AWBZ-zorg 2014: Gehandicaptenzorg
Menzis Zorgkantoor, Inkoop Langdurige zorg Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
Sectoraal inkoopplan 2014 Menzis Arnhem Groningen Twente
GEHANDICAPTENZORG Eigen regie en Participatie
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
2
Samenvatting Voor u ligt het sectorplan Gehandicaptenzorg, dat is opgesteld ten behoeve van de inkoop van AWBZ-gefinancierde zorg door de Menzis Zorgkantoren (verder: Menzis) voor het jaar 2014.
In de brief over de hervorming van de langdurige zorg van 25 april 2013 van de staatssecretaris van VWS is aangegeven dat - om de AWBZ voor de langere termijn houdbaar te maken - het kabinet ervoor kiest de AWBZ ingrijpend te hervormen. De AWBZ
wordt omgevormd tot een kern-AWBZ voor intramurale zorg voor gehandicapten en ouderen. Menzis vindt het belangrijk dat de ontwikkelingen in de zorginkoop passen in dit toekomstperspectief. Dat betekent dat al zoveel mogelijk in 2014 gewerkt wordt richting het (gewenste) perspectief: een landelijk uniforme inkoop en uitvoering in een kern-AWBZ. Voor de uitvoering van haar opdracht hanteert Menzis de missie:
“Wij garanderen de beschikbaarheid van kwalitatief goede en betaalbare zorg om zo het welzijn van de klanten te bevorderen.” Om deze missie te bereiken heeft Menzis als visie:
“Wij willen in 2014 belangenbehartiger zijn voor onze klanten. Een belangenbehartiger die zich onderscheidt in aandacht voor
kwaliteit van zorg, binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden. Kostenbeheersing is noodzakelijk om ook in de toekomst bestendigheid van zorg te garanderen.”
Op basis van de conclusies uit de analyse en de consultaties van marktpartijen is de visie van Menzis vertaald naar inkoopdoelen Hierbij staan conform 2013 eigen regie en participatie van de klant centraal.
Versterken positie klant: Ondersteuning krijgt vorm vanuit het perspectief van de klant. Eigen regie en participatie van de
klant waar mogelijk, vormt daarbij een belangrijk uitgangspunt. De klant moet zelf keuzes kunnen maken. Indien gewenst
en mogelijk: actief betrekken van het netwerk van de klant bij het verwoorden van de wensen van de klant. Het zorgplan is de basis voor de dagelijkse zorg- en dienstverlening aan de klant op alle levensdomeinen. Waarbij het van belang is dat de klant eigenaar is van het zorgplan en er onafhankelijk gekeken wordt of de praktijk zo werkt.
Keuzemogelijkheid en diversiteit van wonen: Zorg zo lang mogelijk in de eigen omgeving bieden; zorg maakt daarbij
onderdeel uit van het reguliere netwerk rondom de klant. Wonen is aanvullend op zorg, geen onderdeel van. De intramurale capaciteit wordt optimaal benut voor klantgroepen die daarop zijn aangewezen. Uitbreiding van zorgverlening vindt in principe plaats op basis van VPT’s en extramurale arrangementen.
Verbeteren kwaliteit en bevorderen innovatie: Menzis kent geen problematische wachtlijst. Over het algemeen zijn vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd. Aandachtspunt is dat bij specifieke zorgvragen ook een passend aanbod beschikbaar is.
Op het gebied van wonen, welzijn en zorg moet een samenhangend aanbod worden gecreëerd, waar nodig in samenwerking tussen verschillende aanbieders. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van reguliere in plaats van categorale
voorzieningen. Daarnaast is het belangrijk dat klanten zo weinig mogelijk last hebben van de overgang naar de gewijzigde financieringswijze.
Bestendigen financiële houdbaarheid: Zorg zoveel mogelijk in eigen omgeving. Menzis wil dat de financiële middelen worden gebruikt voor de meest kwetsbare groepen. Menzis vindt het vanzelfsprekend dat periodiek wordt geëvalueerd in hoeverre (specifieke) zorgverlening nog gerechtvaardigd en noodzakelijk is en dat de indicatie daar zo nodig op wordt aangepast.
Verminderen bureaucratie: Waar mogelijk bestendig beleid, vereenvoudiging inkoopsystematiek en beperking van aan te
leveren gegevens, wat zich vertaalt in verlaging administratieve lasten en meer aandacht voor de klant (‘handen aan het bed’). Deze gewenste ontwikkeling en inkoopdoelen worden vertaald in de inkoopsystematiek en vormen de basis voor de afspraken met zorgaanbieders.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
3
Inhoudsopgave Inleiding
5
1. Algemeen inkoopbeleid 2014 Menzis AWBZ
6
6
1.1 Inleiding
1.3 Inkoopdoelen Menzis 2014
1.2 Missie en visie Menzis
6
8
1.3.1 Het versterken van de positie van de klant
1.3.3 Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie
10
1.3.5 Verminderen van bureaucratie
12
1.3.2 Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen
1.3.4 Bestendigen van solidariteit en financiële houdbaarheid
8
9
11
2. Omgevingsanalyse
13
2.1.1 Mensen met een lichamelijke beperking
13
2.1.3 Mensen met zintuiglijke beperkingen
14
2.2.1 Demografische ontwikkelingen
14
2.2.3 Sociaal maatschappelijke ontwikkelingen
2.1 Omschrijving doelgroep
2.1.2 Mensen met een verstandelijke beperking
2.2 Kwalitatieve analyse
2.2.2 Economische en politieke ontwikkelingen
13
13
14
15
17
2.2.4 Technologische ontwikkelingen
19
2.3.1 De vraag
19
2.3.2 De wachtlijst
2.3 Kwantitatieve analyses GZ
19
2.3.1 Het aanbod
21
23
3. Signalen uit de markt
24
25
3.1 Versterken positie van de klant
3.3 Verbeteren van kwaliteit van zorg en bevorderen van innovatie
3.2 Keuzevrijheid en diversiteit van wonen 3.4 Bestendigen financiële houdbaarheid 3.5 Verminderen bureaucratie
24
25
25
26
4. Conclusies en invulling inkoopdoelen
27
28
4.1 Versterken positie van de klant
4.3 Verbeteren kwaliteit en bevorderen innovatie
4.2 Keuzemogelijkheden en diversiteit van wonen
27
29
4.3.1 Kwaliteitsindicatoren
4.3.3 Integrale benadering
30
4.5 Verminderen van bureaucratie
30
4.3.2 Oplossen knelpunten
29
4.4 Bestendigen financiële houdbaarheid
4.6 Samengevat: wat betekent voorgaande voor de klant?
4.7 Samengevat: wat betekent voorgaande voor de zorgaanbieder?
Bijlage 1: Lijst van afkortingen
Bijlage 2: Dubbele grondslagen actief wachtenden intramuraal Menzis
29
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
30
31
32 33
35 4
Inleiding Voor u ligt het sectorplan Gehandicaptenzorg, dat is opgesteld ten behoeve van de inkoop van AWBZ-gefinancierde zorg door de Menzis Zorgkantoren (verder: Menzis) voor het jaar 2014. Bij het opstellen ervan is uitgegaan van de missie en visie van Menzis en de afspraken die zorgverzekeraars binnen Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben gemaakt. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is een volksverzekering voor naturazorg.
Artikel 6 van de AWBZ bepaalt dat de zorgverzekeraar ervoor zorg draagt dat de bij hem ingeschreven verzekerden hun aanspraken op zorg tot gelding kunnen brengen.
Menzis Zorgverzekeraar heeft een concessie voor uitvoering van de AWBZ voor alle AWBZ-verzekerden in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente.
Menzis zorgt ervoor dat in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente voldoende en kwalitatief goede zorg wordt ingekocht. Ook streeft zij ernaar dat er geen wachttijden ontstaan boven de treeknormen en dat de ingekochte zorg effectief is en
aansluit op de voorkeuren van klanten. Daarbij houdt Menzis rekening met een doelmatige uitvoering van de zorg binnen de beschikbare contracteerruimte. In dat kader sluit Menzis in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente overeenkomsten met zorgaanbieders die de vereiste zorg kunnen leveren. In de overeenkomsten zijn onder meer de aard, omvang en de prijs van de zorg geregeld.
Menzis voert een objectief, transparant en non-discriminatoir inkoopbeleid. Dit betekent dat alle zorgaanbieders gelijke kansen hebben en dat hun voorstellen op vooraf duidelijk aangegeven wijze worden beoordeeld1.
In dit document wordt de Zorg In Natura (ZIN) beschreven. AWBZ-zorg kan ook verzilverd worden op basis van een Persoonsgebonden budget; hiervoor gelden andere criteria/regels. Inhoud
Hoofdstuk 1 beschrijft het algemeen inkoopbeleid. De volgende hoofdstukken zijn specifiek gericht op de sector Gehandicaptenzorg in de Menzisregio’s Arnhem, Groningen en Twente.
De beschreven bevindingen en inkoopdoelen zijn richtinggevend voor het inkoopbeleid in 2014.
Daar waar in dit sectorplan een cijfermatige onderbouwing wordt gebruikt, is uitgegaan van de meest recent beschikbare cijfers op het moment van schrijven.
Daar waar in dit document gesproken wordt over klant kan ook diens vertegenwoordiger gelezen worden. Menzis gebruikt bij de zorginkoop, binnen de wet- en regelgeving met betrekking tot de AWBZ, de kaders gesteld door het beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Zorginkoopgids AWBZ 2014 en de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit sectorplan is opgesteld onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van VWS en de NZa.
1 Voor de contractering van zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) worden afzonderlijke eisen en voorwaarden
opgesteld en gepubliceerd. De contractering van zzp-ers vormt een apart traject binnen het inkoopproces 2014.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
5
1. Algemeen inkoopbeleid 2014 Menzis AWBZ 1.1 Inleiding De houdbaarheid van de langdurige zorg staat volop ter discussie. Er is brede overeenstemming dat systeemingrepen noodzakelijk zijn. Het kabinet stelt in het regeerakkoord daartoe maatregelen voor die in belangrijke mate vanaf 2015 geëffectueerd gaan worden, maar deels ook al in 2014.
De rol van zorgverzekeraars als financiers van de langdurige zorg is niet voor alle sectoren vanzelfsprekend.
Op het moment van schrijven geldt dat is voorzien dat de langdurige GGZ en de verpleging onder het regime van de
Zorgverzekeringswet (Zvw) worden gebracht, waarmee zorgverzekeraars verantwoordelijk worden voor de bekostiging ervan. De gemeenten worden verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de extramurale zorg (begeleiding en persoonlijke verzorging).
Zorgverzekeraars opteerden voor uitvoering van een integrale ouderenzorg, ook door middel van overheveling naar de Zvw. Voordelen daarvan leken evident. Vooralsnog echter lijkt de zorgverzekeraars die rol niet gegund.
Een groot deel van de intramurale ouderenzorg wordt ondergebracht in een kern-AWBZ, evenals een belangrijk deel van de intramurale gehandicaptenzorg. Zorgverzekeraars worden verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, maar in welke constructie is nog niet volledig duidelijk.
Binnen deze context stelt Menzis het inkoopbeleid 2014 op. Duidelijk is dat 2014 een transitiejaar wordt, onduidelijk is nog in welke richting de transitie precies vorm krijgt.
Menzis is van mening dat wie de zorg uiteindelijk ook financiert het eindplaatje hetzelfde moet zijn: een aanbod dat aansluit bij de behoefte van mensen zolang mogelijk zelf, of met ondersteuning van hun naasten, de regie te blijven voeren op hun leven.
Met dat in het achterhoofd is dit inkoopbeleid 2014 opgesteld.
1.2 Missie en visie Menzis Voor de uitvoering van haar opdracht hanteert Menzis de missie:
“Wij garanderen de beschikbaarheid van kwalitatief goede en betaalbare zorg om zo het welzijn van de klanten te bevorderen.”
Om deze missie te bereiken heeft Menzis als visie:
“Wij willen in 2014 belangenbehartiger zijn voor onze klanten. Een belangenbehartiger die zich onderscheidt in aandacht
voor kwaliteit van zorg, binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden. Kostenbeheersing is noodzakelijk om ook in de toekomst bestendigheid van zorg te garanderen.”
Om de missie en visie van Menzis te kunnen waarmaken is het noodzakelijk dat de zogenaamde zorgpiramide wordt omgekeerd.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
6
Visie op betaalbare zorg voor de klant
Tweede lijn
Tweede lijn (Geïntegreerde) eerste lijn/AWBZ
(Geïntegreerde) eerste lijn/AWBZ
Nulde lijn
Nulde lijn
Zelfmanagement (e-Health & preventie)
Figuur 1: zorgpiramide Uitgangspunt is ‘zorg op maat’.
Zorg wordt daarbij op het juiste moment en met de juiste inzet geleverd.
Als fysieke, verstandelijke en/of psychische beperkingen zodanig zijn dat de omgeving geen opvang meer kan bieden, komt zorg in beeld.
Zorg en ondersteuning worden zoveel mogelijk binnen de woonomgeving van de klant aangeboden.
Zelf- en samenredzaamheid worden gestimuleerd, professionele zorg wordt integraal georganiseerd en geleverd en zoveel mogelijk in de thuissituatie ingezet. Focus ligt op kwaliteit van leven, welzijn en behoud van eigen regie/participatie van klanten/burgers
Menzis kiest daarbij voor een transitie naar organisatie van de zorg binnen regionale wijkstructuren.
In samenhang met welzijn en andere (cure of care)aanbieders zijn totaaloplossingen beschikbaar voor die klanten die
op zorg of ondersteuning zijn aangewezen. De zorg wordt dichtbij de klant geleverd waar dat mogelijk is, maar waar dat noodzakelijk is uit oogpunt van kwaliteit of doelmatigheid is zorg op meer afstand beschikbaar.
Zo zijn ondersteuning bij zelfzorg en mantelzorg, verzorging en verpleging, dagbesteding en begeleiding in de directe woonomgeving beschikbaar. Zorg voor ouderen en verstandelijk gehandicapten met complexe problematiek wordt regionaal georganiseerd en lokaal aangeboden in de vorm van ketenzorg.
Op basis van deze missie en visie hebben Menzis Zorgkantoren uitgangspunten voor de inkoop van AWBZ-zorg geformuleerd:
• Het versterken van de positie van de klant.
• Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen.
• Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie. • Bestendigen van solidariteit/financiële houdbaarheid.
• Verminderen van bureaucratie door kwaliteit en eenvoud van de uitvoering. In de uitwerking van de Menzis inkoopdoelen zijn de uitgangspunten meegenomen zoals die beschreven zijn in de landelijke inkoopgids van ZN (Zorginkoopgids AWBZ 2014), te weten: • Eigen regie en vraaggericht werken. • Integrale benadering.
• Zelf- en samenredzaamheid. • Preventie.
• Zorg in de eigen omgeving.
• Beter resultaat per bestede euro.
• Innovatie die zorg voor de klant verbetert.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
7
1.3 Inkoopdoelen Menzis 2014 1.3.1 Het versterken van de positie van de klant Voor mensen is het belangrijk dat zij zelf kunnen kiezen hoe zij leven, wonen en participeren, ook als zij door een kwetsbare gezondheid, geestelijke, fysieke of andere beperkingen daarbij gehinderd worden.
Menzis vindt dat de zorg zo georganiseerd moet zijn dat de vraag van de klant het uitgangspunt is en dat het aanbod daarop aanpasbaar is. Dat betekent dat Menzis van aanbieders verwacht dat zij vraaggestuurd werken vanuit de
hulpvraag van de klant. Het antwoord op de vraag van de klant kan daarbij ook gezocht worden buiten gecontracteerde
zorgverlening. Zorgaanbieders zullen daartoe moeten samenwerken met andere partijen, zoals aanbieders van wonen en welzijn.
Dat AWBZ-zorgaanbieders zoveel mogelijk samenwerken met zorgaanbieders in de 1e en 2e lijn is voor Menzis
vanzelfsprekend. Idealiter ziet Menzis een samenhangend zorg- en dienstverleningsaanbod tot stand komen op
wijkniveau. Ketensamenwerking, continuïteit van zorg, goede welzijnsvoorzieningen en integrale klantondersteuning zijn begrippen die daarbij horen.
De focus van zorg- en dienstverlening zal erop gericht moeten zijn dat klanten zolang mogelijk zelf regie blijven
voeren over hun eigen leven. Daarbij hoort dat de zelf- en samenredzaamheid van de klant centraal staat; zorg- en
dienstverlening is een aanvulling daarop. Adagium is dat zorg extramuraal wordt aangeboden waar het kan en alleen intramuraal waar het moet.
In toenemende mate geldt dat zorg en ondersteuning niet meer als vanzelfsprekend op basis van AWBZ-verzekerde
zorg beschikbaar zijn. Hulp zal de klant zelf moeten regelen, hij zal zich ervoor moeten (bij)verzekeren of hij zal zich voor ondersteuning tot de gemeente moeten wenden.
Hulp en/of zorg moet erop zijn gericht het welzijn van de individuele klant te behouden of te bevorderen en dit proces te ondersteunen.
Dit vertaalt zich onder meer in de wijze waarop klanten invloed uit kunnen oefenen op de zorg- en dienstverlening zelf, maar ook op het voor- en natraject daarvan. Daarbij moet voorop staan dat de klant over juiste en volledige informatie beschikt m.b.t. de door hem gewenste zorg- en dienstverlening.
Menzis vindt dat de invloed van de klant tot zijn recht moet komen: • in de relatie tussen individuele klant en zorgaanbieder;
• op het niveau van collectieve klantenvertegenwoordiging; • via (regionale) klantenorganisaties.
De relatie tussen individuele klant en zorgaanbieder
Het instrument bij uitstek om de afspraken tussen de zorgaanbieder en klant vast te leggen en om de invloed van de
klant tot zijn recht te laten komen op het leven is het zorg(leef)plan, onderdeel van het klantdossier. Menzis vindt dat op een voor de klant begrijpelijke wijze in het zorgplan schriftelijk moet worden vastgelegd (in samenspraak tussen
zorgaanbieder, klant en eventueel naastbetrokkenen), wat de wensen en doelen zijn van de klant. Deze wensen richten
zich op de zorg, de dienstverlening en het welzijn en welbevinden van de klant, waarbij rekening wordt gehouden met de waarden en normen van de klant. De zorgaanbieder dient zo vaak als professioneel noodzakelijk is, maar minimaal één keer per jaar met de klant te bespreken of de zorg nog steeds naar wens is, of afgesproken resultaten worden behaald, of de afspraken voldoende worden nageleefd en of ze moeten worden aangepast. Dit kan ook het afbouwen van zorg betekenen.
De zorgaanbieder houdt wensen van haar doelgroep, huidige en toekomstige klanten, voor ogen om de zorgproducten en diensten daarop in te richten en verder te ontwikkelen.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
8
Naastbetrokkenen
Naastbetrokkenen (familie, vrienden, mantelzorgers en andere mogelijke belangenbehartigers) zijn erg belangrijk voor de klant. De zorgaanbieder zal dan ook aandacht moeten besteden aan de wens van de klant of en op welke wijze naasten betrokken kunnen worden bij zorg- en dienstverlening.
Klanten en, indien nodig, mantelzorgers dienen vanaf het begin betrokken te zijn bij de opzet, monitoring en evaluatie van de hulp.
Mantelzorgers spelen in het leven van de klant een belangrijke rol. Zorgaanbieder hebben met hun rol rekening te houden en bieden waar nodig ondersteuning. De klantenvertegenwoordiging
Een zorginstelling is gebaat bij een goed functionerende klantenvertegenwoordiging. Menzis vindt dat de klant zoveel mogelijk invloed uit moet kunnen oefenen op zijn directe leefomstandigheden. Dat betekent dat waar collectieve
belangenbehartiging wordt georganiseerd, daarin ook klanten een rol moeten spelen, zeker als het gaat om zaken die hen direct raken.
Om de klantenvertegenwoordiging in staat te stellen haar taak naar behoren te vervullen, zijn samenwerkingsafspraken nodig tussen de klantenvertegenwoordiging en de zorgverlener. Daarbij is een juiste en volledige aanlevering van de
benodigde informatie door de zorgaanbieder belangrijk. (Secretariële) ondersteuning is gewenst en ook moeten de leden periodiek cursussen en/of trainingen kunnen volgen. Regionale en landelijke klantenorganisaties
Menzis voert periodiek overleg met vertegenwoordigende klantenorganisaties. In die overleggen wordt ondermeer
gesproken over de wijze waarop de positie van klanten kan worden versterkt. De adviezen en zorgen van de organisaties worden door Menzis betrokken bij het (inkoop)beleid of krijgen een vervolg in de contacten met zorginstellingen.
Menzis heeft een convenant gesloten met de Zorgbelangen in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente. Het doel van de
samenwerking is om enerzijds de klantwens inzichtelijk te krijgen, anderzijds om gezamenlijke projecten uit te voeren die de klantwaarde verhogen. De resultaten van activiteiten kunnen input zijn voor het inkoopbeleid . Klantinformatie
Door middel van onder andere de juiste informatie kunnen klanten beter hun te maken keuzes overwegen. In de informatieverstrekking over de mogelijkheden die klanten hebben bij het kiezen voor een zorgaanbieder, spelen
informatiebronnen als www.kiesbeter.nl en de Menzis-Zorgatlas een belangrijke rol. Naast de informatievoorziening via hun eigen websites dienen zorgaanbieders dan ook mee te werken aan informatieverstrekking via deze kanalen.
Klanten dienen door zorgaanbieders goed geïnformeerd te worden over hun rechten en plichten (inclusief eventuele bijbetalingen voor aanvullende diensten).
1.3.2 Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen Menzis is van mening dat de toenemende vergrijzing, de extramuralisering en de wens van mensen om zo lang mogelijk
zelfstandig te blijven wonen met behoud van regie over hun eigen leven en de kwaliteit daarvan om een samenhangende organisatie vraagt van wonen, zorg en welzijn.
Om de kosten voor de AWBZ-zorg te kunnen beperken zal Menzis in 2014 verdere stappen zetten naar een veranderde zorginkoop, met name in de sector Verpleging en Verzorging. In samenhang met welzijn zal zoveel mogelijk worden gezocht naar een totaaloplossing voor de klant, waarbij zijn eigen netwerk en de zelfredzaamheid van de klant
uitgangspunt zijn. Afspraken over inzet van hulp worden gemaakt in samenspraak met de klant, de mantelzorger en waar nodig of wenselijk een externe belangenbehartiger.
Menzis vindt dat de zorg zoveel mogelijk extramuraal georganiseerd moet worden, maar intramuraal als dat echt nodig
is. Hierbij is samenwerking met andere organisaties/hulpverleners rondom de klant (in wijk, dorp of stad) onontbeerlijk. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
9
Menzis selecteert zorgverleners die in staat zijn maatwerk te bieden; maatwerk in de zin van het organiseren van
integrale zorg dichtbij en wijkgericht, in kleinschalige teams die zorg bieden waar die nodig is, ongeacht de indicatie. Menzis stuurt op selectie van aanbieders die effectief samenwerken over de domeinen heen en die samenwerking intensiveren. Menzis voorziet bijzondere relaties met deze aanbieders met mogelijk meerjarige contracten.
Inkoop van zorg zal in de toekomst plaatsvinden op basis van tevreden klanten en medewerkers, een hogere
zelfredzaamheid van klanten en beheersing van de totale zorgkosten, inclusief Wmo en Zorgverzekeringswet (Zvw). Keuzemogelijkheid
Menzis heeft de inspanningsverplichting om - binnen de aan haar toegekende financiële contracteerruimte - voldoende zorg in te kopen van voldoende kwaliteit. Menzis vindt het belangrijk dat de toegankelijkheid en kwaliteit van
voorzieningen die van direct belang zijn voor de leefbaarheid en sociale samenhang in dorpen en in krimpgebieden zoveel mogelijk intact blijven en dat als daarbij knelpunten ontstaan naar werkbare oplossingen wordt gezocht. Dit betekent dat er niet alleen aandacht moet zijn voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen, maar dat er ook aandacht moet zijn voor de sociale (woon)omgeving.
Om de langdurige zorg betaalbaar te houden in verband met de toekomstige vergrijzing, een stijgende zorgvraag en een krappe arbeidsmarkt, zal de zorg doelmatig ingekocht moeten worden. Hierdoor kan de mogelijkheid van keuze voor de klant in sommige gevallen beperkt zijn. Diversiteit in wonen
De gemeenten hebben de regierol op het terrein van wonen, welzijn en in mindere mate zorg. Menzis neemt met de (centrum)gemeenten in haar werkgebied contact op over de wijze waarop zij hun regierol vormgeven en de
mogelijkheden tot samenwerking. Voor Menzis is de bevordering van zelfredzaamheid en het voeren van de eigen regie door de klant daarbij het belangrijkste thema. Scheiden wonen en zorg
In het regeerakkoord wordt gesproken over de invoering van scheiden wonen en zorg. Dit betekent dat de klant
verantwoordelijk is voor zijn eigen woonlasten en dat deze niet meer uit de AWBZ worden betaald. De klant betaalt dan alleen nog een eigen bijdrage voor de gemaakte zorgkosten.
Voor de zorgaanbieder die ook huisvesting levert, betekent dit dat investeringsbeslissingen afhankelijk worden van de
verwachte bezetting. Dit zal tot gevolg hebben dat de aanbieder meer dan nu de woonwens van de klant in beeld moet hebben. Dit zal leiden tot een grotere diversiteit in wonen en dus tot een grotere keuzevrijheid van de klant.
Menzis vindt dat niet hoeft te worden gewacht tot landelijke regelgeving tot wijziging in woon/zorgconcepten dwingt. De aanspraak op verblijf en de plek waar zorg wordt geboden, zijn niet altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met
dat uitgangspunt voor ogen zal Menzis sturen op optimale bezetting van beschikbare verblijfscapaciteit, waarbij centraal staat dat zorgaanspraken op grond van zorgzwaartepakketten (ZZP’s) ook verzilverd kunnen worden in vormen van
extramurale zorg of Volledig Pakketten Thuis (VPT’s). Daarbij zet Menzis in op aansluiting van de aanwezige capaciteit op
de zorgbehoefte in de verschillende (sub)regio’s. Dat kan betekenen dat capaciteit verschoven moet worden tussen regio’s. Soms betekent dit uitbreiding van capaciteit maar ook krimp van capaciteit behoort tot de mogelijkheden.
1.3.3 Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie Verbeteren van kwaliteit
Menzis heeft de inspanningsverplichting om – binnen de aan haar toegekende financiële contracteerruimte – voldoende
zorg in te kopen van voldoende kwaliteit. Menzis heeft gegevens over de kwaliteit van zorg nodig voor de inkoop van zorg. Voor Menzis is het dan ook van groot belang dat de informatie over kwaliteit vergelijkbaar is.
In recente jaren is er voor elke care sector (V&V, GZ en GGZ) een eigen kwaliteitskader ontwikkeld. Dat kader berust op
zowel zelfrapportage door de instelling (zorginhoudelijke indicatoren), als klantwaarderingsonderzoek op basis van een landelijk gevalideerd instrument (klantgebonden indicatoren).
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
10
Menzis verwacht van zorgaanbieders dat geleverde kwaliteitsinformatie wordt gebruikt ter verbetering van de zorg. Menzis richt zich bij de kwaliteit op:
• Professioneel inhoudelijke kwaliteit: zorg moet voldoen aan de professionele standaard, is veilig en effectief, en wordt
integraal geleverd.
is toegankelijk.
• Klantgerichtheid: de zorg is toegesneden op de wensen van de klant. De klant krijgt alle aandacht, informatie en deze • Doelmatigheid: de prijs/kwaliteitverhouding van de zorg, gegeven de beperkte beschikbaarheid van middelen. Innovatie
Innovatie is belangrijk om in te spelen op de toekomstige druk op de arbeidsmarkt wat betreft het leveren van kwalitatief geschoold personeel. Daarbij komt dat door bezuinigingen van het rijk de AWBZ-budgetten onder druk komen te staan. Innovatie biedt ruimte voor ontwikkeling van nieuwe, slimme oplossingen voor betere zorg.
Menzis is van mening dat het in deze markt de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders is om te vernieuwen, daar waar mogelijk in afstemming met klantenorganisaties. Investeren in nieuwe ontwikkelingen doen zorginstellingen in principe zelf. Indien succesvol verdient dit zichzelf later terug in termen van verhoging van de klantwaarde.
Er zijn landelijke fondsen beschikbaar (onder andere ZonMw, het Innovatiefonds Zorgverzekeraars of via beleidsregels van de NZa) met als doel het bevorderen van innovatie. Zorgaanbieders kunnen daar waar nodig gebruik van maken. Integrale benadering
Zorg is gericht op kwaliteit van leven en is verweven met een breder dienstverleningsconcept waarin
- aansluitend op de behoeften van de klant – wonen, werk, dagbesteding, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en mobiliteit betrokken zijn. Bij het aanbod van zorg zijn veel verschillende partijen betrokken. Vooral chronisch zieken en
mensen met een meervoudige hulpvraag komen knel te zitten tussen de verschillende regelingen en instanties waar zij een beroep op kunnen doen.
Menzis is van mening dat de zorginkoop dusdanig ingericht moet zijn dat zorg zoveel mogelijk integraal aangeboden
wordt, over de schotten van de AWBZ, Wmo en Zvw heen, waardoor samenhang in zorg en daarmee de kwaliteit voor de klanten toeneemt en tevens de transactiekosten geminimaliseerd worden.
Proactieve en preventieve zorg versterken de positie van de klant zodat de klant langer thuis kan blijven wonen zonder beroep te hoeven doen op al te veel zorg.
Van zorgaanbieders wordt verwacht dat zij in samenhang met bijvoorbeeld huisarts en welzijn effectiever inzetten op het thema preventie.
Een ander instrument om integrale benadering te bevorderen is het opstarten van ketenzorg en/of netwerken met als
doel het aanbieden van geïntegreerde zorg door aanbieders (bijvoorbeeld voor klanten met dementie of CVA of klanten
die palliatieve zorg nodig hebben). Onder geïntegreerde zorg verstaat Menzis dat zorgaanbieders onderling afstemmen wie (welke organisatie) welk deel van de zorg levert (zorginhoudelijk), in welke volgorde en op welk moment (proces) en dit vervolgens ook met elkaar evalueren en waar mogelijk weer verbeteren.
Aansluiting op de eerstelijnszorg vormt mede onderdeel van geïntegreerde zorg, waar dit vanuit het klantperspectief
nadrukkelijk gewenst is. Voor de klant is met name het zorginhoudelijke proces relevant. Voor een keten en/of netwerk ligt er de taak om het gezamenlijke aanbod transparant aan de klant over te brengen. De directe communicatie met de klant over de mogelijkheden binnen een keten en/of netwerk (een helder zorgaanbod) is dus van evident belang.
1.3.4 Bestendigen van solidariteit en financiële houdbaarheid Beter resultaat per bestede euro
Kwalitatief goede zorg betekent ook voldoende en doelmatige zorg. Een stijgende zorgvraag en zorgzwaarteontwikkeling waardoor de zorgkosten per klant hoger worden, zorgt voor druk op de financiële houdbaarheid van het zorgstelsel. Dit betekent dat uit iedere beschikbare euro zoveel mogelijk waarde voor de klant moet worden gehaald. Dit kan enerzijds
door het bevorderen van zelf- en samenredzaamheid, een integrale benadering en scheiden van wonen en zorg, zoals in Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
11
voorgaande paragrafen is omschreven. Daarnaast moet de zorg ook zo efficiënt mogelijk worden geleverd. Dat betekent
bijvoorbeeld: administratieve lasten beperken, geen onnodige handelingen verrichten en geen dubbele werkzaamheden uitvoeren.
Het sinds 2007 door Menzis gehanteerde beginsel “geld volgt klant” is toe aan een heroverweging. Doordat de financiële grenzen (de regionale contracteerruimtes) steeds meer worden bereikt kan dit beginsel steeds moeilijker door Menzis worden waargemaakt. Het geld volgt klant-beginsel mag geen financiële prikkel zijn voor zorgaanbieders om zoveel mogelijk zorg te leveren, als dit vanuit zorginhoudelijk oogpunt niet echt nodig is.
Menzis wil toegroeien naar een overzichtelijk, voldoende verschillend maar integraal aanbod van voorzieningen in een
geografische eenheid (dorp/wijk). Daarvoor worden aanbieders gecontracteerd die strategische partner zijn voor klant, zorgverzekeraar en gemeenten. Aanbieders die in staat zijn zijn om problemen van klanten op te lossen op doelmatige
en kwalitatief goede wijze. Aanbieders die in staat zijn binnen hun budget keuzes te maken voor andere manieren van
zorgverlening en/of goedkopere zorg of voorzorg. Aanbieders die de klant ondersteunen om zelf de regie te blijven voeren over zijn leven in zijn eigen leefomgeving.
1.3.5 Verminderen van bureaucratie Menzis Zorgkantoren kopen AWBZ-zorg in die gepaard gaat met veel wet- en regelgeving. Bij de inkoop ervan wordt rekening gehouden met de principes van aanbesteding. Selectie en gunning van van inschrijvers geschiedt op transparante, non-discriminatoire en objectieve wijze.
Daarbij is verantwoording nodig waarbij inschrijvers op adequate wijze met elkaar vergeleken kunnen worden. Daarnaast worden waar mogelijk administratieve vereisten zodanig toegepast dat geen onnodige gegevens worden opgevraagd of er kans is op onbedoeld onjuiste aanlevering van gegevens.
Menzis gaat in de relatie met de zorgaanbieder uit van het principe ‘high trust, high penalty’ en maakt zoveel mogelijk gebruik van reeds beschikbare informatie. Bij gerede twijfel, of in geval van (steekproefsgewijze) controle, kan Menzis aanvullende informatie opvragen.
In het kader van het Experiment Regelarme Instellingen heeft VWS instellingen geselecteerd die zijn gestart met het ‘regelarm werken’. Ook in de Menzisregio’s zijn daarbij diverse zorgaanbieders betrokken.
Menzis participeert in enkele van deze experimenten. ‘Best practices’ op het gebied van vermindering administratieve lasten en verlagen regeldruk bij andere projecten worden actief gevolgd door Menzis.
Daarbij vindt Menzis het belangrijk dat regels gebruikt worden in relatie tot de resultaten die ze moeten opleveren: kostenbeheersing, klantwaarde en kwaliteitverbetering.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
12
2. Omgevingsanalyse In dit hoofdstuk wordt een korte omschrijving gegeven van de doelgroep. Daarnaast worden de uitkomsten van een kwalitatieve en kwantitatieve marktanalyse beschreven.
2.1 Omschrijving doelgroep De Gehandicaptenzorg biedt zorg en ondersteuning aan mensen met een beperking. In deze zorg en ondersteuning kent Menzis een onderscheid naar de volgende doelgroepen: • lichamelijke beperking
• verstandelijke beperking • zintuiglijke beperking
Het gaat om mensen van alle leeftijden. Mensen met een beperking hebben vaak hun leven lang zorg en ondersteuning nodig.
Kenmerkend voor de gehandicaptenzorg is dat de zorg en ondersteuning, wanneer nodig, geboden kan worden bij alle aspecten van het leven: wonen, werk en dagbesteding, vrijetijdsbesteding, sociale activiteiten, gezondheid, veiligheid
en belangenbehartiging. Bij de manier waarop dat gebeurt, wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de wensen van de klanten. Kernbegrippen daarbij zijn: kleinschaligheid, maatwerk en optimale participatie in de samenleving.
2.1.1 Mensen met een lichamelijke beperking Veel mensen met een lichamelijke beperking kunnen zich met hulpmiddelen en aangepaste woon- en werkvoorzieningen over het algemeen goed redden in de maatschappij.
Bij zware lichamelijke beperkingen kan gebruik worden gemaakt van de zogenaamde ADL-clusters. De zorg wordt dan in een eigen woning geboden. Omdat de zorgbehoefte dusdanig groot is, is er sprake van geclusterd wonen.
Indien sprake is van een lichamelijke beperking in combinatie met een licht verstandelijke beperking of psychosociale c.q. psychiatrische problematiek, is een beroep op AWBZ-zorg vaak noodzakelijk. Dit geldt ook voor mensen met niet aangeboren hersenletsel; deze groep heeft veel baat bij het aanbod uit de Lichamelijke Gehandicaptenzorg.
2.1.2 Mensen met een verstandelijke beperking Onder invloed van begrippen als emancipatie en participatie heeft in de zorg voor mensen met een verstandelijke
beperking in de laatste decennia een grote omslag plaatsgevonden. Er ontstond een grotere diversiteit in het aanbod
van Gehandicaptenzorg, meer gericht op kleinschaligheid. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de toegenomen vraag naar kleinschalige voorzieningen als zorgboerderijen, gezinshuizen en kleine zelfstandige woonvormen. Deze initiatieven worden vaak met behulp van PGB’s gefinancierd.
Op andere levensdomeinen zoals werken en vrijetijdsbesteding bestaat veel variatie in de keuzes die mensen met een
verstandelijke beperking (kunnen) maken. Mensen met een licht verstandelijke beperking vinden hun weg in het leven, ze verrichten betaalde arbeid, al dan niet in een beschutte werkomgeving. Daarnaast maken ze zo veel mogelijk deel uit van het reguliere verenigingsleven, bijvoorbeeld op het gebied van sport en andere vormen van vrijetijdsbesteding. Hebben
mensen een matige of zware verstandelijke beperking dan wordt meestal gebruik gemaakt van dagbesteding in de AWBZ. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
13
Naarmate mensen zwaardere beperkingen hebben, is de deelname aan het reguliere verenigingsleven minder. Toch is het belangrijk dat ook deze groep deel uitmaakt van de samenleving. In sommige situaties verloopt de participatie in omgekeerde richting, in die zin dat instellingen toegankelijk zijn voor mensen zonder beperking.
2.1.3 Mensen met zintuiglijke beperkingen Mensen met een enkelvoudige zintuiglijke beperking hebben vooral tijdens de schoolleeftijd speciale zorg en behandeling nodig. Die moet hen in staat stellen om in hun latere leven zo goed mogelijk met hun beperking om te kunnen gaan.
In het verleden werd die behandeling vaak gegeven in een verblijfssetting waar leren en wonen werden gecombineerd.
Deze vorm komt echter steeds minder voor. De behandeling die eerder in een verblijfsinstelling werd gegeven wordt voor kinderen met een zintuiglijke beperking nu veelal in de thuissituatie gegeven.
Mensen met een enkelvoudige beperking kunnen zich met hulpmiddelen en bijvoorbeeld een doventolk over het algemeen goed redden in de maatschappij.
Als zich op latere leeftijd bijkomende beperkingen voordoen, wordt er regelmatig wel weer beroep gedaan op zorg vanuit de AWBZ.
Wanneer er sprake is van een meervoudige beperking wordt vaak een beroep gedaan op verblijfszorg. In de zogenaamde leef/leergroepen kan een klimaat worden geschapen waarbij een integraal communicatieaanbod aanwezig is. Het
aanbod voor dergelijke groepen veronderstelt een zeer specialistisch zorgaanbod. Klantenorganisaties pleiten daarvoor en hebben begrip voor het feit dat een grote spreiding van een dergelijk aanbod niet mogelijk is.
2.2 Kwalitatieve analyse In deze paragraaf worden de uitkomsten van een kwalitatieve marktanalyse beschreven. De belangrijkste ontwikkelingen in de Gehandicaptenzorg worden hier geschetst. Aan bod komen demografische ontwikkelingen, economische en politieke ontwikkelingen, sociaal maatschappelijke ontwikkelingen en technologische ontwikkelingen.
2.2.1 Demografische ontwikkelingen Het aantal mensen met een verstandelijke beperking is in Nederland in de afgelopen decennia niet veel veranderd.
Desondanks is het aantal mensen met een verstandelijke beperking dat een beroep doet op zorg flink toegenomen. De vraag naar AWBZ-zorg in de Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG) is tussen 1998 en 2009 met gemiddeld 7%
per jaar gegroeid. Deze groei is overwegend ontstaan door meer vraag naar zorg in groepen met een lichtere mate van verstandelijke beperking. Slechts een klein deel valt te verklaren door een veranderde samenstelling van de
populatievragers, bijvoorbeeld doordat de vragers jonger zijn. Voor het grootste deel heeft de groei te maken met nietgemeten factoren zoals veranderde indicatiestelling, veranderde voorkeuren of ander beleid2. Uit de Basisrapportage AWBZ (CIZ, 2012) blijkt dat deze groei zich, zowel landelijk als in de
Menzisregio’s, ook voordoet ten aanzien van het aantal indicaties in de Lichamelijke Gehandicaptenzorg (LG). Het aantal indicaties in de Zintuiglijke Gehandicaptenzorg (ZG) is in de loop van de tijd afgenomen. De belangrijkste oorzaak
hiervoor is dat sinds 1 april 2011 de functie Behandeling op grond van een zintuiglijke beperking indicatievrij is geworden.
Wordt er in algemene zin gekeken naar het soort indicaties dat is afgegeven, dan treedt er zorgverzwaring op (Rapportage aanspraak op AWBZ-zorg, CIZ, 2012). Zie ook hoofdstuk 2.3.1.
2 Bron: IQ met beperkingen, SCP, februari 2012
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
14
De ontwikkeling van de leeftijdsopbouw in Nederland laat zien dat er vergrijzing plaatsvindt: het aantal jongeren
neemt relatief iets af en het aantal inwoners van 65 jaar en ouder neemt toe tot 23,8% in 2030. De vergrijzing ligt in de Menzisregio’s iets hoger dan het landelijk gemiddelde (CBS Statline). Daarnaast is er ook sprake van krimp van
bevolkingsaantallen in gepaalde delen van de Menzisregio’s. Binnen deze regio’s zal het aantal ouderen relatief meer toenemen dan in andere regio’s en daarmee ook de problemen die samenhangen met de leeftijd.
Ook binnen de Gehandicaptenzorg zal daardoor het aantal ouderen toenemen en daarmee ook de problemen die
samenhangen met de leeftijd, met als gevolg dat deze mensen meer verzorging en/of verpleging nodig hebben. Door de
combinatie van vergrijzing en krimp is op termijn ook een afname van de beroepsbevolking te verwachten, wat kan leiden tot krapte op de arbeidsmarkt.
2.2.2 Economische en politieke ontwikkelingen De gezondheidszorg is in 2013 met 68 miljard euro de grootste post op de staatsbegroting. De uitgaven voor de
AWBZ nemen gezamenlijk circa 40% van de uitgaven van de gezondheidszorg voor hun rekening. Het aandeel van de Gehandicaptenzorg is circa 11%3.
De groei van de zorguitgaven is over de periode 2001-2010 circa 6,5% per jaar gemiddeld. Deels is deze stijging te verklaren door demografische- en loonontwikkelingen en gevolgen van overheidsbeleid. Voor het overige is het moeilijk om een
generieke uitspraak te doen of de kosten vooral veroorzaakt worden door meer mensen in zorg of meer zorg aan dezelfde mensen4. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de zorgkosten ook de komende jaren sterk blijven stijgen.
Door de financiële crisis en de toenemende zorgvraag bestaat er een flinke druk op de staatsbegroting. In de brief over de
hervorming van de langdurige zorg van 25 april 20135 van de staatssecretaris van VWS staat aangegeven dat - om de AWBZ
voor de langere termijn houdbaar te maken - het kabinet ervoor gekozen heeft de AWBZ ingrijpend te hervormen. De AWBZ wordt omgevormd tot een kern-AWBZ voor intramurale zorg voor gehandicapten en ouderen.
Een aantal aangekondigde maatregelen in het regeerakkoord wordt aangepast. Ter dekking van de wijzigingen wordt een aantal alternatieve maatregelen getroffen. Het betreft onder andere een korting van de contracteerruimte, een
tariefskorting PGB, het meerjarig bevriezen van de middelen ten behoeve van de incidentele loonontwikkeling en een algemene tariefskorting vanaf 2014 voor de verpleging en de intramurale zorg.
Voor de Gehandicaptenzorg worden in dit kader de volgende maatregelen genoemd: a) Decentralisatie extramurale begeleiding, verzorging en dagbesteding naar gemeenten
Gemeenten worden geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van begeleiding, verzorging en
dagbesteding. De aanspraken worden beperkt en meer gericht op degenen die het het hardst nodig hebben. De
activiteiten gaan vallen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De overheveling die is voorzien per 2015 zal gepaard gaan met een substantiële bezuinigingsdoelstelling. Zorgverzekeraars pleiten voor overheveling van de ‘medische’ persoonlijke verzorging naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). b) Decentralisatie jeugdzorg naar gemeenten
De jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten en gaat vallen onder de Jeugdwet. Dit betreft de
provinciaal gefinancierde jeugdzorg, jeugdzorg plus, de jeugd-GGZ (AWBZ en Zvw) en de zorg aan jeugdigen met een
verstandelijke beperking (AWBZ). Een deel van de zorg aan kinderen en jeugdigen onder de 18 jaar blijft in de kern-AWBZ
ondergebracht. Het gaat hierbij om intensieve verblijfszorg. Specifiek gaat het hier om: ZZP-LG2 en ZZP-LG 4 t/m 7, ZZP-VG
3 Bron: www.rijksbegroting .nl 4 Bron: Rapport Taskforce Beheersing Zorguitgaven, juni 2012 5 Bron: Brief Sts HLZ 25 april 2013
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
15
4 t/m 8, ZZP-ZG 2 en hoger en de SGLVG. Ook deze transitie gaat gepaard met een substantiële bezuinigingsmaatregel. De ondersteuning en langdurige zorg aan jeugdigen tot 18 jaar vergt afstemming met onderwijs. Dit wordt met betrokken partijen nader uitgewerkt. c)
Overheveling verpleging en behandeling
Extramurale verpleging gaat per 2015 over naar de Zvw. Er komt een nieuwe aanspraak ‘thuisverpleging’, waardoor extramurale verpleging binnen de eerste lijn geboden kan worden.
Het CVZ adviseert het kabinet over welke onderdelen van de extramurale AWBZ-behandeling onder de Zvw zouden
passen. De extramurale AWBZ-behandeling tot 18 jaar voor mensen met een verstandelijke beperking of psychische stoornis gaat over naar de gemeente (jeugdwet).
Van de intensieve kindzorg (nu AWBZ) wordt nog nader bezien waar deze gepositioneerd gaat worden. d) Scheiden wonen en zorg
In 2013 is gestart met het scheiden van wonen en zorg. In aanloop hiertoe is de contracteerplicht vanaf 1 januari 2012
ook voor intramurale zorg vervallen en wordt in de periode 2012 tot en met 2017 stapsgewijs overgegaan op normatieve bekostiging van kapitaallasten.
e) Extramuraliseren ZZP’s VG 1 t/m 3 (en andere ZZP’s met vergelijkbare zorgzwaarte)
De Zorgzwaartepakketten (ZZP’s) VG 1 en 2 zijn vanaf 1 januari 2013 geëxtramuraliseerd voor nieuwe klanten vanaf 23 jaar. De voorgenomen extramuralisering (hoeveel mensen kunnen thuis blijven wonen) is in de brief over de hervorming van de langdurige zorg verzacht. De zorg voor mensen met een licht verstandelijke handicap en (zware) gedragsproblemen
ouder dan 18 jaar blijven volledig onder de kern-AWBZ (LVG 1 t/m 5 en ZZP SGLVG 1). Ook mensen met een verstandelijke beperking met een ZZP VG 4 blijven in de AWBZ. Voor ZZP VG 3 gaat het kabinet er van uit dat 50% wel zelfstandig kan
wonen. De zwaardere zorg voor lichamelijk, auditief en visueel gehandicapten blijft in de AWBZ. Wel geëxtramuraliseerd worden (per 1-1-2016) ZZP LG 1 en LG 3; ZG 1 visueel en ZG 1 auditief. Opgemerkt dient te worden dat alle huidige klanten hun recht op verblijf binnen een instelling behouden. f)
Onderbrengen meerzorg in de contracteerruimte
In 2012 is de regeling voor toeslagen extreme zorgzwaarte en het Bijzonder Zorgplan omgezet in de regeling Meerzorg.
Voor 2014 heeft de NZa de opdracht gekregen te onderzoeken of de middelen voor meerzorg onder de contracteerruimte
gebracht kunnen worden, zowel voor de reeds bestaande meerzorg in de Gehandicaptenzorg als de mogelijk toekomstige meerzorg in de GGZ en V&V. De NZa zal rond 1 mei 2013 advies uitbrengen aan het ministerie van VWS. g) PGB
Het kabinet is voornemens ook voor bestaande PGB-houders met een AWBZ-indicatie voor alleen begeleiding individueel of begeleiding groep voor minder dan 10 uur per week het PGB te laten vervallen op 1 januari 2014. h) Verminderen administratieve lasten en verlichting regeldruk
Medewerkers in de zorg geven aan veel tijd kwijt te zijn aan administratie. Om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de administratieve lasten te verminderen en de regeldruk te verlichten is het kabinet experimenten gestart met
regelarme zorginstellingen. De (meeste) experimenten zijn per 1 januari 2013 gestart en hebben een looptijd van 2 jaar.
Een korte omschrijving van experimenten in de Gehandicaptenzorg in de Menzisregio’s wordt gegeven in hoofdstuk 4.5. Ook in aanpalende domeinen ziet het kabinet zich genoodzaakt om maatregelen te treffen om de houdbaarheid van het sociale stelsel te waarborgen. Te denken valt aan de Wet op Passend Onderwijs en maatregelen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Al deze maatregelen kunnen voor mensen met een beperking (grote) gevolgen hebben. De doelgroep krijgt te maken met een beperking in aanspraak op voorzieningen en/of met verschillende financieringsvormen.
Menzis vindt het belangrijk dat de ontwikkelingen in de zorginkoop passen in dit toekomstperspectief. Dat betekent dat
de zorginkoop voor zover mogelijk een ontwikkeling richting het (gewenste) perspectief laat zien: een landelijk uniforme Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
16
inkoop en uitvoering in een kern-AWBZ. In de inkoop voor 2014 zullen daartoe de eerste stappen worden gezet. Menzis
hanteert eenzelfde visie en speerpunten voor de zorginkoop 2014 ten opzichte van 2013. De invulling daarvan kan anders zijn dan in 2013 ten gevolge van leereffecten, financiële taakstelling, verbetering van kwaliteit en doelmatigheid en vereenvoudiging.
2.2.3 Sociaal maatschappelijke ontwikkelingen De maatschappij eist steeds meer en meedoen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Het huidige beleid van het
ministerie van VWS is erop gericht om mensen met een beperking zo veel mogelijk zelfstandig te laten wonen en hen te
laten participeren in de samenleving. Als daar ondersteuning bij nodig is, kan de gemeente deze bieden via de Wmo, maar ook het netwerk van naastbetrokkenen speelt daarbij een belangrijke rol.
Het kabinet is voornemens om gemeenten (vanaf 2015) geheel verantwoordelijk te laten worden voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. Zware en langdurige verblijfszorg blijft in de AWBZ. Eigen regie
Ieder mens wil zo zelfstandig mogelijk functioneren, zonder afhankelijk te zijn van anderen. Voor veel mensen met een
beperking is dat niet zo gemakkelijk. Het wordt steeds duidelijker dat autonomie en het maken van eigen keuzes mogelijk een positief effect heeft op het welzijn en daardoor zelfs op de hoeveelheid zorg die nodig is.
Bij langdurig verblijf is de uitdaging om, zelfs als zij problemen hebben om zelf de regie over hun leven te voeren, klanten in staat te stellen zo veel mogelijk hun autonomie te behouden en zelf keuzes te maken. Die kunnen op een heel basaal niveau liggen maar toch van grote waarde voor de kwaliteit van leven zijn: bijvoorbeeld op het terrein van eten en drinken, van relaties in de meest ruime zin.. Netwerk van naastbetrokkenen
Mensen zijn meer dan hun zorgvraag. Mensen willen meedoen en wanneer tijdelijk of langdurig ondersteuning nodig is, moet die gericht zijn op zelfredzaamheid, en zo mogelijk, blijvende participatie.
Maar het meedoen is meer dan dat. Meedoen voor mensen die vaak levenslang leven met een beperking, houdt ook in relaties kunnen opbouwen of behouden in een persoonlijk netwerk.
Daarvoor is het nodig dat de (langdurende) zorg deel uitmaakt van een integraal dienstverleningsconcept, waarin wonen, werken, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, mobiliteit en zorg hand in hand gaan. De zorg maakt daarmee onderdeel uit van het reguliere netwerk rondom de klant.
Mantelzorger Familie Vrienden
Buren
Thuis
Vrijwilliger
Klant
Professionele zorgverleners
Reguliere voorzieningen Instelling
Figuur 2: Netwerk rondom de klant Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
17
In netwerken rondom de klant spelen mantelzorg en vrijwilligers een belangrijke rol. In Nederland zijn naar schatting 3,5 miljoen mantelzorgers6. Hiervan verlenen 2,6 miljoen mensen langdurig en/of intensief mantelzorg. In de Verstandelijk
Gehandicaptenzorg betreft het met name ouders van mensen met een verstandelijke beperking. Volgens het SCP zal tot
2030 het aantal mantelzorgers met 5% toenemen ten opzichte van 20097. Daarnaast zijn er tussen de 300.000 en 450.000 vrijwilligers die ondersteuning bieden in de zorgverlening aan hun medemens.
De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van mantelzorgers ligt op basis van de Wmo bij gemeenten. Maar ook zorgverzekeraars ondernemen activiteiten op het gebied van ondersteuning van mantelzorgers.
Een goede betrokkenheid van het netwerk rondom de klant - zeker ook indien langdurige en zware zorg nodig is in een verblijfssetting - is in het belang van alle partijen en vooral van de klant. De praktijk laat echter zien dat het samenspel
niet altijd vanzelfsprekend en gemakkelijk is. Dit blijkt ook uit onderzoek dat Platform Mantelzorg Overijssel en Overijssel Platform VG eind 2012 uitgevoerd hebben8. De belangrijkste aanbevelingen uit dit onderzoek hebben betrekking op het serieus nemen van de mantelzorg (zie de mantelzorger als ervaringsdeskundige en adviseur bij de ondersteuning in
aansluiting op individuele behoeften), het hebben van een goed familie- of mantelzorgbeleid, het wegwijs maken van mantelzorgers binnen de instelling. Kwaliteit
Op 1 januari 2012 is de vernieuwde werkwijze van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg van start gegaan. Het doel van de vernieuwde werkwijze Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg is om tot een zinvolle en bij de sector passende wijze van gegevensverzameling te komen. Vertrekpunt vormt het zorg- en ondersteuningsplan zodat er een directe relatie is met
de leefwereld van de klant en het dagelijks handelen. Dit moet organisaties leer- en verbeterinformatie opleveren, zicht geven op de kwaliteit van zorg en ondersteuning in de sector en op de ervaring van klanten hiermee. Gegevens worden dus gebruikt voor verbeteren, verdiepen, verbinden en verantwoorden.
Het vaststellen van kwaliteit gebeurt in de vernieuwde werkwijze langs 3 wegen: pijler 1: kerngegevens kwaliteit op
organisatieniveau, pijler 2: kerngegevens kwaliteit op klantniveau (2A) en klantervaringsgegevens (2B), pijler 3: gegevens over de relatie tussen klant en professional.
Het meten van kwaliteit op organisatieniveau (pijler 1) gebeurt aan het begin van ieder kalenderjaar. Het meten van
kwaliteit op klantniveau (pijler 2A) is gekoppeld aan de jaarlijkse zorg- en ondersteuningsplanbespreking. De resultaten van pijler 1 en 2A maken op organisatieniveau onderdeel uit van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV).
Bij het meten van klantervaring (pijler 2B) kiezen instellingen een instrument uit een waaier van
klantervaringsinstrumenten. Klantervaringen worden eens per drie jaar gemeten. De definitieve waaier wordt in het
najaar van 2013 vastgesteld. De resultaten zullen op organisatieniveau onderdeel uit maken van het JMV. De manier van
meten van kwaliteit in de relatie tussen klant en professional (pijler 3) wordt in de loop van 2013 verder vormgegeven. Het betreft een interne pijler waarvan de gegevens niet openbaar beschikbaar komen.
6 Bron: Mantelzorg uit de doeken, SCP, 2010 7 Bron: De toekomst van de mantelzorger, SCP,2009
8 Bron: Rapport onderzoek samenwerken, Platform Mantelzorg Overijssel en Overijssel Platform VG, 2012
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
18
2.2.4 Technologische ontwikkelingen Technologische ontwikkeling wordt steeds meer een belangrijke pijler voor het betaalbaar en toegankelijk houden
van de Gehandicaptenzorg voor een brede doelgroep. Gezien de groeiende vraag en de beperkte beschikbaarheid van
zorgmedewerkers, wordt gezocht naar slimme oplossingen. ICT en domotica kunnen daarbij van dienst zijn. In de sector
wordt steeds vaker een beroep gedaan op de mogelijkheden van de beleidsregel zorginfrastructuur. Dit toont aan dat er
voortdurend aandacht is voor de ontwikkelingen van praktische toepassingen die effectief zijn, de leefsituatie van klanten verbeteren of het werk effectiever en veiliger maken. Daarbij kan worden gedacht aan (nacht)zorg op afstand en nieuwe producten die langer zelfstandig wonen mogelijk maken; bijvoorbeeld begeleiding op afstand met videocommunicatie.
2.3 Kwantitatieve analyses GZ In deze paragraaf komt de kwantitatieve analyse aan bod. Allereerst wordt ingegaan op de huidige vraag in de sector Gehandicaptenzorg. Vervolgens worden het aanbod en de eventuele wachtlijsten beschreven.
2.3.1 De vraag Het aantal mensen met een verstandelijke beperking is in Nederland in de afgelopen decennia niet veel veranderd.
Desondanks is het aantal mensen met een verstandelijke beperking dat een beroep doet op zorg flink toegenomen.
De vraag naar AWBZ-zorg in de Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG) is tussen 1998 en 2009 met gemiddeld 7% per jaar gegroeid. Deze groei is overwegend ontstaan door meer vraag naar zorg in groepen met een lichtere mate van
verstandelijke beperking. Slechts een klein deel valt te verklaren door een veranderde samenstelling van de populatie
vragers, bijvoorbeeld doordat de vragers jonger zijn. Voor het grootste deel heeft de groei te maken met niet-gemeten factoren zoals veranderde indicatiestelling, veranderde voorkeuren of ander beleid9.
Uit de Basisrapportage AWBZ (CIZ, 2012) blijkt dat deze groei zich ook voordoet ten aanzien van het aantal indicaties in
de Lichamelijk Gehandicaptenzorg (LG). Het aantal indicaties in de Zintuiglijke Gehandicaptenzorg (ZG) is in de loop van de tijd afgenomen. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat sinds 1 april 2011 de functie behandeling op grond van een zintuiglijke beperking indicatievrij is geworden.
Wanneer in de VG, LVG en LG wordt gekeken naar het soort indicaties dat door het CIZ landelijk is afgegeven voor verblijf in een AWBZ-instelling, dan komt voor de periode juli 2011 – juli 2012 naar voren dat: • het aantal geïndiceerde ZZP’s VG 1, LVG 1, LVG 2, LG 1, LG 3, LG 5 afneemt
• het aantal geïndiceerde ZZP’s VG 5 afneemt en VG 8 toeneemt, waarbij sprake is van een toename van het totaal10
• de overige geïndiceerde ZZP’s stabiel zijn of toenemen. Met name t.a.v.. VG 3 en 6 (gedragsproblematiek) en LVG 4
doet zich een toename voor.
Zoals weergegeven in figuur 3 laten de Menzisregio’s een vergelijkbaar beeld zien. Een specificatie is te vinden in de Basisrapportage AWBZ (CIZ, 2012).
9 Bron: IQ met beperkingen, SCP, februari 2012 10 Vanaf 2011 komt een deel van de doelgroep van het oude pakket VG5 in het nieuwe pakket VG8 terecht
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
19
LVG 600
500
400
Legenda:
300
1-jul-11 1-jan-12 1-jul-12
VG
200
100
0
3000
LVG1
LVG2
LVG3
LVG4
LVG5
2500
LG 2000
800 700
1500
600 500 400
1000
300 200
500
100 0
0 VG1
VG2
VG3
VG4
VG5
VG6
VG7
VG8
LG1
LG2
LG3
LG4
LG5
LG6
LG7
Figuur 3: Indicaties in de Menzis regio’s (Arnhem, Groningen, Twente) Wanneer wordt gekeken naar de extramurale indicaties die landelijk zijn afgegeven in de VG en LG dan komt voor de periode juli 2011 – juli 2012 naar voren dat er voor VG 18 jaar en ouder en de LG over het algemeen sprake is van een
toename van het aantal indicaties. Voor VG 0-17 jaar is sprake van een afname. Dit laatste zou te maken kunnen hebben met de aanscherping van de PGB-regeling.
De Menzisregio’s laten op onderdelen een afwijkend beeld zien. In Arnhem is het aantal indicaties PV en VP voor VG 18 jaar en ouder stabiel. In Groningen is het aantal indicaties voor VG 18 jaar en ouder stabiel. In Twente is het aantal indicaties
BG groep voor VG 18 jaar en ouder stabiel, PV en VP is stabiel voor zowel VG 0-17 als VG 18 jaar en ouder. Een specificatie is te vinden in de Basisrapportage AWBZ (CIZ, 2012).
De geplande overheidsmaatregelen ten aanzien van extramuralisatie, overheveling en decentralisatie zoals beschreven in hoofdstuk 2, paragraaf 2.2.2. zullen van invloed zijn op de indicatiestelling de komende jaren.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
20
2.3.1 Het aanbod In de Menzisregio’s wordt in 2012 circa € 911 miljoen aan Gehandicaptenzorg besteed: 376 in regio Arnhem, 270 in regio
Groningen en 265 in regio Twente. Dit is een stijging van circa 8% ten opzichte van het jaar daarvoor. Er zijn 68 aanbieders die in de Menzisregio’s zorg bieden voor mensen met een beperking, waarvan 28 in regio Arnhem, 20 in regio Groningen en 20 in regio Twente. Aanbieders kunnen deze zorg intramuraal en/of extramuraal aanbieden. In het vervolg van deze paragraaf wordt daar verder op ingegaan. Intramuraal
In de Menzisregio’s wordt in 2012 circa € 736 miljoen besteed aan de intramurale zorg: € 314 miljoen in regio Arnhem, € 203
miljoen in regio Groningen en € 219 miljoen in regio Twente. Deze zorg wordt geleverd door 43 verschillende aanbieders, waarvan 20 in regio Arnhem, 13 in regio Groningen en 10 in regio Twente.
Om te voorzien in de aanwezige behoefte zijn bij de aanbieders in de regio Arnhem 4.588 intramurale plaatsen
gecontracteerd, in regio Groningen 2.854 en in regio Twente 3.14511. Een stijging van circa 3% ten opzichte van vorig jaar12.
In onderstaande figuur is per regio de verdeling van de gecontracteerde plaatsen weergegeven over de verschillende subsectoren: Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VG), Licht Verstandelijk Gehandicaptenzorg (LVG), Lichamelijk Gehandicaptenzorg (LG), Auditief Gehandicaptenzorg (ZGaud) en Visueel Gehandicaptenzorg (ZGvis).
100% 80% 60% 40% 20% 0%
Arnhem
Groningen VG
LVG
LG
Zgaud
Tw ente Zgvis
Figuur 4: Gecontracteerde aanbod 2013 per regio Figuur 4 laat zien dat het aanbod voor mensen met een verstandelijke beperking in iedere regio het grootste aandeel
vormt. In Arnhem 79%, in Groningen 77% en in Twente 85%. Wanneer naar het soort plaatsen wordt gekeken dan komt
naar voren dat rond de 50% van de plaatsen gecontracteerd is voor de ZZP’s 5 en hoger. Het gecontracteerde aanbod voor
mensen met een lichamelijke beperking is in de regio Arnhem het grootst. Dit is te verklaren door de aanwezigheid van een gespecialiseerde instelling in deze regio. Daarnaast neemt de omvang van het gecontracteerde LG- aanbod (alle ZZP’s) bij
instellingen in de sector V&V toe. Dit heeft mede te maken met de herdefiniëring van het CIZ van het onderscheid tussen de grondslag Somatische aandoening (SOM) en Lichamelijke handicap (LG). De ingekochte zorg voor mensen met een
auditieve beperking is in de regio Groningen het grootst. Dit komt doordat een gespecialiseerde aanbieder in deze regio een intramurale vestiging heeft en Menzis deze zorg ook contracteert voor regio’s in het westen en midden van het land.
11 Gebaseerd op de herschikkingsafspraken voor 2012. 12 Gebaseerd op de herschikkingsafspraken voor 2011. In het sectorplan 2013 is een ander uitgangspunt gehanteerd waardoor de
waarden in het sectorplan 2013 niet één op één vergelijkbaar zijn met de waarden in het sectorplan 2014.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
21
Naast intramurale plaatsen worden ook afspraken gemaakt over Volledig Pakket Thuis (VPT), spoedzorg en logeren:
• In alle regio’s zijn afspraken gemaakt over VPT. VPT wordt met name geleverd in de subsector VG maar inmiddels ook
in de LG (regio Twente) en in de LVG (regio’s Groningen en Twente). Menzis ziet een toename t.o.v.. vorig jaar, met name voor VG 3 en hoger.
• In alle regio’s zijn afspraken gemaakt voor spoedzorg. In regio Arnhem bij 6 aanbieders, in regio Groningen bij 2 en in
regio Twente bij 1. Spoedzorg wordt met name geleverd in de subsector (L)VG.
januari 2011 is de toegang tot de functie kortdurend verblijf aangescherpt. Ten gevolge hiervan is het aantal
• In alle regio’s zijn afspraken gemaakt over logeren. Logeren wordt met name geleverd in de subsector VG. Sinds 1
beschikbare logeerplekken met ruim een derde afgenomen. Het aantal aanbieders is vrijwel gelijk bleven.
In plaats van een indicatie via Zorg-in-Natura (ZIN) te verzilveren kan dit ook via een Persoonsgebonden Budget (PGB).
Wanneer beide als percentage van de bevolkingsaantallen worden uitgedrukt ziet de verhouding eruit zoals weergegeven in tabel 1.
Arnhem
Groningen
Twente
Aantal inwoners
840.000
575.000
560.000
% ZIN excl. VPT en logeren (obv. Herschikkingsafspraak 2012)
0,55%
0,50%
0,56%
% PGB (obv. Toekenning 2012)
0,11%
0,16%
0,12%
Tabel 1: Verhouding ZIN en PGB tussen de Menzis-regio’s Het aanbod Zorg-in-Natura ligt in de regio Groningen relatief lager dan in de andere regio’s, verzilvering via PGB ligt relatief hoger. Extramuraal
In de Menzis regio’s wordt in 2012 circa € 175 miljoen besteed aan de extramurale zorg: € 62 miljoen in regio Arnhem, € 67 miljoen in regio Groningen en € 46 miljoen in regio Twente. Deze zorg wordt geleverd door 65 verschillende aanbieders, waarvan 26 in regio Arnhem, 19 in regio Groningen en 20 in regio Twente.
In de subsector VG en LG worden afspraken gemaakt voor individuele begeleiding, persoonlijke verzorging, verpleging, behandeling en dagactiviteiten plus vervoer. In de subsector LG bij meer dan 8 aanbieders. In de subsector VG bij meer dan 38.
In de subsector LVG worden afspraken gemaakt voor behandeling en dagactiviteiten met een beperkt aantal aanbieders in de verschillende regio’s.
In de subsector ZGvis worden in beperkte omvang afspraken gemaakt voor individuele begeleiding en behandeling bij een daarvoor gespecialiseerde aanbieder in de regio Groningen.
In de subsector ZGaud worden afspraken gemaakt voor individuele begeleiding, behandeling en dagactiviteiten
plus vervoer bij daarvoor gespecialiseerde aanbieders in de verschillende regio’s. Het grootste deel van de afspraken
wordt gemaakt in de regio Groningen. Het is van belang op te merken dat Menzis deze zorg in de regio Groningen ook contracteert voor regio’s in het westen en midden van het land.
In Arnhem zijn 2 gespecialiseerde aanbieders voor begeleiding NAH. In Groningen één en in Twente ook. Daarnaast is
er een aanbieder die zowel in regio Arnhem als Twente begeleiding NAH biedt. Voor ernstig meervoudig gehandicapte kinderen zijn in Arnhem 3 gespecialiseerde instellingen, in Groningen 3 en in Twente 1.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
22
2.3.2 De wachtlijst De wachtlijsten voor mensen met een beperking zijn in de Menzisregio’s in februari 2013 in kaart gebracht. Het betreft
de intramurale wachtlijst. Er mag van worden uitgegaan dat extramuraal wachtenden in principe de zorg krijgen die ze
nodig hebben. Dit vanwege het gegeven dat extramuraal de zorg bekostigd wordt conform het ‘geld volgt klant’ principe. Onderstaande tabel laat per regio per subsuctor (toegedeeld o.b.v. ZZP-indicaties) het aantal actief wachtenden zien.
Actief wachtenden zijn klanten die een directe opnamewens hebben. Ook laat de tabel zien hoeveel mensen langer dan de treeknorm (13 weken) wachten.
Arnhem VG
LVG LG ZGaud ZGvis Totaal
Groningen
Twente
Totaal
2-12
2-13
2-12
2-13
2-12
2-13
2-12
2-13
Aantal
57
38
30
12
32
18
119
68
% > treeknorm
32%
-
27%
-
25%
-
29%
-
Aantal
8
5
8
1
28
0
44
6
% > treeknorm
25%
-
50%
-
18%
-
25%
-
Aantal
24
8
46
6
8
10
78
24
% > treeknorm
8%
-
15%
-
38%
-
15%
-
Aantal
3
0
2
0
0
1
5
1
% > treeknorm
-
-
-
-
-
-
-
-
Aantal
1
1
4
2
2
1
7
4
% > treeknorm
-
100%
75%
-
50%
-
57%
-
Aantal
93
52
90
21
70
30
253
103
% > treeknorm
24%
2%
24%
4%
24%
-
24%
1%
Tabel 2: actief wachtenden per regio per subsector Er zijn in februari 2013 103 actief wachtenden: 52 in Arnhem, 21 in Groningen en 30 in Twente. Hiervan wacht 1% langer
dan de treeknorm. Wordt het aantal wachtenden uitgedrukt als percentage van het aantal gecontracteerde plaatsen, dan ligt het percentage wachtenden op 1%. Dit betekent dat de daling die Menzis begin 2012 zag ten op zichte van 2011, zich
verder voortzet. Het aantal mensen dat langer dan de treeknorm wacht, is sterk afgenomen. Opgemerkt dient te worden dat naar aanleiding van de trendrapportage Wachtlijsten van het CVZ de wachtlijsten begin 2013 zijn opgeschoond. Het
merendeel van de klanten die als actief wachtende stonden geregistreerd en langer dan de treeknorm wachtten, bleken over een onjuiste wachtstatus te beschikken. Over het algemeen betrof het wens- of slapend wachtenden.
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen waarin het voorkomen van een dubbele grondslag is weergegeven. Hieruit
komt naar voren dat circa 30% van de wachtenden een tweede grondslag heeft. Het gaat met name om de volgende klantgroepen:
• Jeugdigen met een VG- of LVG-ZZP met als tweede grondslag psychiatrie.
• Ouderen met een LG-ZZP met als tweede grondslag somatiek. We zien dat de meerderheid van deze klanten bij een
V&V-instelling op de wachtlijst staan.
Deze klantgroepen behoeven aandacht. In de Menzisregio’s is geen sprake van een problematische wachtlijst. Vraag een aanbod zijn over het algemeen goed op elkaar afgestemd.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
23
3. Signalen uit de markt Voor de ontwikkeling van haar inkoopbeleid hecht Menzis grote waarde aan de raadpleging van stakeholders. Daarom
zijn gesprekken gevoerd met en/of is informatie verkregen van verschillende klantenorganisaties (Kansplus, VG belangen, Onderling Sterk en Fodok) en de MEE’s.
Daarnaast is gesproken met verschillende (regionale platforms van) zorgaanbieders en is met de VGN de door haar uitgevoerde landelijke evaluatie van het inkoopbeleid 2013 besproken.
In deze raadpleging zijn de inkoopdoelen van Menzis aan de orde geweest in relatie tot de inkoop 2014. Eigen regie en
participatie gelden hierbij als belangrijke waarden. De inkoopdoelen zijn een bestendiging van de inkoopdoelen 2013. Aan de hand van de gekozen criteria voor 2013 zijn de marktpartijen om aandachtspunten gevraagd.
3.1 Versterken positie van de klant Regie individuele klant
Eigen regie ondersteunen en vraaggericht werken zijn uitgangspunten die worden omarmd door de marktpartijen. Als
klanten dat kunnen en willen moeten ze kunnen aangeven wat ze belangrijk vinden en welke mogelijkheden en wensen uitgangspunten moeten zijn voor de te verlenen zorg. Deze wensen en mogelijkheden moeten een plek krijgen in het
individuele zorgplan. Wel zijn ‘eigen kracht’ en ‘eigen regie’ voor en door mensen met een zware beperking moeilijk(er) vorm te geven.
Externe toetsing zorgplansystematiek
Het belang van het actief gebruiken van het zorgplan wordt door niemand betwist. Klanten geven aan dat de externe
toetsing van zorgplannen een goede keus is geweest. Deze toetsing moet gericht zijn op concrete inbreng en resultaten voor de klant. De uitkomst van de zorgverlening moet goed en klantgericht zijn, met ‘welbevinden’ als belangrijke graadmeter. Dat er een verschil is in de theoretische kwaliteit en de dagelijkse praktijk rondom de functie van het zorgleefplan tonen de evaluatie van het Besluit zorgplanbespreking13 en onderzoek van Vilans14 ook aan. Cliëntenraad
De invloed van de klant kan goed tot zijn recht komen in een goed geoutilleerde en functionerende cliëntenraad.
Hierin valt nog wel een verbeterslag te maken. Door klantvertegenwoordigers wordt aangegeven dat binnen sommige organisaties cliëntenraden nog slecht gefaciliteerd worden en te laat geïnformeerd. Naastbetrokkenen
Marktpartijen onderschrijven het belang van naastbetrokkenen in de zorgverlening aan de klant. Er moet sprake zijn
van een goede dialoog tussen klanten, naastbetrokkenen en zorgaanbieder. Betrokkenheid van naastbetrokkenen moet onderdeel zijn van de bejegening van de zorgaanbieder.
Het inschakelen van de naaste omgeving en buddy’s, zoals nu geformuleerd in het inkoopbeleid, lijkt te veel op het
voorschrijven van een resultaat. Inschakelen moet onderdeel zijn van de attitude van de zorgverlener. Hier kun je als Zorgkantoor zicht op krijgen door met de aanbieder in gesprek te gaan.
13 Evaluatie Besluit zorgplanbespreking, Ploegman, M.,Gijzel, H. Otte, W. Deloitte, 11 februari 2013. 14 In dialoog over het ondersteuningsplan. Een exploratief onderzoek naar de betrokkenheid van mensen met verstandelijke
beperkingen bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van hun ondersteuningsplan, Herps M.A., Buntinx W.H.E & Curfs L.M.G., 2012.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
24
3.2 Keuzevrijheid en diversiteit van wonen Het ‘gewone leven’ zo veel mogelijk ruimte geven, is de koers die iedereen ondersteunt. Bij de in te zetten zorg en
ondersteuning behoren de mogelijkheden van de klant een grote rol te spelen en moeten “inclusie” en “participatie” de
uitgangspunten zijn. Maar stel daarbij geen norm, zo geven zorgaanbieders aan. Zowel klanten als aanbieders verschillen.
Marktpartijen zijn zich ervan bewust dat er veel veranderingen aan komen. Extramuralisering is een ontwikkeling die niet tegen te houden is. Maar – zo geven klantenorganisaties aan – mensen met een zware beperking moeten aanspraak op AWBZ-zorg blijven behouden.
Zorgaanbieders geven aan in het Zorgkantoor een “partner” te zoeken om zo goed mogelijk om te gaan met deze
veranderingen. Bovendien zou volgens de zorgaanbieders de aangekondigde maatregelen geen betrekking moeten hebben op huidige, zittende klanten en pleiten zij voor behoud van de ZZP’s 3 en 4 in de AWBZ.
Zorgaanbieders onderschrijven het belang van vermaatschappelijking. Ook voor de hogere ZZP’s geldt dat er keuzemogelijkheden moeten blijven voor zo normaal mogelijk blijven wonen.
Tevens verwachten zorgaanbieders dat de zorgverzekeraar haar rol op zich neemt op het snijvlak van Zvw, AWBZ en Wmo.
3.3 Verbeteren van kwaliteit van zorg en innovatie Het meten van ‘zachte’ elementen van klanttevredenheid en de mate waarin aanbieders bevorderen dat klanten daadwerkelijk participeren is nog niet zo eenvoudig. Een goed instrument daarvoor ontbreekt.
Zorgaanbieders hebben kritische opmerkingen over het kwaliteitskader. Het is tot nu toe te theoretisch. De manier van invullen kan verschillen.
Het uitwisselen van goede voorbeelden draagt bij tot het verbeteren van kwaliteit. Klanten vinden goede beschikbaarheid van zorg in de nabijheid van de woonomgeving erg belangrijk. Verder wordt er aandacht gevraagd voor:
• Licht verstandelijk beperkte ouders/moeders • Dubbeldiagnose VG/Psychiatrie
• Normaal begaafde autistische jongeren/jong volwassen hebben begeleiding nodig, ook bij het wonen. Problematiek
blijft vaak verstopt doordat ouders te lang doorgaan.
Bestendigen financiële houdbaarheid
• Nazorg voor mensen met NAH: na behandeling vallen klanten soms in een gat wanneer ze weer thuis zijn.
3.4 Bestendigen financiële houdbaarheid Dit onderwerp is in de consultaties niet specifiek behandeld.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
25
3.5 Verminderen bureaucratie In dit kader worden de volgende zaken door aanbieders benoemd:
• Geen dubbele toetsingen en verantwoordingen bijvoorbeeld t.a.v. kwaliteit
• Geen methode op basis van bonus/malussen; kies een methode van op bezoek en in gesprek gaan • Mogelijkheid bieden voor het sluiten van een meerjarenovereenkomst • Kies een aantal beperkte thema’s voor bonus/malussen
• Vraag niet aan aanbieders om overal verantwoordingsrapportages voor te moeten aanleveren
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
26
4. Conclusies en invulling inkoopdoelen In dit hoofdstuk worden de conclusies uit de omgevingsanalyse en de consultaties van de marktpartijen vertaald naar
inkoopdoelen. Bij het opstellen ervan is uitgegaan van de missie en visie van Menzis en de afspraken die zorgverzekeraars binnen Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben gemaakt. Daarnaast staat, conform 2013, de bijdrage van de inkoopdoelen aan eigen regie en participatie van de klant op verschillende domeinen centraal.
4.1 Versterken positie van de klant Menzis vindt het belangrijk dat ondersteuning van de klant vorm krijgt vanuit het perspectief van de klant. Eigen regie en participatie van de klant waar mogelijk, is daarbij een belangrijk uitgangspunt. De klant moet zelf keuzes kunnen maken.
Instellingen moeten hun aanbod zo inrichten dat daar aan tegemoet gekomen wordt en dat er voor klanten iets te kiezen is op alle levensdomeinen.
Het zorgplan speelt hierbij een centrale rol. Maar ook het netwerk rondom de klant, juiste en begrijpelijke klantinformatie, cliëntenraden en klantenorganisatie leveren een bijdrage aan het versterken van de positie van de klant (binnen een zorginstelling).
Zorgplansystematiek
In een zorgplan worden afspraken over inzet, doel en beoogd resultaat van de dagelijkse zorgverlening vastgelegd. De wens van de klant vormt hierbij het uitgangspunt. Menzis vindt het belangrijk dat op een voor de klant begrijpelijke
manier de behoefte aan zorg wordt gedefinieerd, ingevuld en weergegeven in het zorgplan. De klant moet hierbij als
een volwaardige gesprekspartner een rol kunnen spelen. De klant is eigenaar van het zorgplan. Het zorgplan moet de basis zijn voor de dagelijkse zorg- en dienstverlening aan de klant op alle levensdomeinen. Zo vaak als professioneel
noodzakelijk is, maar minimaal één keer per jaar, wordt met de klant geëvalueerd of aan dit uitgangspunt wordt voldaan, de zorg nog steeds naar wens is, de gemaakte afspraken worden nageleefd en de beoogde resultaten worden behaald. Zo nodig vinden bijstellingen plaats. Indien de klant dit wenst, wordt bij het opstellen en de evaluatie van het zorgplan het netwerk van de klant betrokken en/of vindt onafhankelijke ondersteuning plaats.
Menzis vindt het belangrijk dat aanbieders zich actief richten op het versterken van mogelijkheden voor klanten tot
eigen regie en participatie. De aanbieder laat een onafhankelijke partij beoordelen of het zorgplan een weerslag vormt van in dat kader met de klant gemaakte afspraken. Menzis heeft in 2013 een beweging op gang gebracht die in overleg
met de cliëntenraad in 2014 moet leiden tot verdere stappen. Menzis verwacht van aanbieders dat zij - op grond van de uitkomsten van de onafhankelijke toetsing - vervolgstappen ondernemen. Netwerk rondom de klant
Mensen zijn meer dan hun zorgvraag. Mensen willen meedoen en wanneer ondersteuning nodig is moet die gericht zijn op zelfredzaamheid en, zo mogelijk, blijvende participatie.
Daarvoor is het nodig dat de (langdurende) zorg deel uitmaakt van het netwerk rondom de klant, naast de naastbetrokkenen, mensen in de eigen omgeving van de klant en reguliere voorzieningen.
Menzis vindt het belangrijk dat het netwerk rondom de klant actief wordt betrokken in het zorgverleningsproces van de individuele klant. De zorg moet aansluiten bij c.q. is aanvullend op het reguliere netwerk van de klant. Menzis vindt het belangrijk dat aanbieders naastbetrokkenen (familie, vrienden, mantelzorgers etc.) een rol geven in de ondersteuning aan de klant. Ook kunnen naastbetrokkenen, indien de klant dat wenst, een belangrijke rol spelen bij de individuele
belangenbehartiging. Menzis wil stimuleren dat zorgaanbieders in hun beleid rekening houden met deze rollen van naastbetrokkenen en hen daarbij zoveel mogelijk ondersteunen. Daar staat tegenover dat veel bewoners in
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
27
instellingen geen netwerk (meer) hebben dat ze kan ondersteunen. De inzet van een buddy of onafhankelijke individuele belangenbehartiging, bijvoorbeeld door de Stichting Mentorschap, kan zo nodig voorzien in deze leemte. Klantinformatie
Om tot de juiste keuzes te komen is het voor de klant en zijn netwerk belangrijk dat zij over de juiste informatie
beschikken. Ook ten aanzien van de veranderingen die op hen afkomen ten gevolge van de economische en politieke
ontwikkelingen zoals geschetst in hoofdstuk 2.2.2. Bij deze informatievoorziening speelt de zorgaanbieder een belangrijke rol. Menzis wil dat zorgaanbieders voorafgaand aan en tijdens de zorgverlening zorg dragen voor een volledige, tijdige en begrijpelijke informatievoorziening over de rechten en plichten van de klant. Ook eventuele aanvullende diensten en de daarmee samenhangende kosten voor de klant, maken hier onderdeel van uit. Cliëntenraden
Op ieder niveau binnen het zorgproces moet de klant zijn invloed kunnen doen gelden. Van de individuele relatie met zijn
directe zorgverlener tot aan overleggen met beleidsmakers. Op verschillende niveaus krijgt dat op verschillende wijze vorm. Binnen de instelling behartigt de cliëntenraad de belangen van de klanten van de instelling. In overleg met de cliëntenraad
worden naar aanleiding van klantervaringsonderzoeken verbeteracties vastgesteld. Menzis vindt het daarom belangrijk dat cliëntenraden goed kunnen functioneren en op professionele wijze uitvoering kunnen geven aan de belangenbehartiging van klanten. Als cliëntenraden daar ondersteuning bij nodig hebben, moeten instellingen deze faciliteren.
Menzis levert graag een bijdrage aan het goed functioneren van cliëntenraden. Menzis zal dan ook op haar verzoek aan een cliëntenraad informatie verstrekken, schriftelijk of mondeling, of aansluiten bij een overleg van de cliëntenraad.
Menzis ziet er meerwaarde in als regionale cliëntenraden met elkaar in contact komen om met elkaar actuele thema’s te bespreken en ervaringen uit te wisselen. Menzis zal daartoe bijeenkomsten organiseren. Klantenorganisaties
Cliënten- en familieraden zijn een belangrijke gesprekspartner voor de instelling. Daarnaast zijn er regionale en
landelijke klantenorganisaties die een meer overstijgende rol hebben en hun invloed aanwenden om de klantbelangen beleidsmatig een stem te geven. Wij noemen hier als voorbeeld VG Belang, dat in de Menzisregio’s een aantal regionale afdelingen kent. Hieronder ressorteren verenigingen als Kansplus, Philadelphia support, ‘dit Koningskind’ en ‘Onderling Sterk’. Naast het feit dat ze belangen behartigen, fungeren deze organisaties als kenniscentrum en organiseren ze lotgenotencontacten. In regionaal verband zijn ze op hun beurt vaak weer onderdeel van ‘Zorgbelang’.
Hun belang voor de sector moet niet onderschat worden, echter ze worden steeds meer gemarginaliseerd door het
wegvallen van landelijke en provinciale subsidies. Menzis betreurt dat en zal landelijk pleiten voor meer structurele
ondersteuning. Menzis ziet mogelijkheden om deze organisaties een rol te laten spelen bij de uitvoering van projecten.
4.2 Keuzemogelijkheden en diversiteit van wonen Menzis streeft ernaar om de klantwens als uitgangspunt te nemen voor de wijze waarop het onderdeel ‘wonen’ vorm
wordt gegeven. Menzis gaat er hierbij vanuit dat de zorg zo lang mogelijk in de eigen omgeving wordt geboden; de zorg maakt daarbij onderdeel uit van het reguliere netwerk rondom de klant.
Gezien de toenemende druk op de contracteerruimte, de beperkte middelen voor (uitbreiding van) verblijfscapaciteit en de aangekondigde kabinetsmaatregelen is dit ook noodzakelijk.
Daarom zet Menzis in op zorg in eigen omgeving, zo lang als dat kan. De aanspraak op verblijf en de plek waar zorg wordt geboden zijn niet altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wonen is aanvullend op de zorg, geen onderdeel ervan. Een extramuraal zorgarrangement of een Volledig Pakket Thuis zijn manieren waarop dit vorm kan krijgen.
Natuurlijk zijn er klanten voor wie deze vormen niet mogelijk of wenselijk zijn. Dan is zorg nodig in de vorm van een
intramuraal aanbod. Bijvoorbeeld omdat de zorgbehoefte te omvangrijk of te complex is of onlosmakelijk verbonden is aan de fysieke omgeving.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
28
De totaal beschikbare intramurale capaciteit is voldoende om klanten een adequaat aanbod te kunnen bieden. Menzis
stuurt erop dat aanbieders die beschikbare intramurale capaciteit optimaal benutten voor klantgroepen die daar op zijn aangewezen. Voor de overige klantgroepen wil Menzis dat de aanbieders de geïndiceerde zorgvraag zoveel mogelijk op een andere manier invullen, bijvoorbeeld via een extramuraal zorgarrangement of Volledig Pakket Thuis (VPT).
Door extramuralisatie en het beperken van de toegang tot het PGB neemt de druk op extramurale zorg toe. Menzis houdt hier rekening mee in de herschikkingssystematiek.
4.3 Verbeteren van kwaliteit en bevorderen innovatie 4.3.1 Kwaliteitsindicatoren Om de door instellingen voor Gehandicaptenzorg geleverde kwaliteit van zorg en ondersteuning vast te kunnen stellen, is binnen het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg een nieuwe, landelijke werkwijze afgesproken. Consensus is er tussen
landelijke partijen dat zorgaanbieders conform een daartoe vastgesteld instrumentarium gegevens aanleveren. Menzis
verwacht dat aanbieders deelnemen aan het afgesproken proces en zich conformeren aan landelijk gemaakte afspraken met betrekking tot het verzamelen en aanleveren van gegevens. Menzis volgt de ontwikkeling van het kwaliteitskader
kritisch. Indien de resultaten van pijler 1 en 2A (op het totaal van een selectie van vragen) onder het landelijk vastgesteld
branchegemiddelde liggen, gaat Menzis hierover in gesprek met aanbieders. Menzis vindt het belangrijk dat aanbieders in samenspraak met de cliëntenraad invulling geven aan het op begrijpelijke wijze zichtbaar maken van relevante resultaten voor (potentiële) klanten.
4.3.2 Oplossen knelpunten Op een aantal gebieden bestaan knelpunten, die zodanig zijn dat de kwaliteit van zorg onder druk staat. Er zijn specifieke doelgroepen (veelal op basis van dubbele grondslagen) waarvoor het van belang is een samenhangend aanbod te realiseren. Menzis heeft de afgelopen jaren gestimuleerd dat ketens tot stand gekomen gericht op de
zorgverlening aan klanten met een licht verstandelijke beperking in combinatie met meervoudige problematiek, klanten
met een verstandelijke beperking in combinatie met autisme en klanten met een verstandelijke beperking in combinatie met psychiatrische problematiek.
Daarnaast staat de somatische zorg binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking onder druk, als gevolg van de schaarste aan AVG-artsen. Menzis heeft aanbieders het afgelopen jaar gestimuleerd zorg te dragen
voor een maximale beschikbaarheid van de deskundigheid van AVG-artsen door verdergaande en niet vrijblijvende
vormen van samenwerking. Bijvoorbeeld een polikliniek van AVG-artsen die hun diensten aanbieden aan huisartsen, nurse-practitioners en praktijkondersteuners om op die manier de kennis over (verstandelijke) beperkingen bij deze
professionals te vergroten. Een goede beschikbaarheid van AVG-artsen draagt ertoe bij dat klanten (langer) in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen.
Menzis wil aanbieders stimuleren (specifieke) deskundigheid maximaal (onderling) beschikbaar te stellen en
daadwerkelijk hun verantwoordelijkheid te nemen ten behoeve van klanten (met complexe problematiek) waarvoor zij aanbieder van voorkeur zijn.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
29
4.3.3 Integrale benadering Menzis streeft naar een integrale benadering waarin klanten zo weinig mogelijk last hebben van bestaande schotten
tussen AWBZ, Zvw en Wmo. Vooral voor klanten met een meervoudige zorgvraag kan deze integrale kijk van belang zijn. De klant in de langdurige zorg is meer dan alleen zijn zorgvraag. Menzis vraagt aan zorgaanbieders om hun aanbod zoveel mogelijk in samenhang met andere partijen te realiseren. Met als doel dat klanten die dat nodig hebben en
wensen, meer van reguliere voorzieningen gebruik kunnen maken en zodoende actief meedoen in de buurt. Menzis vindt het belangrijk dat in de individuele zorgplannen aandacht wordt besteed aan een integraal dienstverleningsconcept en de mogelijkheid om gebruik te maken van reguliere voorzieningen.
Door de plannen voor de decentralisatie van de activiteiten op het gebied van ondersteuning, verzorging en begeleiding naar gemeenten, ligt er een kans om meer samenhang in de ondersteuning te kunnen brengen. De gemeenten hebben de regierol op het terrein van wonen, welzijn en in mindere mate zorg. Menzis en zorgaanbieders in de Menzisregio’s
hebben veel deskundigheid, waar gemeenten behoefte aan hebben en gebruik van willen maken. Menzis, zorgaanbieders en gemeenten hebben elkaar nodig om voor de klant een naadloze uitvoering van zorg en ondersteuning te bieden. In
de Menzisregio’s heeft Menzis met drie gemeenten een convenant afgesloten: Arnhem, Groningen en Enschede. Daarin zijn afspraken gemaakt hoe de komende jaren gewerkt wordt aan het ontschotten van de zorgverlening en hoe zorg, ondersteuning en preventie op elkaar afgestemd kunnen worden, leidend tot concrete programma’s en projecten.
4.4 Bestendigen financiële houdbaarheid Om in de toekomst bestendigheid van zorg te garanderen is het noodzakelijk dat de zogenaamde zorgpiramide zoals geschetst in hoofdstuk 1, wordt omgekeerd.
Als de beperkingen zodanig zijn dat de omgeving geen opvang meer kan bieden, komt zorg in beeld. Daarbij wordt de
zorg op het juiste moment en met de juiste inzet geleverd, waarbij geldt dat de zorg zoveel en zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving van de klant moet worden geboden.
Intramurale zorg is voor die klantgroepen die daar echt op zijn aangewezen. Zie ook hoofdstuk 4.2. Menzis wil dat de financiële middelen gebruikt worden voor de meest kwetsbare groepen.
Extramurale prestaties speciaal of het bij aanvang van de zorg geïndiceerde ZZP, eventueel in combinatie met een toeslag, hoeven niet een geheel zorgtraject van toepassing te zijn, maar kunnen waar mogelijk afgebouwd worden. De (specifieke) zorgverlening moet aantoonbaar in het zorgplan tot uiting komen en daadwerkelijk worden geleverd. Menzis vindt
het vanzelfsprekend dat periodiek wordt geëvalueerd in hoeverre de (specifieke) zorgverlening nog gerechtvaardigd en noodzakelijk is en door de aanbieder zorg gedragen wordt voor een passende indicatie, ook als de zorgvraag afneemt. Ook de in paragraaf 4.3.3 benoemde integrale benadering is noodzakelijk om de financiële houdbaarheid te bestendigen.
4.5 Verminderen bureaucratie Waar mogelijk heeft Menzis oog voor het verminderen van de administratieve druk bij zorgaanbieders. Menzis hanteert eenzelfde visie en speerpunten voor de zorginkoop 2014 ten opzichte van 2013. Dit vertaalt zich voor
2014 in een vereenvoudigde inkoopsystematiek. Daarnaast wordt ten aanzien van het Kwaliteitkader GZ het landelijk vastgestelde format gehanteerd. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
30
Menzis gaat in de relatie met de zorgaanbieder uit van het principe ‘high trust high penalty’. Bij gerede twijfel, of in geval van (steekproefsgewijze) controle, kan Menzis aanvullende informatie opvragen. Waar mogelijk maakt Menzis gebruik van reeds beschikbare informatie.
Best practices op het gebied van vermindering administratieve lasten en verlagen regeldruk worden actief gevolgd door Menzis.
In de Menzisregio’s zijn twee experimenten regelarme zorginstellingen in de Gehandicaptenzorg van start gegaan.
De essentie van het ene experiment is dat de klant zo veel mogelijk de regie en zeggenschap over de zorg heeft. Alle
informatie over de zorgverlening aan de klant ligt vast in het individuele ondersteuningsplan. Hierin is ook alle informatie voor alle externe organisaties vastgelegd. Gedachte is dat aan de klant verantwoording wordt afgelegd. Het plan kent 3 hoofdthema’s:
• indicatiestelling voor onbepaalde tijd en een uitgebreid taakmandaat voor de zorgaanbieder,
• een eenvoudige verantwoording van het zorginkoopproces waarbij de inkoopcriteria worden samengevat in
medewerkertevredenheid en klanttevredenheid en
het trekken van lering uit incidenten in de organisatie.
• een vereenvoudiging en wijziging van de meldingen richting de inspectie voor de gezondheidszorg met de focus op
Het andere experiment richt zich op twee onderdelen. Het eerste doel is het verhogen van de kwaliteit van zorg en een
versterking van de relatie tussen de zorgmedewerker en de klant. Het tweede doel is te komen tot een vereenvoudiging van het administratieve proces door het inrichten van een centraal informatieportal waarin alle relevante gegevens toegankelijk worden voor de externe organisaties die deze nodig hebben voor het uitvoeren van hun taken.
4.6 Samengevat: wat betekent voorgaande voor de klant? In deze paragraaf vatten we kort samen welke resultaten Menzis met de omschreven inkoopdoelen wil bereiken voor de klant. Versterken positie klant: Ondersteuning krijgt vorm vanuit het perspectief van de klant. Eigen regie en participatie van de klant waar mogelijk, vormen daarbij een belangrijk uitgangspunt. De klant moet zelf keuzes kunnen maken. Het zorgplan is de basis voor de dagelijkse zorg- en dienstverlening aan de klant op alle levensdomeinen. De klant is eigenaar van het zorgplan.
Keuzemogelijkheid en diversiteit van wonen: Zorg zo lang mogelijk in de eigen omgeving bieden; zorg maakt daarbij onderdeel uit van het reguliere netwerk rondom de klant.
Verbeteren kwaliteit en bevorderen innovatie: Passend aanbod beschikbaar,ook bij specifieke zorgvraag. Samenhangend aanbod op gebied wonen,welzijn, zorg. Zo min mogelijk last bij overgang naar wijziging financieringswijze. Gebruik reguliere voorzieningen ipv categorale.
Bestendigen financiële houdbaarheid: Zorg zoveel mogelijk in eigen omgeving. Zorglevering in eigen woning met verantwoordelijkheid voor woonlasten die veelal hoger liggen dan intramurale eigen bijdrage. Verminderen bureaucratie: Meer aandacht (‘handen aan het bed’)
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
31
4.7 Samengevat: wat betekent voorgaande voor de zorgaanbieder? In deze paragraaf vatten we kort samen wat Menzis van de aanbieder verwacht ten aanzien van de omschreven
inkoopdoelen. Ook staat aangeven of dit een plaats in de overeenkomst en/of de inkoopsystematiek 2014 krijgt. Van een aantal elementen vindt Menzis het vanzelfsprekend dat de aanbieder hier invulling aan geeft. Versterken positie klant
• Minimaal een keer per jaar met de klant evalueren of ‘de klant eigenaar is van zijn zorgplan’: is de zorg nog steeds naar
wens, worden gemaakte afspraken nageleefd en de beoogde resultaten behaald (onderdeel van overeenkomst 2014).
klant en bij het zorgverleningsproces.
maatschappelijke ondersteuning en mobiliteit. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van reguliere i.p.v. categorale
• Indien gewenst en mogelijk: actief betrekken van het netwerk van de klant bij het verwoorden van de wensen van de • Aandacht hebben voor een integraal dienstverleningsconcept waarbinnen aandacht is voor wonen, werken, onderwijs,
voorzieningen.
• Vrijwillige toetsing of voorgaande ook in praktijk vorm krijgt. N.a.v. aanbevelingen verbeteracties uitvoeren m.b.t.
verbetering en versterking van de positie van de klant in het werken met zorgplannen (onderdeel inkoopsystematiek 2014).
• Voorafgaand aan en tijdens de zorgverlening zorg dragen voor een volledige, tijdige en begrijpelijke
informatievoorziening over rechten en plichten richting de klant en zijn netwerk (onderdeel van overeenkomst 2014).
uitvoeren van de werkzaamheden (onderdeel van overeenkomst 2014).
• Borgen dat de (centrale) cliëntenraad zowel inhoudelijk als secretarieel voldoende ondersteund wordt bij het • Indien mogelijk klantenorganisaties een rol laten spelen bij de uitvoering van projecten. Keuzemogelijkheid en diversiteit van wonen
Wonen is aanvullend op zorg, geen onderdeel van. Intramurale capaciteit optimaal benutten voor klantgroepen die daarop zijn aangewezen. Uitbreiding zorgverlening op basis van VPT’s en extramurale arrangementen (onderdeel inkoopsystematiek 2014).
Verbeteren kwaliteit en bevorderen innovatie
• Handelen conform afspraken Kwaliteitskader. Resultaten inzichtelijk maken en zo nodig een verbeterplan aanleveren
bij en bespreken met het Zorgkantoor (inkoopsystematiek 2014).
resultaten voor (potentiële) klanten.
problematiek). Specifieke deskundigheid wederzijds beschikbaar stellen (onderdeel inkoopsystematiek 2014).
• In samenspraak met de cliëntenraad invulling geven aan het op begrijpelijke wijze zichtbaar maken van relevante • Verantwoordelijkheid nemen als voorkeuraanbieder voor het leveren van zorg aan klanten (met complexe
Bestendigen financiële houdbaarheid
Periodieke evaluatie of (specifieke) zorgverlening nog gerechtvaardigd en noodzakelijk is en zorg dragen voor een passende indicatie.
Verminderen bureaucratie
• Waar mogelijk bestendig beleid, vereenvoudiging inkoopsystematiek en beperking van aan te leveren gegevens,
wat zich vertaalt in verlaging administratieve lasten.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
32
Bijlage 1: Lijst van afkortingen ADL
Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
AVG
Arts voor Verstandelijk Gehandicapten
AWBZ CBS CPB CIZ CVZ CVA GZ GGZ ICT JMV LG LVG NAH NHC NZa PGB SCP VG VGN V&V VNG VPT VPZ VWS Wmo ZG ZIN ZN Zvw ZZP
Menzis
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Centraal Bureau voor Statistiek Centraal Plan Bureau
Centrum Indicatiestelling Zorg
College voor zorgverzekeringen Cerebrovasculair accident Gehandicaptenzorg
Geestelijke Gezondheidszorg
Informatie- en Communicatie Technologie
Jaarverslag Maatschappelijke Verantwoording Lichamelijk gehandicapt
Licht verstandelijk gehandicapt Niet aangeboren hersenletsel
Normatieve Huisvestingscomponent Nederlandse Zorgautoriteit Persoonsgebonden Budget
Sociaal Cultureel Planbureau Verstandelijk gehandicapt
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Verpleging & Verzorging
Vereniging Nederlandse Gemeenten Volledig Pakket Thuis
Vergoedingsregeling Persoonlijke Zorg Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet maatschappelijke ondersteuning Zintuiglijk gehandicapt Zorg in Natura
Zorgverzekeraars Nederland Zorgverzekeringswet
Zorgzwaartepakket (voor een nadere toelichting per ZZP onderstaand)
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
33
Nadere toelichting per ZZP: Verstandelijk Gehandicaptenzorg 1 VG
Wonen met enige begeleiding
2 VG
Wonen met begeleiding
3 VG
Wonen met begeleiding en verzorging
4 VG
Wonen met begeleiding en intensieve verzorging
5 VG
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
6 VG
Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering
7 VG
(Besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering
8 VG
Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging
Licht Verstandelijk Gehandicaptenzorg 1 LVG
Wonen met enige behandeling en begeleiding
2 LVG
Wonen met behandeling en begeleiding
3 LVG
Wonen met intensieve behandeling en begeleiding
4 LVG
Wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding
5 LVG
Besloten wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding
Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicaptenzorg 1 SGLVG
Behandeling in een SGLVG behandelcentrum
Lichamelijk Gehandicaptenzorg 1 LG
Wonen met enige begeleiding en enige verzorging
2 LG
Wonen met begeleiding en enige verzorging
3 LG
Wonen met enige begeleiding en verzorging
4 LG
Wonen met begeleiding en verzorging
5 LG
Wonen met begeleiding en intensieve verzorging
6 LG
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
7 LG
Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging
Zintuiglijk Gehandicaptenzorg auditief 1 ZGaud
Wonen met begeleiding en enige verzorging
2 ZGaud
Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
3 ZGaud
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
4 ZGaud
Wonen met intensieve begeleiding en enige verzorging
Zintuiglijk Gehandicaptenzorg visueel 1 ZGvis
Wonen met enige begeleiding en enige verzorging
2 ZGvis
Wonen met begeleiding en enige verzorging
3 ZGvis
Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
4 ZGvis
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
5 ZGvis
Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
34
Bijlage 2: Dubbele grondslagen actief wachtenden intramuraal Eerste Grondslag
VG
Tweede grondslag
Totaal Arnhem
Totaal Groningen
Totaal Twente
Totaal
Geen
22
7
14
43
PSY
7
1
3
11
SOM
4
1
1
6
LG
3
ZG
2 36
LVG
3 11
18
65
Geen
1
PSY
4
1
5
1
5
1
6
3
4
SOM
Geen PSY SOM LG
2
4
2
PG
3
10
1
1
3
9
1
1
VG
0
ZG 7
6
Geen
1
1
9
22
1
1
1
1
1
2
PSY ZGaud
SOM PG VG Geen
ZGvis
SOM
1 1
1
1
2
2
LG 1
4
Noot: de totalen in deze tabellen komen niet altijd overeen met de totalen uit tabel 2. Voor de indeling in doelgroepen is in deze tabel de dominante grondslag in plaats van het geïndiceerde ZZP als uitgangspunt genomen.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
35
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 GZ
Stichting Zorgkantoor Menzis, KvK nr. 05082941
Menzis Zorgkantoor Postbus 477 7500 AL Enschede www.menziszorgkantoren.nl
36