEL 8.3 8.3.1

RELEVANTE COMMISSIES ...................................................................................43

EXAMENCOMMISSIE ........................................................................................................43 OPLEIDINGSCOMMISSIE ..................................................................................................43 ANDERE COMMISSIES .....................................................................................................43 Toetscommissie ........................................................................................................... 43

HOOFDSTUK 9 ARTIKEL 9.1 ARTIKEL 9.2 ARTIKEL 9.3

EXAMENS ...............................................................................................................40

VASTSTELLING EN WIJZIGING VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING .................................................................................................................................45

VASTSTELLING EN INWERKINGTREDING............................................................................45 W IJZIGING .....................................................................................................................45 ONVOORZIENE OMSTANDIGHEDEN...................................................................................46

HOOFDSTUK 10 OVERIGE BEPALINGEN ........................................................................................47 ARTIKEL 10.1

HARDHEIDSCLAUSULE ....................................................................................................47

BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7

GEDRAGSCODE IN HET GEVAL VAN ENGELSTALIG ONDERWIJS...........................................48 BEROEPSCOMPETENTIES CMGT-DIFFERENTIATIE IGAD ..................................................51 OVERZICHT EXAMENPROGRAMMA CMGT 2015-2016 ......................................................54 MINOREN, HONOURS EN ANDERE EXAMENPROGRAMMA’S .................................................55 OVERGANGSREGELING VOOR STUDENTEN VAN IGAD NAAR CMGT ..................................59 PROCEDURES EXAMENCOMMISSIE ADE ..........................................................................61 CMGT - PROJECT LAB AND ROLE-BASED LEARNING ......................................................63


4

Hoofdstuk 1

Artikel 1.1

Algemeen

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder: Academie

Organisatorische eenheid zoals bedoeld in artikel 10.3a WHW, waarbinnen één of meer opleidingen worden aangeboden.

Academiedirecteur

Leidinggevende functionaris van een academie. De academiedirecteur is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken in een academie op grond van door het College van Bestuur gemandateerde taken en bevoegdheden.

Accreditatie

Het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een opleiding positief is beoordeeld, zoals bedoeld in artikel 1.1 sub s WHW.

Afstudeerrichting

Een samenhangend geheel van onderwijs met betrekking tot een specifieke vakinhoudelijke discipline in een postpropedeuse van een opleiding.

Assessment

Een specifieke toets waarin de student een realistische beroepsopdracht ontvangt, c.q. beroepsactiviteiten verricht, waarmee de student de beoordelaar in staat stelt vast te stellen in welke mate de student de (sub)competenties beheerst.

Associate degree opleiding

Een Associate degree opleiding is een opleiding van twee jaar met een studielast van tenminste 120 ECTS credits zoals bedoeld in artikel 7.8a lid 1 en lid 2 WHW. De opleiding is verbonden aan een HBObacheloropleiding. Bij voltooiing van deze opleiding wordt aan student de graad Associate degree (Ad) verleend.

Beoordelingsresultaten

Een verzameling van door de examinator(en) geregistreerde resultaten. Deze verzameling is vastgelegd in het studievoortgangssysteem Osiris.

Bestuurs- en beheers reglement

Een reglement waarin het College van Bestuur vaststelt hoe het bestuur, het beheer en de inrichting van de hogeschool is geregeld, zoals bedoeld in artikel 10.3b WHW.

Blok

Een aaneengesloten periode van 10 lesweken. Elk jaar is opgebouwd uit meerdere blokken.

College van Beroep voor de examens

Een krachtens artikel 7.60 WHW vastgesteld rechtsprekend college waar studenten tegen besluiten zoals opgesomd in artikel 7.61 WHW in beroep kunnen gaan.

College van Bestuur

Bestuursorgaan van de Stichting NHTV internationale hogeschool Breda, zoals bedoeld in artikel 10.2 WHW jo. artikel 3 tot en met 5 en artikel 7 van de statuten van de Stichting NHTV internationale hogeschool Breda.

Competentie gestuurd onderwijs

Onderwijs waarbij de eindtermen zijn vervat in competenties.


5

CROHO

Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs, zoals bedoeld in artikel 6.13 lid 1 WHW.

CROHO domein

Indeling in onderwijssectoren.

CROHO-nummer

Zie ISAT-code.

Cursus

Een onderdeel van een opleiding dat wordt afgesloten met een tentamen.

Deelraad

Een per academie ingesteld orgaan, zoals bedoeld in artikel 10.25 WHW, dat het instemmingsrecht en adviesrecht uitoefent dat toekomt aan de medezeggenschapsraad, voor zover het aangelegenheden betreft die de academie aangaan.

Diplomasupplement

Een toevoeging aan het getuigschrift, zoals bedoeld in artikel 7.11 lid 4 WHW, met als doel het verschaffen van inzicht in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding en dat mede in verband met de internationale herkenbaarheid van de opleidingen(en). Het supplement wordt opgesteld in de Engelse taal en voldoet aan het Europese standaardformat.

Double Degree

Afstudeerprogramma in samenwerking met een gelieerde opleiding van een andere (buitenlandse) instelling, dat de student, bij goed gevolg, recht geeft op een getuigschrift van beide opleidingen.

ECTS credit

Een eenheid waarmee de studielast voor een student wordt uitgedrukt. Een ECTS credit is gelijk aan 28 uren studiebelasting.

Examen

De verzameling met goed gevolg afgelegde tentamens in de tot de opleiding behorende onderwijseenheden, eventueel aangevuld met een onderzoek van door de examencommissie aangewezen examinator(en) naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student.

Examencommissie

Het orgaan, zoals bedoeld in artikel 7.12 lid 1 en 2 WHW, dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Elke opleiding of groep van opleidingen aan de instelling heeft een examencommissie.

Examenprogramma

Een groep van bij elkaar behorende cursussen met een normering.

Examinator

Lid van het personeel, alsmede deskundigen van buiten de instelling, die door de examencommissie aangewezen zijn voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag ervan, zoals bedoeld in artikel 7.12c lid 1 WHW.

Extraneus

Degene, zoals bedoeld in artikel 7.36 WHW die is ingeschreven bij NHTV Breda met alleen het recht om tentamens en examens af te leggen. Een extraneus heeft niet het recht om onderwijs te volgen.

Formatieve beoordeling

Feedback tijdens het leerproces gericht op verbeteringen.

Getuigschrift

Een door de examencommissie uitgereikt bewijs, zoals bedoeld in artikel 7.11 lid 2 van het WHW, dat het examen van een opleiding met goed gevolg is afgelegd.


6

HBO bacheloropleiding

Een HBO opleiding zoals bedoeld in de artikelen 7.3 en 7.3a lid 2 WHW. Bij voltooiing van deze opleiding wordt aan student de graad Bachelor verleend. Zie ook: opleiding.

Instelling

Stichting NHTV internationale hogeschool Breda, bij afkorting NHTV Breda.

ISAT-code

Code waarmee de opleiding officieel geregistreerd is in het CROHO.

Jaarteam

Team van docenten en begeleiders die bij het geven en beoordelen van projecten binnen één leerjaar van de opleiding betrokken zijn.

Leerdoel

Concrete omschrijving van beoogde leeropbrengst van een project. Een leerdoel staat in relatie tot een specifieke competentie en is afhankelijk van de gekozen projectrol.

Leerjournaal

Document waarin de student en docent regelmatig de keuzes en leervorderingen bijhouden.

Managementteam

Personen van een academie die verantwoordelijk zijn voor het academiebeleid en daartoe benoemd zijn door het College van bestuur.

Medezeggenschapsraad

Een zelfstandig orgaan, zoals bedoeld in artikel 10.17 WHW, voor inspraak in het beleid van NHTV Breda. Dit orgaan bestaat voor de helft uit gekozen personeelsleden en voor de helft uit gekozen studentleden.

Minor

Verdieping op (of verbreding van) een onderwerp binnen de eigen of een andere opleiding.

N.D.A.

Non-disclosure agreement. Contractuele geheimhoudingsverplichting voor (afstudeer)projecten.

NHTV Breda

De Stichting NHTV internationale hogeschool Breda, bij afkorting NHTV Breda.

Nominale studieduur

Aantal uren studiebelasting van de opleiding gedeeld door 60 ECTS credits uitgedrukt in jaren.

Numerus fixus

Het door het College van Bestuur vastgesteld aantal studenten, dat ten hoogste voor de eerste maal kan worden ingeschreven voor de propedeuse van een opleiding, zoals bedoeld in artikel 7.53 WHW.

Onderwijseenheid

Een onderdeel van een opleiding dat wordt afgesloten met een tentamen.

Opleiding

Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, als bedoeld in artikel 7.3 van de WHW.

Osiris

Het Studenten Informatie Systeem van NHTV Breda.

Overgangsproject

Project met een studielast van minder dan 15 ECTS credits dat specifiek bedoeld is om het examenprogramma van individuele IGAD studenten te laten aansluiten op het examenprogramma van CMGT.


7

Panelbeoordeling

Mondelinge eindbeoordeling van de individuele student aan het eind van een project. Deze eindbeoordeling wordt uitgevoerd door een panel met examinatoren en omvat de beoordeling van de leeropbrengsten in relatie tot de gekozen projectrol, het reflectiedocument, en eventueel het PVP.

Persoonlijk Verbeterplan (PVP/PIP)

Afspraak of combinatie van afspraken die gedurende een project door de decaan of studiebegeleider met de individuele student worden gemaakt, teneinde zijn persoonlijke houding en/of – professionaliteit gedurende het lopende project te verbeteren. Het resultaat van het PVP (PIP) maakt deel uit van de panelbeoordeling.

Project

Onderwijseenheid voor de duur van een blok en met een studielast van 15 ECTS credits, waarin de student op basis van gekozen of aangewezen rol en leerdoel(en) een (probleemgestuurde) opdracht volbrengt.

ProjectLab

Onderwijsomgeving waar binnen studenten aan projecten werken.

Projectrol

Professionele rol die een student bij aanvang van een project aanneemt binnen een projectteam.

Postpropedeuse

Het tweede deel van de opleiding dat volgt op de propedeuse, zoals bedoeld in artikel 7.30 WHW.

Propedeuse

Het eerste deel van een HBO opleiding dat wordt gevolgd door de postpropedeuse, zoals bedoeld in artikel 7.8 lid 2 en 4 WHW.

Propedeuse- en postpropedeuse-examen

Zie examen.

Refelectierapport

Evaluatiedocument waarin de student aan het eind van elk project zijn leeropbrengsten en toekomstige verbetermogelijkheden analyseert. Het reflectierapport maakt deel uit van de panelbeoordeling

Role based learning

Pragmatische onderwijsmethode die uitgaat van (zelf)gekozen professionele projectrollen binnen relevante industriesimulaties.

Selectielijst

De lijst waarin is vermeld hoelang NHTV Breda archiefbescheiden moet bewaren.

Student

Degene die bij NHTV Breda is ingeschreven, zoals bedoeld in artikel 7.32 WHW.

Studentendecaan

Een functionaris waarvan de kerntaak is het begeleiden, informeren en adviseren van (potentiële) studenten op het gebied van studie en onderwijs.

Studieadvies

Advies, zoals bedoeld in WHW artikel 7.8b lid 1 en 2, dat uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse aan de student wordt uitgebracht over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding.

Studiebelasting

De in ECTS credits uitgedrukte studielast, zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 WHW.

Studiecontract

Een document met afspraken tussen de student en de opleiding waarin de student aangeeft hoe hij de nog niet behaalde cursussen van een examenprogramma binnen de daarvoor beschikbare studietijd zal gaan afronden.


8

Studieloopbaanbegeleider

Een medewerker binnen de opleiding met als hoofdtaak het begeleiden van de persoonlijke ontwikkeling van de student, zowel individueel als in groepsverband.

Summatieve beoordeling

Afsluitend of tussentijdse vorm van beoordeling voor het vaststellen van behaalde competenties.

Tentamen

Een onderzoek, zoals bedoeld in artikel 7.10 lid 1 WHW, naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus (student of extraneus), alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek.

Voltijdse opleiding

Een opleiding die is ingericht zonder dat rekening is gehouden met het verrichten van andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Werkzaamheden in de vorm van stages zijn onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kunnen ECTS credits opleveren.

WEB opleiding

Opleiding in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (MBO).

Wet/WHW

De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) inclusief latere aanvullingen en wijzigingen.

Artikel 1.2

Algemene bepalingen

1

NHTV internationale hogeschool Breda kent conform artikel 7.59 van de WHW, een studentenstatuut dat is vastgesteld door het College van Bestuur van de hogeschool, na instemming van de medezeggenschapsraad. Het studentenstatuut bestaat uit een instellingsspecifiek deel en een opleidingsspecifiek deel. Het instellingsspecifieke deel is opgenomen in een afzonderlijk document (zie intranet/internet). De onderwijsen examenregeling (OER) maakt deel uit van het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut.

2

NHTV internationale hogeschool Breda wordt in deze regeling aangeduid met NHTV Breda.

3

De onderwijsen examenregeling voldoet aan de regels en voorschriften van de ‘Raamregeling OER HBO bachelor’. De datum van vaststelling van de raamregeling OER door het College van Bestuur en de datum van instemming door de medezeggenschapsraad, staan vermeld in het statusblok op de voorpagina van de OER.

4

De onderwijsen examenregeling wordt goedgekeurd door de academiedirecteur conform artikel 9.1 van deze regeling.

5

De academiedirecteur draagt zorg voor een jaarlijkse evaluatie van de onderwijsen examenregeling en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig de bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit (WHW artikel 7.14).

6

De wijze van uitvoering van de onderwijsen examenregeling wordt geëvalueerd door de opleidingscommissie. De opleidingscommissie presenteert de resultaten van de evaluatie aan de academiedirecteur.

7

De Nederlandse versie van de onderwijsen examenregeling is leidend ten opzichte van de vertaalde Engelse versie.


9

8

De bepalingen in deze regeling zijn slechts rechtsgeldig indien en voor zover zij niet in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de WHW.

Artikel 1.3

Toepasselijkheid

1

Deze onderwijsen examenregeling geldt voor het studiejaar 2015-2016, dat loopt van 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2016.

2

De OER 2015-2016 is van toepassing op alle studenten, van de opleiding(en) zoals beschreven in deze OER, die zijn ingeschreven bij NHTV Breda.

3

Met de term opleiding, zoals vermeld in lid 2, wordt bedoeld alle vormen van deze opleiding conform de registratie in het CROHO.

4

Indien op 1 september 2015 de besluitvorming met betrekking tot de onderwijsen examenregeling 2015-2016 nog niet afgerond is, blijft, in uitzondering op lid 1, de onderwijsen examenregeling 2014-2015 van kracht totdat de onderwijsen examenregeling 2015-2016 is vastgesteld.

5

Deze onderwijsen examenregeling legt de rechten en de plichten van studenten van de opleiding(en) Opleidingsnaam Engelstalige opleidingsnaam ISAT-code Graad (voluit) Graad (verkort)

B Creative Media and Game Technologies differentiatie Game Architecture and Design B Creative Media and Game Technologies 30036 Bachelor of Science BSc

Opleidingsnaam Engelstalige opleidingsnaam ISAT-code Graad (voluit) Graad (verkort)

B Game Architecture and Design B Game Architecture and Design 39279 Bachelor of Science BSc

vast evenals de daaruit voortvloeiende verplichtingen van het College van Bestuur, de academiedirecteur, de examencommissie, de opleidingscommissie en de medewerkers van de opleiding(en). 6

Waar in deze onderwijsen examenregeling sprake is van studenten, worden tevens extranei bedoeld, tenzij anders is bepaald.

7

Waar in deze onderwijsen examenregeling hij, zijn of de student staat, moet hij/zij, zijn/haar of de student/studente worden gelezen.

8

Waar in deze onderwijsen examenregeling de studentendecaan staat, wordt één van de studentendecanen binnen de desbetreffende academie bedoeld.

9

Waar in deze onderwijsen examenregeling tentamen staat, moet panelbeoordeling, tentamen, toets, opdracht, assessment of (competentie-)examen worden gelezen.

10

Waar in deze onderwijsen examenregeling de examencommissie staat, wordt bedoeld de examencommissie van de eigen bachelor- of Ad-opleiding.


10

11

Waar in deze onderwijsen examenregeling “medegedeeld aan student” staat, wordt bedoeld medegedeeld met behulp van e-mail (naar het NHTV e-mailadres), internet, intranet, N@tschool, Osiris, schriftelijk of mondeling. Bij formele communicatie wordt het communicatiemiddel expliciet genoemd.

12

In deze onderwijsen examenregeling wordt een aantal keren verwezen naar andere regelingen. Deze regelingen zijn te raadplegen via intranet/internet, tenzij anders vermeld.

13

Waar in deze onderwijsen examenregeling CMGT staat, moet CMGT(Creative Media and Game Technologies/differentiatie Game Architecture and Design ) / IGAD (International Game Architecture and Design) worden gelezen en omgekeerd.

14

Ten behoeve van de uitvoering van het onderwijs is het CMGT Handbook opgesteld. De bepalingen uit dit document worden geacht onderdeel te zijn van de OER. Bij eventuele onduidelijkheid prevaleert de tekst uit de basis OER.


11

Hoofdstuk 2

Artikel 2.1

Grondslagen van de opleiding(en)

Het doel van de opleiding(en) en de competenties

1

Het doel van de bacheloropleiding CMGT is er zorg voor te dragen dat de afgestudeerde voldoet aan de bij de opleiding behorende beroepscompetenties (zie bijlage 2a). Studenten van cohort 2015 en later ontvangen na hun afstuderen een bachelordiploma CMGT met vermelding van de hier bedoelde competenties.

2

Het doel van de bacheloropleiding CMGT is er zorg voor te dragen dat de student van de eerdere bacheloropleiding IGAD zijn studie kan afronden en dat de afgestudeerde voldoet aan de beroepscompetenties zoals hieronder nader aangeduid: a

b

IGAD-studenten die bij aanvang van studiejaar 2015-2016 het gehele IGAD examenprogramma hebben afgerond, maar die uitsluitend hun afstuderen nog moeten afronden, ontvangen na hun afstuderen een bachelordiploma IGAD met vermelding van de oorspronkelijke IGAD-competenties (zie bijlage 2b). Bij aanvang van studiejaar 20152016 stelt de examencommissie een lijst met namen vast van studenten die onder de hier bedoelde voorwaarde een diploma kunnen ontvangen. Deze diplomavariant wordt tot en met 31 augustus 2019 aangeboden. IGAD-studenten die bij aanvang van studiejaar 2015-2016 nog delen van het oorspronkelijke examenprogramma IGAD hebben openstaan, ontvangen na hun afstuderen een bachelordiploma IGAD met vermelding van de beroepscompetenties CMGT (zie bijlage 2a). Deze diplomavariant wordt tot en met 31 augustus 2019 aangeboden.


12

Hoofdstuk 3

Artikel 3.1

Inhoud en inrichting van de opleidingen

Opleidingsvorm

WHW artikel 7.7

De bacheloropleidingen zijn ingericht als voltijdse opleiding.

Artikel 3.2

Taal

WHW artikel 7.2

Het onderwijs wordt gegeven en de tentamens worden afgenomen in het Engels; voor het gebruik van de Engelse taal geldt een gedragscode (bijlage 1).

Artikel 3.3

Gedragsregels

WHW artikel 7.57h

1

Voor de handhaving van de goede gang van zaken binnen NHTV Breda heeft het College van Bestuur gedragsregels en ordemaatregelen voor de student vastgesteld. Zie hiervoor het studentenstatuut.

2

Hiernaast is bepaald dat het niet is toegestaan om, zonder toestemming van de docent, (delen van) colleges digitaal vast te leggen, te kopiëren en/of te verspreiden.

3

Voor gedragsregels binnen de projecten zie bijlage 7.

Artikel 3.4

Omvang en duur van de bacheloropleiding

WHW artikel 7.4, 7.4b en 7.9a

1

De HBO bacheloropleiding bestaat uit een propedeuse met een omvang van 60 ECTS credits en een postpropedeuse met een omvang van 180 ECTS credits. Beide worden afgesloten met een examen. De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie.

2

De totale HBO bacheloropleiding heeft een omvang van 240 ECTS credits. De nominale studieduur is vier jaar. Eén studiejaar heeft een omvang van 60 ECTS credits (1680 uren studiebelasting).

3

In afwijking van lid 1 en 2, wordt aan de student met een VWO vooropleiding de mogelijkheid geboden om een HBO bacheloropleiding te volgen met een omvang van 180 ECTS credits. Deze opleiding bestaat uit een propedeuse met een omvang van 60 ECTS credits en een postpropedeuse met een omvang van 120 ECTS credits. De nominale studieduur is drie jaar.

4

Lid 3 is niet van toepassing op de opleiding Game Architecture and Design en de opleiding Creative Media and Game Technologies in studiejaar 2015-2016.


13

Artikel 3.5 3.5.1

Opbouw van de opleiding Algemeen

De opleiding Creative Media and Game Technologies omvat vier leerjaren en gaat uit van role based learning binnen projectmatige industriesimulaties. Per blok werken studenten individueel of in groepen en vanuit een gekozen of toegewezen projectrol aan een project. Aan het eind van elk project vindt een individuele panelbeoordeling plaats waarbij de beoordeling van de projectrol (met bijbehorende gekozen en/of aangewezen learning objectives) centraal staat. Bij een succesvolle panelbeoordeling krijgt de student alle 15 ECTS credits ineens in Osiris bijgeschreven. Bij een onvoldoende panelbeoordeling krijgt de student direct de gelegenheid om zijn project(bijdrage) te verbeteren waarna hij aan het eind van hetzelfde blok in het extension panel bij wijze van herkansing een tweede panelbeoordeling krijgt. Voor nadere informatie wordt hier verwezen naar het Handbook CMGT, gepubliceerd op N@tschool. Elk leerjaar omvat vier blokken en projecten, en derhalve vier panelbeoordelingen (telkens bestaande uit een eerste en een tweede kans) zodat een student die alle vier de panelbeoordelingen positief afsluit, 60 ECTS-credits haalt. Voor leerjaar 1 geldt dat alle 60 ECTS credits in één jaar behaald dienen te worden (zie ook artikel 4.1, lid 1). De eerste twee leerjaren omvatten elk vier verschillende projecten waaraan studenten vanuit een verscheidenheid aan –soms toegewezen, soms zelfgekozen– projectrollen deelnemen. Van de vier projecten die de student in het eerste leerjaar doorloopt, zijn de projecten in blok A en C meer individueel en specifiek voor de gekozen variant (zie artikel 3.5.2.2). De projecten in blok B en D zijn groepsprojecten met ruimte voor een vrijere projectrol. De beoordeling vindt altijd individueel plaats. Leerjaar drie omvat één jaarproject, waarbij de student per blok steeds een rol binnen hetzelfde jaarproject kiest. Dit kan een nieuwe rol zijn of een voortzetting van de rol uit het voorgaande blok. Het vierde leerjaar bestaat uit de beroepsoriënterende stage (30 ECTS credits) en het afstuderen. In plaats van een stage kan de student ook voor een minor van 15 ECTS credits kiezen, gevolgd door een verkorte stage van 15 ECTS credits. Als alternatief is het ook mogelijk om in het eerste semester van het vierde leerjaar een uitwisselingstraject te volgen van 30 ECTS credits, dat dan de gehele beroepsoriënterende stage vervangt. In het geval van een uitwisselingstraject zal het afstudeerproject in het tweede semester van het vierde leerjaar een stageplaats binnen het afstudeerbedrijf omvatten. Ook de studenten die staan ingeschreven bij de opleiding IGAD volgen bovenstaand programma. Voor hen geldt een overgangsregeling, waarin specifieke overgangsprojecten zijn voorzien teneinde de aansluiting tussen IGAD en CMGT te optimaliseren. Zie ook artikel 3.11 en bijlage 5.

3.5.2 3.5.2.1

Afstudeerrichtingen en varianten Instroom 2014 en eerder

Studenten die behoren bij de instroom 2014 en eerder zijn ingeschreven bij de opleiding IGAD. De opleiding IGAD kent de volgende vier afstudeerrichtingen: Programming met een totale studielast van 240 ECTS credits; Visual Artist met een totale studielast van 240 ECTS credits; Design & Production met een totale studielast van 240 ECTS credits; Indie Game Design met een totale studielast van 240 ECTS credits.

3.5.2.2 1

Vanaf instroom 2015 De instroom per september 2015 is ingeschreven bij de opleiding CMGT. De opleiding CMGT kent de volgende inhoudelijke specialisaties: Programming Visual Artist Design & Production


14

2

Studenten kiezen tijdens hun aanmelding één van de drie bij lid 1 genoemde inhoudelijke specialisaties en volgen tijdens de propedeuse het binnen die specialisatie aangeboden examenprogramma. Tijdens de propedeuse is switchen tussen specialisaties niet mogelijk.

3

Vanaf leerjaar 2 is het mogelijk om per project te kiezen voor een specialistische projectrol binnen de inhoudelijke specialisatie, dan wel een meer generalistische projectrol in één van de andere specialisaties, afhankelijk van de ambities en carrièrewensen van de student.

3.5.3

Honoursprogramma

WHW artikel 7.9b

1

Een honoursprogramma is een extra programma dat een student volgt naast de reguliere opleiding en dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau.

2

De honoursprogramma’s van NHTV zijn NHTV-breed van opzet, oftewel toegankelijk voor alle studenten die een bachelorprogramma volgen en aan de selectiecriteria voldoen. Daarom wordt het onderwijs binnen het honoursprogramma gepland op een manier dat alle NHTV studenten aan dit onderwijs kunnen deelnemen. Voor een overzicht van de honoursprogramma’s zie bijlage 4.

3

Studenten die staan ingeschreven voor een reguliere vierjarige opleiding mogen alleen aan de selectie deelnemen als de propedeuse in één jaar is afgerond.

4

De selectieprocedure wordt in september gestart, de selectiecriteria worden via intranet gepubliceerd.

5

Ook studenten die deelnemen aan de driejarige VWO-trajecten en studenten die zijn toegelaten tot een fast-track programma, mogen deelnemen aan de in lid 3 bedoelde selectie.

6

Ieder honoursprogramma heeft een coördinator. Deze coördinator informeert de examencommissie van de bacheloropleiding over de studievoortgang van de individuele honoursstudent.

7

In afwijking van artikel 6.2 lid 7 wordt als minimumcijfer een 5,5 vastgesteld voor deelcijfers van cursussen die binnen een honoursprogramma vallen. Indien hiervan afgeweken wordt, communiceert de verantwoordelijke docent dit van tevoren.

8

Indien de honoursstudent een achterstand van 10 ECTS credits of meer heeft opgelopen in het programma van de eigen bacheloropleiding, kan de examencommissie besluiten dat deze student aan het einde van het studiejaar moet stoppen met de deelname aan het honoursprogramma. Bij een dergelijk besluit worden de reeds behaalde studieresultaten in het honourstraject toegevoegd aan de cijferlijst van de bacheloropleiding onder de categorie ‘overig’. De student ontvangt geen honourscertificaat. De behaalde studiepunten mogen niet worden ingezet in het examenprogramma van de bacheloropleiding.

9

De student ontvangt een honourscertificaat indien het honoursprogramma volledig afgerond is. Voorwaarde hiervoor is dat er niet meer dan vier maanden studievertraging is opgetreden en dat het bachelorexamen behaald is.

3.5.4 1

Minoren

1

Vierdejaarsstudenten kunnen deelnemen aan een minor. Alle minoren (NHTV-brede of academie/opleidingsspecifieke) omvatten een periode van 10 weken met een studiebelasting van 15 ECTS credits. De aanbiedende academie is verantwoordelijk voor de inhoud en

1

Bij het opstellen van dit document wordt gewerkt aan een nieuwe opzet voor de minoren. De meest recente informatie hierover staat vermeld op de intranetsite van NHTV.


15

kwaliteit van de minor en tevens voor de verwerking van de behaalde resultaten. Voor procedures voor de minorkeuze wordt verwezen naar de desbetreffende intranetpagina. 2

Indien een student kiest voor deelname aan een minor, zoals bedoeld in lid 1, hoeft voor de hieronder opgenomen minoren geen toestemming gevraagd te worden aan de examencommissie van de opleiding waar hij staat ingeschreven. Hierbij is de examencommissie uitgegaan van relevantie voor de opleiding. Voor het studiejaar 2015-2016 heeft de examencommissie voor de bacheloropleiding Creative Media and Game Technologies onderstaande NHTV-brede minors geautoriseerd: - Change Management - Ondernemerschap (Engelstalige variant) - Cross Cultural Management In ieder ander geval dient de keuze van een student goedgekeurd te worden door de examencommissie van de bacheloropleiding waar hij staat ingeschreven.

3

Indien een student een minor wil volgen bij een andere instelling dan waar hij zijn eerste inschrijving heeft, kan dat op basis van een tweede of hogere inschrijving. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht. Wel kan specifiek onderwijs geweigerd worden indien deelname leidt tot onevenredige kosten bijvoorbeeld doordat een extra groep moet worden gevormd. De eventuele kosten die voor het volgen van deze externe minor gelden komen altijd volledig voor rekening van de student.

4

Deelname aan een externe minor, zoals hierboven bedoeld bij lid 3, kan alleen indien dat vooraf door de examencommissie is goedgekeurd. Daartoe dient de student een onderbouwd verzoek in bij de examencommissie waarin de keuze wordt beargumenteerd. Een studieplanning en een lijst met binnen de minor te volgen vakken maken deel uit van het verzoek. Na het afronden van de minor overlegt de student de behaalde resultaten aan de examencommissie, waarna deze zorg draagt voor het correct invoegen van de behaalde resultaten in het examenprogramma van de student.

5

Een minor, zoals bedoeld in lid 3, dient minimaal 15 ECTS credits te bedragen. In het geval van meer dan 15 ECTS credits wordt door de examencommissie bepaald hoe omgegaan wordt met de extra ECTS credits.

6

Studenten die een minor volgen zoals in lid 1 of 3 hierboven bedoeld, krijgen bij goed gevolg hun studieresultaat bijgeschreven in het examenprogramma van het eerste semester van leerjaar 4. Voor academisch jaar 2015-2016 geldt dat deze studenten een verkorte stage doen van 15 ECTS credits.

7

Het examenprogramma van de minoren (NHTV-brede en academie/opleidingsspecifieke) is opgenomen in bijlage 4.

8

Deelname aan een minor-programma (intern of extern) kan alleen indien bij aanvang van het vierde leerjaar geen sprake is van studieachterstand, conform het bepaalde in artikel 6.5.

9

Indien een student bepaalde vakken van een NHTV-brede of externe minor niet heeft behaald, dan dient hij deze vakken binnen de oorspronkelijke minor te herkansen. De bacheloropleiding IGAD/CMGT biedt voor gemiste studiepunten van een minor geen vervangende vakken of opdrachten aan.

3.5.5

Premaster SBM (Strategic Business Management and Marketing)

1

De premaster SBM omvat een periode van een studiejaar met een studiebelasting van 70 ECTS credits.

2

De Academie voor Toerisme is verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van de premaster.


16

3

De ingangseisen voor toelating tot de premaster SBM zijn: Er zijn 180 ECTS credits behaald in de HBO bachelor (inclusief eventueel toegekende vrijstellingen). Geen onvoldoende beoordeling voor SBM gerelateerde cursussen. Voldoende niveau Engels (TOEFL minimumscore 80 internet-based en minimumscore 20 spreekvaardigheid (of een vergelijkbaar niveau)). Goed beoordeelde motivatiebrief (in het Engels) met bijbehorende CV en cijferlijst. Goed beoordeeld interview over motivatie en kennis. Dit interview wordt gehouden in het Engels. - De student heeft een gewogen gemiddelde van tenminste 6,5.

4

Indien een student de premaster SBM voortijdig verlaat, valt hij terug op zijn oorspronkelijke specialisatiekeuze binnen de bacheloropleiding CMGT. De behaalde resultaten uit de premaster SBM worden door de examencommissie als een minor Strategic Marketing Research (SMR) ingevoegd in het standaard specialisatieprogramma, met een maximum van 15 ECTS. De overige behaalde studiepunten uit de premaster SBM vervallen. Ingeval de 15 ECTS credits niet (kunnen) worden behaald, dan wordt alleen het aantal werkelijk behaalde studiepunten in het examenprogramma vrijgesteld. De examencommissie kan voorwaarden stellen aan de als vervanging te volgen onderwijseenheid.

5

Het examenprogramma van de premaster SBM is opgenomen in bijlage 4.

3.5.6

Afstuderen met eigen bedrijf (als ondernemer)

1

Onderdeel van de NHTV strategie is een bedrijfsgeoriënteerde en ondernemende universiteit te worden. Om ondernemende studenten optimaal te kunnen faciliteren een succesvolle onderneming te starten is het mogelijk om af te studeren met een eigen bedrijf (entrepreneurial graduation). Hiervoor biedt de NHTV professionele begeleiding en dit is mogelijk binnen alle programma’s op alle academies.

2

De NHTV student die het totaal aantal ECTS credits heeft behaald om te mogen starten met het afstuderen, kan worden toegelaten tot ‘entrepreneurial graduation’.

3

Voor de toelating tot deze vorm van afstuderen geldt een selectieprocedure, waarbij de student moet kunnen aantonen dat hij: - de intentie heeft om te beginnen met een eigen bedrijf tijdens het afstuderen - de intentie heeft om te beginnen met een eigen bedrijf na het afstuderen - al begonnen is met een eigen bedrijf

4

Deelname aan het honoursprogramma ‘The Entrepreneurial Journey’ of aan de minor Entrepreneurship is geen voorwaarde voor de selectie.

Artikel 3.6

Samenstelling van de examenprogramma’s

Het volledige examenprogramma van de opleiding staat in het Curriculumoverzicht CMGT 2015-2016, zoals bijgevoegd in bijlage 3 en separaat gepubliceerd op N@tschool en via internet en intranet.

Artikel 3.7 3.7.1

Vrijstellingen Vrijstellingen voor studenten met een WEB opleiding (MBO opleiding)

Niet van toepassing.

3.7.2

Vrijstellingen voor reguliere studenten met VWO diploma

Niet van toepassing. OER Creative Media and Game Technologies / IGAD 2015-2016

17

3.7.3

Vrijstellingen voor studenten met een Associate degree getuigschrift


3.7.4

Bewaartermijn beslissing vrijstelling

Selectielijst NHTV Breda

1

De beslissing rondom vrijstelling wordt zeven jaar bewaard na datum beslissing.

2

De bewaartermijn van zeven jaar geldt eveneens voor alle onderliggende bescheiden: - Verzoek vrijstelling - Diploma vooropleiding - Diplomasupplement vooropleiding - Bewijsstuk elders verworven competenties (EVC) - Ervaringscertificaat (EVC) - Vrijstelling met onderbouwing

Artikel 3.8

Inschrijving voor de postpropedeuse van de opleiding waarvan de propedeuse is gevolgd

WHW artikel 7.30

1

De student heeft toegang tot de postpropedeuse, van de opleiding waarvan de propedeuse is gevolgd, als hij voldoet aan één van de volgende voorwaarden: a de student heeft het propedeuse-examen met goed gevolg afgelegd, b de student heeft, in verband met persoonlijke omstandigheden, van de examencommissie toestemming gekregen om deel te nemen aan het onderwijs en om tentamens af te leggen van de postpropedeuse voordat het propedeuse-examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd. 2 c de student heeft het in eerste jaar van de propedeuse tenminste 60 ECTS credits behaald (zie hoofdstuk 4 studieadvies). Hierbij kunnen door de examencommissie aanvullende voorwaarden zijn gesteld (zie lid 2).

2

De examencommissie stelt geen aanvullende voorwaarden zoals bedoeld in lid 1c.

Artikel 3.9

Inschrijving voor de postpropedeuse van een andere NHTV opleiding

1

De student heeft toegang tot de postpropedeuse als hij voldoet aan één van de volgende voorwaarden: a de student heeft het propedeuse-examen van een andere NHTV opleiding, in hetzelfde CROHO domein, met goed gevolg afgelegd. b de student heeft, in verband met persoonlijke omstandigheden, toestemming gekregen van de examencommissie van de nieuwe opleiding om deel te nemen aan het onderwijs en om tentamens af te leggen van de postpropedeuse voordat het propedeuse-examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd. Beide opleidingen dienen in hetzelfde CROHO domein te vallen. c de student heeft in het eerste jaar van de propedeuse binnen NHTV Breda 60 ECTS credits behaald (zie hoofdstuk 4 studieadvies). Hierbij kunnen door de examencommissie van de nieuwe opleiding aanvullende voorwaarden zijn gesteld (zie lid 2).

2

De in lid 1c genoemde aanvullende voorwaarde is dat de student over een door de examencommissie goedgekeurd studiecontract beschikt.

2

Voor de cohorten 2014 en eerder bedraagt deze norm 54 ECTS credits.


18

Artikel 3.10

Verwijzing in de postpropedeuse

WHW artikel 7.9 – alleen voor bacheloropleidingen met afstudeerrichtingen


Artikel 3.11

Overgangsregeling in verband met wijziging examenprogramma

Indien er wijzigingen optreden in het examenprogramma zal de examencommissie hiervoor een overgangsregeling vaststellen. Indien nodig wordt ook vastgesteld hoe omgegaan wordt met eventuele wijzigingen in de normering van het examenprogramma. Voor de vastgestelde wijzigingen in het examenprogramma heeft de examencommissie een overgangsregeling bepaald, zie hiervoor bijlage 5.


19

Hoofdstuk 4

Studieadvies en bindende afwijzing

WHW artikel 7.8b

Artikel 4.1

Studieadvies propedeuse aan het einde van het studiejaar

1

De examencommissie brengt iedere student, uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse van een opleiding, schriftelijk advies uit over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. De bespreking van de examencommissie leidt tot een: - positief advies (indien 60 ECTS credits behaald zijn). - negatief advies (indien minder dan 60 ECTS credits behaald zijn).

2

Aan een negatief advies, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt een afwijzing verbonden. Dit wordt aangeduid als het negatief bindend studieadvies (BSA). Hierbij is de examencommissie van mening, met inachtneming van persoonlijke omstandigheden (zie artikel 5.3), dat de student niet geschikt wordt geacht voor de opleiding omdat de student onvoldoende studieresultaten heeft behaald of niet heeft voldaan aan de gestelde vereisten (zie artikel 4.1 lid 1).

3

Alvorens tot een afwijzing wordt overgegaan, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door de examencommissie.

4

Om persoonlijke omstandigheden te laten meewegen in het oordeel van de examencommissie, dienen deze omstandigheden zo spoedig mogelijk, nadat de omstandigheden zijn ontstaan, gemeld te worden bij de studentendecaan.

5

Indien door de examencommissie aan het einde van het studiejaar een negatief bindend studieadvies wordt verstrekt dient vooraf advies te worden ingewonnen bij de studentendecaan.

6

De in lid 2 bedoelde afwijzing betreft de opleiding waar de student staat ingeschreven.

7

De in lid 2 bedoelde afwijzing is definitief en voor onbepaalde tijd. De examencommissie kan een negatief bindend advies intrekken, zie hiervoor ook artikel 4.3.

8

Iedere student in het eerste leerjaar ontvangt, bij aanvang van het eerste blok, schriftelijk de mededeling dat een negatief advies (zoals vermeld in lid 1) zal worden verstrekt indien één (of meer) van de vier blokken van 15 ECTS credits niet wordt gehaald, ook na gebruikmaking van de reguliere herkansing. Deze mededeling wordt na het eerste en het tweede blok herhaald. Bij de laatste twee mededelingen wordt een actueel overzicht verstrekt van de behaalde studieresultaten. Indien deze resultaten daartoe aanleiding geven wordt aan dit overzicht een waarschuwing verbonden (het tussentijds advies).

9

De in lid 8 bedoelde waarschuwing wordt verstrekt indien minder dan 15 (na het eerste blok) respectievelijk 30 ECTS credits (na het tweede blok) zijn behaald.

10

Indien de student gedurende het eerste leerjaar van de opleiding door het niet behalen van één of meer projecten niet meer aan het in lid 1 gestelde criterium kan voldoen om zijn propedeusediploma te behalen, behoudt hij zonder meer het recht op onderwijs, toewijzing tot projecten en op panelbeoordelingen, gedurende het gehele resterende jaar van inschrijving.

11

In afwijking van het gestelde in lid 1 kan op basis van persoonlijke omstandigheden (zie artikel 5.3) en op advies van de studentendecaan, dit advies één jaar worden uitgesteld.


20

12

Een student kan in beroep gaan tegen een negatief bindend studieadvies bij het College van Beroep voor de Examens binnen zes weken nadat het negatief bindend studieadvies is afgegeven.

Artikel 4.2

Studieadvies propedeuse bij tussentijdse uitschrijving

1

In afwijking van artikel 4.1 wordt, aan iedere student die tijdens het eerste jaar van de propedeuse de inschrijving beëindigt (dan wel dat de inschrijving door NHTV wordt beëindigd), een negatief bindend studieadvies gegeven, tenzij de examencommissie anders beslist op advies van de studentendecaan.

2

Een student kan in beroep gaan tegen een negatief bindend studieadvies bij het College van Beroep voor de Examens binnen zes weken nadat het negatief bindend studieadvies is afgegeven.

Artikel 4.3

Intrekken negatief bindend studieadvies

De examencommissie kan een eerder gegeven negatief bindend studieadvies intrekken. De examencommissie is dan van oordeel dat de betrokken student op het moment van herinschrijving, geschikt wordt geacht om de opleiding met succes te voltooien. Het intrekken van het negatief bindend studieadvies wordt vastgelegd in Osiris. Het intrekken van het negatief bindend studieadvies is een noodzakelijke voorwaarde voor de herinschrijving. Een verzoek om advies aan de studentendecaan kan deel uitmaken van de procedure tot intrekken van het bindend studieadvies. In dat kader kan een studentendecaan naar eigen inzicht informatie inwinnen.

Artikel 4.4

Bewaartermijn studieadvies


De waarschuwing studieadvies (zie artikel 4.1 lid 8) en het studieadvies (zie artikel 4.1 lid 1) dienen vijf jaar te worden bewaard na datum van de afgifte.


21

Hoofdstuk 5

Studiebegeleiding en studievoortgang

WHW artikel 7.13 lid 2u en artikel 7.34 lid 1e

Artikel 5.1

Studiebegeleiding

Dit artikel is niet van toepassing op extranei.

1

De opleiding kent een systeem van individuele studiebegeleiding. De studiebegeleiding is gericht op het voorkomen, het signaleren van studieproblemen en het bieden van ondersteuning bij het oplossen hiervan.

2

Indien gewenst of noodzakelijk kan een notitie naar aanleiding van een gesprek tussen student en begeleider, in het kader van studiebegeleiding, worden vastgelegd in Osiris.

3

De registratie van gegevens die betrekking hebben op de studiebegeleiding voldoet aan de regels van de ‘Privacyregeling; Verwerking persoonsgegevens studenten NHTV internationale hogeschool Breda’. Deze regeling is onderdeel van het studentenstatuut en is ter inzage via intranet.

Artikel 5.2

Studiebegeleiding binnen de academie/opleiding

1

Teneinde de individuele voortgang van studenten optimaal te kunnen monitoren en sturen, kent het onderwijsprogramma van Creative Media and Game Technologies een actief systeem van studiebegeleiding. Deze begeleiding wordt geïntegreerd in de projecten aangeboden.

2

Voor de leerjaren 1, 2 en 3 geldt dat studiebegeleiding is opgenomen in de projecten en daarbinnen één van de beoordelingscomponenten vormt.

Artikel 5.3

Persoonlijke omstandigheden

WHW artikel 7.51 lid 2 3

Onder persoonlijke omstandigheden worden verstaan: -

bestuursactiviteiten ziekte of zwangerschap lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis (handicap) bijzondere familieomstandigheden overige door het College van Bestuur vastgestelde omstandigheden zoals topsport

Artikel 5.4

Persoonlijke omstandigheden en rol studentendecaan hierin

1

De student wordt aangeraden om persoonlijke omstandigheden, zoals genoemd in artikel 5.3, zo spoedig mogelijk aan de studentendecaan te melden. Hierbij kan naar een ondersteunende verklaring worden gevraagd, zoals een medische of een psychologische verklaring. Indien zo’n omstandigheid mogelijk van invloed is op een beslissing van de examencommissie dient deze omstandigheid in ieder geval bekend te zijn voor het beslismoment van de examencommissie.

2

De studentendecaan van een opleiding of groep van opleidingen kan als adviseur gevraagd en ongevraagd advies geven aan de examencommissie.

3

Zie NHTV regeling Profileringsfonds voor nadere uitleg.


22

Artikel 5.5

Studeren met een functiebeperking

1

In dit artikel wordt onder functiebeperking verstaan elke lichamelijke, zintuigelijke of andere stoornis die mogelijk tot studievertraging kan leiden.

2

Aan een student met een functiebeperking kan door de examencommissie de mogelijkheid worden geboden op een aangepaste wijze onderwijs te volgen en de daarbij behorende toetsing af te leggen. De hiertoe te verlenen faciliteiten bestaan uit een op de individuele situatie afgestemde vorm of duur van onderwijs en/of toetsing, of uit het ter beschikking stellen en/of toestaan van praktische hulpmiddelen. NHTV Breda beschikt over een handboek ‘studeren met een functiebeperking op NHTV Breda, een reële kans’ waarin voorzieningen, procedures en contactpersonen zijn beschreven.

3

De student dient zo spoedig mogelijk na inschrijving bij de opleiding of na het optreden van de functiebeperking, via de studentendecaan van de opleiding, een verzoek in bij de examencommissie om voor de regeling in lid 2 in aanmerking te komen.

4

De student zal het verzoek, vergezeld van een advies van de studentendecaan, ter behandeling aanbieden aan de examencommissie.

5

Voor een aantal voorzieningen zal de examencommissie mandaat verlenen aan de studentendecaan.

6

De examencommissie beoordeelt het verzoek in het licht van de beroepscompetenties van de opleiding.

7

De examencommissie deelt de student en de studentendecaan het gemotiveerde besluit schriftelijk (of via Osiris) mee.

8

Faciliteiten gelden in principe voor de gehele inschrijving binnen NHTV Breda, tenzij dit anders bepaald is door de examencommissie.

Artikel 5.6

Studievoortgangsregistratie

1

De opleiding draagt zorg voor een zorgvuldige registratie van de behaalde studieresultaten van de student met behulp van het studievoortgangssysteem Osiris.

2

De student is zelf verantwoordelijk voor het regelmatig tussentijds controleren van zijn studieresultaten in het studievoortgangssysteem Osiris. Bij onjuiste of onvolledige weergave in het systeem dient de student zich te wenden tot de betrokken docent.

3

De student ontvangt minimaal éénmaal per studiejaar een studievoortgangsoverzicht van de tot dan toe behaalde en vastgestelde studieresultaten. Dit overzicht wordt uiterlijk 30 september digitaal of op papier verstrekt. Gelijktijdig met het studievoortgangsoverzicht ontvangt de student een bezwaarprocedure die gevolgd dient te worden indien, volgens de student, resultaten ontbreken of onjuist zijn.

4

Indien in het proces van studiebegeleiding van de academie is voorzien in het minimaal jaarlijks bespreken van het studievoortgangsoverzicht met de student, vervalt het bepaalde in lid 3.

5

Als de student van mening is dat dit studievoortgangsoverzicht (zie lid 3 of 4), onjuist of onvolledig is, kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie tot uiterlijk 31 oktober van dat jaar. De examencommissie neemt een gemotiveerd besluit. Indien de student het niet eens is met de uitspraak van de examencommissie, kan hij in beroep gaan bij het College van Beroep voor de examens van NHTV Breda.


23

6

Het bezwaarschrift, zoals bedoeld in lid 5, kan alleen betrekking hebben op vastgestelde resultaten van het voorafgaande studiejaar.

7

De registratie van studievoortgangsgegevens voldoet aan de regels van de ‘Privacyregeling; Verwerking persoonsgegevens studenten NHTV internationale hogeschool Breda’.


24

Hoofdstuk 6

Artikel 6.1

Beoordeling

Competentiegericht onderwijs en het behalen van ECTS credits

Het uitgangspunt van de bacheloropleiding CMGT is dat studenten uiteindelijk de beroepscompetenties behalen, zoals opgenomen in bijlage 2a. De student die alle competenties op het voorgeschreven niveau heeft behaald, voldoet aan de eindtermen van de opleiding en ontvangt daarvan een gewaarmerkt getuigschrift. Zie hiervoor ook hoofdstuk 2. Om aan die voorwaarde te kunnen voldoen, zijn alle competenties uitgewerkt naar concrete leerdoelen, die aan de diverse projecten en projectrollen zijn gekoppeld. Door te kiezen voor een project(rol), committeert de student zich automatisch aan de, aan dat/die project(rol), gekoppelde leerdoel(en), waarop hij in de panelbeoordeling wordt beoordeeld. Zie hiervoor ook het Handbook CMGT, zoals gepubliceerd op N@tschool. Bij een voldoende beoordeling van voldoende verschillende leerdoelen, voldoet de student uiteindelijk op competentieniveau aan de eindtermen van de bacheloropleiding.

Artikel 6.2

Inrichting beoordeling

WHW artikel 7.10 lid 1

1

In de eerste blokweek wordt telkens voor elk project bekend gemaakt:: a een inhoudelijke beschrijving van het project, b het mogelijk aantal rollen en de bijbehorende competenties en niveaus, c een procesbeschrijving van de panelbeoordeling, d de mogelijke leerdoelen en beroepsproducten.

2

Bij aanvang van elk blok kiest de student op basis van zijn nog openstaande competenties en leerdoelen, binnen het beschikbare palet aan projecten, zijn rol in het projectteam met daaraan gekoppeld de competenties en competentie-niveau’s waarop hij binnen dat project wil worden beoordeeld.

3

Kennistoetsen worden binnen Creative Media and Game Technologies alleen formatief aangeboden. De uiteindelijke (summatieve) beoordeling van de verworven kennis geschiedt (impliciet) tijdens de panelbeoordeling van het project.

4

Studenten en docenten van CMGT houden gedurende elk blok samen een leerjournaal bij waarin formatieve feedback wordt gegeven en ontwikkelingsdoelen worden vastgelegd. Dit is nodig om een objectieve panelbeoordeling mogelijk te maken. Zie hiervoor het Handbook CMGT, zoals gepubliceerd op N@tschool.

5

Gedurende elk project kan een student met een studieloopbaanbegeleider of docent in een Persoonlijk Verbeterplan (PVP) specifieke afspraken vastleggen omtrent de individuele optimalisering van de leeropbrengst, van de professionele rol en/of van de inbreng in het project. Dit PVP wordt opgenomen in het leerjournaal.

6

Ten behoeve van het afnemen van een panelbeoordeling en het vaststellen van de uitslag daarvan, wijst de examencommissie per project één of meer examinatoren aan. Als examinator kan slechts worden aangewezen een lid van het personeel, die met het verzorgen van het onderwijs binnen de bacheloropleiding is belast. Ook een deskundige van buiten de instelling kan worden benoemd als examinator, zie hiervoor artikel 6.11 lid 2. De examinator verstrekt de examencommissie de gevraagde inlichtingen en kan hiertoe worden uitgenodigd in de vergadering. De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de panelbeoordelingen.

7

Ieder blok wordt afgesloten met een individuele panelbeoordeling van de projectrol en de leerdoelen in de vorm van een gesprek. Tijdens de panelbeoordeling worden diverse leeropbrengsten uit het afgelopen blok geëvalueerd en wordt beoordeeld of de student de


25

verbinding tussen deze leeropbrengsten voldoende kan aanbrengen. Deze leeropbrengsten bestaan uit: a Het uitgewerkte product(en); b De formatieve feedback zoals gedurende het afgelopen blok ontvangen; c Een opsomming van de leerdoelen waaraan de student gedurende het afgelopen blok heeft gewerkt; d Een reflectierapport, ingevuld door de student. 8

Een project is met goed gevolg afgelegd als: a de eindbeoordeling met een cijfer 5,5 of meer, met "voldoende" of meer, of met “voldaan” is beoordeeld (zie ook artikel 6.11), b aan de tevoren gestelde eisen van de betreffende rol of het betreffende project is voldaan. Zie hiervoor ook het Handbook CMGT, zoals gepubliceerd op N@tschool.

9

Het eindoordeel van de panelbeoordeling wordt samengevat in een eindcijfer op één decimaal nauwkeurig. Het eindcijfer is gebaseerd op de beoordelingsmatrix (zie Handbook CMGT) en wordt in vastgelegd Osiris. Indien het eindcijfer voldoende is, dan ontvangt de student de 15 ECTS credits. Indien de beoordeling onvoldoende is, wordt in Osiris een vier geregistreerd en ontvangt de student geen studiepunten. In dat geval krijgt de student in week 10 van hetzelfde blok, bij wijze van herkansing, een tweede panelbeoordeling (extension panel). Zie bovendien artikel 6.4 lid 5.

10

Uitsluitend na goedkeuring van de examencommissie kan een panelbeoordeling plaats vinden buiten de vooraf vastgestelde beoordelingsperiode per blok.

11

Indien de leerdoelen ook na de in artikel 6.4 lid 5 bedoelde herkansing niet zijn behaald, blijft het onvoldoende cijfer staan in Osiris. Deze leerdoelen dienen later op vergelijkbare wijze te worden herkanst.

12

De examencommissie is bevoegd om in bijzondere gevallen een andere toetsvorm toe te staan dan die welke de examinator heeft bepaald.

Artikel 6.3

Volgorde van tentamens/projecten

1

In de propedeuse zijn vier projecten en panelbeoordelingen voorzien. De projecten in blok A en blok C zijn hierin specialisatiespecifiek.

2

In de postpropedeuse is geen verplichte volgorde van projecten en panelbeoordelingen voorgeschreven.

3

In aanvulling op lid 1 en 2 geldt dat studenten per blok, als onderdeel van hun project, meerdere projectrollen kunnen invullen, desgewenst in meerdere projecten. Per blok kunnen zij echter maximaal 15 ECTS credits behalen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het bepaalde in artikel 6.4 lid 1.

4

In uitzondering op lid 2 geldt dat studenten alleen aan hun vierde leerjaar kunnen beginnen indien zij de leerjaren twee en drie volledig hebben afgerond. Dit geldt onverkort voor de studenten IGAD die met ingang van studiejaar 2015-2016 gebruik maken van de overgangsregeling (zie bijlage 5).

Artikel 6.4

Tijdvakken en frequenties voor het afleggen van tentamens/projecten

WHW artikel 7.13 lid 2h en 2j

1

Een student mag per blok op één projectrol beoordeeld worden en daarvoor aan maximaal twee panelbeoordelingen per blok deelnemen (eerste en tweede kans).


26

2

De eerste panelbeoordeling van een project volgt in week 9 van het blok waarin het project is aangeboden. De herkansing van die panelbeoordeling volgt in week 10 van hetzelfde blok met inachtneming van artikel 6.12 lid 4. Een herkansing op een later moment is niet mogelijk.

3

De in lid 1 bedoelde gelegenheden (panelbeoordelingen) zijn inclusief GK (Gemiste Kans). Zie artikel 6.6.1 lid 5.

4

Een tweede panelbeoordeling voor hetzelfde project tijdens hetzelfde studiejaar is vergelijkbaar met de eerste panelbeoordeling qua inrichting en qua leerstof.

5

Een student mag iedere panelbeoordeling of deel daarvan herkansen, ongeacht het behaalde resultaat met inachtneming van lid 2. Het hoogste resultaat is geldig, behoudens het bepaalde in artikel 6.10, lid 5.

6

Gezien de aard van het onderwijs dat binnen CMGT wordt aangeboden, is het herkansen van projecten of delen daarvan gedurende een vakantieperiode teneinde studieachterstand versneld in te lopen, niet mogelijk. In bijzondere gevallen kan de examencommissie hierop een uitzondering toestaan. Deze toestemming zal, in voorkomende gevallen, altijd schriftelijk worden verleend.

7

In afwijking van het hierboven in lid 6 gestelde, kunnen projecten die deel uitmaken van het propedeuseprogramma van de opleiding niet meer worden herkanst of anderszins herzien indien de student in het bezit is van een geldig propedeusediploma voor de betreffende opleiding.

8

In aanvulling op lid 2 kan een student een voldoende panelbeoordeling deze herkansen. Hiertoe dient de student zich te melden bij het secretariaat (uiterlijk vrijdag in week 9) om in te schrijven in Osiris. Dit secretariaat geeft de inschrijving door aan de coördinator van het jaarteam om de student in te plannen voor het extension panel.

Artikel 6.5 1

In de postpropedeuse van de bacheloropleiding CMGT/IGAD gelden bijzondere voorwaarden voor de doorstroming naar specifieke leerjaren: a toelating tot leerjaar 2 heeft alleen plaats indien de student zijn propedeuse geheel heeft afgerond. Zie ook artikel 4.1, lid 1 en bijlage 5. b toelating tot leerjaar 4 heeft alleen plaats indien de student de leerjaren 2 en 3 geheel heeft afgerond. Deze voorwaarde geldt onverkort voor studenten die in leerjaar 4 wensen deel te nemen aan een minorprogramma of aan een uitwisselingstraject. c de student mag alleen aan zijn afstudeerproject beginnen als alle voorgaande onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd en hij 150 ECTS credits in zijn postpropedeuse heeft behaald. Daarnaast dienen alle nog te behalen competenties en niveaus, zoals opgenomen in het Handbook CMGT (Appendix II), te worden opgenomen in een afstudeerplan.

Artikel 6.6 6.6.1

Voorwaarden voor deelname aan projecten

Inschrijving voor (her)tentamens/projecten Reguliere inschrijving Osiris

1

Gezien de projectmatige aard van het onderwijs, worden alle studenten automatisch door- of via het secretariaat van de opleiding ingeschreven voor het blok waaraan zij deelnemen.

2

Wanneer wel is ingeschreven via Osiris en niet is deelgenomen aan een eindbeoordeling wordt een GK (Gemiste Kans) als resultaat geregistreerd en weergegeven.


27

3

Indien een persoon niet (meer) is ingeschreven als student en toch deelneemt aan een eindbeoordeling dan wordt die beoordeling ongeldig verklaard. Er wordt geen resultaat geregistreerd.

6.6.2

Mogelijkheid tot inschrijving na de inschrijvingsperiode Osiris

1

Indien een student ten onrechte niet is ingeschreven voor een project terwijl hij daaraan wel deelneemt, dan kan hij zich tot het secretariaat van de opleiding wenden om alsnog te worden ingeschreven.

2

De in lid 1 genoemde wijze van inschrijving is uitsluitend vooruitlopend op een panelbeoordeling van het project mogelijk.

3

Voor (na)inschrijving in Osiris zijn geen servicekosten verschuldigd.

6.6.3

Mogelijkheid tot uitschrijving Osiris

Niet van toepassing

6.6.4

Aanmelding voor projecten

1

Een student schrijft zich in de eerste blokweek voor een projectrol in, op basis van de dan beschikbare inhoudelijke uitleg van het project. De omvang van de projectgroep en de benodigde rollen wordt bepaald door de jaar coördinator. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 6.3 lid 3.

2

Na aanvang van het project kan een student zich niet meer aanmelden. De examencommissie kan hierop in bijzondere gevallen een uitzondering maken.

3

Het afmelden voor een project kan alleen met toestemming van de jaar coördinator.

Artikel 6.7

Verhindering van deelname aan een panelbeoordeling

1

Indien een student staat ingeschreven voor een project, maar daaraan niet kan deelnemen (of heeft deelgenomen), ontvangt hij in Osiris een GK. Hij behoudt het recht op een herkansing van de panelbeoordeling tijdens de herkansingsweek. Zie ook artikel 6.2, lid 4.

2

Indien de student van mening is dat de gemiste kans, zoals bedoeld in lid 1 hierboven, is ontstaan buiten zijn schuld, kan hij bij de examencommissie een met redenen omkleed schriftelijk verzoek doen om een extra kans. Deze extra kans kan, indien de commissie daartoe besluit, ook worden aangeboden buiten de reguliere beoordelingsweken.

Artikel 6.8

Regels tentamens of panelbeoordelingen

1

Tijdens alle tentamens, toetsen en panelbeoordelingen dient de student in het bezit te zijn van een officieel, geldig legitimatiebewijs. Indien daarom wordt verzocht, dient de student zijn geldige legitimatiebewijs te tonen.

2

Indien een student niet beschikt over een geldig legitimatiebewijs wordt hij niet toegelaten tot het tentamen (de panelbeoordeling) en wordt in Osiris een gemiste kans (GK) geregistreerd.

3

Als officieel legitimatiebewijs, zoals hierboven bedoeld in lid 1, wordt alleen een geldig rijbewijs, een geldige ID-kaart of een geldig paspoort geaccepteerd. Elk andere identificatiemiddel wordt niet geaccepteerd.


28

4

Zonder toestemming van de docent is het niet toegestaan om (delen van) tentamen- of beoordelingsmateriaal en/of van feedbackgesprekken vast te leggen, te kopiëren en/of te verspreiden. Dit geldt zowel tijdens het tentamen als tijdens de tentameninzage. Overtreding hiervan wordt gezien als fraude (zie artikel 6.18).

5

Voor schriftelijke tentamens gelden nog een aantal andere regels. Deze zijn opgenomen in de Tentamenregeling voor schriftelijke tentamens.

6

Conform de regels voor mondelinge tentamens binnen NHTV, zijn panelbeoordelingen niet openbaar. De examencommissie is bevoegd om in bijzondere gevallen van deze regel af te wijken.

7

Conform de regels voor mondelinge tentamens binnen NHTV, geldt voor panelbeoordelingen dat zij worden afgenomen door ten minste twee examinatoren, waarbij één van de examinatoren, op aanwijzing van (de voorzitter van) de examencommissie, als eerste examinator fungeert. Ook kan het tentamen afgenomen worden bij één examinator, in dit geval neemt deze het gesprek op.

8

De in lid 7 bedoelde eerste examinator is ook verantwoordelijk voor de cijferinvoer in Osiris binnen de termijn zoals bedoeld in artikel 6.12.

Artikel 6.9

Stages en praktijkopdrachten

1

Elke student dient een beroepsoriënterende stage te doorlopen in het eerste semester van leerjaar 4. Deze stage omvat 30 ECTS credits.

2

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.5, lid 1b, kan de student actief beginnen met zoeken naar een stageplek bij aanvang van het blok voorafgaand aan het blok waarin de stage kan beginnen, onder de voorwaarde dat hij minimaal 105 ECTS credits in leerjaar 2 en 3 heeft behaald.

3

De stage, zoals hierboven bedoeld, omvat in totaal 20 volledige en aaneengesloten kalenderweken, behoudens eventuele door het stagebedrijf toegestane vrije dagen en/of vakantieweken. Deze vallen buiten de hierboven bedoelde zuivere stageperiode.

4

Indien de student niet voldoet aan de in lid 2 hierboven bedoelde voorwaarden, dan wordt het begin van de stage uitgesteld tot het moment dat aan de bedoelde voorwaarden is voldaan.

5

Voor de didactische onderbouwing van de beroepsoriënterende stage, de nadere inhoudelijke en procesmatige detaillering van de cursus, alsmede voor de beoordelingsprocedure en de beoordelingscriteria, wordt verwezen naar de cursushandleiding beroepsoriënterende stage zoals die jaarlijks wordt herzien en telkens bij aanvang van het studiejaar via N@tschool aan nieuwe vierdejaars studenten wordt aangeboden.

6

Deelname aan (delen van) projecten, panelbeoordelingen, workshops et cetera, of aan herkansingen (van delen) daarvan tijdens de stageperiode, is nooit toegestaan.

7

In de regel wordt de beroepsoriënterende stage nooit vrijgesteld.

8

Indien de stage of praktijkopdracht (deels) in het buitenland plaatsvindt, is het in het kader van crisispreventie, voor de student verplicht zich te registreren via het formulier Fill in and take off (beschikbaar op intranet).


29

Artikel 6.10

Afstudeeropdracht en/of scriptie

Zie ook artikel 2.1, lid 2

1

Elke student CMGT / IGAD is verplicht om in het tweede semester van leerjaar 4 een afstudeerproject af te ronden. In dit project moet de student voldoen aan de in het Handbook CMGT (Appendix II) gestelde criteria. Dit Handbook wordt jaarlijks herzien en telkens bij aanvang van het nieuwe studiejaar via N@tschool aan de nieuwe vierdejaars studenten aangeboden.

2

Een afstudeerproject, zoals bedoeld in lid 1 hierboven, omvat 20 aaneengesloten kalenderweken. Daarbij gelden, indien relevant, de in het contract van de afstudeerstage opgenomen starten einddatum als uitgangspunt.

3

Bij aanvang van het hierboven in lid 1 bedoelde afstudeerproject moet voldaan zijn aan de voorwaarde zoals bepaald in artikel 6.5, lid 1c, en dienen alle resultaten te zijn bijgeschreven en vastgesteld in het studievolgsysteem Osiris.

4

Conform het gestelde in artikel 6.4, behoudt de student die zijn eindexamen behaalt, het recht op één herkansing om zo te proberen een hoger eindcijfer te behalen. De student dient dit tijdig bij zijn afstudeerbegeleider aan te geven en neemt een eventueel gemaakt diploma nog niet in ontvangst. Als het bachelorsdiploma voor de opleiding in ontvangst is genomen, vervalt het recht op herkansing zoals in dit lid bedoeld.

5

Indien een student bij wijze van profielverbetering gebruik wil maken van een herkansing op het eindexamen zoals bedoeld in lid 4 hierboven, dan geldt in uitzondering op het bepaalde in artikel 6.4, lid 6, niet het hoogste maar het laatst behaalde cijfer.

6

Het afstudeerproject van de student begint formeel na de toewijzing van een afstudeerbegeleider door- of onder verantwoordelijkheid van de afstudeercoördinator van de opleiding. De afstudeerbegeleider wordt pas toegewezen nadat aan het bepaalde in lid 3 van dit artikel is voldaan. Werkzaamheden, verricht vooruitlopend op-, of zonder toezicht van een toegewezen afstudeerbegeleider van de opleiding, vallen buiten de afstudeerperiode, zoals bedoeld in lid 2 hierboven, en zijn te beschouwen als extracurriculair.

7

Voor de didactische onderbouwing van het afstudeerproject, de nadere inhoudelijke en procesmatige onderbouwing van de cursus, alsmede voor de beoordelingsprocedures en de beoordelingscriteria, wordt verwezen naar het Handbook CMGT (Appendix II). Zie lid 1 hierboven.

8

De afronding van het eindexamen valt uiteen in een beoordeling met een cijfer van het schriftelijk werk en/of product en een beoordeling met een cijfer voor zowel de presentatie als voor de mondelinge verdediging van dat werk. De beoordeling met een cijfer heeft plaats door twee examinatoren zoals bedoeld in artikel 6.2, lid 9 (zijnde de afstudeerbegeleider van de kandidaat en een tweede docent) en door een toegevoegde externe beoordelaar vanuit de relevante industrie of het relevante werkveld. Alleen indien deze externe beoordelaar door de examencommissie formeel is benoemd tot ‘beoordelaar’, en door de academiedirecteur als zodanig schriftelijk is aangesteld, beoordeelt hij het werk evenredig aan de twee docent-leden 5 met een cijfer. Zonder formele benoeming door de examencommissie en academiedirecteur zoals hiervoor bedoeld, beoordeelt de externe beoordelaar het werk van de student niet met een cijfer, maar ziet hij toe op de deugdelijkheid van de examenprocedure en van de totstandkoming van het eindcijfer.

9

Teneinde onafhankelijkheid te bewerkstelligen, is de externe beoordelaar van het eindexamenwerk, zoals bedoeld in lid 8, niet afkomstig van- of gelieerd aan het bedrijf waar de student zijn afstudeerstage heeft doorlopen.

4

4

Waar in dit artikel wordt gesproken over eindexamen wordt het laatste tentamen bedoeld waarin een beoordeling wordt gegeven over het afstudeerrapport en de mondelinge verdediging ervan.

5

Binnen de bacheloropleiding CMGT / IGAD wordt in academisch jaar 2015-2016 een begin gemaakt met het formeel benoemen van extern committeerde beoordelaars. OER Creative Media and Game Technologies / IGAD 2015-2016

30

10

In uitzondering op het bepaalde in lid 9 gelden in het geval waarin een afstudeerproject van de student is toegestaan op basis van een NDA (geheimhoudingscontract met het afstudeerbedrijf), de navolgende criteria: a De examencommissie is voorafgaand aan het inleveren van het afstudeerwerk door de student, door de opleiding op de hoogte gebracht van de bijzondere geheimhoudingsclausule; b De externe beoordelaar van het eindexamenwerk kan wel afkomstig zijn van het bedrijf waar de student zijn afstudeerstage heeft doorlopen; c De externe beoordelaar beoordeelt het werk van de student niet met een cijfer en wordt in dat licht ook niet benoemd door de examencommissie, zoals bedoeld in lid 8. De externe beoordelaar ziet toe op de deugdelijkheid van de procedure en van de totstandkoming van het eindcijfer. d Aan de afstudeercommissie wordt een derde docent-lid toegevoegd die het afstudeerwerk in plaats van de externe beoordelaar met een cijfer beoordeelt. Voor deze toegevoegde beoordelaar geldt de geheimhoudingsplicht onverkort.

11

Het mondeling eindexamen dat de postpropedeuse afsluit, is, in de lijn van het in artikel 6.8 lid 6 bepaalde, niet openbaar.

12

Het mondeling eindexamen heeft altijd plaats bij NHTV in de fysieke aanwezigheid van de voltallige afstudeercommissie, zoals bedoeld in lid 8, 9 en 10 en van de kandidaat. In het geval van een feedbackgesprek na gezakt te zijn voor het schriftelijk deel van het eindexamen, kan de student aan de examencommissie verzoeken om een audiovisueel gesprek op afstand, via bijvoorbeeld video-conferencing, of skype.

13

Elk studiejaar telt vier reguliere afstudeerperiodes, parallel aan de blokstructuur van het studiejaar. Alle vier de examenperiodes in een studiejaar worden afgesloten met een finale vaststelling van de eindresultaten en met een evaluatie van de procedures. Deze vaststellings- en evaluatieprocedure wordt voorgezeten door de voorzitter van de examencommissie.

14

Zonder een compleet dossier inclusief alle volledig ingevulde en getekende beoordelingsformulieren, kan het resultaat van het eindexamen, zoals bedoeld in lid 13 hierboven, niet worden vastgesteld en kan het diploma niet worden getekend. Uitgaande van het gestelde in lid 12 heeft ondertekening van het volledige dossier altijd plaats bij NHTV.

15

Om te kunnen voldoen aan het gestelde in artikel 6.4, lid 1 en artikel 6.10 lid 4 kent de opleiding Creative Media and Game Technologies in aanvulling op lid 13 hierboven een vijfde afstudeerperiode in de laatste week van het schooljaar (augustus). Deze bijzondere afstudeerperiode is uitsluitend toegankelijk voor studenten die aan het eind van blok D voor de eerste keer werden toegelaten tot het eindexamen en die daarbij gezakt zijn, dan wel die hun eindexamen van blok D willen herkansen bij wijze van profielverbetering. Deze bijzondere herkansingsmogelijkheid kent vanwege de zomervakantie beperkte begeleidingsmogelijkheden en een versnelde logistieke afwikkelingsprocedure.

16

De student heeft maximaal twee kansen om zijn schriftelijk eindexamenwerk voldoende af te sluiten. Deze twee kansen verhouden zich tot elkaar als eerste kans en herkansing. Indien het schriftelijk werk na de herkansing opnieuw als onvoldoende wordt beoordeeld, dient de student zijn gehele afstudeerproject, inclusief onderdelen, opnieuw te doorlopen.

17

In aanvulling op het bepaalde van lid 16, geldt dat de student zijn afstudeerproject binnen twee kalenderjaren dient af te ronden. Initieel meetmoment hiervoor is het moment van toewijzing van de afstudeerbegeleider, conform het bepaalde in lid 6. Bij overschrijding van deze termijn kan de examencommissie aanvullende eisen stellen.

18

Het bepaalde in lid 17 hierboven geldt niet voor het mondeling deel van het eindexamen. Indien het schriftelijk eindexamenwerk voldoende is, mag het mondeling gedeelte van het eindexamen zonder restrictie herkanst worden, behoudens het bepaalde in lid 16.


31

19

Indien de afstudeeropdracht of scriptie (deels) in het buitenland plaatsvindt, is het in het kader van crisispreventie, voor de student verplicht zich te registreren via het formulier Fill in and take off (beschikbaar op intranet).

Artikel 6.11

Beoordeling

1

Het eindexamenwerk of project wordt beoordeeld door de betrokken examinator volgens de vooraf gestelde en gepubliceerde beoordelingscriteria. Zie ook artikel 6.2 lid 12.

2

Een externe deskundige, bij NHTV ook aangeduid met extern gecommitteerde, mag een beoordeling geven, indien hij benoemd is als examinator door de examencommissie. Voor het benoemen van een externe deskundige tot examinator hanteert de examencommissie een, door NHTV opgestelde, profielschets (zie Regeling Examencommissie).

3

In het geval dat de examencommissie heeft bepaald dat deskundigen van buiten de instelling (bv. stagebegeleiders) bij de beoordeling worden betrokken, wordt de manier waarop zij betrokken worden in de beoordeling, beschreven.

4

Ieder blok wordt afgesloten met een individuele panelbeoordeling van de projectrol en de leerdoelen in de vorm van een gesprek. Tijdens de panelbeoordeling worden diverse leeropbrengsten uit het afgelopen blok geëvalueerd en wordt beoordeeld of de student de verbinding tussen deze leeropbrengsten voldoende kan aanbrengen. Deze leeropbrengsten bestaan uit: a Het uitgewerkte product(en); b De formatieve feedback zoals gedurende het afgelopen blok ontvangen; c Een opsomming van de leerdoelen waaraan de student gedurende het afgelopen blok heeft gewerkt; d Een reflectierapport, ingevuld door de student.

5

De eindbeoordeling van een projectrol, zoals bedoeld in artikel 6.2, lid 3, wordt uitgedrukt in één van de volgende kwalificaties: a een cijfer uit de reeks van 0 tot en met 10, tot op ten hoogste één decimaal nauwkeurig, b een woordbeoordeling met een cijferequivalent zoals in de hierna volgende tabel is opgenomen: Woordbeoordelingen Nul Zeer slecht Slecht Zeer onvoldoende Onvoldoende Matig Voldoende Ruim voldoende Goed Zeer goed Uitmuntend

c

Afkorting N ZS S ZO O M V RV G ZG U

Cijfer equivalent 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Afgifte ECTS credits Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja

voldaan, niet voldaan; aan deze beoordelingen zijn geen cijferequivalenten verbonden. Woordbeoordelingen Voldaan Niet voldaan

Afkorting VD NVD

Afgifte ECTS credits Ja Nee


32

d

overige beoordelingen, zonder cijferequivalent, zoals in de hierna volgende tabel is opgenomen: Woordbeoordelingen Fraude Gemiste kans Vrijstelling

6

Afkorting FR GK VRIJ

Afgifte ECTS credits Nee Nee Ja

Voor het afronden en het berekenen van gemiddelden van tentamens geldt het volgende: a Cijferbeoordelingen worden ingevoerd in Osiris op ten hoogste één decimaal nauwkeurig. b Bij het gebruik van één decimaal, is een 5,5 of hoger een voldoende resultaat. Bij gehele cijfers is een 6 of hoger voldoende resultaat. c Indien cijfers worden afgerond naar hele cijfers, gebeurt dat als volgt: tot n,50 naar beneden (cijfer wordt ‘n’), vanaf n,50 naar boven (cijfer wordt ‘n+1’). Voorbeeld afronding: Cijfer Afronding naar hele cijfers 5,40 5 5,49 5 5,50 6 5,51 6

d

e

f g h

Indien cijfers worden weergegeven als cijfers met één decimaal, dan wordt het oorspronkelijke cijfer na de eerste decimaal afgekapt. Voorbeelden hiervan zijn: • 5,49 wordt 5,4 • 6,73 wordt 6,7 Indien cijfers uit meer dan één decimaal bestaan en voor invoer in Osiris gekozen is voor invoer van cijfers met één decimaal, dan wordt het oorspronkelijke cijfer na de eerste decimaal afgekapt. Voorbeelden hiervan zijn: • 5,49 wordt 5,4 • 6,73 wordt 6,7 Woordbeoordelingen, zonder cijferequivalent, tellen niet mee voor het berekenen van gemiddelden (waaronder GPA) en compensaties. Alle beoordelingen met een cijfer equivalent tellen mee met de berekening het gemiddelde resultaat van een student. Gemiddelden worden uitsluitend als gewogen gemiddelde bepaald op basis van het aantal ECTS credits.

7

De cijfers op de cijferlijst die uitgereikt wordt bij het getuigschrift van het propedeuse en postpropedeuse-examen worden weergegeven met één decimaal (variërend van x,0 tot en met x,9).

8

Op de cijferlijst wordt het Grade Point Average (GPA) vermeld om de geleverde prestaties van een student op een internationale schaal weer te geven.

9

Het GPA wordt afgeleid van het gewogen gemiddelde van de resultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de propedeuse dan wel postpropedeuse. Het GPA wordt uitgedrukt op een schaal van 1 tot en met 4 in twee decimalen nauwkeurig. Voor een berekening van het gewogen gemiddelde zie artikel 6.11 lid 6h. Een toelichting op het GPA waarde is opgenomen in het diplomasupplement. Daarnaast is de complete conversietabel (van gewogen gemiddelde naar GPA) beschikbaar op intranet en internet.

Artikel 6.12

Bekendmaking van de uitslag van de panelbeoordeling

WHW artikel 7.13 lid 2o

1

De leden van het panel stellen de uitslag van een (deel)toets of beoordeling vast. Het eindcijfer van het project wordt binnen 2 werkdagen na de panelbeoordeling ingevoerd in Osiris. Door de invoer van de uitslag wordt deze, in concept, gepubliceerd in Osiris. Deze concept uitslag kan, indien nodig, naar boven of naar beneden worden bijgesteld.


33

2

Tot maximaal 10 werkdagen na het publiceren van het eindcijfer in Osiris heeft de student recht op feedback aangaande zijn behaalde deelbeoordelingen en/of eindcijfer voor het project.

3

De opleiding zorgt binnen vijf werkdagen na de in lid 2 bedoelde feedbackmogelijkheid van een beoordelingsresultaat (zie artikel 6.15) voor het definitief maken (vaststellen) van de uitslag in Osiris. Hiermee worden de uitslagen uiterlijk 25 werkdagen na de feitelijke panelbeoordeling vastgesteld. Een vastgestelde uitslag kan alleen via de examencommissie naar boven of naar beneden worden bijgesteld.

4

De uitslag van een panelbeoordeling dient drie volle werkdagen voor de tweede gelegenheid bekend te zijn. Indien deze termijn niet gehaald wordt, wordt de herkansing van de panelbeoordeling uitgesteld tot een door de academiedirecteur nader te bepalen datum. Hierbij dient rekening gehouden te worden met artikel 6.15 lid 1. Een afwijking dient ook tijdig aan de studenten gemeld te worden.

5

Indien een eventuele tweede opdracht een vervolg is op een eerdere opdracht dient de uitslag van de eerste opdracht bekend te zijn voordat de tweede opdracht ingeleverd dient te worden.

6

Indien de student zich niet kan vinden in de beoordeling kan hij, binnen een in lid 7 gespecificeerde termijn, een schriftelijk bezwaarschrift indienen bij de voorzitter van de examencommissie. De examencommissie beslist binnen zes weken op een ingediend bezwaarschrift.

7

De in lid 6 bedoelde bezwaartermijn is: a Vijf werkdagen na de ter inzage legging van een tentamen. b Vijf werkdagen na de bekendmaking van de concept-uitslag in Osiris, indien er geen sprake is van een ter inzage legging.

8

Indien de student het niet eens is met de eerder vermelde beslissing, zoals bedoeld in lid 6, kan hij in beroep bij het College van Beroep voor de examens van NHTV Breda. Dit beroep dient te worden ingediend binnen zes weken na de datum van de beslissing.

9

Ongeacht het gestelde in lid 6 heeft de student het recht om direct in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de examens van NHTV Breda. Dit beroep dient te worden ingediend binnen een termijn van zes weken na de publicatiedatum van de vastgestelde beoordeling. Indien gebruik wordt gemaakt van de bezwaarprocedure uit lid 6, dan dient de bezwaarprocedure eerst te worden afgerond, voordat een beroepsprocedure gestart kan worden.

10

Indien de verantwoordelijk docent de correctietermijn zoals bedoeld in lid 1 door overmacht, ziekte of anderszins niet haalt, stelt hij de studenten hiervan tijdig via mail op de hoogte. De examencommissie stelt in redelijkheid een nieuwe termijn vast en deelt die schriftelijk aan de betrokken docent en de betrokken studenten mee.

11

De academiedirecteur kan, indien daar aanleiding toe is, afwijken van het gestelde in lid 1. Een afwijking dient tijdig aan de student medegedeeld te worden.

Artikel 6.13

Geldigheidsduur

1

Gedurende een ononderbroken inschrijving van de student aan een opleiding is de geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegd tentamen onbeperkt. Hierbij dient rekening te worden gehouden met mogelijke overgangsregelingen zoals vermeld in artikel 3.11.

2

Een met succes afgesloten propedeuse blijft onbeperkt geldig.


34

3

Bij een onderbreking van de inschrijving aan een opleiding kan de examencommissie met betrekking tot een onderwijseenheid, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen indien vier jaar verstreken is, na het jaar waarin het tentamen behaald is, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het postpropedeuse-examen van de bacheloropleiding.

4

Een beoordeling voor een deeltentamen kan door de examencommissie als vervallen worden gekwalificeerd. Een dergelijk besluit is mogelijk indien de volledige cursus, behorende bij dat deeltentamen, niet is behaald binnen de termijn van het studiejaar volgend op het studiejaar waarin de eerste beoordeling voor een deeltentamen is behaald.

Artikel 6.14

Bewaring


1

Van een project dienen de opdracht, beoordelingscriteria, deelnemerslijst en de evaluatie zeven jaar te worden bewaard na datum van de beoordeling.

2

Van de panelbeoordeling dient het product van de student, de beoordeling, de formatieve feedback, het leerjournaal, de eventuele tweede beoordeling, het reflectierapport en het PVP twee jaar te worden bewaard na datum van de beoordeling.

3

Afstudeerscripties of verslagen van afstudeerstages met bijbehorende schriftelijke beoordelingen worden minimaal zeven jaar na het jaar van afstuderen bewaard.

4

Persoonsgegevens, kopieën van getuigschriften en bijbehorende cijferlijsten worden 50 jaar bewaard.

5

De examencommissie verlengt, indien nodig, de in lid 1 genoemde termijn.

Artikel 6.15

Feedback

1

De student heeft recht op feedback op zijn project of op delen daarvan binnen de termijn van 10 werkdagen na bekendmaking van het resultaat van de panelbeoordeling, conform het gestelde in artikel 6.12, lid 1. De feedbackmogelijkheid moet uiterlijk drie werkdagen voor de tweede gelegenheid worden aangeboden. Het feedbackmoment wordt bepaald door de docent of door de opleiding ingeroosterd.

2

Indien een student aantoonbaar als gevolg van overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan het reguliere of vooraf afgesproken feedbackmoment, dan kan hem een alternatief worden geboden binnen het gestelde in lid 1 van dit artikel.

3

De examencommissie kan, indien daar aanleiding toe is, afwijken van het gestelde in lid 1. Een afwijking dient tijdig aan de student medegedeeld te worden.

4

Zonder toestemming van de docent is het niet toegestaan om (delen van) het feedbackmoment vast te leggen, te kopiëren en/of te verspreiden. Overtreding hiervan wordt gezien als fraude (zie artikel 6.18).


35

Artikel 6.16 6.16.1

Vrijstellingen Vrijstellingen tot het afleggen van tentamens

WHW artikel 7.13.2r Selectielijst NHTV Breda

1

De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van een student vrijstelling verlenen voor het afleggen van het propedeuse-examen of voor het afleggen van één of meer panelbeoordelingen en/of onderliggende beoordelingstoetsen.

2

Een vrijstelling voor een beoordelingstoets dient voor aanvang van het betreffende project te worden aangevraagd. Hiervoor kan het formulier gebruikt worden dat beschikbaar is via Osiris.

3

De student dient ter verkrijging van een vrijstelling een schriftelijk en onderbouwd verzoek in bij de voorzitter van de examencommissie. Het verzoek wordt zo mogelijk vergezeld van de volgende bescheiden: een kopie van het behaalde getuigschrift, akte, diploma of verklaring, een kopie van de daarbij behorende lijst van kwalificaties, een lijst van bestudeerde literatuur, collegedictaten, readers, etc., een officieel doorlopen EVC (erkennen van Elders Verworven Competenties) procedure bij NHTV Breda of elders, een bewijs van een goed doorlopen assessment.

4

De examencommissie beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 20 werkdagen na indiening van het verzoek, al of niet in overleg met de betrokken examinatoren. Het besluit wordt vastgelegd door de examencommissie en (digitaal via Osiris) aan de student medegedeeld. Het vastgelegde besluit moet gereproduceerd kunnen worden.

5

Een toegekende vrijstelling wordt met de beoordeling ‘VRIJ’ geregistreerd in het studievoortgangssysteem Osiris.

6

De student kan binnen zes weken beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de examens tegen de beslissing van de examencommissie als bedoeld in lid 4.

7

De beslissing rondom vrijstelling wordt zeven jaar bewaard na datum beslissing.

8

De bewaartermijn van zeven jaar geldt eveneens voor alle onderliggende bescheiden: - Verzoek vrijstelling - Diploma vooropleiding - Diplomasupplement vooropleiding - Bewijsstuk elders verworven competenties (EVC) - Ervaringscertificaat (EVC)

6.16.2

Beoordelingskaders examencommissie bij het verlenen van de vrijstelling

1

Verzoeken om vrijstelling worden door de examencommissie in de regel gehonoreerd indien: Het verzoek schriftelijk en voor aanvang van het betreffende blok is gedaan, Er sprake is van een inhoudelijke overlap van ten minste 70%, zulks ter beoordeling van het panel, De oorspronkelijke onderwijseenheid met minimaal een 7, of het internationale equivalent daarvan, is behaald.

2

Voor het indienen van verzoeken, aan de examencommissie en het communiceren met de examencommissie in het algemeen gelden de criteria zoals opgenomen in bijlage 6.


36

Artikel 6.17

Calamiteitenregeling

Tijdens een calamiteit dienen alle aanwezigen het gebouw onmiddellijk te verlaten. Indien er op dat moment een tentamen plaatsvindt wordt dit tentamen ongeldig verklaard. Reeds ingeleverde tentamens worden niet beoordeeld. Zo spoedig mogelijk wordt een nieuw tentamen aangeboden en worden studenten geïnformeerd over de plaats, datum en tijd van het nieuwe tentamen. Artikel 6.18

Fraude

WHW artikel 7.12b lid 2

6.18.1

Definities

1

Fraude is het door de student op ongeoorloofde wijze beïnvloeden van (delen van) het tentamen- en/of onderwijsproces met het doel om ten aanzien van de kennis, het inzicht en/of vaardigheden van de student een onjuiste voorstelling van zaken te geven. Dit kan onder meer door onjuiste mededelingen te doen, door opzettelijke verzwijgingen van enig feit waarvan de student wist of behoorde te weten dat hij verplicht was om mede te delen, door het aannemen van een valse naam of valse hoedanigheid en/of door valsheid in geschrifte te plegen.

2

Er is onder meer sprake van fraude in het geval van elke door de wet, onder meer het Wetboek van Strafrecht en het Burgerlijk Wetboek (Boek 3), vastgestelde vorm van bedrog en als zodanig is het een strafbaar feit.

3

Onder fraude wordt tevens verstaan een poging tot fraude, medeplichtigheid, het medeplegen van fraude en het voorbereiden en het (pogen te) verhinderen van ontdekking van fraude.

4

Plagiaat is het overnemen van - dan wel het citeren uit – een werk van een ander door het niet op zeer duidelijke wijze vermelden van de auteur(bron) dan wel door het valselijk plaatsen van enige naam of enig teken op het werk van een ander en/of door de echte naam of het echte teken op dat werk van een ander te vervalsen. Dit met als doel om daardoor aannemelijk te maken, dat dat werk (dan wel het citaat) door de plagiaatpleger zelf zou zijn gemaakt. Ook het verkopen, te koop aanbieden, ten verkoop in voorraad hebben van dergelijke vervalste werken is plagiaat.

5

Onder fraude wordt in ieder geval, maar niet uitsluitend, verstaan indien wordt vastgesteld dat de student: a in de ruimte waar het tentamen plaats vindt, hulpmiddelen gebruikt(e) die niet door de examinator uitdrukkelijk voor raadpleging tijdens het tentamen zijn toegestaan; b op enigerlei wijze tijdens het tentamen gebruik maakt van informatie van een ander dan de examinator, welke informatie in of buiten de tentamenruimte is verkregen; c voor of tijdens het tentamen op enigerlei wijze informatie geeft of heeft gegeven aan (een) andere student over (de inhoud en uitwerking van) het tentamen; d zich tijdens het tentamen voor iemand anders uitgeven heeft of zich tijdens het tentamen door iemand anders heeft laten vertegenwoordigen; e voorafgaand aan of tijdens het tentamen op ongeoorloofde wijze kennis genomen heeft van de tentamenvragen, opgaven en/of modelantwoorden van het tentamen; f wijzigingen aanbracht in al ingeleverd tentamenwerk tijdens de inzage achteraf.

6

Andere vormen van fraude zijn in ieder geval, maar niet uitsluitend: a elk handelen of nalaten van een student dat erop gericht is om het geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken om een juist en betrouwbaar oordeel te kunnen vormen over de door de student verworven kennis, inzicht en vaardigheden of over de kennis, inzicht en vaardigheden van mede-studenten; b het presenteren als eigen werk of eigen gedachte uit bronnen van derden, waaronder ook werk van medestudenten, zelfs als een verwijzing naar andere auteurs is opgenomen;


37

c

d

het als eerste versie indienen van een reeds eerder door de student zelf of een andere student ingediende tekst (of daarmee vergelijkbare tekst) voor opdrachten van andere opleidingsonderdelen; Het fingeren van onderzoeksgegevens.

7

Daar waar in de OER gesproken wordt over fraude wordt tevens plagiaat bedoeld.

8

Door deel te nemen aan een tentamen stemt de student er mee in dat NHTV de door de student voor beoordeling ingeleverd tentamens, indien van toepassing, door middel van antiplagiaatsoftware op fraude controleert en het tentamen in het NHTV databestand van antiplagiaatsoftware zal opslaan. Het is de student verboden om elektronische tentamens of enige andere elektronische tekst die onderdeel uitmaakt van het onderwijs te voorzien van softwarematige blokkering tegen antiplagiaatsoftware.

6.18.2

Procedure

1

Wanneer er vermoeden van fraude ontstaat, deelt de examinator dit terstond mee aan de student en aan de examencommissie. De examinator verstrekt aan de examencommissie alle relevante bewijsstukken met betrekking tot (het vermoeden van) de fraude.

2

Indien het vermoeden van fraude ontstaat tijdens een tentamen dan deelt de surveillant dit terstond aan de student mede. De surveillant maakt van deze mededeling aantekening op het proces verbaal behorende bij het tentamen, neemt eventuele bewijsstukken ter zake van de fraude in en verstrekt die aan de examencommissie. De student wordt in de gelegenheid gesteld het tentamen af te maken en in te leveren.

3

Uiterlijk binnen 2 weken nadat de examencommissie kennis nam van het vermoeden van fraude wordt de student in de gelegenheid gesteld om door de examencommissie te worden gehoord. De examencommissie kan ambtshalve, of op verzoek van de student, getuigen en/of deskundigen oproepen. De examencommissie legt de bevindingen van het horen van de student vast in een schriftelijk verslag dat door de student wordt ondertekend.

4

De examencommissie controleert of het geconstateerde gedrag van de student voldoet aan de in deze regeling genoemde criteria van fraude en deelt de student, uiterlijk binnen 2 weken nadat hij is gehoord, schriftelijk haar besluit en de eventueel opgelegde sanctie mee. Dit onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens.

5

Binnen zes weken vanaf de bekendmaking van het besluit van de examencommissie kan de student tegen het besluit in beroep bij het College van beroep voor de examens. De beroepsprocedure is opgenomen in het ‘Reglement van orde van het College van beroep van NHTV Breda’.

6.18.3

Sancties

1

Ingeval van fraude kan de examencommissie aan een student een van de navolgende sancties opleggen: a de student het recht ontnemen om één of meer door de examencommissie aan te wijzen tentamens af te leggen gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar of, b het als frauduleus beoordeelde tentamen ongeldig verklaren. In het studievoortgangssysteem “Osiris” wordt dit tentamen geoormerkt met de letters “FR” of, c een combinatie van sub a en sub b.

2

Op voorstel van de examencommissie kan het College van Bestuur bij ernstige fraude besluiten om de inschrijving van de student voor zijn opleiding definitief te beëindigen.


38

3

Ingeval van door NHTV geconstateerde fraude kan door het College van Bestuur van NHTV aangifte worden gedaan bij de politie en/of justitie.

4

Van fraude, die na afgifte van een getuigschrift wordt geconstateerd, zal door NHTV aangifte bij politie en/of justitie worden gedaan. Ook zullen het getuigschrift en/of de graadverlening nietig worden verklaard. De student zal onmiddellijk op het eerste verzoek van NHTV het getuigschrift dienen in te leveren. NHTV zal er zorg voor dragen dat de graadverlening wordt doorgehaald in alle formele registers en dat het getuigschrift zal worden vernietigd.

5

In het geval waarin een student wordt betrapt op fraude bij het herkansen van een onderwijseenheid die hij eerder al heeft behaald, dan vervalt zijn herkansingsmogelijkheid onverkort.

6

De student blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk inleveren van zijn werk. Hij behoort een kopie van zijn werk, werkstuk, essay, opdracht, etc. zodanig zelf te archiveren, dat hij daar in geval van onrechtmatigheden, technisch falen of onduidelijkheden van welke aard ook, op kan terugvallen en hij zijn werk eventueel opnieuw kan overleggen.

Artikel 6.19

Verklaring van tentamens

WHW artikel 7.11 lid 1 Selectielijst NHTV Breda

1

Als bewijs dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examinator een daarop betrekking hebbend bewijsstuk uitgereikt. Het periodiek uitgereikte studievoortgangsoverzicht (zie artikel 5.6 lid 3) wordt ook als bewijsstuk beschouwd.

2

De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 7.5 lid 2 kan worden uitgereikt, ontvangt op verzoek een gewaarmerkte verklaring van de examencommissie waarin de tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd. De student dient een dergelijk verzoek schriftelijk te richten aan de voorzitter van de examencommissie.

3

De gewaarmerkte verklaring als bedoeld in lid 2 dient tien jaar te worden bewaard na datum van de afgifte.

4

Het verzoek zoals bedoeld in lid 2 dient een jaar te worden bewaard na datum van de afhandeling.


39

Hoofdstuk 7

Artikel 7.1

Examens

Propedeuse-examen

WHW artikel 7.8 en 7.10

De student is geslaagd voor het propedeuse-examen als hij heeft voldaan aan de eisen van alle tentamens behorende bij de onderwijseenheden van de propedeuse van de opleiding. Dit examen is het eerste examen van de HBO opleiding. Met het behalen van dit examen heeft de student 60 ECTS credits behaald. Hierbij zijn ook de eventuele compensatieregelingen zoals vermeld in artikel 7.3.1 van toepassing.

Artikel 7.2

Postpropedeuse-examen

WHW artikel 7.10

7.2.1

Postpropedeuse-examen als onderdeel van de HBO bachelor

1

De student is geslaagd voor het postpropedeuse-examen als hij heeft voldaan aan de eisen van alle tentamens behorende bij de onderwijseenheden van de postpropedeuse van de opleiding. Hiermee heeft de student 180 ECTS credits behaald. Hierbij zijn ook de eventuele compensatieregelingen zoals vermeld in artikel 7.3.2 van toepassing.

2

Het postpropedeuse-examen is het tweede examen van de HBO bachelor. Bij het behalen van zowel het propedeuse als het postpropedeuse-examen heeft de student de HBO bachelor opleiding afgerond en in totaal 240 ECTS credits behaald.

3

In afwijking van lid 1 en 2, geldt voor de student die deelneemt aan een HBO bachelor met een nominale duur van drie jaar dat het in lid 1 genoemde postpropedeuse programma 120 ECTS credits bedraagt en de in lid 2 genoemde studiebelasting van de bacheloropleiding 180 ECTS credits.

7.2.2

Postpropedeuse-examen als onderdeel van de Associate degree


Artikel 7.3 7.3.1

Compensatiemogelijkheden Compensatiemogelijkheden in de propedeuse


7.3.2

Compensatiemogelijkheden in de postpropedeuse

1

In de postpropedeuse is geen compensatiemogelijkheid voorzien.

2

Indien de student deelneemt aan een minor mag het resultaat van een tentamen binnen deze minor niet gecompenseerd worden met een ander resultaat binnen dezelfde minor noch met een voldoende resultaat uit een ander examenprogramma. Daarnaast mag een onvoldoende resultaat in het examenprogramma ook niet gecompenseerd worden met een voldoende resultaat voor een tentamen in de minor.


40

3

Indien de student deelneemt aan een honoursprogramma mag het resultaat van een tentamen binnen dit honoursprogramma niet gecompenseerd worden met een ander resultaat binnen hetzelfde honoursprogramma noch met een voldoende resultaat uit een ander examenprogramma. Daarnaast mag een onvoldoende resultaat in het examenprogramma ook niet gecompenseerd worden met een voldoende resultaat voor een tentamen in het honoursprogramma.

Artikel 7.4

Voorwaarden voor het behalen van het postpropedeuse-examen

1

Voor het behalen van het postpropedeuse-examen dient de student geslaagd te zijn voor het propedeuse-examen.

2

De examencommissie stelt voorafgaand aan het behalen van het postpropedeuse-examen vast of de student alle studieonderdelen van de postpropedeuse voldoende heeft afgesloten.

Artikel 7.5

Bekendmaking van de examenuitslag

WHW artikel 7.11 lid 2 en 4

1

De examencommissie stelt in de examenvergadering de uitslag van het (post)propedeuseexamen vast. De student die voldaan heeft aan het (post)propedeuse-examen wordt opgenomen in een proces verbaal opgemaakt naar aanleiding van de examenvergadering, conform het afgesproken format proces verbaal NHTV Breda.

2

Als bewijs dat het (post)propedeuse-examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift met bijbehorende cijferlijst uitgereikt. Tevens wordt aan de student die voldaan heeft aan de eisen van het postpropedeuse-examen een diplomasupplement uitgereikt. Het getuigschrift, de cijferlijst en het diplomasupplement voldoen aan de voorschriften van NHTV Breda.

Artikel 7.6

Graadverlening

WHW artikel 7.10a

7.6.1

HBO bachelor

Het College van Bestuur verleent de graad van Bachelor aan degene die met goed gevolg het propedeuse en het postpropedeuse-examen van de bacheloropleiding heeft afgelegd (zie artikel 1.3 lid 5).

7.6.2

Associate degree

WHW artikel 7.10b



41

Artikel 7.7

Judicium ‘Cum laude’

1

Indien de student aan alle voorwaarden voldoet, zoals vermeld in lid 2, en indien de gehele opleiding (propedeuse en postpropedeuse) binnen 5 jaar (nominale studieduur plus 1 jaar) is behaald, wordt het judicium ‘cum laude’ toegekend aan het postpropedeuse-examen.

2

De in lid 1 genoemde voorwaarden zijn: a Het gewogen gemiddelde van de resultaten van alle cursussen van het postpropedeuseexamen is minimaal een 8,0. b Het eindcijfer voor het afstuderen is minimaal een 8,0. c Het afstuderen is in 1 keer behaald. d Voor maximaal 60 ECTS credits zijn in het postpropedeuse-examenprogramma vrijstellingen verleend. e Er is nooit fraude of plagiaat vastgesteld.

3

Indien meer dan het vereiste aantal studieonderdelen is behaald, zijn uitsluitend de tentamens die deel uitmaken van het examenprogramma, zoals opgenomen in de onderwijsen examenregeling van de betrokken opleiding, van belang voor de vaststelling.

4

Indien de student bij een andere instelling studieonderdelen uit het postpropedeuse programma heeft gevolgd en/of een afrondende stage heeft afgelegd, oordeelt de examencommissie over de waarde en de weging van dat onderdeel /die onderdelen.

5

Het judicium ‘cum laude’ wordt op het getuigschrift vermeld.

Artikel 7.8

Bewaartermijn getuigschrift


1

Het getuigschrift behorende bij zowel het propedeuse als bij het postpropedeuse-examen dient 50 jaar te worden bewaard na datum van uitgifte.

2

De bewaartermijn van 50 jaar geldt eveneens voor: - Verklaring graad - Diplomasupplement - Certificaat aanvullend onderwijs - Certificaat minor

3

Bij het propedeuse-examen dienen de aanvraag en de besluitenlijst van de examencommissie vijf jaar te worden bewaard.

4

Bij het postpropedeuse-examen dienen de aanvraag, de beoordeling van de aanvraag, de beoordeling van de examencommissie, de besluitenlijst van de examencommissie en de verklaring van ontvangst door de student van het getuigschrift, zeven jaar te worden bewaard.


42

Hoofdstuk 8

Artikel 8.1

Relevante commissies

Examencommissie

1

Voor elke opleiding of groep van opleidingen wordt door het College van Bestuur een examencommissie ingesteld, zoals artikel 7.12 lid 1 en 2 WHW. Bij NHTV Breda wordt in principe uitgegaan van een examencommissie per academie met als uitzondering de academische WO opleidingen en eventuele masteropleidingen. Deze opleidingen hebben een aparte examencommissie De examencommissie heeft als taak het op objectieve en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de voorwaarden die de OER stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad (zie de Regeling Examencommissie).

2

De examencommissie hanteert voor klachten en bezwaren een ontvangsttermijn van maximaal zes weken, met inachtneming van het gestelde in bijlage 6, paragraaf 2, lid 5 en 6. Klachten en bezwaren die de examencommissie na zes weken bereiken, worden als niet ontvankelijk beschouwd.

3

Indien de examencommissie daartoe aanleiding ziet, hoort zij in een speciale zitting alle betrokken partijen alvorens tot een oordeel te komen. Deze zitting is niet openbaar.

Artikel 8.2

Opleidingscommissie

1

Voor elke opleiding of groep van opleidingen wordt een opleidingscommissie ingesteld. Deze commissie heeft tot taak gevraagd of ongevraagd advies uitbrengen aan deelraad, academiedirectie of College van Bestuur over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs van de desbetreffende opleiding (zie de Regeling Opleidingscommissie).

2

Voor nadere details over de Opleidingscommissie, wordt verwezen naar de ‘Regeling Opleidingscommissies NHTV Breda’, zoals beschikbaar via Intranet.

Artikel 8.3

8.3.1

8.3.1.1

Andere commissies

Toetscommissie

Samenstelling

1

De examencommissie stelt een permanente toetscommissie in.

2

De toetscommissie ressorteert rechtstreeks onder de examencommissie.

3

De toetscommissie bestaat uit een evenredige geleding vanuit alle binnen de academie vertegenwoordigde opleidingen. Deze geleding ontstaat naar het aantal studenten dat aan de opleidingen studeert.

4

De examencommissie draagt leden van de toetscommissie voor, waarna deze door de academiedirecteur worden benoemd en gefaciliteerd.


43

5

De examencommissie benoemt een van haar leden tot voorzitter van de toetscommissie. Maximaal twee leden van de toetscommissie zijn ook als lid verbonden aan de examencommissie.

6

De zittingsduur van de leden van de toetscommissie bedraagt twee studiejaren. Na het verstrijken van de zittingsduur kan herbenoeming plaatsvinden.

7

(Één van) de onderwijskundige(n) van de academie is/zijn als adviseur bij de toetscommissie betrokken, maar maakt van de toetscommissie geen deel uit.

8.3.1.2

Taken

1

De toetscommissie heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de examencommissie inzake kwaliteitsborging en kwaliteitsbeleid rond examens en tentamens.

2

Bij het uitbrengen van advies, zoals hierboven bij lid 1 bedoeld, geldt voor docent-leden van de toetscommissie verschoningsplicht ten opzichte van onderwijseenheden of onderdelen daarvan waar zij zelf als (verantwoordelijk) docent bij betrokken zijn.

3

De toetscommissie baseert haar adviezen en standpunten op een cyclische controle van alle binnen de academie aan studenten aangeboden tentamens.

4

Bij de in lid 3 bedoelde controle wordt uitgegaan van een cyclus van drie studiejaren, waarbij de cyclus vervalt indien het vak, de inhoud en/of de toetsvorm wijzigen.

5

De toetscommissie verricht haar werkzaamheden in opdracht, ten behoeve van en onder verantwoordelijkheid van de examencommissie.

6

De toetscommissie brengt aan de examencommissie regelmatig verslag uit van haar bevindingen en resultaten en overlegt met de examencommissie over eventuele taakinvulling die uit dat overleg voortkomt.

7

Jaarlijks overlegt de toetscommissie met de examencommissie over mogelijke actualisering van het toetsbeleid, zoals dat binnen de academie wordt gebruikt. Eventuele wijzigingen in het toetsbeleid gelden altijd pas vanaf 1 september van enig kalenderjaar.


44

Hoofdstuk 9

Artikel 9.1

Vaststelling en wijziging van de onderwijsen examenregeling

Vaststelling en inwerkingtreding

1

De academiedirecteur evalueert minimaal één keer per jaar samen met de opleidingscommissie de geldende OER.

2

De academiedirecteur stelt, mede op basis van adviezen van de opleidingscommissie, de conceptversie van de OER op voor het nieuwe studiejaar.

3

De academiedirecteur legt de tekst ter instemming voor aan de deelraad.

4

Indien de deelraad instemt met de tekst, keurt de academiedirecteur de OER goed.

5

Het College van Bestuur beoordeelt de OER en stelt deze vast bij een positief oordeel.

6

De academiedirecteur draagt er zorg voor dat studenten en personeel tijdig, doch uiterlijk 1 september van het studiejaar waarop de OER betrekking heeft, worden geïnformeerd over de OER. In ieder geval dient de OER uiterlijk 1 september, van het studiejaar waarop de OER betrekking heeft, gepubliceerd te worden op internet en intranet.

Artikel 9.2

Wijziging

1

Wijzigingen die van toepassing zijn op het studiejaar, waarop de OER betrekking heeft, mogen alleen doorgevoerd worden indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.

2

Wijzigingen mogen niet van invloed zijn op: - met succes afgelegde tentamens, - verstrekte vrijstellingen, - enige andere beslissing, die de examencommissie krachtens deze regeling ten aanzien van een student reeds heeft genomen.

3

Indien een wijziging betrekking heeft op het academiespecifieke deel van de OER geldt lid 4, 5 en 7. Indien een wijziging betrekking heeft op de raamregeling OER dan geldt lid 6 en 7.

4

Een academiespecifieke wijziging mag niet in tegenspraak zijn met NHTV- of wettelijke bepalingen. De academie formuleert de gewenste wijziging en legt deze voor aan het kernteam OER ter beoordeling. Na een positief oordeel wordt de wijziging ter besluitvorming voorgelegd aan de academie. De besluitvorming vereist in ieder geval instemming vanuit de deelraad en goedkeuring door de academiedirecteur.

5

Het kernteam OER zorgt voor rapportage aan de portefeuillehouder binnen het College van Bestuur. Het College van Bestuur heeft te allen tijde het recht om niet akkoord te gaan met de beslissing van de academie waardoor de oorspronkelijke OER van kracht blijft.

6

Een wijziging van de raamregeling OER wordt ter vaststelling voorgelegd aan het College van Bestuur na instemming van de medezeggenschapsraad.

7

Wijzigingen van de OER worden, zodra ze zijn vastgesteld, via de binnen de academie gebruikelijke kanalen aan betrokkenen bekend gemaakt in de vorm van een (cumulatief) wijzigingsoverzicht.


45

Artikel 9.3

Onvoorziene omstandigheden

1

Indien zich omstandigheden voordoen waarin de OER zou moeten voorzien doch dit niet doet beslist de voorzitter van de examencommissie, in overleg met de academiedirecteur. In de schriftelijke argumentatie naar de desbetreffende student(en) worden omstandigheden, overwegingen en beslissingen toegelicht (en wordt de mogelijkheid van een beroepsprocedure vermeld).

2

Indien zich binnen de examencommissie bij de interpretatie van regelingen uit de OER verschillen van mening voordoen beslist de academiedirecteur in overleg met de voorzitter van de examencommissie.


46

Hoofdstuk 10

Artikel 10.1

Overige bepalingen

Hardheidsclausule

1

De examencommissie is bevoegd tegemoet te komen aan onbillijkheden van zwaarwegende aard die zich bij de toepassing van deze regeling mochten voordoen, alsmede beslissingen te nemen in zaken waarin deze regeling niet voorziet, dit wordt aangeduid als de hardheidsclausule.

2

Om te bepalen of de hardheidsclausule toegepast moet worden weegt de examencommissie de belangen van de student en die van de opleiding. Voor gevallen waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de voorzitter van de examencommissie of diens plaatsvervanger. In het laatste geval doet deze zo spoedig mogelijk melding aan de leden van de examencommissie.

3

De student richt daartoe een met redenen omkleed schriftelijk verzoek aan de examencommissie. De examencommissie beslist op het verzoek en deelt de beslissing schriftelijk en gemotiveerd aan betrokkene mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid.


47

Bijlage 1 Gedragscode in het geval van Engelstalig onderwijs WHW artikel 7.2

1

Algemeen

1

De bevoegdheid om te besluiten tot gebruik van het Engels op de door de WHW genoemde gronden ligt bij de academiedirecteur.

2

Alvorens te besluiten tot het gebruik van het Engels wint de academiedirecteur advies in bij de betrokken opleidingscommissie(s).

3

In artikel 3.2 staat aangegeven of de opleiding geheel of gedeeltelijk wordt aangeboden in het Engels.

4

De academiedirecteur is gehouden aan het besluit tot het gebruik van het Engels voorwaarden te verbinden die de kwaliteit van het betreffende onderwijsonderdeel (of onderwijsonderdelen) waarborgen, daaronder uitdrukkelijk begrepen de taalvaardigheid van de betrokken docenten.

2

Aanvullende bepalingen

1

Indien de opleiding volledig wordt aangeboden in het Engels dan geldt dat het gebruik van de Engelse taal door opleidingsmedewerkers en studenten verplicht is in de volgende gevallen: a In officiële opleidingsdocumenten (zoals OER en studiehandleidingen) b In door de opleiding ter beschikking gestelde onderwijsmaterialen (zoals dictaten en readers) c Tijdens alle onderwijsactiviteiten. d Tijdens alle contacten met onderdelen van de academieorganisatie.

2

Indien alleen één of enkele onderwijseenheden (zoals bijvoorbeeld een minor) in het Engels wordt/worden aangeboden dan geldt dat het gebruik van de Engelse taal door opleidingsmedewerkers en studenten verplicht is in de volgende gevallen: a In officiële opleidingsdocumenten die betrekking hebben op deze onderwijseenheid (zoals studiehandleidingen) b In door de opleiding ter beschikking gestelde onderwijsmaterialen van deze onderwijseenheid (zoals dictaten en readers) c Tijdens alle onderwijsactiviteiten van deze onderwijseenheid:

3

Het gebruik van de Engelse taal is voor Nederlandstalige studenten niet verplicht in de volgende gevallen: a Contacten met de studentendecaan b Contacten met NHTV medewerkers van buiten de opleiding/academie c Contacten met het College van Bestuur d In de volgende, door de academie gespecificeerde, gevallen: Niet van toepassing


48

3

Communication at CMGT

1

Staff and students are also expected to show respect and good manners.

2

English must be spoken in view of the international environment and, of course, out of respect for our foreign students.

3

Each student is responsible for keeping informed about events, announcements and other information placed on N@TSchool and bulletin boards . The school mail-address is the official communication medium.

4

Lecturers and study career coaches engaged in conversation are not to be interrupted. Wait patiently or send an e-mail for an appointment at a later time and place.

5

If you want to make an appointment with a Lecturer, Study Coach, or Student Counsellor please send them an e-mail.

4

Lectures, excursions, workshop, project lab and meetings

1

Attendance at introductory lectures is compulsory.

2

Students are expected to be punctual. When late for whatever reason, access will be denied.

3

Mobile phones must be switched off during sessions/meetings.

4

Students are expected to be attentive listeners during lectures, excursions and fieldtrips.

5

The use of laptops is permitted for educational purposes only. Students who do not respect this will be excluded.

6

Students are to throw away their trash in the correct bins, plastic, paper, organic (coffee cups, fruit/food, others (tins).

7

Staff facilities (offices, lunch area and terrace) are accessible to staff members only.

8

Smoking in the building is prohibited. Cigarettes are to be put out in the ashtrays in the designated areas outside.

9

Students are to keep to their agreements with their study coach and meet deadlines for handing in papers and reports.

5

Guidelines for Social Networking

Online communities can help NHTV connect with its stakeholders in many ways. At the same time, there are some cautionary lessons that have emerged from participating in online communities. Participants should take note of the following: 1

You are legally liable for anything you write or present online. Employees and students can be disciplined by the Academy for commentary, content, or images that are defamatory, pornographic, proprietary, harassing or that can create a hostile work environment. You can also be sued by employees, competitors, and any individual or company that views your commentary, content or images as defamatory, pornographic, proprietary, harassing or creating a hostile work environment. No written comment should be made that could be offensive to anyone in any of the seven Equality and Diversity


49

strands: age, disability, gender/transgender, religion or belief, sexual orientation, socioeconomic group. 2

You are posting content onto the World Wide Web and cannot ensure who does and does not have access to your information.

3

Information you post online may continue to stay on the World Wide Web even after you erase or delete that information from pages.

4

Final remarks: Before participating in any online community understand that anything posted online is available to anyone in the world. Do not post information, photos or other items online that could reflect negatively on you, your family or NHTV. Be discreet, respectful, gracious and as accurate as you can be in any comments or content you post online.


50

Bijlage 2 Beroepscompetenties CMGT-differentiatie IGAD

2a Beroepscompetenties CMGT

Competency

Description

Graduation Level

#

Area

1

Technological Technical Knowledge & Analysis

The starter professional practitioner has a thorough knowledge of current digital technologies within the part of the work field which is the focus of the programme. The starter professional practitioner is capable of carrying out technical research and analysis.

3

2

Technological Design & Prototyping

The starter professional practitioner is capable of creating value by, on the basis of new or existing technology, designing or prototyping a creative idea or demand articulation iteratively. The starter professional practitioner demonstrates an innovative, creative attitude in defining, designing and elaborating upon an assignment proposition on the limits of what is technically and creatively achievable.

3

3

Technological Implementation & Testing

The starter professional practitioner is capable of repeatedly assessing the technical results, which come about in the various stages of the design process, for their value in relation to behaviour and experience. The starter professional practitioner provides the prototype/product/service in combination with the design, taking the user, client and technical context into account.

3

4

Design

Research & Analysis

The starter professional practitioner is capable of substantiating a design assignment by means of research and analysis. The starter professional practitioner demonstrates in his/her research activities that he/she has a repertoire of relevant research skills and is able to select the correct method from this repertoire, given the research circumstances. Is capable of developing prototypes as a means of communication within the context of the application.

2

5

Design

Conceptualising The starter professional practitioner demonstrates he/she is capable of achieving a realistic cross-sector demand articulation and project definition. He/she is capable of developing, on the basis of his/her own idea or demand articulation, an innovative concept which creates value.

2

6

Design

Designing

2

The starter professional practitioner is capable of designing concepts and elaborating upon them as far as contents are concerned, as well audio-visually.


51

7

Organisational Entrepreneurial Attitude

The starter professional practitioner identifies opportunities and possibilities and knows how to translate them from a market-oriented vision into new concepts, products and services to attain value creation and earning models.

3

8

Organisational Entrepreneurial Skills

The starter professional practitioner has entrepreneurial skills for being able to function as an employee or being self-employed. The starter professional practitioner is capable of translating commercial skills into innovative products, services or collections, taking their commercial feasibility into account.

2

9

Organisational Working in Projects

From an engagement with stakeholders, the starter professional practitioner demonstrates that he/she is capable of taking on, setting up and implementing projects, whether working with others in a team or not. He/she demonstrates that he/she is capable of working productively together with others in a multidisciplinary team, in which he/she achieves a good balance between contributing his/her own expertise and being confident about the complementary expertise of others. He/she demonstrates he/she is capable of providing guidance for team members.

2

10 Organisational Communicating The starter professional practitioner demonstrates that he/she is capable of presenting himself/herself as well as his/her work to third parties professionally and immaculately. He/she demonstrates that he/she is capable of communicating with a client about choices and progress in the course of the assignment.

3

11 Professional

Learning and Reflective Capacity

The starter professional practitioner demonstrates that he/she is a ‘reflective practitioner’ by continually analysing his/her own actions and adjusting them accordingly, responding to feedback by others. The starter professional practitioner demonstrates that he/she remains oriented to and capable of keeping up-to-date with the relevant developments in the work field. The starter professional practitioner is able to further develop and deepen his/her expertise, his/her personal interpretation of the professional situation and his/her creativity.

3

12 Professional

Responsibility

The starter professional practitioner has the capacity to empathize with other sectors and demonstrates his/her awareness of ethical issues in his/her role as designer and is able to make such considerations explicit in accounting for choices in the design process.

3


52

2b

Beroepscompetenties IGAD

1. Competenties voor Design and Production English & Communication skills Game-concept development Documentation Game / Level Design Audio-Visual Design and Production Narrative Design Production Management Quality Assurance Knowledge Updating Professional Presentation

2. Competenties voor Programming Artificial Intelligence programming Tools Programming Game Engine Development with resource constraints 3D Engine Programming Audio Programming Platform specific programming Game Play Programming Multi-player Programming

3. Competenties voor Visual Art Graphic communication Technical design Visual Production Design World Building Advanced Modelling Texturing Animation Lighting and rendering De competenties voor de afstudeervariant Indie Game Development worden gevormd uit een combinatie van bovenstaande competenties


53

Bijlage 3 Overzicht examenprogramma CMGT 2015-2016

Year 1 1 1 1

Code FGA1.P1-01 FGA1.P2-01 FGA1.P3-01 FGA1.P4-01

Working Name Project 1.1 Project 1.2 Project 1.3 Project 1.4

ECTS 15 15 15 15

Coördinator Franken, Ronny Franken, Ronny Franken, Ronny Franken, Ronny

2 2 2 2

FGA2.P1-01 FGA2.P2-01 FGA2.P3-01 FGA2.P4-01

Project 2.1 Project 2.2 Project 2.3 Project 2.4

15 15 15 15

Walker, Doug Walker, Doug Walker, Doug Walker, Doug

3 3 3 3

FGA3.P1-01 FGA3.P2-01 FGA3.P3-01 FGA3.P4-01

Project 3.1 6 Project 3.2 Project 3.3 Project 3.4

15 15 15 15

Grigg, Robbie Grigg, Robbie Grigg, Robbie Grigg, Robbie

4 4

FGA4.WP-01 FGA4.GR-01

Work Placement Graduation

30 30

TBA TBA

For N@tschool the same structurel: add all projects + one extra which is called “Expert Groups”.

Link projects to the block “YEAR”

6

In contrast to years 1 & 2, year 3 consists of one large project which is divided in four blocks. Students can uptake a new role each block, or uptake and deepen the same role throughout the year.

Bijlage 4 Minoren, honours en andere examenprogramma’s A NHTV brede minoren Aviation Management (AAM.15MINOR)

Optional module 5 ECTS

Core module 10 ECTS

coursecode

AAM4.AVM-01

compul sary or elective course Name

c

Academic year 2015-2016 blocks in which course is held A

Aviation Management Basic

B

C

D

x

x AAM4.APT-01 AAM4.ECO-02

AAM4.BTM-01

e e

e

BLG4.MIAIRC-01C e

Airport Management Airline Economics

competencies total /professional teaching method contact hours per ECTS tasks (lecture, seminar etc.) method self-study hours course Test element Ontw ikkelingen, trends, organisatie, financieel, juridisch, product Lectures, guest lectures, ontw ikkeling excursions

60

220

10

Ontw ikkelingen, trends, organisatie, financieel, juridisch, product Lectures, guest lectures, ontw ikkeling excursions

30

110

5

x

Business Travel Management Aircargo management

5

x

5

x

5

* Showing scales for test results (VD/NVD/GK = Insufficient / Sufficient or

Compo nents

coursecode ACCM4.CC1-03

c

Understanding culture

ACCM4.CC2-03

c

Culture in practice

TOETS01 Airport Management

10

100%

5,5

5,5

5,5

1-DEC NUM+GK

n.a.

n.a.

Opdracht

n.a.

5,5

1-DEC NUM+GK

n.a.

n.a.

Opdracht

n.a.

4,5

1-DEC NUM+GK

n.a.

n.a.

Mondeling

n.a.

1-DEC NUM+GK

46

2, 14

Schriftelijk

1-DEC NUM+GK

n.a.

n.a.

Opdracht

n.a.

n.a.

n.a.

Opdracht

n.a.

5

100%

TOETS01 Attendence/presentation

2,0

40%

TOETS02 Written exam

3,0

60%

4,5

TOETS01 Business Travel Management

5

100%

5,5

5,5

TOETS01 Tentamen/ groepsopdracht

5

100%

5,5

5,5

HELEN NUM+GK

5,5

test form Exam in Resit in (written, MC, testing calendar calendar assignment time in week week etc.) hours

1-DEC NUM+GK = Integers with 1 decimals)

Cross Cultural Management (ACCM.15MINOR) compul sary or elective course Name

TOETS01 Aviation Management Basic

min. min. ects test weight grade grade element % course test see below *

Academic year 2015-2016

blocks in which course is held A

B

C

D

competencies total /professional teaching method contact hours per ECTS tasks (lecture, seminar etc.) method self-study hours course Test element

X

X

* Showing scales for test results (VD/NVD/GK = Insufficient / Sufficient or

1-DEC NUM+GK = Integers with 1 decimals)

Change Management Cursus

Korte naam

ACM4.COM-01T

Change Management

3

5,5

ACM4.MAN-01T

Project and Transition Management

3

5,5

ACM4.OB-01T

Organisational behavior

3

5,5

ACM4.PRO-02P

Project Campus

5

5,5

1

5,5

ACM4.ONDOPDR-01C Onderzoeksopdracht

ECTS credits Weging Minimum cijfer

min. min. ects test weight grade grade element % course test see below *

test form Exam in Resit in (written, MC, testing calendar calendar assignment time in week week etc.) hours

7,5

TOETS01 Understanding culture

7,5

100%

5,5

5,5

1-DEC NUM+GK

46

n.a.

Geen tentamen meer

7,5

TOETS01 Culture in practice

7,5

100%

5,5

5,5

1-DEC NUM+GK

n.a.

n.a.

assignment

n.a.

Entrepreneurship Cursus AOS4.OSTL-01

Korte naam

ECTS credits

Ondernemerschap, theorielijn

Weging Minimum cijfer 11

11

5,5

AOS4.OSPL-03C Ondernemerschap, praktijklijn

3

3

5,5

AOS4.OSBG-01C Ondernemerschap, bizzgame

1

1

5,5

B Academiespecifieke minoren Niet van toepassing


56

Imagineering Entrepreneurship

Academic excellence

C Honours blocks in which course competencies/ teaching method contact selfis held professional (lecture, hours per study A B C D tasks seminar etc.) method hours

coursecode

compulsary or elective course Name

AACEH.PHILO-01C

elective

Philosophy of science & ethics, incl. Academic w riting

AACEH.RM1-01C

elective

Research methods 1 (quantitative)

AACEH.RM2-01C

elective

Research methods 2 (qualitative)

AACEH.RM3-01C

elective

Research methods 3 (qualitative)

X

X

AACEH.RM4-01C

elective

Research methods 4 (quantitative)

X

AACEH.PL-01C

elective

Assignment during placement

X

AACEH.TH-01C

elective

Assignment: grade up the thesis to academic/scientific level

AENTH.ESK-01C

elective

Entrepreneurial Skills

AENTH.BM1-01C

elective

Business Modelling 1

AENTH.SBI-01C

elective

Sustainable Business Innovation

AENTH.BM2-01C

elective

AIMGH.FP-01C AIMGH.DP-01C

X

total EC course weight % min. grade * see below

test form Exam in Resit in (written, calendar calendar MC, assignment etc.) week week

HC, WC, online

20

92

4

100%

5,5

1-DEC NUM

w ritten

HC, WC, online

20

92

4

100%

5,5

1-DEC NUM

w ritten

X

HC, WC, online

10

46

2

100%

5,5

1-DEC NUM

w ritten

X

X

online course

12

100

4

100%

5,5

1-DEC NUM

w ritten

X

X

X

online course

6

50

2

100%

5,5

1-DEC NUM

w ritten

X

X

X

assignment

12

100

4

100%

5,5

1-DEC NUM

assignment

X

X

assignment

24

256

10

100%

5,5

1-DEC NUM

assignment

X

X

X

HC, WC, online

32

136

6

100%

VD

VD/NVD

assignment

X

X

X

HC, WC, online

32

136

6

100%

VD

VD/NVD

assignment

X

X

X

X

WC, online, ass.

12

100

4

100%

VD

VD/NVD

assignment

Business Modelling 2

X

X

X

X

WC, online, ass.

12

100

4

100%

VD

VD/NVD

assignment

elective

Facilitating Processes

X

X

X

X

group meetings

120

300

15

100%

5,5

VD/NVD

assessment

elective

Designing Processes

X

X

X

X

group meetings

120

300

15

100%

5,5

VD/NVD

assessment

X

* Showing scales for test results (VD/NVD = sufficient / insufficient or 1-DEC NUM = Integers with 1 decimals)


57

D Strategic Business Management and Marketing Academic year 2015-2016

Jaartraject SBM

coursecode

compulsa ry or elective course Name

blocks in which course is held

A

B

C

teaching method (lecture, D seminar etc.)

X ASBM4.1RM-03

elective

Research Methods

X X

SBM Courses 42 ECTS

ASBM4.2SACB-03

ASBM4.3BA-03

elective

elective

Soc. App. Consumer Beh. Business Administration

X X

X

42

42

HC, WC

56

56

HC, WC, Training

60

80

HC

28

84

28

12

4

56

ects test weight element %

TOETS01 Qualitative Res. Methods

3

25%

TOETS02 Quantitative Res .Methods

4

33%

TOETS03 Statistics + SPSS

5

42%

TOETS01 Soc. App. Consumer Beh.

4

100%

TOETS01 Business Administration

6

HC, WC, Consult

X

42

HC, WC

42

42

HC

12

44

Adv. Strat. Marketing

6,0

6

3

33%

TOETS01 Adv. Strat. Marketing

3

33%

TOETS02 Marketing Communcation

2

22%

9

Resit in calendar week/ Osiris block

test form (written, MC, assignment etc.)

6,0

1-DEC NUM+GK

44 (YEAR)

2 (RYEAR)

w ritten

6,0

1-DEC NUM+GK

2 (YEAR)

11 (RYEAR)

w ritten

6,0

1-DEC NUM+GK

10 (YEAR)

11 (RYEAR)

w ritten

6

1-DEC NUM+GK

2 (YEAR)

(RYEAR)

w ritten

6

1-DEC NUM+GK

44 (YEAR)

2 (RYEAR)

w ritten

6

1-DEC NUM+GK

2 (YEAR)

9 (RYEAR)

w ritten

44 (YEAR) 47 (YEAR) 41 (YEAR) 44 (YEAR)

2 (RYEAR) 9 (RYEAR) 9 (RYEAR) 2 (RYEAR)

6 TOETS02 Final Appraisal

42

min. min. grade grade course test *see below

67%

9

X

6

1-DEC NUM+GK

6

1-DEC NUM+GK

6

HC, WC

28

56

TOETS03 CRM

3

33%

6

1-DEC NUM+GK

X

HC

10

18

TOETS04 E-Commerce

1

12%

6

1-DEC NUM+GK

WC

64

160

8

TOETS01 Res. Practica Training

8

100%

V/OV= 6 6

VD/NVD/GK

(YEAR)

nvt

ASBM4.5RPT-03

elective

Res. Practica Training

X

X

X

X

Dissertation 18 ECTS

X

ASBM4.DRP-03

elective

Dissertation Research Project

X

X

X

X

18

TOETS01 Dissertation Research Project

18

100%

6

6

1-DEC NUM+GK

(EXJUN)

(EXAUG)

Honours 10 ECTS

elective

HC, WC

HC, WC

X

ASBM4.4ASM-03

contact total hours per self-study ECTS method hours course Test element

Exam in calendar week/ Osiris block

ASBM4.HONOURS-02

elective

Honours programme

X

X

X

X

10

TOETS01 Honours programme, dissertation

10

100%

6

6

1-DEC NUM+GK

(YEAR)

n.v.t.

*Show ing scales for test results (VD/NVD/GK = Insufficient / Sufficient or


1-DEC NUM+GK = Integers w ith 1 decim als)

58

w ritten paper paper w ritten thesis

Bijlage 5 Overgangsregeling voor studenten van IGAD naar CMGT

1

Met ingang van academisch jaar 2015-2016 wordt het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding International Game Architecture and Design vervangen door het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding Creative Media and Game Technologies.

2

Tot en met 31 augustus 2015 is het voor studenten International Game Technologies and Design (cohort 2014 of eerder) mogelijk om de onderwijseenheden uit de leerjaren 2 en 3 van het oorspronkelijke IGAD-programma te herkansen (als derde kans) en de bijbehorende ECTS credits binnen het oorspronkelijke examenprogramma bijgeschreven te krijgen in Osiris als resultaat behorende bij studiejaar 2014-2015. Na 1 september 2015 worden werkstukken of resultaten die behoren bij het oude examenprogramma niet meer geaccepteerd, met uitzondering van werkstukken ten behoeve van het vak SP. De deadline daarvoor ligt eind blok A 2015-2016.

3

Bij aanvang van het studiejaar 2015-2016 wordt, na de vaststelling van de op grond van lid 2 behaalde resultaten, voor elke individuele student bepaald hoeveel studiepunten hij nog heeft te behalen in studiejaren één, twee en/of drie. Die inventarisatie wordt vastgesteld en gearchiveerd door -, of onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. a Voor studenten met een aangehouden advies in leerjaar 2 geldt dat het benodigde aantal studiepunten voor een propedeuse wordt toegekend op basis van het eerst behaalde resultaat in jaar 2. Dit wordt met behulp van een overgangsproject geregistreerd in Osiris in het propedeuseprogramma. b Voor alle andere studenten wordt het nog te behalen aantal studiepunten verdeeld over projecten van 15 ECTS credits en zonodig een overgangsproject. Dit overgangsproject wordt voor aanvang van jaar 4 aan de student aangeboden. Het gestelde in artikel 6.5, lid 1b blijft onverkort van kracht.

4

Resultaten die op grond van de herkansingsmogelijkheid in lid 3 gedurende het studiejaar 2015-2016 worden behaald, worden na vaststelling in Osiris in mindering gebracht op de in lid 4 bedoelde inventarisatie van nog te behalen studiepunten. Dit gebeurt door – of onder verantwoordelijkheid van de examencommissie.

5

Per september 2015 is het inlopen van achterstanden door middel van herkansingen tijdens een vakantieperiode, bekend onder de term ‘summer retakes’ is niet toegestaan. Zie ook artikel 6.4, lid 6.

6

Oud-studenten die eerder aan het programma van International Game Architecture and Design hebben deelgenomen, en die op basis van een BSA niet zijn doorgelaten naar de postpropedeuse van die opleiding, kunnen, indien zij het programma van Creative Media and Game Technologies willen volgen, geen aanspraak maken op eerder behaalde resultaten. Zij dienen in alle gevallen de intake-procedure normaal te doorlopen en, indien toegelaten, het gehele examenprogramma CMGT normaal te behalen. Het bepaalde in artikel 6.16 blijft onverkort van kracht.

Hieronder enkele rekenvoorbeelden overgangsregeling* 1

Student met aangehouden advies in leerjaar 1 Student 1 is met 55 ECTS credits uit het eerste leerjaar (het oude IGAD) doorgelaten naar leerjaar 2 van het nieuwe CMGT programma op voorwaarde dat hij in studiejaar 2015-2016 zijn P haalt.

Deze student: volgt gedurende studiejaar 2015-2016 het normale tweedejaars CMGT-programma (vier projecten van 15 ECTS credits). De 5 ECTS credits die hij nog nodig heeft om zijn eerste jaar te behalen, worden uit het projectresultaat van blok A gehaald en door middel van een overgangsproject toegevoegd aan het examenprogramma van jaar 1; volgt gedurende studiejaar 2016-2017 het normale derdejaars CMGT- programma (vier projecten van 15 ECTS credits). volgt in blok A van studiejaar 2017-2018 een overgangsproject t.w.v. 5 ECTS credits, waarmee hij de ontbrekende 5 studiepunten uit zijn tweede leerjaar alsnog behaalt kan in blok B van studiejaar 2017-2018 beginnen aan zijn vierde leerjaar.

2

Ouderejaars student met grote studieachterstand in leerjaar 2 en 3 Student 2 heeft zijn P bij IGAD behaald, maar heeft in zijn tweede leerjaar maar 26 ECTS credits behaald en in zijn derde leerjaar maar 8 en in zijn vierde leerjaar nog niets. Deze student: heeft eerder al 26 + 8 = 34 ECTS credits behaald en moet in zijn tweede en derde leerjaar dus nog 120 – 34 = 86 behalen; volgt daartoe in studiejaar 2015-2016 het normale tweedejaars programma van CMGTprogramma (vier projecten van 15 ECTS credits) en behaalt 60 ECTS credits. volgt daarna in studiejaar 2016-2017, in het derde leerjaar in blok A een regulier project van 15 ECTS credits; volgt in blok B van het derde leerjaar een overgangsproject ter waarde van 11 ECTS credits en behaalt daarmee alle 86 studiepunten voor de leerjaren twee en drie; kan in blok C van studiejaar 2016-2017 beginnen aan zijn vierde leerjaar (stage).

*Aan deze rekenvoorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend


60

Bijlage 6 Procedures Examencommissie ADE 6.1

Algemeen

1

De examencommissie is een officieel orgaan, bestaande uit docenten van de drie opleidingen die onder de Academy for Digital Entertainment ressorteren, dat vanuit het College van Bestuur van NHTV belast is met de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en de zuivere navolging van procedures daarbij. Voor nadere detaillering zie de Regeling Examencommissie.

2

De examencommissie heeft als enige instantie binnen ADE de bevoegdheid om • bindende studieadviezen op te leggen of in te trekken; • diploma’s ratificeren en uitreiken; • onderzoek in te stellen naar aanleiding van klachten en/of meningsverschillen; • aanpassingen in het programma, in procedures of in beoordelingen in te stellen naar aanleiding van ongeregeldheden, miscommunicaties, of procedurele laakbaarheid vanuit de onderwijsorganisatie; • deelname aan externe minors toe te staan; • verzoeken om een second opinion bij beoordelingsvraagstukken te honoreren; • fraude vast te stellen of te bevestigen en sanctiebeleid uit te voeren; • vooraf opgelegde toetsschema’s en inlever-deadlines aan te passen; • vrijstellingen te verlenen of in te stemmen met uitstelverzoeken of andersoortige afwijkingen van het standaardcurriculum van de opleiding.

3

De examencommissie is niet bedoeld voor • het melden van technische problemen met inschrijving voor (her)tentamens, van welke aard ook; • het verzoeken om coulance ten aanzien van vergeten inschrijvingen in Osiris; • het ongefundeerd of niet beargumenteerd doen van beklag, ongeacht de vorm of inhoud.

4

Voor alle zaken die betrekking hebben op Osiris, op het studievoortgangssysteem of op (problemen met) registratie van (her)tentamens wordt verwezen naar het secretariaat van ADE (N1.001). Alle mailverkeer dat betrekking heeft op Osiris, op inschrijvingen voor tentamens of op problemen bij inschrijving, dient te lopen via [email protected]. Mailverkeer dat niet naar dit mailadres is gestuurd, zal niet in behandeling worden genomen.

5

Voor vragen over regelingen, (on)mogelijkheden, procedures, gevolgen, etc. dienen studenten eerst de OER te raadplegen alvorens de examencommissie te benaderen. Vragen waarop het antwoord eenvoudig te vinden is in de OER en de bijbehorend bijlagen en niet bij de examencommissie thuishoren, worden door de examencommissie niet in behandeling genomen. Vragen die de examencommissie terecht bereiken, worden in voorkomende gevallen wel beantwoord. Zie ook paragraaf 6.2 lid 4 van deze bijlage.

6

Voor antwoorden op eenvoudige procedurele vragen, zoals hierboven bij lid 5 bedoeld, zie via N@tschool: OER voor CMGT/differentiatie IGAD 2015-2016 Studentenhandboek Examenprogramma’s CMGT2015-2016, zie ook bijlage 3 Handbook CMGTJaarrooster, toetsrooster, lessentabellen, etc.

6.2

Communiceren met de examencommissie

1

Alle initiële communicatie met de examencommissie ADE dient via het secretariaat ADE (N1.001) te verlopen. Mailberichten aan de examencommissie ADE kunnen verzonden worden naar [email protected], brieven dienen gericht te worden aan de voorzitter van de examencommissie, ter attentie van het secretariaat ADE.


61

2

Brieven of mailberichten die direct aan de leden van de examencommissie zijn gestuurd of die anderszins foutief zijn verzonden, worden als niet ontvangen beschouwd.

3

Na het op juiste wijze indienen van een verzoek, klacht of opmerking, ontvangt de student binnen twee werkdagen een ontvangstbevestiging van de secretaresse van de commissie waarin is opgenomen of het verzoek of de klacht of opmerking ontvankelijk is en – indien dit/deze ontvankelijk is – of het verzoek of de klacht of opmerking voldoende compleet is onderbouwd om naar behoren behandeld te worden. Als dat niet het geval is, zal de secretaresse aangeven welke informatie of stukken nog ontbreekt/ontbreken. Als dat wel zo is, wordt de zaak geagendeerd en wordt de student van de bespreekdatum op de hoogte gebracht.

4

Onder ‘compleetheid’ van het verzoek, de klacht of de opmerking wordt verstaan dat de brief aan de examencommissie beargumenteerd en met redenen omkleed is, en voorzien is van de juiste en volledige basisinformatie. Die basisinformatie bestaat uit: • Naam van de student • Student code • Volledig postadres en emailadres buiten NHTV • De juiste en volledige cursuscode (inclusief het juiste versienummer) waarop de communicatie betrekking heeft • De juiste en volledige cursusbenaming • De verantwoordelijke docent voor het vak waarop de communicatie betrekking heeft • Alle documenten en bewijsstukken, die in de relevante passages in het OER vanuit het oogpunt van bewijslast worden gevraagd; • Al het relevante mailverkeer om in geval van een meningsverschil met een docent aan te tonen dat de student zelf al het nodige gedaan heeft om het probleem opgelost te krijgen.

5

Incomplete verzoeken, zoals hierboven bij punt 4 bedoeld, worden door de examencommissie niet in behandeling genomen.

6

Na de bespreking van de zaak binnen de commissievergadering deelt de examencommissie het besluit mondeling en/of schriftelijk aan de student mee binnen de gestelde antwoordtermijn. Communicatievorm en antwoordtermijn hangen af van de aard van het verzoek, de klacht of opmerking.


62

Bijlage 7 CMGT - Project Lab and Role-Based Learning Didactic principles The Project Lab occupies a central place within the study programme. Each Project Lab has a focus on the development of a game and within that students define their role and development, both professionally and personally. This practical and applied approach is offered students in all years of the study programme and which train students, to an increasing degree, in CMGT competencies, complex skills, and relevant professionalism. The following didactic principles underlie the in-school training company: 1

The Project Lab is the core building block of the programme in Creative Media and Game Technologies and forms the foundation of the curriculum.

2

Every year of study, each Project Lab is worth 15 ECTS must be completed by carrying out practice-oriented assignments where students take on various roles within the Project.

3

The Project Lab groups enable students to deepen their understanding of their acquired knowledge in a simulated professional environment. In this professional simulation students are expected to behave as (starting) professional employees. This means that they are expected to be present and actively engaged in the business during office hours and to take their share of responsibility for the quality of the professional processes and/or the final product during their presence.

4

All Project groups will be assisted by a year team. The team will provide individual support to team members in the various roles on the Project.

5

The Project will also be reviewed and evaluated from the Game/Product level by the year team. This can include external parties if involved such as an industry client for example.

6

Peer assessments may be taken into consideration when evaluating the (individual) student and this is called a Team Review. This occurs when the results of a Team Review have then resulted in a created Personal Improvement Plan for the student to follow for the remainder of the Project. The Personal Improvement Plan will be reviewed as part of the Panel. Team review takes place in week 3 and 6 of a block. For more information see Handbook CMGT, published on N@tschool.

7

Students will be assessed on their individual contribution to one (or more) projects during a block in a Panel.

8

In case of absence due to (health) reasons, students are obliged to notify the Study Career Coach via e-mail or a phone call, before the start of the Project Lab day. In case of severe medical issues , the student need to inform the student counselor as soon as possible.

Penalties in the case of substandard performance 1

Taking into consideration the didactic principles of the Project Lab, unprofessional behaviour will be penalized. Students are expected to be actively engaged in relevant work for their Project group during their 2 Project days from 9:00 am to 5:00 pm. Late arrival as well as early departure for reasons of a personal nature of not related to the Project will be penalized with an official warning, which will be recorded. In case of repetition of the offence a second official warning will be issued. A third offence will result in ‘dismissal’ and the student will be removed from the Project group by the supervisor. The student in question


63

will not be evaluated for the Project in Osiris and he will fail the unit of study which was offered by the in-school training company in the term concerned. 2

Students ‘removed’ will be required to retake (at a later point in time) the entire unit of study during which the reason for their removal occurred, taking into consideration the provisions of Section 1 of this Article.


64

B. Creative Media and Game Technologies B Game Architecture and Design

Recommend Documents