Het Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis
NK I /AvL jaarverslag 2001
Het Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis
jaarverslag 2001
1
JAARVERSLAG 2001
INHOUDSOPGAVE
3
Algemeen
13
Jaarkalender
23 23 35
Kwaliteitsjaarverslag
45
Sociaal jaarverslag
55 55 57 58 60 62 64
Financieel jaarverslag
66 66 68 69 70
Bijlagen
Kwaliteitszorg op centraal niveau Kwaliteitszorg op decentraal niveau
Inleiding Erfstellingen en legaten Geconsolideerde balans & resultatenrekening NKI/AvL Stichting Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis: balans en resultatenrekening Vereniging Het Nederlands Kanker Instituut: balans en resultatenrekening Kengetallen
Nieuwe diagnoses bij patiënten van het NKI/AvL Hoogleraren Promoties Organisatiegegevens
2
3
ALGEMEEN
PATIËNTENZORG
2001 was een overwegend goed jaar voor de klinische activiteiten van het Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (NKI/AvL). Maar voor het eerst begon zich een stabilisatie af te tekenen van het aantal patiëntenbehandelingen. Met name het aantal opnames en verpleegdagen daalde ten opzichte van het vorige verslagjaar, een ontwikkeling die verband houdt met de toenemende schaarste aan verpleegkundigen en laboranten. Desondanks steeg het aantal patiënten dat voor de eerste maal de polikliniek bezocht met 3 procent. Ook het aantal operatieve ingrepen en medicamenteuze behandelingen van kanker nam, ten opzichte van verslagjaar 2000, toe. Deze stijging was mogelijk doordat steeds meer activiteiten van de kliniek overgedragen worden aan de polikliniek. Om lange wachtlijsten te voorkomen, wordt echter tegelijkertijd de toestroom van patiënten naar de polikliniek afgeremd. Deze ongewenste situatie staat op gespannen voet met het fundamentele recht van patiënten op een vrije artsenkeuze. Helaas is dit in de Nederlandse gezondheidszorg een ‘gewoon’ verschijnsel aan het worden. Op 6 juli 2001 werd de eerste paal geslagen voor de bouw van het nieuwe NKI/AvL-gebouw. Voor de patiëntenzorg was dit een belangrijk moment. De snelle bouw van de fundamenten en de eerste etages is een hart onder de riem voor medewerkers die al jaren hun werk moeten doen in een bouwkundig sterk verouderde omgeving. De nieuwe behuizing, met grotere poliklinische en behandelingsfaciliteiten, biedt bovendien ruimte aan een verdere groei van de patiëntenzorgactiviteiten. In 2001 werd tevens toestemming verkregen om 4 extra lineaire versnellers te plaatsen bij Radiotherapie. Deze aanzienlijke uitbreiding, die deel uitmaakt van een heel pakket landelijke maatregelen, maakt de komende
jaren een eind aan het tekort aan bestralingstoestellen in Nederland. De introductie van een nieuw loopbaanbeleid voor verpleegkundigen – in de wandelgangen het ‘functiehuis verpleging’ genoemd – vormde in 2001 een belangrijke ontwikkeling binnen de verpleegkunde in het NKI/AvL. Oncologieverpleegkundigen krijgen de mogelijkheid zich verder te specialiseren op een deskundigheidsgebied. Bovendien nemen alle oncologieverpleegkundigen de regie van de zorg rond de individuele patiënt op de afdeling over van de afdelingsarts. Ervaren oncologieverpleegkundigen krijgen de kans zich verder te ontwikkelen tot ‘nurse practitioner’, een functie die elementen van begeleiding en behandeling in zich verenigt. In september begonnen 11 oncologieverpleegkundigen met de opleiding tot nurse practitioner: 5 aan de Hanzehogeschool Groningen en 6 aan een
4
Ook bij minder zeldzame vormen van kanker, zoals borstkanker, was sprake van een echte verbetering van de behandeling.
speciaal hiervoor opgezette, oncologische nurse practitioner-opleiding in het NKI/AvL. De opleiding in het NKI/AvL is bedoeld voor verpleegkundigen met veel ervaring in de oncologie, waardoor zij al snel klinische en poliklinische taken van specialisten kunnen overnemen. Niet alleen biedt deze nieuwe ontwikkeling perspectief aan verpleegkundigen die zich verder willen verdiepen in het grensvlak tussen begeleiding en behandeling, ook is het een oplossing ter bevordering van de continuïteit en individuele aandacht voor de patiënt. De behoefte hieraan hangt samen met het steeds kortere verblijf van patiënten in het ziekenhuis en de toenemende mondigheid van de patiënten. Het klinisch kankeronderzoek leidde ook in 2001 weer tot een geleidelijke doch merkbare verbetering van de vooruitzichten voor patiënten met kwaadaardige aandoeningen. Een internationaal hoogtepunt in 2001 vormde de vinding van een spectaculair middel, STI571 (Glivec), tegen een zeer zeldzame vorm van maag-darmkanker (gastro-intestinale stromaceltumoren). Voorheen was hiervoor geen enkel medicament beschikbaar. Het werkingsmechanisme van Glivec is nieuw. Het blokkeert de mogelijkheid van cellen om te reageren op specifieke groeisignalen die voor deze zeldzame kankervorm van betekenis zijn. Glivec is ook zeer actief bij de behandeling van chronische myeloïde leukemie via een analoog mechanisme. Naar verwachting zullen in het kielzog van Glivec vele andere medicamenten volgen met soortgelijke werkingsmechanismen. De hoop bestaat dat ook patiënten met minder zeldzame kankervormen van deze ontwikkeling gaan profiteren. Ook bij minder zeldzame vormen van kanker, zoals borstkanker, was sprake van een echte verbetering van de behandeling. Prof. dr.
G.M.M. (Harry) Bartelink publiceerde de resultaten van een groot Europees onderzoek waaruit blijkt dat na borstsparende chirurgie bij patiënten onder de 50 jaar een aanvullende bestraling op de borst de kans op recidief aanzienlijk verkleint. Aan het onderzoek namen meer dan 5000 patiënten deel. De resultaten zijn van groot belang voor de dagelijkse praktijk van de borstkankerbehandeling in de hele wereld. Een andere belangrijke bevinding in het NKI/AvL betrof een nieuwe, zeer intensieve behandeling voor patiënten met darmkanker en uitzaaiingen in de buikholte. Daarbij wordt na chirurgische verwijdering van de uitzaaiingen de buikholte gespoeld met een verwarmde cytostatica-oplossing. Het vergelijkend onderzoek, gefinancierd door de Ontwikkelingsgeneeskunde, van dr. F.A.N. (Frans) Zoetmulder en medewerkers liet bij ruim 100 patiënten zien dat met deze behandeling ongeveer een kwart van de patiënten met uitzaaiingen alsnog langdurig kan overleven. Dit komt nauwelijks voor bij patiënten die alleen chemotherapie ondergaan. Verder ontwikkelingswerk, waaronder verfijningen van de operatietechniek en een betere selectie van patiënten, wordt gepland. Uit de literatuur blijkt dat patiënten die binnen een protocol worden behandeld, betere vooruitzichten hebben dan patiënten die anders worden behandeld. Mede om deze reden houdt het NKI/AvL doorlopend meer dan 100 trialprotocollen open voor nagenoeg alle tumortypes. Ook voor patiënten die niet in aanmerking komen voor een van deze studies is protocollaire behandeling in 2001 standaard geworden. Standaardprotocollen worden nu in uniforme lay-out gepresenteerd op het Intranet van het NKI/AvL, zodat alle artsen en verpleegkundigen de behandelingen volgens uniforme richt-
5
lijnen kunnen uitvoeren. Deze standaardprotocollering leidt tot een stijging van zowel de kwaliteit als de efficiency: het vereenvoudigt de samenwerking en het overleg, en reduceert de kans op fouten. Artsen en verpleegkundigen zijn erg enthousiast over dit systeem. Ook in 2001 bleven de wachtlijsten voor oncologische behandelingen een bron van zorg. In de zomermaanden nam de wachttijd voor radiotherapie toe tot 8 weken als gevolg van het personeelstekort onder Radiotherapielaboranten. Een aantal noodmaatregelen, waaronder een periode van extra overwerk door de nog beschikbare medewerkers, leidde tot een daling van de wachttijd, maar niet tot een structurele oplossing van het probleem. Ook de wachttijden voor operaties waren aanzienlijk langer dan gewenst, vooral voor grote ingrepen waarbij een operatiekamer soms een hele dag bezet is. Helaas is een gemakkelijke oplossing voor dit probleem voorlopig niet in zicht. Wachttijden in de oncologie zullen de komende jaren een moeilijk te accepteren probleem blijven voor iedereen die met kankerbehandeling te maken heeft. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
Het wetenschappelijk onderzoek floreerde in 2001 opnieuw in het NKI/AvL. Dit blijkt uit het grote aantal publicaties in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften, de prestigieuze subsidies die door stafleden zijn binnengehaald en de vele uitnodigingen die stafleden kregen om te spreken op internationale congressen. In 2001 zijn 4 stafleden benoemd tot hoogleraar aan respectievelijk de Vrije Universiteit in Amsterdam, de Katholieke Universiteit Nijmegen, de Universiteit Utrecht en de Universiteit Twente. Ook de instroom van nieuwe talentvolle, jonge stafleden droeg bij aan de enthousiasmerende omgeving die toponderzoek nodig heeft. In dit opzicht on-
derscheidt het NKI/AvL zich met zijn relatief jonge staf van de universiteiten waar de vergrijzing onder de stafleden toenemende zorgen baart. De start van de bouw van het nieuwe NKI/AvL was het eerste tastbare bewijs dat de broodnodige verruiming van het aantal vierkante meters ook voor Research realiteit wordt, hoewel het nog een aantal jaren behelpen zal zijn. In het wetenschappelijk onderzoek is echter ook reden tot zorg. De kosten van onderzoek zijn in 2001 sterk gestegen, onder meer als gevolg van de sterke stijging van de salarissen in de sector. De vaste subsidies hielden bij lange na geen gelijke tred met deze kostenstijging. Dat maakt onder meer de heronderhandeling over de basisfinanciering, die het NKI/AvL ontvangt van met ministerie van VWS, tot een topprioriteit. In 2001 is met name het micro-array onderzoek onder de bezielende leiding van dr. L.J. (Laura) van ’t Veer en prof. dr. R. (René) Bernards in een oogstperiode gekomen. Bij micro-array analyses wordt in tumormateriaal de activiteit van tienduizenden genen tegelijkertijd gemeten. Vervolgens vergelijkt men de gegevens van een groot aantal tumoren onderling en wordt gezocht naar correlaties met andere karakteristieken, zoals ziektevrije overleving van patiënten. Het NKI/AvL kan hierbij putten uit duizenden tumormonsters, die in de afgelopen 20 jaar zijn verzameld, en de bijbehorende gegevens over onder meer het type behandeling en het ziekteverloop bij de individuele patiënten. Door een productieve samenwerking met het bedrijf Rosetta Infarmatics uit de Verenigde Staten heeft het NKI/AvL een belangrijke bijdrage geleverd aan dit internationaal competitieve veld. Aan de hand van micro-array profielen kan het ziekteverloop van individuele borstkankerpatiënten met een veel grotere nauwkeurigheid dan ooit worden voor-
6
Landelijk zijn mogelijkheden gecreëerd om de bestralingscapaciteit uit te breiden en de kwaliteit van de bestralingen te optimaliseren.
speld. Naar verwachting zullen de resultaten belangrijke implicaties hebben voor de manier waarop patiënten in de toekomst behandeld worden. Nu al is te voorspellen dat een aanzienlijk aantal patiënten een belastende chemotherapie bespaard zal blijven, omdat hun tumor een heel gunstige prognose heeft, die een extra behandeling overbodig maakt. Op dit type onderzoek zal ook in de komende jaren veel nadruk worden gelegd. Ook het meer fundamenteel-gerichte kankeronderzoek bood een aantal belangrijke, nieuwe inzichten. Met name de zogenaamde ‘functionele screens’ – waarbij rechtstreeks een relatie kan worden gelegd tussen een specifieke genetische eigenschap en het gedrag van tumorcellen (bijvoorbeeld groei en uitzaaiing) – leverde een reeks nieuwe genen op die belangrijk zijn bij kanker. Verdere bestudering van deze genen kan beter inzicht geven in de vraag hoe tumorcellen zich onttrekken aan de ‘sociale wetten’ van een organisme, wat als aangrijpingspunt kan dienen voor therapie. De uitgave ‘The Netherlands Cancer Institute – Scientific Annual Report 2001’ gaat uitgebreid in op het wetenschappelijk onderzoek en de belangrijkste wetenschappelijke publicaties in 2001. FINANCIERING VAN ZORG EN RESEARCH Research Het NKI/AvL ontvangt voor de vaste
kosten van de research middelen uit verschillende bronnen: het ministerie van VWS, de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF), giften, erfenissen en legaten. In combinatie met de projectfinanciering waren deze middelen in 2001 voldoende om tot een sluitende begroting en exploitatie te komen. De druk op het vaste deel van de begroting neemt toe. Niet alleen door een stijging van het aantal toegekende projecten waarbij financiering van de overhead-
kosten ontbreekt. Het NKI/AvL wordt ook geconfronteerd met loonstijgingen, waarvoor de vaste subsidiebijdragen onvoldoende compensatie bieden. In de komende jaren zullen loon- en materiële kosten sterk blijven stijgen; over dit toenemende financieringsprobleem is een discussie met onze grootste subsidiegevers gestart. Ziekenhuis Bij het ingaan van 2001 kwam de begroting van het ziekenhuis (exclusief Radiotherapie) uit op een tekort van bijna 4 miljoen euro. De Raad van Bestuur durfde dit begrotingsuitgangspunt te presenteren aan de Raad van Toezicht en de organisatie, op grond van 2 veronderstellingen: dat een aantal medisch specialisten, die reeds enige tijd in het NKI/AvL werkzaam zijn, alsnog onder de erkenningsbeschikking van het NKI/AvL zou worden gebracht (de zogeheten ontdooiingsof wittingsoperatie), en dat een academische budgetcomponent verkregen zou worden. Beide aspecten zijn gelukkig bewaarheid geworden, hoewel de discussie met de zorgverzekeraars over het exacte aantal specialistenplaatsen dat aanvullend erkend zal worden nog niet is afgerond. Toch was het mogelijk een sluitende exploitatie voor 2001 te bereiken. De mate waarin de extra middelen extra ruimte voor nieuw beleid opleverden viel overigens tegen. De groei van het aantal heelkundige ingrepen veroorzaakte een aanzienlijke budgetoverschrijding binnen het cluster Heelkundig Oncologische Disciplines. Bovendien werd de nieuwe CAO, die gunstig was voor het personeel van het NKI/AvL, niet geheel in de jaarlijkse budgetstijging gecompenseerd. Hetzelfde gold voor de nieuwe CAO voor medisch specialisten (de AMS) die in 2001 tot stand is gekomen. De discussie tussen de Nederlands Vereniging van Ziekenhuizen en het ministerie van VWS, over de budget-compensatie voor de AMS over de jaren 2001 en 2002, was bij
7
de samenstelling van dit jaarverslag nog niet afgerond. Het feit dat de exploitatie over 2001 sluitend is, onttrekt een belangrijk fenomeen aan het oog. De arbeidsmarktsituatie in de regio Amsterdam heeft bij diverse categorieën medewerkers tot vacatureproblemen geleid. Dit was aanleiding tot het instellen van arbeidsmarkttoeslagen. De theoretische vacatureruimte die daardoor – ook budgettair – zou moeten ontstaan, wordt voor het overgrote deel in beslag genomen door de genoemde arbeidsmarkttoeslagen. Als het gaat lukken alle vacatures te vervullen, zullen we geld tekort komen, omdat het naar schatting voorlopig onmogelijk blijft de personeelsbezetting op niveau te houden zonder de genoemde toeslagen. Dit verborgen, arbeidsmarktgerelateerde budgetprobleem was voor de zorginstellingen in de 4 grote steden aanleiding een pleidooi te houden voor een ‘Grotestedentoeslag’. Als de arbeidsmarkt iets ruimer gaat worden, is die toeslag namelijk nog harder nodig dan op dit moment het geval is.
BELEIDSDAG
Radiotherapie In verband met de wachtlijstproblematiek en de ontwikkeling van verbeterde behandelingsmogelijkheden op het gebied van radiotherapie, zijn landelijk mogelijkheden gecreëerd om de bestralingscapaciteit uit te breiden en de kwaliteit van de bestralingen te optimaliseren. Over de uitbreiding voor het NKI/AvL met 4 bestralingsruimtes en de investeringen in de bijbehorende apparatuur en personele bezetting, zullen in de loop van 2002 definitieve afspraken worden gemaakt met de zorgverzekeraars. Ook de normen voor de aanschaf van apparatuur zullen worden verruimd. Daarnaast is landelijk een discussie gaande over de verruiming van personele normen binnen de radiotherapie. Wanneer het lukt voldoende personeel aan te trekken, zijn de vooruitzichten voor het cluster Radiotherapie gunstig te noemen.
Ook werd stilgestaan bij zaken die nog niet helemaal gerealiseerd zijn, zoals de oplossing van de wachtlijsten, het nijpend ruimtegebrek, de afronding van de financieringsdiscussie met de zorgverzekeraars, en de arbeidsmarktproblematiek met zijn schaarste en salariëring. Vanzelfsprekend kwam ook het met sluiting bedreigde Slotervaartziekenhuis uitgebreid aan de orde. Voor het NKI/AvL is het van belang dat er een goed algemeen ziekenhuis in de nabijheid is: momenteel is een deel van de klinische activiteiten van het NKI/AvL ondergebracht in het buurziekenhuis. Om de negatieve effecten van een mogelijke sluiting van het Slotervaartziekenhuis zo goed mogelijk op te vangen, is een aantal scenario’s geformuleerd. Het meest extreme scenario hierbij is het onderbrengen in het NKI/AvL van de klinische activiteiten van het Slotervaartziekenhuis
Op de jaarlijkse beleidsdag van het NKI/AvL worden beleidsvoornemens geformuleerd voor de toekomst van het NKI/AvL. Raad van Bestuur, ondernemingsraad, managers, medisch clusterhoofden, de laboratoriumresearchcoördinator en vertegenwoordigers van de medische staf en verpleging bepalen gezamenlijk de koers voor het NKI/AvL in het algemeen en van de verschillende clusters en afdelingen in het bijzonder. Op de beleidsdag van 25 april kwamen onder meer aan de orde: de ontwikkeling van het ziekenhuisbudget (de zogenoemde witboek-discussie), de translationele research, de digitalisering, het functiehuis verpleging, de micro-array, de image guided radiotherapy en de kwaliteitszorg. De bespreking van ‘het witboek’ ging meteen gepaard met de waarschuwing dat de extra geclaimde financiële middelen noodzakelijk zijn voor het rondkrijgen van de begroting, zonder veel ruimte over te laten voor extra nieuwe initiatieven en investeringen.
8
In verslagjaar 2001 is gestart met de bouw van het nieuwe NKI/AvL.
die essentieel zijn voor het NKI/AvL. Dit zou de oncologische zorg in het NKI/AvL verbreden. Op de beleidsdag werd verder geconstateerd dat de translationele research goed is ontwikkeld, maar wel moet worden uitgebouwd. Dit kan zowel inhoudelijk als door onderzoekers carrièremogelijkheden te bieden bij het starten van een eigen bedrijf. Dat moet voor academische onderzoekers mogelijk zijn onder strikte en toetsbare condities. De Raad van Bestuur zal hiertoe stimuleringsregelingen maken. Een belangrijke ontwikkeling voor de diagnostiek is de digitalisering, met als voorbeeld PACS (Picture Archiving and Communication System). De digitale beelden worden op het netwerk opgeslagen en kunnen door geautoriseerde gebruikers (specialisten) worden opgevraagd. Steeds meer ziekenhuizen digitaliseren zo hun afdelingen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde. Het NKI/AvL zal zeker niet achter mogen blijven. De bijbehorende investeringen zijn echter fors, terwijl de financiering op dit moment niet duidelijk is. Wel was iedereen overtuigd van de noodzaak tot digitalisering. NIEUW FINANCIEEL-LOGISTIEK PAKKET EN INVOERING EURO
In het verslagjaar 2000 is de definitieve keuze gemaakt voor een nieuw financieel-logistiek pakket. In 2001 is intensief gewerkt aan het inrichten van het nieuwe systeem en het voorbereiden van de implementatie. Deze implementatie was in eerste instantie gepland voor 1 januari 2002; eind 2001 is besloten dit uit te stellen tot 1 juli 2002 vanwege onzekerheid over het volledig en ongestoord functioneren van het systeem. Als gevolg van het uitstel is besloten het bestaande financieel-logistieke systeem eind 2001 geschikt te maken voor de euro. Deze omzetting is geslaagd. Ook de overige omzettingen naar de euro, zoals de
conversie van het salarissysteem, de conversie van het facturatiesysteem en de omwisseling van contant geld, zijn soepel verlopen. Medewerkers noch patiënten hebben last ondervonden van de overgang naar de euro. MILIEUZORG
Het jaar 2001 was voor de milieuzorg in het NKI/AvL een lastig jaar. Het voornemen was het milieuzorgsysteem te implementeren op alle afdelingen. De milieucoördinatie van het NKI/AvL is echter uitbesteed aan de afdeling Milieuzorg van het Slotervaartziekenhuis, en de discussie rond het Slotervaartziekenhuis verstoorde dit proces. Het leidde tot een herverdeling van beschikbare mensen en zelfs tot het ontbreken van een milieucoördinator. Deze ontwikkeling is niet onoverkomelijk. Wel heeft het geleid tot de conclusie dat de huidige inbedding van milieuzorg in het NKI/AvL niet optimaal is. In de eerste helft van 2002 zal hiervoor een andere aanpak worden geformuleerd in samenwerking met de afdeling Arbo & Straling, onderdeel van Personeel & Organisatie. Het kostte meer tijd dan verwacht – mede doordat het dossier van het NKI/AvL bij de Milieudienst Amsterdam intern een aantal keren is overgedragen –, maar in 2001 zijn alle vergunningen volledig op orde gekomen. Dit heeft geresulteerd in milieuvergunningen voor het nieuwe NKI/AvL en voor de uitbreiding van het cluster Radiotherapie. Ook resulteerde het in overeenstemming over de verplaatsing en uitbreiding van de voorzieningen voor gasopslag, zoals lachgas, zuurstof en stikstof, en over ontwerp, inrichting en plaatsing van de nieuwe, verbeterde opslagvoorziening voor chemicaliën en chemisch afval (plofhok). In overleg met de Milieudienst Amsterdam is geconstateerd dat er geen open dossiers meer zijn.
9
In 2001 is door de Milieudienst Amsterdam 2 keer gecontroleerd op naleving van de milieuregels en voorschriften. Daarbij is een aantal kleinere tekortkomingen gesignaleerd, waarvoor direct maatregelen zijn getroffen. Zo zijn er lekbakken geplaatst onder de olievoorraden in het Ketelhuis, zijn er emissiemetingen voor de stookinstallatie verricht en is het onderhoudsschema van de brandmeldinstallatie overhandigd aan de inspectie.
De relatie met de inspecteurs van de Milieudienst Amsterdam kan goed genoemd worden, mede doordat problemen tot nu toe steeds terstond verholpen konden worden. Vooral op het gebied van de behandeling en opslag van gassen in cilinders zijn er nog tekortkomingen. Om deze lacunes op te heffen is een cursusprogramma opgesteld, en wordt in overleg met de leverancier de opslagfaciliteit bekeken. Deze problematiek is naar verwachting voor 2003 opgelost.
NIEUWBOUW
voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur, de eerste paal in de grond van het voormalige eigen parkeerterrein van het NKI/AvL. Verantwoordelijk voor de bouw zijn verder architectenbureau de Jong Gortemaker, constructeur Arcadis, installatie-adviseur Deerns en adviseur bouwfysica Van Zanten. Als de nieuwbouw zomer 2003 gereed is, staat het NKI/AvL niet langer gericht naar de Plesmanlaan en Huizingalaan. Het is dan de zuidgevel (die uitkijkt op het Slotervaart-
In verslagjaar 2001 is gestart met de bouw van het nieuwe NKI/AvL. Meteen na de ondertekening van de contracten, op 29 mei 2001, met bouwbedrijf De Vries en Verburg en met verwarmings- en elektrainstallateur ULC werd de drainage voor de bouwput aangelegd. Op 12 juni verdween de eerste damplank de grond in. Nadat de hele wand was gesloten, begon het wegpompen van het water en het ontgraven tot op het niveau van de parkeergarage. Vervolgens boorde op 6 juli Piet Borst,
14 augustus 2001
10
Opmerkingen van patiënten en verplegend personeel hebben geleid tot vele verbeteringen.
komt op een centrale plaats in de hal, goed zichtbaar en bereikbaar voor patiënten. Aan het einde van de langgerekte hal komt een ‘stiltecentrum’ waar mensen van alle gezindten zich in alle rust even kunnen terugtrekken. Ongeveer in het midden van de hal zijn liften die toegang geven tot de verpleegafdelingen.
Centrale balie
ziekenhuis) die ingang is én blikvanger. Alle patiënten en het grootste deel van het personeel betreden het gebouw aan die kant, de kop van een lange en hoge lichthal. Aan de centrale balie kunnen zij terecht met vragen zoals over plaats van afspraak, taxi’s, afrekenen telefoonkosten en andere zaken. De meeste patiënten zullen vervolgens links afbuigen naar de centrale polikliniekbalie en de entree tot de spreekkamers. Rechts zijn de balie en de ingang van Radiotherapie. Of zij lopen de hal in, naar de ziekenhuisboetiek en de wachtplekken vanwaar patiënten worden opgeroepen voor hun afspraak. Ook het voorlichtingscentrum
11 juli 2001
Balie polikliniek
Daar zullen 4-persoonskamers tot het verleden behoren: het NKI/AvL heeft straks alleen nog één- en tweepersoonskamers. Al ruim 2 jaar wordt het ontwerp van die verpleegkamers uitgetest in een tweepersoons ‘proefverpleegkamer’ op de zesde etage. Opmerkingen van
6 december 2001
11
Stiltecentrum
patiënten en verplegend personeel hebben geleid tot vele verbeteringen, zoals het wisselen van de vensters, het ‘van de grond halen’ van de kasten en een nieuw ontwerp voor het fonteintje voor de verpleegkundigen. Een nieuwe behuizing is niet alleen een kwestie van bouwen, maar ook van herinrichten. Het budget voor de nieuwbouw voorziet niet in de kosten daarvan. Om te zorgen dat de nieuwbouw in 2003 na oplevering ook snel en goed wordt ingericht, is een inrichtingsgroep aan
10 februari 2002
het werk gegaan. Deze groep inventariseerde in 2001 het meubilair, keek wat daarvan geschikt was om te verhuizen naar de nieuwbouw en stelde begrotingen op. Bij Radiotherapie komen de oude en de 4 nieuwe bestralingsruimten rug-aan-rug, gespiegeld, tegen elkaar te liggen. De zuidgevel van Radiotherapie komt dichter bij het Slotervaartziekenhuis. Een speciale constructie ontneemt ’t zicht op de extra luchtbehandelingskast die op het dak van Radiotherapie komt en zorgt voor een visuele relatie met de nieuwbouw. De kantoorruimten van Radiotherapie (eerste verdieping) zullen door middel van een brug door de hal verbinding krijgen met de staflaag boven de polikliniek. Het Algemeen Klinisch Lab maakt van deze oversteek gebruik voor het transport van afgenomen patiëntenmateriaal naar het lab. Als in 2003 de nieuwbouw gereed is, kan de verbouw beginnen. Op de derde tot en met achtste etage van het huidige ziekenhuis komen researchafdelingen. Opvallend in het huidige concept is het ontbreken van de in laboratoria gebruikelijke lange middengang. In plaats daarvan is in het midden een gebied met stafkamers, ruimte voor het secretariaat
25 maart 2002
12
13 september 2001
BOUWKALENDER Eind januari 2002 Eind maart 2002
Half april 2002
Half mei 2002
Half juni Eind juni Half juli Juli tot november 15 oktober 2001
en een ontmoetingsgebied voor overleg, koffie enzovoorts. Dat gebied geeft aan 2 kanten toegang tot labruimten. De algemene labruimten, met elk 4 labtafels, dienen als algemene werkruimte voor onderzoekers. Aan de zijwanden komen zitplaatsen met computers. Wie op bepaalde momenten echt in stilte moet werken, kan gebruikmaken van een ‘stille kamer’ met 6 werkplekken. Speciale labs, bijvoorbeeld die waar gewerkt wordt met recombinant organismen, radioactiviteit of celkweken, bevinden zich net als chemische opslag in aparte ruimten. De trap die aan de buitenkant van de westgevel in het plan staat, moet researchers van verschillende etages – die vaak vergelijkbaar onderzoek doen – snel toegang tot elkaar geven. Het grondplan is zo uniform mogelijk gehouden. Dit is nodig omdat researchgroepen in huis, die merendeels op basis van projectfinanciering werken, krimpen en groeien en soms zelfs van afdeling wisselen. Een zo uniform mogelijke indeling voorkomt dat bij interne verhuizingen steeds kostbare verbouwingen nodig zijn.
2002 2002 2002 2002
Half augustus 2002 Eind augustus 2002 September 2002
Begin oktober 2002 Eind oktober 2002
December 2002 Half juli 2003
kelder gereed begane grond gereed plaatsen steigers tot en met de eerste etage eerste etage staat monteren betonnen gevelelementen (begane grond en 1e verdieping) tweede verdieping staat gevelmetsel- en voegwerk gereed derde verdieping staat vierde verdieping staat vijfde verdieping staat gevel- en daksluiting beddenhuis hal, poli en staflaag wind en waterdicht zesde verdieping staat start afbouw 2e verdieping tot en met de kelder aanbrengen fijne vloerlaag, plaatsen binnenwanden, kozijnen, plafonds, armaturen, tegelwerk, afmontage elektra, verwarming, klimaatbeheersing et cetera. Dit duurt tot oplevering hoogste punt (dak boven technieklaag) bereikt start afbouw beddenhuis (bovenste etages zijn al wind- en waterdicht) beddenhuis is helemaal wind- en waterdicht geplande oplevering
JAARKALENDER AVL-PRIJS 2000 VOOR ONDERZOEK NAAR PEPTIDETRANSPORTER Onderzoeker Eric Reits krijgt op 16 januari 2001 de Antoni van Leeuwenhoekprijs 2000 uitgereikt voor zijn promotie-onderzoek Dynamics of antigen processing in living cells, onder verantwoordelijkheid van prof. dr. J.J. (Jacques) Neefjes in de sectie Tumorbiologie. Het onderzoek is gericht op de peptidepomp TAP (Transporter betrokken bij Antigen Processing). TAP pompt eiwitfragmenten die afkomstig zijn van afgebroken eiwitten in de cel in het Endoplasmatisch Reticulum (ER). Het betreft eigen, maar ook virale en kankergerelateerde eiwitfragmenten. In het ER kunnen de eiwitfragmenten zich binden aan MHC-klasse I moleculen. Deze moleculen gaan vervolgens naar het celoppervlak, waar zij de fragmenten presenteren aan witte bloedcellen. Witte bloedcellen kunnen de eventuele onbekende fragmenten herkennen en de kennelijk ‘foute’ cel doden. Door TAP fluorescent te maken met behulp van het kwalleneiwit GFP, kon Eric Reits de locatie en de activiteit van de pomp in levende cellen achterhalen. TAP toonde onder normale omstandigheden een redelijke activiteit, maar tijdens een virale infectie werd er veel meer gepompt; door de hoge aanmaak van virale eiwitten in de cel was er ook veel afbraak van vooral verkeerd gevormde en gevouwen eiwitten. De eiwitproductie bleek hoogst inefficiënt. Het immuunsysteem maakte daar goed gebruik van: een deel van deze net aangemaakte eiwitten werd direct verwerkt tot presenteerbare fragmenten. Zo kregen witte bloedcellen snel een representatieve weerspiegeling te zien van de actuele processen in een cel. Verder bleek dat de cel bij een lage dosis bestraling niet sterft, maar wel massaal beschadigde eiwitten afbreekt. Dit leidt tot hoge TAP-activiteit en verhoogde presentatie. Om de schade aan onder meer het DNA te herstellen maken de cellen ook reparatie-eiwitten aan, die deels worden afgebroken en gepresenteerd. Bestraalde cellen presenteerden dus veel meer en andere eiwitfragmenten. Reits probeert nu witte bloedcellen te vinden die bestraalde cellen herkennen in tegenstelling tot onbestraalde cellen. Indien mogelijk zou een vorm van immunotherapie opgezet kunnen worden waarbij een tumor relatief licht wordt bestraald, waarna specifieke witte bloedcellen de bestraalde cellen opruimen. Het onderzoek bevat een Nederlandse samenvatting in stripvorm, die de aandacht trekt van de landelijke pers. Eric Reits vervolgt na zijn promotie op 25 oktober 2001 zijn TAP-onderzoek met zowel fundamentele als klinisch gerichte vragen. Daarvoor biedt het NKI/AvL goede mogelijkheden.
NASLEEP BEHANDELING OP TELEVISIE IKON-televisie wijdt 23 januari het programma Het andere gezicht aan de extreme vermoeidheid waaraan vele kankerpatiënten lijden nadat zij genezen zijn. Daarin wordt Ellen Janssen, ex-borstkankerpatiënt van het NKI/AvL, gevolgd. Bij haar werd een borst afgezet. Voorts onderging zij zware chemokuren en bestraling. De kwaadaardige tumor verdween, maar ze bleef last houden van extreme vermoeidheid. Dat de nasleep van deze behandeling zoveel van lichaam en geest vergt, is nog maar weinig bekend. Kanker blijkt nog altijd een taboeziekte waarover de meeste mensen liever niet praten. ‘Je bent toch genezen? Dan kun je toch weer gewoon functioneren?’ is een opinie waarmee Ellen dagelijks wordt geconfronteerd.
NIEUW SOFTWAREPAKKET Het Facilitair bedrijf en de Economisch-administratieve dienst van het NKI/AvL kiezen voor een nieuw softwarepakket voor de financiële administratie, de inkoopprocessen, het decentraal/online bestellen en het genereren van betere overzichten voor het management.
JANUARI
13
14
JANUARI
FEBRUARI
KWF-SUBSIDIE VOOR 18 NKI/AVL-PROJECTEN Met steun van de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) gaan in 2001 in Nederland 76 nieuwe onderzoeksprojecten op het gebied van kanker van start, zo maakt het KWF eind januari bekend. In Amsterdam gaat de KWF-subsidie naar 5 nieuwe projecten bij de Universiteit van Amsterdam, 1 bij het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst, 5 bij de Vrije Universiteit en 18 bij het NKI/AvL. Het NKI/AvL krijgt bovendien een algemene bijdrage voor wetenschappelijk onderzoek.
AFSCHEID LEO NEELEMAN Leo Neeleman neemt, na 7 jaar als lid van de Raad van Bestuur van het NKI/AvL belast te zijn geweest met organisatie & bedrijfsvoering, op 30 januari afscheid van het NKI/AvL. Ter gelegenheid van dit afscheid is er een symposium waarin de ontwikkelingen op het gebied van kanker vanuit verschillende invalshoeken binnen de organisatie worden gepresenteerd.
ONDERZOEK NAAR RELATIE DES EN KANKER Het NKI/AvL gaat onderzoeken of DES-dochters op oudere leeftijd een verhoogde kans hebben op kanker, zo wordt 1 februari bekend gemaakt. Het onderzoek, dat het grootste ter wereld is naar de relatie tussen DES en kanker, wordt gefinancierd door de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF). De uitkomsten van het onderzoek zijn van belang voor preventieve maatregelen om de ziekte in een vroeg stadium op te sporen. Bij ruim 17.000 oudere vrouwen, van wie de moeder ooit het omstreden hormoon DES heeft gebruikt, wordt nagegaan in hoeverre zij in en na de menopauze een verhoogde kans hebben kanker te ontwikkelen.
‘BOOST’ LEVERT MOOI COSMETISCH RESULTAAT EN VERMINDERT KANS OP RECIDIEF Conny Vrieling Hertog, arts-assistent radiotherapie in het NKI/AvL, promoveert op 21 februari aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het onderzoek First analysis of the EORTC ‘boost versus no boost’ trial with an emphasis on cosmesis. The Beauty of the Breast, een onderzoek naar de cosmetische resultaten van borstsparende operaties. Borstsparende operaties, waarbij de tumor uit de borst wordt verwijderd, gaan gepaard met radiotherapie. Bij deze behandeling wordt een extra dosis bestraling, de zogenaamde ‘boost’, gegeven op de plek waar de tumor heeft gezeten. De boost moet een eventuele terugkeer van de tumor verhinderen. Vrieling had voor haar proefschrift, onder verantwoordelijkheid van prof. dr. G.M.M. (Harry) Bartelink, de beschikking over vele duizenden foto's uit een internationaal Europees vergelijkend onderzoek onder 5000 borstkankerpatiënten, dat tussen 1989 en 1996 werd gehouden. Na een borstsparende operatie en bestraling van de gehele borst kreeg de helft van de patiënten een boost op de oorspronkelijke tumorplek, terwijl de andere helft geen boost kreeg. Een behandeling met boost bleek over het algemeen goede cosmetische resultaten op te leveren. Bovendien blijken vooral jongere vrouwen de boost niet te kunnen missen: zij hebben zonder boost 2 keer zoveel kans op een recidief. Hoewel vrouwen tussen de 40 en 50 jaar minder kans op een recidief hebben, is ook bij hen de kans op terugkeer van de tumor dubbel zo groot zonder boost. Het verschil tussen de kans op een recidief met of zonder boost voor vrouwen boven de 50 is zeer gering. Daarom krijgen deze in het NKI/AvL na een sparende behandeling geen boost meer.
DIKTE MELANOOM BEPALEND VOOR DE KANS OP GENEZING Melanoom, een vorm van kanker die uitgaat van pigmentcellen, is nog steeds zeer gevreesd vanwege de snelheid van uitzaaien. Uit onderzoek onder 70 patiënten van het NKI/AvL, bij wie lymfeklieruitzaaiingen van
hoofdhalsmelanomen waren verwijderd, blijkt de prognose van deze ziekte af te leiden uit de dikte van het melanoom, of er nu uitzaaiingen zijn of niet. Hoe dikker het melanoom, hoe gevaarlijker, zelfs als het zich niet zichtbaar heeft uitgezaaid. Hoe dunner het melanoom, des te meer kans op een succesvolle behandeling en des te minder kans op uitzaaiingen. Dit concludeert onderzoeker Luc Strobbe, die op 16 februari aan de Universiteit van Amsterdam promoveert op zijn onderzoek Regional metastatic melanom. Strobbe concludeert verder dat melanomen van één tot 4 millimeter dikte vooral uitzaaien naar de lymfeklieren in de hals, oksels en liezen. Wanneer een chirurg tijdens een operatie op zoek gaat naar eventuele uitzaaiingen, dan zijn de uitzaaiingen het eerst te verwachten bij een lymfeklier dicht bij de tumor, de zogenaamde schildwachtklier. Naar de vraag of meteen na het uitsnijden van het melanoom al een schildwachtklierbiopsie raadzaam is, loopt nu een groot internationaal onderzoek, waaraan ook het NKI/AvL meedoet.
LEGIONELLA IN HET NKI/AvL Een patiënt raakt 21 februari in het NKI/AvL besmet met de bacterie Legionella pneumophila. In overleg met de Inspectie voor de Volksgezondheid en de Inspectie voor Milieuhygiëne zoekt men onmiddellijk uit of deze infectie is opgelopen in het NKI/AvL. Dat blijkt het geval te zijn: de bacterie zat in de douchekop en kraan op de kamer van de patiënt. De leidingen in het NKI/AvL zijn daarop met water van 60 graden doorgespoeld. Ook wordt het drinkwater in een deel van het ziekenhuis sindsdien gechloreerd. De patiënt maakt het na een week gelukkig weer goed.
LEERSTOEL VOOR DR. SIMON HORENBLAS Dr. S. (Simon) Horenblas, die in het NKI/AvL de afdeling Urologie leidt, wordt op 1 maart benoemd tot bijzonder hoogleraar Oncologische Urologie aan de Faculteit der Geneeskunde van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Prof. dr. S. Horenblas (1953) studeerde Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1993 op het proefschrift The management of penile squamous cell carcinoma. Hij is mede-oprichter van de humanitaire organisatie Artsen zonder Grenzen en was gedurende de periode 1984-1988 vice-president van deze organisatie.
ARBEIDSVOORWAARDENREGELING MEDISCH SPECIALISTEN VAN KRACHT De nieuwe Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) wordt op 1 maart 2001 van kracht na overeenkomst tussen de CAO-partijen: NVZ, LAD en de Orde van Medisch Specialisten. De overheid ziet deze regeling onder meer als een stimulans om in Nederland meer medisch specialisten in dienstverband te laten werken. De algemene CAO Ziekenhuizen bleek hiertoe steeds minder toereikend, onder meer vanwege de arbeidstijdreductie. Medisch specialisten konden bijvoorbeeld de extra vrije tijd die is ontstaan door werkweekverkortingen niet opnemen. De overheid schrijft invoering van de AMS dwingend voor, maar het NKI/AvL is een van de eerste ziekenhuizen die zijn specialisten heeft ‘omgeschaald’.
BENEFIETCONCERT Op 3 en 4 maart vindt een benefietconcert plaats voor het NKI/AvL. ‘Ouwe rockers’ spelen belangeloos de sterren van de hemel in ‘t Zonnehuis in Amsterdam-Noord. Initiatiefnemer van het beat-spektakel is Barend van den Brink, ooit gitarist van de ‘Mokum Beat Five’ en bekend met het werk van het NKI/AvL. De opbrengst van 5718 euro is door 2 sponsors aangevuld tot 5945 euro. Het bedrag zal besteed worden aan 2 terminals in het NKI/AvL waar patiënten kunnen internetten.
FEBRUARI
MAART
15
16
MAART
APRIL
MEI
LICHTE SIGARETTEN RISKANTER Verschillende media besteden aandacht aan het optreden van dr. N. (Nico) van Zandwijk, hoofd longziekten in het NKI/AvL, bij het TROS-programma Radar op 13 maart. Van Zandwijk zegt in het programma dat lichte sigaretten, die een laag teergehalte hebben, zeker net zo schadelijk zijn als gewone sigaretten. Lights veroorzaken adenocarcinoma, een agressieve vorm van longkanker. De gevaarlijke kanker ontstaat waarschijnlijk doordat het roken van lichtere sigaretten leidt tot een andere manier van inhaleren.
INFORMATIEMARKT UITERLIJKE VERZORGING Wie kanker heeft, wil weten wat er aan uiterlijk verzorging te doen valt. Chemotherapie, bestraling of chirurgie kunnen immers ingrijpende gevolgen hebben voor het uiterlijk van kankerpatiënten. Op 19 en 20 maart organiseert het NKI/AvL daarom samen met het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA) de informatiemarkt ‘Goed verzorgd, beter gevoel’. Naast patiëntenverenigingen zijn er op de informatiemarkt diverse specialisten op het gebied van uiterlijke verzorging aanwezig die gratis advies en praktische tips geven over kleur en kleding, huid-, haar-, voet-, en mondverzorging, borstprotheses, en voeding.
STEUN VOOR SLOTERVAARTZIEKENHUIS Het Slotervaartziekenhuis wordt met sluiting bedreigd. Reden voor het NKI/AvL een spoedoverleg met VWS-minister Borst aan te vragen, om haar ervan te overtuigen dat ook het NKI/AvL ernstig gedupeerd zou worden door sluiting van het buurziekenhuis. Als klein ziekenhuis met 180 bedden maakt het NKI/AvL gebruik van enkele specialismen van het Slotervaartziekenhuis, bijvoorbeeld de neuro-oncologie, cardiologie en de microbiologie. Tevens wordt voor het omvangrijke medicamentenonderzoek van het NKI/AvL gebruik gemaakt van de apotheek van het Slotervaart.
LEERSTOEL VOOR DR. M.M.S. VAN LOHUIZEN Onderzoeker dr. M.M.S. (Maarten) van Lohuizen (1961) wordt op 1 mei benoemd op de leerstoel Regulatie van celcyclus en oncogenese aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit Utrecht. Bioloog Van Lohuizen werkt sinds 1995 in het NKI/AvL. In 1999 ontving hij een PIONIERsubsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Van Lohuizen bestudeert hoe bepaalde genen samenwerken bij de controle van celgroei en celspecialisatie. Verstoring van die controleprocessen kan leiden tot het ontstaan van kanker.
ANNA REYNVAAN WETENSCHAPSPRIJS 2001 VOOR MARLIES DE ROND Verpleegkundige Marlies de Rond ontvangt op 8 mei de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs, een prijs voor de beste wetenschappelijke publicatie door een verpleegkundige, voor haar artikel A pain monitoring program for nurses: effect on the administration of analgesics in het tijdschrift Pain. De Rond deed promotieonderzoek naar de bredere toepassing van pijnregistratiesysteem ‘Pijn van nul tot tien’ dat in het NKI/AvL werd ontwikkeld. Daarbij vragen verpleegkundigen 2 maal per dag naar de pijnbeleving van een patiënt en registreren het pijncijfer (van 0 tot 10). De Rond heeft aangetoond dat deze werkwijze ook bij patiënten met andere aandoeningen dan kanker leidt tot betere pijnbestrijding. Op 23 mei promoveert De Rond op haar proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam, bij prof. dr. F.S.A.M. (Frits) van Dam, bijzonder hoogleraar Psychologische aspecten van chronische ziekten aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam in het NKI/AvL.
STAKING VOOR BETERE CAO De bonden CFO-CNV-Bond, ABVAKABO, FNV, FHZ, NU’91 en De Unie Zorg en Welzijn organiseren begin mei in ziekenhuizen in het gehele land stakingsacties voor de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers in de gezondheidszorg. In dit verband vindt ook op 16 mei in de polikliniek van het NKI/AvL een staking plaats.
MEI
NIEUW BINDINGSEIWIT GEVONDEN EN STRUCTUUR NICOTINERECEPTOR ONTRAFELD Neurobioloog dr. G. (Guus) Smit van de Vrije Universiteit en structuurbioloog dr. T.K. (Titia) Sixma van het NKI/AvL doen een belangrijke ontdekking voor de neurobiologie. Zij zijn op een nieuw eiwit gestuit dat een rol speelt bij de signaaloverdracht tussen zenuwcellen. De vondst leidde ook tot opheldering van de structuur van nicotinereceptoren in het menselijk brein. De onderzoekers publiceren hun bevindingen op 17 mei in 2 artikelen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. Het is ongewoon dat Nature 2 achtpagina-artikelen wijdt aan één onderwerp, maar het betreft dan ook iets waarnaar de neurobiologie al decennialang op zoek was. De resultaten zijn belangrijk voor de ontwikkeling van medicijnen tegen nicotineverslaving, schizofrenie en de ziekte van Alzheimer. Eén artikel behandelt de vondst van een eiwit dat de boodschapperstof acetylcholine bindt en dat afkomstig is uit gliacellen. Van gliacellen, die om zenuwcellen heen liggen, dacht men lange tijd dat ze slechts ter ondersteuning van zenuwcellen bestonden, maar de afgelopen 10 jaar is men gaan beseffen dat ze een rol spelen bij de signaaloverdracht tussen zenuwcellen. Nu is een nieuw aspect van die betrokkenheid bij signaaloverdracht ontdekt. De afdeling Moleculaire en Cellulaire Neurobiologie van de VU deed de ontdekking in het overzichtelijke zenuwstelsel van de poelslak. Wanneer een zenuwcel via een synaps de boodschapperstof acetylcholine afgeeft om de volgende zenuwcel te activeren, blijken gliacellen ook een stof af te scheiden. Dat is het acetylcholinebindende eiwit (AChBP). Dit vangt acetylcholine weg, zodat de boodschap van de ene aan de andere zenuwcel niet overkomt of wordt verzwakt. De gliacellen spelen op die manier dus een cruciale rol bij de signaaloverdracht. Smit werkte samen met Sixma in het NKI/AvL om de structuur van AChBP te bepalen, vanwege de ervaring die het NKI/AvL heeft met kristallografie. De structuur van AChBP werd bepaald, en daarmee was dus ook eindelijk de structuur van de acetylcholine- en nicotinereceptor duidelijk.
LEERSTOEL VOOR DR. A.C. BEGG De Raad van Bestuur benoemt tijdens de vergadering van 29 mei dr. A.C. (Adrian) Begg op de bijzondere leerstoel Moleculaire radiobiologie aan de Faculteit der Medische Wetenschappen van het UMC St. Radboud, Katholieke Universiteit Nijmegen.
ONDERTEKENING CONTRACT NIEUWBOUW Op 29 mei worden de contracten getekend voor de bouw van het nieuwe NKI/AvL. Bouwbedrijf De Vries en Verburg staat voor de bouwkundige aanpak, ULC tekende voor de verwarmings- en elektrainstallaties.
NIEUW LID RAAD VAN BESTUUR Op 1 juni is prof. dr. W.H. (Wim) van Harten benoemd tot lid van de Raad van Bestuur en belast met organisatie & bedrijfsvoering. Van Harten heeft geneeskunde gestudeerd en vertrok als tropenarts in 1981 voor enkele jaren naar Kameroen. In 1986 trad hij als Adviserend geneeskundige in dienst van Oostnederland Zorgverzekeraar waar hij in 1990 werd benoemd tot Hoofd Medische Dienst. In 1992 werd hij algemeen directeur van revalidatiecentrum Het Roessingh in Enschede. In 1997 promoveerde Van Harten aan
JUNI
17
18
JUNI JULI
de Erasmus Universiteit in Rotterdam op zijn proefschrift Bouwen aan een Kwaliteitssysteem in de Revalidatiezorg. Sinds 1 januari 2001 bekleedt Van Harten de leerstoel Kwaliteitsmanagement van zorgtechnologie aan de Universiteit Twente.
EERSTE PAAL NIEUWBOUW IN DE GROND Piet Borst, voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur, slaat 6 juli de eerste paal voor het nieuwe NKI/AvL-ziekenhuisgebouw. Het bouwproject is een mijlpaal in de geschiedenis van het NKI/AvL en bestaat behalve uit nieuwbouw ook uit aanpassingen in de bestaande huisvesting. Borst wordt geflankeerd door de leden van de Raad van Bestuur, Wim Duisenberg (voorzitter Raad van Toezicht) en bouwdirecteur Ruud Zorn. Genodigden en medewerkers, die nietsvermoedend een glas champagne aan het drinken waren, werden direct nadat de paal in de grond zat, opgeschrikt door een enorme knal uit de hand van kunstenaarscollectief Blossum. Een bloemenregen daalde vanuit de heistelling en het dak van het researchgebouw neer op de bouwgrond. ‘Deze eerste paal bevestigt de kwaliteit van dit voor Nederland bijzondere instituut met zijn unieke functie’, zei Wim Duisenberg in zijn toespraak. ‘Het feit dat wij hier vandaag bijeen zijn, onderstreept de wens van overheid en publiek om een zelfstandig, gespecialiseerd kankerinstituut te behouden in een land waarvan de structuur van de curatieve zorg dit allerminst vanzelfsprekend maakt.’
NIEUWE CAO Na verschillende acties en veelvuldig overleg tussen werkgevers en werknemers is een nieuwe CAO van kracht geworden. De nieuwe CAO heeft tot doel het werken in de gezondheidszorg aantrekkelijker te maken, door maatregelen op het gebied van inkomen, werktijd en loopbaanontwikkeling. Zo stijgen in de nieuwe CAO de salarissen op 1 juni 2001 met 4 procent. In januari 2002 volgt een tweede stijging van één procent. In december krijgt het personeel 4 procent eindejaarsuitkering en in mei 2002 wordt het vakantiegeld eenmalig verhoogd met 0,4 procent. Vanaf medio 2002 moeten werknemers flexibeler kunnen omgaan met inkomen en werktijd. De CAO introduceert verder onder meer het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) waarin de loopbaanontwikkeling van de individuele werknemer centraal staat en afspraken worden gemaakt over loopbaanwensen en de toekomstige behoefte aan scholing.
AUGUSTUS
UITBREIDING RADIOTHERAPIE Behalve de bouw van het nieuwe NKI/AvL start ook de uitbreiding van Radiotherapie met 4 bestralingsruimten. Als die functioneren, zal het NKI/AvL beschikken over 10 bestralingsruimten. De vernieuwing en uitbreiding is hard nodig om het toenemend aantal patiënten een tijdige en optimale behandeling te geven. Terwijl de meeste ziekenhuizen in Nederland de laatste 5 jaar nauwelijks méér patiënten hebben kunnen behandelen, is in het NKI/AvL een toename van bijna 40 procent gerealiseerd.
KANKERONDERZOEK ONDER DRUK Prof. dr. S. (Sjoerd) Rodenhuis, lid van de Raad van Bestuur en belast met zorg & zorgontwikkeling, reageert in RTL Nieuws op een persbericht dat de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) heeft doen uitgaan. Het KWF concludeert in zijn op 2 augustus uitgekomen jaarverslag dat de krappe budgettering van ziekenhuizen en de werkdruk in de patiëntenzorg het onderzoek naar nieuwe behandelingen van kanker onder druk zetten. Rodenhuis onderschrijft die conclusie.
PRIJS VOOR BESTE VOORDRACHT Tijdens The International Surgical Week in Brussel, van 26 tot 30 augustus, heeft Pieter Tanis, arts-onderzoeker, de prijs gekregen voor de beste voordracht: Schildwachtklierprocedure bij peniscarcinoom. Deze voordracht kwam tot stand in samenwerking met de afdelingen Nucleaire Geneeskunde, Urologie en Chirurgie van het NKI/AvL.
SYLVIA MILLECAM Het overlijden van actrice Sylvia Millecam aan borstkanker op 19 augustus wordt uitgebreid in de media behandeld. Ook het NKI/Avl wordt veelvuldig om een mening gevraagd. Radiotherapeut prof. dr. G.M.M. (Harry) Bartelink en chirurg dr. E.J.Th. (Emiel) Rutgers geven op 1 september in het tv-programma NOVA hun visie op de behandelkeuzes die vrouwen met borstkanker hebben, dan wel maken. ‘Na hen goed te hebben begeleid en voorgelicht, zul je elke behandelkeuze moeten respecteren. Gelukkig kiest het overgrote deel van de vrouwen voor de optimale behandeling volgens de huidige stand van de wetenschap’, citeert dagblad De Telegraaf Rutgers. Vanwege het overlijden van Sylvia Millecam worden ook medisch oncoloog dr. W.W. (Wim) ten Bokkel Huinink en psycholoog prof. dr. F.S.A.M (Frits) van Dam uitgenodigd in tv-programma Rondom Tien bij de NCRV.
KWF-SUBSIDIE VOOR NIEUWE COMBINATIEBEHANDELING De Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) kent ‘persoonsgebonden financiering’ toe aan dr. M. (Marcel) Verheij, radiotherapeut in het NKI/AvL. De persoonsgebonden financiering is door het KWF enkele jaren geleden ingesteld om wetenschappelijk talent in de gelegenheid te stellen klinische taken te combineren met het opzetten van een onderzoekslijn. Het geld is bestemd voor Verheij’s onderzoek naar een nieuwe combinatiebehandeling van chemotherapie en bestraling. Chemotherapie en bestraling kunnen elkaars werking versterken, vooral bij gelijktijdige toediening. Bij bepaalde tumoren, bijvoorbeeld in het hoofdhalsgebied, voorkomt die behandeling bovendien ingrijpende operaties. Verheij doet al jaren onderzoek naar combinatietherapieën. Zijn nieuwe studie richt zich in eerste instantie op de combinatie van bestraling met toediening van alkyl-lysofosfolipiden, kortweg ALP’s. De meeste cytostatica brengen schade toe aan het DNA in de celkern. ALP’s daarentegen grijpen aan op het celmembraan. De celwand geeft vervolgens een signaal af aan de celkern opdat de zelfdoding wordt ingezet. Met de subsidie van het KWF kan Verheij de komende 6 jaar de helft van zijn werktijd besteden aan het onderzoek. De opzet is om de combinatie van ALP’s en bestraling te bestuderen in dierenmodellen en tevens fase-I onderzoek bij patiënten te starten.
NIEUWE BEHANDELMETHODEN Op 5 september wijdt het EO-programma Intensive Care een aflevering aan nieuwe behandelmethoden van kanker. Het NKI/AvL heeft meegewerkt aan de totstandkoming van het programma. Aan de orde komen onder meer de HIPEC-behandeling bij darmkanker en adjuvante chemotherapie bij borstkanker. In het programma zijn onder meer de chirurgen dr. F.A.N. (Frans) Zoetmulder, dr. E.J.Th. (Emiel) Rutgers en moleculair bioloog dr. L.J. (Laura) van ’t Veer te zien. Ook komt diagnostiek met behulp van micro-arrays aan bod.
OPENING BESTRALINGSRUIMTE Radiotherapie heeft een nieuw bestralingstoestel aangeschaft: een zogenoemde lineaire versneller. Dit apparaat maakt het mogelijk om een hogere dosis straling op een beperkt gebied toe te dienen. Deze zeer precieze methode verhoogt de genezingskans en spaart gezonde weefsels, met
AUGUSTUS
SEPTEMBER
19
20
SEPTEMBER
name bij patiënten met tumoren in het hoofd-halsgebied. De komst van het nieuwe toestel is aanleiding geweest om het interieur van de bestralingskamer op te knappen. De ruimte heeft nu een prettige sfeer vanwege de combinatie van daglicht, kunstlicht, warme kleuren en natuurlijke materialen en vormen. Op 6 september opent presentatrice Chazia Mourali, die eerder in een column in de Volkskrant haar ongenoegen had geuit over de onaangename ’Tsjernobyl-sfeer’ van Radiotherapie, de opgeknapte bestralingsruimte met daarin de nieuwe lineaire versneller.
LABORATORIUM DNA-DIAGNOSTIEK ERKEND ALS ‘STERLAB’ Het laboratorium DNA-diagnostiek is op 4 september erkend als ‘Sterlab’ – een prestigieus kwaliteitspredikaat van de Raad voor Accreditatie. Het laboratorium valt onder de afdeling Pathologie en is onderdeel van de Polikliniek Familiaire Tumoren (PFT), waartot mensen zich richten als er mogelijk sprake is van een erfelijke vorm van kanker in de familie. Het laboratorium voor DNA-diagnostiek voert de tests uit die moeten uitwijzen of bij een of meerdere leden van een familie een gendefect aanwezig is dat kanker kan veroorzaken. Met het kwaliteitspredikaat is Pathologie de eerste NKI/AvL-afdeling die over een officieel goedgekeurd kwaliteitssysteem beschikt.
OKTOBER
DOORGROEIMOGELIJKHEDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN Binnen de verpleging werken in het NKI/AvL uitsluitend oncologieverpleegkundigen of verpleegkundigen die de opleiding daartoe volgen. Dit is een uitstekend opgeleide beroepsgroep die van grote waarde is voor het instituut. Voor de oncologieverpleegkundigen blijkt het na verloop van tijd echter wel eens lastig om hun carrière een nieuwe wending te geven. Sommigen kiezen er dan voor het NKI/AvL te verlaten. Om hen aan het instituut te blijven binden, start in september de uitvoering van een nieuw plan die de oncologieverpleegkundigen doorgroeimogelijkheden biedt, het zogenoemde ‘functiehuis verpleging’. Daarin zijn 2 carrièrelijnen voor loopbaanontwikkeling. De een richt zich op doorgroei in leidinggevende functies (teamleider, hoofdverpleegkundige en manager zorg & bedrijfsvoering). De ander richt zich op doorgroei in deskundigheid: van cursist oncologieverpleegkundige naar oncologieverpleegkundige, waarbij gekozen kan worden voor ontwikkeling op een deskundigheidsgebied en doorgroei naar expertverpleegkundige (nurse practitioner en verpleegkundig specialist), een functie op academisch werken denkniveau. De functie van researchverpleegkundige vervalt.
TAART VOOR VRIJWILLIGERS NKI/AvL 2001 was het jaar van de vrijwilligers. Reden genoeg om de 185 mensen die het NKI/AvL belangeloos helpen op 1 oktober een taart onder dit motto aan te bieden, als dank voor hun inzet. De vrijwilligers in het NKI/Avl helpen onder meer mee aan de patiëntenbibliotheek en het patiëntenvervoer, zorgen voor verse bloemen en koffie in de wachtruimten, begeleiden patiënten van opname naar verpleegafdeling, hangen kunst op in de patiëntenkamers, gaan met een rijdend winkeltje langs de patiënten, begeleiden patiënten naar de kerkdienst en bieden daar waar dat nodig is een luisterend oor. In het Gast-Huis, waar patiënten en/of hun naasten kunnen logeren als reizen geen optie is, doen vrijwilligers praktisch al het werk. Verpleegkundig teamleider Marjon Kwakernaak verwoordde op 1 oktober treffend de rol van de vrijwilligers. ‘De ontvangst van patiënten is vriendelijk, overal is er koffie, betrokkenheid, een vriendelijk gezicht en iemand die zegt ‘hoe gaat het er nu mee?’. Dat doet zoveel goed.’
NOBELPRIJS De Nobelprijs voor Geneeskunde 2001 is toegekend aan de kankeronderzoekers L. Hartwell, P. Nurse en T. Hunt. Prof. dr. P. (Paul) Nurse is lid van de Internationale Wetenschappelijke Adviesraad van het NKI/AvL en algemeen directeur van het Imperial Cancer Research Fund.
OKTOBER
PRIJS RESEARCHVERPLEEGKUNDIGE Researchverpleegkundige Margret Schot en collega Sandra de Bruyn (oncologieverpleegkundige in het LUMC) winnen een prijs voor hun presentatie op het jaarlijkse congres van de Vereniging voor Oncologie Verpleegkundigen (VvOV). De presentatie ging over vrouwen die na een oncologische behandeling vervroegd in de menopauze komen.
‘IMPRINTING’ KAN GENETISCHE FUNCTIE TIJDELIJK STILLEGGEN Op 26 oktober promoveert Frank Sleutels, bij prof. dr. A.J.M. (Ton) Berns, op het proefschrift Imprinting and gene silencing are in the Air, een onderzoek naar ‘gemarkeerde’ genen. Kanker ontstaat door defecten in onze genen. Gendefecten leiden tot het verlies van het gen en zijn functie in de lichaamscel. Dat verlies van een genetische functie kan ook worden veroorzaakt door ‘imprinting’ (markering). Het gen is dan niet beschadigd, maar de functie ligt wel tijdelijk stil. Dit fenomeen komt ook bij kanker veelvuldig voor: genetische eigenschappen die kanker kunnen voorkomen zijn dan wel aanwezig, maar kunnen hun werk niet doen. Defecten in DNA zijn moeilijk te herstellen. Imprinting daarentegen is wel ongedaan te maken. Frank Sleutels experimenteerde met één van de eerst ontdekte, gemarkeerde genen – een gen dat betrokken is bij de remming van de groei van het embryo (het Igf2r-gen). Door het kruisen van muizen met genetisch gemanipuleerde soortgenoten, waarin dit gen permanent is uitgeschakeld, onderzocht hij de effecten ervan. Hij concludeerde dat muizen waarbij beide genen van het paar uitstaan, in de baarmoeder sterven en veel te groot zijn omdat hun groei niet wordt geremd. Staan beide genen aan, dan zijn de muizen wel levensvatbaar, maar klein. Alleen als slechts een van de genen aanstaat, zijn de babymuizen normaal. Tegelijkertijd dook Frank Sleutels in de biochemie van de gemarkeerde genen. Hij analyseerde het DNA en onderzocht allerlei genproducten afkomstig van een stukje muizenchromosoom. Daarbij ontdekte hij een nieuw mechanisme dat gemarkeerde genen reguleert: een bijzonder stukje erfelijk materiaal dat de activering van het gemarkeerde gen belemmert, waarschijnlijk doordat het eraan vastplakt. Het desbetreffende stukje is opgebouwd uit RNA – erfelijk materiaal dat gewoonlijk dient als boodschapper tussen de informatie die op een gen ligt en het eiwit dat met behulp van die informatie gemaakt moet worden. Zowel NRC Handelsblad als de Volkskrant besteedt aandacht aan het proefschrift.
NIEUWE SAMENWERKING MET AMC Artsen uit het NKI/AvL en het AMC starten een samenwerkingsvorm voor de behandeling van adolescenten en jongvolwassenen met kanker. Deze zogenoemde WAJO (Werkgroep Adolescenten en Jongvolwassenen Oncologie) bestaat uit specialisten van beide ziekenhuizen, die tweewekelijks patiënten bespreken. Het belangrijkste oogmerk is de expertise te bundelen. Bij adolescenten en jongvolwassenen kunnen zich soorten kanker voordoen die niet bij volwassenen voorkomen. Kinderartsen nemen geen patiënten in behandeling die ouder zijn dan 16 jaar en ‘gewone’ oncologen hebben minder ervaring op het gebied van kindertumoren, zoals het Ewing-sarcoom of het rhabdomyosarcoom. Aan de werkgroep nemen diverse specialisten, zoals kinderoncologen, radiotherapeuten, medisch oncologen, chirurgen en orthopeden, deel.
NOVEMBER
21
22
NOVEMBER
DECEMBER
IN DE MEDIA In het TV-programma Mens en Lijf van RTL-5 zijn 4 november chirurg dr. E.J.Th. (Emiel) Rutgers en medisch oncoloog dr. W.W. (Wim) ten Bokkel Huinink te gast. Zij spreken over diverse behandelingen van borst- en eierstokkanker en de kwaliteit van leven daarna. Op 11 november zendt BNN de documentaire Knokken, niet kankeren uit. Hierin staan jonge mensen centraal die bijdragen aan de strijd tegen kanker, en jongeren die in hun directe omgeving te maken krijgen met kanker. In de documentaire komt onder meer Gilles Kousemaker in beeld, een jonge collectant van de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF). Er zijn opnamen van Gilles gemaakt bij het Onderzoek- en Behandelcentrum (OBC).
60STE ONCOLOGIEDAG Op 30 november vindt in het NKI/AvL de jaarlijkse oncologiedag plaats, met dit jaar als thema Receptors and signals: new therapies for cancer. Deze dag is bedoeld voor clinici en onderzoekers die zich op de hoogte willen stellen van recente ontwikkelingen op het gebied van de behandeling van kanker.
EURO-BOEKENBONNEN VOOR PATIËNTENBIBLIOTHEEK Wim Duisenberg, voorzitter van de Raad van Toezicht van het NKI/AvL, overhandigt op 17 december 2001 in hotel The Grand duizend boekenbonnen van 12,50 euro aan prof. dr. A.J.M. (Ton) Berns, voorzitter van de Raad van Bestuur. Juist daarvoor had de president van de Europese Centrale Bank de eerste euroboekenbon van 20 euro, met beeltenis van Harry Mulisch, van de schrijver zelf ontvangen. De Nederlandse Boekenbon bv had Duisenberg gevraagd ter gelegenheid van de introductie van de eurobonnen een goed doel te bedenken om 1000 bonnen van 12,50 euro aan te schenken. Hij koos voor de patiëntenbibliotheek van het NKI/AvL. De gift wordt gebruikt om oude boeken te vervangen en de collectie de komende jaren te actualiseren. De patiëntenbibliotheek bevindt zich in de kamer van de Stichting Patiëntenzorg, die de collectie beheert.
PROEFSCHRIFT SYMONE DETMAR Het Parool besteedt 17 december uitgebreid aandacht aan het promotieonderzoek The role of quality of life in daily clinical oncology practice van Symone Detmar in het NKI/AvL. Zij promoveerde 28 november aan de Vrije Universiteit. ‘Detmar maakte een systeem dat ongeneeslijk zieke kankerpatiënten en hun specialisten aanzet beter met elkaar te praten over hun klachten en de psychosociale effecten,’ aldus het Parool.
VOORBEREIDING INVOERING EURO Uiteraard ontkomt ook het NKI/AvL niet aan de overgang naar de nieuwe munteenheid. Patiënten krijgen hiermee te maken vanaf 1 januari 2002, onder meer bij het afrekenen van het parkeergeld in parkeerautomaten, bij het gebruik van rolstoelen, bij het afrekenen van telefoonkosten na een ziekenhuisopname en bij betalingen in het winkeltje en het Gast-Huis. De overgang naar de euro heeft vooral gevolgen voor de verschillende procedures en handelingen in het NKI/AvL: het salaris, het personeelsfonds, de personeelsregelingen en de kas- en declaratieprocedures. Vanwege de invoering van de euro wordt het betalingssysteem in het restaurant geheel vervangen. Vanaf 19 november kan het opwaarderen van de restaurantpas alleen nog met een bank- of giropas met pin of chipknip. Vanaf die datum vindt het betalingsverkeer in het restaurant volledig in euro’s plaats. De voorbereiding op – en de invoering van – de euro verloopt zonder problemen.
23
KWALITEITSJAARVERSLAG
KWALITEITSZORG OP CENTRAAL NIVEAU KWALITEITSVISIE
De kwaliteitsvisie is gebaseerd op het willen leveren van uitstekende en aantoonbare kwaliteit. Zowel in de oncologische patiëntenzorg en de research als in de ondersteunende disciplines is dit basisprincipe onlosmakelijk verbonden met een continu streven naar verbeterde behandelingsvormen. De afgelopen jaren zijn kwaliteitsverbeteringen gerealiseerd op afdelings- en projectniveau. Voor de komende jaren is het streven hierin coherentie aan te brengen, opdat een overzichtelijk en gestructureerd kwaliteitsbeleid ontstaat voor de gehele organisatie. Het continue streven naar kwaliteit komt tot uitdrukking in de kwaliteitsvisie van het NKI/AvL: Het NKI/AvL levert klantgerichte oncologische zorg van het hoogste niveau, gebruikmakend van de laatste researchresultaten, van multidisciplinaire samenwerking, continue verbetering en borging van kwaliteit. Bij de borging van het kwaliteitsbeleid vormen de normen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) het referentiepunt. De NIAZ-norm ‘kwaliteitssysteem’ leent zich goed om systematisch te controleren welke onderwerpen organisatiebrede aandacht behoeven. Afdelingen kunnen gebruikmaken van de NIAZ-normen om kwaliteitsbeleid en kwaliteitshandboeken vorm te geven. De kwaliteitsvisie is in 2001 vertaald in de volgende centrale uitgangspunten: • Primair gericht op verbeteringen. • Aandacht voor de interne en externe klant. • Borging maar geen bureaucratie. • Een procesgerichte benadering met nadrukkelijke aandacht voor de primaire processen van de organisatie.
• Besluitvorming binnen de normale organisatiestructuur. ADVIESGROEP KWALITEIT
De Adviesgroep Kwaliteit adviseerde in 2001 voor het tweede achtereenvolgende jaar het management en de Raad van Bestuur over het te ontwikkelen kwaliteitsbeleid. In 2001 is de samenstelling van de Adviesgroep Kwaliteit gewijzigd, zodat deze een betere afspiegeling zou vormen van de organisatie. De adviesgroep vertegenwoordigt de 4 medische clusters
24
Van de 48 nieuwe onderzoeksvoorstellen, keurde de Protocol Toetsingscommissie er 35 goed.
en de stafafdelingen. In 2001 is het Raad van Bestuurslid dat belast is met organisatie & bedrijfsvoering lid en voorzitter van de Adviesgroep Kwaliteit geworden. Hierdoor is ook de betrokkenheid en inbreng van de Raad van Bestuur bij de ontwikkeling van het kwaliteitsbeleid gegarandeerd. In 2001 vergaderde de Adviesgroep Kwaliteit maandelijks over het centrale kwaliteitsbeleid van de organisatie. Naast het centrale kwaliteitsbeleid zijn onder meer besproken: de wijze van documentatie van bepaalde behandelingsvormen, het verbeteren van de (interne) informatiestromen met behulp van Intranet en Internet en het aanbrengen van verbeteringen op grond van de meldingen van de Commissie Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (MIP). DOELEN 2002
Voor 2002 is een aantal instellingsbrede kwaliteitsactiviteiten vastgesteld: • Een interne basisopleiding ontwikkelen voor het personeel dat actief betrokken is bij kwaliteitsprojecten. • Een procedure ontwikkelen waarmee informatie van de Commissie Meldingen Incidenten Patiëntenzorg, de Klachtencommissie en Patiëntenenquêtes in hun samenhang wordt beoordeeld en gebruikt wordt voor het aanbrengen van verbeteringen. • De meest voorkomende behandeltrajecten op een uniforme wijze beschrijven en uitvoeren, en de bijbehorende indicatoren ontwikkelen. • Het verder ontwikkelen van de patiëntenenquêtes als een organisatiebreed kwaliteitsinstrument. COMMISSIES
In het NKI/AvL fungeren 6 ziekenhuiscommissies die, al dan niet op grond van wettelijke voorschriften, een belangrijke kwaliteitsbewakende en -bevorderende functie vervullen.
1. Protocol Toetsingscommissie (PTC): beoordeelt medisch-wetenschappelijke onderzoeksprojecten. 2. Verpleegkundige Commissie Klinische Research (VCKR): benoemt voorwaarden om het klinisch-wetenschappelijk onderzoek op afdelingsniveau kwalitatief optimaal uit te voeren. 3. Commissie Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (MIP): bevordert en bewaakt de kwaliteit van de patiëntenzorg. De commissie onderzoekt en evalueert daartoe de meldingen van fouten, ongevallen en bijnaongevallen. 4. Infectiecommissie: ontwikkelt en bewaakt praktijkrichtlijnen en protocollen met betrekking tot infectiepreventie. 5. Klachtencommissie: behandelt klachten van patiënten. 6. Verpleegkundige Advies Commissie (VAC): stelt zich ten doel om, vanuit de verpleegkundige beroepsgroep, een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van de doelstellingen van de organisatie. Enkele ziekenhuiscommissies zullen in dit kwaliteitsjaarverslag worden belicht. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de afzonderlijke jaarverslagen van de hierboven vermelde ziekenhuiscommissies. PROTOCOL TOETSINGSCOMMISSIE (PTC)
Alle medisch-wetenschappelijke onderzoeksprojecten in het NKI/AvL waarbij gezonde proefpersonen of patiënten zijn betrokken, moeten ter beoordeling worden voorgelegd aan de Protocol Toetsingscommissie (PTC). De samenstelling van de commissie voldoet aan de normen van de wet op Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen (WMO). De commissie wordt geadviseerd door de Verpleegkundige Commissie voor Klinische Research (VCKR). De PTC is op 19 november
25
1999 door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) wettelijk erkend. Beoordelingen In het jaar 2001 kwam de commissie 22 keer bijeen, ter beoordeling van de ingediende medisch-wetenschappelijke onderzoeksvoorstellen (protocollen). Verder vergaderde de commissie over onder meer amendementen/addenda en ‘serious adverse events’. In het verslagjaar zijn 48 nieuwe onderzoeksvoorstellen ingediend. De commissie keurde daarvan in 2001 35 protocollen goed, waarvan een klein aantal na eerste bespreking. De meerderheid van de voorstellen werd na ontvangst van de gevraagde toelichting en/of aanpassingen in de tweede vergadering goedgekeurd. De commissie sprak 2 keer een negatief advies uit. Van de overige 11 protocollen is nog geen nadere reactie van de onderzoeker verkregen; deze protocollen zijn nog in behandeling. Van de 35 goedgekeurde protocollen betrof het 18 beoordelingen op grond van de WMO en 17 instellingstoetsen. De 18 WMO-beoordelingen betroffen 13 onderzoeken met het NKI/AvL als verrichter (zogenaamde huisstudies), 2 multicentrische onderzoeken waarbij het NKI/AvL als enig centrum in Nederland optreedt en 3 multi-centrische onderzoeken waarbij het NKI/AvL een aanzienlijke bijdrage aan het ontwerp heeft geleverd. De 2 negatieve adviezen betroffen instellingstoetsen. Bij 3 van de 11 protocollen die momenteel nog in behandeling zijn is sprake van een WMO-beoordeling. De onderwerpen van de onderzoeksprotocollen zijn heel divers en strekken zich uit van nieuwe diagnostische technologie tot kwaliteit-vanleven onderzoek. Geneesmiddelenonderzoek nam echter de belangrijkste plaats in. Toetsingstijd De gemiddelde toetsingstijd
bedroeg circa 8 weken. Het duurde gemiddeld 4 weken na indiening voordat een onderzoeks-
voorstel ter vergadering kwam en vervolgens duurde het gemiddeld nog eens 4 weken voordat een eindoordeel was gegeven. Het totale tijdsbestek werd echter niet alleen bepaald door de werkwijze van de commissie, maar ook door de onderzoeker als hij/zij aanvullende informatie moest geven of (onderdelen) van het onderzoeksvoorstel moest aanpassen. Landelijk overleg vond plaats in de Nederlandse Vereniging van Medisch Ethische Toetsingscommissies (NVMETC), zowel in de algemene ledenraad als in de sectie academische ziekenhuizen waarvan de PTC lid is. Advies Naast deze wettelijke taak adviseerde de PTC de Raad van Bestuur van het NKI/AvL over (multi-centrisch)onderzoek. De toepassing van de wet op het Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met Mensen bracht veel extra (administratieve) werkzaamheden met zich mee: de WMO stelt een groot aantal vormvereisten aan bijvoorbeeld het onderzoeksprotocol, de informatie aan proefpersonen, de toestemmingsprocedure en een in te dienen registratieformulier van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). In de loop van het jaar 2001 stelde de CCMO een richtlijn vast voor de beoordeling van multicentrische onderzoeken. Deze richtlijn heeft de administratieve werklast nog eens extra verzwaard. Ook de PTC dient te werken via deze richtlijn. COMMISSIE MELDINGEN INCIDENTEN PATIËNTENZORG (MIP) Advies De Commissie Meldingen Incidenten
Patiëntenzorg is een adviescommissie van de Raad van Bestuur. De commissie registreert de meldingen van fouten, ongevallen en bijnaongevallen en onderzoekt de vermijdbaarheid van incidenten (en uitdrukkelijk niet de verwijtbaarheid). Wanneer de MIP-commissie meer informatie nodig heeft, nodigt zij de mel-
26
De Commissie Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (MIP) beschouwt begrip voor elkaars werkwijze van grote betekenis voor het klimaat waarbinnen (bijna-)ongevallen bespreekbaar zijn.
der uit een toelichting te geven op het voorval. Zo kan de commissie een incident evalueren en een afgewogen advies uitbrengen aan de Raad van Bestuur. Wanneer een incident is gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, verzoekt de inspecteur ook om het advies van de MIP-commissie. In het afgelopen jaar heeft de commissie éénmaal de betrokkenen bij een ernstig incident ter vergadering uitgenodigd. Meldingen Elk kwartaal ontvangen de verschillende clusters (Radiotherapie, Heelkundig Oncologische Disciplines, Medisch Oncologische Disciplines en Diagnostisch Oncologische Disciplines) een geanonimiseerd overzicht van alle meldingen. Deze overzichten worden besproken in het overleg met de clusters, waarbij wordt nagegaan hoe preventie van incidenten mogelijk is. Zo blijven de medewerkers zelf betrokken bij het bedenken van preventieve maatregelen. 2 voorbeelden:
• Bij een gastroscopie werd in de gastroscoop weefsel aangetroffen dat van een andere patiënt bleek te zijn. Nadat een van de MIP-commissieleden een onderzoek had ingesteld op het Onderzoek- en Behandelcentrum, bleek dat daar geen efficiënt registratiesysteem werd gehanteerd. De commissie adviseerde de Raad van Bestuur hierover, met als resultaat dat onlangs een registratiesysteem op het Onderzoek- en Behandelcentrum is ingevoerd. • Ook dit jaar waren er weer diverse meldingen over te hoge pompstanden. Een van de oorzaken hiervan is dat voor het vullen van de lijnen een zeer hoge pompstand gebruikt wordt; later wordt deze stand dan teruggebracht. De commissie heeft het Bureau Opleidingen verzocht niet langer te adviseren om de lijnen te vullen met behulp van een hoge pompstand.
Meldingsplicht Medewerkers hebben een mel-
dingsplicht aangaande incidenten. Om vertrouwen te wekken en daardoor meldingen te stimuleren, garandeert de MIP-commissie dat meldingen op discrete en constructieve wijze worden behandeld. De commissie beschouwt een optimaal begrip voor elkaars werkwijze van grote betekenis voor het klimaat waarbinnen (bijna-)ongevallen, fouten en vergissingen bespreekbaar zijn. De commissie is ervan overtuigd dat de medewerkers duidelijk de positieve invloed zien van een open en eerlijke bespreking van incidenten. Verbetering van het kwaliteitsdenken en -handelen is voor de commissie een voorwaarde bij de preventie van incidenten. INFECTIECOMMISSIE Nieuw reglement In het verslagjaar ver-
gaderde de Infectiecommissie 6 maal. Daarbij is een nieuw reglement gemaakt voor de Infectiecommissie dat op 11 september 2001 is goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De commissie gaat voortaan Infectie Preventiecommissie heten. Protocollen De volgende protocollen zijn in
2001 goedgekeurd: • Medewerker met een Herpes-infectie. • Meldingsplicht bij medewerkers in immunisatie. • Doorspoelen van warmwatertappunten op de afdelingen die langer dan een week niet zijn gebruikt, in verband met Legionellapreventie. • Registratielijsten voor het doorspoelen van warmwatertappunten en oogdouches per afdeling. Bij een prikaccident zal behalve op Hepatitis B (HBV) en HIV ook op Hepatitis C (HCV) worden gecontroleerd, uiteraard na toestemming van de bron (patiënt). Dit besluit wordt vastgelegd in een nieuw prikaccidentenprotocol
Soorten fouten
2001
2000
27 I I.A I.B I.C I.D I.E II III IV V
Fout/ongeval patiënt of waar patiënten bij betrokken zijn: • Vergissing bij toedienen van medicijnen • Organisatorische fout • Ongeval patiënt zonder dat daar personeel bij betrokken was • Ongeval door kapotte apparatuur/verkeerde bediening van apparatuur • Andere Bijna-ongeval patiënt Ongeval personeel Defect materiaal/apparatuur Overige
87 53 9 26 34 2 3 6 4
107 111 12 23 21 9 3 8 2
Totaal
224
296 Fouten en (bijna-)ongevallen
bij de invoering van het nieuwe arboprotocol ‘Accidenteel bloedcontact’. De hygiëneprotocollen die in het NKI/AvL gebruikt worden, zijn afgeleid van de richtlijnen samengesteld door de landelijke Werkgroep Infectie Preventie. Deze richtlijnen adviseren om ook handenalcohol te gebruiken bij patiënten met verminderde weerstand, bij patiënten met een infectie en bij het omgaan met patiëntenmaterialen. Enkele afdelingen gebruiken al handenalcohol, maar het merendeel van de afdelingen nog niet. Tevens zijn er verschillende merken in gebruik. Er is een proef geweest met verschillende soorten zeep, alcohol en handenlotion. Bij de managers ligt een adviesaanvraag om over te gaan op verwisselbare flacons zeep, handenalcohol en lotion. HACCP-normen Tot nu toe werd bacteriearme
voeding voor patiënten met een granulocytopenie, na bereiding afgekoeld vervoerd naar de betrokken afdeling en daar weer opgewarmd in de magnetron. Nu sinds 2001 volgens de HACCP-normen (Hazard Analysis Critical Control Point) wordt gewerkt, er nieuwe etenswagens zijn aangeschaft en een temperatuurscontrole heeft plaatsgevonden, is besloten om het eten direct na het opscheppen en zonder het af te koelen in de etenswagens te vervoeren. Op de verpleegafdeling worden de bacteriearme maaltijden als eerste geserveerd aan de desbetreffende patiënten. Legionella In 2001 zijn 35 urinemonsters ingestuurd voor een Legionellasneltest en 8 keer sputum en BAL (Bronchiaal Alveolaire Lavage) voor een Legionellakweek. Alle waren negatief op één BAL na. In februari heeft een patiënt de bacterie Legionella pneumophila opgelopen in het NKI/AvL. Direct daarop is een bureau ingehuurd om een risico-inventarisatie te maken van de waterleidinginstallatie. Momenteel wordt er een onderhoudsdosis chloor toe-
gevoegd aan het leidingwater. 4 maal per jaar zijn er routinematig watercontroles op Legionella. In 2001 is nog 3 maal Legionella gevonden, één maal in een douche en 2 maal in een oogdouche. Al deze tappunten werden niet of nauwelijks gebruikt. Voor de kliniek is daarop een doorspoelprotocol gemaakt voor tappunten die langer dan een week niet worden gebruikt. MRSA In 2001 is bij 3 patiënten op verschil-
lende afdelingen in de kliniek onverwachts MRSA (Methicillin Resistant Staphylococcus Aureus) geconstateerd. Na inventarisatieonderzoek bleek dat het ging om 6 patiënten en 1 medewerker. In totaal zijn er in 2001 bij
28
De patiënten zijn over het algemeen zeer tevreden over het contact met de spreekuurassistenten, de medewerkers van de receptie en de laboranten.
het personeel 345 en bij patiënten 213 inventarisatiekweken afgenomen. Alle positieve patiënten zijn behandeld volgens protocol en waren hierna vrij van MRSA. In 2001 zijn 12 patiënten en 7 medewerkers, die afkomstig waren uit een buitenlands ziekenhuis of een Nederlandse instelling met MRSA-problematiek, gescreend op MRSA. Alle MRSA-kweken waren negatief. Niet iedereen blijkt bekend te zijn met de procedure rond patiënten die een buitenlands ziekenhuis hebben bezocht. De procedure zal onder de aandacht van de medewerkers gebracht worden. In 2002 zal er een nieuw MRSA-protocol verschijnen. Scopen Er is in 2001 een start gemaakt met de bacteriologische controle op bronchoscopen en gastroscopen. Men voert dit 2 maal per jaar uit. De resultaten daarvan zijn goed. Doelen 2002 Voor 2002 zijn de volgende activiteiten gepland: • Afronding van de volgende protocollen: – Het prikaccidentenprotocol – Protocol Algemene voorzorgsmaatregelen – Isolatieprotocollen – MRSA-protocol – Tuberculosebeleid bij patiënten – Tuberculosebeleid bij medewerkers • Herziening van het scheerbeleid: momenteel wordt er een dag voor de operatie zo uitgebreid mogelijk nat geschoren met disposable scheermesjes. Doelstelling is om vlak voor de operatie elektrisch te scheren, het scheergebied te minimaliseren of indien mogelijk helemaal niet te scheren. • Infectieregistratie: afgelopen jaar heeft een inventarisatie plaatsgevonden aan de hand van de kweekuitslagen. Zo is duidelijk geworden op welke afdeling de meeste infecties voorkomen. In 2002 zal er besluitvorming plaatsvinden over de vraag welke infecties geregistreerd moeten worden.
• Herziening van de module Infectiepreventie. • Betere voorlichting aan arts-assistenten en nieuwe medewerkers: bij inspectiebezoek is gebleken dat er te weinig kennis is bij de arts-assistenten over de richtlijnen van de landelijke Werkgroep Infectie Preventie. Vanaf 2002 zal de hygiënist tijdens de introductie voorlichting en instructie geven omtrent Hygiëne- en Infectiepreventiebeleid. Voor nieuwe medewerkers wordt een folder Infectiepreventie ontwikkeld met algemene voorzorgsmaatregelen. KLACHTENCOMMISSIE Procedure Het uitgangspunt bij de behande-
ling van klachten is dat klachten snel en op de plaats waar zij zijn ontstaan afgehandeld worden. Lukt dat niet dan start de klachtenbemiddelaar op verzoek van de klager een bemiddelingstraject. Wanneer dit bemiddelingstraject niet slaagt of de klager aangeeft de klacht liever meteen bij de Klachtencommissie in te brengen dan zet de Klachtencommissie de klachtenprocedure in gang. Klachten In 2001 werden 66 klachten inge-
diend. Van de 66 klachten nam de Klachtencommissie er 6 in behandeling. 29 klachten werden via bemiddeling door de klachtenbemiddelaar opgelost en 31 klachten werden alleen geregistreerd. De 66 klachten bestonden in totaal uit 110 deelklachten (een ingediende klacht die uit meer dan 1 klacht kan bestaan). De 110 deelklachten bestonden uit 16 klachten van organisatorische aard, 26 bejegeningsklachten, 44 klachten over medisch/verpleegkundig-technisch handelen, 13 klachten over de communicatie en 10 klachten over het ontvangen van onvoldoende informatie. 1 klacht betrof de aanwezige faciliteiten. De 6 klachten die de Klachtencommissie in behandeling nam, vielen in 14 deelklachten uiteen.
29
De commissie verklaarde hiervan 5 gegrond en 9 ongegrond. Ten opzichte van 2000 is het aantal klachten in 2001 gedaald: van 80 klachten in 2000 naar 66 in 2001. In 2001 nam de Klachtencommissie 6 klachten in behandeling (13 in 2000). In 2001 werden 29 klachten via bemiddeling opgelost (28 in 2000). 2 voorbeelden van klachten in 2001 zijn:
• Een klacht van een patiënt over een, naar de mening van de patiënt, onjuiste bestraling. Na onderzoek en bemiddeling bleek dat de patiënt wel de juiste behandeling had gekregen. • Een klacht van een patiënt over het aantal verschillende artsen dat zich met de patiënt en de controles van de patiënt bezighield. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de arts was op deze wijze voor de patiënt onmogelijk. In alle gevallen waarin de Klachtencommissie een advies gaf aan de Raad van Bestuur ten aanzien van een bepaalde klacht, nam de Raad van Bestuur dit advies over. PATIËNTENENQUÊTES: TEVREDENHEID MET DE POLIKLINISCHE ZORG Tevredenheidsenquête In de maand mei 2001
heeft de afdeling Psychosociaal Onderzoek en Epidemiologie een tevredenheidsenquête uitgevoerd onder bezoekers van de polikliniek van het NKI/AvL. Deze enquête had tot doel inzicht te krijgen in de ervaringen van patiënten die de polikliniek bezoeken. Bij de uitvoering van de poliklinische enquête werd uitgegaan van een steekproef van 500 patiënten verdeeld over 5 werkdagen. Per dagdeel werd een willekeurige steekproef genomen uit het afsprakenbestand van de polikliniek. De patiënt kreeg de enquête met begeleidende brief thuisgestuurd met het verzoek deze te
retourneren in de bijgevoegde antwoordenvelop. Om ervoor te zorgen dat ernstig zieke of inmiddels overleden patiënten geen vragenlijst zouden ontvangen, werden patiënten die niet op hun afspraak verschenen uitgesloten van deelname. Resultaten 341 patiënten retourneerden de vragenlijsten; de respons was 68 procent. De patiënten bezochten het afgelopen jaar de polikliniek gemiddeld 12 keer. Van de patiënten gaf 70 procent aan dat ze bij het laatste bezoek op tijd zijn geholpen. De gemiddelde wachttijd tijdens het laatste bezoek was 12 minuten. Over het algemeen is men tevreden over de behandelend arts. Tevredenheid is er vooral over de technische kwaliteit van de zorg en de relatie arts/patiënt. Minder tevreden zijn de patiënten over de overdracht van het spreekuur aan een andere arts, de wisseling van artsen en het overleg met de huisarts. De patiënten zijn over het algemeen zeer tevreden over het contact met de spreekuurassistenten, de medewerkers van de receptie en de laboranten. Over de wachttijden op de polikliniek, wachttijden voor uitslagen van onderzoeken, de routing in het ziekenhuis en de wachtruimtes (te benauwd) waren de patiënten minder tevreden. In 1995 is dezelfde enquête uitgevoerd op de polikliniek, die zich toen nog in het hoofdgebouw bevond. Een vergelijking van de resultaten laat zien dat er een vergelijkbare mate van tevredenheid is. De continuïteit van zorg blijft een onderwerp waarover men minder tevreden is. Wat betreft de organisatorische en fysieke aspecten van de polikliniek zijn de patiënten duidelijk meer tevreden dan 6 jaar geleden. In 1995 was 76 procent van de patiënten ontevreden over de wachttijden, in 2001 is dit 53 procent. In 1995 zei 44 procent op tijd te zijn geholpen in 2001 is dit 71 procent. De gemiddelde wachttijd was in 1995 nog 25 minuten tegenover 12 minuten in 2001.
30
NIEUW BESTRALINGSTOESTEL IN WARM INTERIEUR Op 6 september opende het NKI/AvL een opgeknapte bestralingsruimte met een nieuw bestralingstoestel, ‘toestel 6’. Aangezien columniste en presentatrice Chazia Mourali in een Volkskrant-column opriep niet alleen de bestralingscapaciteit in Nederland uit te breiden, maar daarbij ook aandacht te besteden aan een vriendelijker omgeving, heeft het NKI/AvL haar gevraagd het toestel en de bestralingsruimte officieel te openen. Het NKI/AvL beschikt over 6 moderne bestralingstoestellen, de zogenoemde ‘lineaire versnellers’ waarmee dagelijks ongeveer 250 patiënten worden bestraald. Het nieuwe bestralingstoestel, dat 2,5 miljoen euro kostte, maakt het mogelijk om een hogere dosis straling op een beperkt gebied toe te dienen. Deze zeer precieze methode verhoogt de genezingskans en spaart gezonde weefsels, met name bij patiënten met tumoren in het hoofd-halsgebied.
TJERNOBYL De komst van de nieuwe lineaire versneller bij Radiotherapie, was aanleiding de bestralingskamer waarin het toestel staat op te knappen, in navolging van een andere ruimte die al eerder was opgefrist. Een goed initiatief, gezien een column van Chazia Mourali in Volkskrant Magazine. Zij schreef op 23 juni over de Radiotherapie van het NKI/AvL: ‘Overal krijg je het Tsjernobyl-gevoel ingestampt door de ontelbare gele nucleair-gevaardriehoeken aan de muur. Het toch al niet vrolijke kleurtje van het bovengrondse deel van het hospitaal is hier helemaal verdwenen, leidingen zijn niet weggewerkt. Een wereld waar esthetiek er niet toe doet.’ WARME KLEUREN De opknapbeurt had het doel een zo patiëntvriendelijk mogelijke ruimte te creëren. Zo wilde men af van de kille uitstraling van witte ziekenhuismuren. Gekozen is voor zachte kleuren en organische materialen en vormen. Architect Marius Ballieux (bureau Alberts en Van Huut) paste in de bestralingsruimte veel natuurlijke materialen en vormen toe. De kleurige en warme afwerking van de wanden en plafonds zijn van de hand van kunstenares Hilde Koning. De combinatie van daglicht, kunstlicht, kleuren en materialen hebben de sfeer in de ruimte veraangenaamd en dit blijkt op zijn beurt weer een positieve uitwerking te hebben op de patiënt.
70
31
Aantal meldingen
60 50 40 30 20 10 0 1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Jaartal
Overzicht FOB-meldingen in de periode 1992 tot en met 2001
Vertaling in beleid Nurse practitioners – verpleegkundigen met een functie op academisch werk- en denkniveau – kunnen de continuïteit van de zorg verbeteren. In de komende tijd zal dit onderwerp verder worden uitgewerkt. Patiënten zullen voor hun komst naar de polikliniek worden geïnformeerd over de tijd die nodig is om een uitslag te geven na diagnostisch onderzoek. De opmerkingen met betrekking tot de wachtruimte hebben gevolgen voor de inrichting van de wachtruimte in de nieuwbouw: hieraan zal extra aandacht worden gegeven. Zo wil men de patiënten de mogelijkheid bieden rond te lopen tot men aan de beurt is, ook in de centrale hal. Het voornemen is om in het voorjaar van 2003 nog eenmaal de enquête op de oude locatie af te nemen. Daarna zal de enquête in het nieuwe gebouw van het NKI/AvL worden herhaald op een nader af te spreken tijdstip. MELDINGEN FOUTEN, ONGEVALLEN EN BIJNA-ONGEVALLEN (FOB) Procedure Wanneer medewerkers betrokken
zijn bij een ongeval of bijna-ongeval, dan dienen zij deze gebeurtenis te melden aan de afdeling Arbo & Straling. Voor de melding hiervan zijn FOB-formulieren (Fouten, Ongevallen en Bijna-ongevallen) beschikbaar. De afdeling Arbo & Straling registreert alle meldingen. Indien noodzakelijk overlegt de afdeling met betrokkene(n) en adviseren zij over de te nemen maatregelen. Meldingen In 2001 zijn er 56 meldingen geweest van (bijna-)ongevallen of incidenten. In 4 gevallen was sprake van een ongeval met lichamelijk letsel en ziekteverzuim tot gevolg. Daarbij ging het om in totaal 10 dagen ziekteverzuim. Bij de overige ongevallen betrof het gebeurtenissen met licht lichamelijk letsel zonder ziekteverzuim, met enige materiële schade, of zonder lichamelijke of materiële gevolgen.
Bij de gebeurtenissen met lichamelijk letsel was in 7 gevallen EHBO noodzakelijk. Er heeft geen ziekenhuisopname plaatsgevonden naar aanleiding van een ongeval. Van de 56 meldingen hadden er 30 betrekking op prik- en snij-incidenten. Door een betere afstemming tussen de meldingsgegevens uit de FOB-formulieren en de gegevens bij de bedrijfsarts over het aantal prikaccidenten is een meer nauwkeurige registratie bereikt. Voor de afhandeling van prikaccidenten is een standaardprocedure aanwezig.
32
Ongeveer 66 procent van de FOB-meldingen komt uit de kliniek, inclusief de Radiotherapie en de polikliniek.
In een groot aantal gevallen is overleg geweest binnen de afdelingen en/of tussen betrokkenen en Arbo-deskundigen met als oogmerk incidenten in de toekomst te voorkomen door middel van voorlichting en/of organisatorische aanpassingen. Dit betrof onder meer: • Het voorkomen van prikaccidenten en besmettingen met biologisch materiaal. • Ontploffen van ampullen met stikstof. • Juist gebruik van etenskarren. • Levering en gebruik van verkeerde schoonmaakmiddelen. In enkele gevallen was actie nodig om een technisch of bouwkundig gebrek op te heffen, zoals het vervangen van een OK-tafel en brancards, de revisie van een lift en de borging van een koffiemachine in verband met omvallen. Meldingen die te maken hadden met calamiteiten, zoals wateroverlast, brandmeldingen en inbraken, waarbij het Calamiteitenteam was betrokken, zijn door het Calamiteitenteam geëvalueerd. In één geval was er sprake van agressie, waarbij de politie is ingeschakeld. Ongeveer 66 procent van de FOB-meldingen komt uit de kliniek, inclusief de Radiotherapie en de polikliniek. Verreweg de meeste ongevallen vinden plaats door persoonlijk handelen, door bijvoorbeeld onoplettendheid of haast in verband met drukte op het werk. In enkele gevallen is sprake van gebreken aan apparatuur of van gebouwgebonden gebreken. Vergelijking met vorige jaren In het vorige
verslagjaar werd al geconstateerd dat er in vergelijking met de jaren daarvoor sprake was van een aanzienlijke stijging van het aantal meldingen. Ook in 2001 is er een stijging geweest. Deze is echter volledig toe te schrijven aan een betere melding en registratie van de prikaccidenten. Wanneer men het aantal prikacciden-
ten (30) aftrekt van het totaal aantal meldingen, dan blijven er 26 meldingen over van overige ongevallen. Ter vergelijking: in 1999 werden er 31 meldingen verricht, waarvan 6 prikaccidenten. Het aantal overige meldingen ligt dus op hetzelfde niveau als in 1999. Voorlichting en instructie Uit ervaring is gebleken dat veel ongevallen worden veroorzaakt door een gebrek aan kennis omtrent de gevaren die verbonden zijn aan de arbeidssituatie en de hulpmiddelen waarmee gewerkt wordt. Het doel van voorlichting en instructie is de medewerkers de gevaren te laten onderkennen en te helpen bij het vermijden van risico's. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen voorlichtingsactiviteiten van meer structurele aard en activiteiten die gericht zijn op specifieke situaties of gevaren en risico’s. Structureel
• Voor nieuwe medewerkers in de laboratoria is het bestaande instructieprogramma gecontinueerd. In 2001 is deze instructie 5 maal gegeven. Hieraan hebben 65 medewerkers deelgenomen. Aan de deelnemers is het boekje ‘Veilig werken in laboratoria’ verstrekt. • Aan buitenlandse medewerkers wordt de Engelse vertaling van het boekje ‘Veilig werken in laboratoria’ verstrekt. Gericht/incidenteel
In 2001 is onder meer aandacht besteed aan de volgende activiteiten: • 5 medewerkers hebben het EHBO-diploma behaald bij de ArboUnie. Aan de 2 herhalingsbijeenkomsten hebben respectievelijk 41 en 36 medewerkers deelgenomen. • Bij Ajax Brandbeveiliging zijn 8 nieuwe bedrijfshulpverleners opgeleid. Zij hebben een diploma ontvangen na toetsing van de
33
praktijkervaring door een deskundige van Ajax Brandbeveiliging en een schriftelijk examen van het Nederlands Bureau Brandweerexamens. • Aan opgeleide bedrijfshulpverleners is theoretische en praktische instructie gegeven voor het gebruik van de evac-chair (evacuatiestoel). Deze voorlichting is 6 maal gegeven voor in totaal 33 personen. • Voor opgeleide bedrijfshulpverleners zijn 3 voorlichtingsbijeenkomsten gehouden, waarin de interne procedures en instructies ten aanzien van calamiteiten zijn besproken. Deze bijeenkomsten zijn door 49 personen bezocht. ELEKTRONISCHE INFORMATIEVOORZIENING Projectgroep In 2001 is een projectgroep
samengesteld met het doel Intranet (voor medewerkers), Extranet (beperkt toegankelijk van buitenaf) en Internet (geheel toegankelijk voor meerdere doelgroepen) in een webomgeving onder te brengen, waarin tussen verschillende bronnen vrij informatie kan worden uitgewisseld. De projectgroep heeft tevens het doel de beheersorganisatie van het Intranet tegen het licht houden, zodat medewerkers lokaal documenten op Intranet controleerbaar kunnen toevoegen of wijzigen. Klankbordgroep Aan het project is een klankbordgroep met gebruikers gekoppeld. De klankbordgroep voor het Intranet heeft als hoofdtaak om ontsluiting van documenten op het niveau van Patiëntenzorg mogelijk te maken vanuit verschillende perspectieven: functie, specialisme en aandoeningen. Zo komt voorafgaand aan de stapsgewijze implementatie van het Intranet een navigatiesysteem tot stand, dat een afspiegeling is van de werkelijke zorgorganisatie en daarbij ook de patiëntenroute volgt. De klankbordgroep Intranet zal ook de uit-
komst gebruiken van een enquête, die een studente Communicatiekunde heeft gehouden onder medewerkers uit de patiëntenzorg. Verder zal de klankbordgroep Intranet zich buigen over de Intranetdelen Personeel & Organisatie en Opleidingen, Research en Facilitaire Ondersteuning. Voor Internet en Extranet worden ook klankbordgroepen opgesteld.
34
De verschillende groepen gebruikers en afdelingen besloten voor de diverse formulieren een vast formaat en dezelfde lay-out te gaan hanteren.
Doelen 2002 In de loop van 2002 zullen de eerste contouren van de nieuwe webomgeving zichtbaar worden met de publicatie van protocollen voor verpleegkundigen op het Intranetdeel Patiëntenzorg en met de lancering van een nieuwe Internetsite. CLUSTEROVERSTIJGEND KWALITEITSPROJECT Aanvraagtraject diagnostisch onderzoek In
2001 is op initiatief van het cluster Diagnostisch Oncologische Disciplines een kwaliteitsproject uitgevoerd met het doel het aanvraagtraject van diagnostisch onderzoek in kaart te brengen, de geconstateerde problemen te analyseren en voorstellen ter verbetering te formuleren en uit te voeren. Analyse en oplossingen In de analysefase van
het project werd allereerst duidelijk dat veel aanvragen onvolledig of onjuist werden ingevuld. Dit leidde tot vertraging en overlast voor de medewerkers en de patiënten. De gegevens waren ook niet altijd goed leesbaar. Bovendien verschilden de gebruikte formulieren van elkaar. De verschillende groepen gebruikers en afdelingen besloten daarop om voor de diverse formulieren een vast formaat en dezelfde lay-out te gaan hanteren. De formulieren werden inhoudelijk gescreend, aangepast en waar mogelijk samengevoegd. De vragen, naar de benodigde gegevens van de aanvrager, staan nu op alle formulieren in dezelfde volgorde.
Om de herkenbaarheid te vergroten, is elk formulier van een eigen kleur voorzien. Behalve de aanvragen bleken ook de afdrukken van de patiëntengegevens (de ponsafdrukken) niet goed leesbaar te zijn. Dit werd veroorzaakt door niet goed onderhouden ponsapparaten. De instrumentele dienst heeft ter oplossing van dit tweede probleem een onderhoudsschema opgesteld. Alle ponsapparatuur op de verschillende locaties in het ziekenhuis zullen nu regelmatig onderhouden worden. Bij de eerste onderhoudsbeurt bleek het merendeel van de apparaten niet goed te functioneren. Door de inkt te vervangen en de kracht waarmee de doorslag werd gemaakt te controleren, kon de kwaliteit van de afdruk worden verhoogd. De projectgroep benoemde als derde probleem de gebrekkige onderlinge afspraken tussen verschillende afdelingen over het aanmaken van de artsencode voor een arts. Als gevolg hiervan kon de arts niet op tijd over de benodigde artsencode beschikken, waardoor het aanvragen van onderzoek vertraging opliep. De onderlinge afspraken zijn bekeken en met alle betrokkenen opnieuw vastgesteld. Het doel van de nieuwe afspraken is dat de arts op de eerste werkdag beschikt over de code die noodzakelijk is om onderzoeken aan te vragen. In 2002 zal bekeken worden of het aantal onvolledige of onjuist ingevulde aanvraagformulieren afneemt. Indien noodzakelijk zullen de gemaakte afspraken worden bijgesteld.
35
KWALITEITZORG OP DECENTRAAL NIVEAU ALGEMEEN KLINISCH LABORATORIUM (AKL) Behaalde doelstellingen In het jaar 2001 zijn
de volgende doelstellingen gehaald: • Alle medewerkers hebben de cursus veilig werken in het laboratorium gevolgd. • Afvalstromen zijn in kaart gebracht. • Procedures, voorschriften en het kwaliteitshandboek zijn in het documentatiesysteem (Q-care) ondergebracht.
satie systematische verbeteringen aan te brengen. In 2001 zijn 237 meldingen binnengekomen: ruim 2 maal zoveel als in 2000 (106). Het niet goed invullen van aanvraagformulieren scoort met 174 meldingen (75 procent van de meldingen) het hoogst. In 2001 is een projectgroep van het cluster Diagnostisch Oncologische Disciplines gestart om deze tekortkomingen te voorkomen (zie de vorige paragraaf ‘clusteroverstijgend kwaliteitsproject’).
Enquêtes Om de juistheid en precisie van
analyses te waarborgen, worden de analyseprocessen door intern en extern controlemateriaal bewaakt. Voor alle analyses die het laboratorium uitvoert, doet het Algemeen Klinisch Laboratorium mee aan landelijke en regionale controle-enquêtes. In 2001 deed het Bloedtransfusielaboratorium van het AKL mee met een enquête van de Hoofdinspectie voor de Gezondheidszorg over de veiligheid van bloedverstrekking in ziekenhuizen. Het Bloedtransfusielaboratorium van het NKI/AvL kwam daarbij als beste uit de bus. Doorlooptijd De doorlooptijd (TAT: turn around time) is de tijd van aanmelding in het laboratoriumsysteem tot de tijd van het vrijgeven van de uitslagen in het Clinician Work Station (CWS). In het laatste kwartaal van 2001 is de wekelijkse rapportage van de doorlooptijd weer in gebruik genomen. Eind 1999 was deze komen te vervallen vanwege een nieuw laboratoriumsysteem. Uit de TAT-rapportages blijkt dat 95 procent van alle uitslagen aan de afspraken voldoet. In het jaar 2000 was dit 90 procent, zo is toen uit steekproeven gebleken. Meldingsprocedure Deze procedure heeft be-
trekking op geconstateerde tekortkomingen of afwijkingen. Deze gestructureerde informatie wordt door het AKL gebruikt om in de organi-
Veiligheid en milieu In 2001 zijn afvalstromen
van analyseapparatuur in kaart gebracht. De volgende stap is het vergelijken van de chemicaliënvoorraad met wat er hierover in de Standard Operating Procedures (SOPs) staat aangegeven. Documentatie In 2001 zijn de SOPs voor het grootste gedeelte omgezet van conceptvorm naar officiële documenten. In 2002 wordt het documentatiesysteem (Q-care) vervangen door een ander documentatiesysteem (Bwise Cubed). Dit betekent dat in het eerste kwartaal alle documentatie overgezet moet worden naar het nieuwe systeem. Doelen 2002 De doelstellingen voor 2002 zijn: • Het terugbrengen van het aantal onjuist ingevulde aanvraagformulieren. • Het kwaliteitshandboek, procedures en voorschriften in officiële versies onderbrengen. PATHOLOGIE Sterlab Het jaar 2001 is voor de afdeling
Pathologie een zeer succesvol kwaliteitsjaar geweest. In de afgelopen jaren is al veel energie gestoken in het verbeteren van de kwaliteit op verschillende niveaus. Dit gebeurde onder meer door het vastleggen van werkzaamheden
36
De visitatiecommissie heeft geconcludeerd dat de afdeling Pathologie een goed georganiseerd laboratorium is met enthousiaste medewerkers en tevreden klanten.
en het uitvoeren van kleine projecten. Afgelopen jaar is echter een grote sprong voorwaarts gemaakt. In april is het laboratorium DNAdiagnostiek van de Polikliniek Familiaire Tumoren (PFT) bezocht door de Raad voor Accreditatie. Een team van 2 auditors heeft – in 2 dagen tijd – het laboratorium grondig onderzocht op zowel professionele als organisatorische kwaliteit. Na een kleine aanvulling op het kwaliteitssysteem voldeed het laboratorium in juli aan de gestelde criteria van de Raad voor Accreditatie. Als tweede klinisch-genetisch centrum in Nederland sleepte het laboratorium hiermee de prestigieuze Sterlab-accreditatie binnen. Het laboratorium voldoet hiermee indirect ook aan de criteria van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ), die als uitgangspunt dienen voor het opzetten van een kwaliteitssysteem binnen het NKI/AvL.
Deze resultaten moeten in 2003 leiden tot het aanvragen van een beoordelingsbezoek volgens de normen van de ‘Coördinatie Commissie ter bevordering van de Kwaliteitsbeheersing van het Laboratoriumonderzoek op het gebied van de gezondheidszorg’ (CCKL). Dit is de norm die door de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) als kwaliteitsstandaard is gesteld. Naar aanleiding van dit meerjarenplan is door het hoofd van de afdeling een maandelijks kwaliteitsoverleg Pathologie gestart. Hierin hebben de leidinggevenden van de verschillende subafdelingen en de kwaliteitsfunctionaris zitting. Het kwaliteitsoverleg wordt gebruikt voor het uitwisselen van informatie over inhoud en voortgang van het behalen van de kwaliteitsdoelstellingen en voor afstemming en ondersteuning van activiteiten gericht op het behalen van deze doelstellingen.
Meerjarenplan Na het behalen van de Sterlabaccreditatie is verdergegaan met het uitbouwen van de kwaliteitsactiviteiten voor de gehele afdeling Pathologie. Een ‘meerjarenplan kwaliteitsbeleid’ is opgesteld om in de toekomst een efficiënt en werkbaar kwaliteitssysteem te operationaliseren waarmee de volgende resultaten behaald moeten worden: • Beschrijvingen van het primaire proces van de verschillende subafdelingen. • Een werkwijze waarbij leidinggevenden jaarlijks kwaliteitsdoelen formuleren en evalueren. • Jaarlijkse deelname van de afdeling aan een aantal aansprekende cluster- en/of ziekenhuisbrede verbeterprojecten, waarbij meerdere disciplines binnen het ziekenhuis betrokken zijn. De doorgevoerde kwaliteitsverbeteringen moeten daarna geborgd worden. • Een heldere interne communicatie van doelstellingen en resultaten naar alle medewerkers van de afdeling.
Visitatie In november is de afdeling Patho-
logie gevisiteerd door een afvaardiging van de NVVP. Bij de visitatie is nagegaan of de voorwaarden aanwezig zijn om kwalitatief goede zorg te kunnen verlenen en zijn, in mindere mate, de resultaten van zorgverlening getoetst. De visitatiecommissie heeft geconcludeerd dat de afdeling Pathologie een goed georganiseerd laboratorium is met een goede sfeer, hardwerkende, enthousiaste medewerkers en tevreden klanten. Verder concludeert de commissie dat er veel geregeld is ter bewaking van de kwaliteit. Voorts heeft de commissie een positieve indruk van systeem-, product- en professionele kwaliteit. NEN/ISO 17025-norm In november is door het laboratorium DNA-diagnostiek van de PFT gewerkt aan het behouden van de Sterlabstatus. Doordat de kwaliteitsnorm van de Raad voor Accreditatie in februari 2002 overgaat in de zwaardere internationale NEN/ISO 17025-
37
kwaliteitsnorm, moest het laboratorium zijn kwaliteitssysteem voor die tijd aanpassen om de Sterlab-status te behouden. In december heeft het laboratorium positief bericht van de Raad voor Accreditatie ontvangen over het behalen van deze NEN/ISO 17025-accreditatie. Doelen 2002 Het komende jaar zal door de leidinggevenden van de verschillende subafdelingen gestart worden met het opstellen van kwaliteitsjaarplannen. De leidinggevenden zullen verantwoordelijk zijn voor het formuleren en behalen van de doelstellingen, de kwaliteitsfunctionaris geeft daarbij ondersteuning en bewaakt de voortgang. Aan het einde van het jaar worden de resultaten besproken en plannen gemaakt voor het volgende jaar. Op het laboratorium DNA-diagnostiek van de PFT zal in april 2002 het jaarlijkse beoordelingsbezoek van de Raad voor Accreditatie worden uitgevoerd. Het kwaliteitsoverleg Pathologie zal in 2002 worden voortgezet, waarbij er 4 maal per jaar een ‘groot’ kwaliteitsoverleg zal zijn met alle medewerkers van de afdeling. NUCLEAIRE GENEESKUNDE Visitatie In maart heeft de Nederlandse
Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde de afdeling gevisiteerd. Het definitieve verslag is onlangs ontvangen. De commissie was op hoofdlijnen onder de indruk van de organisatie en de kwaliteit en heeft enkele aanbevelingen geformuleerd ter verbetering. Aan deze verbeteringen wordt inmiddels hard gewerkt. Verbeteringen In 2001 zijn alle onderzoeks-
protocollen vernieuwd. De bereidingsvoorschriften in het HOT-lab (het laboratorium waar isotopen worden gemanipuleerd) zijn uitgebreid en geactualiseerd. De automatisering van de administratie is verder in gang gezet. Voor de kritische parameters die betrek-
king hebben op apparatuur worden frequente statuscontroles uitgevoerd. RADIOLOGIE Verbeteringen De kwaliteitscontrole die plaats-
vindt bij apparatuur is in 2001 verder geconcretiseerd en voor de kritische parameters die betrekking hebben op apparatuur worden frequente statuscontroles uitgevoerd. De logistiek van de administratieve processen is verder in kaart gebracht en verbeterd. Er zijn diverse contacten geweest met aanvragende afdelingen, waarbij de afstemming tussen onderlinge processen is verbeterd. GOOD CLINICAL PRACTICE (GCP) Kwaliteitssysteem Het doen van geneesmidde-
lenonderzoek in de oncologie betekent het werken met ernstig zieke en zeer kwetsbare patiënten. In het streven naar betrouwbare onderzoeksresultaten moeten de rechten, de veiligheid en het welzijn van de patiënten te allen tijde beschermd worden. Dit betekent een grote zorgvuldigheid in de uitvoering van de klinische trials. Deze uitvoering wordt ondersteund door het kwaliteitssysteem voor het klinisch geneesmiddelenonderzoek, waarmee in 1999 is begonnen. In de eerste jaren heeft de nadruk gelegen op het vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden in Standard Operating Procedures (SOPs). Deze kwaliteitsdocumenten hebben hun nut meer dan eens bewezen: zij hebben geleid tot eenduidigheid in de manier van werken en helderheid over de taakverdeling tussen de betrokken disciplines. Ook blijken zij een goed hulpmiddel te zijn bij de instructie van medewerkers. In 2001 zijn wederom enkele procedures in SOPs vastgelegd en geautoriseerd, onder meer: • het klinisch geneesmiddelenonderzoek op de Dagverpleging. • de routing van trialdocumentatie.
38
NKI/AVL-LABORATORIUM BELOOND VOOR GOEDE KWALITEIT Wie misschien een erfelijke vorm van kanker in de familie heeft en dit wil laten onderzoeken, komt terecht bij de Polikliniek Familiaire Tumoren (PFT). Onderdeel van de PFT is het laboratorium voor DNA-diagnostiek. Dit lab is in september 2001 onderscheiden als ‘Sterlab’, een prestigieus kwaliteitspredikaat van de Raad voor Accreditatie. In december 2001 behaalde het lab ook nog eens de NEN/ISO 17025 kwaliteitsnorm.
Binnen de gezondheidszorg worden verschillende kwaliteitssystemen gehanteerd. Het Sterlab-kwaliteitssysteem behoort tot de zwaardere. Dat het lab voor DNA-diagnostiek juist aan deze strenge kwaliteitsnorm wilde voldoen, is niet voor niets. ‘Op basis van de uitslag van het laboratorium voor DNAdiagnostiek – wel of niet een genetische aanleg – moeten mensen soms moeilijke beslissingen nemen. Bijvoorbeeld of ze wel of niet een preventieve borstamputatie laten doen,’ licht kwaliteitsfunctionaris Guido Brink toe. ‘De kwaliteit weegt dan zo zwaar, dat we meenden onszelf een strenge kwaliteitsnorm op te moeten leggen. Overigens, nu we volgens zo’n
zware norm geaccrediteerd zijn, voldoen we indirect ook aan de normen van de andere instanties.’ SYSTEMATISCH VASTLEGGEN ‘Met een kwaliteitssysteem zoals Sterlab leg je vast wat je doet, je brengt zo nodig verbeteringen aan in de procedures en je controleert of die verbeteringen het juiste effect hebben,’ legt Guido Brink uit. ‘Het is een verzameling documenten die werkinstructies, apparatuur en bevoegdheden beschrijven: wie is waar verantwoordelijk voor, een goed geregeld inkoopsysteem, personeelsdossiers die op orde zijn, vergaderingen waarvan notulen worden gemaakt en actiepunten worden geformuleerd, registratie van fouten en het ondernemen van actie daarop.’ Volgens Laura van ’t Veer, hoofd van de PFT, verwachten alle klinisch genetische centra in Nederland dat het voldoen aan strenge kwaliteitsnormen een voorwaarde wordt voor het uitvoeren van dit type diagnostiek. ‘Bij deze vorm van diagnostiek moet je heel vaak DNA vermenigvuldigen. Dat doen we met behulp van de polymerase-kettingreactie. Er mag dan niets van het ene buisje in het andere terecht komen, want dan is de uitkomst niet langer betrouwbaar.’ Na het klinisch genetisch centrum in Leiden heeft de PFT van het NKI/AvL als tweede in Nederland een accreditatie binnengesleept. NEN/ISO KWALITEITSNORM In februari 2002 gingen de gestelde kwaliteitsnormen van de Raad van Accreditatie over naar de (nog) zwaardere internationale NEN/ISO 17025 kwaliteitsnorm. Om de Sterlab-status te behouden, moest het laboratorium voor DNA-diagnostiek haar kwaliteitssysteem nogmaals aanpassen aan deze verzwaarde norm. In november 2001 is daar door het laboratorium hard aan gewerkt. En niet zonder resultaat. In december 2001 ontving het laboratorium positief bericht van de Raad voor de Accreditatie: ook de NEN/ISO 17025-accreditatie was behaald!
39
Kwaliteitstoetsing In 2001 heeft de kwaliteitstoetsing veel aandacht gekregen. Besloten is hiervoor het Amsterdams Modulair Kwaliteitssysteem (AMK) als methodiek te hanteren. Essentiële onderdelen van het klinisch onderzoek zullen in een jaarlijkse kwaliteitscontrole bekeken worden. Verder zijn klachten (in- en extern) en de aanbevelingen van externe audits altijd aanleiding voor analyse en zonodig verbeteringen. Een voorbeeld: de module toxiciteitsregistratie.
Kernactiviteit bij de studies met experimentele geneesmiddelen is een juiste observatie en documentatie van de bijwerkingen. De wijze waarop dit gebeurt, is onderwerp van kwaliteitscontrole. Dit heeft geleid tot een aantal verbeteracties. Zo bleek dat niet consequent gebruik gemaakt werd van internationaal geldende criteria voor toxiciteitsregistratie. Om dit te stimuleren zijn de criteria uitgegeven in een boekje in zakformaat en gedistribueerd onder alle artsen en researchverpleegkundigen. Ook is een samenvatting van de criteria als bureaublad gebruikt en op elke spreekkamer en verpleegafdeling te vinden. Dit heeft zeker geleid tot een grotere alertheid aangaande de toxiciteitsregistratie. De toxiciteitsregistratie tijdens de klinische periode is minimaal. De medische status noch het verpleegkundig dossier nodigen uit tot een systematische dataverzameling. Een toxiciteitsformulier is inmiddels toegevoegd aan het rapportagesysteem. Een herhaling van de toetsing zal moeten aantonen of bovengenoemde acties ook tot meetbare verbeteringen hebben geleid. RADIOTHERAPIE Doelstelling Het cluster Radiotherapie heeft
tot doelstelling radiotherapeutische zorg van hoge kwaliteit te verlenen: • vanuit een multidisciplinair perspectief. • met intensieve kwaliteitsbewaking van de
medische zorg en de fysisch-technische aspecten van de bestraling. • met toepassing van geavanceerde bestralingstechnieken. • met regionale en nationale profilering van toppatiëntenzorg. • waarbij de wachttijd voor de patiënt valt binnen de nationaal aanvaardbare normen. • waarbij zorg op zo doelmatig mogelijke manier wordt verleend. Iedereen in het cluster dient zich te realiseren dat kwaliteitsbewust handelen en denken noodzakelijk is om aan deze eisen te voldoen. Verbeteringen Om de doelstelling te kunnen
blijven realiseren, werkt het cluster Radiotherapie voortdurend aan de verbetering van de organisatie, de processen en de beschikbare middelen. Dit kan met resultaatgerichte, meetbare doelstellingen. In 2001 is veel aandacht besteed aan het verkrijgen van toestemming tot uitbreiding van de bestralingscapaciteit. Er is toestemming verkregen voor uitbreiding met 4 bestralingsruimten. Deze toename van capaciteit zal de wachtlijst doen afnemen. Het cluster hecht groot belang aan goede werkplekken voor de medewerkers. Onder meer in het kader van de Arbo-wetgeving zijn alle werkplekken geïnspecteerd. Naar aanleiding van het advies van de Arbo-commissie is het meubilair van 80 procent van de medewerkers vervangen. Het onderwerp ‘Voorlichting aan patiënten’ is door 2 laboranten als verbeterproject aangepakt. Zij hebben een projectvoorstel geschreven en adviezen opgesteld. Deze adviezen zijn overgenomen door de clusterleiding en meegenomen bij de invulling van de nieuwe organisatiestructuur. Het cluster gaat een medewerker aantrekken die zich op beleidsmatig niveau zal richten op voorlichting. Een van de adviezen was om de daadwerkelijke voorlichting vanuit de 4 behandelteams plaats te laten
40
Om de wachtlijst te verminderen begonnen per toestel 2 laboranten vroeg (07.00 uur) waardoor de bedrijfstijd per versneller met 1,5 uur toenam.
vinden, en niet meer door enkele functionarissen die los van de behandelteams staan. In 2001 was de wachtlijst nog steeds te hoog. De onevenredig hoge werkdruk in 2000 is in 2001 verminderd dankzij maatregelen die in overleg met alle beroepsgroepen binnen het cluster zijn getroffen. Om de wachtlijst te verminderen is ervoor gekozen om de werktijden te verschuiven. Per toestel begonnen 2 laboranten vroeg (07.00 uur) waardoor de bedrijfstijd per versneller met 1,5 uur toenam. Hierdoor worden per dag meer patiënten behandeld. Tevens hebben de laboranten overgewerkt in de avonden en de weekeinden. In het kader van de BIG-wet (De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg) mogen voorbehouden handelingen alleen worden verricht door functionarissen die bekwaam en bevoegd zijn. Het toedienen van ioniserende straling is een voorbehouden handeling voor radiotherapeutisch laboranten. In 2001 is een plan gemaakt voor een matrix waarin alle handelingen van de radiotherapeutisch laboranten worden beschreven. Voor de radiotherapeutisch laboranten wordt dan bijgehouden waarin ze zich hebben bekwaamd en hoe zij eventuele bekwaamheid kunnen verkrijgen. Het inroosteren van vrije dagen, roostervrije dagen en de indeling van de werkplek is voor radiotherapeutisch laboranten een complexe zaak. Het roosteren gebeurde in 3 verschillende Excelframes. In 2001 is het roosterprogramma ‘Rostarflex’ van de firma Paralax aangeschaft en geïmplementeerd. Verder is het organisatieschema van het cluster Radiotherapie op hoofdlijnen afgerond. Normen Volgens de norm van het Nederlands
Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) moet de verhouding tussen de medewerkers omschreven zijn. Radiotherapie heeft in 2001 de verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van alle medewerkers duidelijk omschreven. In de NIAZ-norm Radiotherapie staat: ‘Voor het bijhouden van lopende wijzigingen van documenten wordt een register of een vergelijkbare systematiek van documentbeheersing opgesteld om het gebruik van niet van toepassing zijnde documenten uit te sluiten’. In 2001 is begonnen met een pilot om het elektronisch documentenbeheer te implementeren. De paramedische groep loopt hierin voorop. Begin 2002 worden de bevindingen van deze pilot geëvalueerd. Vervolgens zal een officiële notitie geschreven worden over het daadwerkelijk in gebruik nemen van het documentenbeheerssysteem. De radiotherapeutisch laboranten moeten volgens de NIAZ-norm gekwalificeerd zijn op grond van opleiding en/of aantoonbare ervaring. In dit kader is in 2000 een start gemaakt met de registratie van alle radiotherapeutische laboranten in het kwaliteitsregister. Het merendeel van de radiotherapeutisch laboranten is inmiddels bij het kwaliteitsregister geregistreerd. In de procedure voor werving en selectie is opgenomen dat geen radiotherapeutisch laboranten worden aangenomen die niet zijn geregistreerd. KWALITEIT VAN DE VERPLEEGKUNDIGE ZORG Amsterdams modulair kwaliteitssysteem
Sinds 1997 hanteren de verpleegkundigen in het NKI/AvL een methodiek die hen helpt de door hen verleende zorg te evalueren: het Amsterdams Modulair Kwaliteitssysteem (AMK). Verpleegkundigen moeten vanuit een professionele verantwoordelijkheid het eigen handelen bewaken en bijsturen. Om dit mogelijk te maken moet het systeem: • gebruiksvriendelijk zijn zodat de modules zonder uitgebreide instructies door verpleegkundigen zelf zijn af te nemen.
41
• inpasbaar zijn in het dagelijks werk en niet te veel tijd kosten. • flexibel zijn, zodat gemakkelijk valt in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in de zorg en veranderende situaties. • resultaten genereren, waardoor verpleegkundigen directe feedback krijgen over de kwaliteit van de door hen geleverde zorg en maatregelen kunnen treffen. • bruikbaar zijn om de resultaten van maatregelen zowel op afdelings- als afdelingsoverstijgend niveau te evalueren: de kwaliteitscyclus. Op basis van deze eisen en gebruikmakend van het Algemeen Eisen Kader voor de verpleegkundige zorg zijn er 11 modules ontwikkeld die ieder een specifiek aspect van de verpleegkundige zorg toetsen. Volgens een jaarschema wordt de verpleegkundige zorgverlening jaarlijks doorgelicht en besproken op afdelings- en managementniveau. In 2001 zijn alle 11 modules afgenomen op de verpleegafdelingen en Dagverpleging. Het afnemen van de modules leverde geen problemen op: verpleegkundigen zijn eraan gewend eenmaal per maand een korte vragenlijst over een specifiek onderwerp in te vullen en geven aan dat de systematiek inmiddels goed is ingebed in de dagelijkse zorgverlening. Eveneens wordt regelmatig door de verpleegkundigen aangegeven dat het ‘stilstaan’ bij details van een onderwerp hen ook weer herinnert aan de gestelde eisen waaraan de zorg dient te voldoen. Voor alle modules geldt dat er nog punten zijn die verbetering behoeven. Verbeteringen kunnen echter niet altijd direct worden doorgevoerd. Sommige verbeteringen worden bijvoorbeeld pas in de nieuwbouw gerealiseerd. Andere verbeteringen zijn afhankelijk van een andere discipline (bijvoorbeeld een onderhoudssysteem voor apparatuur). Opvallend is
dat veel van de minscores voor (bijna) alle afdelingen gelden en niet beperkt blijven tot bijvoorbeeld één unit of afdeling. De resultaten worden gerapporteerd aan de verpleegafdelingen, managers zorg & bedrijfsvoering en – afhankelijk van het onderwerp – de betrokken andere disciplines. De rapportages worden besproken in het overleg van verpleegkundige afdelingshoofden en managers zorg & bedrijfsvoering. Ook worden daarin afspraken gemaakt voor (kleine) verbetertrajecten en evaluatie van deze trajecten. Nieuwe modules Ten behoeve van de ‘tilscholing’ voor verpleegkundigen is een module ‘fysieke belasting’ ontwikkeld. Deze module is opgezet in samenwerking met een medewerker van de arbo-dienst en Bureau Opleidingen (P&O) en is gebruikt als nulmeting en uitgangspunt voor de scholing. In samenwerking met de verpleegkundigen van de Dagverpleging is een module ‘Cytostaticatoediening’ ontwikkeld. De eerste afname heeft plaatsgehad in december.
Modules • • • • • • • • • • • • •
Omgevingshygiëne Medicatievoorziening Infectiepreventie Lichamelijke verzorging Voeding Rapportage & Registratie Apparatuur Coördinatie van zorg Communicatie Bejegening Klachten & symptomen Fysieke belasting Cytostaticatoediening
42
Het rolstoelbeleid heeft geleid tot de aanschaf van een aantal nieuwe, instelbare rolstoelen bij de hoofdingang en de radiotherapie-ingang.
DIËTETIEK Verbeteringen Aan de hand van de kwaliteits-
doelen die geformuleerd zijn voor 2001 heeft de afdeling Diëtetiek verschillende kwaliteitsactiviteiten uitgevoerd: • De tijds- en activiteitenregistratie is volledig geautomatiseerd en verbeterd. • Naar aanleiding van de intercollegiale toetsing met de collega’s van het Slotervaartziekenhuis is een uniforme berekening van de energiebehoefte van patiënten ontwikkeld. Deze wordt door middel van een sticker ook beter gedocumenteerd. • Alle bestaande voorlichtingsdocumenten zijn gescreend en afspraken zijn gemaakt ter verbetering van de inhoud en vormgeving. • Er is een dieetbehandelingsprotocol ontwikkeld ten behoeve van de RADPLAT-patiënten. • Een dieetbehandelingsprotocol voor de HIPEC-patiënten bevindt zich in de afrondingsfase. • Op grond van de norm van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) wordt gewerkt aan een kwaliteitshandboek, waarvan 40 procent is gerealiseerd. • Eind 2001 is een nieuw beleidsplan gemaakt met een concreet activiteitenplan voor de komende 3 jaar. Doelen 2002 Door wisselingen binnen het team zijn niet alle kwaliteitsdoelen gerealiseerd. Verwerkt in de plannen voor 2002 zijn de volgende doelen: • Het verder vormgeven van een meer uniforme patiëntenregistratie met behulp van classificaties van de beroepsvereniging. • Het uitvoeren van de gemaakte afspraken over de inhoud en vormgeving van de voorlichtingsdocumenten zodat deze up-to-date zijn. • Het afronden van het dieetbehandelings-
protocol ten behoeve van HIPEC-patiënten. • Het realiseren van het kwaliteitshandboek. Blijvende kwaliteitsinstrumenten voor de afdeling Diëtetiek zijn: • 8 keer per jaar intervisie binnen het team. • intercollegiale toetsing met de collega’s van het Slotervaartziekenhuis waarin 1 onderwerp per jaar wordt behandeld. FYSIOTHERAPIE In 2001 Van de 4 kwaliteitsmodules volgde de
gehele afdeling Fysiotherapie er 2. Het ging hier om de modules ‘methodisch handelen’ en ‘verslaglegging’. De normen ‘beleid en organisatie’ en ‘leiding en medewerkers’, van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ), zijn geschreven en besproken binnen een afdelingsvergadering. Ze zijn nog niet vastgesteld. De ontwikkeling en bijstelling van nieuwe behandelrichtlijnen is een continu proces. Afgelopen jaar is een tromboseprotocol toegevoegd. Naast het volgen van de verplichte modules zijn medewerkers naar verschillende cursussen/symposia geweest op het gebied van pijn, bekkenbodemtherapie, lymfe-oedeemtherapie en de intensive care. De ergotherapeut, verbonden aan de afdeling Fysiotherapie, heeft de cursus The Assesment of Motor and Proces Skills gevolgd. Het rolstoelbeleid heeft geleid tot de aanschaf van een aantal nieuwe, instelbare rolstoelen bij de hoofdingang en de radiotherapie-ingang. Het onderhoud van de rolstoelen is geregeld. Het project ‘fysieke belasting’ verloopt redelijk. De nieuwe patiëntenkaart is inmiddels ingevoerd en functioneert naar tevredenheid. Doelen 2002 De doelstellingen voor het jaar 2002 zijn wat gematigd, vanwege het gebrek aan mankracht:
43
• Evaluatie en zonodig bijstelling van de geschreven procedures, behandelrichtlijnen. • Vervolg rolstoelproject. • Vervolg project fysieke belasting. • Volgen van bij- en nascholingen (onder meer de verplichte kwaliteitsmodules), symposia et cetera. • Periodieke intervisie volgens een vast patroon. • Periodiek klinische lessen voor en door fysiotherapeuten en/of andere disciplines (eventueel met casuïstieken). • Jaarlijkse functioneringsgesprekken. FACILITAIR BEDRIJF (FB) In 2001 Het leveren van kwalitatief hoge
dienstverlening betekent voor het Facilitair bedrijf dat de bedrijfsvoering voor de gebruikers zo duidelijk en inzichtelijk mogelijk dient te zijn. Voor de klanten van het Facilitair Bedrijf is het belangrijk dat zij weten welke producten zij kunnen verwachten binnen de hiervoor beschikbaar gestelde budgetten. In 2001 zijn de volgende kwaliteitsactiviteiten door het Facilitair bedrijf uitgevoerd. • Meting resultaten schoonmaak. Ook in 2001 is de kwaliteit van de schoonmaak, zowel technisch als qua beleving van medewerkers, apart van elkaar gemeten. In 2001 is geconstateerd, dat de kwaliteit van de uitvoering ten opzichte van de contractueel overeengekomen verplichting regelmatig te wensen overlaat. Initiatieven om dit te verbeteren, onder meer door het introduceren van een incentive op verbetering, hebben niet het gewenste effect gehad. Nu wordt bezien of de huidige contractpartner voldoende in staat is de door het instituut gewenste continuïteit en kwaliteit te leveren. • Klanttevredenheid. Structureel worden door medewerkers van het FB eenmaal in de 2 maanden gesprekken gevoerd met medewerkers van de verpleegetages, de OK en de
IC. Deze gesprekken hebben als doel om te meten of men tevreden is over de producten die door het FB worden geleverd. Indien noodzakelijk wordt er direct actie ondernomen om knelpunten aan te pakken. Over het algemeen is een licht stijgende tendens waarneembaar in de waardering van de afdelingen over het niveau van dienstverlening. • Afvalstromen. Een voorzichtig begin is gemaakt met het verder in kaart brengen van de afvalstromen. Hiertoe is in samenwerking met de operationele afdelingen een overzicht opgesteld van relevante afvalstromen per afdeling. In dit overzicht is tevens opgenomen of, en zo ja in welke mate, de afhandeling van deze afvalstromen goed verloopt en ook geborgd is. Verder is een opzet gemaakt voor een handboek afvalstoffen, dat ter beoordeling is voorgelegd aan relevante afdelingen en na amendering zal worden vastgesteld. Voor de afhandeling van zowel karton als chemisch afval zijn de opslagmogelijkheden sterk verbeterd. Deze zijn nu in overeenstemming met de daarvoor geldende normen. • Kwaliteitssysteem voor de instrumentele dienst. Naast de organisatie rond de opstart van een instrumentele dienst is een praktisch begin gemaakt met het introduceren van een kwaliteitssysteem. Gekozen is voor het TNO QMT-systeem waarbij QMT staat voor ‘Quality for Medical Technology’. Dit systeem waarborgt dat de medische technologie voldoet aan de door de zorg gestelde eisen, zodra die in het zorgproces wordt ingezet. Het is een modulair opgezet systeem waarbij certificatie per technologie kan worden opgepakt. Daarnaast biedt het systeem de mogelijkheid om uit te groeien tot een compleet extern gecertificeerd kwaliteitssysteem, bijvoorbeeld in het kader van de normen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen. De infusietechnologie is
44
In 2001 is een begin gemaakt met een herinrichting van de bibliotheek.
de eerste technologie die volgens het TNOQMT-systeem wordt opgezet. Certificering op het eerste niveau wordt in de eerste helft van 2002 verwacht. • Klantgesprekken voor alle afdelingen van de kliniek. Door spreiding van de activiteiten over een groter aantal leden van de staf van het Facilitair Bedrijf zal dit voornemen in 2002 alsnog worden gerealiseerd. CENTRALE KANKER BIBLIOTHEEK Verbeteringen In 2001 is een begin gemaakt
met een herinrichting van de bibliotheek. Door een andere opstelling van de collectie – onder meer de tijdschriftencollectie is ingrijpend gesaneerd – werd de boekencollectie beter toegankelijk. Bovendien kwam ruimte beschikbaar voor 4 computerwerkplekken voor bibliotheekbezoekers. Per 1 november 2001 is het oude catalogussysteem van de bibliotheek (BIBIS) afgesloten. Alle gegevens daaruit zijn geconverteerd en overgeheveld naar een nieuw bibliotheeksysteem AD-LiB. In december werd het nieuwe systeem opgeleverd. Aan de technische infrastructuur voor de bibliotheekautomatisering moet nog veel veranderen alvorens optimaal gebruik gemaakt kan worden van dit systeem, maar voor de medewerkers van het NKI/AvL is de catalogus van de Centrale Kanker Bibliotheek nu te raadplegen op het Intranet. In 2002 zal gemeten worden wat de effecten hiervan zijn op de bibliotheek enerzijds en op de toegankelijkheid en het gebruik van de collectie door de medewerkers van het NKI/AvL anderzijds. De ingebruikneming van het nieuwe bibliotheeksysteem is een goed moment om procedures, registraties en afspraken opnieuw vast te leggen. In 2001 is een start gemaakt met het opstellen van een procedureboek. Informatie- en communicatietechnologie worden op meer onderdelen van de bibliotheek-
dienstverlening toegepast, zoals voor het aanvragen voor fotokopieën uit andere bibliotheken en van resultaten van literatuurrecherches. Het aantal elektronische versies van tijdschriften in het abonnementenbestand van de Centrale Kanker Bibliotheek is toegenomen. Aan diverse gebruikersgroepen (artsen, onderzoekers, verpleegkundigen, diëtisten, secretaresses) werden in 2001 cursussen gegeven over het gebruik van de geautomatiseerde literatuursystemen, zoals Pubmed en Reference Manager.
45
SOCIAAL JAARVERSLAG
SOCIALE MISSIE
De sociale missie van het NKI/AvL luidt: ‘Het NKI/AvL is voor het realiseren van de strijd tegen kanker aangewezen op gemotiveerde, flexibele medewerkers met een grote inzet. Het instituut wil en kan die medewerkers een loopbaan bieden waarbij zelfstandigheid en professionele ontwikkeling vanzelfsprekend zijn.’ In verslagjaar 2001 is op verschillende manieren gewerkt aan de sociale missie. OPLEIDINGEN
Gekwalificeerde en bekwame medewerkers zijn uiterst belangrijk om het NKI/AvL zijn vooraanstaande positie te laten behouden als gespecialiseerd oncologisch ziekenhuis en researchlaboratorium. Binnen het NKI/AvL worden opleidingen en trainingen steeds meer gezien als een middel om medewerkers te kwalificeren en gekwalificeerd te houden. Ook in 2001 heeft het NKI/AvL een grote opleidingsinspanning neergezet. Net als in 2000 bedroeg het opleidingsbudget 589.914 euro, waarvan 563.595 euro is gerealiseerd in 2001 (441.528 euro in 2000). Dit bedrag is exclusief de vervolgopleiding tot oncologieverpleegkundige en de opleiding tot radiotherapeutisch laborant. In bijscholingen en trainingen op het gebied van kankeronderzoek, -behandeling en patiëntenzorg stonden nieuwe ontwikkelingen en uitvoeringstaken centraal. Vaardigheidstrainingen droegen bij aan het op een hoog niveau houden van de kwaliteit van zorg. Met trainingen is bovendien de samenwerking en communicatie tussen teams onderling versterkt. Ook kwam in communicatietrainingen de samenwerking tussen professionals, patiënten en hun naasten aan bod. Binnen het personeelsbeleid is aandacht besteed aan leidinggeven, collegiale onder-
steuning bij ingrijpende gebeurtenissen en mentale weerbaarheid. Op vele afdelingen zijn kleine groepen samengesteld die reflecteren op hun kwaliteit van zorg, hulpverlening en werkbegeleiding. Ook het arbo-beleid (arbeidsomstandigheden) leidt ertoe dat steeds meer medewerkers op het gebied van bedrijfshulpverlening een actieve en verantwoorde rol kunnen spelen. Voorts wordt geïnvesteerd in zelfredzaamheid op afdelingen door de cursussen ‘Daar tillen we niet zo zwaar aan’, ‘psychische weerbaarheid’ en reanimatiecursussen. Verder vragen de voortschrijdende ontwikkelingen op het gebied van de automatisering een permanente instructie in het gebruik van software. Ook professiegerichte trajecten werden uitgevoerd. Verpleegkundigen volgen de opleiding tot nurse practitioner of de vervolg-
46
Het NKI/AvL heeft 12 garantieplaatsen gekocht bij kinderdagverblijf Christoffel om tegemoet te komen aan het grote gebrek aan kindplaatsen.
opleiding oncologieverpleegkunde, medewerkers bij Radiotherapie worden opgeleid tot radiotherapeutisch laborant, en ook specialisten, assistenten en onderzoekers doorlopen opleidingstrajecten ten behoeve van hun verdere kwalificatie en bekwaamheid. KINDEROPVANG
Het aantal geplaatste kinderen en de kosten zijn in 2001 flink gestegen. Zo steeg het aantal kinderen dat gebruik maakt van onze regeling in 2001 met 20 procent (in 2000 met 35 procent).
Omdat de zorg voor het kind niet ophoudt bij 4 jaar, en vele medewerkers in onder meer de exitinterviews hebben aangegeven dat zij het als een gemis (hebben) ervaren dat het NKI/AvL hiervoor geen bijdrage levert, is in 2001 begonnen met het aanbieden van een vergoeding voor buitenschoolse/naschoolse opvang. Vooralsnog gaat het om 10 volledige plaatsen die in eerste instantie bedoeld zijn voor medewerkers uit de zogenaamde ‘schaarse’ beroepsgroepen: verpleegkundigen, radiotherapeutisch en radiodiagnostisch laboranten en OK-assistenten. ARBEID
Aantal geplaatste kinderen 1999 - 2001 1999
2000
2001
94
127
152
De stijging van de (netto)kosten in 2001 heeft te maken met 2 grote veranderingen. Ten eerste heeft het NKI/AvL in 2001 12 garantieplaatsen gekocht bij kinderdagverblijf Christoffel – op het nabij gelegen Slotervaartterrein – om tegemoet te komen aan het grote gebrek aan kindplaatsen. Inmiddels maken 13 ‘NKI/AvL-kids’ van deze plaatsen gebruik en zijn 76 van de 120 dagdelen bezet. Ten tweede wordt per 1 augustus 2001 de ouderbijdrage niet langer vastgesteld op basis van de NKI/AvL-tabel, maar op basis van de VWS-tabel. Dit heeft de Raad van Bestuur besloten vanwege ontevredenheid onder de medewerkers over de bestaande regeling en ter verbetering van de concurrentiepositie van het NKI/AvL. Bij de NKI/AvL-tabel was de hoogte van de ouderbijdrage voor alle kinderen gelijk. Bij de VWS-tabel betalen ouders voor het tweede kind ongeveer een derde van de ouderbijdrage.
De krapte op de arbeidsmarkt liet zich ook in 2001 gelden. De kosten van de advertenties voor nieuw personeel zijn de afgelopen jaren sterk gestegen (van 340.335 euro in 1999 tot 635.292 euro in 2000). Door de coördinatie te verbeteren, de advertentieteksten waar mogelijk in te korten en meer gebruik te maken van vacaturewebsites, zijn de advertentiekosten in 2001 weer gedaald naar 544.536 euro. In 2001 was er voor meerdere functies een arbeidsmarkttoeslag. Sinds 2000 ontvangen IC-verpleegkundigen en OK-assistenten een arbeidsmarkttoeslag. In 2001 zijn de radiodiagnostisch en radiotherapeutisch laboranten daar bijgekomen. Een specifieke wervingsactie (met bonus) voor deze categorieën medewerkers is 1 april 2001 stopgezet vanwege het geringe resultaat (29 antwoordkaarten, 4 sollicitaties die tot een aanstelling hebben geleid). WOONRUIMTE
Woonruimte is een groot knelpunt gebleven. In 2001 heeft de SIGRA (Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam) een actie ingezet om de 500 sociale huurwoningen, die de gemeente Amsterdam beschikbaar zou stellen, te verdelen onder gezondheidszorgmedewerkers. Vanuit het
47 Kosten kinderopvang 1999-2001 in euro’s Jaar Budget Bruto Uitgaven Fiscale teruggave Subsidie sectorfonds Netto uitgaven 1)
1999
2000
136.134 200.287 40.057 34.033 126.196
170.167 289.376 86.812 36.302 166.261
2001 281.3431) 399.189 116.881 onbekend 282.307
inclusief subsidie Sectorfonds
NKI/AvL hebben ruim 25 personen zich aangemeld. Uiteindelijk bleek er sprake te zijn van een overweldigende vraag in verhouding tot het beperkte aantal woningen. In 2001 zijn 4 NKI/AvL-medewerkers op deze manier aan een woning geholpen. Eind 2001 is de regeling aangescherpt: nu komen alleen personen in aanmerking die beschikken over een urgentieverklaring. Daarna is de wachtlijst door de SIGRA opgeschoond en staan er nog 2 mensen van het NKI/AvL op. Het NKI/AvL is verder met de Stichting Woningzorg in gesprek om het aantal huurappartementen (nu 30) met 20 plaatsen uit te breiden. WERKAFSPRAKEN
De ‘werkafspraken disfunctioneren en ontslag’ zijn in 2001 ingegaan. Op meerdere plaatsen is het gelukt om niet ‘goed’ functioneren te verbeteren volgens de daarover gemaakte afspraken. In een aantal situaties heeft dit bij de werknemer ook geleid tot het inzicht dat de functie te zwaar was en is gezocht naar andere mogelijkheden (wat leidde tot een andere functie, zowel in- als extern). INSTROOM- EN DOORSTROOMBANEN
In 2001 zijn 4 van de 7 oude I/D banen (voorheen Melkertbanen) vervallen, omdat ze op die datum niet ingevuld waren. Een van deze vervallen functies is opnieuw aangevraagd en opgenomen in de nieuwe I/D-vorm. Deze functie is vrij snel vervuld. In totaal zijn in 2001 5 I/D-medewerkers ingestroomd binnen het Facilitair Bedrijf, de Heelkundig Oncologische Disciplines en de Medisch Oncologisch Disciplines. Er zijn in 2001 I/D-medewerkers uitgestroomd noch doorgestroomd. Wel werd alsnog een doorstroompremie ontvangen voor een I/D-medewerker die in 2000 intern doorstroomde naar een reguliere functie. Verder waren in 2001 2 medewerkers werk-
zaam in een gesubsidieerde baan in het kader van de zogenaamde arbeid- en werkgelegenheidbevorderende maatregelen (bij het Facilitair bedrijf en de Economisch Administratieve Dienst). En 2 medewerkers waren in dienst in het kader van arbeidsongeschiktheidregelingen (bij de bibliotheek en Heelkundig Oncologische Disciplines) waarvoor REA-subsidie (Wet op de Reïntegratie Arbeidsgehandicapten) is aangevraagd. HERPLAATSINGEN
In het jaar 2001 hadden 9 medewerkers de herplaatsingsstatus. Van hen waren op 31 december 2001 4 herplaatst. Herplaatsing vind plaats op grond van sociaal-medische indicatie (arbeidsongeschiktheid voor de eigen functie), functionele indicatie (functioneringsproblemen) of organisatorische indicatie (organisatorische redenen). In het jaar 2001 zijn 3 medewerkers op grond van sociaal-medische indicatie herplaatst binnen het instituut en 1 medewerker op grond van organisatorische indicatie binnen het instituut. Herplaatsingtrajecten brengen bij de medewerkers onzekerheid en spanning teweeg. De begeleiding door de leidinggevenden en de afdeling Personeel & Organisatie is arbeidsintensief. Kortom, van alle betrokkenen wordt veel doorzettingsvermogen gevraagd om zo’n traject te laten slagen. Daarom is het van belang dat er binnen de organisatie een cultuur ontstaat waarin, bij het vrijkomen van vacatures, eerst een kans gegeven wordt aan herplaatsingskandidaten. Dit past ook binnen de jongste plannen op het terrein van de WAO rond de herplaatsingsinspanningen en -verplichtingen van de werkgever. FWG 3.0
In februari 2001 is het functiewaarderingsproject FWG 3.0 van start gegaan. Relatief weinig functies bij het NKI/AvL waren voor-
48
Het management dient, met de leidinggevenden en deskundigen, de omstandigheden waaronder medewerkers hun werk moeten doen, te optimaliseren.
zien van een actuele functiebeschrijving. Bij de start van het project werd rekening gehouden met totaal 200 tot 250 functiebeschrijvingen. Inmiddels zijn er 426 beschrijvingen en hebben alle medewerkers die in de periode januari 2000 tot november 2001 een dienstverband hadden en nu nog in dienst zijn een functiebeschrijving ontvangen. In oktober 2001 is onder verantwoordelijkheid van de managers en leidinggevenden gestart met het waarderen van de functies. De personeelsadviseurs en een medewerker van de Human Capital Group van consultancybureau Deloitte & Touche, hebben hierbij advies en ondersteuning gegeven. De waarderingen zullen fasegewijs per cluster of afdeling toegewezen worden aan de medewerkers. VERZUIMBELEID
Op 1 oktober viel bij alle leidinggevenden een dikke map op de mat met de bestaande regelingen op het gebied van arbo-beleid, verzuimbeleid en reïntegratie. ‘Samen werken aan een optimale werkomgeving’, is daarin het centrale thema. Voor dit thema is gekozen omdat goede arbeidsomstandigheden en verzuimbegeleiding niet het domein van slechts enkele individuen zijn. Het management dient, samen met de leidinggevenden en ondersteund door deskundigen, de omstandigheden waaronder medewerkers hun werk moeten doen, te optimaliseren. Dit vraagt om afstemming tussen de individuele wensen van de medewerker, de omstandigheden waaronder wordt gewerkt, de eisen die de functie stelt en de mogelijkheden die de organisatie heeft. In het NKI/AvL is gekozen voor de stijl van innovatief/integraal leiderschap, wat zich kenmerkt door doelgericht, creatief en ondernemend samenwerken. Er bestaat veel zelfstandigheid en flexibiliteit in het adequaat en doortastend oplossen van problemen met duidelijke regels en procedures. Medewerkers
in het NKI/AvL werken zelfstandig en professioneel, met een grote mate van verantwoordelijkheid voor het eigen werkproces. Het verzuimbeleid sluit daarop aan met als doel: Het voorkomen van uitval van medewerkers door ziekte en het bevorderen van reïntegratie. Als uitgangspunten voor het verzuimbeleid worden gehanteerd: • Verzuim is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de medewerker en de leidinggevende. Op de manier waarop zij hiermee omgaan kunnen zij worden aangesproken. • Het verzuimbeleid is de kapstok voor instrumenten uit het sociaal beleid en arbo-beleid van het NKI/AvL. Deze instrumenten worden ingezet ter bevordering van een gezond leef- en werkklimaat. • Het verzuimbeleid is gebaseerd op de integrale en collectieve inspanning van alle betrokkenen. Dat wil zeggen dat de verschillende aspecten in samenhang worden beoordeeld om tot een optimale oplossing of benadering te komen. • Het verzuimbeleid richt zich vooral op vermijdbaar arbeidsverzuim. Vermijdbaar verzuim is verzuim dat de organisatie óf de medewerker kan voorkomen door het nemen van bepaalde (voorzorgs)maatregelen. De organisatie kan dit doen door het veranderen van bepaalde organisatiekenmerken, de medewerker door een actieve en kritische houding ten opzichte van arbeids- en leefomstandigheden. VERZUIMCIJFERS 2001
In tabel 1 worden de verzuimgegevens van 2001 vergeleken met de gegevens van de voorgaande jaren. In het verzuim worden 3 klassen onderscheiden: • VpTot: verzuimprocent; inclusief zwangerschap en verzuim langer dan 1 jaar.
49 Jaar Personen Meldingen Verzuimdagen VpTot VpZZ VpZZW Frequentie Duur
1997
1998
1999
2000
2001
1611 2565 43.170 9,6 8,5 7,0 2,1 16,8
1721 2686 51.242 9,7 8,2 5,8 1,6 19,1
1749 2723 54.275 10,2 8,7 6,4 1,6 19,9
1739 2731 52.188 9,3 7,8 6,7 1,6 19,0
1812 2663 59.814 10,31 8,42 6,23 1,52 12,9
Tabel 1: Overzicht verzuimcijfers 1995 - 2001
• VpZZW:
verzuimprocent; exclusief zwangerschap en inclusief verzuim van meer dan 1 jaar. verzuimprocent; exclusief zwangerschap en verzuim van meer dan 1 jaar.
In de rij personen van tabel 1 staat het totaal aantal medewerkers voor het desbetreffende jaar dat is geregistreerd in het verzuimoverzicht. Bij de berekening van het verzuimpercentage wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde personeelssterkte en het verzuim wordt geregistreerd in kalenderdagen. Hoewel per 1 december het verzuim door zwangerschap niet langer onder de ziektewet valt is dit verzuim voor 2001 nog wel bij het totale verzuim meegerekend om vergelijkingen met eerdere jaren mogelijk te maken. Voor een oordeel over het verzuim wordt gebruik gemaakt van de VpZZ- en VpZZW-statistieken. • Het verzuimpercentage inclusief zwangerschap en verzuim > 1 jaar (VpTot) is ten opzichte van 2000 met 1 procent gestegen. Dit wordt veroorzaakt door een forse toename (een verdubbeling ten opzichte van 2000) van het verzuim langer dan 1 jaar van 1,7 procent naar 3,2 procent. • Ten opzichte van 2000 is een stijging van 0,6 procent te zien in het verzuim inclusief het verzuim van langer dan 1 jaar. • Vanaf 1998 was een stijging in het verzuim exclusief zwangerschap en korter dan 1 jaar zichtbaar. Die trend is doorbroken: ten opzichte van 2000 is dit verzuim met 0,48 procent gedaald. • De meldingsfrequentie is over een langere periode stabiel. In vergelijking met de jaren voor 1998 blijft een afname zichtbaar. Gemiddeld melden medewerkers zich minder vaak ziek dan enkele jaren geleden. • De gemiddelde duur dat medewerkers ziek zijn, is over de jaren vanaf 1995 toegenomen
tot bijna 20 dagen. Door de forse toename van het verzuim langer dan een jaar is de gemiddelde verzuimduur bijna 30 dagen geworden. In de tabel is voor 2001 de waarde opgenomen voor de gemiddelde duur van het verzuim korter dan 1 jaar. Verder valt op (tussen haakjes de getallen uit 2000): • Het gemiddeld aantal medewerkers in dienst is toegenomen met 9,8 procent (-0,6 procent). • Het totaal aantal ziekmeldingen is afgenomen met 0,3 procent (+0,3 procent). • Het totaal aantal ziektedagen is toegenomen met 14 procent (+3.8 procent). Dit wordt verklaard door de toename van het aantal zieken met een verzuim langer dan 1 jaar. In tabel 2 is het verzuim vanaf 1997 grafisch weergegeven.
jaaroverzicht ziekteverzuim exclusief zwangerschap 10 9
Verzuim % totaal
Verzuim % exclusief 1 jaar ziek
8 7 percentage
• VpZZ:
6 5 4 3 2 1 0 1997
1998
1999
2000
2001
Jaar
Tabel 2: Jaaroverzicht ziekteverzuim exclusief zwangerschap
In tabel 3 zijn de verzuimpercentages naar cluster uitgesplitst. Het percentage kortdurend verzuim op de polikliniek is voor het tweede
50
Voor medewerkers is een protocol ontwikkeld voor het bieden van adequate nazorg bij een schokkende gebeurtenis.
jaar gedaald en wel met bijna 3 procent. De daling van het verzuim korter dan 1 jaar zien we in praktisch alle clusters uitgezonderd het cluster Diagnostisch Oncologische Disciplines en de research. In het cijfer van de research is de afdeling Proefdieren niet opgenomen. 20 1997 1998 1999 2000 2001
18 16
percentage
14 12 10 8 6 4 2 0 DOD
FB
HOD
POLIKLINIEK
RT
RESEARCH OVERIG
dienst
maar vooral vroege signalen van RSI. Dit is op zichzelf gunstig, omdat met de juiste maatregelen verzuim kan worden voorkomen. Gemelde beroepsziekten: 23
Verdeling: • RSI: 16 – RSI bij onderzoekers/researchmedewerkers: 5 – RSI bij administratief ondersteunend personeel: 9 – RSI bij analistes: 2 • Psychische klachten: 4 – Verpleegkundigen: 2, overbelast door werk – Overigen: 2, beiden een conflict. • Overig bewegingsapparaat: 1 • Huid: 2 – Overgevoeligheidsreactie voor de kleding: 1 – Latexallergie: 1
Tabel 3: Verzuim per cluster, exclusief zwangerschap en verzuim > 1 jaar VERZUIMBEGELEIDING
Voor de verzuimbegeleiding is het NKI/AvL aangesloten bij KLM Arbo Services. De kengetallen uit 2001: Aantal verzuimspreekuur: 897
Opvallende kenmerken: • Vrijwel geen klachten van het bewegingsapparaat bij het verplegend personeel. • Bij het verplegend personeel vaak psychische klachten door met name stressfactoren in de privésfeer dat weerslag heeft op het werk (kanker in familie). • Bij administratief ondersteunend personeel vooral klachten van het bewegingsapparaat: met name RSI-klachten. Hetzelfde geldt voor researchmedewerkers. Arbeidsgezondheidskundig spreekuur: 52
De redenen van bezoek zijn zeer uiteenlopend,
Op de voorgrond staan dus de RSI-klachten vooral bij het administratief ondersteunend personeel. FYSIEKE BELASTING
Het Bureau Opleidingen heeft een programma ontwikkeld dat het tilbeleid op verpleeg- en behandelafdelingen ondersteunt. Dit gebeurt in opdracht van de leiding van de clusters Heelkundig Oncologische Disciplines en Medisch Oncologische Disciplines. In 2000 is op de afdelingen OK en IC/verkoever een start gemaakt door middel van een pilot-project ‘Daar tillen we niet zo zwaar aan’. In 2001 waren de verpleegafdelingen aan de beurt. Centraal in het tilbeleid staat het terugdringen van de fysieke belasting op verpleegafdelingen, onder meer door het gebruik van hulpmiddelen en andere tiltechnieken waarbij met meerdere personen wordt getild. Een belangrijke eye-opener was dat je patiënten kunt vragen
51
om mee te helpen. Mensen blijken fysiek veel meer te kunnen dan we soms aannemen. Het tilbeleid wordt op de afdelingen uitgedragen door zogenoemde tilcoördinatoren, medewerkers met als specifiek aandachtsgebied fysieke belasting. De bedoeling is dat zij collega’s begeleiden en eventueel corrigeren in fysiek belastende situaties. Het programma ‘Tilbeleid’ dat 6 maanden in beslag nam, bestond voor de verpleegafdelingen uit het trainen van de tilcoördinatoren en de medewerkers, het implementeren van het tilbeleid op de afdelingen, het inventariseren van de knelpunten en het opstellen van een verbeterplan. Inmiddels is het project aangeland op het cluster Radiotherapie en het Onderzoeks- en Behandelcentrum. OPVANG NA TRAUMATISCHE ERVARING
In een specialistisch ziekenhuis als het NKI/AvL kunnen medewerkers bij het uitoefenen van hun beroep geconfronteerd worden met traumatische situaties. Om medewerkers, die direct te maken hebben met patiënten, te behoeden voor het ‘posttraumatisch stresssyndroom’, is een protocol ontwikkeld voor het bieden van adequate nazorg bij een schokkende gebeurtenis. Het protocol is in eerste instantie geschreven voor de verpleegkundige discipline, maar zal op grond van opgedane ervaringen ook gaan gelden voor overige medewerkers die patiëntencontact hebben. De implementatie voor de verpleegkundige discipline is in 2001 gestart. Het protocol is na de eerste trainingen enigszins bijgesteld. Als doelen van het traumaprotocol zijn in eerste instantie geformuleerd: • Het beperken van de gevolgen van een traumatische ervaring of schokkende gebeurtenis voor de verpleegkundige. • Het bieden van deskundige en effectieve opvang voor een verpleegkundige die een
traumatische ervaring of schokkende ervaring heeft meegemaakt. • Het tijdig signaleren van dreigende verwerkingsproblematiek en zo nodig doorverwijzen naar externe deskundigen. • Het vergroten van het gevoel van veiligheid voor verpleegkundigen: ‘Als mij iets overkomt is de organisatie er voor mij’. • Door het tijdig nemen van maatregelen de schade voor de organisatie beperken. Inmiddels is het traumaprotocol geëvalueerd. Verpleegkundigen blijken het een geruststellend idee te vinden dat professionele opvang kan worden geboden. Wel vinden verpleegkundigen het lastig er daadwerkelijk gebruik van te maken. Naar de psycholoog gaan is een grote stap, en een meer laagdrempelige ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van bedrijfsmaatschappelijk werk, wordt wenselijk geacht. Dit betekent dat in 2002 het protocol wordt bijgesteld en ook voor andere disciplines gaat gelden. CYTOSTATICA
In 1998 is in het NKI/AvL het ‘kwaliteitshandboek cytostaticatoedieningen’ geïntroduceerd. In dit handboek waren protocollen en instructies opgenomen voor het veilig omgaan met cytostatica voor, tijdens en na het toedienen. Inmiddels is de stand der techniek veranderd en heeft de overheid in mei beleidsregels gepubliceerd die ervoor zorgen dat het handboek geactualiseerd moet worden. Een werkgroep is bezig om dit in 2002 gerealiseerd te krijgen. De uitslagen van de periodieke onderzoeken waren ten tijde van het schrijven van het jaarverslag nog niet binnen. REGISTRATIE VAN EN INFORMATIE OVER CHEMICALIËN
Bij de afdeling Arbo & Straling vindt de centrale registratie van chemische stoffen plaats.
52
Voor het oproepen van BHV’ers bij calamiteiten is een nieuw geavanceerd piepersysteem aangeschaft en geïnstalleerd.
Deze registratie is in 2001 gecontinueerd, waarbij een groot aantal mutaties op de afdelingen is verwerkt. In de database bevinden zich ruim 7500 stoffen. Tevens is in 2001, door middel van onder meer chemiekaarten, informatie aan diverse afdelingen verstrekt. Het chemiekaartenboek met informatie over meer dan 1200 chemicaliën is te raadplegen via het researchnetwerk. Algemene informatie over gevaarlijke stoffen is te raadplegen op de Intranetpagina’s Arbeidsomstandigheden (zie ook website). VERBOUWINGEN
Ook in 2001 heeft weer een groot aantal bouwkundige aanpassingen plaatsgevonden. Om te waarborgen dat deze aanpassingen plaatsvinden conform de wettelijke eisen ten aanzien van arbeidsomstandigheden is er maandelijks overleg tussen het Bouwbureau en de afdeling Arbo & Straling. Indien noodzakelijk wordt door de afdeling Arbo & Straling advies uitgebracht. Dit heeft in 2001 onder meer plaatsgevonden ten aanzien van verbouwingen/aanpassingen van laboratoria (H-4, H-6), een doka bij het Audio Visueel Centrum en de bouw en inrichting van de chemicaliënopslag. INSPECTIES / CONTROLES EN METINGEN Zuurkasten Eind 2000 is een algemene con-
trole van de zuurkasten in de laboratoria in het researchgebouw en de kliniek uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn begin 2001 aan de afdelingen meegedeeld. In de loop van het jaar zijn meermalen zuurkasten doorgemeten op verzoek van afdelingen. Een volgende algehele controle staat gepland voor begin 2002. Biologische veiligheidswerkbanken In 2001
heeft de jaarlijkse inspectie van de biologische veiligheidswerkbanken plaatsgevonden. De coördinatie van het onderhoud wordt met ingang van 2001 niet langer door de afde-
ling Arbo & Straling uitgevoerd, maar door de onderhoudscoördinator bij het Facilitair bedrijf. Asbest Periodiek wordt in het NKI/AvL gecontroleerd op mogelijke asbestverspreidingsrisico's. Zo wordt periodiek de concentratie asbestvezels in de lucht gemeten. Ook in 2001 zijn er geen concentraties asbestvezels gevonden, waardoor kan worden gesteld dat medewerkers en gasten geen risico hebben gelopen op blootstelling aan asbest. BIJZONDERE WETGEVING Biologische agentia In het kader van de hand-
having en bevordering van de biologische veiligheid binnen het instituut is op iedere afdeling een Kontaktpersoon voor Biologische Veiligheid (KBV) aanwezig, naast de wettelijk verplichte Biologische Veiligheidsfunctionaris (BVF). De BVF en alle KBV’s tezamen hebben regelmatig overleg. In 2001 is in dit overleg onder meer aandacht besteed aan interne controles, procedures voor het werken met vaccinia-vectoren, website BVF-Platform, desinfectie en verpakkingsmateriaal. Daarnaast heeft zowel de BVF als de KBV veel contacten met medewerkers om te adviseren over het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) en het hanteren van de juiste werkprocedures. Het aantal VMT- en CI-laboratoria is in 2001 constant gebleven. Eind 2001 waren er 20 VMT-laboratoria en 14 CI-laboratoria in het NKI/AvL. Voor alle ggo-werkzaamheden dienen dekkende vergunningen aanwezig te zijn. Overeenkomstig de wetgeving en opgestelde procedures zijn inventarisaties gedaan om na te gaan of specifieke (geplande) werkzaamheden nu en in de toekomst met ggo’s vergund zijn. Tevens werd nagegaan of werkzaamheden
53
waarvoor oude vergunningen aanwezig waren nog steeds werden uitgevoerd. Dit naar aanleiding van een bericht van het Ministerie van VROM dat deze vergunningen begin 2002 zouden vervallen als gevolg van gewijzigde regelgeving. Uiteindelijk werden in 2001 9 nieuwe vergunningen aangevraagd. Eind 2001 waren 5 vergunningen verstrekt en waren er nog 4 aanvragen in behandeling bij het Ministerie. Tevens zijn voor 6 vergunningen wijzigingen aangevraagd. Alle VMT- en CI-laboratoria zijn door de BVF en Manager Bedrijfsvoering Research geïnspecteerd. De labbeheerders, sectieleiders en Raad van Bestuur zijn schriftelijk op de hoogte gesteld van de bevindingen. Enkele kleine technische en/of organisatorische tekortkomingen zijn verbeterd, zoals het plaatsen van een oogdouche en een brandblusser, het bijhouden van logboeken en het dragen van labjassen. WEBSITE
Door de afdeling Arbo & Straling worden websites onderhouden op het gebied van arbeidsomstandigheden en stralingszorg. Met name de website over arbeidsomstandigheden is in 2001 aanzienlijk uitgebreid. Zo zijn bijvoorbeeld alle vergunningen voor het werken met genetisch gemodificeerde organismen nu voor iedereen in het NKI/AvL via het Intranet te raadplegen. Ook de formulieren en benodigde informatie voor het aanvragen van deze vergunningen zijn via deze weg te downloaden. Tevens is het volledige bedrijfsnoodplan te raadplegen via het Intranet. De bedoeling is om alle actuele interne arborichtlijnen, protocollen en formulieren via het Intranet beschikbaar te stellen. BEDRIJFSHULPVERLENING
In 2001 is de nieuwe opzet van de bedrijfshulpverlening afgerond, met daarin een duide-
lijke scheiding in taken en verantwoordelijkheden. Nieuw is het Beleidsteam Calamiteiten en het oproepbaar Calamiteitenteam. Het Beleidsteam Calamiteiten is onder meer verantwoordelijk voor het vormgeven en onderhouden van de organisatie, voor procedures en instructies en voor het evalueren van calamiteiten. Het Calamiteitenteam, dat bestaat uit de managers van de diverse clusters, heeft de taak operationeel leiding te geven tijdens een calamiteit. De procedures in het bedrijfsnoodplan, voor onder meer brandalarm en ontruiming, zijn verder geactualiseerd. Tevens is het bedrijfsnoodplan uitgebreid met procedures voor wateroverlast, inbraak, agressie en acties door derden, asbestbesmetting, communicatie-uitval en nazorg. Het totale bedrijfsnoodplan is nu via het Intranet te raadplegen voor alle medewerkers van het NKI/AvL. Om het aantal bedrijfshulpverleners (BHV’ers) en EHBO’ers op peil te houden, hebben meerdere medewerkers de benodigde basisopleidingen gevolgd. EHBO’ers volgen tevens 2 maal per jaar herhalingslessen om hun vaardigheden op niveau te houden en in het bezit te blijven van het EHBO-diploma. Bij BHV’ers ligt die frequentie wat lager. Zij zullen in 2002 opfrislessen en aanvullende trainingen volgen. De bedrijfshulpverleners krijgen naast hun basistraining ook instructie over de interne procedures. Iedere BHV’er heeft, om de herkenbaarheid te vergroten, een fluorescerend hesje gekregen. Afhankelijk van de taak wordt onderscheid in de kleur gemaakt. Om bekend te raken met de routes in de gebouwen worden de BHV’ers meegenomen op rondleidingen door alle gebouwen. Voor het oproepen van BHV’ers bij calamiteiten is een nieuw geavanceerd piepersysteem aangeschaft en geïnstalleerd. Hierbij kunnen bedrijfshulpverleners gefaseerd en per groep opgeroepen worden. Voor de evacuatie van patiënten zijn extra hulpmiddelen (zoals evac-chairs) aangeschaft
54
en waar nodig zijn extra bouwkundige aanpassingen gerealiseerd. De organisatie van de bedrijfshulpverlening en de technische en bouwkundige aanpassingen zijn gerealiseerd. Toch is nog geen sprake van een afronding van dit project. Mede met het oog op de veranderingen door de nieuwbouw en renovatie in de komende jaren zal met name het Beleidsteam Calamiteiten zeer alert moeten zijn op de naleving en het actualiseren van de procedures.
FINANCIEEL JAARVERSLAG INLEIDING
De in het financieel jaarverslag opgenomen balansen per 31 december 2001 en de resultatenrekening 2001, evenals de toelichtingen daarop, zijn ontleend aan de jaarrekeningen 2001 van de Vereniging Het Nederlands Kanker Instituut (NKI) en de Stichting Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AvL). Daarnaast is sprake van een geconsolideerde jaarrekening voor het NKI/AvL, waarin de twee genoemde jaarrekeningen zijn geconsolideerd. PricewaterhouseCoopers heeft hierop goedkeurende accountantsverklaringen afgegeven.
VERENIGING HET NEDERLANDS KANKER INSTITUUT (NKI)
De financiering van het wetenschappelijk onderzoek (vaste research) bestaat uit jaarlijkse subsidies van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) en eigen inkomsten van het NKI. De subsidie van het Ministerie van VWS wordt jaarlijks geïndexeerd. De subsidie van het KWF varieert, omdat deze gekoppeld is aan het gemiddelde van de inkomsten van het KWF over de voorafgaande drie jaar. De eigen inkomsten van het NKI zijn onder meer afhankelijk van de ontvangsten aan legaten, lidmaatschappen van de vereniging en rente. De subsidie 2001 nam ten opzichte van 2000 met € 1.215.000 toe door de indexering van € 331.000 die het Ministerie van VWS toekende en door de toename van de subsidie van het KWF met € 884.000. Over 2001 is de volgende financiering ontvangen: – subsidie ministerie van VWS € 9.393.000 – subsidie KWF € 8.732.000 € 18.125.000 Daarnaast is aan projectfinanciering een bedrag van € 13.860.000 ontvangen (was in 2000 € 13.077.000) en aan overige bedrijfsopbrengsten € 129.000 (was in 2000 € 87.000). Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering was in 2001 € 105.000, waarin is opgenomen een bedrag van € 81.000 aan nog te besteden bedragen ten behoeve van projecten (resultaat gewone bedrijfsvoering 2000: € 867.000 waarin opgenomen een buitengewone baten (nalatenschap) van € 480.000). In het NKI wordt verder een aantal projecten uitgevoerd die niet ten laste komen van de researchexploitatie, maar waarvan de personeelskosten rechtstreeks door een externe financier betaald worden. De Stichting Fondsen NKI heeft in 2001 aan het NKI een bedrag van € 2.574.000 ter beschikking gesteld voor door het stichtingsbestuur goedgekeurde investeringen in apparatuur, inventarissen en verbouwingen. In 2001 ontving de Stichting Fondsen NKI een bedrag van € 6.868.000 aan erfstellingen en legaten (was in 2000 € 2.038.000). De per 31 december 2001 nog te ontvangen bedragen uit erfstellingen en legaten zijn niet opgenomen. STICHTING ANTONI VAN LEEUWENHOEK ZIEKENHUIS (AVL)
De financiering van de patiëntenzorg bestaat uit wettelijke budgetten voor het ziekenhuis en de radiotherapie. Als gevolg van de jaarlijkse aanpassingen van deze budgetten (indexering op loonkosten en materiële kosten, productieafspraken, nacalculaties op kapitaalslasten) en door budgetuitbreiding in verband met academische financiering nam het budget met € 6.804.000 toe tot een totaal van € 59.533.000.
55
56
Uit doorberekeningen aan derden werd een bedrag van € 1.560.000 ontvangen en was sprake van een mutatie op het extern budget van voorgaande jaren van € 1.173.000, waardoor in totaal € 62.266.000 aan wettelijk budget beschikbaar was. Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering bedroeg in 2001 € 919.000 (was in 2000 minus € 177.000). Jaarlijks worden met de zorgverzekeraars afspraken gemaakt over aantallen opnamen, verpleegdagen, eerste polikliniekbezoeken, dagbehandelingen, poliklinische cytostaticatoedieningen, megavoltseries en zorgvernieuwing. De productie is over het geheel genomen licht achtergebleven op de voor 2001 gemaakte afspraken; evenals in 2000 was in 2001 sprake van een verschuiving van kliniek naar dagbehandeling en een stijging van de cytostaticabehandelingen. De bedbezetting (op basis van verpleegdagen, dagbehandeling en poliklinische cytostaticatoedieningen) daalde met 3,7 procent tot 81,3 procent in 2001. De gemiddelde verpleegduur daalde van 7,6 naar 7,5 dagen. Ook in 2001 heeft het NKI/AvL voor zijn werk een aanzienlijk bedrag uit erfstellingen en legaten ontvangen. Aan al degenen die ons werk in 2001 hebben gesteund met subsidies, giften en contributies is het NKI/AvL veel dank verschuldigd.
E R F S T E L L I N G E N E N L E G AT E N ERFSTELLINGEN TEN GUNSTE VAN DE VERENIGING HET NKI
Mw. L.E. Luijks Hr. J. Vermeer Mw. D.W. Breidenbach-van der Wal Hr. G.H.A.M. Zevenhuizen Mw. L.H. Gilquin-Jagtman Mw. J.E. van Es Mw. F.H. van Hengel-de Veije Mw. H. Ch. Moers Mw. H.A. van ’t Hullenaar-Fleminks LEGATEN TEN GUNSTE VAN DE VERENIGING HET NKI
Mw. D. Kroos Mw. G. Richard Mw. G.J. Mutters Mw. A. van der Stok Mw. W.A. Langguth Oliveira Mw. J.H. Meijer Mw. A. Zwarts-Brondsema Hr. R.P.M. van Boheemen Mw. H. Brouwer de Koning H.J.F. Kip Mw. A.C.H.M. Schoon-Habraken Mw. M.N. van Doorn-Smit
57
58
JAARREKENING NKI/AvL
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2001 (bedragen x € 1.000) ACTIVA
2001
2000
6.030 46.563 96 p.m. 1.581
6.254 39.389 115 p.m. 1.654
Vaste activa
– researchlaboratorium – ziekenhuisvoorziening – tijdelijke kantoorruimte – inventaris en apparatuur researchlaboratorium – researchgedeelte van het ziekenhuis
54.270
Totaal vaste activa
47.412
Belegde middelen
Effecten Belegd Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
3.870 11.537
3.822 11.537 15.407
15.359
Vlottende activa
Voorraden Vorderingen en overlopende activa Nog in de tarieven te verrekenen Liquide middelen
365 34.116 1.650 387
Totaal vlottende activa Totaal
381 22.404 1.592 869 36.518
25.246
106.195
88.017
PASSIVA Groepsvermogen
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
3.044 3.673 13.538
Totaal groepsvermogen
Egalisatie rekening afschrijvingen Voorzieningen
3.044 2.754 13.432 20.255
19.230
295
293
355
460
Participatie door derden in het researchlaboratorium
Ministerie van VWS KWF
6.030 1.581
6.254 1.653 7.611
7.907
Langlopende schulden
Leningen o/g
23.710
21.584 23.710
21.584
Kortlopende schulden
Stichting Fondsen NKI, rekening-courant Kortlopende schulden en overlopende passiva
Totaal
244 53.725
156 38.387 53.969
38.543
106.195
88.017
JAARREKENING NKI/AvL
59
G E C O N S O L I D E E R D E R E S U LTAT E N R E K E N I N G O V E R 2 0 0 1 (bedragen x € 1.000) B AT E N
2001
2000
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Mutatie extern budget voorgaande jaren Vergoedingen voor diensten en verrichtingen berekend aan derden Subsidiebijdragen Projectfinanciering Overige bedrijfsopbrengsten
59.533 1.173
52.729 -103
1.560 18.125 13.860 129
1.551 16.910z 13.077 86 94.380
Som der bedrijfsopbrengsten
84.250
LASTEN
Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Overige bedrijfskosten
61.327 5.300 25.498
Som der bedrijfslasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Buitengewone baten – opbrengst nalatenschap
R E S U LTA AT
52.258 4.929 25.563 92.125
82.750
1.231
1.289
1.024
211
–
717
1.024
928
De bestemming van het resultaat is als volgt:
Toevoeging kapitaal (nalatenschap NKI) Toevoeging algemene reserve (nalatenschap AvL) Onttrekking collectief gefinancierd gebonden vermogen AvL Toevoeging niet collectief gefinancierd vrij vermogen NKI
–
480
–
238
919
-177
105
387 1.024
928
60
S T I C H T I N G A N T O N I VA N L E E U W E N H O E K Z I E K E N H U I S
BALANS PER 31 DECEMBER 2001 (bedragen x € 1.000) ACTIVA
2001
2000
46.563 1.581
39.389 1.654
Vaste activa
Materiële vaste activa: – ziekenhuisvoorziening – researchgedeelte van het ziekenhuis
48.144
Totaal vaste activa
41.043
Vlottende activa
Voorraden Vorderingen en overlopende activa Nog in de tarieven te verrekenen Liquide middelen
273 25.970 1.650 4
275 15.163 1.592 –
Totaal vlottende activa
27.897
17.030
Totaal
76.041
58.073
PASSIVA Eigen vermogen
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
908 3.673 652
Totaal eigen vermogen
Egalisatie rekening afschrijvingen Voorzieningen
908 2.754 652 5.233
4.314
295
292
355
460
Langlopende schulden
Leningen o/g Participatie NKI in researchgedeelte van het ziekenhuis
23.710
21.584
1.581
1.654
Totaal langlopende schulden
25.291
23.238
Kortlopende schulden
44.867
29.769
Totaal
76.041
58.073
61
R E S U LTAT E N R E K E N I N G O V E R H E T J A A R 2 0 0 1 (bedragen x € 1.000) B AT E N
2001
2000
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Mutatie extern budget voorgaande jaren Vergoedingen voor diensten en verrichtingen berekend aan derden
59.533 1.173
52.729 -103
1.560
1.551 62.266
Som der bedrijfsopbrengsten
54.177
LASTEN
Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Overige bedrijfskosten
36.629 5.281 17.129
Som der bedrijfslasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Buitengewone baten – opbrengst nalatenschap
R E S U LTA AT
31.486 4.910 15.669 59.039
52.065
2.308
2.289
919
-177
–
238
919
61
De bestemming van het resultaat is als volgt:
Toevoeging aan de algemene reserve (nalatenschap) Onttrekking aan de reserve aanvaardbare kosten Toevoeging aan de bestemmingsreserve
–
238
473 446
-265 88 919
61
62
VERENIGING HET NEDERLANDS KANKER INSTITUUT
BALANS PER 31 DECEMBER 2001 (bedragen x € 1.000) ACTIVA
2001
2000
6.030 1.581 p.m. 96
6.254 1.654 p.m. 115
Vaste activa
Researchlaboratorium Researchgedeelte van het AvL-ziekenhuis Inventaris en apparatuur researchlaboratorium Tijdelijke kantoorruimte
7.707
8.023
Belegde middelen
Effecten Belegd Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
3.870 11.537
Voorraden
3.822 11.537 15.407
15.359
91
106
Vorderingen op korte termijn
Stichting AvL-ziekenhuis, rekening-courant Vorderingen en vooruitbetaalde bedragen
6.004 8.147
Liquide middelen Totaal
3.785 7.240 14.151
11.025
383
869
37.739
35.382
PASSIVA Eigen vermogen
Kapitaal Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Egalisatierekening exploitatieresultaten Nog te besteden bedragen t.b.v. projecten
2.136 11.345 183 1.358
2.136 11.345 159 1.277 15.022
14.917
Participatie door derden in het researchlaboratorium
Ministerie van VWS KWF
6.030 1.581
6.254 1.653 7.611
7.907
Kortlopende schulden
Stichting Fondsen NKI, rekening-courant Kortlopende schulden en overlopende passiva
Totaal
244 14.862
155 12.403 15.106
12.558
37.739
35.382
63
R E S U LTAT E N R E K E N I N G O V E R H E T J A A R 2 0 0 1 (bedragen x € 1.000) B AT E N
2001
2000
Subsidiebijdragen Projectfinanciering Overige baten en lasten Vereniging NKI Overige bedrijfsopbrengsten
18.125 13.860 – 129
16.910 13.077 – 87 32.114
Som der bedrijfsopbrengsten
30.074
LASTEN
Personeelskosten Afschrijvingen op vaste activa Overige bedrijfskosten
24.697 20 8.369
Som der bedrijfslasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Buitengewone baten – opbrengst nalatenschap
R E S U LTA AT
20.772 19 9.896 33.086
30.687
-1.077
-1.000
105
387
–
480
105
867
De bestemming van het resultaat is als volgt:
Toevoeging opbrengst nalatenschap aan kapitaal Toevoeging aan nog te besteden bedragen t.b.v. projecten Toevoeging aan egalisatierekening exploitatieresultaten
–
480
81
372
24
15 105
867
64
K E N G E TA L L E N 2001
2000
1999
Aantal erkende bedden Aantal operatiekamers Aantal intensive care bedden Aantal cytostaticabehandelplaatsen Aantal lineaire versnellers Aantal spreekuurunits polikliniek
180 4 9 10 6 14
180 4 9 10 6 14
180 4 9 10 6 14
Gemiddelde personeelsbezetting – ziekenhuis – researchlaboratorium
742 477
722 432
706 413
1.219
1.154
1.120
10.983 2.452 23.146 1.276 5.810 6.119 9,4
10.819 2.705 24.491 789 4.669 3.986 9,1
29.730 3.194 25.147
9.716 2.834 17.222 3.223 6.798 6,1
8.667 2.990 18.518 3.787 6.692 6,2
33.661 3.023 19.597 3.587 5.554 6,5
n.v.t. 282 1.642 242 5,8 3.397 55 3.912
24.550 215 1.825 29 8,5 3.294 59 4.088
24.724 185 1.443 – 7,8 3.476 61 4.326
4.698 4.063 1.463
11.580 n.b. 997
10.264 4.338 1.078
74
78
64
CAPACITEITSGEGEVENS
Totaal PRODUCTIECIJFERS Heelkundig Oncologisch Disciplines
eerste polikliniekbezoek *) opnamen verpleegdagen dagverpleging **) operatieve verrichtingen klinisch operatieve verrichtingen poliklinisch gemiddelde verpleegduur
3.855 3.397 7,9
Medische Oncologische Disciplines
eerste polikliniekbezoek *) opnamen verpleegdagen dagverpleging **) toedieningen cytostatica gemiddelde verpleegduur Radiotherapie
eerste polikliniekbezoek *) opnamen verpleegdagen dagverpleging **) gemiddelde verpleegduur megavolttherapie brachytherapie simulaties Overige verrichtingen
fysiotherapie ***) pulmonale begeleiding lymfoedeembehandeling Overige eerste polikliniekbezoek
psychiatrie *) eerste polikliniekbezoek: cijfers 1999 betreft totaal aantal consulten, vanaf 2000 betreft het eerste polikliniekbezoek excl. vervolgconsulten **) dagverpleging: vanaf 2000 uitgesplitst naar discipline ***) wijziging registratie in 2001
65
2001
2000
1999
723 226 965 7.434
775 253 1.132 8.957
737 294 1.177 8.343
5.498 1.982 5.546 22.192
5.500 2.042 5.347 21.105
4.926 2.257 4.940 20.125
2.382 391 33 641
2.343 803 37 582
2.041 403 61 492
10.220 5.196 805
9.474 5.174 906
9.437 5.001 762
743 3.498
732 3.601
718 3.622
225.879 22.672
226.252 24.191
183.695 23.718
299.928 32.042
288.636 30.992
298.728 32.655
1.006 257
1.083 435
1.054 506
2.145 3.806
1.923 4.154
1.618 3.734
292 38 545
258 17 551
241 8 510
DIAGNOSTISCHE AFDELINGEN Radiologie
klinisch CT MRI echografie overig poliklinisch CT MRI echografie overig Pathologie
klinisch histologie cytodiagnostiek obducties immunopathologie poliklinisch histologie cytodiagnostiek immunopathologie Nucleaire Geneeskunde
klinisch poliklinisch Algemeen Klinisch Laboratorium
klinisch verrichtingen orders poliklinisch verrichtingen orders Functieonderzoeken
klinisch ECG longfunctie poliklinisch ECG longfunctie Polikliniek Familiaire Tumoren
complexe counselingen enkelvoudige counselingen DNA-onderzoeken
BIJLAGEN
66
N I E U W E D I A G N O S E S B I J P AT I Ë N T E N VA N H E T N K I / A v L Nieuwe diagnoses, geclassificeerd volgens de International Classification of Diseases, 9th revision, Clinical Modification (ICD-9-CM).
DIAGNOSES PER TUMORGROEP:
2001
2000
1999
TOTAAL
5585
5570
5532
MAMMATUMOREN:
1137
1209
1264
mamma mamma virilis TRACTUS RESPIRATORIUS TUMOREN:
long/bronchus/trachea pleura mediastinum TRACTUS DIGESTIVUS TUMOREN:
oesofagus maag dunne darm colon rectum/anus lever/intrahepatische galwegen galblaas/extrahepatische galwegen pancreas (retro)peritoneum UROLOGISCHE TUMOREN:
prostaat testis penis/overige mannelijke genitalia blaas nier/overige urinewegen
1130 7 684
1205 4 636
605 74 5 719
688
557 76 3 637
66 87 7 212 230 23 17 69 8 567
610 75 3 689
78 62 6 216 185 11 18 57 4 613
269 59 24 131 84
1256 8
90 95 9 213 210 13 10 43 6 512
293 57 37 119 107
219 67 27 117 82
MELANOMEN*:
305
246
256
GYNAECOLOGISCHE TUMOREN:
157
175
197
cervix uteri placenta corpus uteri ovarium/uterus/adnexa vagina/vulva/overig HOOFD-HALSTUMOREN:
lip tong speekselklieren gingiva mondbodem mondholte orofarynx nasofarynx hypofarynx sinussen/(neus)bijholten/middenoor larynx
18 – 38 82 19 292
56 1 33 69 17 326
5 40 16 5 24 18 44 17 15 21 87
48 – 40 92 16 269
6 42 14 6 20 28 55 14 38 27 76
3 44 16 6 23 21 45 9 28 9 65
67
DIAGNOSES PER TUMORGROEP: LYMFOMEN*:
2001
2000
1999
115
142
153
maligne lymfomen morbus Hodgkin
93 22
115 27
129 24
HUIDTUMOREN*
159
165
137
WEKE-DELENTUMOREN*:
117
95
111
47
68
63
LEUKEMIEËN:
multiple myeloma/ immuno-proliferatief neoplasma lymfatische leukemie myeloïde leukemie NEUROLOGISCHE TUMOREN:
28 12 6 38
hersenen overig zenuwstelsel ENDOCRIENE-KLIERENTUMOREN:
PRIMAIRE TUMOR ONBEKEND *: PRAEMALIGNE TUMOREN: BENIGNE TUMOREN:
54
31 7 33
schildklier overige endocriene klieren BOTTUMOREN*:
36 19 13
35 15 13 35
46 8 38
28 5
29 6 24
36 2
18 6
9
10
12
156
131
144
59
45
32
991
980
946
2001
2000
1999
SECOND OPINION
Alleen de patiënten die teruggingen naar hun eigen arts zijn meegeteld. De patiënten die na de second opinion in het AvL/NKI blijven, worden gezien als AvL-patiënt en zijn hier niet meegerekend.
Aantal second opinions
*inclusief lokalisaties in hoofd-halsgebied.
1277
1139
1109
68
HOOGLERAREN prof. dr. N.K. Aaronson
mw. prof. dr. A.M. Kruisbeek
bijzonder hoogleraar Psychosociale oncologie, Vrije Universiteit, Amsterdam
bijzonder hoogleraar Moleculaire aspecten van de ontwikkeling van het immuunsysteem, Vrije Universiteit, Amsterdam
prof. dr. A.C. Begg
bijzonder hoogleraar Moleculaire radiobiologie, Katholieke Universiteit Nijmegen
mw. prof. dr. F.E. van Leeuwen
bijzonder hoogleraar Epidemiologie van kanker, Vrije Universiteit, Amsterdam
prof. dr. A.J.M. Berns
bijzonder hoogleraar Experimentele moleculaire genetica van erfelijke aandoeningen, Universiteit van Amsterdam
prof. dr. M.S. van Lohuizen
bijzonder hoogleraar Regulatie van celcyclus en oncogenese, Universiteit Utrecht
prof. dr. G.M.M. Bartelink
bijzonder hoogleraar Klinische experimentele radiotherapie, Universiteit van Amsterdam
prof. dr. W. H. Moolenaar
prof. dr. R. Bernards
prof. dr. J.J. Neefjes
bijzonder hoogleraar Moleculaire carcinogenese, Universiteit Utrecht
bijzonder hoogleraar Biologie van antigen processing en presentatie, Rijksuniversiteit Leiden
bijzonder hoogleraar Moleculaire celbiologie, Rijksuniversiteit Leiden
mw. prof. dr. J. Borst
bijzonder hoogleraar Experimentele oncologie, Universiteit van Amsterdam
prof. dr. P.J. Peters
hoogleraar Ultrastructurele celbiologie, Vrije Universiteit, Amsterdam
prof. dr. P. Borst
strategisch hoogleraar Klinische biochemie, Universiteit van Amsterdam
prof. dr. S. Rodenhuis
bijzonder hoogleraar Klinische oncologie, Universiteit van Amsterdam
prof. dr. J.H. Beijnen
hoogleraar Bio-analyse in het bijzonder in relatie tot het klinische geneesmiddelenonderzoek, Universiteit Utrecht prof. dr. F.S.A.M. van Dam
bijzonder hoogleraar Psychosociale aspecten van chronische ziekten, Universiteit van Amsterdam prof. dr. G.C. de Gast
bijzonder hoogleraar Klinische immunotherapie, Universiteit Utrecht prof. dr. W.H. van Harten
hoogleraar Kwaliteitsmanagement van zorgtechnologie, Universiteit Twente prof. dr. S. Horenblas
bijzonder hoogleraar Oncologische urologie, Vrije Universiteit, Amsterdam prof. dr. B.R.R. Kroon
bijzonder hoogleraar Chirurgische oncologie, Universiteit van Amsterdam
prof. dr. J.H.M. Schellens
hoogleraar Klinische geneesmiddelentoxicologie, Universiteit Utrecht
PROMOTIES 2001
69
10 januari 2001
7 september 2001
Mariska van Dijk Functional activity of human estrogen receptor α in normal breast tissue and breast cancer. Vrije Universiteit, Amsterdam promotor: prof. dr. G.M.M. Bartelink
Coen Rasch Imaging modality and observed variation for target delineation in conformal radiotherapy. Vrije Universiteit, Amsterdam promotor: prof. dr. G.M.M. Bartelink
30 januari 2001
26 september 2001
Arjan van der Flier ß1-integrin variants in myogenesis and cytoskeletal signaling. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. A.J.M. Berns
Corina van As Tracheoesophageal speech; a multidimensional assessment of voice quality. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. ir. L.C.W. Pals
16 februari 2001
25 oktober 2001
Luc Strobbe Regional metastatic melanom. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. B.B.R. Kroon
Eric Reits Dynamics of antigen processing in living cells. Universiteit Leiden Promotor: prof. dr. J.J. Neefjes
21 februari 2001
26 oktober 2001
Conny Vrieling Hertog First analysis of the EORTC ‘boost versus no boost’ trial with an emphasis on cosmesis. The Beauty of the Breast. Vrije Universiteit, Amsterdam promotor: prof. dr. G.M.M. Bartelink
Frank Sleutels Imprinting and gene silencing are in the Air. Universiteit van Amsterdam Promotor: prof. dr. A.J.M. Berns
30 maart 2001
Carlijn Voermans Migration of human hematopoietic progenitor cells. Universiteit van Amsterdam Promotor: prof. dr. D. Roos
19 november 2001
Hans Masselink Transcriptional repression and oncogenesis, studies on adenovirus E1A interacting proteins. Universiteit Utrecht promotor: prof. dr. R. Bernards 28 november 2001
2 mei 2001
Ben Giepmans Towards a molecular understanding of connexin43 gap junction. Universiteit Leiden promotor: prof. dr. W.H. Moolenaar
Symone Detmar The role of quality of life in daily clinical oncology practice. Vrije Universiteit Amsterdam promotor: prof. dr. N.K. Aaronson 7 december 2001
23 mei 2001
Marlies de Rond A pain monitoring program for nurses: effect on the administration of analgesics. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. F.S.A.M. van Dam
Marc Vooijs Tumor modeling in mice with conditional retinoblastoma gene deficiency. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. A.J.M. Berns 12 december 2001
8 juni 2001
Sandra Verhaagh Identification and characterization of the tw73 candidate gene Orct3. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. A.J.M. Berns
Coen Hurkmans Improvement of breast cancer irradation techniques. Universiteit van Amsterdam promotor: prof. dr. G.M.M. Bartelink
70
O R G A N I S AT I E G E G E V E N S BESCHERMVROUWE H.M. KONINGIN BEATRIX Raad van Toezicht
dr. W.F. Duisenberg, voorzitter mw. drs. H.C.J. van der Wielen, vice-voorzitter/secretaris mr. R. Hazelhoff, secretaris/penningmeester (tot 21 mei) mr. P.J. Kalff, penningmeester (vanaf 21 mei) prof. mr. P.F. van der Heijden drs. S. van der Kooij (tot 21 mei) prof. dr. J. van der Meer mr. D. Sinninghe Damsté (vanaf 21 mei) dr. ir. J.H.M. Temmink prof. dr. G.N.J. Tytgat prof. dr. G.P. Vooijs (vanaf 21 mei) mw. drs. M.W.M. Vos-Van Gortel Raad van Bestuur
prof. dr. A.J.M. Berns, voorzitter, directeur wetenschapsbeleid prof. dr. S. Rodenhuis, directeur zorg & zorgontwikkeling ing. L. Neeleman, directeur organisatie & bedrijfsvoering (tot 1 februari) prof. dr. W.H. van Harten, directeur organisatie & bedrijfsvoering (vanaf 1 juni) dr. R.E. Wulff, secretaris Raad van Bestuur (vanaf 15 februari) Nieuwbouw ir. G.W. Zorn, bouwdirecteur Wetenschappelijke Commissie van Advies
prof. dr. L.A. Aarden, hoogleraar Molecuaire immunologie, Amsterdam prof. dr. A.J. van der Eb, hoogleraar Fundamentele tumorvirologie prof. dr. S.W.J. Lamberts, hoogleraar Interne geneeskunde, Rotterdam prof. dr. B. Löwenberg, hoogleraar Hematologie, Rotterdam prof. dr. C.J.L.M. Meijer, hoogleraar Pathologische anatomie, Amsterdam prof. dr. C.J.M. Melief, hoogleraar Immunohematologie, Leiden prof. dr. H.M. Pinedo, hoogleraar Klinische oncologie, Amsterdam prof. dr. F.H. Schröder, hoogleraar Urologie, Rotterdam prof. dr. G.N.J. Tytgat, hoogleraar Gastroentereologie, Amsterdam prof. dr. P.C. van der Vliet, hoogleraar Fysiologische chemie, Utrecht
International Scientific Advisory Board
prof. dr. J.R. Bertino, Yale University School of Medicine, New Haven, V.S. prof. dr. R.A. Flavell, Yale University, New Haven, V.S. prof. dr. S. Hellman, University of Chicago, Chicago, V.S. prof. dr. W.G.J. Hol, University of Washington School of Medicine, Seattle, V.S. prof. dr. J. Mendelsohn, University of Texas, Houston, V.S. prof. dr. P. Nurse, Imperial Cancer Research Fund, London, Groot-Brittannië prof. dr. R. Nusse, Stanford University/Howard Hughes Medical Institute, Stanford, V.S. prof. dr. H.L. Ploegh, Harvard Medical School, Boston, V.S. prof. dr. R.A. Weinberg, Massachusetts Institute of Technology, Cambridge, V.S. prof. dr. C. Weissmann, Institut für Molekularbiologie, Zürich, Zwitserland Hoofden en Managers Medische Clusters
Heelkundig Oncologische Disciplines prof. dr. B.B.R. Kroon, medisch clusterhoofd drs. J. Schaart, manager zorg & bedrijfsvoering (tot 1 april) Medisch Oncologische Disciplines prof. dr. S. Rodenhuis, medisch clusterhoofd mw. P. Terwijn, manager zorg & bedrijfsvoering Diagnostisch Oncologische Disciplines dr. M.J. van de Vijver, medisch clusterhoofd P.H. Elsakkers, manager bedrijfsvoering Radiotherapie prof. dr. G.M.M. Bartelink, medisch clusterhoofd mr. B.R. van Meurs, manager bedrijfsvoering Bestuur Medische Staf
dr. N. van Zandwijk, voorzitter dr. A.J.M. Balm mw. dr. N.S. Russell, secretaris dr. P.F.E. Schutte dr. S. Verhoef dr. R.A. Valdés Olmos, secretaris (tot 19 december) drs. L.M. Gualthérie van Weezel (tot 19 december) Researchcoördinatie
mw. prof. dr. A.M. Kruisbeek, laboratorium research coördinator dr. H.G.A.M. van Luenen, manager bedrijfsvoering research drs. E.J. Vos, manager klinische research
71 Hoofden overige diensten
Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (MIP)-commissie
Facilitair bedrijf: ir. R. Clement Centrale kankerbibliotheek: mw. drs. S. Bakker Economisch-administratieve dienst: drs. B. Simmelink Personeel en organisatie: drs. A. Schouten (tot 1 april), drs. J. Schaart (vanaf 1 april) Proefdieren: dr. R.G.M. ten Berg PR en Voorlichting: vacature Wetenschappelijke administratie: mw. drs. O.B. Dalesio
mw. G. van der Heide-Schoon, voorzitter mw. C. Boucherie, ambtelijk secretaris mw. C. Biermans dr. W.W. ten Bokkel Huinink prof. dr. G.C. de Gast mw. K. ten Kate mw. B. Toff Ondernemingsraad
mw. R. Dubbelman, voorzitter mw. J. Lafleur mw. C. Melgers mw. J van der Sar mw. M. Swart mw. C.Vreeken mw. L. Wegink mw. M. van Zanten
mw. G. van der Heide-Schoon, voorzitter drs. E.M. Bais, vice-voorzitter ir. A.A.M. Hart, secretaris D. Atsma mw. drs. S. Bakker prof. dr. A.C. Begg mw. C. Burleson mw. E.M. Groeneveld mw. drs. J.F. Jongkind mw. C.J.B. Klercq dr. P. Krimpenfort mw. dr. S.H. Muller R. Strijdonck mw. B. Vos mw. J.M. Zeef mw. drs. A. van Dijk, ambtelijk secretaris
Protocol Toetsingscommissie
Leden medische staf
ir. A.A.M. Hart, voorzitter dr. H. Boot, plaatsvervangend voorzitter drs. E.J. Vos, ambtelijk secretaris prof. dr. N.K. Aaronson prof. dr. J.H. Beijnen drs. D. de Boer, huisarts dr. W.W. ten Bokkel Huinink mw. drs. O.B. Dalesio mw. A.C. Dubbelman dr. W. Meinhardt dr. H. van Luyn dr. L. Moonen, plaatsvervangend lid dr. W.J. Nooijen mw. mr. M.C. Ploem drs. J.G. Salverda prof. dr. J.H.M. Schellens, plaatsvervangend lid
prof. dr. N.K. Aarsonson, Psychosociale oncologie mw. drs. B.M.P. Aleman, Radiotherapie mw. dr. J.W. Baars, Interne geneeskunde dr. P. Baas, Pulmonologie drs. E.M. Bais, Interne geneeskunde dr. A.J.M. Balm, KNO-heelkunde prof. dr. G.M.M. Bartelink, Radiotherapie prof. dr. J.H. Beijnen, Farmacologie mw. drs. J.S.A. Belderbos, Radiotherapie drs. A.P.E. Besnard, Radiologie dr. M. van Beurden, Gynaecologie dr. J.P. de Boer, Interne geneeskunde dr. R.W. de Boer, Klinische fysica Radiotherapie mw. dr. L.J. Boersma, Radiotherapie dr. W.W. ten Bokkel Huinink, Interne geneeskunde dr. J.M.G. Bonfrer, Klinisch Chemie dr. W. Boogerd, Neurologie (Slotervaart Ziekenhuis) dr. H. Boot, Gastro-enterologie mw. dr. H.H. van Boven, Pathologie dr. M.W.M. van den Brekel, KNO-heelkunde drs. D.R. Buitelaar, Anaesthesiologie B.N.F.M. van Bunningen, Radiotherapie mw. dr. A. Cats, Gastro-enterologie dr. F. van Coevorden, Chirurgie mw. drs. O.B. Dalesio, Biometrie prof. dr. F.S.A.M. van Dam, Psychologie dr. E.M.F. Damen, Klinische fysica Radiotherapie dr. L.G.H. Dewit, Radiotherapie prof. dr. G.C. de Gast, Interne geneeskunde
Verpleegkundige Advies Commissie
E. Humer, voorzitter mw. G.C. Roodbergen, secretaris mw. J. Diender mw. D. Jetten mw. W.A.M. Vermeulen Verpleegkundige Commissie Klinische Research
Klachtencommissie
mr. R. Orobio de Castro, voorzitter mw. H.I.M. Camerik, ambtelijk secretaris/klachtenbemiddelaar mw. dr. J.W. Baars drs. L.M. Gualthérie van Weezel ir. W. van Leeuwen drs. J.G. Salverda mw. B. Vos mw. S. de Vries
72 drs. S. Gonggrijp, Tandheelkunde drs. L.M. Gualthérie van Weezel, Psychiatrie dr. J.B.A.G. Haanen, Interne geneeskunde drs. R.L.M. Haas, Radiotherapie dr. J.J. Hage, Plastische chirurgie mw. drs. D.E.W. Hahn, Psychologie/seksuologie ir. A.A.M. Hart, Biostatistiek dr. F.J.M. Hilgers, KNO-heelkunde dr. C.A. Hoefnagel, Nucleaire geneeskunde prof. dr. S. Horenblas, Urologie dr. J.M. Huitink, Anesthesiologie mw. dr. D. de Jong, Pathologie mw. dr. M.J. Kersten, Interne geneeskunde mw. drs. H.H. Klomp, Chirurgie drs. W. Koops, Radiologie drs. R. Kröger, Radiologie prof. dr. B.B.R. Kroon, Chirurgie dr. J.V. Lebesque, Radiotherapie mw. prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen, Epidemiologie dr. A.C.M. van Lindert, Gynaecologie drs. E.A.H. Masselink, Radiotherapie dr. W. Meinhardt, Urologie prof. dr. W.J. Mooi, Pathologie dr. L.M.F. Moonen, Radiotherapie mw. dr. S.H. Muller, Klinische fysica Radiotherapie dr. B.J. Mijnheer, Radiotherapie dr. O.E. Nieweg, Chirurgie dr. W.J. Nooijen, Klinische chemie mw. dr. H.S.A. Oldenburg, Chirurgie dr. F.A. Pameijer, Radiologie drs. W. Pauw, Medische microbiologie drs. J.L. Peterse, Pathologie dr. C.R.N.Rasch, Radiotherapie dr. P. Remeijer, Klinische fysica RT prof. dr. S. Rodenhuis, Interne geneeskunde mw. drs. J.M. Ronday, Anaesthesiologie mw. drs. N.S. Russell, Radiotherapie dr. E.J.Th. Rutgers, Chirurgie drs. E.H.J.M. Rutten, Radiotherapie drs. J.G. Salverda, Radiotherapie dr. J.J. van der Sande, Neurologie prof. dr. J.H.M. Schellens, Interne geneeskunde dr. C.J. Schneider, Klinische fysica RT dr. J.H. Schornagel, Interne geneeskunde dr. L.J. Schultze Kool, Radiologie drs. P.F.E. Schutte, Anaesthesiologie mw. drs. F. Sivro, Nucleaire geneeskunde dr. J.P. Stroom, Klinische fysica RT mw. dr. B.G. Taal, Gastro-enterologie dr. I.B. Tan, KNO-heelkunde drs. A.P. Timmers, Tandheelkunde dr. R.A. Valdés Olmos, Nucleaire geneeskunde mw. dr. M.L.F. van Velthuysen, Pathologie dr. M. Verheij, Radiotherapie drs. S. Verhoef, Klinische genetica drs. J. Visscher, Anaesthesiologie dr. M.J. van de Vijver, Pathologie
mw. drs. M.C. de Vries, Anesthesiologie mw. dr. M. van der Weide, Pijnbestrijding dr. ir. F.W. Wittkämper, Klinische fysica Radiotherapie mw. drs L.A.E. Woerdeman, Plastische chirurgie dr. N. van Zandwijk, Pulmonologie dr. F.A.N. Zoetmulder, Chirurgie Buitengewone leden medische staf
mw. dr. A.H. Ackerstaff, KNO-heelkunde mw. dr. C.J. van As, KNO-heelkunde mw. drs. S. Bakker, Bibliotheek drs. A. Bex, Urologie drs. M. Bülbul, Pulmonologie prof. dr. M.P.M. Burger, Gynaecologie mw. drs. E. Göker, Interne geneeskunde dr. M.B. van Herk, Klinische fysica RT dr. R. van Hillegersberg, Chirurgie drs. F.J.P. Hoebers, Radiotherapie dr. F.B.L. Hogervorst, Pathologie mw. drs. K.E.A. de Jaeger, Radiotherapie mw. E.C. Joekes, Radiologie dr. J.M. Kerst, Interne geneeskunde drs. K.D.H.M. Keuning, Kaakchirurgie mw. drs. I. Kluijt, Klinische genetica pastor F.M.B.Th. Kortekaas, Geestelijke verzorging ds. P.G. Kousemaker, Geestelijke verzorging dr. F.H.M. Kroon, Kaakchirurgie mw. drs. S. Linn, Interne geneeskunde dr. F.H. Menko, Klinische genetica mw. dr. P.M. Nederlof, Pathologie dr. H. Neering, Dermatologie mw. H.M. Oosterkamp, Interne geneeskunde mw. drs. M. Piek-den Hartog, Chirurgie drs. C. Rikers, Pulmonologie mw. drs. J. Schrama, Interne geneeskunde drs. H. van Tinteren, Biometrie mw. dr. L.J. van ’t Veer, Pathologie mw. dr. A.P.E. Vielvoye-Kerkmeer, Pijnbestrijding drs. E.J. Vos, Researchmanager mw. drs. J.M. Zuetenhorst, Interne geneeskunde Buitengewone stafleden extern
drs. E.L.D. Angenot, Revalidatie, Revalidatiekliniek Amsterdam prof. dr. A.E.G.K. von dem Borne, Hematologie, AMC prof. dr. H.N. Caron, Kinderoncologie, AMC prof. dr. D. Gonzalez Gonzalez, Radiotherapie, AMC dr. R.J.M. Groen, Neurochirurgie, Slotervaartziekenhuis dr. J. de Kraker, Kinderoncologie, AMC dr. J. van der Lelie, Hematologie, AMC drs. F. de Nies, Orthopaedie, OLVG dr. M.H.J. van Oers, Hematologie, AMC drs. G.R. Schaap, Orthopaedie, AMC dr. L.L.M. Thomas, Hematologie, AMC drs. I.S. Tjahja, Neurochirurgie, Slotervaartziekenhuis
73 Stichting Patiëntenzorg Nederlands Kanker Instituut
De Stichting Patiëntenzorg NKI stelt zich ten doel extra persoonlijke zorg aan patiënten en verplegend personeel te geven in de meest uitgebreide zin. De Stichting telt circa vijftig vrijwilligers. Financiële bijdragen zijn zeer welkom op rekening 43.42.19.002 (ABN-AMRO Bank) of 59.14.406 (Postbank) t.n.v. Stichting Patiëntenzorg Nederlands Kanker Instituut. Bestuur: mw. mr. M. Sitsen-van der Post, voorzitter mw. M. Michels-Prins, secretaris mw. M. Ribbink-Kohly, penningmeester Vereniging Het Nederlands Kanker Instituut
De Vereniging Het Nederlands Kanker Instituut telde eind 2001 circa 3.000 leden. Het lidmaatschap van de Vereniging Het NKI staat open voor iedereen die de behandeling van kankerpatiënten in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis en het wetenschappelijk kankeronderzoek in het Nederlands Kanker Instituut wil steunen. Aanmelden: afdeling PR & Voorlichting, tel: 020 - 5122850.
74
W E T E N S C H A P P E L I J K E S TA F Sectie Celbiologie
Sectie Experimentele Therapie
dr. E. Roos (sectieleider) mw. dr. J. Calafat dr. J.G. Collard dr. K. Jalink dr. A. Sonnenberg
prof. dr. A.C. Begg (sectieleider) prof. dr. J.H.M. Schellens dr. A.H. Schinkel mw. dr. F.A. Stewart mw. dr. L.J. van ’t Veer dr. M.J. van de Vijver
Sectie Moleculaire Carcinogenese
prof. dr. R. Bernards (sectieleider) dr. R. Beijersbergen dr. R. Kerkhoven dr. E. Kriek (erestaflid) dr. A. Perrakis mw. dr. T.K. Sixma Sectie Cellulaire Biochemie
prof. dr. W.H. Moolenaar (sectieleider) dr. W.J. van Blitterswijk mw. prof. dr. J. Borst dr. N. Divecha dr. P. ten Dijke dr. M. Verheij Sectie Immunologie
dr. H. Spits (sectieleider) mw. dr. M.J. Kersten mw. prof. dr. A.M. Kruisbeek dr. T.N.M. Schumacher mw. dr. F.A. Vyth-Dreese dr. K. Weijer
Sectie Radiotherapie
prof. dr. G.M.M. Bartelink (sectieleider) mw. drs. B.M.P. Aleman mw. drs. J.S.A. Belderbos dr. R.W. de Boer dr. J. Borger dr. B.N.F.M. van Bunningen dr. E.M.F. Damen dr. L.G.H. Dewit drs. R.L.M. Haas ir A.A.M. Hart dr. M. van ’t Herk dr. J.V. Lebesque drs. E.A.H. Masselink dr. B.J. Mijnheer dr. A.W.H. Vinken dr. L.M.F. Moonen mw. drs. N.S. Russell drs. J.G. Salverda dr. C. Schneider dr. ir. F.W. Wittkämper Sectie Medische Oncologie
Sectie Moleculaire Biologie
dr. H. te Riele (sectieleider) prof. dr. P. Borst (erestaflid) mw. dr. A.P.M. Jongsma (gestationeerd in de VU) dr. H.G.A.M. van Luenen dr. R. Medema Sectie Tumorbiologie
prof. dr. J.J. Neefjes (sectieleider) dr. M. Fornerod dr. J. Hilkens dr. R.J.A.M. Michalides prof. dr. P.J. Peters dr. A.A. Verstraeten (gestationeerd in de VU) Sectie Moleculaire Genetica
dr. P. Demant (sectieleider) prof. dr. A.J.M. Berns dr. P. Krimpenfort prof. dr. M. van Lohuizen mw. dr. M. Snoek dr. M.A. van der Valk
prof. dr. S. Rodenhuis (sectieleider) mw. dr. J.W. Baars dr. P. Baas drs. E.M. Bais prof. dr. J.H. Beijnen dr. J.P. de Boer dr. W.W. ten Bokkel Huinink dr. W. Boogerd dr. H. Boot dr. A. Cats prof. dr. G.C. de Gast drs. S.P. Israëls mw. dr. M.J. Kersten dr. H. Neering dr. J.J. van der Sande prof. dr. J.H.M. Schellens dr. J.H. Schornagel mw. dr. B.G. Taal mw. dr. A.P.E. Vielvoye-Kerkmeer mw. dr. M. van der Weide dr. N. van Zandwijk
75 Sectie Chirurgische Oncologie
dr. B.B.R. Kroon (sectieleider) dr. A.J.M. Balm (sectieleider) dr. M. van Beurden dr. M.W.M. van den Brekel drs. D. Buitelaar dr. M.P.M. Burger dr. F. van Coevorden J.A. Hage dr. F.J.M. Hilgers prof. dr. S. Horenblas dr. H.C.M. van Lindert dr. W. Meinhardt dr. O.E. Nieweg dr. H.S.A. Oldenburg dr. E.J.Th. Rutgers drs. P.F.E. Schutte dr. I.B. Tan mw. dr. N. van der Vange drs. J. Visscher L. de Weerd mw. drs. L.A.E. Woerdeman dr. F.A.N. Zoetmulder Sectie Diagnostische Oncologie
dr. M.J. Van de Vijver (sectieleider) drs. A.P.E. Besnard dr. J.M.G. Bonfrer mw. dr. D. de Jong dr. M.P.W. Gallee dr. K. Gilhuijs dr. C.A. Hoefnagel dr. F.B.L. Hogervorst drs. W. Koops drs. R. Kröger mw. dr. S.H. Muller mw. dr. P.M. Nederlof dr. W.J. Nooijen dr. F.A. Pameijer drs. J.L. Peterse dr. L. Schultze Kool mw. dr. M. Smid-Geirnaerd dr. R.A. Valdés Olmos dr. O. van Tellingen mw. dr. L.J. van ’t Veer mw. dr. M.L.F. van Velthuysen Sectie Psychosociaal Onderzoek en Epidemiologie
prof. dr. N.K. Aaronson (sectieleider) prof. dr. F.S.A.M. van Dam mw. prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen mw. dr. M.A. Rookus Sectie Biometrie
mw. drs. O.B. Dalesio dr. H. van Tinteren
76
COLOFON coördinatie en (eind)redactie
Afdeling PR & Voorlichting, NKI/AvL fotoverantwoording
Audiovisueel Centrum NKI/AvL Brenda van Leeuwen Marcel Terlouw (Argos fotobureau) Djie Han Thung (Film & Multimedia) basisontwerp
B@seline vormgeving, Utrecht prepress en druk
De Bussy Ellerman Harms BV, Amsterdam
Het Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis Plesmanlaan 121 1066 CX Amsterdam www.nki.nl