AZ Jeugdopleiding Als je hele leventje om voetbal draait… Het is rond drie uur in de namiddag als het parkeerterrein bij het Alkmaarse sportcomplex ’t Lood zich vult met de autobusjes van AZ. Spelers van de Jeugdopleiding verspreiden zich over de kleedkamers en beginnen even later aan de dagelijkse training. De trainersstaf verdeelt zich over de zes trainingsgroepen. En in de ruime fitnesszaal buigen fysiotherapeuten zich over blessures en stijve spieren. Voor deze voetbaltalenten bestaat het leven uit drie sferen, die elk een bijna even groot deel van hun tijd en energie opeisen. Hun dag begint met een bustocht vanuit de regio naar Alkmaar. Ze zijn, afhankelijk van hun leeftijd, drie tot zes keer per week op het trainingscomplex te vinden en reizen op die dagen heen en weer tussen ’t Lood en het Willem Blaeu College, de plaatselijke LOOT-school (LOOT: Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport, red.). Aan het eind van de middag zwermen de busjes weer uit over het Noord-Hollandse platteland om de jongens terug te brengen naar hun eigen omgeving: het gezin en de buurt waar ze opgroeien. Alleen de jongsten worden door de ouders gebracht en gehaald en de oudsten moeten zelf hun vervoer regelen. Jonge voetballers die over de talenten lijken te beschikken om zich te ontwikkelen tot een topper in het betaald voetbal, krijgen de kans bij deze jeugdopleiding te groeien. Dat brengt ingrijpende veranderingen teweeg in hun dagelijks leven. Ze verhuizen naar een andere school en vertrekken bij hun voetbalclub. Ze gaan niet meer lopend of op de fiets naar school, maar stappen ’s ochtends vroeg in het busje en brengen dan een groot deel van hun dag in een andere omgeving door dan hun vrienden uit de buurt of uit het dorp. De jeugdopleiding van het Alkmaarse AZ, die in dit verhaal centraal staat, is daarin niet uniek. Alle Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s) speuren bij de clubs in hun regio – en soms ook daarbuiten – naar die jonge beloftes. Binnen hun organisatie proberen ze daaruit spelers te kweken die passen in de eigen cultuur en speelwijze. Tegelijkertijd willen ze voorkomen dat de concurrentie met die spelertjes met hen aan de haal gaat. ‘Toen ik zelf jeugdspeler was, begon de jeugdopleiding in het betaald voetbal bij spelers van zeventien jaar en ouder. Nu beginnen we met een voetbalschool voor jongens uit de tweedejaars E- en eerstejaars D-pupillen. Dat zijn kinderen van tien en elf jaar’, zegt de 36-jarige Aloys Wijnker, die aan het hoofd staat van de jeugdopleiding van AZ. 40
sport en kennis
sport en kennis
41
‘We streven naar een ongedwongen en warme sfeer, maar het is geen instuif.’ ‘Dat doen we omdat we spelers beter willen opleiden en ervan overtuigd zijn dat we hen ook op jonge leeftijd al veel kunnen leren. Maar het heeft zeker ook met die concurrentie te maken. Bij Ajax kijken ze al naar de F’jes en dan heb je het over kinderen van negen jaar. In mijn visie moet je niet op al te jonge leeftijd beginnen. Maar kijk naar het turnen of naar kinderen die talent hebben voor muziek: die beginnen ook vaak al op heel jonge leeftijd aan een intensieve opleiding.’ Voetballertjes Op een late woensdagmiddag in november zijn de lichten op het trainingscomplex ontstoken. Tientallen jonge voetballertjes, gehuld in het clubtenue van AZ, verspreiden zich over een vijftal kleine speelveldjes. Ouders, grootouders, broers en zusjes sjokken achter het kroost aan. Ook de trainersstaf deelt zich op. Het is de vijfde en voorlopig voorlaatste training van de AZ Voetbalschool. Die school is voor deze jonge spelers een eerste kennismaking met de club. De kinderen komen op woensdagmiddag voor een training van ruim anderhalf uur naar ’t Lood. ‘Ze trainen over een heel jaar genomen vijftien keer bij ons, maar blijven gewoon lid van hun eigen vereniging’, zegt Wijnker. ‘Het biedt ouders en kinderen de kans om te ervaren hoe het er bij ons aan toegaat en wij kunnen al een band met hen opbouwen. We streven naar een ongedwongen en warme sfeer, maar het is geen instuif. Je kunt pas komen als je geselecteerd bent.’ Van overmatige spanning is op de trainingsvelden inderdaad geen sprake. Zodra de bal in het spel is, wordt er fel en geconcentreerd gespeeld. De trainers, die ook scheidsrechter zijn, zorgen voor een positieve sfeer. Langs de lijn lijken de toeschouwers zich meer bewust van de belangen. ‘Je rekent natuurlijk nergens op, maar het zou natuurlijk wel heel erg leuk zijn’, zegt vader Van de Wetering, die samen met zijn vrouw naar de verrichtingen van de tienjarige Guus staat te kijken. De doelverdediger werd gescout bij een club in Heerhugowaard. Na de eerste zes trainingen in de maanden oktober en november bepaalt de staf van AZ wie in het voorjaar voor een tweede serie trainingen mag terugkeren. Daarna worden zestien tot achttien jongens geselecteerd die in het daarop volgende seizoen kunnen doorstromen naar het jongste jeugdelftal, de D2. Want hoe gezellig het er ook aan toegaat, het gaat er hier uiteindelijk om talenten te selecteren. De spelertjes worden voortdurend gadegeslagen door een ander deel van de AZ-staf: mannen met pen en papier in de hand, die ieder kind afzonderlijk beoordelen op z’n mogelijkheden ooit tot het hoogste echelon door te dringen. Als ze het met Guus zien zitten, zou dat betekenen dat z’n ouders hem volgend seizoen driemaal per week naar Alkmaar moeten brengen en in het weekend naar een wedstrijd. Hij gaat dan weg bij zijn eigen club. In het tweede jaar moet hij in Alkmaar op school en zorgt AZ voor het vervoer. Pa en ma zien het niet als een
42
sport en kennis
‘Het moeten echte “winners” zijn die zich kunnen focussen.’ bezwaar. ‘Die jongen leeft helemaal voor het voetbal. Het is zijn grote droom. Zo’n kans moet je natuurlijk niet laten liggen. Maar wij leggen er zelf helemaal geen druk op. Hij moet het zelf willen’, zegt vader. Scouts Voor de voetbalschool en de jeugdopleiding beschikt AZ over vijftien scouts, die elk regelmatig tien tot vijftien voetbalclubs in Alkmaar en weide omgeving bezoeken. ‘We willen graag goede contacten met die verenigingen, zodat ze ons niet zien als de vijand die hun talenten wegkaapt. Wat wij doen is in het belang van de spelers en clubs profiteren daar ook van. Want de jongens die het niet halen, keren vaak als betere voetballer terug bij hun oude vereniging. En als ze wel een contract krijgen, delen de amateurclubs financieel mee’, zegt Wijnker. AZ scout de talenten liefst zo vroeg mogelijk in hun carrière. Maar als junioren zich pas op wat latere leeftijd aandienen, kunnen die instromen in de oudere teams. ‘Al komt het steeds minder voor dat je nog geschikte jongens van vijftien, zestien jaar aantreft bij de amateurs. De echte talenten zijn er dan allang uitgehaald door één van de BVO’s’, zegt Wijnker. AZ telt momenteel zes jeugdelftallen, van D2 tot A1. Op het nog gloednieuwe complex aan de rand van Alkmaar beschikt de club over vier velden. Het is echter al weer te klein: AZ wil in de toekomst een trainingscentrum ontwikkelen met zes velden én een accommodatie waar ook lesgegeven kan worden. Dat zal de reistijd verminderen en meer rust brengen in het dagelijks leven van de jonge sporters. Momenteel zoekt de club naar een geschikte locatie. Wat maakt een jonge voetballer tot een geschikte speler voor de jeugdopleiding? Wijnker: ‘Daarover zijn we steeds meer aan het nadenken. Wanneer past een jongen in het beeld dat wij voor ogen hebben? Je hebt natuurlijk basisvaardigheden als techniek, snelheid en kracht. Ze moeten spelinzicht hebben en kunnen communiceren. Maar er zijn ook belangrijke mentale eigenschappen nodig: het moeten echte “winners” zijn die zich kunnen focussen. En ze moeten om kunnen gaan met tegenslagen en verlies. Het is ook belangrijk dat er een stabiele thuissituatie is, want het leven van school, trainingen en wedstrijden vergt wel het nodige van de spelers.’ Testen ‘De vraag is of je die eigenschappen kunt testen, bijvoorbeeld met een variant van motivatietesten die in het onderwijs in gebruik zijn. Nu beoordelen we vooral op basis van wat we zien. Bij extroverte types is dat wat makkelijker, maar introverte jongens zijn moeilijker te beoordelen. Ze lijken misschien sloom, maar zijn misschien wel heel erg goed met het voetbal bezig en ze vormen vaak ook een
sport en kennis
43
Sport en Kennis
Deze preview is een gedeelte uit het boek: De tweede adem Breekpunten in de sportcarrière Meer informatie
Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl