AWBZ-zorg 2014: Verpleging en Verzorging
Menzis Zorgkantoor, Inkoop Langdurige zorg Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
Sectoraal inkoopplan 2014 Menzis Arnhem Groningen Twente
Verpleging en Verzorging
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
2
Samenvatting In de brief Herziening langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst zijn diverse maatregelen genoemd om de groei van de uitgaven in de AWBZ-zorg te verlagen.
Voor de verpleging en verzorging worden in dit kader de volgende maatregelen genoemd: 1.
De meest kwetsbare mensen krijgen recht op passende zorg in een beschermende, intramurale omgeving in een nieuwe kern-AWBZ. Mensen moeten langer zelfstandig wonen hierdoor zijn gemeenten en de zorgverzekeraars
verantwoordelijk voor de hulp thuis. De ZZP’s VV 1-3 worden niet meer geïndiceerd en voor ZZP 4 komt er deels een 2. 3.
nieuwe omschrijving. De huidige klanten in een AWBZ instelling behouden hun rechten.
Per 1-1-2015 vervallen de extramurale AWBZ-functies begeleiding, kortdurend verblijf en het bijbehorende vervoer
maar ook persoonlijke verzorging. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de ondersteuning van deze mensen. Per 1-1-2015 vervallen de functies behandeling en verpleging. De zorgverzekeraar wordt verantwoordelijk voor het inkopen van deze zorg.
De klant heeft ook in 2014 recht op langdurige AWBZ-zorg als dat nodig is. Elk zorgkantoor krijgt van de overheid een be-
paald geldbedrag om de AWBZ-zorg voor alle inwoners van de regio voldoende zorg in te kopen. Menzis koopt AWBZ-zorg in voor de regio’s Arnhem, Groningen en Twente.
De zorg die Menzis inkoopt, moet aan een aantal eisen voldoen. De zorg moet: • van goede kwaliteit zijn;
• doelmatig zijn: we kopen niet meer zorg in dan nodig is en we kopen geen dure zorg in als het ook goedkoper kan; • goed verspreid zijn over de regio, zodat de zorg altijd dichtbij is.
Menzis visie voor 2014:
“Wij willen in 2014 belangenbehartiger zijn voor onze klanten. Een belangenbehartiger die zich onderscheidt in aandacht voor kwaliteit van de zorg, binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden. Kostenbeheersing is noodzakelijk om ook in de toekomst zorg te kunnen garanderen.
Op basis van deze missie en visie hebben Menzis Zorgkantoren uitgangspunten voor de inkoop van AWBZ-zorg geformuleerd:
• Het versterken van de positie van de klant.
• Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen.
• Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie. • Bestendigen van solidariteit/financiële houdbaarheid.
• Verminderen van bureaucratie door kwaliteit en eenvoud van de uitvoering. Bij het verder uitwerken van deze uitgangspunten gaat Menzis uit van ontwikkelingen in de zorg waarover iedereen het eens is:
• De klant moet zelf de regie kunnen voeren.
• De zorgaanbieder moet ingaan op de vraag van de klant.
• Er moet rekening gehouden worden met alle aspecten waar de klant ondersteuning bij nodig heeft. • Ook de hulp en oplossingen in de eigen omgeving moeten een rol spelen. • Voorkómen is beter dan genezen.
• Wanneer mogelijk moet de zorg in de eigen omgeving geboden worden.
• Er moet effectief gewerkt worden en het geld moet goed besteed worden.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
3
Versterken van de positie van de klant Vanuit klantperspectief
• Menzis vindt het belangrijk dat de klant zelf kan kiezen hoe hij wil leven. Ook als er zorg nodig is door een kwetsbare
gezondheid. Het antwoord op de zorgvraag kan ook gezocht worden buiten de zorgverlening. Het streven is dat de klant, samen met een partner of mantelzorger, zo zelfstandig mogelijk invulling geeft aan zijn leven.
• De zorg moet zo georganiseerd zijn dat de zorgvraag en de eigen regie van de klant het uitgangspunt is. In het zorg
plan maken de klant en de zorgaanbieder afspraken over een concrete invulling van de door de zorgaanbieder te
met de mantelzorger of naastbetrokkene.
verlenen zorg, gebaseerd op de geïndiceerde zorg. In het zorg(leef)plan is vastgelegd welke afspraken er zijn gemaakt
• Om het welbevinden van klanten te bevorderen willen wij een beperking in het aantal hulpverleners bij één klant. • Om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen wil Menzis aan deze doelgroep de mogelijkheid bieden om
tijdelijk de partner in een intramurale instelling te plaatsen. Dit kan alleen bij de grotere instellingen.
bij elkaar kunnen blijven wonen indien één of beide intensieve zorg nodig heeft. Menzis verwacht dat instellingen
• De meeste ouderen die moeten verhuizen, hebben de voorkeur voor kleinschalige woonvoorzieningen waar echtparen
voor echtparen ook de mogelijkheid kunnen bieden om in een intramurale setting te worden opgenomen.
Vanuit zorgaanbiederperspectief
• De zorgaanbieder dient minimaal een keer per jaar met de klant te bespreken of de zorg nog steeds naar wens is.
In het zorg(leef)plan wordt tevens opgenomen of en wanneer de zorg wordt afgebouwd om daarmee de zelfred-
opgevraagd worden door Menzis.
zaamheid van klanten te bevorderen. De afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd en kunnen, zo nodig,
• De zorgaanbieder dient de centrale cliëntenraad en lokale cliëntenraden zowel inhoudelijk als secretarieel voldoende
te ondersteunen bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Wanneer daar behoefte aan is, kan er rechtstreeks contact plaatsvinden tussen cliëntenraden en Menzis.
• De zorgaanbieder dient een actueel beleid te hebben, mede door de centrale cliëntenraad vastgesteld, over de wijze
waarop en de mate waarin de centrale en lokale cliëntenraden betrokken worden bij het doorlopen van alle stappen van de kwaliteitscyclus.
• De zorgaanbieder vraagt altijd advies aan de cliëntenraad van de organisatorische eenheid waarop het klanttevreden
heidsonderzoek van toepassing is over haar inzichten en voorkeuren met betrekking tot de noodzakelijke kwaliteits verbeteringen.
• De zorgaanbieder dient de aanvullende producten of diensten waar de klant een vergoeding voor moet betalen goed,
eenvoudig te vinden en helder uitgelegd op zijn website te vermelden. De zorgaanbieder mag voor individuele klanten met een indicatie voor vervoer geen aanvullende bijdrage gaan vragen.
• De zorgaanbieder dient bij elke klant een maximum aantal verschillende zorgverleners, afhankelijk van het aantal
zorgmomenten per week, in te zetten.
Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen Vanuit klantperspectief
• Menzis vindt het erg belangrijk dat klanten toegang hebben tot goede, veilige en doelmatige zorg op basis van
bewezen effectieve behandelmethoden. De resultaten moeten door de instellingen gepubliceerd worden in
Die gegevens moeten voor iedereen namelijk zichtbaar zijn.
jaardocumenten en op hun eigen website en aangeleverd worden op de website “zorg voor kwaliteit”.
• De zorginstellingen moeten goed luisteren naar de wensen van alle klanten. Veel klanten willen zorg krijgen in hun
eigen omgeving en in hun eigen gemeente. Dat wil Menzis ook graag mogelijk maken. Pas als het echt niet in het eigen gezin of in een eigen woning kan, dan is er een woonplek bij een zorginstelling beschikbaar.
• Vanuit de klant bezien is er een samenhangend pakket van zorg beschikbaar. Dit betekent niet dat er voor elke klant
één pakket van zorg wordt ingekocht bij één aanbieder die verantwoordelijk is voor het regelen van alle zorg die de klant nodig heeft, maar het betekent vooral dat het zorgaanbod op elkaar aansluit en elkaar aanvult.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
4
Vanuit zorgaanbiederperspectief
• Er worden in 2014 meerdere zorgaanbieders in een bepaalde gemeente, stad of buurt gecontracteerd, maar met de
meeste van die partijen wordt een beperkte volume-afspraak gemaakt. Door minimaal drie zorgaanbieders te contrac- teren die een onbeperkte volume-afspraak krijgen, blijft er altijd een keuzemogelijkheid, maar geen keuzevrijheid.
• De zorgaanbieder vervult in het wijkteam de rol van coördinator en vast aanspreekpunt. Voor een keten en/of netwerk
ligt er de taak om het gezamenlijke aanbod transparant aan de klant over te brengen.
van onderaannemers. Wel moet de zorgaanbieder in de offerte aangeven met welke derden zij afspraken heeft ge-
• Vanwege het specifieke karakter van Intensieve kindzorg zal Menzis geen tariefskorting doorberekenen voor de inzet
maakt en voldoen aan de eisen voor het gebruik van onderaannemers.
• Omzetting van verzorgingshuiscapaciteit naar verpleeghuiscapaciteit is budgetneutraal mogelijk als er behoefte be-
staat aan extra verpleeghuiscapaciteit in een bepaalde gemeente. Afspraken die in het verleden gemaakt zijn over
gelding meer, tenzij met de bouwactiviteiten al is begonnen. Afbouw van verpleeghuiscapaciteit is mogelijk.
uitbreiding van verpleeghuiscapaciteit of omzetting van verzorgings- naar verpleeghuiscapaciteit hebben geen Het Zorgkantoor zal verzorgingshuizen financieel niet compenseren voor verhoging van de zorgzwaartemix en voor de gevolgen van leegstand, maar wel voor extramuralisering van capaciteit.
Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie Vanuit klantperspectief
• Veel klanten hebben niet alleen met een zorginstelling te maken, maar ook met zorg van de huisarts en met voorzie-
ningen vanuit de gemeente. Daarom verwacht Menzis dat zorgaanbieders samenwerken met die andere partijen. Deze zaken moeten ook in het zorgplan beschreven worden.
• Voor 2014 gaat Menzis Ketenzorg Dementie continueren.
• Om de zorg te kunnen blijven verbeteren wordt gebruik gemaakt van meetinstrumenten, zoals de CQ-index. Vanuit zorgaanbiederperspectief
• Zorgaanbieders dienen hun medewerkers te stimuleren om zich te laten registreren bij het Kwaliteitsregister V&VN.
Door meer bevoegd personeel in te zetten kunnen zorgaanbieders de kwaliteit van de geleverde zorg verbeteren
• De GVK-aanbieder dient in de regio waar hij GVK-aanbieder is geworden mee te doen aan de Ketenzorg Dementie
Bestendigen van solidariteit en financiële houdbaarheid Vanuit klantperspectief
• Preventie en welzijn zijn van invloed op de noodzakelijke omvang en inperking van de langdurige ouderenzorg.
Integrale benadering moet er toe leiden dat klanten gebruik kunnen maken van de juiste en effectieve zorg en daarmee binnen de langdurige zorg een geschikt en gepast gebruik kunnen maken van benodigde zorg.
• Daarom wil Menzis dat klanten met een zwaardere zorgvraag (ZZP-5 en hoger) verblijven in een verpleeghuis.
Klanten met een lichtere zorgvraag (ZZP-4) kunnen terecht in een verzorgingshuis. Dit geldt vanaf 2014 voor alle nieuwe klanten.
Vanuit zorgaanbiederperspectief
• Het betaalbaar houden van het zorgaanbod vraagt om goede samenwerking tussen financiers van zorgvormen. • Het Geld Volgt Klant-beginsel (GVK) wordt met een beperkt aantal aanbieders per regio afgesproken.
Verminderen van bureaucratie door kwaliteit en eenvoud van de uitvoering Vanuit klantperspectief
• Zorgaanbieders klagen vaak over de vele formulieren, documenten en alles wat ze moeten bijhouden. Soms is dat niet
te vermijden, omdat we zeker willen weten dat mensen de zorg krijgen waarop ze recht hebben. Maar we willen wel
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
5
meer afspraken maken op basis van vertrouwen. Waardoor we met wat minder papierwerk uit kunnen.
met minder regels kunt werken.
• Er is in het land een aantal zorgaanbieders dat aan een Experiment Regelarme Instellingen meedoet om te kijken of je
Vanuit zorgaanbiederperspectief
• Om de bureaucratie te verminderen volstaat dit jaar een bestuursverklaring. Hierin geven de zorgaanbieders aan
dat zij aan de gevraagde eisen voldoen.
Instellingen: Allerzorg, Buurtzorg, de Hoven, Opella, Stichting Icare en Stichting Vilente.
• Binnen de sector V&V nemen meerdere zorgaanbieders binnen de Menzisregio’s deel aan het Experiment Regelarme
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
6
Inhoudsopgave sectoraal inkoopplan Verpleging en Verzorging 2014 Inleiding
8
Hoofdstuk 1. Algemeen Inkoopbeleid 2014 Menzis AWBZ
9
1.1.
Inleiding
1.3.
Inkoopdoelen Menzis 2014
11
1.3.2 Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen
13
1.2.
Missie en visie Menzis Zorgverzekeraar 1.3.1 Het versterken van de positie van de klant
9 9
11
1.3.3 Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie
14
1.3.5 Verminderen van bureaucratie
15
1.3.4 Bestendigen van solidariteit en financiële houdbaarheid
15
Hoofdstuk 2. Omgevingsanalyse
16
2.2. Kwalitatieve analyse
16
2.1.
Omschrijving doelgroep
2.2.1. Demografische ontwikkelingen
2.2.3. Sociaal- maatschappelijke ontwikkelingen
16
2.2.2. Economische en politieke ontwikkelingen
2.3. Kwantitatieve analyse
17
21
22
24
2.3.1. De intramurale zorgvraag
2.3.4. Wachtlijsten
30
2.3.6. Het extramurale zorgaanbod
32
24
2.3.2. Het intramurale zorgaanbod
25
2.3.5. De extramurale zorgvraag
31
Hoofdstuk 3. Signalen uit de markt
33
3.2. Keuzevrijheid en diversiteit van wonen
33
3.1.
Versterken positie van de klant
33
3.3. Verbeteren van kwaliteit van zorg en bevorderen van innovatie
35
3.5. Verminderen bureaucratie
35
3.4. Bestendigen financiële houdbaarheid
Hoofdstuk 4. Inkoopdoelen Menzis
35
36
4.1. Versterken positie klant
36
4.3. Verbeteren kwaliteit van zorg en bevorderen innovatie
41
4.2. Keuzemogelijkheid en diversiteit van wonen
38
4.4. Bestendigen financiële houdbaarheid
42
Bijlagen
43
Lijst van afkortingen
60
4.5. Verminderen van bureaucratie
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
42
7
Inleiding Voor u ligt het sectorplan Verpleging en Verzorging, dat is opgesteld ten behoeve van de inkoop van AWBZ-gefinancierde
zorg door de Menzis Zorgkantoren (verder: Menzis) voor het jaar 2014. Bij het opstellen ervan is uitgegaan van de missie en visie van Menzis en de afspraken die zorgverzekeraars binnen Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben gemaakt. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is een volksverzekering voor naturazorg.
Artikel 6 van de AWBZ bepaalt dat de zorgverzekeraar ervoor zorg draagt dat de bij hem ingeschreven verzekerden hun aanspraken op zorg tot gelding kunnen brengen.
Menzis Zorgverzekeraar heeft een concessie voor uitvoering van de AWBZ voor alle AWBZ-verzekerden in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente.
Menzis zorgt ervoor dat in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente voldoende en kwalitatief goede zorg wordt ingekocht. Ook streeft zij ernaar dat er geen wachttijden ontstaan boven de treeknormen en dat de ingekochte zorg effectief is en
aansluit op de voorkeuren van klanten. Daarbij houdt Menzis rekening met een doelmatige uitvoering van de zorg binnen de beschikbare contracteerruimte. In dat kader sluit Menzis in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente overeenkomsten met zorgaanbieders die de vereiste zorg kunnen leveren. In de overeenkomsten zijn onder meer de aard, omvang en de prijs van de zorg geregeld.
Menzis voert een objectief, transparant en non-discriminatoir inkoopbeleid. Dit betekent dat alle zorgaanbieders gelijke kansen hebben en dat hun voorstellen op vooraf duidelijk aangegeven wijze worden beoordeeld1.
In dit document wordt de Zorg In Natura (ZIN) beschreven. AWBZ-zorg kan ook verzilverd worden op basis van een Persoonsgebonden budget; hiervoor gelden andere criteria/regels. Geld Volgt Klant-beginsel (extramurale sector)
Menzis heeft in 2013 ervoor gekozen om voor de extramurale sector Verpleging en Verzorging het Geld Volgt Klant-be-
ginsel (GVK) met een beperkt aantal aanbieders per regio af te spreken. Met een beperkt aantal aanbieders per subregio
wordt een overeenkomst gesloten, waarbij het GVK-beginsel van toepassing is. Deze rangorde bepaalt niet alleen met wie Menzis het GVK afspreekt in 2013 en 2014, maar ook hoeveel volume/budget er wordt afgesproken (het omzetplafond). Hiermee verwacht Menzis - ook op termijn - aan haar wettelijke zorgplicht te kunnen blijven voldoen. Inhoud
Hoofdstuk 1 beschrijft het algemeen inkoopbeleid. De volgende hoofdstukken zijn specifiek gericht op de sector Verpleging en Verzorging in de Menzisregio’s Arnhem, Groningen en Twente. De beschreven bevindingen en inkoopdoelen zijn rich-
tinggevend voor het inkoopbeleid in 2014. Daar waar in dit sectorplan een cijfermatige onderbouwing wordt gebruikt, is uitgegaan van de meest recent beschikbare cijfers op het moment van schrijven.
Daar waar in dit document gesproken wordt over klant kan ook diens vertegenwoordiger gelezen worden. Menzis gebruikt bij de zorginkoop, binnen de wet- en regelgeving met betrekking tot de AWBZ, de kaders gesteld door het beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Zorginkoopgids AWBZ 2014 en de beleidsregels van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit sectorplan is opgesteld onder voorbehoud van wijzigend beleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
1 Voor de contractering van zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) worden afzonderlijke eisen en voorwaarden opgesteld en gepubliceerd. De contractering van zzp-ers vormt een apart traject binnen het inkoopproces 2014. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
8
Hoofdstuk 1. Algemeen Inkoopbeleid 2014 Menzis AWBZ 1.1 Inleiding De houdbaarheid van de langdurige zorg staat volop ter discussie. Er is brede overeenstemming dat systeemingrepen noodzakelijk zijn. Het kabinet stelt in het regeerakkoord daartoe maatregelen voor die in belangrijke mate vanaf 2015
geëffectueerd gaan worden, maar deels ook al in 2014. De rol van zorgverzekeraars als financiers van de langdurige zorg is niet voor alle sectoren vanzelfsprekend. Op het moment van schrijven geldt slechts dat is voorzien dat de langdurige GGZ en de verpleging onder het regime van de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden gebracht, waarmee zorgverzekeraars ver-
antwoordelijk worden voor de bekostiging ervan. De gemeenten worden verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de extramurale zorg (begeleiding en persoonlijke verzorging).
Zorgverzekeraars opteerden voor uitvoering van een integrale ouderenzorg, ook door middel van overheveling naar de
Zvw. Voordelen daarvan lijken evident. Vooralsnog echter lijkt de zorgverzekeraars die rol niet gegund. Een groot deel van de intramurale ouderenzorg wordt ondergebracht in een kern-AWBZ, evenals een belangrijk deel van de intramurale gehandicaptenzorg. Zorgverzekeraars worden verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, maar in welke constructie is nog niet volledig duidelijk.
Binnen deze context stelt Menzis het inkoopbeleid 2014 op. Duidelijk is dat 2014 een transitiejaar wordt, onduidelijk is nog in welke richting de transitie precies vorm krijgt.
Menzis is van mening dat wie de zorg uiteindelijk ook financiert het eindplaatje hetzelfde moet zijn: een aanbod dat aansluit bij de behoefte van mensen zolang mogelijk zelf, of met ondersteuning van hun naasten, de regie te blijven voeren op hun leven.
Met dat in het achterhoofd is dit inkoopbeleid 2014 opgesteld.
1.2 Missie en visie Menzis Zorgverzekeraar Voor de uitvoering van haar opdracht hanteert Menzis de missie:
“Wij garanderen de beschikbaarheid van kwalitatief goede en betaalbare zorg om zo het welzijn van de klanten te bevorderen.” Om deze missie te bereiken heeft Menzis als visie:
“Wij willen in 2014 belangenbehartiger zijn voor onze klanten. Een belangenbehartiger die zich onderscheidt in aandacht
voor kwaliteit van zorg, binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden. Kostenbeheersing is noodzakelijk om ook in de toekomst bestendigheid van zorg te garanderen.”
Om de missie en visie van Menzis te kunnen waarmaken is het noodzakelijk dat de zogenaamde zorgpiramide wordt omgekeerd.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
9
Visie op betaalbare zorg voor de klant Tweede lijn
Tweede lijn (Geïntegreerde) eerste lijn/AWBZ
(Geïntegreerde) eerste lijn/AWBZ
Nulde lijn
Nulde lijn
Zelfmanagement (e-Health & preventie)
Figuur 1. Uitgangspunt is ‘zorg op maat’.
Zorg wordt daarbij op het juiste moment en met de juiste inzet geleverd.
Als fysieke, verstandelijke en/of psychische beperkingen zodanig zijn dat de omgeving geen opvang meer kan bieden,
komt zorg in beeld. Zorg en ondersteuning worden zoveel mogelijk binnen de woonomgeving van de klant aangeboden.
Zelf- en samenredzaamheid worden gestimuleerd, professionele zorg wordt integraal georganiseerd en geleverd en zoveel mogelijk in de thuissituatie ingezet. Focus ligt op kwaliteit van leven, welzijn en behoud van eigen regie/participatie van klanten/burgers.
Menzis kiest daarbij voor een transitie naar organisatie van de zorg binnen regionale wijkstructuren. In samenhang met
welzijn en andere (cure of care) aanbieders zijn totaaloplossingen beschikbaar voor die klanten die op zorg of ondersteuning zijn aangewezen. De zorg wordt dichtbij de klant geleverd waar dat mogelijk is, maar waar dat noodzakelijk is uit
oogpunt van kwaliteit of doelmatigheid is zorg op meer afstand beschikbaar. Zo zijn ondersteuning bij zelfzorg en man-
telzorg, verzorging en verpleging, dagbesteding en begeleiding in de directe woonomgeving beschikbaar. Zorg voor ouderen en verstandelijk gehandicapten met complexe problematiek wordt regionaal georganiseerd en lokaal aangeboden in de vorm van ketenzorg.
Op basis van deze missie en visie hebben Menzis Zorgkantoren uitgangspunten voor de inkoop van AWBZ-zorg geformuleerd:
• Het versterken van de positie van de klant.
• Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen.
• Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie. • Bestendigen van solidariteit/financiële houdbaarheid.
• Verminderen van bureaucratie door kwaliteit en eenvoud van de uitvoering. In de uitwerking van de Menzis inkoopdoelen zijn de uitgangspunten meegenomen zoals die beschreven zijn in de landelijke inkoopgids van ZN (Zorginkoopgids AWBZ 2014), te weten: • Eigen regie en vraaggericht werken. • Integrale benadering.
• Zelf- en samenredzaamheid. • Preventie.
• Zorg in de eigen omgeving.
• Beter resultaat per bestede euro.
• Innovatie die zorg voor de klant verbetert.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
10
1.3 Inkoopdoelen Menzis 2014 1.3.1 Het versterken van de positie van de klant Voor mensen is het belangrijk dat zij zelf kunnen kiezen hoe zij leven, wonen en participeren, ook als zij door een kwets-
bare gezondheid, geestelijke-, fysieke- of andere beperkingen daarbij gehinderd worden. Menzis vindt dat de zorg zo georganiseerd moet zijn dat de vraag van de klant het uitgangspunt is en dat het aanbod daarop aanpasbaar is. Dat betekent dat Menzis van aanbieders verwacht dat zij vraaggestuurd werken vanuit de hulpvraag van de klant. Het antwoord op de vraag van de klant kan daarbij ook gezocht worden buiten gecontracteerde zorgverlening. Zorgaanbieders zullen daartoe moeten samenwerken met andere partijen, zoals aanbieders van wonen en welzijn.
Dat zorgaanbieders AWBZ zoveel mogelijk samenwerken met zorgaanbieders in de 1e en 2e lijn is voor Menzis vanzelfsprekend. Idealiter ziet Menzis een samenhangend zorg- en dienstverleningsaanbod tot stand komen op wijkniveau. Ketensamenwerking, continuïteit van zorg, goede welzijnsvoorzieningen en integrale klantondersteuning zijn begrippen die daarbij horen.
De focus van zorg- en dienstverlening zal erop gericht moeten zijn dat klanten zolang mogelijk zelf regie blijven voeren
over hun eigen leven. Daarbij hoort dat de zelf- en samenredzaamheid van de klant centraal staat; zorg- en dienstverle-
ning is een aanvulling daarop. Adagium is dat zorg extramuraal wordt aangeboden waar het kan en alleen intramuraal
waar het moet. In toenemende mate geldt dat zorg en ondersteuning niet meer als vanzelfsprekend op basis van AWBZ-
verzekerde zorg beschikbaar zijn. Hulp zal de klant zelf moeten regelen, hij zal zich ervoor moeten (bij)verzekeren of hij zal zich voor ondersteuning tot de gemeente moeten wenden.
Hulp en/of zorg moet erop zijn gericht het welzijn van de individuele klant te behouden of te bevorderen en dit proces te ondersteunen.
Dit vertaalt zich onder meer in de wijze waarop klanten invloed uit kunnen oefenen op de zorg- en dienstverlening zelf, maar ook op het voor- en natraject daarvan. Daarbij moet voorop staan dat de klant over juiste en volledige informatie beschikt m.b.t. de door hem gewenste zorg- en dienstverlening.
Menzis vindt dat de invloed van de klant tot zijn recht moet komen: • in de relatie tussen individuele klant en zorgaanbieder;
• op het niveau van collectieve klantenvertegenwoordiging; • via (regionale) klantenorganisaties.
De relatie tussen individuele klant en zorgaanbieder
Het instrument bij uitstek om de afspraken tussen de zorgaanbieder en klant vast te leggen en om de invloed van de klant tot zijn recht te laten komen op het leven is het zorg(leef)plan, onderdeel van het klantdossier. Menzis vindt dat op een voor de klant begrijpelijke wijze in het zorgplan schriftelijk moet worden vastgelegd (in samenspraak tussen zorgaan-
bieder, klant en eventueel naastbetrokkenen), wat de wensen en doelen zijn van de klant. Deze wensen richten zich op de zorg, de dienstverlening en het welzijn en welbevinden van de klant, waarbij rekening wordt gehouden met de waarden en normen van de klant. De zorgaanbieder dient zo vaak als professioneel noodzakelijk is, maar minimaal één keer per
jaar met de klant te bespreken of de zorg nog steeds naar wens is, of afgesproken resultaten worden behaald, of de afspraken voldoende worden nageleefd en of ze moeten worden aangepast. Dit kan ook het afbouwen van zorg betekenen.
De zorgaanbieder houdt wensen van haar doelgroep, huidige en toekomstige klanten, voor ogen om de zorgproducten en diensten daarop in te richten en verder te ontwikkelen. Naastbetrokkenen
Naastbetrokkenen (familie, vrienden, mantelzorgers en andere mogelijke belangenbehartigers) zijn erg belangrijk voor de klant. De zorgaanbieder zal dan ook aandacht moeten besteden aan de wens van de klant of, en op welke wijze, naasten Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
11
betrokken kunnen worden bij zorg- en dienstverlening.
Klanten en, indien nodig, mantelzorgers dienen vanaf het begin betrokken te zijn bij de opzet, monitoring en evaluatie
van de hulp. Mantelzorgers spelen in het leven van de klant een belangrijke rol. Zorgaanbieders hebben met hun rol rekening te houden en bieden waar nodig ondersteuning. De klantenvertegenwoordiging
Een zorginstelling is gebaat bij een goed functionerende klantenvertegenwoordiging. Menzis vindt dat de klant zoveel mogelijk invloed uit moet kunnen oefenen op zijn directe leefomstandigheden. Dat betekent dat waar collectieve be-
langenbehartiging wordt georganiseerd, daarin ook klanten een rol moeten spelen, zeker als het gaat om zaken die hen direct raken.
Om de klantenvertegenwoordiging in staat te stellen haar taak naar behoren te vervullen, zijn samenwerkingsafspraken nodig tussen de klantenvertegenwoordiging en de zorgverlener. Daarbij is een juiste en volledige aanlevering van de benodigde informatie door de zorgaanbieder belangrijk. (Secretariële) ondersteuning is gewenst en ook moeten de leden periodiek cursussen en/of trainingen kunnen volgen. Regionale- en landelijke klantenorganisaties
Menzis voert periodiek overleg met vertegenwoordigende klantenorganisaties. In die overleggen wordt ondermeer gesproken over de wijze waarop de positie van klanten kan worden versterkt. De adviezen en zorgen van de organisaties worden door Menzis betrokken bij het (inkoop)beleid of krijgen een vervolg in de contacten met zorginstellingen.
Menzis heeft een convenant gesloten met de Zorgbelangen in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente. Het doel van de
samenwerking is om enerzijds de klantwens inzichtelijk te krijgen, anderzijds om gezamenlijke projecten uit te voeren die de klantwaarde verhogen. De resultaten van activiteiten kunnen input zijn voor het inkoopbeleid . Klantinformatie
Door middel van onder andere de juiste informatie kunnen klanten beter hun te maken keuzes overwegen. In de informatieverstrekking over de mogelijkheden die klanten hebben bij het kiezen voor een zorgaanbieder, spelen informatiebron-
nen als www.kiesbeter.nl en de Menzis-Zorgatlas een belangrijke rol. Naast de informatievoorziening via hun eigen websites dienen zorgaanbieders dan ook mee te werken aan informatieverstrekking via deze kanalen.
Klanten dienen door zorgaanbieders goed geïnformeerd te worden over hun rechten en plichten (inclusief eventuele bijbetalingen voor aanvullende diensten).
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
12
1.3.2 Keuzemogelijkheid en diversiteit in wonen Menzis is van mening dat de toenemende vergrijzing, de extramuralisering en de wens van mensen om zo lang mogelijk
zelfstandig te blijven wonen met behoud van regie over hun eigen leven en de kwaliteit daarvan, om een samenhangende organisatie vraagt van wonen, zorg en welzijn.
Om de kosten voor de AWBZ-zorg te kunnen beperken zal Menzis in 2014 verdere stappen zetten naar een veranderde zorginkoop, met name in de sector Verpleging en Verzorging. In samenhang met welzijn zal zoveel mogelijk worden gezocht
naar een totaaloplossing voor de klant, waarbij zijn eigen netwerk en de zelfredzaamheid van de klant uitgangspunt zijn.
Afspraken over inzet van hulp worden gemaakt in samenspraak met de klant, de mantelzorger en waar nodig of wenselijk een externe belangenbehartiger.
Menzis vindt dat de zorg zoveel mogelijk extramuraal georganiseerd moet worden, maar intramuraal als dat echt nodig
is. Hierbij is samenwerking met andere organisaties/hulpverleners rondom de klant (in wijk, dorp of stad) onontbeerlijk. Menzis selecteert zorgverleners die in staat zijn maatwerk te bieden; maatwerk in de zin van het organiseren van integrale zorg dichtbij en wijkgericht, in kleinschalige teams die zorg bieden waar die nodig is, ongeacht de indicatie.
Menzis stuurt op selectie van aanbieders die effectief samenwerken over de domeinen heen en die samenwerking intensiveren. Menzis voorziet bijzondere relaties met deze aanbieders met mogelijk meerjarige contracten.
Inkoop van zorg zal in de toekomst plaatsvinden op basis van tevreden klanten en medewerkers, een hogere zelfredzaamheid van klanten en beheersing van de totale zorgkosten, inclusief Wmo en Zorgverzekeringswet (Zvw). Keuzemogelijkheid
Menzis heeft de inspanningsverplichting om - binnen de aan haar toegekende financiële contracteerruimte - voldoende
zorg in te kopen van voldoende kwaliteit. Menzis vindt het belangrijk dat de toegankelijkheid en kwaliteit van voorzieningen die van direct belang zijn voor de leefbaarheid en sociale samenhang in dorpen en in krimpgebieden zoveel mogelijk intact blijven en dat als daarbij knelpunten ontstaan naar werkbare oplossingen wordt gezocht. Dit betekent dat er niet alleen aandacht moet zijn voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen, maar dat er ook aandacht moet zijn voor de sociale (woon)omgeving.
Om de langdurige zorg betaalbaar te houden in verband met de toekomstige vergrijzing, een stijgende zorgvraag en een krappe arbeidsmarkt, zal de zorg doelmatig ingekocht moeten worden. Hierdoor kan de mogelijkheid van keuze voor de klant in sommige gevallen beperkt zijn. Diversiteit in wonen
De gemeenten hebben de regierol op het terrein van wonen, welzijn en in mindere mate zorg. Menzis neemt met de (centrum)gemeenten in haar werkgebied contact op over de wijze waarop zij hun regierol vormgeven en de mogelijkheden tot samenwerking. Voor Menzis is de bevordering van zelfredzaamheid en het voeren van de eigen regie door de klant daarbij het belangrijkste thema. Scheiden wonen en zorg
In het regeerakkoord wordt gesproken over de invoering van scheiden wonen en zorg. Dit betekent dat de klant verant-
woordelijk is voor zijn eigen woonlasten en dat deze niet meer uit de AWBZ worden betaald. De klant betaalt dan alleen nog een eigen bijdrage voor de gemaakte zorgkosten.
Voor de zorgaanbieder die ook huisvesting levert, betekent dit dat investeringsbeslissingen afhankelijk worden van de
verwachte bezetting. Dit zal tot gevolg hebben dat de aanbieder meer dan nu de woonwens van de klant in beeld moet hebben. Dit zal leiden tot een grotere diversiteit in wonen en dus tot een grotere keuzevrijheid van de klant.
Menzis vindt dat niet hoeft te worden gewacht tot landelijke regelgeving tot wijziging in woon/zorgconcepten dwingt. De aanspraak op verblijf en de plek waar zorg wordt geboden, zijn niet altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met
dat uitgangspunt voor ogen zal Menzis sturen op optimale bezetting van beschikbare verblijfscapaciteit, waarbij centraal staat dat zorgaanspraken op grond van zorgzwaartepakketten (ZZP’s) ook verzilverd kunnen worden in vormen van ex-
tramurale zorg of Volledig Pakketten Thuis (VPT’s). Daarbij zet Menzis in op aansluiting van de aanwezige capaciteit op de zorgbehoefte in de verschillende (sub)regio’s. Dat kan betekenen dat capaciteit verschoven moet worden tussen regio’s. Soms betekent dit uitbreiding van capaciteit, maar ook krimp van capaciteit behoort tot de mogelijkheden.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
13
1.3.3 Verbeteren van kwaliteit in de zorg en bevorderen van innovatie Verbeteren van kwaliteit
Menzis heeft de inspanningsverplichting om – binnen de aan haar toegekende financiële contracteerruimte – voldoende
zorg in te kopen van voldoende kwaliteit. Menzis heeft gegevens over de kwaliteit van zorg nodig voor de inkoop van zorg. Voor Menzis is het dan ook van groot belang dat de informatie over kwaliteit vergelijkbaar is.
In recente jaren is er voor elke care sector (V&V, GZ en GGZ) een eigen kwaliteitskader ontwikkeld. Dat kader berust op
zowel zelfrapportage door de instelling (zorginhoudelijke indicatoren), als klantwaarderingsonderzoek op basis van een landelijk gevalideerd instrument (klantgebonden indicatoren).
Menzis verwacht van zorgaanbieders dat geleverde kwaliteitsinformatie wordt gebruikt ter verbetering van de zorg. Menzis richt zich bij de kwaliteit op:
• Professioneel inhoudelijke kwaliteit: zorg moet voldoen aan de professionele standaard, is veilig en effectief en
wordt integraal geleverd.
deze is toegankelijk.
• Klantgerichtheid: de zorg is toegesneden op de wensen van de klant. De klant krijgt alle aandacht, informatie en • Doelmatigheid: de prijs/kwaliteitverhouding van de zorg, gegeven de beperkte beschikbaarheid van middelen. Innovatie
Innovatie is belangrijk om in te spelen op de toekomstige druk op de arbeidsmarkt wat betreft het leveren van kwalitatief geschoold personeel. Daarbij komt dat door bezuinigingen van het rijk de AWBZ-budgetten onder druk komen te staan. Innovatie biedt ruimte voor ontwikkeling van nieuwe, slimme oplossingen voor betere zorg.
Menzis is van mening dat het in deze markt de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders is om te vernieuwen, daar waar mogelijk in afstemming met klantenorganisaties. Investeren in nieuwe ontwikkelingen doen zorginstellingen in principe zelf. Indien succesvol verdient dit zichzelf later terug in termen van verhoging van de klantwaarde.
Er zijn landelijke fondsen beschikbaar (onder andere ZonMw, het Innovatiefonds Zorgverzekeraars of via beleidsregels van de NZa) met als doel het bevorderen van innovatie. Zorgaanbieders kunnen daar, waar nodig, gebruik van maken. Integrale benadering
Zorg is gericht op kwaliteit van leven en is verweven met een breder dienstverleningsconcept waarin – aansluitend op de
behoeften van de klant – wonen, werk, dagbesteding, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en mobiliteit betrokken zijn. Bij het aanbod van zorg zijn veel verschillende partijen betrokken. Vooral chronisch zieken en mensen met een meervoudige hulpvraag komen knel te zitten tussen de verschillende regelingen en instanties waar zij een beroep op kunnen doen.
Menzis is van mening dat de zorginkoop dusdanig ingericht moet zijn dat zorg zoveel mogelijk integraal aangeboden
wordt, over de schotten van de AWBZ, Wmo en Zvw heen, waardoor samenhang in zorg en daarmee de kwaliteit voor de klanten toeneemt en tevens de transactiekosten geminimaliseerd worden.
Proactieve en preventieve zorg versterken de positie van de klant zodat de klant langer thuis kan blijven wonen zonder beroep te hoeven doen op al te veel zorg.
Van zorgaanbieders wordt verwacht dat zij in samenhang met bijvoorbeeld huisarts en welzijn effectiever inzetten op het thema preventie.
Een ander instrument om integrale benadering te bevorderen is het opstarten van ketenzorg en/of netwerken met als
doel het aanbieden van geïntegreerde zorg door aanbieders (bijvoorbeeld voor klanten met dementie of CVA of klanten
die palliatieve zorg nodig hebben). Onder geïntegreerde zorg verstaat Menzis dat zorgaanbieders onderling afstemmen wie (welke organisatie) welk deel van de zorg levert (zorginhoudelijk), in welke volgorde en op welk moment (proces) en dit vervolgens ook met elkaar evalueren en waar mogelijk weer verbeteren.
Aansluiting op de eerstelijnszorg vormt mede onderdeel van geïntegreerde zorg, waar dit vanuit het klantperspectief
nadrukkelijk gewenst is. Voor de klant is met name het zorginhoudelijke proces relevant. Voor een keten en/of netwerk ligt er de taak om het gezamenlijke aanbod transparant aan de klant over te brengen. De directe communicatie met de klant over de mogelijkheden binnen een keten en/of netwerk (een helder zorgaanbod) is dus van evident belang. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
14
1.3.4 Bestendigen van solidariteit en financiële houdbaarheid Beter resultaat per bestede euro
Kwalitatief goede zorg betekent ook voldoende en doelmatige zorg. Een stijgende zorgvraag en zorgzwaarteontwikkeling waardoor de zorgkosten per klant hoger worden, zorgt voor druk op de financiële houdbaarheid van het zorgstelsel. Dit betekent dat uit iedere beschikbare euro zoveel mogelijk waarde voor de klant moet worden gehaald. Dit kan enerzijds
door het bevorderen van zelf- en samenredzaamheid, een integrale benadering en scheiden van wonen en zorg, zoals in
voorgaande paragrafen is omschreven. Daarnaast moet de zorg ook zo efficiënt mogelijk worden geleverd. Dat betekent
bijvoorbeeld: administratieve lasten beperken, geen onnodige handelingen verrichten en geen dubbele werkzaamheden uitvoeren.
Doordat de financiële grenzen (de regionale contracteerruimtes) steeds meer worden bereikt kan het Geld Volgt Klantbeginsel steeds moeilijker door Menzis worden waargemaakt. Het GVK-beginsel mag geen financiële prikkel zijn voor zorgaanbieders om zoveel mogelijk zorg te leveren, als dit vanuit zorginhoudelijk oogpunt niet echt nodig is.
Menzis wil toegroeien naar een overzichtelijk, voldoende verschillend maar integraal aanbod van voorzieningen in een
geografische eenheid (dorp/wijk). Daarvoor worden aanbieders gecontracteerd die strategische partner zijn voor klant, zorgverzekeraar en gemeenten. Aanbieders die in staat zijn om problemen van klanten op te lossen op doelmatige en
kwalitatief goede wijze. Aanbieders die in staat zijn binnen hun budget keuzes te maken voor andere manieren van zorg-
verlening en/of goedkopere zorg of voorzorg. Aanbieders die de klant ondersteunen om zelf de regie te blijven voeren over zijn leven in zijn eigen leefomgeving.
1.3.5 Verminderen van bureaucratie Menzis Zorgkantoren kopen AWBZ-zorg in die gepaard gaat met veel wet- en regelgeving. Het inkoopproces van inschrijvers geschiedt op transparante, non-discriminatoire en objectieve wijze.
Daarbij is verantwoording nodig waarbij inschrijvers op adequate wijze met elkaar vergeleken kunnen worden. Daarnaast worden waar mogelijk administratieve vereisten zodanig toegepast dat geen onnodige gegevens worden opgevraagd of er kans is op onbedoeld onjuiste aanlevering van gegevens.
Menzis gaat in de relatie met de zorgaanbieder uit van het principe ‘high trust, high penalty’ en maakt zoveel mogelijk
gebruik van reeds beschikbare informatie. Bij gerede twijfel, of in geval van (steekproefsgewijze) controle, kan Menzis aanvullende informatie opvragen.
In het kader van het Experiment Regelarme Instellingen heeft VWS instellingen geselecteerd die zijn gestart met het ‘regelarm werken’. Ook in de Menzisregio’s zijn daarbij diverse zorgaanbieders betrokken.
Menzis participeert in enkele van deze experimenten. ‘Best practices’ op het gebied van vermindering administratieve
lasten en verlagen regeldruk bij andere projecten, worden actief gevolgd door Menzis. Daarbij vindt Menzis het belangrijk dat regels gebruikt worden in relatie tot de resultaten die ze moeten opleveren: kostenbeheersing, klantwaarde en kwaliteitverbetering.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
15
Hoofdstuk 2. Omgevingsanalyse In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de landelijke ontwikkelingen en trends waar zowel Menzis als de zorgaanbieders en klanten mee te maken hebben of krijgen.
2.1 Omschrijving doelgroep De zorg voor ouderen bestaat niet alleen uit zorg die valt onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) maar ook uit zorg die onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) valt. Ouderen Beperkingen en aandoeningen als gevolg van ouderdom kunnen iedereen raken. Daarnaast komt de zorgafhankelijkheid pas vaak na vele jaren, waardoor men zich op de zorgbehoefte heeft kunnen voorbereiden.
Bovendien heeft men altijd zelf de (financiële) verantwoordelijkheid voor zijn of haar leven gedragen en blijft de zelfredzaamheid en het vermogen om de regie over het eigen leven te voeren ook in de ouderdomsfase nog (lange tijd) aanwe-
zig. Daarnaast hebben mensen de behoefte om zolang dat mogelijk is, zelf of met hun naasten de regie te blijven voeren op hun leven2.
Zowel in het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ als in het SERadvies3 wordt gesproken over een nieuwe verdeling van verant-
woordelijkheden met betrekking tot de ouderenzorg en om herinrichting van de langdurige zorg. Hierbij dienen ouderen met een zware zorgvraag te worden onderscheiden van ouderen met een lichte zorgvraag.
In het algemeen gaat een lichte zorgvraag gepaard met relatief lage kosten en behoud van eigen regie omdat de klanten
zelf deze zorg kunnen financieren. Ouderen blijken in deze samenleving steeds vitaler te zijn en hebben pas op latere leef-
tijd zorg nodig. Deze zorgvraag is echter dan wel hoger. Toch zal door de demografische ontwikkeling de vraag naar zorg de komende jaren alleen maar stijgen.
Iedere zorgverzekeraar staat nu voor de vraag: hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen die dat nodig heeft, voldoende zorg krijgt? Daarvoor zijn geld, mensen en tijd nodig maar aan alle drie is gebrek, zeker nu de overheid zich gedwongen ziet te bezuinigen.
In dit sectorplan worden de bevindingen met betrekking tot de zorg voor ouderen in de Menzisregio’s weergegeven. De bevindingen zullen richtinggevend zijn voor het beleid en de daaruit volgende inkoop van zorg.
2.2 Kwalitatieve analyse In deze paragraaf wordt een kwalitatieve marktanalyse beschreven. De belangrijkste ontwikkelingen in de Verpleging en
Verzorging worden hier geschetst. Aan bod komen onder andere demografische ontwikkelingen, economische en politieke ontwikkelingen en sociaal maatschappelijke ontwikkelingen.
2 Rvz: Bouwstenen voor een toekomstbestendige zorg voor ouderen 2012 3 SERadvies 12/06: Naar een kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
16
2.2.1 Demografische ontwikkelingen In de toekomst komen er veel meer ouderen in absolute zin. Ook zullen zij relatief een groter aandeel van de bevolking
vormen. Zo zal het aantal 65-plussers volgens de raming van het CBS (2010) van 2,4 miljoen (16% van de bevolking) in 2010, toenemen naar 4,6 miljoen (25% van de bevolking) in 2050. Niet alleen het aantal en aandeel ouderen stijgen, maar ook
de levensverwachting. Zo raamt het CBS (2010) dat tussen nu en 2050 de levens-verwachting van 65-jarige mannen met 3,5 jaar toeneemt en die van vrouwen met 2,8 jaar4.
In 2012 waren er in Nederland circa 16,7 miljoen inwoners. Hiervan was 23,2 % jonger dan 20 jaar en 16,2 % was 65 jaar of
ouder. De prognose is dat er in 2020 circa 17,2 miljoen inwoners zullen zijn en dat er dan 21,9% jongeren en 19,8% inwoners 65 jaar en ouder zullen zijn. In de verdere toekomst is de verwachting dat het aantal jongeren landelijk relatief iets afneemt en het aantal inwoners van 65 jaar en ouder toeneemt tot 23,8% in 20305.
In onderstaande figuur is de leeftijdsopbouw van de inwoners in de regio’s Arnhem, Groningen en Twente voor 2012 weergegeven. Het percentage inwoners van 65 jaar of ouder ligt in de Menzisregio’s iets hoger dan het landelijk gemiddelde.
100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00%
65 jaar en ouder 20 tot 65 jaar
50,00%
Tot 20 jaar
40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00%
Arnhem
Groningen
Twente
Figuur 2: Leeftijdsopbouw inwoners Menzisregio’s 2012 Leeftijd
Landelijk
Arnhem
Groningen
Twente
23.2%
23.8%
21.8%
24.2%
60.6%
59.3%
61.6%
58.9%
65 jaar en ouder
16.2%
16.9%
16.6%
16.9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Tot 20 jaar 20 tot 65 jaar
Tabel 1: Leeftijdsopbouw inwoners Menzisregio’s 2012 Het gevolg van deze demografische ontwikkelingen is dat de bevolking als geheel weliswaar voorlopig nog groeit, maar
dat het aantal mensen dat in potentie beschikbaar is voor de arbeidsmarkt krimpt. Oorzaak is het bereiken van de AOW-
gerechtigde leeftijd door de babyboomgeneratie. Niet alleen de bevolking vergrijst, maar ook de beroepsbevolking wordt
steeds ouder. Ouderen participeren minder dan gemiddeld op de arbeidsmarkt. De vergrijzing zorgt er daardoor voor dat de omvang van de beroepsbevolking neerwaarts wordt beïnvloed.6
4 Raad voor de Volksgezondheid & zorg: Redzaam ouder, 2012 5 CBS Statline 6 UWV arbeidsmarktprognoseonderzoek 2012-2013 met een doorkijkje naar 2017, pagina 16 ev. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
17
Landelijke ontwikkeling In de sector Verpleging en Verzorging groeit de zorgvraag ten gevolge van de vergrijzing. Steeds meer mensen worden
ook zeer oud. Dat maakt dat ook de behoefte aan thuiszorg en de zorg in een verpleeg- of verzorgingshuis groter wordt.
Voor het ministerie van VWS heeft het SCP7 de toekomstige ontwikkelingen in de sector Verpleging en Verzorging tot 2030 in kaart gebracht in het kader van het Programma Langdurige Zorg. Evenals in voorgaande rapportages blijkt dat het
gebruik van verpleging en verzorging naar verwachting zal toenemen, maar minder snel dan op grond van de vergrijzing te verwachten is. Zo bedraagt de groei van het aantal 65-plussers meer dan 2% per jaar en die van het aantal 80-plussers
zelfs 2,5% per jaar. Het zorggebruik zal waarschijnlijk minder hard stijgen omdat mensen steeds langer in goede gezond-
heid verkeren. Ook mensen uit de hogere opleidings- en inkomensklassen vragen relatief weinig zorg. In de AWBZ heeft de ontwikkeling van de zorgvraag niet alleen te maken met demografische gegevens en arbeidsmarktprognoses maar ook met de ontwikkelingen van bepaalde ziektebeelden. Meer ouderen met chronische ziekten
Naarmate men ouder wordt, neemt zowel de kans op het hebben van een chronische ziekte als de kans op het krijgen van een, in beginsel, niet-chronische ziekte zoals bepaalde infectieziekten, toe. Een andere veel voorkomende, zeer ernstige,
degeneratieve aandoening is dementie, met name de ziekte van Alzheimer. Vooral dit ziektebeeld heeft een grote impact op de ontwikkeling van de zorgvraag binnen de AWBZ.
Ruim een kwart van de mensen heeft één of meer chronische ziekten. Veel chronisch zieken hebben meer dan één chronische aandoening. Tot ongeveer 55 jaar is multimorbiditeit nog relatief zeldzaam, maar onder ouderen komt het veel-
vuldig voor. Zo heeft bijna één op de drie 75-plussers meer dan één chronische ziekte. Mensen met een chronische ziekte
gebruiken veel en langdurig zorg: ze bezoeken regelmatig de huisarts of medisch specialist, ze gebruiken veel geneesmiddelen en maken geregeld gebruik van bijvoorbeeld paramedische zorg, thuiszorg of hulpmiddelen. De zorg voor mensen met een chronische ziekte vraagt dus om een systematische aanpak en een goede organisatie van de zorg. Dit geldt des te sterker voor mensen met multimorbiditeit. Zij hebben gemiddeld genomen te maken met nog meer verschillende
zorgverleners. Een goede informatieuitwisseling en coördinatie van de zorg is hierbij van belang. Mensen met multimor-
biditeit lopen daarom de kans zorg te ontvangen van minder goede kwaliteit. In het ‘Deltaplan Ouderenzorg’ van Actiz, de ‘Agenda voor de zorg’ en het SER ontwerpadvies word ook ingezet op afstemming en coördinatie van welzijn en zorg. Ontwikkelingen in Menzis Zorgkantoorregio’s Arnhem
Uit de bevolkingsprognose Provincie Gelderland 2012 blijkt dat de komende jaren, als gevolg van vergrijzing en het ouder worden van de babyboom generatie, het aantal sterftes gaan toenemen (zij het minder hard dan eerder voorspeld werd)
en rond 2028 zullen er in Gelderland meer mensen overlijden dan dat er geboren worden. Rond 2019 is voor het eerst 1 op de 5 Gelderlanders 65 jaar of ouder. In de Stedendriehoek en de Achterhoek, de meest vergrijsde regio’s van Gelderland, wordt dit punt al in de loop van 2014 bereikt. FoodValley8 bereikt dit punt als laatste in ongeveer 2025. Krimp
Niet alleen de leeftijdsopbouw van de bevolking gaat veranderen. De omvang van de
bevolking zal tevens wijzigen. Ook de Provincie Gelderland zal te maken gaan krijgen met
het fenomeen bevolkingskrimp. Bijlage 1 geeft weer welke gemeenten in 2020 qua bevolking al gekrompen zullen zijn ten opzichte van 2010. Dit zijn vooral de gemeenten die in het oostelijke deel van Gelderland liggen, met name in de Achter-
hoek. Wat ook goed te zien is, is dat krimp en vergrijzing vaak samengaan. In slechts een enkele gemeente waar sprake is
van groei, komt het percentage 65-plussers boven de 25% uit. Andersom geldt niet voor elke gemeente waar sprake is van krimp dat vergrijzing ook een sterke rol speelt. In 2030 hebben de ontwikkelingen zich doorgezet.
7 SCP-publicatie 2012/5, VeVeRa-IV. Actualisatie en aanpassing ramingsmodel verpleging en verzorging 2009 – 2030. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2012, ISBN 978 90 377 0594 2 8 De gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen,Scherpenzeel,Veenendaal, Wageningen Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
18
Er is nu ook vaak sprake van vergrijzing in gemeenten waar de bevolking nog groeit. FoodValley is de enige regio waar
de vergrijzing nog niet boven de 25% uitkomt. De groeiende gemeenten nemen af in aantal en het aantal krimpende ge-
meenten neemt toe. Daarnaast neemt de procentuele afname van de bevolking toe. In 2020 is er in geen enkele gemeente sprake van krimp groter dan 5%. In 2030 is er een aantal gemeenten waar dit wel het geval zal zijn en één gemeente (Rozendaal) waar het aantal inwoners naar verwachting meer dan 10% gekrompen zal zijn. Groningen
De bevolkingsdaling is in de provincie Groningen duidelijk merkbaar. Er zijn drie gebieden waar krimp merkbaar en zichtbaar is. Dit zijn: Noordoost-Groningen/ Eemsdelta, Oost-Groningen en gemeente De Marne 9.
Zowel voor verpleging als verzorging scoort de provincie Groningen hoger dan elders in Nederland. Van het aantal
80-plussers in de provincie Groningen ontvangt 23,4% verpleging en 26,1% verzorging10. In de provincie Groningen is de
sociaal economische status (SES) van de bevolking gemiddeld lager dan in de rest van Nederland. Tevens blijkt het gemiddeld besteedbaar inkomen in de krimpregio’s lager dan in niet krimp regio’s11.
Dit heeft negatieve invloed op zowel de financiële positie van ouderen als op de omvang van de zorgvraag, die hoger is
bij een lage SES. Terwijl de financiële eigen bijdrage van deze mensen beperkt is. Arbeidsongeschiktheid en beperkte maatschappelijke participatie kunnen vanwege minder gunstige financiële, fysieke en sociale omstandigheden ook raakvlakken hebben met een lage SES.
In oktober 2011 heeft Menzis haar visie op het toekomstige zorglandschap weergegeven in het document ‘visie op het
toekomstige zorglandschap’. Onder druk van de toenemende en op termijn onbetaalbare zorgkosten zal in de spreiding
van het aanbod van behandelingen en zorg grondige herziening komen. Hoogcomplexe, laagvolume behandelingen zullen meer geconcentreerd worden, laagcomplexe en hoogvolume behandelingen zullen decentraal worden aangeboden (huisartsen en anderhalve lijn).
In deze visie wordt een geïntegreerd anderhalvelijnscentrum gestimuleerd, om te zorgen dat de klant dichtbij huis terecht kan en de drempel naar het ziekenhuis wordt verhoogd. Waar mogelijk kunnen in deze centra eenvoudige operaties worden uitgevoerd. De AWBZ wil aansluiten bij deze ontwikkelingen. Twente
Uit het Themarapport wonen “Van kwantiteit naar kwaliteit, de effecten van krimp in Overijssel12” blijkt dat in deze pro-
vincie vanaf 2035 echte krimp in de zin van teruglopende bevolkingsaantallen zal plaatsvinden. In de jaren daar naartoe
zal in de gehele provincie de bevolkingssamenstelling sterk veranderen en in bepaalde gebieden zal de bevolkingsafname al eerder intreden.
In het landelijke hart van Overijssel en delen van Twente neemt het aantal inwoners in veel gemeenten af in de periode
2010-2030. Er zijn geen regio’s in Overijssel die te vergelijken zijn met echte krimpgebieden zoals Noordoost-Groningen,
Parkstad Limburg. In Overijssel zal van een dergelijke afname structureel geen sprake zijn, maar er zijn al kernen en buurten waar wel krimp optreedt. Binnen Overijssel groeit het aantal huishoudens in de regio rondom Zwolle sterker dan
elders in de provincie. In het oosten is de groei minder sterk, maar er blijft sprake van een toename van het aantal huishoudens. In Twente zal de bevolkingskrimp waarschijnlijk eerder zichtbaar worden dan in de rest van de provincie. Een
aandachtspunt voor de regio Twente lijkt vooral de economische structuur te zijn. De werkloosheid in de regio is relatief hoog en uit recent woningmarktonderzoek blijkt werk een belangrijke vertrekreden te zijn.
9 Provincie Groningen: Kijk op krimp, voortgangsrapportage december 2012 10 Facts en figures krimpregio Noord- en Oost Groningen, mei 2012 11 Facts en figures krimpregio Noord- en Oost Groningen, mei 2012 12 Rigo 2011: Themarapport wonen “Van kwantiteit naar kwaliteit, de effecten van krimp in Overijssel” Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
19
Demografische ontwikkelingen en de woningvoorraad in Menzisregio’s
De demografische ontwikkelingen zorgen er vooral voor dat er andere eisen gesteld worden
aan de woningvoorraad. Door het toenemende aantal ouderen neemt het belang van de toe- en doorgankelijkheid van
woningen toe. Deze ontwikkeling is van belang voor de nieuwbouw, maar zorgt vooral ook voor een aanpassingsbehoefte van de bestaande voorraad. Onder invloed van de vergrijzing zal de behoefte aan andere woonvoorzieningen bijvoor-
beeld appartementen, woon-zorgcomplexen of serviceflats de komende jaren relatief sterk toenemen. Het is evenwel nog zoeken naar de juiste kwaliteit (en prijs) van deze appartementen, want het gaat om een nieuwe, kritische doelgroep.
Bij kwaliteit gaat het dan niet alleen om de woning, maar ook om de woonomgeving en de aanwezige voorzieningen en diensten. Wanneer gemeenten en zorgaanbieders met elkaar in gesprek gaan is het mogelijk om de gevolgen van extramuralisering goed op elkaar af te stemmen.
Zeker voor de landelijke gemeenten geldt dat regionaal afstemmen van het voorraadbeleid van belang is. Een net iets
ander beleid in de regiogemeenten kan grote gevolgen hebben voor het eigen beleid van gemeenten en zorgaanbieders.
Zeker in gebieden met beperkte huishoudengroei kan een gebrekkige afstemming leiden tot problemen in de bestaande voorraad. In het ergste geval kan er dan leegstand ontstaan. De grenzen aan zelfstandig wonen
Door regeringsbeleid dienen ouderen steeds langer thuis te blijven wonen. Er komt bij sommige ouderen een moment dat het niet meer mogelijk is om zelfstandig te blijven wonen. Het exacte moment waarop deze grens is bereikt is niet
geheel duidelijk. Sommigen stellen dat de zorg in reguliere woningen van een dermate hoog niveau kan zijn, dat alleen de meest extreme gevallen in een verpleeghuis en beschermde woonvorm terecht zullen komen. Anderen wijzen op het feit
dat een fysieke verbinding tussen zorgpost en woonruimte vaak essentieel is (en dus een specifieke woonvorm benodigd is) en dat een bepaalde mate van concentratie benodigd is om een zorgpost efficiënt te runnen. Dementie
Op basis van demografie voorspelde de Gezondheidsraad in 2002 dat het aantal ouderen met dementie zal verdubbelen in de periode 2002-2050.
De stijging van het aantal nieuwe gevallen is deels het gevolg van de vergrijzing maar ook door inzet van casemanagers Dementie waardoor vroegtijdige diagnostiek, de symptomen eerder herkend worden.
In bijlage 2 is voor alle Menzisregio’s inzichtelijk gemaakt hoe de ontwikkeling van dementie 2010-2040 per gemeente
zich voordoet. Hierbij is gebruik gemaakt van de gegevens welke Alzheimer Nederland op haar website beschikbaar heeft gesteld.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
20
2.2.2 Economische en politieke ontwikkelingen Het budget van AWBZ13 is € 27.3 miljard. De collectieve zorguitgaven nemen jaarlijks toe als gevolg van onder andere de
vergrijzing, de toename van het aantal chronisch zieken en technologische ontwikkelingen. Zonder nadere maatregelen
groeien de totale zorguitgaven. Uitgangspunt van het kabinet is dat iedereen die langdurige zorg echt nodig heeft, nu en in de toekomst, moet kunnen blijven rekenen op goede zorg. Zorg die van hoge kwaliteit, toegankelijk én betaalbaar is.
Zowel in het begrotingsakkoord 2013 als in het regeerakkoord “Bruggen slaan” maar ook in de brief: Resultaten zorgoverleg
van 24 april 2013 zijn diverse maatregelen genoemd om de groei van de uitgaven in de zorg te verlagen. Voor de verpleging en verzorging worden in dit kader de volgende maatregelen genoemd: 1.
Persoonsgebonden budget (PGB)
In 2013 is het verkrijgen van een persoonsgebonden budget behalve voor mensen met een intramurale indicatie ook mogelijk gemaakt voor een andere groep klanten. Dit toetst het Zorgkantoor op basis van het zorgplan van
de klant. Deze maatregelen zijn een uitwerking van de intensivering van het Begrotingsakkoord 2013. De ontwik-
keling van de uitgaven voor het PGB na 2015 is met de nodige onzekerheden omgeven. 2.
Overhevelingen vanuit de AWBZ en verminderen budget
In 2013 is de AWBZ afgeslankt door het overhevelen van geriatrische revalidatiezorg, het overhevelen van de
tijdelijke uitleen van verpleegartikelen, veranderingen in de vervoerskosten AWBZ en de intramurale tarieven persoonsgebonden budget. 3.
Extramuralisering
In het begrotingsakkoord 2013 is de maatregel aangekondigd om de lichte zorgzwaartepakketten (ZZP 1 - 2) voor
nieuwe klanten per 1 januari 2013 te extramuraliseren. Nieuwe klanten behouden ook in 2013 hun recht op zorg, maar worden in plaats van in een instelling in hun eigen omgeving geholpen en krijgen een indicatie voor ex-
tramurale zorg in functies en klassen. Klanten die thuis blijven wonen, kunnen een beroep doen op een nieuwe aanspraak thuisverpleging. Deze is bedoeld om mensen die voorheen een zwaarder zorgzwaartepakket zouden
hebben gekegen (ZZP 4), langer thuis te laten blijven wonen. Bij het nader definiëren van deze nieuwe aanspraak worden de elementen verpleging, verzorging en begeleiding betrokken die voorheen onder de AWBZ vielen. 4.
Verminderen groei uitgaven en vermogensinkomensbijtelling
Tevens is er een maatregel genomen om de groei van de uitgaven te beperken tot demografische groei. In het Begrotingsakkoord 2013 is de vermogens-inkomensbijtelling verhoogd naar 12%. Door deze maatregel dragen vermogende klanten die gebruik maken van de AWBZ of Wmo meer bij. 5.
Aanspraak op dagbesteding en persoonlijke verzorging vervalt niet
In 2014 zullen dagbesteding en persoonlijke verzorging, in tegenstelling tot wat daarover in het regeerakkoord
was opgenomen, behouden blijven. Het bedrag dat met deze maatregel is gemoeid, zal worden gedekt door een PGB-tariefskorting en een korting op de contracteerruimte voor de zorg in natura.
De diverse uitgezette lijnen hebben effect op de inhoud en vormgeving van de AWBZ, de aanspraak hierop en het inkopen van de AWBZ-zorg. De doelgroep krijgt te maken met een verandering in aanspraak op voorzieningen en/of met verschillende financieringsvormen.
13 Rijksbegroting VWS 2013 Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
21
2.2.3 Sociaal- maatschappelijke ontwikkelingen Naast de krimp, ontgroening en vergrijzing, heeft Nederland in zijn algemeenheid te maken met een veranderende zorgvraag. Hieronder de belangrijkste veranderingen uiteengezet. Toename aantal alleenstaande ouderen
Het aantal alleenstaande ouderen zal in de komende decennia toenemen. Het aantal huishoudens is sinds 1990 met 23%
gestegen tot 7,4 miljoen en zal de komende tien jaar volgens een schatting van het CBS verder stijgen naar 7,9 miljoen. De stijging zit in het feit dat steeds meer mensen alleen wonen en komen te wonen, waaronder het aandeel 65-plussers14.
Alleenstaanden maken veel meer gebruik van zorg dan mensen met een partner, dat geldt zowel voor thuiszorg als voor
zorginstellingen15. Dit toepassende op de stijgende zorgkosten en het positief versterken van ‘welbevinden’ van de oudere, zou ingezet kunnen worden op het versterken van de sociale netwerken. Tevens dient er rekening mee te worden gehouden dat er in de toekomst meer ouderen zijn die geen beroep kunnen doen op informele zorg door hun kinderen, omdat die er niet zijn of omdat de kinderen minder vaak in de buurt van hun ouders wonen. Afname verzorgingshuizen en verzwaring zorgvraag verpleeghuizen
Ondanks de toename van het totaal aantal ouderen, neemt het aantal ouderen dat in een verzorgingshuis woont al jaren af. Het aandeel bewoners in een psychogeriatrisch verpleeghuis is gedurende de periode 2000 tot 2008 toegenomen.
Doordat ouderen langer thuis blijven wonen, neemt de gemiddelde leeftijd van instellingsbewoners toe, evenals de zorgzwaarte. Bewoners krijgen in samenhang met de toename in zorgzwaarte vaker hulp bij de persoonlijke verzorging en
verpleging en vaker fysiotherapie16. In de komende jaren neemt de vraag naar lichte intramurale zorg af, terwijl de vraag
naar zwaardere intramurale zorg toeneemt evenals de psychogeriatrische zorgvraag intra- en extramuraal. Arbeidsmarktproblematiek
Uit het UWV arbeidsmarktprognoseonderzoek 2012-201317 blijkt dat de zorg een van de weinige sectoren is met een groei van het aantal banen. Ondanks bezuinigingen zal de vraag naar zorgdiensten in de toekomst verder groeien. Bepalende
factoren zijn vergrijzing, toepassing van nieuwe medische technologieën en hogere eisen van de zorgconsument. Naast
deze min of meer structurele ontwikkelingen is er overheidsbeleid, waardoor de werkgelegenheid extra zal oplopen. In de arbeidsmarktprognose van VOV personeel in Zorg en Welzijn18 zijn twee scenario’s ontwikkeld.
Volgens beide scenario’s ontstaan tekorten aan personeel met een zorgkwalifcatie. De omvang van deze tekorten ver-
schilt. Waar in het lage scenario nog goede mogelijkheden zijn om door op- en omscholing tekorten op te vangen, zijn in het hoge scenario extra maatregelen nodig omdat er tekorten dreigen te ontstaan voor al het personeel met een zorg-
kwalificatie. De tekorten zijn het grootst voor verzorgenden (niveau 3) maar ook voor verpleegkundigen (niveau 4 en 5) en begeleiders gehandicaptenzorg (niveau 3 en 4) dreigen grote tekorten te ontstaan.
14 Raad voor de Volksgezondheid & zorg: Redzaam ouder, 2012 15 TNO: Het succes van de vergrijzing: een visie op de toekomst van werk, zorg, wonen en voorzieningen, 2012 16 Raad voor de Volksgezondheid & zorg: Redzaam ouder, 2012 17 UWV arbeidsmarktprognoseonderzoek 2012-2013 met een doorkijkje naar 2017 18 Arbeidsmarktprognoses van VOV-personeel in Zorg en Welzijn 2011-2015’, 25 maart 2012. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
22
Domotica
Technologische ontwikkelingen maken het voor ouderen mogelijk om langer regie te kunnen voeren en langer thuis te kunnen wonen, en gemakkelijker een keuze te maken. Hierbij kan gedacht worden aan ICT, domotica en robotica. Door
middel van telezorg kan er op afstand toezicht op ouderen gehouden worden, waardoor de noodzaak om naar een ver-
pleeghuis te gaan vermindert. Door de extramuralisering zullen technologische voorzieningen steeds vaker worden ingezet om de klant langer thuis te laten wonen. Door innovatie kan voorgesorteerd worden op de arbeidsmarktproblematiek
en bezuinigingen maar het biedt ook de mogelijkheid om nieuwe en slimmere vormen van kwalitatieve zorg te bieden. Innovaties moeten niet alleen bovenop het bestaande komen, als een extra. Innovatie moet worden ingezet in de plaats van het bestaande, om het bestaande te verbeteren, om de gezondheidszorg toekomstbestendig te maken en tegelijkertijd maatwerk te bieden.
Integrale benadering en zorg in de buurt
Voor de kwaliteit van leven is het belangrijk dat zorg en ondersteuning beschikbaar zijn zo dicht mogelijk bij huis en afgestemd op de individuele behoeften van ouderen en passend in een normaal leven19. Dat betekent dat zorg en ondersteu-
ning zo dicht mogelijk bij de mensen moeten worden georganiseerd en kleinschalig aanwezig moeten zijn. Juist bij extramuralisering is het erg belangrijk dat de ondersteuning goed en adequaat geregeld is. Deze ondersteuning dient zodanig
georganiseerd te worden dat het een integraal antwoord geeft op de zorgbehoefte van de klant. Wijkverpleegkundigen en huisartsenpraktijken zijn in deze onmisbaar. Zij zijn de schakel tussen de klant, de familie, het welzijn, de thuiszorg en de apotheek en gaan in op behoeften van thuiswonende klanten en kunnen indien nodig anderen erbij halen zodat de zorg voor hen altijd in eigen omgeving en dichtbij is. Als centraal aanspreekpunt met betrekking tot coördinatie en afstem-
ming van het beschikbare aanbod op de behoefte van de klant is de wijkverpleegkundige zeer geschikt om deze rol op zich te nemen.
Integrale benadering en een aanpak op maat
Het verschilt per gemeente sterk wat de omvang van groene- en grijze druk20 betekent voor de omvang en aard van de
zorgvraag. In de gemeenten waar de ontgroening en vergrijzing het sterkst is lijkt alles dubbelop te gaan. Zo is daar vaak sprake van een laag sociaal economische status en beperkte sociale netwerken, maar waar wel de zorgvraag hoog is. De recentelijk gepubliceerde notities van SER, Actiz en de notitie ‘Agenda voor Zorg’ ondersteunen een op maat gemaakte aanpak per regio/lokaal niveau, wat nodig lijkt te zijn voor de specifieke zorgvraag die ontstaat voor deze gemeenten. Zelfstandigen Zonder Personeel
Vanaf 1 januari 2013 kunnen Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP-ers) voor het eerst in aanmerking komen voor een indi-
vidueel contract als ZZP-er met Menzis voor het leveren van thuiszorg in natura, voor de functies Verpleging, Persoonlijke Verzorging. De contractering van ZZP-ers voor zorg in natura is een aanvulling van de AWBZ-zorg vanwege de flexibili-
sering van het zorgaanbod. Zelfstandige zorgverleners kunnen maatwerk leveren en zijn in staat om in te spelen op de
behoeften van de klant, in de eigen omgeving, waarbij de klant zelf aan het roer staat. De pilot die gestart is in 2013 wordt verlengd met een jaar tot 1 januari 2015.
19 Rapport ‘Toekomstige ouderenzorg’, de visie van CSO,NFU en ZonMw, 13 januari 2012 20 Groene druk: De verhouding tussen het aantal 0 tot 19-jarigen en het aantal 20 tot 59-jarigen. Het is een indicatie voor de verhouding
tussen de actuele en de toekomstige beroepsbevolking. Grijze druk: De verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen van 20 tot 65 jaar.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
23
2.3 Kwantitatieve analyse In deze paragraaf komt de kwantitatieve marktanalyse aan bod. Allereerst zal er worden ingegaan op de huidige vraag
in de ouderenzorg. Vervolgens wordt het aanbod van de zorg beschreven. Het aanbod zal in cijfers worden uitgedrukt en daarnaast zullen de ontwikkelingen op het gebied van zorgaanbod aan de orde komen.
2.3.1 De intramurale zorgvraag We weten dat er in de toekomst in absolute zin veel meer ouderen zijn en deze ook relatief een groter aandeel van de be-
volking vormen. Naast dat er meer ouderen zijn, worden ze ook ouder. Veel van deze ouderen zijn zelfredzaam maar in de
intramurale zorgvraag wordt in het bijzonder gekeken naar ouderen die niet redzaam zijn. Het SCP heeft aangegeven dat
het aantal kwetsbare ouderen in absolute zin in de toekomst verder zal toenemen, hoewel ouderen relatief door het hogere opleidingsniveau iets minder vaak kwetsbaar zullen zijn. Het RIVM21 geeft aan dat ouderen steeds langer goed kunnen functioneren, maar dit lijkt wel gepaard te gaan met expansie van chronische aandoeningen en een grotere ziektelast22.
De vraag naar intramurale zorg in de Verpleging en Verzorgingsector is in de loop van de jaren gegroeid.
Uit de Aanspraak op AWBZ trendrapportages van het CIZ blijkt dat deze groei zich ook voordoet ten aanzien van het aantal indicaties in de Verpleging en Verzorgingsector.
In de AWBZ trendrapportage is per zorgkantoor het aantal geïndiceerde AWBZ-indicaties en de grondslag weergegeven. Onderstaand wordt per Menzisregio de geldige ZZP-indicatie weergeven voor 2011 en 2012. Het aantal klanten in de regio bedraagt: Arnhem ZZP
Groningen
01-juli 2010
01-juli 2011
01-juli 2010
01-juli 2011
VV01
520
410
315
-23%
-39%
VV01
390
325
235
-27% -40%
VV02
1.655
1.640
1.325
-19%
-20%
VV02
1.015
880
730
-17% -28%
VV03
1.235
1.360
1.605
18%
30%
VV03
730
845
950
12% 30%
VV04
1.495
1.580
1.705
8%
14%
VV04
730
920
1.005
9% 38%
VV05
2.385
2.850
3.175
11%
33%
VV05
1.550
1.820
1.925
6% 24%
VV06
1.025
1.100
1.285
16%
25%
VV06
450
515
605
17% 34%
VV07
435
605
725
20%
67%
VV07
125
145
190
31% 52%
VV08
60
75
115
53%
91%
VV08
50
40
60
50% 2%
VV09
610
805
0
-100%
-100%
VV09
495
675
0
-100% -100%
VV09a
0
0
815
100%
100%
VV09a
0
0
650
100% 100%
VV09b
0
0
50
100%
100%
VV09b
0
0
65
100% 100%
60
55
50
-10%
-17%
VV10
40
35
40
14% 0%
9.480
10.480
11.165
65%
18%
Totaal
5.575
6.200
6.455
VV10 Totaal
01-juli Verschil Verschil 2012 2012 2012 tov 2011 tov 2010
ZZP
01-juli Verschil Verschil 2012 2012 2012 tov 2011 tov 2010
4% 16%
Tabel 2: het aantal intramurale klanten in de regio Arnhem en Groningen
21 Zantinge, E.M., E.A. van der Wilk, S. van Wieren en C.G. Schoemaker (red.). Gezond ouder worden in Nederland. Bilt-hoven: RIVM, 2011. 22 Bos, T. van den. Het venijn zit in de staart. Over trends in chronische ziekten en de gevolgen voor preventie en zorg. 2010. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
24
Twente ZZP
01-juli 2010
01-juli 2011
01-juli 2012
Verschil 2012 tov 2011
Verschil 2012 tov 2010
VV01
285
225
175
-22%
-39%
VV02
790
840
760
-10%
-4%
VV03
845
1.005
1.145
14%
36%
VV04
790
880
960
10%
22%
VV05
1.645
1.980
2.255
14%
37%
VV06
725
790
970
23%
34%
VV07
360
440
525
19%
46%
VV08
70
55
75
36%
7%
VV09
460
590
0
-100%
-100%
VV09a
0
0
590
100%
100%
VV09b
0
0
45
100%
100%
25
25
20
-20%
-20%
5.995
6.830
9.625
41%
61%
VV10 Totaal
Tabel 3: het aantal intramurale klanten in de regio Twente
Uit bovenstaande tabellen komt naar voren:
• Voor alle drie regio’s geldt dat er een afname is in het aantal ZZP 1 en 2 en vooral in het ZZP1 is de afname sterk. • Voor alle regio’s geldt een lichte toename te zien in de afgegeven ZZP 3 t/m 5 indicaties maar een duidelijke
stijging van de ZZP 6 t/m 8 indicaties.
maar een kleine toename in VV 9b. Landelijk was uitgegaan van 85% VV 9a en 15% VV 9b. De indicaties ZZP 9a
• Het is ook opmerkelijk dat in alle drie regio’s een totale overzetting van VV 9 naar VV 9a is gerealiseerd en
worden in 2013 niet meer door de AWBZ ingekocht maar door de Zorgverzekeraar.
De cijfers van het CIZ zijn over een beperkte periode beschikbaar, namelijk 1 april, 1 juli en 1 oktober 2011 en 2012. Hierdoor neemt de betrouwbaarheid af maar kunnen er wel aannames gemaakt worden. Het aantal mensen die geïndiceerd zijn
voor ZZP VV is in de afgelopen jaren langzaam gestegen. Uit de Basisrapportage AWBZ van het CIZ (CIZ 2011 en 2012) blijkt
dat het aantal klanten met de grondslag Somatiek stabiel blijft maar dat de klanten met de grondslag PG toenemen. In de Menzisregio’s is een vergelijkbaar beeld te zien.
2.3.2 Het intramurale zorgaanbod In de Menzisregio’s wordt in 2012 ongeveer € 1.2 miljard aan de Verpleging en Verzorgingsector besteed. In de regio Arn-
hem 490 miljoen, 344 miljoen in de regio Groningen en 364 miljoen in de regio Twente. Ten opzichte van het jaar 2011 is dit een stijging van 13,5 %. Er zijn in totaal 63 intramurale zorgaanbieders actief in de drie
Menzisregio’s waarvan 31 zorgaanbieders in de regio Arnhem, 17 in de regio Groningen en 15 aanbieders in de regio Twente.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
25
Beschikbaarheid van intramurale zorg
Om te voorzien in de aanwezige behoefte, zijn bij de aanbieders in de regio Arnhem in totaal 9113 intramurale plaatsen
gecontracteerd, in regio Groningen 6415 plaatsen en in regio Twente 6519 plaatsen. Deze capaciteit is echter bij benadering, op basis van de herschikkingsafspraken 2012. Voor de intramurale capaciteit wordt onderscheid gemaakt in intra-
murale zorg inclusief behandeling en exclusief behandeling. In bijlage 3 zijn de afspraken van de intramurale zorg met betrekking tot de herschikking 2011 en de realisatie 2012 opgenomen.
De herschikking 2011 is het vertrekpunt van de eerste afspraak 2012, dit is weergegeven in productie 1ste afspraak 2012. Hier-
bij is ook gekeken naar de realisatie over het gehele jaar 2012. Op basis van de realisatie zijn er bij de herschikking nieuwe afspraken gemaakt. Hieruit kunnen wij concluderen: Arnhem
ZZP’s VV exclusief behandeling: Er is sprake van een aanzienlijke onderproductie bij de ZZP’s 1-2. Op de ZZP’s 3-8 is er sprake van een aanzienlijke overproductie. De meeste realisatie vindt plaats op de pakketten 4-7. Tevens vindt er een behoorlijke stijging van VV10 plaats.
ZZP’s VV inclusief behandeling: Er is een onderproductie op de ZZP’s 3-4. Daarnaast is er sprake van een overproductie op de ZZP’s 5-6 en 8-9. Het ZZP 5VV neemt het grootste aandeel van de totale realisatie op de ZZP’s in beslag. Hierna volgen de pakketten 6, 7 en 9. Groningen
ZZP’s VV exclusief behandeling: Er is sprake van een aanzienlijke onderproductie op de VV ZZP’s 1-2. Op de ZZP’s 4-7 is er sprake van een aanzienlijke overproductie, hierop vindt ook de meeste realisatie plaats.
ZZP’s VV inclusief behandeling: Er is een onderproductie op de ZZP’s 3-4, daarnaast is er sprake van een aanzienlijke overproductie op de ZZP’s 5-9. Het ZZP 5VV neemt het grootste aandeel van de totale realisatie op de ZZP’s in beslag. Hierna volgen de pakketten 6, 7 en 9. Twente
ZZP’s VV exclusief behandeling: Er is sprake van een onderproductie op de VV ZZP’s 1-2. Op de ZZP’s 3-9 is er sprake van een aanzienlijke overproductie. De meeste realisatie vindt plaats op de pakketten 3, 4-7.
ZZP’s VV inclusief behandeling: Er is een onderproductie op de VV ZZP’s 3-4. Daarnaast is er sprake van een overproductie
op de ZZP’s 5-6 en 8-9. Het ZZP 5VV inclusief behandeling neemt het grootste aandeel van de totale realisatie op de ZZP’s in beslag. Hierna volgen de pakketten 6, 7 en 9. Conclusie
De zorgzwaarteverzwaring kon in 2012 mede gefinancierd worden omdat de afspraken voor de lichtere ZZP’s VV niet vol-
ledig benut werden en omgezet werden in zwaardere ZZP’s VV. Hierdoor zijn er minder ZZP-dagen afgesproken maar bleef Menzis Zorgkantoor binnen de marges van de contracteerruimte. In 2013 en 2014 zal dit veel lastiger worden.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
26
Naast intramurale plaatsen zijn er ook afspraken gemaakt over: • Sectorvreemde ZZP’s
• Volledig Pakket Thuis Sectorvreemde ZZP’s
In de Menzisregio’s zijn op basis van specifieke doelgroepen in een aantal zorginstellingen sectorvreemde afspraken
gemaakt. Dit kan per regio verschillen. Ten opzichte van 2011 zien wij een afname in de sectorvreemde ZZP’s in de regio’s Arnhem en Twente, in de regio Groningen zien wij alleen in de sectorvreemde ZZP’s GGZ een toename. LG ZZP’s
In de V&V sector zijn er in 2012 in alle drie regio’s LG afspraken gemaakt voor specifieke doelgroepen. In de regio Groningen zijn afspraken gemaakt voor LG 1-7 terwijl in de andere regio’s meer LG 5-7 zijn afgesproken. Daarnaast is het opvallend dat er veel afspraken zijn gemaakt voor LG inclusief dagbesteding. Vooral omdat de dagbesteding voor LG ZZP’s
inhoudelijk zeer afwijkt van de dagbesteding voor VV ZZP’s. De aard van de te leveren dagbesteding bij LG-indicaties is
anders dan bij dagbesteding in de V&V-sector. Begeleiding wordt geïndiceerd ten behoeve van een van de volgende doelen: ontwikkelingsgericht en stabilisatie of begeleiding bij achteruitgang. In de zorgzwaartebekostiging ligt de prijs van een LG ZZP boven de prijs van een V&V ZZP. ZG in de VV
Binnen de sector Verpleging en Verzorging ontvangen ook klanten met een zintuiglijke beperking zorg. Het grootste
deel van deze klanten verblijft in een V&V-verblijfsvoorziening en ontvangt zorg waarbij de nadruk ligt op de persoonlijke verzorging en verpleging. Alleen voor deze groep koopt Menzis in de V&V-sector in de regio Arnhem de zorg in middels ZG-ZZP’s.
Arnhem
Productie afspraken
Totaal sectorvreemd LG
13.689
18.613
Waarvan LG incl. dagbesteding
10.882
16.062
938
1.002
9.989
10.316
Totaal sectorvreemd ZG-Vis en Aud
36.564
38.215
Totaal aantal sectorvreemd
61.180
68.146
Totaal sectorvreemd GZ (VG en LVG) Totaal sectorvreemd GGZ
Realisatie
Groningen
Productie afspraken
Totaal sectorvreemd LG
66.252
65.591
Waarvan LG incl. dagbesteding
33.685
33.400
Totaal sectorvreemd GZ (VG en LVG)
2.086
2.063
Totaal sectorvreemd GGZ
24.211
24.622
0
0
Totaal aantal sectorvreemd
92.549
92.276
Twente
Productie afspraken
Totaal sectorvreemd ZG-Vis en Aud
Realisatie
Realisatie
Totaal sectorvreemd LG
15.842
15.990
Waarvan LG incl. dagbesteding
14.673
14.835
Totaal aantal sectorvreemd
15.842
15.990
Tabel 4: het aantal sectorvreemde intramurale indicaties in de drie Menzisregio’s
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
27
Volledig Pakket Thuis (VPT)
Het Volledig Pakket Thuis is bedoeld om klanten met een indicatie voor Verblijf Langdurend langer thuis te laten wonen,
ook als zij zorg nodig hebben. In het begrotingsakkoord 2013 is de maatregel aangekondigd om de lichte zorgzwaartepakketten (ZZP 1 t/m 3) voor nieuwe cliënten per 1 januari 2013 te extramuraliseren. Nieuwe cliënten behouden ook in 2013
hun recht op zorg maar worden in plaats van in een instelling in hun eigen omgeving geholpen en krijgen een indicatie
voor extramurale zorg in functies en klassen. Het volledig pakket thuis (VPT) biedt de mogelijkheid om zorg extramuraal
aan te bieden, maar vereist wel de indicatie verblijf en deze wordt juist niet meer afgeven aan nieuwe cliënten (voorheen
ZZP 1-3). Daarom gaat Menzis in 2013 en voor het jaar 2014 geen nieuwe VPT’s afspreken met zorgaanbieders maar kunnen cliënten wel in aanmerking komen voor extramurale functies.
Wanneer een klant een ZZP-indicatie heeft, maar er voor kiest om thuis te blijven wonen dan kan dat op twee manieren: de ZZP wordt omgezet in extramurale functies en klassen, of het ZZP wordt volledig thuis geleverd via het VPT.
Menzis heeft een voorkeur voor de eerste variant om de ZZP’s 1 t/m 3 en VPT’s 1 t/m 3 om te zetten naar extramurale functies en klassen. VPT kan alleen worden afgesproken als het financieel goedkoper is dan de extramurale functies. Voor het Volledig Pakket Thuis worden alleen sectoreigen VPT’s exclusief behandeling afgesproken en dan alleen VPT 4-5 met als kanttekening dat klanten wel in een geclusterde woonzorgcomplex moeten wonen.
Het aantal ingekochte VPT’s is in vergelijking met het jaar 2011 in de regio’s Groningen en Twente toegenomen. In de regio Arnhem is het licht gedaald. In het jaar 2014 gaat Menzis minder VPT’s inkopen. VPT
Exclusief BH
Inclusief BH
VPT
Arnhem
2011
2012
2011
2012
Groningen
VV01
2.044
2.006
0
0
VV02
4.203
4.122
0
VV03
4.245
4.162
VV04
4.143
VV05
Exclusief BH
Inclusief BH
2011
2012
2011
2012
VV01
0
1
0
0
0
VV02
146
144
0
0
0
0
VV03
1.114
1.093
0
0
4.063
365
358
VV04
1.361
1.333
0
0
658
646
2.412
2.364
VV05
0
1.830
0
0
VV06
2.365
2.319
0
0
VV06
191
187
0
0
VV07
0
1
365
358
VV07
0
0
0
0
VV08
297
291
0
0
VV08
80
78
0
0
VV09(a)
318
312
0
0
VV09a
0
0
0
0
18.273
17.922
3.142
3.080
Totaal
2.892
4.666
0
0
Totaal VPT
Exclusief BH
Inclusief BH
Twente
2011
2012
2011
2012
VV01
0
180
0
0
VV02
730
910
0
0
VV03
0
180
0
0
VV04
0
180
0
0
VV05
0
0
0
1
VV06
0
0
0
0
VV07
0
1
0
1
VV08
0
1
0
0
730
1.452
0
2
Totaal
Tabel 5: het aantal Volledig Pakket Thuis in de drie Menzisregio’s
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
28
Spoedzorgregeling
De spoedzorgregeling is in de Menzisregio’s opnieuw ingeregeld zodat de regeling in de drie regio’s uniform is. In de
nieuwe regeling is afgesproken dat zorgaanbieders een coördinerende rol innemen. De zorgaanbieder neemt de verant-
woordelijkheid voor coördinatie spoedzorg namens een sector in een (sub) regio. Menzis heeft deze informatie waarop dit is ingeregeld, geplaatst op de website. De aanbieder(s) geven zelf ook bekendheid aan de regeling. Voor het jaar 2013 heeft Menzis in vergelijking met de afgelopen jaren meer spoedzorg voor de GZ dan voor de V&V ingekocht. Menzis heeft voor de V&V bij 21 zorgaanbieders spoedzorg ingekocht. Zorgvraag in 2014-2015 In deze paragraaf wordt de vraag naar intramurale ouderenzorg in de drie Menzisregio’s in de komende jaren in beeld
gebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie over meerjarige demografische gegevens welke verkregen zijn
via Horizonline. Horizonline is een model waarmee de (toekomstige) vraag naar de diverse woon- en verblijfsvoorzieningen kan worden geprognosticeerd. Om de potentiële vraag naar verpleging en verzorging te kunnen ramen - landelijk,
dan wel in een bepaald gebied - is in samenwerking met TNO Kwaliteit van Leven een instrument ontwikkeld. Kern van
het instrument zijn de profielen van ouderen. Deze profielen zijn combinaties van bevolkingskenmerken, aandoeningen en beperkingen die kunnen leiden tot een zorgvraag.
TNO heeft eerst onderzocht welke profielen binnen de verzorgingshuispopulatie te onderscheiden zijn. Vervolgens is gekeken of deze profielen ook voorkomen in verpleeghuizen en bij zelfstandig wonende ouderen. Gebleken is dat - op basis van fysieke beperkingen - er vier profielen zijn te onderscheiden:
• Profiel 1: ouderen met weinig of geen beperkingen (relatief gezonde ouderen) • Profiel 2: ouderen met mobiliteitsbeperkingen
• Profiel 3: ouderen met mobiliteitsbeperkingen, beperkingen in de PV • Profiel 4: ouderen met veel fysieke beperkingen
De groep dementerende ouderen is uit deze vier profielen gelicht en in een apart profiel geplaatst omdat een deel van
deze groep in aanmerking komt voor 24-uurs zorg en toezicht. Aldus ontstaan vijf profielen van ouderen. In het schema in bijlage 4 is te zien op welke wijze de profielen gerelateerd zijn aan de zorgvraag en de huisvesting in de Menzisregio’s. Conclusie Rekening houdend met de extramuralisering van ZZP’s 1-2 (profiel 1 en 2 klanten) zal er een afname plaats vinden van
ZZP-dagen, deze zullen worden omgezet in extramurale arrangementen. Hierdoor neemt het totale capaciteitstekort in
somatische zorgplaatsen ook af. Het verschil in aanbod en vraag PG verschilt per gemeente. Sommige gemeenten hebben een overschot van PG-plaatsen en hebben waarschijnlijk een regionale functie terwijl andere gemeenten juist een tekort
hebben. Wanneer gemeenten en zorgaanbieders met elkaar in gesprek gaan is het mogelijk om de gevolgen van extramuralisering goed op elkaar af te stemmen. Zeker voor de landelijke gemeenten geldt dat regionaal afstemmen van het voor-
raadbeleid van belang is. Een net iets ander beleid in de regiogemeenten kan grote gevolgen hebben voor het eigen beleid van gemeenten en zorgaanbieders. Zeker in gebieden met beperkte huishoudengroei kan een gebrekkige afstemming leiden tot problemen in de bestaande voorraad. In het ergste geval kan er dan leegstand ontstaan.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
29
2.3.4 Wachtlijsten In onderstaande tabel zijn de wachtlijstgegevens voor alle drie regio’s gepresenteerd. Het betreft de intramurale wacht-
lijst per regio (datum december 2012). De gepresenteerde wachtlijsten betreffen de zogenaamde actief wachtende klanten welke langer dan de treeknorm (= 13 weken) wachten. Het merendeel van de klanten die op de wachtlijst staan hebben een VV 3-5 en VV 9 indicatie.
Arnhem
ZZP VV1 VV2 VV3 VV4 VV5 VV6 VV7 VV8 VV9
Groningen
Twente
Totaal
Feb 2012
Dec 2012
Feb 2012
Dec 2012
Feb 2012
Dec 2012
Feb 2012
Dec 2012
Aantal
3
8
3
2
3
7
9
17
% > treeknorm
60%
100%
0%
0%
0%
0%
20%
33%
Aantal
46
68
9
10
17
21
72
99
% > treeknorm
24%
45%
8%
20%
20%
25%
17%
30%
Aantal
29
99
10
32
25
71
64
202
% > treeknorm
9%
25%
10%
3%
14%
13%
11%
14%
Aantal
40
123
16
22
37
55
93
200
% > treeknorm
17%
28%
12%
9%
15%
12%
15%
16%
Aantal
51
254
14
39
44
79
109
372
% > treeknorm
11%
15%
4%
2%
21%
15%
12%
11%
Aantal
17
36
7
27
10
26
34
89
% > treeknorm
2%
17%
0%
0%
0%
1%
0,6%
6%
Aantal
5
67
0
1
4
17
9
85
% > treeknorm
4%
0%
0%
0%
0%
0%
1,3%
0%
Aantal
1
9
1
4
1
2
3
15
% > treeknorm
0%
9%
0%
0%
0%
0%
0%
3%
Aantal
0
243
0
267
0
206
0
716
% > treeknorm
0%
0%
0%
0%
0%
7%
0%
2%
0
2
0
4
0
2
0
8
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
VV10 Aantal % > treeknorm
Tabel 6: Wachtlijsten in de drie Menzisregio’s
Er zijn in december 2012 1803 actief wachtenden: 909 in Arnhem, 408 in Groningen en 486 in Twente. Hiervan wacht 15% langer dan de treeknorm. De wachtenden ontstaan vooral bij VV 9, dit zal door de overheveling van ZZP 9A richting de
Zorgverzekeringswet in 2013 in veel mindere mate voorkomen. In de Menzisregio’s is er geen sprake van een problematische wachtlijst.
Ketenzorg Dementie
Dementiezorg is al een aantal jaren een van de beleidsspeerpunten van Menzis. De doelstellingen van 2012 en 2013 om de beschikbaarheid van casemanagers Dementie en verdere ontwikkeling van de ketenzorg te garanderen, is gehaald.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
30
2.3.5 De extramurale zorgvraag In deze paragraaf wordt het extramurale deel van de marktanalyse toegelicht.
Uit de Aanspraak op AWBZ trendrapportages van het CIZ blijkt dat zich een groei voordoet ten aanzien van het aantal extramurale indicaties in de Verpleging en Verzorgingsector.
In onderstaande tabel wordt per Menzisregio de geldige indicatie weergeven voor 2011 en 2012. Veel klanten krijgen van
het CIZ in één indicatiebesluit aanspraak op meer dan één zorgfunctie toegekend. De verschillende functies voor dezelfde
klant worden in de Basisrapportage AWBZ los van elkaar gepresenteerd. Hierdoor kan er niet gesproken worden van totaal aantal klanten in onderstaande tabellen maar over het aantal afgegeven functies. Aantal geïndiceerde extramurale functies: Arnhem
Gemiddelde omvang per functie in uren:
01-jul-11
01-jul-12
Verschil
PV
12.245
12.560
3%
VP
3.765
3.975
BHI
765
BHG
01-jul-11
01-jul-12
PV
5,6
5,8
5,50%
VP
3,4
3,2
375
-50%
BHI
-
-
355
620
75%
BHG
5,8
5,9
BGI
5.960
6.300
5,70%
BGI
4,4
4,6
BGG
4.370
4.430
1,30%
BGG
4,9
4,8
27.460
28.260
2,90%
Totaal
24,1
24,3
01-jul-11
01-jul-12
Verschil
01-jul-11
01-jul-12
PV
7.740
8.095
4,50%
PV
5,6
5,8
VP
3.135
3.140
0,10%
VP
3,5
3,3
BHI
590
325
-44%
BHI
-
-
BHG
275
445
61%
BHG
5,5
5,8
BGI
4.010
4.715
17,50%
BGI
4,3
4,3
BGG
2.975
3.010
1,10%
BGG
5,2
5,1
18.725
19.730
5,30%
24.1
24.3
01-jul-11
01-jul-12
Verschil
01-jul-11
01-jul-12
PV
9.645
9.990
3,50%
PV
5,7
5,9
VP
3.160
3.080
-2,50%
VP
3,1
2,9
BHI
445
255
-42%
BHI
-
-
BHG
230
450
95%
BHG
5,1
5,3
BGI
4.065
4.345
6,80%
BGI
4,5
4,7
BGG
3.360
3.360
0%
BGG
5,2
5,1
20.905
21.480
2,70%
23.6
23.9
Totaal Groningen
Totaal Twente
Totaal
Arnhem
Groningen
Totaal Twente
Totaal
Tabel 7: de extramurale zorgvraag in de drie Menzisregio’s Kijkend naar de extramurale indicaties die landelijk zijn afgegeven in 2011 en 2012, dan komt naar voren dat er over het algemeen sprake is van een algehele toename van het aantal indicaties voor alle functies behalve Behandeling individueel (BHI).
Maar wellicht is dit te verklaren uit het feit dat Behandeling Groep (BHG) is toegenomen omdat de wet- en regelgeving
is gewijzigd. In het jaar 2011 werden door het CIZ indicaties afgegeven voor zowel BG-groep als voor BH-groep. In de praktijk bleek het aantal BH-groep prestaties in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven dagbesteding en vervoer Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
31
AWBZ niet aan te sluiten op de afgegeven indicaties. In 2012 is dit verholpen en kunnen klanten met een indicatie voor BH-groep hierover afspraken maken.
In alle regio’s zijn de indicaties voor verzorging toegenomen. In de regio Arnhem is een stijging in het aantal indicaties Verpleging terwijl dat in de regio Twente gedaald is en in de regio Groningen gelijk is geblijven.
2.3.6 Het extramurale zorgaanbod In de Menzisregio’s wordt in 2012 ongeveer voor € 780 miljoen besteed aan de extramurale zorg: 313 miljoen in de regio
Arnhem, 235 miljoen in de regio Groningen en in de regio Twente 230 miljoen. Deze zorg wordt geleverd door 141 verschillende zorgaanbieders. Waarvan 62 in de regio Arnhem, 44 in de regio Groningen en 35 in de regio Twente.
Voor extramurale zorg geldt dat de zorg voor iedere klant in de thuissituatie beschikbaar moet zijn. Het volume dat een zorgaanbieder kan leveren, wordt bepaald door de keuze van de klant en het volume van zorg dat deze aanbieder kan
leveren. Deze kan, afhankelijk van de overeenkomst met Menzis, tot een bepaalde hoogte beperkt zijn. Menzis is bij het inkopen van zorg gebonden aan een regionale contracteerruimte. Geld Volgt Klant-beginsel
Menzis heeft in 2013 ervoor gekozen om voor de extramurale sector Verpleging en Verzorging het Geld Volgt Klant-be-
ginsel (GVK) met een beperkt aantal aanbieders per regio af te spreken. Met een beperkt aantal aanbieders per subregio
wordt een overeenkomst gesloten, waarbij het GVK-beginsel van toepassing is. Met welke aanbieders deze overeenkomst
wordt gesloten, wordt door middel van een rangorde bepaald. Deze rangorde bepaalt niet alleen met wie Menzis het GVK afspreekt voor 2014, maar ook hoeveel
volume/budget er wordt afgesproken (het omzetplafond).
Het GVK-beginsel waarbij het omzetplafond niet tevoren wordt begrensd, wordt beperkt tot alleen de beste inschrijvingen per subregio. Hiermee verwacht Menzis - ook op termijn - aan haar wettelijke zorgplicht te kunnen blijven voldoen. Geleverde zorg Verpleging en Verzorging
In de tabellen in bijlage 5 staat het ingekochte extramurale volume weergegeven in het jaar 2012. De herschikking 2011 is het vertrekpunt van de eerste afspraak 2012, dit is weergegeven in productie 1ste afspraak 2012. Hier-
bij is ook gekeken naar de realisatie over het gehele jaar 2012. Op basis van de realisatie zijn er bij de herschikking nieuwe afspraken gemaakt. Hieruit kunnen wij concluderen:
• In alle Menzisregio’s is er een afname in Persoonlijke verzorging basis en Verpleging basis. Echter de functie
Persoonlijke verzorging extra en Verpleging extra is gestegen.
• Bij Begeleiding groep is de realisatie conform afspraak.
• Bij Begeleiding individueel is er een afname in Begeleiding basis en een toename in Begeleiding extra.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
32
Hoofdstuk 3. Signalen uit de markt In dit hoofdstuk komen de signalen die Menzis heeft opgevangen van verschillende stakeholders aan bod. Voor de ontwikkeling van haar inkoopbeleid hecht Menzis grote waarde aan de raadpleging van verschillende stakeholders zoals zorg-
aanbieders, Zorgbelang, klantenvertegenwoordigers. In deze consultaties is onder meer van gedachten gewisseld over de invulling van de door Menzis geformuleerde inkoopdoelen. Deze inkoopdoelen zijn: • versterken positie van de klant;
• keuzevrijheid en diversiteit van wonen;
• verbeteren van kwaliteit van zorg en bevorderen van innovatie; • bestendigen financiële houdbaarheid; • verminderen bureaucratie.
Daarbij is speciaal aandacht gevraagd voor de knelpunten die de stakeholders zelf ervaren in hun regio. Hierbij zijn, waar van toepassing, ook thema’s uit de Zorginkoopgids 2014 AWBZ van de gezamenlijke Zorgkantoren besproken.
De algemene conclusie vanuit de consultaties was dat de systematiek zoals Menzis deze heeft ingezet in 2013, verande-
ringen op gang heeft gebracht in de Menzisregio’s. Echter zorgaanbieders geven wel aan dat de wijze waarop de criteria gesteld zijn scherper en transparanter kunnen worden opgesteld. Tijdens de zorgaanbiederconsultaties geven zorgaanbieders aan “Datgene wat merkbaar is, zou meetbaar gemaakt moeten worden”.
3.1 Versterken positie van de klant Cliëntenraad en verbeterplannen
In de regio’s Arnhem en Twente geven cliëntenraden aan dat de verbeterplannen naar aanleiding van de klanttevredenheidsonderzoeken niet ter beschikking worden gesteld aan de cliëntenraden. Menzis verwacht dat de zorgaanbieder de
rapportages over de klantenraadpleging en de uitkomsten van de zelfevaluatie die de zorgaanbieder doet, ter beschikking stelt aan de cliëntenraad van de organisatorische eenheid (OE) waarop het onderzoek van toepassing is ten behoeve van
intern gebruik en gericht op kwaliteitsverbetering. Het bestuur van de zorgaanbieder vraagt altijd advies aan de cliëntenraad van de OE waarop het onderzoek van toepassing is over zijn inzichten en voorkeuren met betrekking tot de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen. De evaluatie door externe partij en/of zelfevaluatie worden openbaar gemaakt, inclusief
de hieruit voortvloeiende verbeterplannen en zij worden beschikbaar gesteld aan de cliëntenraad en Menzis. Dit is vastgelegd in de raamovereenkomst 2014. Klachtencommissie
Uit onderzoek van Zorgbelang Twente blijkt dat een aantal AWBZ-instellingen géén klachtencommissie heeft ingesteld.
Alle instellingen die zorg leveren volgens de AWBZ, vallen onder de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliëntenzorgsector (WKCZ). De zorgaanbieder heeft dit ook verklaard door het ondertekenen van de raamovereenkomst 2013. Menzis verwacht dan ook van zorgaanbieders dat zij een klachtenregeling en een klachtencommissie hebben.
3.2 Keuzevrijheid en diversiteit van wonen Zorgaanbieders, cliëntenraden en klantenvertegenwoordigers zijn zich ervan bewust dat er veel veranderingen aan
komen. Juist doordat de veranderingen elkaar snel opvolgen is het voor bestuurders lastig om een lijn uit te zetten en voor klantenvertegenwoordigers om adequaat informatie te geven richting verontruste klanten.
Nu de bezuinigingsdruk toeneemt en extramuralisering steeds verdere vormen aanneemt is het de vraag hoe de diverse partijen elkaar zo goed mogelijk kunnen ondersteunen en aanvullen waarbij de klant uiteindelijk zo min mogelijk last heeft van de beleidswijzigingen. Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
33
Zorgaanbieders geven aan mee te willen denken en te kijken naar andere oplossingen, hierbij wordt gedacht aan onderlinge integrale samenwerking waarbij gebiedsgerichte bekostiging plaats kan vinden in een wijk. Hierbij is het wel be-
langrijk dat er duidelijke outcomecriteria worden vastgesteld en waarbij gemeten kan worden hoe het welbevinden is van een klant na intervisie van het wijkteam. Hiervoor is wel vrije ruimte nodig om in een pilot te experimenteren.
In de regio Arnhem zijn veel zorgaanbieders die vanuit hun identiteit, geloofsovertuiging zorg verlenen. Cliëntenraden maken zich wel zorgen of in de toekomst de keuzevrijheid om een zorgaanbieder te kiezen behouden blijft. Rol Menzis en behoud ZZP 4 in de AWBZ
Cliëntenraden en klantenorganisaties verwachten van Menzis dat ze een rol op zich neemt met gezamenlijk inkoop
AWBZ/Wmo/Zvw. Dit hoeft niet direct in alle gemeenten maar wellicht kan er wel een pilot gestart worden. De cliëntenraden en klantenvertegenwoordigers pleiten voor behoud van het ZZP VV 4 in de AWBZ. Leefklimaat en (zorg)voorzieningen
De cliëntenraden en klantenvertegenwoordigers geven aan dat ouderen ondanks de zorgbehoefte steeds vaker blijven wonen waar men woont. Men is hiertoe in staat omdat
(a) de woning geschikt is (of geschikt te maken), (b) men vaker een partner heeft die een deel van de zorgtaak op zich kan nemen en (c) op steeds meer plekken een steeds hoger zorgniveau kan worden genoten omdat de zorg steeds mobieler is. Om tegemoet te komen aan de wens van ouderen om in de eigen woning te blijven wonen of te verhuizen naar ge-
paste woningen (woonzorgcomplex, serviceflats, appartementen, coöperatieve verbanden) in de buurt, is het van belang ervoor te zorgen dat de (zorg)voorzieningen blijven bestaan. Maar ook dat het leefklimaat (veiligheid, hulp bij medicatie) gewaarborgd is. In de gehele Menzisregio dient een sluitend netwerk aan (zorg)voorzieningen te zijn, zodat in elke
gemeente een minimaal niveau aan zorg (cure en care) en welzijn kan worden geleverd. Dit vraagt om inzet van zowel
Menzis als gemeenten, zorgaanbieders en corporaties. Uit de praktijk blijkt dat het actief benaderen van gemeenten door zorgaanbieders effect heeft.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
34
3.3 Verbeteren van kwaliteit van zorg en bevorderen van innovatie Het belang van het actief gebruiken van het zorgplan wordt door iedereen omarmd. Cliëntenraden geven aan dat klanten invloed op het tijdstip van contactmomenten kunnen uitoefenen wanneer dit in onderlinge overeenstemming in het zorgplan is opgenomen.
Cliëntenraden hebben kritische opmerkingen over het kwaliteitskader met betrekking tot de externe toetsing. De externe toetsing van kwaliteit is belangrijk, echter de bejegening richting de klanten kan worden verbeterd. Cliëntenraden geven echter wel aan dat ze een rol voor hen weggelegd zien bij de vraagverheldering wanneer de externe toetsing plaatsvindt
omdat klanten de vragen vaak niet begrijpen of verkeerd interpreteren. Cliëntenraden geven aan; beloon het wanneer een zorgaanbieder bij de CQ-meting de mogelijkheid biedt vragen vanuit de cliëntenraad te laten toevoegen.
3.4 Bestendigen financiële houdbaarheid Diverse zorgaanbieders proberen met minder middelen de zorg zo goed mogelijk te waarborgen door bestuurslagen eruit te halen en meer verantwoordelijkheden bij de teammanager of Eerstverantwoordelijke (EVV-er) neer te leggen. Zorgaanbieders geven ook aan; regel de garantieregeling bij extramuralisering goed.
3.5 Verminderen bureaucratie In dit kader worden de volgende zaken benoemd: zorgplan is realisatie en verminder de bureaucratie. Hierbij kan gedacht worden aan het Experiment Regelarme Instellingen.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
35
Hoofdstuk 4. Inkoopdoelen Menzis In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken op basis van de kwalitatieve en kwantitatieve analyse en de signalen die Menzis heeft opgevangen van de verschillende stakeholders.
4.1 Versterken positie klant Menzis vindt dat ondersteuning van de klant vorm moet krijgen vanuit het perspectief van de klant. De zorg moet zo georganiseerd zijn dat de zorgvraag en de eigen regie van de klant het uitgangspunt is. Echter, Menzis heeft ook de verantwoordelijkheid gekregen om binnen de gelden welke per regio vanuit het ministerie van VWS zijn toegedeeld, voor elke
verzekerde kwalitatief goede en betaalbare zorg te garanderen om zo het welzijn van de klant te bevorderen. Menzis stelt zich tot doel om meer zorg voor hetzelfde geld en gelijkblijvende kwaliteit te realiseren. Relatie tussen individuele klant en zorgaanbieder: Zorg(leef)plan
In het zorgplan maken de klant en de zorgaanbieder afspraken over een concrete invulling van de door de zorgaanbieder te verlenen zorg, gebaseerd op de geïndiceerde zorg. In het zorg(leef)plan is vastgelegd welke afspraken er zijn gemaakt
met de mantelzorger of naastbetrokkene. Evenals de eventuele hulp die de mantelzorger aanvullend op de door de zorgaanbieder verleende zorg kan en wil bieden. Het ontbreken van een mantelzorger moet expliciet in het zorg(leef)plan vermeld worden. De zorgaanbieder dient minimaal een keer per jaar met de klant te bespreken of de zorg nog steeds
naar wens is, of de afspraken voldoende worden nageleefd en of ze moeten worden aangepast. Steekproefsgewijs zal het zorg(leef)plan gecontroleerd worden opdat inzichtelijkheid geborgd is.
In het zorg(leef)plan wordt tevens opgenomen of en wanneer de zorg wordt afgebouwd om daarmee de zelfredzaamheid van klanten te bevorderen. De afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd en kunnen, zo nodig, opgevraagd worden door Menzis.
Mantelzorger en opname partner
Om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen wil Menzis de mogelijkheid bieden om tijdelijk de partner in een intramurale instelling te plaatsen.
Menzis wil bij de inkoop afspreken dat in instellingen voor verblijf met meer dan 100 plaatsen, binnen de toelating één
flexibele plaats wordt gecreëerd om tijdelijke opvang en kortdurend verblijf in het kader van de regelgeving mogelijk te maken.
De meeste ouderen die moeten verhuizen, hebben de voorkeur voor kleinschalige woonvoorzieningen waar echtparen bij elkaar kunnen blijven wonen indien één of beide intensieve zorg nodig heeft. Menzis verwacht dat zorgaanbieders voor echtparen ook de mogelijkheid kunnen bieden om in een intramurale setting te worden opgenomen. De klantenvertegenwoordiging
Cliëntenraden zijn een belangrijke gesprekspartner voor de instelling maar ook voor Menzis.
Menzis vindt het belangrijk dat cliëntenraden goed kunnen functioneren en op professionele wijze uitvoering kunnen
geven aan de belangenbehartiging van klanten. Menzis verwacht dat de zorgaanbieder de centrale cliëntenraad en lokale cliëntenraden zowel inhoudelijk als secretarieel voldoende ondersteunt bij het uitvoeren van hun werkzaamheden.
Wanneer daar behoefte aan is, kan er rechtstreeks contact plaatsvinden tussen cliëntenraden en Menzis. Dit kan zowel op initiatief van Menzis als van de cliëntenraad en/of de aanbieder. De vorm waarin het contact plaatsvindt wordt in onderling overleg bepaald.
De (centrale) cliëntenraad kan actief uitgenodigd worden door Menzis om bij het periodiek overleg van de zorgaanbieder aanwezig te zijn.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
36
Klanttevredenheidsonderzoek (CQ)
De zorgaanbieder dient een actueel beleid te hebben, mede door de centrale cliëntenraad vastgesteld, over de wijze waarop en de mate waarin de centrale en lokale cliëntenraden betrokken worden bij het doorlopen van alle stappen van de kwaliteitscyclus.
Menzis verwacht dat de zorgaanbieder de rapportages over de klantenraadpleging en de uitkomsten van de zelfevaluatie die de zorgaanbieder doet ter beschikking stelt aan de cliëntenraad van de organisatorische eenheid (OE) waarop
het onderzoek van toepassing is ten behoeve van intern gebruik en gericht op kwaliteitsverbetering. Het bestuur van de zorgaanbieder vraagt altijd advies aan de cliëntenraad van de OE waarop het onderzoek van toepassing is over haar in-
zichten en voorkeuren met betrekking tot de noodzakelijke kwaliteitsverbeteringen. De evaluatie door externe partij en/of zelfevaluatie worden openbaar gemaakt, inclusief de hieruit voortvloeiende verbeterplannen en zij worden beschikbaar gesteld aan de cliëntenraad en Menzis. Dit is vastgelegd in de raamovereenkomst 2014. Klantinformatie: Aanvullende diensten
Het is voor klanten belangrijk dat zij over de juiste informatie beschikken. Bij deze informatievoorziening speelt de zorgaanbieder een belangrijke rol. Menzis wil dat zorgaanbieders voorafgaand aan en tijdens de zorgverlening zorg dragen
voor een volledige, tijdige en begrijpelijke informatievoorziening over de rechten en plichten van de klant. Ook eventuele aanvullende diensten en de daarmee samenhangende kosten voor de klant maken hier onderdeel van uit. De tarieven
voor deze aanvullende producten of diensten moeten zijn vastgesteld in overleg met de cliëntenraad van de zorgaanbie-
der. De zorgaanbieder dient de aanvullende producten of diensten waar de klant een vergoeding voor moet betalen goed, eenvoudig te vinden en helder uitgelegd op zijn website te vermelden. Vervoer, verplichting bij indicatie
De tariefstelling voor vervoer heeft voor veel aanbieders in 2013 flinke negatieve, financiële gevolgen. De tariefstelling is
weliswaar aangepast, de aanspraak van de klant op basis van zijn indicatie is ongewijzigd. Het kan dan ook niet zo zijn dat individuele klanten hun indicatie voor vervoer niet of in slechts in sterk verslechterde vorm kunnen verzilveren of hier-
voor extra moeten betalen. Als een klant een indicatie heeft voor vervoer (omdat hij geïndiceerd is voor dagactiviteiten),
is de aanbieder die de dagactiviteiten aanbiedt verantwoordelijk voor de organisatie van het vervoer. In onze inkoopspecificaties extramuraal heeft Menzis ondermeer beschreven onder welke condities met de zorgaanbieder afspraken zijn gemaakt voor vervoer. Menzis gaat er vanuit dat de zorgaanbieder aan deze voorwaarden blijft voldoen ook al heeft de zorgaanbieder met de verlaagde tariefstelling te maken.
Menzis gaat zorginstellingen steekproefsgewijs, of naar aanleiding van signalen, toetsen op het heffen van eigen- of aanvullende bijdragen. Het onderwerp is een agendapunt van het periodiek overleg met de contractmanager. Beperking aantal hulpverleners
Om het welbevinden van klanten te bevorderen wil Menzis dat de zorgaanbieder bij elke klant een maximum aantal verschillende zorgverleners, afhankelijk van het aantal zorgmomenten per week, inzet. Bij onderstaand aantal zorgmomenten per week een maximum aantal zorgverleners van: 1 minder dan 6:
max. 4 zorgverleners;
14 minder dan 27:
max. 8 zorgverleners;
7 minder dan 13: meer dan 28:
Menzis
max. 6 zorgverleners; max. 10 zorgverleners.
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
37
4.2 Keuzemogelijkheid en diversiteit van wonen Keuzemogelijkheid/Integrale benadering en zorg in de buurt
Het onderwerp “keuzevrijheid” levert voor de Menzis Zorgkantoren een dilemma op. Enerzijds willen de Zorgkantoren de
keuze die individuele klanten maken volledig respecteren, maar anderzijds zijn er goede argumenten om niet al te veel
verschillende zorgaanbieders te contracteren. Zo is het bijvoorbeeld voor huisartsen en andere hulpverleners gemakke-
lijker om samen te werken met een beperkt aantal partijen, en wanneer veel partijen in een wijk actief zijn betekent dit
per definitie meer reistijd die niet ten goede komt aan de klant. De zorg wordt daardoor onnodig duur en dit levert (voor toekomstige klanten) ook weer een beperking op van de toegankelijkheid van zorg. Voor een duurzame ouderenzorg is
dus een goede balans nodig. Menzis denkt dat die balans ontstaat door altijd meerdere zorgaanbieders in een bepaalde gemeente, stad of buurt te contracteren, maar met de meeste van die partijen een beperkte volume-afspraak te ma-
ken. Door minimaal drie zorgaanbieders te contracteren die een onbeperkte volume-afspraak krijgen, blijft er altijd een keuzemogelijkheid, maar geen keuzevrijheid.
Wijkgericht werken en wijkteams
Wijkgericht werken is een gebiedsgerichte manier van werken waarbij de gemeente, samen met de dorps- en wijkbewoners, zorgaanbieders en andere professionele organisaties
nadenkt over en uitvoering geeft aan de aanpak van zaken met betrekking tot wonen, welzijn, zorg en participatie in de directe leefomgeving. Een wijk kan bestaan uit één of meerdere buurten. Menzis verwacht wel dat in een wijk sociale voorzieningen zijn zodat de wijkteams deze voorzieningen als uitvalbasis kunnen gebruiken.
Het wijkteam kan ook in een kern wijkgericht werken. Een kern is een gebied liggende binnen één gemeente met het bijbehorende buitengebied.
Wijkteams kunnen klanten ondersteunen die langer thuis willen blijven wonen. Door de kleinschalige opzet, vanuit de integrale gedachte wordt maximale ruimte geboden aan de zelfredzaamheid van de klant. Wanneer een bestaand netwerk in de wijk aanwezig is, kan de klant een toename van de zelfredzaamheid en eigen regie, professionele ondersteuning
bij behoeften op het gebied van zorg en welzijn en zorg in de eigen vertrouwde omgeving ervaren. Ook blijven de sociale verbanden beter intact. Dit draagt bij aan de bevordering van de algehele gezondheid en het welzijn van de burgers.
De zorgaanbieder vervult in het wijkteam de rol van coördinator en vast aanspreekpunt. Voor een keten en/of netwerk ligt er de taak om het gezamenlijke aanbod transparant aan de klant over te brengen.
Vanuit de klant bezien is er een samenhangend pakket van zorg beschikbaar. Dit betekent niet dat er voor elke klant één pakket van zorg wordt ingekocht bij één aanbieder die verantwoordelijk is voor het regelen van alle zorg die de klant nodig heeft, maar het betekent vooral dat het zorgaanbod op elkaar aansluit en elkaar aanvult.
Kwalitatieve effecten voor de klant zijn verhoging van zelfredzaamheid, adequate antwoorden op hulpvragen, leren omgaan met beperkingen (preventie, gezondheids-bevordering en minder thuiszorg nodig), meer rust, begrip, ondersteu-
ning, betrokkenheid en vrijheid door tijd en aandacht voor zorgproces, uitstel opname in verpleeghuis of verzorgingshuis, langer thuis blijven wonen.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
38
Populatiegebonden bekostiging in het inkoopbeleid 2014
De Menzis Zorgkantoren willen in 2014 een zeer beperkt aantal experimenten uitvoeren met populatiegebonden bekostiging. De globale kenmerken van populatiegebonden bekostiging zijn:
• Er wordt een populatie afgesproken waarvoor de zorgaanbieders gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen;
• Er wordt een lumpsum bedrag afgesproken waarvoor de zorgaanbieders gezamenlijk de zorgverlening aan de
populatie mogen organiseren met inachtneming van de mededingingsregels;
• Het normale declaratieproces met indicatiestelling door het CIZ en de AW-319 blijft intact;
• De te maken afspraken moeten passen binnen de uitkomsten van de AWBZ inkoopprocedure (hoogte van het
uurtarief, productieplafond);
worden de extra zorgkosten gedeeld;
worden behouden of worden de besparingen gedeeld;
• Wanneer de zorgkosten hoger zijn dan de afgesproken lump sum, komt dit ten laste van de zorgaanbieders of • Wanneer de zorgkosten lager zijn dan de afgesproken lump sum, mag het verschil door de zorgaanbieders • Er worden in onderling overleg prestatie-indicatoren afgesproken;
• Er kunnen binnen de grenzen van de lump sum in beperkte mate prestaties worden geleverd aan mensen die
geen indicatie voor AWBZ hebben (preventie) en/of waarvoor geen betaaltitel in de AWBZ bestaat (zorgvernieuwing).
Over de invulling van de pilots zal nader overleg plaatsvinden. In eerste instantie zal dit gebeuren met één of meerdere gemeenten, gezien de beoogde transformatie van aanspraken vanuit de AWBZ naar de Wmo.
Wanneer in samenspraak met de gemeente(n) een keuze is gemaakt waar de experimenten zullen plaatsvinden, zal con-
tact worden gelegd met de zorgaanbieder(s) die in dit gebied actief is/zijn. Zij zullen worden uitgenodigd voor gesprekken over de vormgeving van het experiment. Wanneer deze gesprekken leiden tot overeenstemming, zullen de gemaakte afspraken worden vastgelegd in een addendum bij de raamovereenkomst. Specifieke doelgroepen in de Verpleging en Verzorgingsector
Binnen de sector Verpleging en Verzorging ontvangen ook klanten met een zintuiglijke beperking zorg. Het grootste deel van deze klanten verblijft in een V&V-verblijfsvoorziening en ontvangt zorg waarbij de nadruk ligt op de persoonlijke
verzorging en verpleging. Alleen voor deze groep koopt Menzis in de V&V-sector in de regio Arnhem de zorg in middels ZG-ZZP’s.
Intensieve kindzorg wordt regelmatig door meerdere zorgaanbieders aan dezelfde klant aangeboden. Vanwege het specifieke karakter van deze zorg zal Menzis geen tariefskorting doorberekenen voor de inzet van onderaannemers. Wel moet
de zorgaanbieder in de offerte aangeven met welke derden zij afspraken heeft gemaakt en voldoen aan de eisen voor het gebruik van onderaannemers.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
39
Volledig pakket thuis (VPT)
Menzis verwacht zowel in 2013 als in 2014 dat nieuwe klanten met een indicatie ZZP 3 en 4 deze zorg verzilveren in een verzorgingshuis en niet meer in een verpleeghuissetting.
Zorg in de vorm van VPT past goed bij het uitgangspunt van Menzis om de zorg zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving te organiseren. Het uitgangspunt is dat we VPT in principe willen inkopen in geclusterde woonsettingen.
Buiten geclusterde woonvormen is het van belang dat er op relatief kleine afstand (conform productspecificatie van be-
treffende ZZP) een steunpunt of intramurale zorgvoorziening aanwezig is welke het VPT kan leveren in de eigen woning van de klant. Samenwerking tussen aanbieders van verblijfszorg en extramurale aanbieders is hierbij mogelijk. Extramuraliseren
Tijdens de stakeholdersbijeenkomst op 12 december 2012 heeft Menzis toegezegd om in de loop van februari 2013 met een “richtinggevende notitie” te komen over het door het Zorgkantoor te hanteren beleid over de gevolgen van de extramuralisering van de lagere ZZP’s. Op 28 februari 2013 heeft Menzis haar beleid op de website gepubliceerd.
De visie van Menzis is dat mensen moeten kunnen blijven wonen in de gemeente waar zij altijd gewoond hebben. Omzetting van verzorgingshuiscapaciteit naar verpleeghuiscapaciteit is budgetneutraal mogelijk als er behoefte bestaat aan
extra verpleeghuiscapaciteit in een bepaalde gemeente. Afspraken die in het verleden gemaakt zijn over uitbreiding van
verpleeghuiscapaciteit of omzetting van verzorgings- naar verpleeghuiscapaciteit hebben geen gelding meer, tenzij met
de bouwactiviteiten (“spade in de grond”) al is begonnen. Afbouw van verpleeghuiscapaciteit is mogelijk. Het Zorgkantoor zal verzorgingshuizen financieel niet compenseren voor verhoging van de zorgzwaartemix en voor de gevolgen van leegstand, maar wel om plaatsen om te zetten in extramurale prestaties.
Menzis zet in op aansluiting van de aanwezige capaciteit op de zorgbehoefte in de verschillende (sub)regio’s. Soms betekent dit uitbreiding van capaciteit maar ook krimp van capaciteit behoort tot de mogelijkheden.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
40
4.3 Verbeteren kwaliteit van zorg en bevorderen innovatie Kwaliteitsregister V&VN
Organisaties hebben de taak de eigen medewerkers te ondersteunen om op professionele wijze zorg te verlenen en te
zorgen voor deskundigheidsbevordering c.q. scholingsprogramma. Menzis wil zorgaanbieders stimuleren om de zorgmedewerkers (verpleegkundigen en verzorgenden vanaf niveau 3) aansluiting te laten zoeken en te laten registreren bij het Kwaliteitsregister V&VN.
Er is een duidelijke toename van het aantal aanvragen accreditaties en geleverde scholingen, maar ook van inschrijvingen van verpleegkundigen en verzorgenden in het Kwaliteitsregister V&VN. Door meer bevoegd personeel in te zetten kunnen zorgaanbieders de kwaliteit van de geleverde zorg verbeteren. Zorgaanbieders geven zelf ook aan dat de klanten tevreden zijn. Daarom wil Menzis ook in 2014 op de ingeslagen weg verder gaan.
Om aan te tonen dat wordt voldaan aan de gestelde normen, volstaat het aanleveren van de jaarrapportage V&VN vóór
1 oktober van het lopende jaar. In deze rapportage wordt duidelijk gemaakt wat het aantal verpleegkundigen/verzorgen-
den is dat ingeschreven staat t.o.v. het totaal aantal medewerkers, de ontwikkelingen m.b.t. scholing etc. In bijlage 6 is de factsheet Kwaliteitsregister Verpleegkundigen en Verzorgenden opgenomen. Criteria:
• Het percentage ingeschreven medewerkers dient te worden berekend op basis van het aantal zorgmedewerkers
vast in dienst.
organisaties gestuurd: De uitkomst van deze rapportage dient minimaal voldoende te zijn, wil men voldoen aan
bieders.
• Door V&VN wordt altijd een eerste voortgangsrapportage en een jaarevaluatie opgesteld en naar de deelnemende
de criteria. Er is afgesproken met de V&VN dat deze ruim voor 1 oktober in het bezit is van de deelnemende zorgaan
• Met het lopende jaar wordt het jaar bedoeld waarvoor de overeenkomst van toepassing is (2014). CQ-scores
Zorgaanbieders zijn verplicht de resultaten van alle metingen in de betreffende zorgkantoorregio te laten zien bij de In-
schrijving. Evenals in voorgaande jaren moet hiervoor de uitgebreide lijst met indicatoren worden aangeleverd en niet de samenvatting op geaggregeerd niveau. Intensiveringsmiddelen
In 2012 zijn door het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld om een impuls te geven aan de kwaliteit van de langdurige zorg. In een daarvoor gesloten convenant zijn drie zaken vermeld waarvoor de intensiveringsmiddelen bedoeld
zijn; meer mensen in de zorg aan de slag, meer kwaliteit door extra scholing. Aanbieders zijn gevraagd om jaarlijks een
bestedingsvoorstel in te dienen. Wanneer er geen bestedingsvoorstellen worden ingediend of wanneer niet aantoonbaar
uitvoering wordt gegeven aan deze bestedingsvoorstellen, behoudt Menzis zich het recht voor toegekende budgetten aan te passen. Dit beleid wordt in 2014 voortgezet. Ketenzorg Dementie
Vanwege alle mogelijke veranderingen en onzekerheden zoals die naar voren komen in de brief van de staatssecretaris
en regeerakkoord, is het nog onduidelijk hoe de ketenzorg Dementie in 2014 wordt gefinancierd. Het doel van Menzis is om de huidige samenwerkingsverbanden te behouden en zij zal haar inkoopbeleid hieromtrent in 2014 handhaven. De integrale benadering van zorg is nu vooral vanuit de AWBZ ingestoken maar in de toekomst wil Menzis dat samenwer-
king tussen care en cure steeds meer wordt vormgegeven en dat de financiële schotten verder vervagen en uiteindelijk
verdwijnen. De GVK-aanbieder dient in de regio waar hij GVK-aanbieder is geworden mee te doen aan de keten. In bijlage 7 worden de gestelde eisen van Menzis aan Ketenzorg Dementie beschreven.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
41
4.4 Bestendigen financiële houdbaarheid Het betaalbaar houden van het zorgaanbod vraagt om goede samenwerking tussen financiers van zorgvormen. Preventie en welzijn zijn van invloed op de noodzakelijke omvang en inperking van de langdurige ouderenzorg. Integrale benade-
ring moet er toe leiden dat klanten gebruik kunnen maken van de juiste en effectieve zorg en daarmee binnen de langdu-
rige zorg een geschikt en gepast gebruik kunnen maken van benodigde zorg. Menzis heeft in het inkoopbeleid 2013 ervoor
gekozen om voor de sector V&V voor 2013 het Geld Volgt Klant-beginsel (GVK) met een beperkt aantal aanbieders per regio af te spreken. De eis: zorgaanbieders die inspelen op de wensen van klanten door de inzet van kleinschalige (wijkgerichte) teams met “korte lijntjes” blijft ook in het inkoopbeleid 2014 gehanteerd. Menzis controleert of de zorgaanbieders daadwerkelijk kleinschalige teams hebben opgericht. Tevens verwacht Menzis dat zorgaanbieders die GVK zijn geworden de 24 uurs zorg leveren en dus ook tussen 17.00 uur en 07.00 uur beschikbaar personeel hebben.
4.5 Verminderen van bureaucratie Waar mogelijk maakt Menzis gebruik van reeds beschikbare informatie zodat de administratieve druk bij zorgaanbieders verminderd kan worden. Menzis gaat in de relatie met de zorgaanbieder uit van het principe ‘high trust high penalty’. Bij twijfel kan Menzis aanvullende informatie opvragen. Om de bureaucratie te verminderen volstaat dit jaar wederom een bestuursverklaring. Hierin geven de zorgaanbieders aan dat zij aan de gevraagde eisen voldoen. Daarnaast wordt er gewerkt met een vaste productmix voor basis en extra.
Regelarme instellingen
Binnen de sector V&V nemen meerdere zorgaanbieders binnen de Menzisregio’s deel
aan het Experiment Regelarm: Allerzorg, Buurtzorg, de Hoven, Opella, Stichting Icare en Stichting Vilente. In de loop van het jaar 2013 worden de eerste resultaten verwacht.
Op de website www.invoorzorg.nl is informatie beschikbaar over elk project. Zorgaanbieders die overeenstemming hebben met VWS voor het uitvoeren van een Experiment Regelarme
Instellingen, kunnen al naar gelang de aard van het experiment gevrijwaard worden van specifieke bepalingen in het zorginkoopdocument.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
42
Bijlagen
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
43
Bijlage 1: Provincie Gelderland
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
44
Bijlage 2: Prognose aantal mensen met dementie per gemeente 2010 - 2040 Arnhem
2010
2011
2020
2030
2040
Aalten
438
449 (+3%)
569 (+30%)
781 (+78%)
977 (+123%)
Apeldoorn
2.491
2.534 (+2%)
2.966 (+19%)
3.975 (+60%)
4.982 (+100%)
Arnhem
1.846
1.851 (+0%)
1.926 (+4%)
2.495 (+35%)
3.116 (+69%)
Barneveld
635
651 (+3%)
899 (+42%)
1.291 (+103%)
1.644 (+159%)
Berkelland
698
722 (+3%)
905 (+30%)
1.195 (+71%)
1.445 (+107%)
Bronckhorst
681
706 (+4%)
877 (+29%)
1.122 (+65%)
1.397 (+105%)
Doesburg
158
167 (+6%)
256 (+62%)
364 (+131%)
465 (+195%)
Doetinchem
839
866 (+3%)
1.091 (+30%)
1.483 (+77%)
1.909 (+128%)
Duiven
258
271 (+5%)
396 (+54%)
507 (+97%)
707 (+175%)
Ede
1.533
1.580 (+3%)
1.930 (+26%)
2.503 (+63%)
3.217 (+110%)
Lingewaard
523
542 (+4%)
767 (+47%)
1.200 (+129%)
1.623 (+210%)
Montferland
516
546 (+6%)
773 (+50%)
1.034 (+100%)
1.256 (+143%)
Oost Gelre
417
437 (+5%)
602 (+44%)
799 (+92%)
1.038 (+149%)
Oude Ijsselstreek
629
632 (+1%)
773 (+23%)
1.087 (+73%)
1.356 (+116%)
Overbetuwe
487
502 (+3%)
705 (+45%)
1.091 (+124%)
1.394 (+186%)
Renkum
813
841 (+3%)
913 (+12%)
1.024 (+26%)
1.334 (+64%)
Rheden
1.027
1.047 (+2%)
1.273 (+24%)
1.562 (+52%)
1.833 (+78%)
Rijnwaarden
131
139 (+6%)
207 (+58%)
286 (+118%)
352 (+168%)
Rozendaal
38
39 (+4%)
54 (+43%)
52 (+36%)
53 (+40%)
Scherpenzeel
120
129 (+7%)
197 (+63%)
265 (+120%)
296 (+146%)
Wageningen
569
576 (+1%)
730 (+28%)
980 (+72%)
1.204 (+112%)
Westervoort
145
147 (+1%)
216 (+48%)
350 (+141%)
539 (+271%)
Winterswijk
526
536 (+2%)
591 (+12%)
752 (+43%)
930 (+77%)
Zaltbommel
314
321 (+2%)
412 (+31%)
583 (+86%)
728 (+132%)
Zevenaar
454
477 (+5%)
672 (+48%)
954 (+110%)
1.143 (+152%)
Groningen
2010
2011
2020
2030
2040
Appingedam
249
253 (+2%)
305 (+22%)
394 (+58%)
461 (+85%)
Bedum
153
165 (+8%)
231 (+51%)
317 (+107%)
416 (+172%)
Bellingwedde
176
176 (+0%)
211 (+20%)
294 (+67%)
353 (+101%)
De Marne
188
197 (+5%)
270 (+44%)
396 (+111%)
499 (+166%)
Delfzijl
505
521 (+3%)
644 (+28%)
817 (+62%)
928 (+84%)
Eemsmond
272
273 (+0%)
342 (+25%)
516 (+89%)
672 (+147%)
Groningen
2.231
2.242 (+0%)
2317 (+4%)
2.953 (+32%)
3.666 (+64%)
Grootegast
156
159 (+2%)
221 (+42%)
290 (+86%)
363 (+133%)
Haren
519
518 (+0%)
598 (+15%)
776 (+50%)
881 (+70%)
Hoogezand-S
547
564 (+3%)
715 (+31%)
975 (+78%)
1.190 (+118%)
Leek
299
312 (+4%)
403 (+35%)
531 (+78%)
685 (+129%)
Loppersum
164
166 (+1%)
197 (+20%)
256 (+56%)
333 (+103%)
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
45
Marum
129
136 (+5%)
178 (+39%)
260 (+102%)
324 (+151%)
Menterwolde
147
151 (+3%)
199 (+35%)
261 (+78%)
331 (+125%)
Oldambt
740
744 (+0%)
819 (+11%)
1.052 (+42%)
1.250 (+69%)
Pekela
207
213 (+3%)
250 (+21%)
330 (+59%)
388 (+87%)
Slochteren
208
211 (+2%)
257 (+23%)
371 (+78%)
461 (+122%)
Stadskanaal
606
630 (+4%)
803 (+32%)
1.042 (+72%)
1.219 (+101%)
Ten Boer
98
103 (+6%)
151 (+55%)
217 (+122%)
298 (+206%)
Veendam
491
500 (+2%)
535 (+9%)
644 (+31%)
748 (+52%)
Vlagtwedde
316
324 (+2%)
367 (+16%)
452 (+43%)
531 (+68%)
Winsum
199
208 (+5%)
294 (+48%)
412 (+107%)
559 (+181%)
Zuidhorn
237
243 (+3%)
320 (+35%)
498 (+110%)
612 (+158%)
Twente
2010
2011
2020
2030
2040
Almelo
1.005
1.034 (+3%)
1.231 (+22%)
1.583 (+58%)
1.997 (+99%)
Borne
299
319 (+7%)
474 (+59%)
682 (+128%)
853 (+185%)
Dinkelland
411
432 (+5%)
571 (+39%)
714 (+74%)
896 (+118%)
Enschede
2.108
2.171 (+3%)
2.540 (+20%)
3.178 (+51%)
3.771 (+79%)
Haaksbergen
347
354 (+2%)
501 (+44%)
705 (+103%)
855 (+146%)
Hellendoorn
519
529 (+2%)
666 (+28%)
911 (+76%)
1.125 (+117%)
Hengelo (O.)
1.255
1.292 (+3%)
1.529 (+22%)
1.901 (+51%)
2.362 (+88%)
Hof van Twente
605
620 (+2%)
776 (+28%)
996 (+65%)
1175 (+94%)
Losser
321
333 (+4%)
454 (+42%)
667 (+108%)
871 (+171%)
Oldenzaal
471
485 (+3%)
645 (+37%)
896 (+90%)
1.069 (+127%)
Rijssen-Holten
528
554 (+5%)
664 (+26%)
765 (+45%)
892 (+69%)
Tubbergen
269
279 (+4%)
370 (+38%)
474 (+76%)
637 (+137%)
Twenterand
389
393 (+1%)
484 (+24%)
686 (+76%)
854 (+119%)
Wierden
293
304 (+4%)
429 (+46%)
586 (+100%)
697 (+138%)
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
46
Bijlage 3: Intramurale zorgvraag Exclusief BH
0
0%
0
Verhouding ZZP Herschikking
0
Verhouding ZZP 1ste afspr.
VV01
Realisatie
99%
Productie Herschikking
Productie 1ste afspraak
65%
Arnhem
115.802
Verhouding ZZP Herschikking
116.912
Verhouding ZZP 1ste afspr.
178.343
Realisatie
Productie Herschikking
Productie 1ste afspraak
Arnhem VV01
Inclusief BH
0%
VV02
479.577
383.887
371.326
77%
97%
VV02
0
0
0
0%
0%
VV03
441.219
482.841
482.120
109%
100%
VV03
3.703
1.877
1.844
50%
98%
465.881
475.881
112%
102%
VV04
36.786
17.121
18.721
51%
109%
93.693
119.487
112.270
120%
94%
VV05
789.586
805.908
809.865
103%
100%
VV06
113.746
131.919
135.653
119%
103%
VV06
301.878
315.671
318.980
106%
101% 101%
VV07
8.765
8.513
9.068
103%
107%
VV07
200.535
234.516
236.630
118%
VV08
2.000
2.817
2.556
128%
91%
VV08
66.162
80.056
75.623
114%
94%
VV09a
2.473
2.413
1.805
73%
75%
VV09a
109.742
112.010
118.636
108%
106%
VV09b
892
427
359
40%
84%
VV09b
33.614
31.169
21.215
63%
68%
69
928
1.071
1552%
115%
VV10
12.822
12.064
12.049
94%
100%
1.747.354
1.716.025
1.707.911,00
98%
100%
Totaal
1.554.828
1.610.392
1.613.563
104%
100%
Verhouding ZZP Herschikking
426.577
Verhouding ZZP 1ste afspraak
VV04 VV05
VV10 Totaal
Exclusief BH
Inclusief BH
97%
VV01
0
0%
0%
VV02
306.436
239.574
233.387
76%
97%
VV02
0
0%
0%
VV03
353.616
355.995
352.854
100%
99%
VV03
7.195
2.615
2.367
33%
91%
VV04
274.000
322.829
324.551
118%
101%
VV04
41.018
18.971
17.974
44%
95%
Realisatie
Productie 1ste afspraak
Realisatie
Productie Herschikking
Verhouding ZZP Herschikking
55%
Groningen
Verhouding ZZP 1ste afspraak
84.743
Productie Herschikking 87.638
Productie 1ste afspraak 154.778
Groningen VV01
VV05
83.679
107.353
109.665
131%
102%
VV05
554.645
569.316
564.670
102%
99%
VV06
125.696
154.443
154.119
123%
100%
VV06
136.445
132.023
139.942
103%
106% 102%
VV07
8.077
12.813
11.324
140%
88%
VV07
66.381
77.847
79.608
120%
VV08
10.060
10.268
9.185
91%
89%
VV08
60.074
73.525
74.137
123%
101%
VV09a
5.168
1.236
1.351
26%
109%
VV09a
135.543
146.209
145.709
108%
100%
VV09b
1
522
422
42200%
81%
VV09b
21.716
20.334
18.944
87%
93%
VV10 Totaal
399
307
258
65%
84%
VV10
1.321.910
1.292.978
1.281.859
97%
99%
Totaal
9.328
7.732
7.956
85%
103%
1.032.345
1.048.572
1.051.307
102%
100%
Exclusief BH
Inclusief BH
0%
0%
225.377
81%
98%
VV02
0%
0%
VV03
315.342
339.962
341.774
108%
101%
VV03
3.472
43%
91% 100%
Productie 1ste afspraak
3.829
Verhouding ZZP Herschikking
230.481
8.060
Verhouding ZZP 1ste afspraak
279.412
Realisatie
VV01
VV02
Productie Herschikking
Verhouding ZZP Herschikking 97%
Twente
Verhouding ZZP 1ste afspraak 56%
Realisatie 55.329
Productie Herschikking 56.978
Productie 1ste afspraak 98.001
Twente VV01
VV04
253.649
266.706
267.244
105%
100%
VV04
31.714
21.934
21.910
69%
VV05
91.432
106.087
113.689
124%
107%
VV05
579.830
611.534
606.702
105%
99%
VV06
105.712
134.100
139.313
132%
104%
VV06
220.298
231.775
229.031
104%
99%
VV07
3.420
5.554
5.970
175%
107%
VV07
187.924
178.766
182.143
97%
102%
VV08
703
1.652
1.418
202%
86%
VV08
59.844
62.805
63.248
106%
101%
VV09a
3.512
1.716
1.585
45%
92%
VV09a
103.513
111.412
108.983
105%
98%
12.920
11.904
11.259
87%
95%
5.424
2.511
2.759
51%
110%
1.209.527
1.236.470
1.229.507
102%
99%
VV09b
0
0
0
0%
0%
VV09b
VV10
0
0
0
0%
0%
VV10
1.151.183
1.143.236
1.151.699
100%
101%
Totaal
Menzis
Totaal
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
47
Bijlage 4: Capaciteitsprognose Menzis Zorgkantoorregio’s 2015
Profiel 2: lichte Somatische zorgvraag
Profiel 3: gem. Somatische zorgvraag
Profiel 4: zware Somatische zorgvraag
Profiel 4: zware PG zorgvraag
V&V: Zorgplaatsen Intramurale zorg
V&V: Zorgplaatsen Verzorgingshuis zorg
V&V: Zorgplaatsen Somatische zorg
V&V: Zorgplaatsen PG zorg
Verschil aanbod-vraag Intramuraal zorg totaal
Verschil aanbod-vraag Somatische zorg
Verschil aanbod-vraag PG zorg
4.455
329
308
173
140
263
212
11
40
-50
-162
-100
484
Arnhem
17.587
1.305
1.230
706
566
1.640
912
269
459
369
-437
-107
1.961
Barneveld
7.076
527
494
266
219
472
271
60
141
-13
-206
-78
756
Berkelland
7.925
569
526
286
235
378
275
25
78
-143
-261
-157
810
Bronckhorst
6.909
523
487
291
236
308
233
12
63
-219
-279
-173
812
Doesburg
2.110
146
132
70
58
87
63
0
24
-41
-70
-34
200
Doetinchem
8.801
656
614
344
282
592
267
135
190
-34
-209
-92
973
3.153
229
210
107
91
50
0
25
25
-148
-82
-66
320
15.472
1.187
1.118
619
510
1.089
697
132
260
-40
-487
-250
1.760
Lingewaard
7.018
480
443
228
185
359
186
85
88
-54
-143
-97
646
Montferland
6.227
455
425
225
183
194
119
8
67
-214
-217
-116
632
Oost Gelre
4.755
353
329
181
148
313
143
50
120
-15
-131
-28
511
Oude IJsselstreek
6.887
513
483
266
214
648
267
128
253
168
-138
39
738
Overbetuwe
6.631
448
410
200
164
270
211
30
29
-94
-170
-135
574
Renkum
6.443
532
501
328
265
771
546
60
165
178
-268
-100
903
Rheden
8.764
730
701
408
334
1.095
565
238
292
352
-170
-42
1.140
Rijnwaarden
1.726
124
115
63
50
184
98
36
50
71
-27
0
176
343
26
23
14
12
0
0
0
0
-26
-14
-12
42
Scherpenzeel
1.419
108
101
59
47
83
59
9
15
-23
-50
-32
161
Wageningen
4.765
384
369
227
179
555
281
95
179
150
-132
0
613
Westervoort
2.043
134
120
58
49
68
32
0
36
-39
-58
-13
174
Winterswijk
4.884
375
355
205
165
461
259
90
112
90
-115
-53
569
Zevenaar
6.073
427
396
201
166
315
46
142
127
-52
-59
-39
574
141.466
10.560
9.890
5.525
4.498
10.195
5.742
1.640
2.813
173
-3.885
-1.685
15.529
Duiven Ede
Rozendaal
Totaal
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
Dementerenden totaal
Profiel 1: nauwelijks tot geen zorgvraag
Aalten
Arnhem
48
Profiel 2: lichte Somatische zorgvraag
Profiel 3: gem. Somatische zorgvraag
Profiel 4: zware Somatische zorgvraag
Profiel 4: zware PG zorgvraag
V&V: Zorgplaatsen Intramurale zorg
V&V: Zorgplaatsen Verzorgingshuis zorg
V&V: Zorgplaatsen Somatische zorg
V&V: Zorgplaatsen PG zorg
Verschil aanbod-vraag Intramuraal zorg totaal
Verschil aanbod-vraag Somatische zorg
Verschil aanbod-vraag PG zorg
2.201
176
169
102
80
219
80
105
34
37
3
-46
273
Bedum
1.779
127
116
70
58
94
74
0
20
-35
-70
-38
201
Bellingwedde
1.864
133
120
73
57
95
55
0
40
-35
-73
-17
198
De Marne
1.879
134
122
71
57
112
112
0
0
-16
-71
-57
198
Delfzijl
5.023
382
357
201
165
441
308
33
100
74
-168
-65
568
Eemsmond
2.762
200
181
106
87
227
211
8
8
34
-98
-79
300
Groningen
19.542
1.488
1.403
834
667
1.966
1.079
383
504
465
-451
-163
2.310
Grootegast
1.710
125
114
66
54
121
78
0
43
1
-66
-11
187
Haren
4.092
338
327
196
157
345
281
0
64
-8
-196
-93
534
Hoogezand-Sappemeer
6.039
448
419
229
186
302
242
30
30
-113
-199
-156
642
Leek
3.244
243
227
130
106
137
103
0
34
-98
-130
-72
364
Loppersum
1.685
119
108
67
53
139
139
0
0
19
-67
-53
183
Marum
1.467
102
93
53
42
87
87
0
0
-8
-53
-42
147
Menterwolde
1.817
118
104
58
46
55
55
0
0
-49
-58
-46
162
6.976
517
483
277
222
614
348
92
174
114
-185
-48
766
2.221
160
147
85
69
109
109
0
0
-45
-85
-69
237
Slochteren
2.304
157
143
80
64
140
140
0
0
-4
-80
-64
223
Stadskanaal
6.271
476
446
243
199
294
282
0
12
-148
-243
-187
683
Ten Boer
1.022
74
68
45
34
90
90
0
0
11
-45
-34
119
Veendam
4.631
347
325
193
155
374
167
94
113
26
-99
-41
532
Vlagtwedde
3.097
232
216
123
100
227
60
32
135
4
-91
35
344
Winsum
2.340
166
153
89
71
250
88
142
20
90
53
-51
246
Zuidhorn
2.805
193
179
100
78
381
141
132
108
203
32
30
271
86.771
6.455
6.020
3.491
2.807
6.819
4.329
1.051
1.439
519 -2.440
-1.367
9.688
Oldambt Pekela
Totaal
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
Dementerenden totaal
Profiel 1: nauwelijks tot geen zorgvraag
Appingedam
Groningen
49
Profiel 2: lichte Somatische zorgvraag
Profiel 3: gem. Somatische zorgvraag
Profiel 4: zware Somatische zorgvraag
Profiel 4: zware PG zorgvraag
V&V: Zorgplaatsen Intramurale zorg
V&V: Zorgplaatsen Verzorgingshuis zorg
V&V: Zorgplaatsen Somatische zorg
V&V: Zorgplaatsen PG zorg
Verschil aanbod-vraag Intramuraal zorg totaal
Verschil aanbod-vraag Somatische zorg
Verschil aanbod-vraag PG zorg
10.710
792
742
407
330
921
427
198
296
184
-209
-34
1.140
Borne
3.637
266
247
135
112
109
15
47
47
-139
-88
-65
387
Dinkelland
4.150
325
306
177
144
298
238
30
30
-23
-147
-114
495
Enschede
21.592
1.611
1.515
861
690
2.045
1.281
294
470
494
-567
-220
2.378
Haaksbergen
4.324
312
290
147
121
272
127
72
73
4
-75
-48
418
Hellendoorn
5.777
417
390
207
169
450
157
150
143
74
-57
-26
584
Hengelo
12.075
929
877
488
400
505
411
29
65
-384
-459
-335
1.379
Hof van Twente
6.766
511
480
267
217
581
242
129
210
97
-138
-7
744
Losser
3.999
283
258
137
113
224
80
70
74
-26
-67
-39
392
Oldenzaal
5.422
397
372
199
161
353
218
43
92
-8
-156
-69
557
Rijssen-Holten
5.264
407
382
224
183
381
272
31
78
-25
-193
-105
627
Tubbergen
2.881
220
204
116
95
150
81
37
32
-61
-79
-63
330
Twenterand
4.743
333
311
158
128
231
188
15
28
-55
-143
-100
447
Wierden
3.775
270
252
127
105
145
73
0
72
-87
-127
-33
363
95.115
7.073
6.626
3.650
2.968
6.665
3.810
1.145
1.710
45
-2.505
-1.258
10.241
taal
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
Dementerenden totaal
Profiel 1: nauwelijks tot geen zorgvraag
Almelo
Twente
50
Bijlage 5: ingekochte extramurale zorg Menzis Zorgkantoren 2012
Verpleging
Productieafspraken
Realisatie
22.520
22.322
Arnhem
VP
Gespecialiseerde verpleging
Verpleging
369.337
342.504
Verpleging extra
43.689
72.219
Verpleging: AIV
13.751
16.623
449.297
453.668
20.651
20.209
302.225
297.295
Totaal Arnhem
Groningen
VP
Gespecialiseerde verpleging
Verpleging
Verpleging extra
24.167
33.296
Verpleging: AIV
3.923
3.472
350.966
354.272
22.824
23.079
260.811
244.837
Totaal Groningen
Twente
VP
Gespecialiseerde verpleging
Verpleging
Verpleging extra
33.753
49.944
Verpleging: AIV
2.620
3.637
320.008
321.497
1.120.271
1.129.437
Persoonlijke verzorging
Productieafspraken
Realisatie
2.569.176
2.462.579
369.049
479.278
257.274
262.972
3.195.499
3.204.829
1.729.190
1.687.832
Totaal Twente Eindtotaal
Arnhem
PV
Persoonlijke verzorging
Persoonlijke verzorging Extra
Persoonlijke verzorging speciaal
Totaal Arnhem Groningen
PV
Persoonlijke verzorging
Persoonlijke verzorging Extra
183.805
244.474
Persoonlijke verzorging speciaal
167.730
163.038
Totaal Groningen
2.080.725
2.095.344
Twente
PV
Persoonlijke verzorging
1.814.488
1.727.546
Persoonlijke verzorging Extra
287.319
379.364
Persoonlijke verzorging speciaal
205.065
210.234
2.306.872
2.317.144
7.583.096
7.617.317
Totaal Twente Eindtotaal
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
51
Begeleiding groep
Productieafspraken
Realisatie
Arnhem
BGGRP
Dagactiviteit basis
296.501
297.858
Dagactiviteit PG
125.764
125.219
Dagactiviteit som. ondersteunend
59.110
59.622
Dagactiviteit ZG auditief licht
9.342
9.342
Dagactiviteit ZG visueel zwaar
12.276
12.501
Nachtverpleging
247
201
Nachtverzorging
284
284
Totaal Arnhem
503.524
505.027
Groningen BGGRP
Dagactiviteit basis
148.790
148.381
Dagactiviteit PG
62.596
62.756
Dagactiviteit som. ondersteunend
24.071
23.075
Dagactiviteit-LZA
37.398
36.192
Totaal Groningen
272.855
270.404
Twente
BGGRP
Dagactiviteit basis
312.686
315.538
Dagactiviteit LG zwaar
1.010
1.008
Dagactiviteit PG
91.342
90.199
Dagactiviteit som. ondersteunend
55.411
55.813
Nachtverpleging
1
0
Totaal Twente
460.450
462.558
Eindtotaal
1.236.829
1.237.989
productieafspraken
realisatie
352.550
297.554
61.450
114.570
Begeleiding individueel Arnhem
BGIND
Begeleiding
Begeleiding Extra
Begeleiding speciaal 1 (nah)
1.293
1.154
Begeleiding speciaal 2 (auditief)
1.747
1.747
Gespecialiseerde begeleiding (psy)
10.314
10.399
Totaal Arnhem
427.354
425.424
Groningen BGIND
Begeleiding
252.660
249.818
Begeleiding Extra
19.159
22.122
Begeleiding speciaal 1 (nah)
3.324
3.853
Gespecialiseerde begeleiding (psy)
12.883
12.327
288.026
288.120
229.179
209.812
31.859
51.314
2.307
2.313
18.169
20.648
Totaal Groningen
Twente
BGIND
Begeleiding
Begeleiding Extra
Begeleiding speciaal 1 (nah)
Gespecialiseerde begeleiding (psy)
Totaal Twente
281.514
284.087
Eindtotaal
996.894
997.631
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
52
Bijlage 6: Factsheet Kwaliteitsregister verpleegkundigen en verzorgenden Verzekeraars/Zorgkantoren vinden dat bij de levering van zorg voldoende gekwalificeerd personeel aanwezig moet zijn. Voor de intramurale zorg heeft ZN met de andere partijen in het Convenant Investering Langdurige Zorg23 afspraken
gemaakt over investeringen in voldoende en goed gekwalificeerd personeel. De middelen maken onderdeel uit van de
jaarlijkse inkoopsystematiek. Zorgverzekeraars maken met zorginstellingen afspraken, zodat de doelstellingen van het convenant worden gerealiseerd.
Verzekeraars hechten daarnaast belang aan een goede deskundigheidsborging van personeel, waaronder verpleegkundigen en verzorgenden. Verpleegkundigen en verzorgenden dienen op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen binnen hun eigen vak om kwalitatief goede en veilige zorg te leveren.
De V&VN heeft sinds 2008 een kwaliteitsregister voor verpleegkundigen en verzorgenden ingesteld. Hierin wordt vastgelegd wat een verpleegkundige of verzorgende doet aan deskundigheidsbevordering en wordt het mogelijk gemaakt
dat verpleegkundigen en verzorgenden op aantoonbare en transparante wijze hun deskundigheid op peil houden. Door
het kwaliteitsregister zijn landelijke normen vastgesteld voor het onderhouden van de deskundigheid van de individuele beroepsbeoefenaar in de verpleging/verzorging. Het register wordt door diverse partijen erkend zoals de IGZ. Kenmerken Kwaliteitsregister V&V24
Het Kwaliteitsregister V&V heeft de volgende kenmerken:
• Het Kwaliteitsregister V&V kent twee basisregisters: één voor verpleegkundigen en één voor verzorgenden.
Deze basisregisters sluiten aan op de eisen van de beroepsnorm deskundigheid verpleegkundigen c.q. verzorgenden.
c.q. in het bezit zijn van het vereiste diploma.
activiteiten er zijn gedaan.
• Van alle geregistreerde verpleegkundigen en verzorgenden is getoetst of zij staan ingeschreven in het BIG-register • Iedere geregistreerde administreert individueel in een online-portfolio welke deskundigheidsbevorderende
• Het portfolio is ingedeeld op basis van zorgvragergebonden, organisatiegebonden en professiegebonden activiteiten.
• Het portfolio maakt tevens onderscheid in deskundigheidsbevordering die respectievelijk geaccrediteerd, bewijsbaar
of vrij is.
psychiatrisch verpleegkundigen tot geriatrisch verzorgenden. Deze deskundigheidsgebieden sluiten aan op de eisen
• Het Kwaliteitsregister V&V bevat 44 specifieke deskundigheidsgebieden van ambulanceverpleegkundigen,
die door de beroepsgroep worden gesteld aan de deskundigheid op specifieke terreinen van de beroepsuitoefening.
• Het Kwaliteitsregister V&V hanteert een herregistratieperiode van vijf jaar. Dit betekent dat een verpleegkundige
of verzorgende na vijf jaar moet hebben voldaan aan de eisen van de beroepsnorm deskundigheid, alvorens zij een nieuwe registratieperiode van vijf jaar kan beginnen.
• Een geregistreerde verpleegkundige of verzorgende kan de leidinggevende toestemming geven het portfolio in te zien. • Het portfolio is onafhankelijk van de werkomgeving. Ook bij verandering van werkgever kan de verpleegkundige het
portfolio continueren.
informatie is openbaar:
• Aard van het basisregister (verpleegkundigen of verzorgenden)
• Het Kwaliteitsregister V&V is een transparant systeem dat publiekelijk kan worden geraadpleegd. De volgende
• Naam van de geregistreerde
• Datum van (her)registratie in het basisregister • Registratie in een deskundigheidsgebied
• Datum van (her)registratie in het deskundigheidsgebied • Registratie als voorschrijvend verpleegkundige
• Datum van (her)registratie als voorschrijvend verpleegkundige • Eerdere (her)registraties op deze onderdelen
• Iedere burger kan het Kwaliteitsregister V&V raadplegen om te zien of een beroepsbeoefenaar haar
voorschrijfdeskundigheid volgens de normen van de beroepsgroep onderhoudt.
23 Convenant Investeringen Langdurige Zorg 2011-2015 24 Bron: Landelijke Beroepsnorm Deskundigheidsbevordering verpleegkundigen & verzorgenden – versie november 2011 Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
53
• Het Kwaliteitsregister V&V bevat een catalogus met ruim 6.000 geaccrediteerde vormen van
• Accreditatie wordt verleend door een onafhankelijke accreditatiecommissie.
• Het Kwaliteitsregister V&V kan gekoppeld worden aan externe systemen voor registratie van deskundigheid.
deskundigheidsbevordering.
• Jaarlijks wordt de kwaliteit van de scholing in de catalogus steekproefsgewijs gecontroleerd.
Dit voorkomt dat veel tijd verloren gaat aan dubbele administratie.
Menzis steunt de ontwikkeling van het kwaliteitsregister en wil het gebruik van het kwaliteitsregister stimuleren door in de zorginkoop:
• afspraken te maken over deelname; • deelname te belonen;
• t.z.t. deelname aan het kwaliteitsregister verplicht te stellen.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
54
Bijlage 7: Ketenzorg Dementie Notitie Casemanagement Dementie (CMD) Inleiding
Voor de samenhang van dementiezorg is het onderwerp „casemanagement” van belang. De complexiteit van de problematiek van dementie is een gevolg van de aard van het ziektebeeld, comorbiditeit en sociale omstandigheden. Omdat
deze complexiteit zich tijdens het dementeringsproces steeds verder ontwikkelt, is het raadzaam dat er voor de klant en voor diens naasten een centrale zorgverlener beschikbaar is, die de rol van casemanager kan vervullen.
Er is in het Landelijke Dementieprogramma inmiddels consensus dat de invulling van deze rol cruciaal is voor integrale, goede dementiezorg. Het gebrek aan samenhang en afstemming dat kenmerkend is voor de dementiezorg wordt voor
een belangrijk deel opgelost omdat casemanagement per definitie juist bedoeld is om continuïteit en samenhang vanuit het perspectief van de klant aan te brengen. Tevens is het van belang dat deze rol van meet af aan, d.w.z. vanaf het mo-
ment van de diagnose, wordt opgepakt, of zelfs daarvoor, omdat de diagnose dementie vaak helemaal niet wordt gesteld. De aard, inhoud en intensiteit van casemanagement verschuiven gedurende het ziekteproces. En niet iedereen met
dementie zal gedurende het hele ziektetraject van een casemanager gebruik (willen) maken. Casemanagement kan op verschillende manieren worden ingevuld. In de praktijk worden ook verschillende termen gehanteerd: casemanagers,
dementieconsulenten, zorgtrajectbegeleiders etc. Hier wordt volstaan met de term casemanager. Belangrijk is dat het
casemanagement is ingebed in de regionale zorg- en ondersteuningsstructuur, zodat de casemanager een direct beroep kan doen op andere (lokale en wijk)zorg- en hulpverleners (voor consultatie en afstemming). Wat wordt verstaan onder casemanagement?
“iemand die de klant en de mantelzorger(s) en/of familie altijd ondersteunt, informatie geeft, vanuit een onafhanke-
lijke rol de positie van de klant vertegenwoordigt en zorgt voor continuïteit in het totale zorgproces. De casemanager
maakt actief deel uit van het zorg-en dienstverleningsproces in en vanuit een zorgketen waarin signalering van teke-
nen van dementie, ziekte- en zorgdiagnostiek, behandeling, evaluatie, bijstellen/afstemmen van zorg en nazorg onderdeel uitmaken.
Vanuit de ervaringen in het LDP (Landelijk Dementie Programma) en op basis van onderzoek moet casemanagement volgens het LDP-kernteam (Vilans, CBO en Alzheimer Nederland) in ieder geval voldoen aan de volgende drie voorwaarden: 1. Beschikbaarheid en inzet. Het LDP-expertteam stelt dat bij dementie diagnose en begeleiding altijd aan elkaar gekoppeld moeten zijn. Dit houdt in de praktijk in dat een vaste hulpverlener vanaf het moment van de diagnose (door de
huisarts gesteld) beschikbaar zou moeten zijn. Uiteraard beslist de klant zelf of hij er (nu of later) gebruik van maakt. In
voorkomende gevallen is denkbaar dat de casemanager op verzoek van de huisarts wordt ingeschakeld in een eerder sta-
dium (bij het niet-pluis-gevoel). De beschikbaarheid van de casemanager eindigt bij opname in een intramurale instelling (of overlijden in de thuissituatie).
Gemiddeld gaat het hier over een periode van ongeveer 6 jaar waarbinnen soms stevige inzet van de casemanager nodig
is, maar er ook perioden zijn waarin bijvoorbeeld een keer per drie maanden telefonisch contact voldoende is. Casemanager en klantsysteem bepalen dit in onderling overleg. Bovendien zal niet elke dementerende gebruik (willen) maken van de diensten van een casemanager, bijvoorbeeld omdat daar de voordelen niet van worden ingezien. Uit onderzoek naar
casemanagementprojecten in Nederland (Ligthart 2006) blijkt dat een caseload van 50 klantsystemen per 1 FTE casemanager als een redelijk en haalbaar aantal wordt beschouwd.
2. Takenpakket. Casemanagement bij dementie is meer dan een ‘regel- of verwijsfunctie’, het gaat ook om laagdrempelige ondersteuning en begeleiding aan/van het klantsysteem. Tot de taken van de casemanager behoren tenminste zorgdiag-
nostiek, het cyclisch coördineren (signaleren, regelen, indiceren (sips), uitvoeren, evalueren en bijstellen) van de totale zorg
en behandeling, het bieden van psychosociale systeembegeleiding (informatie, psycho-educatie, familiegesprekken, rouwverwerking), het bieden van praktische ondersteuning (o.a. zorgbemiddeling) en therapeutische behandelingen (cognitief
en gedragsmatig). Eventueel kunnen, bijvoorbeeld op verzoek van de huisarts, ook taken als preventie en vroegsignalering, Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
55
crisishulp en het bieden van nazorg na opname of overlijden deel uitmaken van het takenpakket. Ook taken gerelateerd aan wonen en welzijn horen bij de casemanager.
3. Functievereisten. Casemanagement wordt uitgevoerd door hulpverleners met minimaal HBO-niveau, met een ruime ervaring in de zorgsector en met als aandachtsgebied psychogeriatrie. Meer specifiek zijn de functievereisten als volgt: • opleiding HBO-niveau, bijvoorbeeld SPV/MGZ/MW of HBO-V met ervaring
• kennis van en ervaring met dementie- en mantelzorgproblematiek (sociaal psychiatrische deskundigheden,
interventiemethodieken ter ondersteuning van het klantsysteem)
• bekendheid met de onderdelen van het geriatrische netwerk
• affiniteit met de doelgroep en de juiste mix tussen betrokkenheid en afstand bewaren
• kunnen omgaan met belangentegenstellingen zowel binnen het klantsysteem als tussen het klantsysteem en derden • goede communicatieve vaardigheden: past de stijl aan aan diverse betrokken partijen, zoekt actief naar inzichten
en perceptie van diverse betrokken partijen, past efficiënte vraagtechnieken toe, heeft goede luistervaardigheden, antwoordt effectief en checkt of de boodschap begrepen is
• bezit coachings- en adviesvaardigheden
• in staat zijn om een netwerk in het werkgebied te ontwikkelen en hierbinnen samen te werken met andere
hulpverleners en disciplines
• beschikken over organisatorische en sociale vaardigheden
• kennis van samenhang tussen individu – werk – omgeving (person – environment – occupation)
• kennis van alle relevante, sociale wetgeving, wetgeving rond ziekte en reïntegratie, arbeidswetgeving en de betrokken
instanties, diensten.
Aanvullend aan deze eisen hebben we in dialoog met de projectleiders Ketenzorg Dementie de volgende specificaties opgesteld voor casemanagement dementie:
• Minimaal 16 uur per week beschikbaar voor CMD
• Instroommoment ook voor de diagnose bij vermoeden van dementie
• Uitvoering als aparte functie, of als onderdeel (rol) binnen een andere functie (met name wijkverpleegkundige) • Specifieke opleiding voor casemanagement
• Afspraken met andere casemanagers in de keten over beschikbaarheid en bereikbaarheid
• Bij een caseload van 50 tot 60 klanten moet, met de beschikbare middelen uit de AWBZ, een dekkingsgraad van
ongeveer 20 % van het aantal thuiswonende mensen met dementie in de regio haalbaar zijn
• Einde bij overlijden of opname verpleeghuis
• Tweemaal per jaar rapportage aan de huisarts Uitvoering als aparte functie of als rol
Een veelbesproken onderwerp binnen de ketens is de vraag of CMD als aparte functie moet worden uitgevoerd, of dat
dit ook kan als een rol, als onderdeel van een bepaalde functie, met name de functie van wijkverpleegkundige. Wij heb-
ben daar geen standpunt over ingenomen, het mag allebei. Onderstaand zijn een aantal argumenten genoemd voor de twee opties.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
56
Casemanager als functie
Casemanager als rol
CMD vereist aparte kennis, vaardigheden, attitude en affiniteit; dat doe je er zo niet even bij
Door in de specificaties eisen te stellen aan opleiding en vaardigheden borg je voldoende deskundigheid
De casemanager behoort een onafhankelijke positie in te kunnen nemen, rol van CMD kan conflicteren met rol van wijkverpleegkundige
De CMD uitgevoerd als rol is beter in staat verbindingen te leggen met andere partijen omdat hij daar onderdeel van uitmaakt. Past beter in het model van integraal, wijkgericht werken
Veel personen met dementie hebben helemaal geen wijkverpleegkundige hulp omdat er geen verpleegtechnische handelingen nodig zijn
Mensen met dementie moeten niet met veel verschillende gezichten te maken krijgen, daarom is het beter wanneer de rol van casemanager is geïntegreerd in de functie van wijkverpleegkundige
CMD is geen declarabele prestatie. Bij een uitvoering als rol is het gevaar aanwezig dat deze rol ondersneeuwt als gevolg van de druk om declarabele uren (verpleging) te maken
Door in de specificaties eisen te stellen aan beschikbaarheid (16 uur per week) en door te laten registreren wat een CMD doet, borg je dat de wijkverpleegkundige voldoende toekomt aan haar rol van CMD
Alzheimer Nederland is voorstander van dit model
Een andere variant zou zijn wanneer CMD in de eerste stadia van dementie wordt uitgevoerd door een aparte functionaris, maar in het tussenstadium, wanneer vaak meer thuiszorg nodig is, als rol wordt uitgevoerd door de wijkverpleegkun-
dige, waarbij de functionaris CMD als deskundige beschikbaar blijft voor de wijkverpleegkundige. Uit onderzoek in de provincie Zeeland kwam naar voren dat bij dementie vaak in het vierde en vijfde jaar na diagnose thuiszorg wordt ingezet. Afstemming met huisartsen
Bij huisartsen bestaat een zekere angst dat de CMD een deel van het werk zal gaan doen, dat – naar de mening van de huisarts – toebehoort aan de huisarts of de POH. Zeker met de recente introductie van de M & I module Ouderenzorg zien de huisartsen voor zichzelf/de POH mogelijkheden om CMD aan te bieden. In de praktijk kan dit leiden tot koud-
watervrees, terwijl de bedoeling van CMD juist is om de afstemming met de huisarts te optimaliseren. Uit gesprekken
met hoofdaannemers/projectleiders van de Ketenzorg Dementie blijkt wel dat huisartsen steeds beter de meerwaarde
van samenwerking gaan inzien. Door de CMD’s worden huisartsen minder belast met de vaak intensieve zorg voor deze patiënten. Huisartsen hebben wel behoefte aan voldoende terugkoppeling door de CMD’s. daarom hebben we in onze specificaties opgenomen dat de CMD minimaal 2 keer per jaar een terugkoppeling geeft aan de huisarts.
Conclusie was wel dat, omdat vanuit de huidige financiering “slechts” 20 % kan worden bediend, er voldoende te doen
blijft voor huisartsen/POH. Het is zaak dat huisartsen en CMD’s in de praktijk goed leren samenwerken. Gelukkig krijgen we daar ook voldoende signalen over (vanuit de kant van de AWBZ). Kosten en Financiering
De kosten van de casemanager worden nu door ons gefinancierd met een opslag op het tarief voor extramurale en intramurale zorg in de AWBZ. Daarnaast vindt op sommige plaatsen financiering plaats d.m.v. de Zorgverzekeringswet (GGZ). Dit is met name het geval in Groningen, waar ca. 30 fte CMD op deze manier wordt gefinancierd.
De kosten voor een CMD zijn door ons oorspronkelijk geraamd op zo’n € 60.000,- per jaar. Bij een caseload van 50 to 60 klanten betekent dat dus € 1.000,- tot € 1.200,- per klant per jaar.
Per zorgaanbieder kunnen deze kosten wel verschillen omdat de inschaling kan plaatsvinden in FWG-45 (inschaling van een wijkverpleegkundige) maar soms ook FWG-50.
Uitgaande van de tarieven die wij doorgaans betalen voor extramurale verpleging (ca. € 65,- per uur) en van een declarabele tijd op jaarbasis van 50 % á 55 % van 1.600 uur voor een fte, komen we uit op zo’n
€ 52.000,- tot € 57.000,- op jaarbasis. De oorspronkelijke raming van € 60.000,- lijkt daarmee te hoog.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
57
Visie Menzis
Vanuit de ketens worden veel vragen gesteld over de financiering van CMD op langere termijn, er bestaat angst dat de financiering voor CMD na 1 of 2 jaar zal verdwijnen. Vanuit Menzis hanteren wij het standpunt dat wij, zolang wij ver-
antwoordelijkheid dragen voor de doelgroep, financiële middelen beschikbaar zullen stellen voor financiering van CMD.
Wanneer onderdelen van de AWBZ worden overgeheveld naar de Wmo (functie Begeleiding) kunnen de middelen die wij beschikbaar stellen wel afnemen. Op langere termijn zullen wij ook de resultaten laten meewegen van de uitkomsten
van effectiviteitstudies naar CMD. Die berekeningen wijzen uit dat inzet van een CMD per klant zou leiden tot een kos-
tendaling van € 225.000,- naar € 207.000,- gemeten over een tijdvak van 7,5 jaar (dat is de gemiddelde levensverwachting na diagnose dementie). Deze kostendaling ontstaat doordat per jaar ingezet CMD de opname in een verpleeg- of verzorgingshuis met een maand uitgesteld zou kunnen worden.
De dementieketens laten zelf ook onderzoek uitvoeren onder klanten naar de ervaringen met casemanagement. Deze onderzoeken worden ook wel uitgevoerd door de regionale Alzheimerorganisaties.
Alzheimer Nederland voert bij VWS een lobby om een reguliere betaaltitel voor CMD te realiseren. Vanuit de Zorgverzekeringswet worden naast financiering vanuit de GGZ ook andere prestaties gefinancierd die overeenkomsten vertonen met casemanagement dementie. In dat verband kan worden genoemd de M & I module kwetsbare Ouderen. Het is dus zaak om de inkoopvoorwaarden van deze prestaties goed op elkaar te laten aansluiten. Registratie
In onze specificaties is vastgelegd dat de CMD’s een aantal zaken moeten vastleggen, waardoor duidelijk wordt hoeveel
klanten CMD ontvangen, hoeveel contact zij hebben met de klanten en wat voor contacten dat zijn (huisbezoek, telefooncontact, mail of anders). Op die manier kan een vorm van productierealisatiecijfers worden verkregen.
Wij hebben onlangs met een aantal ketens gesproken over de mogelijkheid om voor alle ketens in het Menzis-werkgebied een bepaald registratiesysteem aan te schaffen (Dementie-D) of dat we werken met registratiesystemen die inmiddels
door de ketens zelf zijn ontwikkeld (Excel, Sharepoint. Van belang daarbij zal ook zijn of te verwachten valt dat de registratie-eisen of –behoeften in de komende jaren zullen wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van stelselwijzigingen en/of landelijk
gestelde eisen (wanneer CMD een betaaltitel krijgt) of vanuit ontwikkelingen Menzis (Zorgdomein). Bij veel onzekerheden lijkt het verstandiger om te kiezen voor een low-profile registratiesysteem op basis van generieke programma’s in plaats van een kant en klaar pakket.
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
58
Taken van de CMD in de verschillende stadia van dementie
Diagnose fase & 1e Behandelfase
Vervolg behandelfase, start begeleidingsfase
Begeleidingsfase chronisch
Casemanager begeleidt probleemvelden LDP Bv • Niet pluis, • Toeleiding naar 1e diagnostiek en diagnose, • Om leren gaan met frustratie, onmacht en verlies (kopgroep opvang), • Realiseren van laagdrempelige, concrete, efficiënte zorgverlening aan buurtbewoners met problemen
Casemanager begeleidt probleemvelden LDP Bv • in een vroeg stadium signaleren van problemen zodat verergering voorkomen kan worden. • vaststellen, coördineren, regisseren en toeleiden van noodzakelijke hulp en (mantel)zorg • voorlichting medicatie
CM SPV/Behandelaar: gericht op behandeling en veranderen, aanleren van nieuw gedrag
CM: SPV/WV/MW gericht op behoud bestaand gedrag
Casemanager begeleidt probleemvelden LDP Bv • Begeleiden kwaliteit van leven, gezondheid, welzijn, de zelfredzaamheid van cliënt en mantelzorgers in kwetsbare positie • indiceren, organiseren en leveren van AWBZ gefinancierde zorg • contacten onderhouden met huisarts, etc • regelen en organiseren domotica, hulpmiddelen, • begeleiding medicatie en voeding
CM: WV gericht op behoud bestaand gedrag en verslechtering van situatie
Begeleidingsfase en overname chronisch Casemanager begeleidt probleemvelden LDP Bv • Begeleiden en overname taken op zorg, welzijn, en zelfredzaamheid van cliënt en mantelzorgers • indiceren, organiseren en leveren van AWBZ gefinancierde zorg • contacten onderhouden met huisarts, etc • regelen en organiseren domotica, hulpmiddelen, • overname medicatie en voeding • begeleiding evt (pre) terminale zorg
Overdracht intramuraal / overlijden Casemanager begeleidt probleemvelden LDP Bv • Begeleiden en overname taken op zorg, welzijn, en zelfredzaamheid van cliënt en mantelzorgers in terminale fase • contacten onderhouden met huisarts, etc • regelen indicatie en overdracht intramuraal
CM: WV gericht op zorg verslechtering van situatie
CM: WV gericht op zorg / verslechtering van situatie
Financiering:
Zorgverzekeringswet
Menzis
ZVW / AWBZ
AWBZ / WMO (ZVW)
AWBZ / WMO (ZVW)
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
AWBZ / WMO (ZVW)
59
Lijst van afkortingen AWBZ
AZR BBP BGI
BHI
BGG BHG CBS
CIZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten AWBZ brede zorgregistratie Bruto binnenlands product Begeleiding individueel Begeleiding
Behandeling individueel Behandeling groep
Centraal bureau voor de Statistiek Centrum Indicatiestelling Zorg
CVZ
CQ EU
IGZ GZ GGZ
GVK
KVD MSVT NHC NZa
PGB PV
College voor zorgverzekeringen Consumer Quality Europese Unie
Inspectie voor de Gezondheidszorg Gehandicaptenzorg
Geestelijke gezondheidszorg Geld Volgt Klant aanbieder Kortdurende verblijf
Medisch specialistische verpleging thuis Normatieve huisvestingscomponent Nederlandse Zorgautoriteit Persoonsgebonden Budget Persoonlijke verzorging
SES
SCP SIP VB
VP V&V/VV
VV1
Sociaal economische status
Sociaal Cultureel Planbureau
Standaard Indicatie Protocollen Verblijf
Verpleging
Verpleging & Verzorging
Beschut wonen met enige begeleiding
VV2
Beschut wonen met begeleiding en verzorging
VV3
Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging
VV4
Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging
VV5
Beschermd wonen met intensieve dementiezorg
VV6
Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging
VV7 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding
VV8 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging VV9A
Geriatrische revalidatiezorg
VV10
Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg
VV9B
VOV VPT
VWS Wmo ZN
Zvw ZZP
ZZP-ers
Menzis
Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging Verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel Volledig Pakket Thuis
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet maatschappelijke ondersteuning Zorgverzekeraars Nederland Zorgverzekeringswet Zorgzwaartepakket
Zelfstandige zonder Personeel
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
60
Menzis
Sectoraal inkoopplan AWBZ 2014 V&V
Stichting Zorgkantoor Menzis, KvK nr. 05082941
Menzis Zorgkantoor Postbus 477 7500 AL Enschede www.menziszorgkantoren.nl
61