Nederlands
AWP 30 HLW Montage- en gebruiksaanwijzing
Sanitair-waterwarmtepomp voor installatie binnen
Bestelnr : 451902.66.45
FD 8703
Inhoudsopgave Onmiddellijk lezen a.u.b. ........................................................................................................... NL-2 1.1 Belangrijke aanwijzingen ......................................................................................................................NL-2 1.2 Voorschriften / veiligheidsaanwijzingen ................................................................................................NL-2
2
Beschrijving................................................................................................................................ NL-2 2.1 2.2 2.3 2.4
3
Regeling en bediening ............................................................................................................... NL-4 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
Algemeen..............................................................................................................................................NL-2 Koelmiddelkring (werkwijze van de warmtepomp)................................................................................NL-3 Waterkringloop......................................................................................................................................NL-3 Veiligheidsinrichtingen ..........................................................................................................................NL-3
Besturingspaneel van de WWP T.........................................................................................................NL-4 Temperatuurregelaar voor warmwater (draairegelaar).........................................................................NL-4 Schakelaar 'Warmtepomp'....................................................................................................................NL-4 Schakelaar 'Verwarmingselement'........................................................................................................NL-4 Schakelaar 'Warmtewisselaar'..............................................................................................................NL-5
Opslag / Transport ..................................................................................................................... NL-5 4.1 Algemeen..............................................................................................................................................NL-5 4.2 Transport met een vorkheftruck............................................................................................................NL-5 4.3 Handmatig transport .............................................................................................................................NL-5
5
Plaatsing ..................................................................................................................................... NL-6 5.1 Montageplaats ......................................................................................................................................NL-6 5.2 Plaatsing ...............................................................................................................................................NL-6
6
Montage....................................................................................................................................... NL-6 6.1 6.2 6.3 6.4
7
Aansluiting van de waterleidingen ........................................................................................................NL-6 Aansluiting van de condensaatleiding ..................................................................................................NL-6 Elektrische aansluiting ..........................................................................................................................NL-7 Toestel openen .....................................................................................................................................NL-7
Inbedrijfstelling........................................................................................................................... NL-8 7.1 Warmwaterkring....................................................................................................................................NL-8
8
Onderhoud / instandhouding .................................................................................................... NL-8 8.1 Waterkringloop / condenswaterafvoer ..................................................................................................NL-8 8.2 Voorziening van de luchtkring...............................................................................................................NL-8 8.3 Corrosiebeschermingsanode................................................................................................................NL-9
9
Storingen / Herstelling (voor gebruikers) ................................................................................ NL-9
10 Buitenbedrijfstelling................................................................................................................... NL-9 11 Milieurelevante eisen ................................................................................................................. NL-9 12 Technische gegevens .............................................................................................................. NL-10 Bijvoegsel ............................................................................................................................................. A-I
www.dimplex.de
NL-1
Nederlands
1
1
1
Onmiddellijk lezen a.u.b.
1.1
Belangrijke aanwijzingen
Nederlands
OPGELET! De (gelakte) plaatstalen delen van de behuizing, in het bijzonder de afdekplaten bovenaan het toestel, zijn niet voor het opnemen van grote krachten bestemd!
OPGELET! Laag kantelmoment door hoogliggend zwaartepunt van het toestel!
OPGELET! Let erop dat bij het leggen van de buizen ter plaatse vervuilingen in het leidingssysteem voorkomen worden (evt. spoelen alvorens de WWP Tleidingen aan te sluiten)!
OPGELET! De WWP T mag niet zonder watervulling gebruikt worden!
OPGELET! Trek de stekker eruit en wacht tot de ventilator tot stilstand gekomen is alvorens de WWP T te openen!
OPGELET! Laat geen water op de besturingselementen komen.
1.2
Voorschriften / veiligheidsaanwijzingen
OPGELET! Lees deze montage- en gebruiksaanwijzing alvorens het toestel in gebruik te nemen! De sanitair-water-warmtepomp (WWP T) is uitsluitend voor het verwarmen van tap- of drinkwater binnen de aangegeven temperatuur-gebruiksgrenzen bestemd! De constructie en uitvoering van de WWP T voldoen aan de overeenkomstige EG-richtlijnen. (zie ook CEconformiteitsverklaring). Om risicoloos werken bij het onderhoud en/of herstel van vloeistofgekoelde onderdelen mogelijk te maken, dient voor het begin van de werkzaamheden het koelmiddel door een vakkundige persoon zover als nodig verwijderd te worden. Let op dat koelmiddel volgens de voorschriften gebruikt en verwijderd wordt en dat het niet in het milieu komt! (het koelmiddel R134a is CFK-vrij, niet brandbaar en niet schadelijk voor de ozonlaag). Bij werkzaamheden aan de WWP T dient deze altijd vrij van spanning te zijn (stekker uittrekken). Bij de elektrische aansluiting van de WWP T dienen de overeenkomstige VDE-, EN- en IEC-normen te worden nageleefd. Bovendien moeten de technische aansluitvoorwaarden van de energiebedrijven in acht genomen worden.
OPGELET! Werkzaamheden aan de sanitair-water-warmtepomp mogen uitsluitend door vakkundige personen uitgevoerd worden! Let op de voorschriften ter voorkoming van ongevallen!
NL-2
2 2.1
Beschrijving Algemeen
De WWP T is een aansluitklaar verwarmingstoestel en bestaat hoofdzakelijk uit de warmwateraccumulator, de componenten van de koelmiddel-, lucht- en waterkring evenals alle besturings-, regel- en controle-inrichtingen, die voor automatische operatie noodzakelijk zijn. De WWP T gebruikt, onder toevoeging van elektrische energie, de warmte van de aangezogen lucht voor de warmwaterbereiding. Het toestel van het type WWP T met binnenliggende warmtewisselaar is geschikt om op een additionele warmtebron zoals een ketel of een zonneenergiesysteem aangesloten te worden. Het is voorzien van een verticale mantelbuis (binnen ∅ ≥ 12 mm) voor externe temperatuurvoelers. De toestellen hebben een elektrisch verwarmingselement (1,5 kW) in series. De temperatuur van de aangezogen lucht van de warmtebron is beslissend voor de energiebehoefte en de opwarmduur van de warmwaterbereiding. Om deze reden kan voor een doelgerichte uitputting van afgegeven warmte een luchtkanaalsysteem (DN 160, max. lengte 10 m) op de standaard flens van de sanitair-waterwarmtepomp aangesloten worden. Voor een doelmatige werking van de warmtepomp is het belangrijk, dat er geen luchtkortsluiting tussen de aangezogen en uitgeblazen lucht plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een flexibele luchtslang aan de inlaat- en uitlaatzijde bereikt worden. Wanneer de temperatuur van de afvoerlucht daalt, neemt het verwarmingsvermogen van de warmtepomp af en wordt de opwarmduur langer. Voor een economische werking dient de temperatuur van de aangezogen lucht niet beneden 15 °C te vallen. Zodra de temperatuur van de aangezogen lucht onder 8 °C ±1,5 daalt (terugschakelwaarde 3 K), wordt de warmtepomp uitgeschakeld en het water wordt verwarmd met behulp van het verwarmingselement (1,5 kW).
Het elektrische verwarmingselement heeft vier functies: Hulpverwarming Door naast de warmtepomp ook het verwarmingselement in te schakelen (met schakelaar "Verwarmingselement", zie punt 4.4), wordt de opwarmduur ca. gehalveerd. Vorstbeveiliging Wanneer de luchttemperatuur beneden 8 ±1,5 °C daalt (terugschakelwaarde 3 K), wordt het elektrisch verwarmingselement automatisch ingeschakeld, om het water (nominaal) tot op de ingestelde warmwatertemperatuur te verwarmen. De warmwater-temperatuur, die in de vorstbeveiligingsmodus door het verwarmingselement ingesteld wordt, kan boven de instelwaarde stijgen! Noodverwarming Bij mogelijke storingen in de warmtepomp kan de warmwaterverzorging m.b.v. het verwarmingselement in stand gehouden worden. Hogere watertemperatuur Wanneer de vereiste warmwatertemperatuur hoger is dan de door de warmtepomp bereikbare temperatuur (ca. 60 °C), dan kan deze d.m.v. het verwarmingselement tot max. 85 °C verhoogd worden.
2.4
2.2
Koelmiddelkring (werkwijze van de warmtepomp)
De koelmiddelkring is een gesloten systeem met het koelmiddel R134a als energiedrager. In de lamellenwarmtewisselaar wordt bij een lage verdampingstemperatuur de warmte aan de aangezogen lucht onttrokken en naar het koelmiddel overgebracht. Het dampvormige koelmiddel wordt door een compressor aangezogen, op een hoger druk- en temperatuurniveau gecomprimeerd en vervolgens naar de condensor getransporteerd, waar de door de verdamper opgenomen warmte en een gedeelte van de opgenomen compressorenergie aan het water afgegeven wordt. Vervolgens wordt de hoge condensatiedruk d.m.v. een regelorgaan (expansieventiel) tot op de verdampingsdruk ontspannen en het koelmiddel kan in de verdamper weer warmte uit de aangezogen lucht opnemen.
2.3
2.4
Veiligheidsinrichtingen
De WWP T is van de volgende veiligheidsinrichtingen voorzien:
Hogedrukpressostaat (HD) De hogedrukpressostaat beschermt de warmtepomp tegen een ontoelaatbaar hoge werkdruk in de koelmiddelkring. In geval van storing schakelt de pressostaat de warmtepomp uit. Na verlaging van de druk in de koelmiddelkring wordt de warmtepomp automatisch weer ingeschakeld.
Veiligheids-temperatuurbegrenzer voor verwarmingselement (VTB) De VTB beveiligt de warmwaterinstallatie tegen ontoelaatbaar hoge temperaturen. Deze is aan de plaat van de schakelruimte bevestigd en de bijbehorende voeler zit in de dompelbuis van het verwarmingselement. Wanneer de temperatuur boven de ingestelde schakelwaarde (99 °C) stijgt, wordt het verwarmingselement uitgeschakeld. Het verwarmingselement kan pas weer ingeschakeld worden, wanneer de warmwatertemperatuur naar ≤ 90 °C gedaald is en vervolgens de resetknop (afb. 2) aan de VTB ingedrukt wordt. (Dit mag alleen door vakkundige personen gedaan worden.)
Waterkringloop
7XVVHQZDQG
De waterkringlopen van de WWP T zijn afhankelijk van het type (met of zonder geïntegreerde warmtewisselaar). Zij worden ter plaatse geïnstalleerd. De wateraansluitingen (zie afb.) bevinden zich aan de achterzijde.
97%
Belangrijke aanwijzingen: Circulatieleiding Energetisch gezien is de voorkeur aan een uitvoering zonder circulatieleiding te geven. Bij het aansluiten van een circulatieleiding voor het warmwater-verdeelsysteem dient deze, om onnodig energieverlies te voorkomen, door een ventiel of dergelijk mechanisme afsluitbaar gemaakt te worden. De circulatie wordt afhankelijk van het gebruik vrijgegeven (naar tijd of behoefte geregeld).
% )
5HVHWNQRS
%HVWXULQJVSDQHHO
Condenswaterafvoer zie hiervoor punt 7.2 "Aansluiten van de condensaatleiding"
6WURRPYRRU]LHQLQJ NDEHOLQYRHULQJHQ
:DUPZDWHUDIORRS 5EXLWHQGUDDG
&LUFXODWLHOHLGLQJ 5EXLWHQGUDDG :DUPZDWHUYHUWUHN 5EXLWHQGUDDG &RQGHQZDWHUVODQJ RQGHUVWHXLWYRHULQJ
FD
:DUPZDWHUWHUXJORRS 5EXLWHQGUDDG .RXGZDWHUYHU]RUJLQJ 5EXLWHQGUDDG
PD[
1) alternatieve verlegging van de condenswaterslang *
Nominale breedte van luchtkanaalaansluiting DN 160 ⇒ buitendiameter –2
www.dimplex.de
NL-3
Nederlands
OPGELET! Bij een warmwatertemperatuur > 60 °C wordt de warmtepomp uitgeschakeld en de warmwaterbereiding gebeurt alleen door het verwarmingselement. Van fabriekswege is de regelaar van het verwarmingselement op 65 °C ingesteld (zie 4.4).
3
3 3.1
Regeling en bediening
Nederlands
Besturingspaneel van de WWP T 6FKDNHODDU
YHUZDUPLQJVHOHPHQW
$QDORJHGLVSOD\ :DUPZDWHUWHPSHUDWXXU
:DUPZDWHU WHPSHUDWXXUUHJHODDU
6FKDNHODDU ZDUPWHSRPS
3.2
Temperatuurregelaar voor warmwater (draairegelaar)
Met de draairegelaar kan de gewenste warmwatertemperatuur ingesteld worden. Wanneer de accumulator-temperatuur kleiner is dan de instelwaarde voor de warmwatertemperatuur, wordt de warmtepomp ook ingeschakeld (mits de warmtepompschakelaar in de positie 'Aan' staat). Met de warmtepomp kan een warmwatertemperatuur van maximaal 60 °C ±1,5 K bereikt worden. Hogere temperaturen kunnen m.b.v. het verwarmingselement (in series) ingesteld worden (zie punt 4.4).
Om een hoge prestatie van de geïntegreerde warmtepomp en laag standverlies te bereiken, dient de WWP T over het algemeen niet boven 45 °C warmwatertemperatuur (afb. 4) te lopen. Zet de temperatuurregelaar op een hogere waarde of schakel het verwarmingselement met de hand alleen in speciale gevallen in. Voorkom handmatig, kort achtereenvolgend in- en uitschakelen van de warmtepomp, om optimale compressorlooptijden resp. standtijden te waarborgen.
a&
a& PLQ
NL-4
3.3
PD[ a&
Schakelaar 'Warmtepomp'
Als de schakelaar 'Warmtepomp' in de positie 'Aan' gezet wordt, is de warmtepomp bedrijfsklaar. Wanneer de warmwatertemperatuur in de accumulator onder de instelwaarde daalt, dan wordt de warmtepomp geactiveerd totdat de gewenste warmwatertemperatuur bereikt wordt. Als de schakelaar op 'Uit' staat, is de warmtepomp geblokkeerd. De temperatuurregelaar voor warmwater is echter verder actief en kan via de relaisuitgang 'Warmtewisselaar' bijv. een laadpomp van een andere warmtebron aansturen. Hiervoor dient de schakelaar 'Warmtewisselaar' in de positie 'Aan' te staan.
3.4
Tips voor laag energieverbruik:
6FKDNHODDU
ZDUPWHZLVVHODDU
Schakelaar 'Verwarmingselement'
Met behulp van de schakelaar 'Verwarmingselement' kan de geïntegreerde 1,5 kW radiator ingeschakeld worden, wanneer er meer warm water benodigd of een hogere warmwatertemperatuur (> 60 ±2 °C) gewenst wordt. Als de schakelaar 'Verwarmingselement' op 'Aan' staat, wordt ca. het bovenste derde van de accumulator tot op de maximumtemperatuur van de verwarmingsregelaar verwarmd (fabrieksinstelling 65 °C. Om de werkduur van het verwarmingselement zo kort als mogelijk te houden, wordt vergeleken met wanneer de warmtepomp alleen loopt, een kleiner accumulatorvolume opgewarmd); bij een warmwatertemperatuur > 60 °C wordt uitsluitend het verwarmingselement voor de warmwaterbereiding gebruikt. Staat de schakelaar 'Verwarmingselement' op 'UIT', dan wordt het verwarmingselement bij dreigende vorst (bij een temperatuur van de aangezogen lucht van 8 ±1,5 °C terugschakelwaarde 3 K) evenwel automatisch ingeschakeld, het water wordt dan (nominaal) tot op de ingestelde warmwater-temperatuur verwarmd (zie ook "Vorstbeveiliging", punt 3).
4.3
De regelaar voor het verwarmingselement is een tweede, onafhankelijk van de warmwaterregelaar werkende besturingsinrichting voor het werkbereik van het elektrische verwarmingselement. De uitschakeltemperatuur is van fabriekswege op 65 °C ingesteld. De regelaar voor het verwarmingselement is gecombineerd met de veiligheidstemperatuurbegrenzer (zie afbeelding). Indien een andere temperatuur-instelwaarde gewenst wordt, let er dan op dat de regelaar pas na de demontage van de voorwand toegankelijk is. De regelaar voor het verwarmingselement kan op maximaal 85 °C afgesteld worden (zie ook afb. onder 3.3). Dit mag uitsluitelijk door vakkundige personen doorgevoerd worden. Open het toestel alleen wanneer er geen spanning op staat!
3.5
Schakelaar 'Warmtewisselaar'
Van de warmtewisselaars-modus wordt gebruik gemaakt, wanneer voor de warmwaterbereiding een tweede warmtebron gebruikt wordt (bijv. ketel of zonneenergie-systeem). Met behulp van het relaiscontact (serie) kan bijvoorbeeld door pomp- of ventielaansturing de warmwateraccumulator via de geïntegreerde buiswarmtewisselaar opgeladen worden. De warmwatertemperatuur wordt m.b.v. de temperatuurregelaar van de WWP T geregeld. De elektrische aansluitklem voor de aansturing (AAN/UIT) van de externe uitrusting (pomp, magneetventiel etc.) is op de plaat van de schakelruimte te vinden. De functie wordt met de schakelaar "Warmtewisselaar" geactiveerd. Daarnaast zit aan de achterzijde van de WWP T een verticale voelerbuis (∅i 12 mm) aan de accumulator (toegankelijk via elektrisch aansluitcompartiment). Hier kan een externe temperatuurvoeler ingezet worden. Er is een vrije kabeldoorvoering in de achterwand van het toestel.
4
Opslag / Transport
4.1
Algemeen
De WWP T dient altijd verpakt en rechtop zonder watervulling opgeslagen resp. getransporteerd te worden. Over korte afstanden mag het toestel schuin liggend t/m 45° getransporteerd worden. Bij het transport alsook bij opslag zijn omgevingstemperaturen van -20 tot +70 °C toegestaan.
4.2
Transport met een vorkheftruck
Voor het transport moet de WWP T op de pallet gemonteerd blijven. De hefsnelheid dient laag gehouden te worden. Door het hoge zwaartepunt moet de WWP T tegen omvallen beveiligd worden. Afzetten van de WWP T: Zet de WWP T op een effen oppervlak af, om beschadiging te voorkomen!
4.3
Handmatig transport
Bij handmatig transport kan het toestel aan de houten pallet gedragen worden. Met behulp van touwen of draagriemen kan er een tweede of derde draagpositie gevonden worden. Let bij deze methode van transport (ook bij het transport met een steekwagen) erop, dat de max. toegestane schuine positie van 45° niet overschreden wordt (zie afbeelding). Wanneer een transport in schuine ligging niet te vermijden is, mag de WWP T (schakelaar "Warmtepomp") op zijn vroegst een uur na opstelling op de uiteindelijke positie in bedrijf gesteld worden (zie hiervoor ook punt 8).
9ULMH NDEHOGRRUYRHULQJ 7UHNRQWODVWLQJHQ
OPGELET! De (gelakte) plaatstalen delen van de behuizing, in het bijzonder de afdekplaten bovenaan het toestel, zijn niet voor het opnemen van grote krachten bestemd!
9RHOHUEXLV
OPGELET! Laag kantelmoment door hoogliggend zwaartepunt van het toestel!
www.dimplex.de
NL-5
Nederlands
Opmerking → regelaar verwarmingselement
5
5 5.1
Plaatsing
5.2
Verwijder de drie schroeven voor de transportbeveiliging (M12 – verbinding pallet en toestel) vanuit de onderkant van de pallet.
Montageplaats
De warmtepomp dient in een vorstvrije ruimte opgesteld te worden (bij voorkeur binnen de thermische envelop van het gebouw), daarnaast moet de ruimtetemperatuur resp. de door de WWP T aangezogen lucht binnen een temperatuurbereik van 8 °C tot 35 °C zijn (voor werking van de warmtepomp vereist). Voor het condenswater moet er ter plaatse een waterafloop (met sifon) bestaan. De ondergrond dient een goed draagvermogen te hebben (toestel met vulling ca. 475 kg). Bij plaatsing in een bovenverdieping dient om akoestische redenen de trillingsontkoppeling zeer zorgvuldig uitgevoerd te worden. Gebruik de WWP T niet in ruimtes of met afvoerlucht, wanneer er ontploffingsgevaar door stof, gassen of damp heerst. Voor storingvrij gebruik en voor onderhouds- en reparatiewerk dienen minimumafstanden van 0,6 m rond het toestel en een vereiste minimale ruimtehoogte van ca. 2,50 m voor gebruik zonder luchtleidingen of luchtgeleiders (⇒ "vrije ventilatie") bij de opstelling van de WWP T aangehouden te worden (zie afbeelding). De verbinding tot de WWP T wordt (optioneel) gemaakt met geïsoleerde luchtleidingen met een NB 160, die niet langer dan totaal 10 m mogen zijn. Bij lagere ruimtes en als er geen luchtleidingen gebruikt worden, moet (voor een doelmatige werking) aan de uitgaande zijde een luchtgeleider (90° NW 160) ingezet worden. Let bij het gebruik van de luchtgeleider erop, dat deze zodanig op de flens (nominale breedte DN 160) van de uitlaatzijde gezet wordt, dat de afstand tussen de uitblaasopening van de luchtgeleider en de aanzuigopening van het toestel zo groot als mogelijk is. Daarnaast moeten de in de afbeelding aangegeven minimumafstanden aangehouden worden. De luchtaansluitstukken van de WWP T "Aanzuig-aansluiting" en "Uitblaas-aansluiting" zijn door etiketten gekenmerkt. 8LWJHEOD]HQOXFKW $DQJH]RJHQOXFKW
,QGLHQQRGLJ KXOV'1 JHEUXLNHQ
P
Nederlands
Criteria voor de locatie van het toestel:
P
NL-6
Plaatsing
P
Verwijder de pallet en monteer de drie standvoeten (M12 – in plastic zakje aan accumulatorbuis bevestigd). Plaats de WWP T en richt de WWP T loodrecht m.b.v. de standvoeten! Draai vervolgens de contramoeren van de standvoeten vast.
6
Montage
6.1
Aansluiting van de waterleidingen
De nominale breedtes van de leidingen voor het sanitair ter plaatse dienen onder inachtneming van de beschikbare waterdruk en het verwachte drukverlies in het buisleidingssysteem vastgelegd te worden. De waterzijdige installatie dient volgens DIN 1988 uitgevoerd te worden (zie aanhangsel – zo moet er bijv. voor ontoelaatbaar hoge drukken in de waterleiding een drukontlastingsventiel worden voorzien!); let bovendien op de plaatselijke voorschriften voor drinkwaterinstallaties! De waterleidingen kunnen vast of flexibel uitgevoerd worden. Let op het corrosiegedrag van het gebruikte materiaal in het buizensysteem, om schade door corrosie te voorkomen (zie gedeelte inbedrijfstelling).
OPGELET! Let erop dat bij het leggen van de buizen ter plaatse vervuilingen in het leidingssysteem voorkomen worden (evt. spoelen alvorens de WWP Tleidingen aan te sluiten)!
6.2
Aansluiting van de condensaatleiding
De condenswaterslang loopt door de achterwand van het toestel. De slang dient zodanig gelegd te worden, dat het (door de warmtepomp) onstaande condenswater ongehinderd aflopen kan. Van fabriekswege loopt de condenswaterslang beneden door de achterwand en kan zo voor een waterafloop dichtbij de grond gebruikt worden. Voor een hoger gelegen waterafloop kan de condenswaterslang door de bovenste opening gelegd worden (zie afb. onder 3.2). Let bij dit soort legging erop dat een minimum hoogteverschil van 260 mm tussen de aansluitopening voor de condenswaterslang aan het toestel en het einde van de condenswaterslang (bijv. in een sifon) aangehouden wordt. Aan het einde van de condenswaterslang bevindt zich een drukloos lipventiel, dat bij het inkorten van de condenswaterslang mee verplaatst moet worden (ventiel kan eenvoudig verwijderd en weer terug in de condenswaterslang gezet worden).
6.4
Elektrische aansluiting
6.4
De WWP T is aansluitklaar bedraad, de stroomvoorziening gebeurt via de netsnoer naar een geaard stopcontact (~230 V, 50 Hz). Deze contactdoos moet ook na de installatie bereikbaar zijn. Voor de aansturing van externe toestellen voor de tweede warmtebron dient een tweede leiding in het toestel ingevoerd te worden. Open hiervoor de WWP T zoals onder 7.4 beschreven. De leiding dient verder door een hiervoor bestemde vrije kabeldoorvoering door de tussenwand gevoerd te worden. De elektrische aansluitklem (X5 – 4/5/PE) met potentiaalvrij contact voor de aansturing (AAN/UIT) van de externe uitrusting (pomp, magneetventiel etc.) is op de tussenwand van het toestel te vinden. De leiding moet in de hiervoor bestemde trekontspanning (zie afbeelding) ingevoerd en vastgemaakt worden.
Externe verwarmingselement-aansturing Optioneel kan het verwarmingselement parallel met de schakelaar "Verwarmingselement" op het besturingspaneel van de WWP T extern opgeschakeld worden (bijv. via een schakelklok). Voor deze aansluiting moet een potentiaalvrij contact aan de externe schakelinrichting voorhanden zijn.
Toestel openen
Om een externe leiding of voeler in te voeren: verwijder de "zijwand boven" (2) en de "voorwand boven" (1); hiervoor moet ook de "dekselplaat" (3) losgemaakt worden.
Volgorde van demontage: 1)
Neem de "voorwand boven" (1) eraf door losmaken van de (acht) plaatschroeven (a) (verwijder eerst de plastic afdekkappen)
2)
Maak de vier plaatschroeven (b) aan de deksel (3) en aan de "zijwand boven" los.
3)
De twee schroeven (c) losmaken, "zijwand boven" (2) van de achterwand wegdraaien (ca. 20 mm), de "zijwand boven" ca. 6 mm naar achteren (in richting van de pijl) schuiven en opheffen (ca. 7 mm)
4)
Om de "voorwand onder" (4) te demonteren (alleen nodig om de corrosiebeschermingsanode of het verwarmingselement te controleren) is het voldoende om de twee onderste bevestigingsschroeven (d) los te maken en de "voorwand onder" 6 mm naar boven te schuiven en op te heffen.
Bovendien moet een verdere leiding (min. 2 x 1,0 mm2 / max. buiten-∅ 10 mm) het toestel ingevoerd en aan de aansluitpunten 6 en 7 van het klemmenblok X5 ingeklemd worden.
E
/
1
3(
3(
F FD
/
1
X3
3(
3(
;
PP
;
D
alleen interne bedrading
E
X5 (4 + 5) Aansluitklem potentiaalvrij contact voor tweede warmtebron X5 (6 + 7) Aansluiting voor het externe opschakelen van een verwarmingselement (optie)
G
www.dimplex.de
NL-7
Nederlands
6.3
7
7
Inbedrijfstelling
7.1
8
Onderhoud / instandhouding
Warmwaterkring
Nederlands
OPGELET!
OPGELET!
Trek de stekker eruit en wacht tot de ventilator tot stilstand gekomen is alvorens de WWP T te openen!
De WWP T mag niet zonder watervulling gebruikt worden!
Vereisten van de warmwaterkring De volgende materialen kunnen warmwaterkring te vinden zijn:
Algemeen in
de
bestaande
Koper Roestvrij staal Messing Kunststof
De koelkringloop van de warmtepomp heeft geen onderhoud nodig. Voor het reinigen van de WWP T is een vochtige doek met een kleine hoeveelheid zeepoplossing voldoende.
OPGELET! Laat geen water op de besturingselementen komen.
Afhankelijk van het gebruikte materiaal in de warmwaterkring (ter plaatse) kan er door onverdraagbare materialen corrosie ontstaan. Dit moet in het bijzonder bij het gebruik van verzinkte en aluminium bevattende grondstoffen in acht genomen worden. Wanneer er bij gebruik een risico bestaat dat het water vervuilingen bevat, moet het systeem eventueel van een filter worden voorzien.
Verder dient enkele dagen na de inbedrijfstelling eenmalig een visuele controle op eventuele lekkages in het watersysteem of verstoppingen van de condenswaterafvoer gedaan te worden.
Inbedrijfstelling van het warmwatersysteem
De controle van de waterkringloop beperkt zich tot eventueel ter plaatse bestaande filters en mogelijke lekkages. Vervuilde waterfilters schoonmaken en indien nodig vernieuwen. Het lipventiel aan het einde van de condenswaterslang af en toe op vervuilingen controleren en indien nodig schoonmaken.
Warmwaterkring via een externe aansluiting vullen. Warmwaterkring ontluchten (Warmwaterkranen bovenaan openen tot er geen lucht meer uit komt). Gehele warmwaterkring op dichtheid controleren. Spanningsvoorziening aansluiten (stekker in stopcontact). Warmtepompschakelaar (zie afb. onder 4.1) inschakelen. De gewenste warmwatertemperatuur kan d.m.v. een knop voor de temperatuurkeuze traploos (t/m 60 °C) ingesteld worden. Het elektrische verwarmingselement wordt bij een aanzuigtemperatuur kleiner dan 8 °C automatisch ingeschakeld of handmatig wanneer er meer warm water nodig is. Warmwaterbereiding d.m.v. een tweede warmtebron is mogelijk door de oplaadpomp van de warmtewisselaar in te schakelen (indien de hiervoor vereiste elektrische aansluiting voorhanden is).
NL-8
8.1
8.2
Waterkringloop / condenswaterafvoer
Voorziening van de luchtkring
De instandhouding beperkt zich tot het reinigen van de verdamper (m.b.v. een stofzuiger) regelmatig resp. al naar behoefte
OPGELET! Verwondingsgevaar door scherpgekante lamellen. Lamellen mogen niet vervormd of beschadigd worden! Bij mogelijk gebruik van luchtfilters dienen deze regelmatig op vervuiling te worden gecontroleerd en indien nodig schoongemaakt of vernieuwd te worden.
11
Corrosiebeschermingsanode
De corrosiebeschermingsanode in de warmwateraccumulator dient regelmatig tenminste om de twee jaar na inbedrijfstelling elektrisch gecontroleerd en indien nodig vernieuwd te worden. De elektrische controle gebeurt met behulp van een geschikte ampèremeter zonder het water uit de accumulator af te laten.
Werkwijze: 1)
PE-leiding van aansluitlipje van de beschermingsanode aftrekken.
2)
Ampèremeter (0 ... 50 mA) tussen de PE-leiding en het aansluitlipje zetten.
3)
Slijtage van de beschermingsanode beoordelen: Meetwaarde> 1 mA ⇒ beschermingsanode is in orde. Meetwaarde< 1 mA ⇒ beschermingsanode moet gecontroleerd resp. vervangen worden.
Indien er geen duidelijke elektrische controle mogelijk is, wordt een visuele controle van de beschermingsanode aanbevolen. Wanneer de beschermingsanode [door een vakman] vervangen moet worden, dient het water via het voorhanden zijnde aflaatventiel (bij de installatie te voorzien - zie aanhangsel) uit de accumulator afgelaten te worden.
OPGELET! Door beschermingsanodes met verminderde functie wordt de levensduur van het toestel verlaagd! (Opofferingselektrode: elektrisch geïsoleerde magnesiumanode met seleen volgens DIN 4753 deel 6)
9
Storingen / Herstelling (voor gebruikers) OPGELET!
Werkzaamheden aan de sanitair-water-warmtepomp mogen uitsluitend door vakkundige personen uitgevoerd worden! Let op de voorschriften ter voorkoming van ongevallen!
De warmtepomp loopt niet! Controleer of: de stekker goed aangesloten is de hoofdschakelaar ingeschakeld is stroom op de contactdoos staat de temperatuur van de aangezogen lucht resp. van de omgeving≥ 12,5 °C is de warmtepomp uitgeschakeld is
niet
via
de
temperatuurregelaar
de warmwatertemperatuur reeds (of meer dan) 60 °C bedraagt
De warmtepomp gaat vervroegd uit (ingestelde temperatuur nog niet bereikt) Controleer of: ventilatieleidingen omgebogen zijn of de openingen dichtzitten of evt. voorhanden zijnde luchtfilters sterk vervuild (verstopt) zijn
Condenswater loopt niet af (water aan of onder het toestel) Controleer of: het lipventiel aan het einde van de condenswaterslang vervuild of verstopt is, indien nodig schoonmaken, het ventiel is eenvoudig te verwijderen en weer erin te zetten de luchttoevoer / luchtafvoer sterk belemmerd is (afgebogen luchtleiding / verstopt luchtfilter) Indien de fout met de bovenstaande vragen niet kan worden weggewerkt, vraag uw installateur of de klantenservice.
10 Buitenbedrijfstelling Werkwijze: spanningsvoorziening van de WWP T uitschakelen. waterkringloop geheel afsluiten (warmwater-, koudwater- en circulatieleiding) en de warmwateraccumulator ledigen.
11 Milieurelevante eisen Bij reparatie of buitenbedrijfstelling van de WWP T dienen de milieurelevante eisen m.b.t. terugwinning, recycling en verwijdering van bedrijfsstoffen en componenten volgens DIN EN 378 te worden nageleefd.
www.dimplex.de
NL-9
Nederlands
8.3
12
12 Technische gegevens
Nederlands
1 2
Technische en commerciële benaming Type
2.1
Behuizing
2.2
Kleur
2.3
Accumulatorinhoud nominaal
2.4
Accumulatormateriaal
2.5
Accumulatordruk nominaal
AWP 30 HLW met additionele ingebouwde warmtewisselaar gelakt plaatstaal wit, overeenkomstig RAL 9003 l
290 staal geëmailleerd volgens DIN 4753
bar
10
3
Uitvoering
3.1
Afmetingen B x D x H (alles omvattend)
mm
660 x 700 x 1700
3.2
Gewicht
kg
ca. 175
3.3
Elektrische aansluiting (stekkerklaar – lengte toevoerleiding ca. 2,7m)
1/N/PE ~ 230V, 50Hz
3.4
Beveiliging
A
3.5
Koelmiddel / inhoud
- / kg
16 R134a / 1,0
4
Gebruiksvoorwaarden
4.1
Watertemperatuur instelbaar (warmtepomp-werking ±1,5 K) °C
23 tot 60
4.2
Luchtzijdig werkbereik van warmtepomp1
°C
8 tot 35
4.3
Geluidsdrukniveau 2
dB(A) 3
53
4.4
Luchtstroom bij warmtepomp-werking
m /h
450
4.5
Externe compressie
Pa
100
4.6
Maximaal aansluitbare buiskanaallengte van het luchtkanaal
m
5
Aansluitingen
5.1
Diameter van luchtkanaalaansluiting (aanzuigen/uitblazen)
mm
5.2
Binnenste buiswarmtewisselaar – overbrengingsoppervlak
m2
5.3
Voelerbuis Dbinnen (voor voeler – warmtepomp-werking)
mm
5.4
Wateraansluitingen koud water / warm water
5.5
Circulatieleiding
5.6
Vertrek/terugloop warmtewisselaar
10
160 1,45 12 R 1“ R 3/4" R 1“
6
Vermogengegevens
6.1
Gemiddelde consumptie3 bei 60 °C
W
615
6.2
Gemiddeld verwarmingsvermogen4 bij 45 °C
W
1870
6.3
COP(t) volgens EN 255 bij 45 °C
-
3,5
6.4
Stand-by energieopname bij 45 °C/24h
(W)
47
6.5
Hoeveelheid mengwater van 40 °C
Vmax
l
290
6.6
Opwarmduur van 15 °C tot 60 °C
th
h
9,1
1. bij een temperatuur van onder 8 °C (+/- 1,5 °C) wordt automatisch het verwarmingselement ingeschakeld en de warmtepompmodule uitgeschakeld, de terugschakelwaarde van de regelaar is 3 K 2. op 1m afstand (bij vrije opstelling zonder aanzuig- en uitlaatkanaal resp. zonder 90°-buis aan de uitlaatzijde) 3. verwarmen van de nominale inhoud van 15 °C op 60 °C bij een aanzuigtemperatuur van 15 °C en een relat. vochtigheid van 70 % 4. verwarmen van de nominale inhoud van 15 °C op 45 °C bij een aanzuigtemperatuur van 15 °C en een relat. vochtigheid van 70 %
NL-10
Bijvoegsel Hydraulische basisschema's ...................................................................................................... A-II 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
Koelmiddelkringloop ............................................................................................................................... A-II Legende.................................................................................................................................................. A-II Hydraulisch aansluitschema .................................................................................................................. A-III Legende................................................................................................................................................. A-III Aansluitschema warmtewisselaar (bv. thermisch zonne-energiesysteem) ...........................................A-IV
Elektrisch schema........................................................................................................................ A-V 2.1 Schematische afbeelding........................................................................................................................A-V 2.2 Legende.................................................................................................................................................A-VI
3
Conformiteitsverklaring............................................................................................................. A-VII
www.dimplex.de
A-I
Bijvoegsel
1
1
1 Hydraulische basisschema's 1.1
Koelmiddelkringloop
7,&2/
Bijvoegsel
7&
7,
7,
7,&2+
7,
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
A-II
3$&2+
&2+ &,/
9ULMGRPSHOKXOV
1.2
&2+ &,/
Legende Compressor Pressostaat HD Condensor Warmwateraccumulator Warmtewisselaar (niet alle types) Verwarmingselement Corrosiebeschermingsanode Temperatuurregelaar WP Beveiligingstemperatuurbegrenzer Temperatuurregelaar verwarmingselement Temperatuurdisplay Filterdroger Expansieventiel Luchttemperatuurthermostaat Verdamper Ventilator Terugslagklep Isolering
1.4
1.3
Hydraulisch aansluitschema
:DUPZDWHU
Bijvoegsel
&LUFXODWLHLQGLHQQRGLJ
:DUPZDWHUYHUWUHN
:DUPZDWHUWHUXJORRS
1.4 1 2 3 4 5 6 7 8 9
.RXGZDWHUDDQVOXLWLQJYROJHQV',1
Legende Afsluiter Drukontlastingsventiel Regelklep Terugstroombeveiliging Aansluitstuk voor manometer Aflaatventiel Membraan-veiligheidsventiel Circulatiepomp Afloop
www.dimplex.de
A-III
1.5
1.5
Aansluitschema warmtewisselaar (bv. thermisch zonneenergiesysteem)
Bijvoegsel 2QWOXFKWLQJ
7HUXJVODJNOHS
.UDDQ
7KHUPRPHWHU
YDQGHFROOHFWRU
9HLOLJKHLGVNOHS
0DQRPHWHU
6WURRPPHWHU
.UDQHQ
2SYDQJUHVHUYRLU 7HUXJVODJNOHS
&LUFXODWLHSRPS
QDDUGHFROOHFWRU
.UDDQ
9XOSRPS
([SDQVLHYDW
A-IV
www.dimplex.de
3(
1
/
0
.
0
;
;
0
&
3
;
0
$
&
]ZDUW
JURHQJHHO
)
&
3( 1
/
EO
.
EQ
&RPSUHVVRU
)
% 7
.
3!
EDU
6
$
$
7!
&
&
%
+
. $
$
% )
75 67%
(
&
7!
&
&
.
6
6
+
.
;
;
$
$
9$&PLQ$
3(
;
YRRUDDQVWXULQJYHUZDUPLQJVHOHPHQW
3RWHQWLDDOYULMFRQWDFW
Bijvoegsel
+
(OHNWULVFKYHUZDUPLQJVHOHPHQW
2.1
/13(9$&+]
;
;
9HQWLODWRU
:DUPWHSRPS
2.1
2 Elektrisch schema Schematische afbeelding
A-V
2.2
2.2
Legende
Bijvoegsel
B1 B2 B3
Bedrijfsthermostaat Luchttemperatuurthermostaat Regelthermostaat el. verwarming
C1 C2
Aanloopcondensator - compressor Werkcondensator - ventilator
E1
El. verwarmingselement
F1 F2 F3
HD-pressostaat Veiligheidsbegrenzer - thermostaat el. verwarming Klixon-compressor
K1 K2 K3 K4
Relais - ext. pomp Aanlooprelais - compressor Schakelrelais HD-pressostaat Relais verwarmingselement
M1 M2
Compressor Ventilator
S1 S2 S3
Schakelaar "AAN/UIT" warmtepomp Schakelaar "AAN/UIT" el. verwarming Schakelaar "AAN/UIT" externe pomp - warmtewisselaar
X1 X2 X3 X5
Stroomstekker Klemmenblok afstandsbediening Klemmenblok intern Klemmenblok net/pot. vrij contact
A-VI
3
Bijvoegsel
3 Conformiteitsverklaring
www.dimplex.de
A-VII
Glen Dimplex Deutschland GmbH Geschäftsbereich Dimplex Am Goldenen Feld 18 D-95326 Kulmbach
Fouten en wijzigingen voorbehouden. +49 (0) 9221 709 565 www.dimplex.de